‘Woutertje Pieterse Prijs 2013 voor Kristien Dieltiens’ meldde Sebastiaan Kort van NRC Handelsblad eergisteren:
‘Kristien Dieltiens (1954) heeft zojuist de Woutertje Pieterse Prijs 2013 gekregen voor haar boek Kelderkind. Aan de Woutertje Pieterse Prijs is een oorkonde en een bedrag van 15.000 euro verbonden. Deze prijs voor kinder- en jeugdboeken werd daarmee voor de zesentwintigste keer uitgereikt. Kelderkind is uitgegeven door Uitgeverij De Eenhoorn. De jury zei over Kelderkind:
“Het winnende boek is een boek dat genres overstijgt: het is een historische roman maar ook een psychologische thriller en een indringend coming of age verhaal met hier en daar magische elementen. Het boek is ambitieus en misschien zelfs een beetje pretentieus. Maar het maakt de pretenties waar.”
De overige genomineerden waren Marian De Smet met Rotmoevie, Gideon Samson met Zwarte Zwaan en Edward van de Vendel met Dertien rennende hertjes. Vorig jaar ging de prijs naar Ted van Lieshout voor Driedelig paard. Morgen in de bijlage Boeken een interview met Dieltiens.’
Dat interview is helaas niet openbaar. Er zijn gelukkig ook
nog andere bronnen. Maar eerst de NOS die donderdag met ‘Vlaamse wint “Woutertje Pieterse”’ dit liet weten:
‘De Vlaamse schrijfster Kristien Dieltiens heeft met “Kelderkind” de Woutertje Pieterse Prijs gewonnen voor beste Nederlandstalige jeugdboek van het jaar. Volgens de jury is het een boek dat genres overstijgt. “Kelderkind” is het vijftigste boek van Dieltiens en is bedoeld voor jongeren boven de 15 jaar. Dieltiens vervlecht een historisch verhaal over wolfskind Kaspar Hauser met het fictieve leven van Manfred, een jongen met een hazenlip. Allebei zijn het jongens die buiten de maatschappij vallen.
127 inzendingen
De jury, onder voorzitterschap van Hanneke Groenteman, koos het boek uit 127 inzendingen. Dieltiens krijgt een oorkonde en 15.000 euro. De jury noemt het boek spannend en “geweldig mooi geschreven”. In een boek met een geschiedkundig thema is het volgens de jury een kunst om meer te doen dan vertellen wat er is gebeurd. En Dieltiens slaagt daarin, zegt de jury. “Personages komen tot leven, er zit spanning in over de afloop en je vraagt je als lezer af wat feit en fictie is.”’
Lucie Th. Vermij op Boekblad.nl voegde hieraan toe:
‘Kelderkind is een roman over Kaspar Hauser, die op pinkstermaandag 1828 opeens op het marktplein in Neurenberg stond. Hij was ongeveer zestien jaar en kon praten noch lopen. Wel kon hij zijn naam schrijven: Kaspar Hauser. De stad Neurenberg ontfermde zich over hem en leerde hem alles aan. Uit zijn verhalen bleek dat hij jarenlang opgesloten had gezeten in een donkere kelder, zonder ooit een mens te zien. Vier jaar na zijn aankomst werd hij vermoord.
Dieltiens vermengt in Kelderkind historische feiten en fictie tot een meeslepende psychologische roman over leven, liefde, medeleven en verraad. Ze weeft de verschillende verhaallijnen moeiteloos door elkaar. Enerzijds is er het verhaal van Kaspar Hauser die van het ene pleeggezin naar het andere trekt. Hij wordt gesteund door een rechter, maar tegengewerkt door verschillende mensen die in hem een bedrieger zien. Hij schrijft alles op in zijn dagboek dat hij alleen aan zijn beste vriendin laat lezen.
Kristien Dieltiens werd geboren in Antwerpen in 1954. Ze groeide op in Edegem, als tweede in een gezin van zes. In haar jeugd verslond ze boeken. Ze volgde jarenlang teken- en schilderlessen aan de Academie van Kontich. Ze stond vele jaren voor de klas. In 1997 verscheen haar debuut: De gouden bal. Aanleiding was de dood van een kind op haar school. Haar tweede boek, Olrac, won de eerste prijs van de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen. Kristiens boeken zijn filmisch, zintuiglijk en gevoelig geschreven, met personages die psychologisch sterk uitgewerkt zijn.
Kelderkind is haar vijftigste boek. Het won al de West-Vlaamse Provinciale Prijs Letterkunde (2012) en is genomineerd voor de Boekenleeuw. Van haar boeken zijn al veel vertalingen verschenen, onder meer in het Duits, Spaans, Braziliaans Portugees en Japans. Kelderkind zal binnenkort in het Deens verschijnen.’
Hier horen we toch van op. Want dit klinkt bekend. Dit wordt
inderdaad bevestigd door recensent André Oyen die over dit boek schrijft:
‘De trotse vijftiger is de nieuwe historische roman “Kelderkind”, geïnspireerd op raadsels rond het leven van de Duitse vondeling Kaspar Hauser. Hij werd op pinkstermaandag 1828 gevonden op het marktplein van Neurenberg in Baden (Beieren). Hij kon met moeite lopen, sprak alleen de woorden: “wille ruiter worden als mijn vader” en kon zijn naam schrijven: Kaspar Hauser. In zijn hand heeft hij twee briefjes. Hij wordt opgevangen en van de ene verblijfplaats naar de andere gebracht, leert spreken en schrijven en zou tenslotte een dagboek bijgehouden hebben.
Een groot deel van zijn jeugd had hij naar eigen zeggen geleefd in een donkere cel van zes tot zeven voet (180-230 cm) en vier voet (120 cm) breed, met een bed uit stro en een houten schommelpaard. Hij kreeg enkel water en brood, en werd soms verdoofd zodat iemand zijn kleren kon wisselen en zijn haar kon knippen. Er waren twee minuscule ramen van acht tot negen duim (20 cm) hoog en breed. Er was niets in de gevangenis, behalve het stro waar hij op lag en zat (rechtstaan was zelfs niet mogelijk), en de twee houten speelgoedpaarden, de speelgoedhond en de wollen deken. In de aarde naast hem was een rond gat waarin hij zijn behoeften deed. Verder was er nog de waterkruik, iets anders was er niet.
De eerste mens die hij had gezien, had hem de zin geleerd “ik wil een ruiter worden zoals mijn vader”, en had hem ook geleerd zijn naam, Kaspar Hauser, te schrijven. De man had zich steeds onherkenbaar gemaakt voor Kaspar. Uiteindelijk nam deze persoon hem naar buiten, waar Kaspar flauw viel. Het volgende moment dat hij zich herinnerde was zijn wandeling in Neurenberg.
De merkwaardige jongen trok veel belangstelling. Sommigen zagen hem aan als een idioot, een wilde of een dolleman, zelfs een bedrieger. Anderen beweerden dat hij het tragisch slachtoffer was geweest van een hofintrige. Kaspar was zeer klein, had blauwe ogen en krullen. Onderzoek wees uit dat hij tot zijn 16e waarschijnlijk in een kelder gevangen zat, in de duisternis, met alleen een strobed en een houten speelgoedpaardje bij zich. Zijn verzorger kreeg hij nooit te zien. Kaspar Hauser stierf (vermoord, zelfmoord?) in Ansbach in 1833. Hij was waarschijnlijk 21 jaar.
Op basis van die gegevens brengt Kristien Dieltiens haar eigen versie van de gebeurtenissen en speurt naar het waarom van de zaak Kaspar Hauser. In 1974 kwam de film “Jeder für sich und Gott gegen alle” van Werner Herzog uit. Hij verfilmde in grote lijnen het werkelijke leven van Kaspar Hauser, zonder een standpunt in te nemen betreffende Kaspars afkomst. Deze film maakte veel indruk op haar.
In 1985 verscheen het boek “Kaspar Hauser” van Hans Peter van Manen. De auteur belichtte naast de historische en politieke achtergrond ook het belang en de invloed die Kaspar Hauser in het Europa na de Franse revolutie had kunnen hebben, indien men hem niet gevangen had gehouden. Door dit werk werd haar interesse nog aangescherpt. Reeds vanaf de eerste jaren van haar schrijverschap wist ze dat ze deze boeiende en raadselachtige figuur ooit zou verwerken in een roman.
Na een onderzoek van acht jaar begon ze aan deze roman, een werk dat uiteindelijk drie jaar in beslag zou nemen. Drie zaken zetten haar aan tot het schrijven van deze historische, psychologische misdaadroman, namelijk Kaspar Hauser een eigen leven geven, gissingen rond het waarom van zijn gevangenschap en dood in een aanvaardbaar perspectief plaatsen. En als laatste maar zeker niet het onbelangrijkste is er nog het fenomeen van de langdurig opgesloten mensen die in korte tijd een ontwikkeling moet doormaken in een wereld van de mensen, zonder te weten wie ze zijn en waar zij vandaan komen.’
Op de website van het Belgische ‘EXIT Magazine’ vinden we op
29 juni 2012 ons vermoeden door de auteur expliciet uitgesproken, in ‘Kristien
Dieltiens wint Literatuurprijs Provincie West-Vlaanderen’:
‘Zopas raakte bekend dat het recentste (én 50ste!) boek van Kristien Dieltiens “Kelderkind” de Literatuurprijs van de Provincie West-Vlaanderen heeft gewonnen. “Kelderkind” is een duistere psychologische misdaadroman voor zowel volwassenen als jongeren over het mysterieuze leven van Kaspar Hauser, de jonge Duitse vondeling die het grootste deel van zijn leven in solitaire opsluiting heeft doorgebracht. Met deze historische roman doorspekt met fictieve feiten biedt de uit Antwerpen uitgeweken Brugse schrijfster haar kijk op de intrige die al tweehonderd jaar mensen blijft boeien.
EXit – Van waar komt je persoonlijke fascinatie met Kaspar Hauser?
Kristien Dieltiens – “Mijn interesse werd voor het eerst gewekt op het einde van de jaren zeventig toen ik de verfilming van Kaspar Hausers leven ‘Jeder für sich und Gott gegen alle’ van Werner Herzog zag. Die film liet reeds een diepe indruk na maar het was pas enkele jaren later bij het lezen van een diepgaander historisch en politiek onderzoek van de Nederlandse schrijver Hans Peter van Manen dat mijn interesse bevestigd werd. Van Manen stelde daarin ook de filosofische vraag die speelde op de theorie dat Kaspar Hauser wel eens een afstammeling van het huis Baden kon geweest zijn. Wat als Kaspar Hauser op de troon was terechtgekomen?”’
Ook Werner Govaerts van ‘De Aardespiegel’
wist dit, want al op 17 mei 2012 schreef hij in zijn recensie van dit boek:
‘Kelderkind is het vijftigste boek van de bekende jeugd- en themaschrijfster Kristien Dieltiens. De titelfiguur is Kaspar Hauser, een onbekende jongeling die op pinkstermaandag 1828 plotseling op het marktplein van Neurenberg stond. Hij is lichtschuw, wil niets anders dan brood en water, kan nauwelijks spreken noch lopen, maar is duidelijk intelligent aangezien hij al die zaken op een mum van tijd toch ontwikkelt. Hans Peter van Manen schreef in 1985 een indrukwekkend boek over deze mysterieuze figuur, dat middels allerlei aanwijzingen tot het besluit komt dat Kaspar Hauser de in 1812 in Karlsruhe geboren Badense erfgroothertog was, waarvan vervolgens de dood gesimuleerd werd, terwijl het kind zelf opgesloten werd en afgezonderd van de wereld.
Kristien Dieltiens hanteert in haar boek dezelfde veronderstelling, maar verweeft dit op ingenieuze manier met het lot van een (gefantaseerde) outcast, een Hongaarse jongen (Manfred), geboren met een hazenlip. De herinneringen aan zijn kleutertijd betreffen vooral de verhalen-zonder-einde van zijn vader – de herinneringen aan zijn moeder betreffen een grenzeloze liefde, en haar kunst om voortekens te duiden en bij alle gebeurtenissen de geschikte heilige in te roepen. Maar Manfred is natuurlijk bovenal getekend door zijn handicap, waardoor hij wordt veroordeeld tot een leven in de schaduw. Eén enkele keer is er iemand die hem vol liefde bejegent. Dat is de militair die hij na een beschieting van de dood redt, en die hem voor de rest van zijn leven in zijn dienst neemt. Het duurt vele jaren vooraleer Manfred beseft dat deze Hennenhofer niet alleen uit mensenliefde handelt...
Het kan niet de bedoeling zijn om hier de gehele plot van het verhaal bloot te leggen. Het centrale gedeeltevan het boek is ongetwijfeld het (verzonnen, want nooit teruggevonden) dagboek van Kaspar Hauser, waarin hij vertelt over zijn “geboorte” op 16-jarige leeftijd, toen hij van “het” in “ik” veranderde. Terloops en quasi onmerkbaar komen Hausers zuivere moraliteit en zintuiglijkheid aan de orde. Ook de intenties van de mensen die Kaspar meer dan tien jaar hebben opgesloten gehouden, worden op een verteerbare, niet boodschapperige manier verteld. Datzelfde geldt voor de handelwijze van diegenen bij wie Kaspar, zowel in Neurenberg als later in Ansbach, terecht komt. Kaspars verering voor al wie het goed én slecht met hem voorheeft, is tegelijk kinderlijk normaal én pijnlijk om te lezen.
De vertelstijl van dit boek is zonder meer de grootste verdienste ervan. Enerzijds is er Manfred Ostheim, die voortdurend met zichzelf en zijn omgeving in de knoop ligt, zich gedachten maakt over gedachten en handelingen van anderen en steeds bedrogen uitkomt, steeds het onderspit moet delven. Zijn vertelstijl staat bol van spanning en dreiging. Anderzijds is er het jeugdige en naïeve van Kaspar en diens vriendin Isolde: zij vertellen op een manier vol verwondering en bewondering. Beide vertelstijlen wisselen elkaar af, beide perspectieven ook. Zo wordt langzaamaan het verhaal opgebouwd – als je vertrouwd bent met de geschiedenis van Kaspar Hauser is het dubbel genieten: doordat je niet op de afloop van het verhaal gefocust bent, kun je al je (lees)tijd gebruiken om Kristien Dieltiens sfeerschepping tot haar recht te laten komen. De sfeer is die van het negentiendeeeuwse, nog niet verenigde Duitsland. De politiek die in het boek aan bod komt, is beperkt gehouden tot louter tussenmenselijke relaties en manipulaties. Voor wie het lot van Kaspar Hauser wil begrijpen in het licht van Metternichs groot-Duitse ambities, blijft het boek van Hans Peter van Manen onontkoombaar.’
Op 3 juli 2009 besteedde ik, naar aanleiding van zijn
overlijden op 1 juli van dat jaar, aandacht aan Hans Peter van Manen in ‘Downloaden’, en op 29 september 2012 in ‘Cadeau’ aan Kaspar Hauser. Dat wil zeggen, aan het
uitvoerige artikel van Paul Heldens, ‘Kaspar Hauser 1812-2012’, dat als cadeau
van AntroVista vorig jaar op die website werd aangeboden:
‘Dit jaar 2012 is het 200 jaar geleden dat de Neurenbergse vondeling Kaspar Hauser (1812-1833) werd geboren. Het is ook het jaar waarin het Duitse vorstenhuis Baden haar 900-jarig bestaan viert. Paul Heldens stelde naar aanleiding van deze jubilea een 70-pagina’s tellend document over Kaspar Hauser samen, dat u hieronder als PDF kunt downloaden: Kaspar Hauser, kind van Europa. NB. Het bestand heeft een omvang van ruim 10 MB.’
De link in dat bericht klopt echter niet meer, er is
namelijk op 29 november 2011 een nieuwe versie van het document geplaatst (hier heb ik nu de
goede link opgenomen). Dit gedeelte over Kaspar Hauser is nu wel erg uitvoerig geworden, maar het
onderwerp verdient het naar mijn idee. En het feit dat het nu door het boek van
Kristien Dieltiens en bijbehorende prijs extra in de aandacht staat. Dat is
toch opmerkelijk. Wat ook opmerkelijk is, is de volgende bespreking van Alicia
Hamberg, die zij gisteren op haar weblog ‘the ethereal kiosk’ plaatste (ik schreef over haar
bijvoorbeeld in ‘Hefboom’ op 15 april 2012), onder de titel ‘the discovery of heaven’:
‘Over a year ago, Diana recommended Harry Mulisch’s novel The Discovery of Heaven. I think I bought it the same day. But, it turned out, not only is it over 700 pages, the print is also very small. I couldn’t read it. I had my eye operation something like a week later. Then it took a while. The book ended up in some pile somewhere. But now I’ve read it. It is full of “mystical silliness” as Diana puts it, but of course I love that. I also agree with her that it is possible to see it as “an anthroposophical novel, though it is not overtly so; in fact, the narrator makes a couple of rather disparaging remarks about anthroposophy, but the worldview is the same.” In many ways it’s a lot more anthroposophical than Bellow’s Humboldt’s Gift, for example, where anthroposophy is overtly present, and then as an object of personal study and interest for the main character. In contrast, Mulisch’s book does not in any way, formally or openly, express anthroposophical ideas (and much less identifies them as such), but when it comes to the ideas that underlie it, make up the plot and the overarching themes of the book — there are certainly rather magnificent parallels. In addition there are countless small details that remind me of anthroposophical ideas.
Of course, anthroposophy is clearly not the only source of ideas for this book — definitely not — but it would surprise me if it wasn’t in some way one source of inspiration along with numerous other philosophies and spiritual systems of thought. The book is simply full of marvellous ideas, and presumably many that strike me as very anthroposophical are hardly unique to anthroposophy. And there are also contradictory ideas. But it is nevertheless striking how much you come across in i that reminds you of or resembles anthroposophical thoughts and concepts — and how much in it that resembles the anthroposophical conception of the world, man, higher worlds, meaning, destiny, freedom, good and evil, etc.
This obviously (or so I think!) makes for a very entertaining and exciting read, and I can very much recommend this extraordinarily intelligent novel. (Not sure if you can read the text on the back cover, but if you can, the praise is pretty accurate as far as I’m concerned. And yes, ugly with the price tag. I didn’t notice. This short description is fairly good. Just don’t read the entry about the book on wikipedia — I did, only now, and I’m glad I didn’t before I read the book.)’
Grappig om te lezen, niet? Zo zie je maar hoe vanuit Zweden
‘onze’ Mulisch wordt beoordeeld. Wordt dit boek in Nederland ook zo (in)direct
met antroposofie in verband gebracht? Dat staat me niet bij, eerlijk gezegd. Op dinsdag 5 maart bracht de website van OlmenEs, de ‘gemeenschap
voor volwassenen met een verstandelijke beperking centraal in Noord Nederland’,
het bericht ‘Tweede Kamerlid bezoekt OlmenEs’ naar buiten:
‘Linda Voortman, Tweede Kamerlid voor GroenLinks, bezoekt vrijdag 8 maart OlmenEs.
Het huidige Kabinet is voornemens fors te bezuinigen op de AWBZ. Eén van de maatregelen is dat een deel van de mensen met een verstandelijke beperking die nu nog in aanmerking komen voor 24-uurs zorg in een instelling, in de toekomst op zich zelf zijn aangewezen met ondersteuning bekostigd vanuit de gemeentelijke Wmo. In de praktijk betekent dat geen 24-uurs ondersteuning meer, minder mogelijkheden voor een zinvolle dagbesteding en deels aangewezen zijn op hulp door familie of vrijwilligers.
Directeur/bestuurder Merlijn Trouw van OlmenEs maakt zich zorgen: “De gedachte achter de stelselwijziging is onder andere dat mensen langer zelfstandig in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. In de ouderenzorg kan dat, maar in de gehandicaptenzorg betreft het mensen die nooit zelfstandig hebben gewoond en daartoe ook niet in staat zijn. De ouders van deze cliënten maken zich grote zorgen over de toekomst van hun zoon of dochter. Ik hoop dat de Tweede Kamer inziet dat voor deze doelgroep het zogenaamde extramuraliseren geen meerwaarde heeft en dat zij de plannen van het Kabinet weet aan te passen”.
Ook de brancheorganisatie Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) zet zich in voor behoud van de AWBZ voor deze groep mensen die 24-uurs toezicht en begeleiding nodig hebben.’
Gisteren is zij inderdaad geweest, en de sociaaltherapeutische
woon- en werkgemeenschap laat nu weten in ‘Tweede Kamerlid bezoekt OlmenEs’:
‘Linda Voortman, Tweede Kamerlid voor GroenLinks, en plaatselijk gemeenteraadslid Gerda Koopman hebben vrijdag 8 maart een bezoek gebracht aan OlmenEs, een woon- en werkgemeenschap voor 130 volwassenen met een verstandelijke beperking in Appelscha.
Het bezoek is georganiseerd omdat het huidige Kabinet voornemens is fors te bezuinigen op de AWBZ. Eén van de maatregelen is dat mensen met een verstandelijke beperking met een zorgzwaartepakket 3 of 4, die nu nog in aanmerking komen voor 24-uurs zorg in een instelling, in de toekomst op zichzelf zijn aangewezen met ondersteuning bekostigd vanuit de gemeentelijke Wmo. In de praktijk betekent dat geen 24-uurs ondersteuning meer, minder mogelijkheden voor een zinvolle dagbesteding en deels aangewezen zijn op hulp door familie of vrijwilligers.
Bij het bezoek waren ook enkele cliënten en ouders aanwezig die de politici graag wilden overtuigen van de meerwaarde van het wonen in een gemeenschap. Tijdens het gesprek in de theeschenkerij en de rondleiding in één van de woonhuizen vertelden zij waarom OlmenEs zo belangrijk voor hen is. Juist het wonen in een eigen gemeenschap geeft de bewoners veel mogelijkheden om zich te ontwikkelen, terwijl zij in een woonwijk zouden vereenzamen en anderen tot overlast kunnen zijn.
Linda Voortman toonde zich onder de indruk van wat bewoners met verschillende zorgzwaartes in een leefgemeenschap voor elkaar kunnen betekenen. Zij benadrukte het belang van het uitgaan van de zorgbehoefte van de persoon in plaats van een algemene ZZP-indeling. Tijdens het bezoek gaf zij aan dat zij ervaren heeft dat er een duidelijk onderscheid is tussen de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg. Ouderen hebben hun hele leven zelfstandig gewoond en zijn alleen de laatste jaren van hun leven aangewezen op zorg. In de verstandelijk gehandicaptenzorg zijn cliënten echter hun hele leven afhankelijk van begeleiding. Gerda Koopman stelde dat de gemeente Ooststellingwerf nog veel te weinig zicht heeft op de zorgvraag van mensen met een verstandelijke beperking en dat zij graag met de raadscommissie OlmenEs wil bezoeken.’
Op haar beurt schreef een zusterinstelling, de therapeutische leefwerkgemeenschap Urtica
De Vijfsprong, op 1 maart over de ‘resultaten 2012’:
‘In de afgelopen maand zijn de accountants bij ons geweest en is de jaarrekening 2012 gecontroleerd. Het uiteindelijk resultaat is positief. We hebben een kleine winst geboekt terwijl we bovendien een ruime reservering hebben gemaakt voor mogelijke tegenvallers. Die tegenvallers kunnen er zeker komen. We hebben namelijk langjarige huurcontracten en het is op dit moment helemaal niet meer zo zeker, dat we vanuit de AWBZ de huur nog zo veel jaar op zullen kunnen blijven brengen. Maar voor die tegenvaller hebben wij dus nu al geld gereserveerd.
Hoe ziet het resultaat voor 2012 eruit (in duizenden euro’s)?
[Helaas kan ik die tabel hier niet goed overnemen; klik op de link, en hij komt vanzelf tevoorschijn, MG]
Uit de cijfers kun je al heel snel enkele dingen aflezen:
1) Het geld voor de “extra handen aan het bed” leverde inderdaad heel wat meer inkomsten op, maar omdat we die aan meer personele inzet hebben besteed, zijn ook de personele kosten behoorlijk gestegen.
2) Overigens laat de nieuwe begroting zien, dat we qua inkomsten er weer op achteruit zullen gaan (vanwege het wegvallen van die gelden voor “meer handen aan het bed”), maar dat de personele lasten niet gaan dalen. We hebben namelijk besloten dat we in ieder geval de geplande inzet in de weekenden door laten gaan en ook voorlopig nog de extra inzet voor de dagbesteding.
3) In “overige bedrijfskosten” zijn de kosten voor de verbouwing van de vide (in de stal) meegenomen, de nieuwe terminal server en de kosten voor isolatiemaatregelen op het Hofhuis. Dat zijn allemaal incidentele uitgaven. Vandaar dat de overige bedrijfskosten in het komend jaar weer kunnen dalen.
4) De begroting voor het komend jaar sluit daarom nog positief.’
Het volgende feit had ik donderdag al gemeld in ‘Levensboom’,
maar Lenneke Schot toonde gisteren in Biojournaal ook mooie foto’s, ‘Bekijk fotoreportage bij winnaar Inspiratieprijs Bio-Winkel. De Groene Winkel Zeist schenkt geldprijs aan Louis Bolk Instituut’:
‘Tot hun eigen verrassing wonnen Astrid Weidmann en Rudi Gerding van De Groene Winkel Zeist in januari tijdens de BioVak de Inspiratieprijs Bio-Winkel. De Groene Winkel Zeist voelde volgens de jury aan als “een warm bad”. Geheel toepasselijk besloten Astrid en Rudi hun prijzengeld aan een goed doel te overhandigen: het Louis Bolk Instituut. Jan Willem Erisman (directeur-bestuurder) en onderzoeker Machteld Huber namen gisteren (8 maart) [dat was echter op donderdag 7 maart, MG] de cheque van 1500 euro in ontvangst.
Biojournaal woonde de officiële uitreiking bij en heeft meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om een uitgebreide fotoreportage van de winkel te maken. Daarin krijg je een goed beeld van de winkel. Opvallend zijn onder meer de lage stellingen, waardoor je een goed overzicht hebt over de hele winkel. Ook valt er van alles te proeven.
Klik hier voor de fotoreportage bij De Groene Winkel Zeist.
Overhandiging
“We zijn heel vereerd met de prijs en hebben ontzettend leuke reacties gekregen”, gaf Rudi aan voordat hij de cheque overhandigde. Er is gekozen voor het Louis Bolk Instituut omdat het onafhankelijk kennisinstituut dienstbaar is voor de hele branche. “Het Louis Bolk Instituut waakt voor de diepgang in de branche. Dit moeten we ook echt behouden.”
Jan Willem Erisman gaf op zijn beurt aan heel trots te zijn dat Astrid en Rudi het Louis Bolk Instituut uitgekozen hebben. “Het is een relatief klein bedrag, maar ik vind dit persoonlijk veel leuker dan een groot bedrag van een commercieel bedrijf.” Hij benadrukte ook nog dat bij het Louis Bolk Instituut de inhoud voorop staat.
Het bedrag zal besteed worden aan de heruitgave van “On growth and differentation” / “Over groei en differentiatie”. In deze brochure komen de levensprocessen in voedingsgewassen uitgebreid aan het licht. Machteld Huber: “Het draait in de duurzame teelt om evenwichtige en verantwoorde groei.” Machteld betreurt dat telers tegenwoordig op gewicht worden betaald en niet op kwaliteit. “Door kwaliteit te belonen, maak je het voor de teler mogelijk om goed te telen.”’
Gisteren meldde Biojournaal ook ‘9 maart: Nederlandse Coeliakie Vereniging informeert klanten bij EkoPlaza Harderwijk’:
‘Aanstaande zaterdag 9 maart zal in EkoPlaza Harderwijk de Nederlandse Coeliakie Vereniging (NVC) aanwezig zijn voor al uw vragen over alles wat met glutenallergie en intolerantie te maken heeft. EkoPlaza Harderwijk heeft het grootste aanbod glutenvrije producten in de regio.
Alle leden van de NCV krijgen de hele maand maart op vertoon van de ledenpas 10% korting op het merk Lieke is vrij. Dit is een nieuw merk in het glutenvrije schap. Lieke wil graag dat iedereen vrij kan genieten van lekkere en gezonde voeding. Zowel voor mensen met een glutenintolerantie als voor mensen zonder glutenintolerantie.
Het te veel eten van producten waarin glutenhoudende ingrediënten zijn verwerkt, kan leiden tot allerlei vervelende verschijnselen en ziektes. Maar ook de vele kunstmatig toegevoegde kleur-, geur- en smaakstoffen die je in veel producten vindt, zijn alles behalve gezond. Daaraan wil Lieke niet meewerken. Lieke wil terug naar de basis, naar natuurlijke, (h)eerlijke producten. Daarom is Lieke volledig glutenvrij en biologisch.
Dus wilt u meer informatie of de producten van Lieke is vrij uitproberen, kom zaterdag dan naar EkoPlaza Harderwijk. De winkel is gevestigd aan de Hierdenseweg 15 in Harderwijk (aan de rotonde bij de Albert Heijn). Tevens vindt u bij EkoPlaza Harderwijk het grootste aanbod biologische producten van Harderwijk en omstreken.
www.ekoplaza.nl
www.liekeisvrij.nl’
De BD-vereniging (voor biologisch-dynamische landbouw en
voeding) kondigt een ‘Nieuwe folder BD-Vereniging’ aan:
‘Vraag een aantal exemplaren aan, voor uzelf en voor degene die u in het werk van de BD-Vereniging wilt interesseren.’
Maar men schrijft ook onder ‘Publicaties’, ‘Weet je deel van een groter geheel’:
‘In de Vereniging voor Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding werken boeren en burgers samen aan de ontwikkeling van een menselijke, bodem-, plant- en diervriendelijke landbouw. Over de activiteiten van de vereniging is een folder samengesteld, met daarin aandacht voor de werkplaatsen, de conferenties, BD-beroepsontwikkeling, internationale samenwerking en natuurlijk alle informatie over het lidmaatschap.
De folder bestaat uit 8 pagina’s waarvan er in gevouwen toestand drie direct zichtbaar zijn. Elke pagina heeft een thema dat kernachtig in één werkwoord samengevat staat. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan bod:
– Weet je deel van een groter geheel
Leerlingen van Warmonderhof, bezig met het maken van het koemestpreparaat.
– Onderzoeken
De werkplaatsen voor BD-Landbouw als onderdeel van het onderzoek naar bedrijfsindividualiteit
– Inleven
Belangstelling voor elkaar én voor het thema op de (winter)conferentie.
– Initiëren
Meedoen aan projecten, of zelf een project uitvoeren.
– Ontmoeten
Intervisie en coaching voor beroepsleden in de BD-beroepsontwikkeling
– Lezen
Publicaties over BD-Landbouw
– Meedoen
De BD-Vereniging in het veld van (internationale) samenwerking
– Aansluiten
Lid worden van de BD-Vereniging
Bekijk de folder online’
Dan vond ik nog een bericht van 4 maart op de website van de
Bernard Lievegoed College for Liberal Arts (tenminste, die naam staat daar nog
altijd gewoon bovenaan), ‘Adriaan Bekman aan het woord’:
‘Sinds enkele jaren ben ik voorzitter van de Raad van Toezicht van de Bernard Lievegoed University. Deze University is ontstaan uit de voormalige Vrije Hogeschool. Dit initiatief van Lievegoed is meer dan 40 jaar oud. Honderden jonge mensen volgden daar het vrije jaar als brug tussen middelbare school en de volgende stap. Jeroen Lutters is de rector en met de medewerkers wordt hard gewerkt deze University met leven te vullen.
Jeroen vond het een goed idee om op 12.12.2012 de studenten van de laatste 6 jaar uit te nodigen en hun te vertellen hoe de University zich ontwikkelt en waar het naar toe zou kunnen. 350 Studenten kwamen, ongelooflijk. De stemming was vitaal, mooie jonge mensen die graag elkaar wilden ontmoeten en met elkaar delen wat uit hun geworden is. Ook waren ze erg nieuwsgierig hoe het verder gaat met hun instituut.
Toen Jeroen vertelde waar het heen zou kunnen, een instituut dat een nieuwe impuls aan het leiderschap wil geven op de weg van “liberal arts”, gaven ze hem een staande ovatie.
In de Raad van Toezicht vergadering deelden we deze belevenis. “Het heeft zin wat we doen” was ons gevoel na deze inspirerende dag. Na afloop van de vergadering zoemden we nog wat na op een slotopmerking van een van de leden dat die zijn buik vol had van het werk in een beleidsadvies commissie voor de Overheid. Je komt daar niet tot een echt gesprek en het gaat alleen maar over inspectie en controle. Opeens kwamen er allerlei voorbeelden hoe we in Nederland naar een zinloze inspectiecultuur toegroeien en de inhoud, de zaak waar het over zou moeten gaan, achter de horizon verdwijnt. “Als de procedures maar kloppen en die worden talloos. Of het echt wat voorstelt is niet interessant meer”.
Een van de leden zei dat het leven zich afspeelt “in de ontmoeting en het gesprek en dat je daarin vindt wat je nodig hebt”. Een andere sprak over “al die ingewikkelde taalspelen die wij met elkaar doen en die uiteindelijk tot verwarring en nog complexere regulering leiden”. Ik zelf zie het als een gebrek aan zingeving, het niet stellen van de waarom vraag, de waanzinnige actiegerichtheid en het gebrek aan gemeenschappelijke reflectie en gesprek.
In een vitale klantorganisatie komen we dit paradoxe dilemma ook tegen. Enerzijds is er een grote behoefte de impuls van de organisatie levend te houden en te voeden, anderzijds is er een grote externe druk alles “in control” te hebben. Wat een paradoxe situatie: jonge vitale mensen op zoek naar de zin en bureaucratische commissies die het leven willen reguleren. Wat een gedoe voor mensen aan het werk dat ze de klant haast niet meer goed kunnen bedienen omdat ze allereerst alle protocollen moeten beantwoorden en verantwoorden.
Een mooi beeld van onze tijdgeest.’
Vandaag was er een ‘Open dag de vrije school Almelo’:
‘Op zaterdag 9 maart van 9.30-13.00 uur bent u van harte welkom op de Open Dag van De Vrije School Almelo.
U kunt vrijblijvend kennismaken met ons vrijeschoolonderwijs. Anders dan de naam doet vermoeden zijn rust, ritme en regelmaat kenmerken van ons onderwijs. Verder kenmerkt ons onderwijs zich door:
– een duidelijke keuze voor inhoudelijk, kunstzinnig onderwijs dat aansluit bij de ontwikkelingsfase van het kind
– een heldere keuze voor optimale prestaties op alle gebied
– nuchterheid, een “beide benen op de grond” mentaliteit, met een open oog voor maatschappelijke ontwikkelingen
– een sterke structuur
– bevlogenheid, enthousiasme en betrokkenheid
– aandacht voor een warme, verzorgde en veilige omgeving
In alle klassen zijn tijdens de open dag activiteiten voor kinderen en is werk van kinderen tentoongesteld. Onze ouders en medewerkers staan u graag te woord. Wilt u op een ander moment kennismaken? Daarvoor kunt eenvoudig een afspraak met onze intern begeleider of directeur maken: tel. 0546-492727
Biesterweg 6
7608 RN Almelo (Schelfhorst)
Zie ook: www.devrijeschoolalmelo.nl’
Nu ik toch over de vrijeschool bezig ben, kan ik niet om dit
bericht heen (gesteld dat ik dat al zou willen), getiteld ‘achtergrond Jan Alfrink’:
‘In het kader van -de menselijke maat- en de lezing over het verleden, hier wat achtergrondinformatie van Jan Alfrink die destijds betrokken was bij het ontstaan van de vrije school in Zwolle.
Vrijeschool Michaël in Zwolle.
In 1980, 33 jaar geleden, ben ik naar Zwolle gekomen. Wim Kuiper, toenmalig voorzitter van de Bond van Vrije Scholen, had mij gevraagd de start van de onderbouw van de vrijeschool in Zwolle te gaan ondersteunen. Ik kwam van de Rotterdamse vrijeschool, waar ik klas 1 t/m 8 had gedaan. In Zwolle was het jaar ervoor een kleuterklasje gestart met Eva Maria Jansen, maar in de begintijd waren grote hobbels te nemen en Eva Maria legde haar werk neer.
Er was een zeer voortvarende groep ouders, die er alles aan deed om de onderbouw in Zwolle te krijgen. Er gingen inmiddels al wat kinderen naar de vrijeschool in Meppel. Deze ouders vormden even later mede het eerste bestuur. Rikie van Bussel, Dineke van Drimmelen, Lenie Uytdewilligen, Lydia Zanen en Ton van den Bogaart mogen hier worden genoemd.
Er waren handtekeningen nodig voor een stichting. Die kwamen er. Er waren leerlingen nodig voor een klas. Die stonden op een lijst, wel 25! Ik zie me nog de adressen langs gaan en telefoneren naar al deze “aanmeldingen”.
“Nee, meneer, we zijn alleen ooit een keer naar een informatieavond geweest”.
“Nee meneer, wij hebben geen kinderen”.
“Nee meneer, we zijn geïnteresseerd in de antroposofie en hebben onze naam op een formulier ingevuld...”
Ik hield vijf kinderen over.
Er zaten er 16 in de opnieuw gestarte kleuterklas en vijf in de eerste en we zijn begonnen. Het gebouwtje was een kleuterschooltje dat vóór het hoofdgebouw in de Bachlaan stond. We woonden toen dus eigenlijk op Bachlaan 6. Dat is er nu niet meer. In het hoofdgebouw zat toen nog het Hanzecollege, met middelbaar beroepsonderwijs.
De factoren die zeker ook een duwtje gegeven hebben in deze ontwikkeling, worden gevormd door het feit de burgemeesters en wethouders van Zwolle wilden uitbreiden in hun onderwijsaanbod. Ze zijn in 1979 met een delegatie naar Zutphen gereisd om daar de vrijeschool te bezoeken. Er was naast Openbaar en Christelijk onderwijs een klein Montessorischooltje en verder niets. De burgemeester, de heer J. Drijber, en de wethouder van onderwijs waren vrijmetselaar. Mensen die niet afwijzend stonden tegenover een visie op de innerlijke ontwikkeling van de mens.
Ook was er in 1980 een opleiding voor vrijeschoolleraar, een applicatiecursus in Emmen, die het aanbod van belangstellenden (50 deelnemers) niet aan kon en die qua situering en bereikbaarheid beter in Zwolle kon plaats vinden. Zo geschiedde.
Het schooltje startte ongesubsidieerd. Het financiële effect van het goedkeuren van de benodigde 100 handtekeningen duurde even en in december kreeg ik weer salaris van de overheid. Tweedehands tafeltjes en stoeltjes haalden we op bij de gemeentelijke opslagplaats in Berkum met een aanhangwagentje van één van de bestuursleden. Tafeltjes waren een gulden, stoeltjes 50 cent. Schriften kregen we bij de start van Zutphen.
We hielden meerdere open dagen in een schooljaar, om de twee maanden een informatieavond, inloopochtenden op zaterdag (we hadden zes dagen per week school) en op veel winkelruiten hingen affiches.
Na het eerste jaar kwam er een sprong naar 23 kleuters, een nieuwe eerste klas en mijn klas werd een combinatieklas 2-3, waarbij er dus een derdeklas bijgevoegd werd. Daar zaten de Zwolse kinderen uit Meppel in. Die kwamen weer terug. Meppel nam ons dat niet in dank af. Het jaar daarop betrokken we Bachlaan 8, met klas 1, 2, 3 en 4. Einde combinatieklas en vervolgens een voorspoedige groei naar 100 kinderen. Vrijeschool Zwolle was niet meer weg te denken.
Mijn zevende klas bevatte uiteindelijk 19 leerlingen. Daarvan gingen er 15 naar de bovenbouw in Zutphen, twee naar de beide gymnasia in Zwolle, twee naar andere vormen van Voortgezet Onderwijs in Zwolle. Wie had kunnen denken dat er na 33 jaar een initiatief zou ontstaan om een bovenbouw vrijeschool te beginnen? Ik niet.
Jan Alfrink
Jan Alfrink (1949) is ruim 40 jaar werkzaam in het vrijeschoolonderwijs in de steden Rotterdam, Zwolle en Zutphen. Zijn ervaring ligt vooral in de onderbouw, klas 1 t / m 8. Hij heeft in Rotterdam en Zutphen ook in de bovenbouw gewerkt, de klassen 8, 9, 11 en 12.
Hij is mentor van het propedeutisch jaar geweest op Hogeschool Helicon (Pabo). Hij is zes jaar directeur geweest van de vrijeschool De IJssel PO in Zutphen. Daarna is hij een eigen pedagogisch adviesbureau Tsjai begonnen. Zie www.tsjai.nl
Hij geeft lezingen, cursussen, begeleidt leraren in de klas, schoolmanagement, richt studiedagen in met pedagogisch medewerkers van kindercentra en kinderdagverblijven, lerarencolleges en / of oudergroepen. Hij gaf vanuit Stichting Educatief Platteland didactische trainingen aan boeren en werkte daarmee aan certificering van “educatieboeren”. Hij zet zich in om onderwijs en landbouw bij elkaar te brengen.
In 2003 heeft hij, samen met anderen, de Academie voor Ouders opgericht, een driejarige cursus, waar vaders, moeders, opvoeders in het algemeen ondersteuning vinden in hun opvoedtaken. De Academie heeft inmiddels een locatie in Driebergen, Venlo, Rotterdam en Maastricht.
Hij is voorzitter van de Vereniging voor Vrijeopvoedkunst, voorzitter van de kerngroep van de Zutphense Zomercursus, voorzitter van de Koepelgroep, een overkoepelende organisatie die zich inzet voor het vrijeschoolonderwijs in Nederland (deelnemers zijn Helicon, vrijeschool pabo, Vereniging van vrijescholen, Begeleidingsdienst, Stichting Rudolf Steinerpedagogie, Pedagogische Sectie van de Antroposofische Vereniging).
Jan is verhalenverteller, treedt op bij feesten, jubilea en bijzondere gebeurtenissen in het leven van mensen. Hij leidt workshops vertellen en neemt deel aan verhalenfestivals. Zie www.tsjai.nl, het vertelhuis. Sinds 2007 is hij trouwambtenaar, gesitueerd in de gemeente Zutphen, met inmiddels bekendheid en ervaring in de gemeenten Bergen, Breda, Bergen op Zoom, Deventer, Enschede, Gorssel, Veere, Vught, Utrecht en Utrechtse Heuvelrug.
Hij is gehuwd en vader van 5 volwassen zonen, grootvader van zes kleinkinderen.
Steiner in Zwolle.
Op 30 maart 1913 is Rudolf Steiner in Zwolle. In Odeon verzorgt hij een voordracht in een besloten bijeenkomst. Dat we niet weten waarover hij daar heeft gesproken, intrigeert me. Ik dacht het te kunnen raden door te kijken naar waar Steiner op dat moment, in dat jaar, mee bezig is. Maar dan verlies je de menselijke maat.
De crisis die er toe leidt dat Rudolf Steiner de Theosofische Vereniging verlaat en de Antroposofische Vereniging opricht, voltrekt zich in 1913, maar heeft een diepe achtergrond. In 1913 maakt Steiner 9 buitenlandreizen. Ze staan bol van voordrachten over het leven tussen dood en nieuwe geboorte, over het mysteriewezen in relatie tot het geestesleven van de mens, over de microkosmos en de macrokosmos. Hij spreekt met wetenschappers, artsen, architecten, politici en kunstenaars.
Hij werkt aan een nieuw mysteriedrama, brengt met dansers een nieuwe bewegingskunst op de planken en begint aan de bouw van het Goetheanum. Overigens was hij voorafgaand aan de avond in Zwolle, 10 dagen in Den Haag en sprak over de innerlijke ontwikkeling. 1913 is een heel belangrijk jaar in het leven van Rudolf Steiner.
Zijn bovengenoemde onderwerpen samen te vatten tot behapbare proporties, zodat we op 12 maart 2013 een idee krijgen wat Steiner met de antroposofie voor ogen had? Ik wil het proberen terug te brengen binnen de menselijke maat.’
Dit laatste is ook de titel van een manifestatie tussen 12
maart en 13 april in Zwolle, waarvoor een speciale weblog is aangemaakt: ‘De menselijke maat.’ Verdere
bijzonderheden over het bovenstaande in ‘Lezing
- Verleden - Jan Alfrink: dinsdag 12 maart 2013’:
‘Lezing Jan Alfrink: 100 jaar antroposofie in Zwolle (1913-2013)
In het kader van het symposium: “de menselijke maat ervaren”
Datum: dinsdag 12 maart
Plaats: Vrije school Michaël Zwolle
Tijd: 20.00 uur
Bijdrage: 5 euro.
Jan Alfrink is geen onbekende voor de Vrije school in Zwolle. Hij startte in 1980 de eerste lagere schoolklas van Vrije school Michaël. Naast dat hij lange tijd in het onderwijs werkzaam is geweest is hij ook bekend geworden door zijn pedagogisch adviesbureau in Zutphen. Hij is een veelgevraagd spreker in het land over uiteenlopende pedagogische onderwerpen.
Jan neemt ons mee in de geschiedenis van de antroposofie in Zwolle en zal stilstaan bij het gedenkwaardige jaar 1913, toen Rudolf Steiner de antroposofie wereldkundig maakte. Maar ook neemt hij ons mee naar zijn eerste ervaringen op de Vrije school in Zwolle, dit jaar 33 jaar geleden.
Zijn lezing vormt het eerste luik van het drieluik van het symposium, waarin verleden, heden en toekomst van de antroposofie voor het voetlicht gehaald worden. De tweede avond (dinsdag 19 maart) staat in het teken van het heden, waarin een panel, met mensen afkomstig uit de kunstwereld, de sociale driegeleding en de biologisch-dynamische landbouw hun ervaringen delen met de antroposofie als bron. Het panel wordt geleid door John Hogervorst, o.a. uitgever van antroposofisch georiënteerde boeken bij Nearchus en ook een bekend spreker. De derde dag (zaterdag 13 april) staat in het teken van de toekomst. Dat wordt een dag van “ervaren” wat er binnen de antroposofie zoal als werkterreinen zijn ontwikkeld, waarbij de blik op de toekomst is gericht.
Vrije school Michaël, Bachlaan 8, 8031 HL, Zwolle
Nog wat achtergrondinformatie over het ontstaan van de Vrije School in Zwolle en de betrokkenheid van Jan Alfrink daarbij destijds. Iets van deze informatie zal mogelijk ook in de voordracht van Jan ter sprake komen.
Deze informatie sluit aan op het artikel met de titel: de geschiedenis van de Antroposofie in Zwolle tot 1985.’
3 opmerkingen:
Dat artikel over de geschiedenis van de antroposofie 1906-1984 welke op de website staat is daar mogelijkerwijze slecht leesbaar,maar geinteresseerden die mij een mail sturen kan ik daarvan een pdf sturen, mijn mailadres is daar in een link te vinden
Links nazorg en ontvangst zie ik wel maar zijn niet bereikbaar,weet niet of dat bij iedereen o is of alleen bij mij
Als je de links bedoeld hier helemaal onderaan bij ‘Populairste berichten van de afgelopen maand’: die moeten inderdaad gewoon goed werken. Het zijn wel juiste de twee superlange berichten, zodat Google moeite heeft ze op andere weblogs (en bijvoorbeeld ook in Google Reader) automatisch als nieuwe berichten te laten verschijnen... dus daar kan het wel wat moeilijkheden opleveren. Maar ook op deze manier: ‘Ontvangst’ en ‘Nazorg’ zou het wel moeten lukken.
Een reactie posten