Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

zondag 22 januari 2017

Profileren


Tijd voor een update. Op 12 januari kwam Motief met een ‘Demeterplein op Biobeurs “barstensvol leven”’:
Het Demeterplein op de Biobeurs zal weer ‘barstensvol leven’ zijn. De Biobeurs vindt plaats op 18 en 19 januari in Zwolle. Het plein is een initiatief van Stichting Demeter in samenwerking met diverse partners, waaronder Warmonderhof, Kraaybeekerhof en de BD-Vereniging.

‘Barstensvol Leven’ verwijst naar het recente boek van Paul Doesburg en Petra Essink. Dit boek gaat over de relatie tussen voeding en gezondheid en die relatie staat centraal op het Demeterplein op de Biobeurs. De vitaliteit van het landbouwsysteem en de producten die hieruit voortkomen is verbonden met de menselijke fysieke en mentale gezondheid. Op het plein laten wordt getoond hoe biologisch-dynamische boeren en tuinders samenwerken met de natuur door zich hierin te spiegelen en zo te werken aan vitale voeding.

Op dit leer-, ontmoetings- en ervaringsplein is het boek Barstensvol leven met korting verkrijgbaar en ligt een gratis Demeter magazine klaar boordevol inspirerende verhalen van de mensen die de BD-landbouw dagelijks in cultuur brengen.

De BD-Vereniging voor Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding is op woensdag 18 en donderdag 19 januari te vinden op het Demeterplein op de Biobeurs. Kom ook en ga met mensen van de vereniging in gesprek. Profiteer van de bijzondere workshops waar mensen van de BD-Vereniging zich voor inzetten.

Op de website van de Biobeurs staat ook het verhaal van Jeroen Hak. Hij drijft, samen met nog zes ondernemers en een aantal medewerkers, de biodynamische zorgboerderij De Noorderhoeve. Ze bieden een (woon) werkplek aan mensen met een langdurige zorgvraag en leer-werkplekken aan mensen die willen doorstromen naar een opleiding of een baan.

“Bij ons staat de vitaliteit van mensen, dieren en aarde voorop. Door het contact met dieren, planten en de natuur kunnen mensen bouwen aan zelfvertrouwen en zelfrespect. We coachen hen naar nieuwe kansen in de maatschappij. Bovendien vinden wij het belangrijk dat iedereen die een bijdrage levert aan de boerderij, zelf kan groeien van het werk dat hij of zij doet.”

De Biobeurs is de vakbeurs voor professionals en overige geïnteresseerden in de biologische en biologisch-dynamische landbouw. Het Demeterplein wordt georganiseerd door Stichting Demeter, de BD-vereniging, Warmonderhof, Kraaybeekerhof in samenwerking met de Vereniging van Natuurvoedingskundigen, BD Grondbeheer en Landgilde. Al deze organisaties werken samen op het plein om vragen te beantwoorden en mensen te verbinden.
Op 19 januari eerst gevolgd door ‘Hermes Huis gaat samenwerken met ’s Heerenloo’:
Zomer 2016 werd nog gemeld dat het Hermes Huis, een kleinschalige zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking in Bosch en Duin, in ernstige financiële problemen verkeerde en uitstel van betaling had aangevraagd. Het Hermes Huis startte eind 2012 vanuit een initiatief van betrokken ouders. Omdat de stichting niet zelfstandig contractafspraken met het zorgkantoor kon maken, werd DeSeizoenen bereid gevonden om als hoofdaannemer op te treden.

Hoewel de ouders/vertegenwoordigers van de cliënten over het algemeen zeer tevreden waren over de geboden zorg, stond het Hermes Huis al enige tijd onder verscherpt toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Kort daarop volgde het bericht dat het Hermes Huis failliet was. En dat terwijl er hard gewerkt werd aan een doorstart voor tien cliënten. Het Hermes Huis zocht aansluiting bij een regionale zorgaanbieder. Voor de overige cliënten werd elders een passende plek gezocht.

De wintereditie nr. 7 van Community AG (Antroposofische Zorg), de digitale nieuwsbrief van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ), meldde in december 2016 het volgende:

“Het Hermes Huis te Bosch en Duin beleeft, na een periode van stagnatie in zorgverlening en organisatie, met ingang van 2017 een doorstart. Een nieuwe zorgaanbieder, Stichting Nieuw Hermes Huis, neemt vanaf 1 januari de verantwoordelijkheid voor de bewoners en hun mooie woning over. In het huis verblijven jongvolwassen bewoners met een ernstig verstandelijke beperking, vaak met moeilijk verstaanbaar gedrag. Zij leven samen in twee groepen van 6 bewoners. Ingezet gaat worden op goede en professionele zorgverlening gebaseerd op antroposofische waarden en gesteund door een sterke organisatie. Om dit laatste voor deze kleine voorziening mogelijk te maken, zal er vergaand samengewerkt gaan worden met het landelijk werkende ’s Heerenloo. Het Hermes Huis heeft open plaatsen, waardoor instroom mogelijk is. Daarbij vormt het versterken van de samenhang binnen de gemeenschap een belangrijk criterium.”
Maar diezelfde dag was er ook dit bericht, ‘Hester Buijs nieuwe bestuurder bij de Raphaëlstichting’:
Vanwege de verandering van functie van Pim Blomaard, die na zestien jaar bestuurdersschap bij de Raphaëlstichting de nieuwe functie van Bestuursadviseur Inhoudelijke Ontwikkeling heeft aanvaard, is er in de Raad van Bestuur aldaar een vacature ontstaan. Deze wordt per 1 februari vervuld door Hester Buijs, waarmee zij de nieuwe directe collega van Remco Bakker wordt.

De Raphaëlstichting biedt zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Zij is daarnaast actief in de psychiatrie en verpleeghuiszorg. Er werken 1500 medewerkers op diverse locaties in Noord- en Zuid-Holland voor 1200 cliënten van alle leeftijden. Zij laten zich inspireren door de antroposofische visie die de individuele ontwikkeling van cliënt en medewerker in gelijkwaardigheid en wederkerigheid vooropstelt. Binnen een intensief gemeenschapsleven is er veel aandacht voor kunst en cultuur. Het centraal bureau is gevestigd in Schoorl.

Hester Buijs (53) heeft veel ervaring in de antroposofische gezondheidszorg. Ze werkte onder meer als clustermanager bij Bronlaak-Heimdal en als locatiemanager bij Zonnehuizen. In de afgelopen vijf jaar was zij als locatiemanager en lid van het managementteam op Bronlaak/DeSeizoenen nauw betrokken bij de inrichting van een nieuwe, naar buiten gerichte organisatie.

Haar focus ligt op de kwaliteit van leven van de cliënt, waarbij regie over het eigen leven van zowel cliënt als medewerker leidraad is. Zij voelt zich sterk verwant aan de beweging die de Raphaëlstichting heeft ingezet met het meerjarenbeleidsplan ‘Open de ruimte’. Haar affiniteit met deze visie, haar ruime ervaring en haar vermogen mensen te motiveren en enthousiasmeren zal zij in dienst kunnen stellen van zowel de continuïteit als de vernieuwing van de Raphaëlstichting.
En als derde nieuwsbericht die dag dit over ‘Gezondheidszorg profileren met antroposofisch label’:
Professionals in de antroposofische zorg maken verschillende keuzes om zich al dan niet te profileren met het label ‘antroposofische gezondheidszorg’. Dat dit geen uitgemaakt zaak is, wordt duidelijk in de wintereditie 2016 van Community AG (Antroposofische Zorg). Deze digitale nieuwsbrief van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) wordt periodiek verstuurd. In december verscheen nummer 7, met als thema ‘Profileren onder antroposofisch label?’ Met een vraagteken.

“Met betrekking tot het profileren is er discussie. We weten natuurlijk ook dat her en der de antroposofie een negatieve lading heeft,” zegt Christof Zwart, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen (NVAA) en als huisarts werkzaam in Therapeuticum Haarlem. “De ideeën worden omarmd, cliënten zijn over het algemeen zeer tevreden met de zorg die zij krijgen, maar oh, oh, oh, wat wordt er van buiten niet allemaal over de antroposofie gezegd.”

In Haarlem, zo vertelt hij, is er juist voor gekozen om de antroposofische gezondheidszorg te bundelen en zichtbaar te maken. “Ik spreek nog steeds mensen die zeggen: ‘Hé, zijn er antroposofische artsen in Haarlem?’ En dat terwijl er vier praktijken zijn! Sinds we met nieuwbouw bezig zijn en ons neerzetten als antroposofisch centrum Haarlem krijg ik veel meer vragen voor ondersteuning bij bijvoorbeeld de behandeling van kanker met mistelpreparaten.”

Voor andere beroepsbeoefenaren ligt dit anders, die zijn terughoudender. Om de te leveren goede zorg centraal te stellen, en geen onvruchtbare discussie op te roepen over de naam en een mogelijk vooroordeel over antroposofie. Bijvoorbeeld Cocky van der Linden, zij is lid van de Nederlandse Vereniging van Kunstzinnige Therapieën op antroposofische grondslag (NVKT) en heeft een zelfstandige praktijk voor kunstzinnige therapie, de Lindeboom. “Voor cliënten hoef je in eerste instantie het label van antroposofie niet te noemen. Als hulpverlener binnen de antroposofische gezondheidszorg probeer je iedereen te helpen.”

Christof Zwart daarentegen zou veel meer verbindingen willen leggen, bijvoorbeeld met scholen en kinderopvang en instellingen. En vervolgens de samenhang zichtbaar willen maken in het werkveld. “Weet je wat we dan gaan doen?”, zegt hij enthousiast, “dan laten we alle goede dingen zien. En dan zou ik vol trots willen zeggen: Dit doen we allemaal! Dit heet antroposofie! We zullen onze successen veel meer in de publiciteit moeten brengen. Open dagen organiseren. Samen met anderen die vanuit de antroposofie werken een brug naar de wereld slaan. Dan krijgt het begrip antroposofie ook weer een positieve connotatie.”
Ook op 19 januari, maar dan bij Antroposofie Magazine, werd het artikel ‘Warme thuiszorg’ geplaatst:
Van dementie kan (nog) niemand genezen. Maar met de juiste zorg kun je wel de kwaliteit van leven verhogen en ouderen zo lang mogelijk thuis laten wonen. Verpleegkundige Linda Lieverse en haar collega’s van zorgcoöperatie Cuprum in Leiden bieden warme thuiszorg op antroposofische basis. Samen zorgen ze voor een warme en veilige leefomgeving waarin ruimte ontstaat voor acceptatie, liefde en soms zelfs voor groei.

Tekst: Ellen Röling
Beeld: Sander Foederer


“Heeft u al zin om te douchen?”, vraagt Linda Lieverse als ze ’s morgens de huiskamer van de 87-jarige Henri binnenloopt. Ze geeft hem een hand en kijkt hem aan. De man glimlacht en zet muziek op, een Weense wals en maakt een paar wiegende dansbewegingen met een onzichtbare partner. “Hier danste ik altijd op.” Samen luisteren ze een paar minuten naar het orkest en de violen. Linda komt sinds enkele maanden bij Henri over de vloer als verpleegkundige in de thuiszorg. Na een aantal tia’s kreeg hij drie jaar geleden de eerste verschijnselen van dementie. Het veranderde hem in een achterdochtige man. Hij vertrouwde zijn arts niet meer en was ervan overtuigd dat zijn buren hem ’s nachts bespioneerden. Toen hij ook vervuilde, schakelde het wijkteam Cuprum in voor thuiszorg. “Wij zijn er voor iedereen met een zorgvraag, maar in de praktijk krijgen we vaak de moeilijkere gevallen.”

Met een team van zes verzorgenden, verpleegkundigen en therapeuten geeft Cuprum hem nu 24 uur per week zorg. Linda: “Stap een is zijn vertrouwen winnen. Dat doen we door oprechte aandacht. Henri kon ’s nachts niet slapen, zei hij. Hij beweerde dat de buren foto’s van hem maakten en had last van het flitslicht. Het wijkteam dacht dat hij hallucineerde, maar ik ben ’s avonds op onderzoek uit gegaan en ontdekte bij een buurman een bouwlamp met bewegingsmelder. Het licht scheen precies in de slaapkamer van Henri. Een rolgordijn loste het probleem op.”

Blijmakers

Wat thuiszorg vanuit antroposofische basis anders maakt dan gewone thuiszorg, is de benadering van de mens. Linda: “De mens staat centraal. We kijken naar de volledige mens. Wie is hij en hoe kunnen we hem dienen? Kennis van zijn biografie is daarin heel belangrijk. We willen weten wie we voor ons hebben. Wat is zijn verleden? Wat deed hij graag? We vragen dat aan de oudere zelf, soms via tekenen of muziek, en ook aan de mensen om hem heen. Zo kunnen we zijn reacties beter interpreteren en weten we wat de blijmakers zijn. “Henri was bijvoorbeeld semiprofessioneel danser voordat hij zijn tia’s kreeg. Een van onze therapeuten heeft hier in de buurt een dansclub gevonden waar ouderen op redelijk niveau dansen. Als Henri wil, kan hij meedoen.” Strikt genomen valt het zoeken van dansclubs en een onderzoek naar flitsen niet onder de indicatie voor de thuiszorg die Cuprum biedt. “We kijken naar wat de mens echt nodig heeft. Het is belangrijk dat we onze keuzes goed kunnen motiveren richting verzekeringen of zorgbureaus.” Een tweede focuspunt is zelfregulering. “Wij vinden het belangrijk dat mensen zoveel mogelijk de regie over hun leven houden. De wereld van de dementerende wordt steeds kleiner. Ze kunnen steeds minder, maar er zullen altijd dingen zijn die hij of zij nog wel kan. Een plantje water geven, een boterham smeren. Onze focus ligt op hun mogelijkheden en niet op de beperkingen, voor zover dat verantwoord is. Henri doucht in bad. Dat ging lang goed, maar laatst gleed hij uit en stelde ik voor een badmat te kopen. Hij heef de mat zelf gekocht. Toen ik de volgende keer kwam, lag de mat al op zijn plek.”

Zorgkring

Tegen twaalven komt de oudste dochter van Henri binnen. Ze gaat vanmiddag met hem naar het ziekenhuis voor controle van een wondje. “Sinds zij hem begeleid naar doktoren en ziekenhuizen, is zijn achterdocht richting artsen flink afgenomen. Binnen de antroposofische zorg hechten we er grote waarde aan de betrokkenheid van de familie. Ze spelen een grote rol in het contact van de dementerende met het hier en nu. Samen met hen vormen we de zorgkring, de warme mantel om de dementerende die zorgt dat hij zich veilig voelt. Toen we Henri ontmoette had hij zijn vier dochters al jaren niet meer gezien. Ik vroeg hem of we ze mochten bellen en heb ze alle vier gesproken. Twee van de vier waren bereid hun vader op te zoeken en het verleden te laten. Ze hebben wat zorgtaken op zich genomen en voelen zich daar goed bij. Warme zorg is soms een beetje bemoeizorg. We nemen de mantelzorgers heel nadrukkelijk op in ons zorgplan. Kinderen die de zorg over hun dementerende ouder op zich hebben genomen, hebben vaak niet meer de ruimte om kind te zijn. Ze raken overbelast. Maar als de zorg goed georganiseerd is samen met professionele mantelzorgers, dan komt er ruimte voor liefde. Tussen familieleden ontstaat meer hartscontact en ook de dementerende zelf kan in de rust en veiligheid van de zorgkring verzachten.”

Creatieve therapie

In Nederland begint de antroposofische thuiszorg langzaam van de grond te komen. Op dit moment zijn er twee thuiszorgorganisaties die warme zorg aan huis aanbieden. In de regio Maastricht en Eindhoven is Pallium al zes jaar actief met een team van meer dan 80 medewerkers. Linda Lieverse startte Cuprum in 2014 in de regio Leiden. Zij kon gebruik maken van de ervaringen van Pallium-oprichtster Mariel Carré, want warme zorg vraagt ook intern een andere organisatie. Pallium en Cuprum bieden elke cliënt een vast team van verzorgenden, verpleegkundigen en therapeuten. Iedereen werkt vanuit dezelfde antroposofische visie en op basis van hetzelfde zorgplan. En iedereen geeft basiszorg. Vooral dat laatste is onderscheidend. Linda: Als een kunstzinnig therapeut langskomt voor creatieve therapie en de cliënt heeft een ongelukje dan helpt de therapeut met verschonen. Dat is in de reguliere zorg nog niet gebruikelijk, en dat levert veel onbegrip op. Want hoe verkoop je aan je cliënt dat je ze niet de hulp biedt die op dat moment nodig is. In de praktijk betekent dit dat we binnen de zorgkring allemaal deels dezelfde zorg bieden en waar mogelijk onze eigen expertises en talenten inbrengen. Dit was in het begin wennen, vooral voor de therapeuten.” Cuprum is een zorgcoöperatie. “Wij investeren in onze eigen ontwikkeling en opereren zonder winstoogmerk. Dat is aantrekkelijk voor verzekeraars en gemeentes. Ook Pallium heeft nu belangstelling voor dit model. We willen maximale zorg geven binnen de financiële ruimte die er is.”

Warm houden

Dementeren is langzaam loslaten. Linda:“Een mens moet alles loslaten voordat hij kan gaan. In de warme zorg willen we de dementerende daarmee helpen. Vaak is geen goed gesprek meer mogelijk, maar zijn er wel aanvallen van woede of frustratie. Door deze gevoelens in mededogen waar te nemen, kunnen we hen helpen loslaten. Ik hoop dat ze onbewust inzicht krijgen in wat er aan de hand was en het een plaatsje kunnen geven. In een rustige omgeving gaat een overgang makkelijker. Daarom creëren we in de laatste fase van het leven een rustige en harmonische omgeving, met mooie afbeeldingen. We houden ze warm, zodat ze zich comfortabel voelen en zich kunnen overgeven. Wij werken vanuit de overtuiging dat een mens hier kwam om iets te leren en aan het einde van zijn leven, bij zijn overgang, zijn ervaringen meeneemt. Wat dementie hen leerde? Misschien zijn de dementerenden van nu wel de helpers van de toekomst.”

Dit artikel is gepubliceerd in Antroposofie Magazine nummer 1 van maart 2016.
Diezelfde dag bij Antroposofie Magazine onder ‘Boeken’ ook aandacht voor ‘Antroposofische geneeskunde – wegwijs in 1 uur’:
Wil je eens wat meer weten over antroposofische geneeskunde? Corwin Aakster en Fleur Kortekaas schreven er een handzaam en toegankelijk boekje over, in samenwerking met antroposofisch arts Guus van der Bie. Het boekje verscheen in de serie 'Wegwijs in 1 uur' van Ankh Hermes. Hierin leggen zij uit dat antroposofische geneeskunde een vorm van ‘integrale geneeskunde’ is, die niet de reguliere geneeskunde wil vervangen, maar er een uitbreiding op wil zijn. Het antroposofisch mensbeeld komt aan de orde, net als de visie op de functie van ziekte en de grote rol van de waarneming binnen de antroposofische geneeskunde. Verder krijg je antwoord op de vraag welke antroposofische geneesmiddelen en therapieën er zijn, en geeft het boekje grofweg een indruk van welk middel bij welke klachten ingezet zou kunnen worden. Weer in harmonie met jezelf komen, oftewel je basale evenwicht hervinden, is daarin een sleutelbegrip. Meerdere malen komt in het boekje terug welke grote rol er voor preventie is weggelegd in deze manier van omgaan met ziekte en gezondheid. Met heldere formuleringen en sprekende praktijkvoorbeelden ben je in no time aardig wegwijs in een veld dat misschien nu nog ondoordringbaar lijkt.

Corwin Aakster en Fleur Kortekaas. Antroposofische geneeskunde. Ankh Hermes. € 9,99.
Wat ik hier nog niet geplaatst heb, is het artikel ‘Samen delen met Sint-Maarten’ van Tineke Croese. Dat werd op 10 oktober 2016 op de website van Antroposofie Magazine gepubliceerd en is het, ook in januari, nog steeds waard om te lezen:
In de vroege herfstavond wordt plotseling een rij toverachtig dansende, brandende lantarentjes zichtbaar in het donker en een koor van helder zingende kinderstemmen klinkt in de stilte: ‘Lampionnerij… lampionnerij… geef me een centje, dan ga ik voorbij…’ Een stoet kinderen gaat met hun lantarentjes langs de deuren om te ‘bedelen’ om snoep. Het is 11 november: Sint-Maarten. Dit feest wordt in Nederland nog steeds gevierd, en niet alleen op vrijescholen.

De heilige Martinus van Tours opent met zijn feestdag de rij van lichtfeesten die zes weken later eindigt met het grote lichtfeest Kerstmis. Al dagen voor het feest zijn kinderen met hun lantarentje in de weer. Dat kunnen lampionnen van papier zijn, maar op vrijescholen worden de lantarentjes gemaakt van een onder de grond groeiende knol: een koolraap, voederbiet of selderijknol – en voor kleuters ook wel een vrolijke pompoen, al groeit die niet ondergronds. De knol wordt uitgehold totdat een klein lichtje er gedempt doorheen kan schijnen. De dunne, transparante wanden worden versierd met de grote hemellichten: zon en maan en sterren.

Wie is Sint-Maarten? Waar komt het gebruik vandaan om op zijn feestdag ‘met lichtjes te lopen’ zoals het liedje zegt, en waarom wordt daarbij gebedeld?

‘Sint Martinus Bisschop, roem van alle landen…’

Martinus leefde in de vierde eeuw na Christus, in de nadagen van het Romeinse keizerrijk. De legende vertelt dat Martinus als jong Romeins officier aan het hoofd van zijn manschappen op weg was naar Amiens. Het was koud en het begon al te schemeren toen de ommuurde stad in de verte opdoemde. Uit alle openstaande poorten viel licht naar buiten: de stad beloofde veiligheid en warmte. In het halfdonkere poortgewelf werd Martinus aangeklampt door een bedelaar die hem een aalmoes vroeg ‘omwille van de liefde van Christus’. Nu was Martinus nog geen christen, maar hij was wel van plan het te worden. Daarom wilde hij niets weigeren wat in naam van Christus gevraagd werd. Maar geld had hij niet en Romeinse officieren mochten geen stuk van hun uitrusting weggeven. Dus deelde Martinus zijn mantel met zijn zwaard in tweeën. De ene helft schonk hij aan de bedelaar, de andere hield hij zelf. Zo gaf hij gehoor aan het gebod van Christus om je naaste lief te hebben als jezelf zonder het gebod van de keizer te overtreden. Die nacht droomde Martinus dat Christus de halve mantel aan zijn engelen liet zien en sprak: ‘Martinus, die nog niet eens gedoopt is, heeft mij met zijn mantel omhuld.’

Illustratie: ‘Visioen van Sint Maarten’ uit het boek: Transparanten doorlicht. Ontwerp: Juul van der Stok, uitvoering: Mabel Slangen

De gebeurtenis speelt zich af in het poortgewelf, op de overgang van donker naar licht. Martinus leefde in een tijd waarin het donker van het heidendom langzaam overging in het licht van het christendom. Later stichtte hij als bisschop van Tours kleine geloofsgemeenschappen waarin mensen alle bezit deelden en gelijkwaardig waren. Na zijn dood waren het deze geloofsgemeenschappen die het kleine licht van het jonge christendom brandende hielden toen de duisternis en de storm van de volksverhuizingen Europa overvielen.

‘…dat wij hier met lichtjes lopen, is voor ons geen schande…’

Sinds de negentiende eeuw is Sint-Maarten een lichtjesfeest voor kinderen. De lichtjes branden in het donker, in een knol die onder de aarde groeit – en om mijn zoontje te citeren die uitprobeerde of zon en maan en sterren in zijn knol al genoeg licht lieten doorschijnen: ‘Die knol, die ben ik zeker zelf, hè?’ Dat was goed gezien. Ook ergens diep in ons schijnt het vermogen om liefde te geven als een verborgen lichtje. Het moet beschermd worden tegen wind en regen zodat het voor anderen kan stralen. Op vrijescholen is het gebruik dat kinderen tijdens de lampionoptocht ook een noot en een appel krijgen. Appel en noot groeien niet in het donker zoals de knol, maar juist vol in het licht. Ze staan voor het groeiende licht in onszelf.

Het Sint-Maartensfeest is de laatste jaren niet meer het enige feest dat gevierd wordt met een lampionoptocht. Tien dagen ervoor, op 31 oktober, is het Halloween en ook dan gaan kinderen bedelend met hun lichtje langs de huizen. Beide feesten hebben dezelfde Keltische bron. Voor de Kelten eindigde het jaar op 31 oktober en begon het nieuwe jaar op 11 november. De tien dagen ertussen vormden een gat in de tijd, een tunnel waardoor de zielen van de gestorven voorouders vanuit de eeuwigheid naar de aarde konden komen. Ze worden zichtbaar in de kleine lichtjes op Halloween. Die branden in pompoenen, omdat Ierse immigranten dit feest populair maakten in Amerika, waar de pompoen inheems is. Via Amerika kwam Halloween terug naar Europa. Eerder al, in de middeleeuwen, werd het voorchristelijke Halloween op twee manieren verchristelijkt: op 1 en 2 november – Allerheiligen en Allerzielen – worden de gestorvenen herdacht, en op 11 november heeft Sint-Maarten aandacht voor de allerarmsten in de samenleving.

‘…hier woont een rijk man, die ons wel wat geven kan…’

Volgens de Kelten kwamen de gestorven voorouders niet zomaar naar de aarde. Zij kwamen kijken of hun nakomelingen zich wel goed gedroegen. Dat hield onder meer in dat ze niemand mochten uitsluiten van de oogst die de aarde voortbracht. De voorouderzielen gingen daarom bedelend langs de huizen. Zo konden ze zelf zien of hun nakomelingen bereid waren om de allerarmsten ook hun deel te geven. Wie met gulle hand gaf, kon in het nieuwe jaar rekenen op een goede oogst.

In de middeleeuwen was het Sint-Maartensfeest nog geen lichtfeest voor kinderen, maar op die dag mochten de armen bij de rijken gaan bedelen – die dan gul moesten geven. Zo konden ze een voorraad voedsel en hout verzamelen voor de winter. Ook werden er meterslange broden gebakken die onder alle gezinnen werden verdeeld. In Duitsland gebeurt dit nog op kerstmarkten: de sneden brood worden dan rondgedeeld. En tot de oorlog hadden boeren in sommige delen van Brabant de gewoonte om vanaf 11 november ‘de lantaarn uit te hangen’. Dakloze zwervers wisten dat ze bij boerderijen waar een lantaarn aan de dakrand hing een bord warm eten konden krijgen. Zo bleef Sint-Maarten tot in de twintigste eeuw de beschermheilige van de zwakkeren in de samenleving.

‘Veel zal hij geven, lang zal hij leven…’

Ook in de moderne samenleving zijn er mensen die zorg nodig hebben. En daarbij gaat het niet alleen om fysieke zorg. Degenen die belangeloos hun tijd geven om zorg te verlenen, noemen we heel treffend ‘mantelzorgers’. Net als Sint-Maarten omhullen ze anderen met een mantel van warme aandacht en zorgende liefde. De legende van de gedeelde mantel is misschien wel meer dan 1000 jaar oud, maar hij laat al zien wat moderne psychologen mantelzorgers vaak op het hart drukken: je moet nóóit je hele mantel weggeven. Als je al je levenskracht verbruikt, houd je zelf niets over – en als je zelf in de kou staat, kun je een ander niet meer verwarmen. Want het is zoals een ander Sint-Maartensliedje over de halve mantel zegt:

Geen van tweeën wordt er armer van
Alle twee wordt je er warmer van


Dat Sint-Maarten niet zijn hele, maar alleen zijn halve mantel wegschonk, was dus geen slimmigheidje om het keizerlijk gebod te omzeilen. Sint-Maarten handelde naar het bijbelwoord ‘heb je naaste lief zoals jezelf’ en juist de toevoeging ‘zoals jezelf’ getuigt van diepe wijsheid.

Dit artikel is gepubliceerd in Antroposofie Magazine nummer 3, september 2016
Antroposofie Magazine heeft op de website een nieuwe rubriek, ‘Werken’. Op 19 januari werden daar drie goede werken opgenomen, namelijk ten eerste deze ‘Vacature lid Raad van Toezicht Stichting voor Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Noord-Holland’:
De Stichting Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Noord-Holland (SVVONH), hierna te noemen “stichting” bestaat uit drie vestigingen voor voortgezet onderwijs in Noord - Holland: het Geert Groote College in Amsterdam, de Adriaan Roland Holst School in Bergen en het Rudolf Steiner College in Haarlem. De drie vestigingen bieden vwo, havo en vmbo-t en verzorgen in totaal het onderwijs voor ruim 2.500 leerlingen. (...)

De Raad van Toezicht zoekt vanwege natuurlijk verloop van haar leden per 1 maart 2017: Lid voor de Raad van Toezicht met antroposofisch profiel en kennis van bouwzaken
Ten tweede deze ‘Vacature Medewerker bediening restaurant Kraaybeekerhof’:
Als medewerker bediening bij Restaurant Kraaybeekerhof ben jij het gezicht naar de gasten toe. In deze functie houdt je je onder andere bezig met het opnemen van bestellingen, het serveren van drankjes en gerechten, het afhandelen van betalingen en het schoon houden van de tafels en het restaurant. Je hebt intensief contact met gasten. Kortom een afwisselende functie.
En ten derde nog een ‘Vacature Projectmanager Kennisplatform HIER opgewekt’:
een enthousiaste collega die een bijdrage wilt leveren aan een succesvol kennisplatform in een samenleving die verandert; de energievoorziening kan duurzamer en lokale initiatieven spelen daarbij een steeds belangrijkere rol. Je hebt affiniteit met lokale energie-initiatieven en/of decentrale energieopwekking. Je werkt ten minste vijf jaar bij een bedrijf of organisatie in de richting van energie en duurzaamheid. Je bent een doener en vindt het leuk om te werken met diverse stakeholders.
Dus wie goede werken zoekt... Dan gaan we nu even kijken bij het vrijeschoolonderwijs. Op 19 januari plaatste de Stichtse Vrije School te Zeist een nieuwsbericht met de titel ‘Superschool’:
In het Elsevier-onderzoek Beste Scholen van januari 2017 krijgt het vwo-onderwijs van de Stichtse Vrije School de beoordeling ‘Superschool’ (zie Superscholen). Voor het 16e jaar onderzocht het weekblad Elsevier alle scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland om te komen tot een onafhankelijk rapport waarin ouders en leerlingen oordelen vinden over de kwaliteit van het onderwijs. Het rapport is gebaseerd op de gegevens die bij DUO en de onderwijsinspectie te vinden zijn. De inspectie heeft nieuwe overzichten en berekeningen ontwikkeld en ook Elsevier heeft het overzicht aangepast. Hierbij is de term “superschool” geïntroduceerd voor de scholen met de beste examenresultaten en de minste “zittenblijvers”. De Stichtse is een van de twee vwo-scholen die deze kwalificatie heeft gekregen.

Het is niet voor het eerste dat de Stichtse Vrije School hoog in de ranglijsten staat. Tien jaar geleden was de Stichtse al eens ‘de beste school Nederland’ voor vwo en mavo, volgens dagblad Trouw, dat toen de lijsten van Jaap Dronkers publiceerde. In de tussenliggende jaren werd de school ook met hoge beoordelingen vereerd voor de verschillende examenrichtingen.

Daar zijn we natuurlijk blij mee. Genormeerde resultaten doen er toe in onze samenleving; leerlingen kunnen laten zien wat ze op cognitief gebied kunnen en hebben de resultaten nodig om verder te komen in het vervolgonderwijs.

Voor ons als vrijeschool blijven de examens een bijproduct van ons onderwijs. Niet onbelangrijk, maar het hoofddoel is een brede ontwikkeling van de leerling op sociaal/emotioneel, praktisch/kunstzinnig en beschouwend/analytisch gebied. Of, vanuit het perspectief van onderwijsfilosoof Gert Biesta gezien: het gaat om de socialisatie, de persoonsvorming en de kwalificatie. Daar blijven we met elkaar aan werken en ontwikkelen en dat geldt zowel voor leerlingen als voor leraren. Het aardige van de goede kwalificatie-resultaten is het gegeven, dat onze vwo-ers een groot deel van hun school- en lestijd samen zijn opgetrokken met leerlingen die uiteindelijk met een mavo- of havodiploma de schooltijd hebben afgerond. Dat is dus geen belemmering om super-vwo-er te worden. Tegelijkertijd zijn er relatief veel leerlingen die op een hoger niveau uitkomen dan het advies van de basisschool; dat wijkt in gunstige zin sterk af van de landelijke gemiddelden. Het met elkaar leren en pas in een later stadium een examenrichting kiezen werpt dus op alle fronten zijn vruchten af.
Met de datum van 19 januari moet iets speciaals zijn, want de Rudolf Steinerschool Alkmaar plaatste die dag op Facebook het volgende:
De Vereniging van vrijescholen heeft de afgelopen periode gewerkt aan een nieuwe website: www.kiezenvoordevrijeschool.nl.

De website is bedoeld als vertrekpunt/kennismaking voor ouders en belangstellenden die meer willen weten over de vrijeschool. Het is een bundeling van bestaande en nieuwe informatie. Bezoekers vinden op de site onder meer films met ervaringen van oud-leerlingen en leerkrachten... Dat betreft ook een nieuwe film, waarin leerkrachten in beeld komen en meer laten zien van de vrijeschool in de praktijk. Verder staat een aantal basis uitgangspunten van de vrijeschool uitgelicht én wordt er aandacht gevraagd voor het ‘werken op de vrijeschool’.

Op de nieuwe website staat de kaart van Nederland met alle scholen, waarbij ook de open dagen/informatiebijeenkomsten vermeld kunnen worden.
Op de website vrijeschoolbeweging vond ik ten slotte op 20 januari dit artikel van Roelof Jan Veltkamp over de nieuwe uitgave van Valentine Wember, ‘Wilsopvoeding’, onder de titel ‘Tips voor leraren (en ouders) van Rudolf Steiner voor opvoeding van de wil’:
De centrale sleutel van de wilsopvoeding ligt in de zelfopvoeding van de leraar (of van de ouder)

Motivatie tot handelen is belangrijker dan overdragen van vaststaande waarden. Er gingen dan ook veel bijdragen en werkgroepen over ‘de wil’, op de wereld-vrijeschoollerarenconferentie 2016 in Dornach. Daarom was ik extra blij toen ik in de mooie boekhandel van het Goetheanum een boek over de tips die Rudolf Steiner gaf voor de opvoeding van de wil vond. Ik las het in het Duits, maar het is inmiddels vertaald.

De schrijver heeft al twee boeken over de wil geschreven en hij doet zich dan ook tekort met de ondertitel: herausgegeben und eingeleitet von Valentin Wember. Wember vertelt uit zijn ruime pedagogische ervaring en verbindt de inhoud van Steiner met de moderne pedagogische theorieën en terminologie. Zo las ik bij hem een wetenschappelijke term voor de ‘wil’ die ik niet kende: ‘volitie’, zoveel als met zelfsturing, zelfverplichting, zelfregulatie de kloof overbruggen tussen weten dat je iets moet doen, en het dan ook daadwerkelijk doen. We kennen het allemaal: niet handelen zoals je eigenlijk wil handelen. Hoe versterken we die ‘volitie’ bij onze leerlingen (of als ouder: onze kinderen)?

Samenvatting

Ik vat enkele elementen samen, met het gevaar dat het veel ‘stellender’ overkomt dan Wember het geschreven heeft en Steiner het bedoeld heeft. Het gaat bij een ‘zwakke volitie’ om de kloof tussen weten wat nodig is en dit ook omzetten in handelen. De reguliere wetenschap heeft om ‘volitie’ te verbeteren vijf deelvaardigheden onderscheiden:

1. focussen
2. eigen stemming sturen (van negatief naar positief)
3. zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen
4. vooruit plannen en probleemoplossend vermogen
5. zelfdiscipline

De centrale sleutel van de wilsopvoeding ligt in de zelfopvoeding van de leraar (of van de ouder). Dat kunnen we ons niet genoeg ter harte nemen. Of het nu gaat om de zinvolle gebaren van de peuter- en kleuter-opvoeders, de kunstzinnigheid en verhalen van de schoolkind-opvoeders of de authenticiteit, humor en zelfrelativering van de puber-opvoeders, ze werken allemaal via de nabootsing vormend op het kind.

Het wezen van de wil, sympathie, meegevoel, wordt mooi getroffen in het sprookje van Vrouw Holle. De ‘goede’ dochter haalt uit medelijden de broodjes uit de oven, etc.

‘Wilszwakke’ kinderen moeten we met extra sympathie tegemoet treden. Ze hebben tijdelijk hun wil verbonden met hun begeerten. In aanleg is ieders wil verbonden met de wereld en niet met eigen begeertes, dus die oorspronkelijke kracht moeten we in vertrouwen en vanuit een sterk Ik weer wakker roepen.

Het eerder genoemde focussen vraagt om inspirerende ideeën, gedachten, idealen. Die kunnen wij als opvoeders ‘aanleveren’ en voorleven.

‘Beweging voedt het hoofd op’. Dat kennen we: bewegingsklassen, de dag beginnen met bewegingselementen, ook lopen of fietsen naar school brengt een goede ondergrond aan. Een praktische tip van Wember voor de auto-ouders is een verzamelpunt op enige afstand van de school afspreken waar de kinderen worden overgelaten aan in te stellen ‘wandelpeten’ voor het laatste stuk naar school.

Herhaling, bewuste herhaling is één van de meest belangrijke aanwijzingen van Rudolf Steiner voor de wilsopvoeding. Dat geldt voor jezelf, denk bijv. aan mediteren en terugblikken. Dat geldt ook voor de kinderen bij een ritmische dag-, week- en jaarindeling, bij taakjes en oefenmomenten, en ook de herhalingen in de leerstof vallen daaronder. Maar alles zonder dat het stompzinnig of alleen maar routine wordt, het moet levenskunst blijven. Dan voedt herhaling de wil, als tegenwicht tegen sensatiezucht en passief vermaakt willen worden.

Zo bekend als het is dat na de tandenwisseling het ‘denken’ vrij komt en het echte leren kan beginnen, zo weinig bekend is het dat de ‘wil’ pas na het volwassen worden vrij komt. Voor die tijd is de wil in ‘kiemvorm’ aanwezig. Je voedt deze kiem met muziek (vooral ritme en maat) en door de leerstof vertellend te behandelen. Geen filmpjes, maar vertelde beelden. Zoals de kleinsten de gebaren nabootsen zonder dat we daar moeite voor hoeven te doen, zo herscheppen de schoolkinderen de verhalen in hun ziel.

Het laatste hoofdstuk van de inleiding gaat over discipline. In het ideale geval kiest een kind vrijwillig wat goed is voor hem/haar, en is er geheel geen opgelegde discipline nodig, zegt Steiner, maar de praktijk is weerbarstig. Vaak is iemand tijdelijk ‘opgeslokt’ door de een of andere begeerte, en kan maar weinig vrijheid aan. Met humor en herkenbare voorbeelden past Wember de aanwijzingen van Steiner toe op onze tijd.

Daarna komen de 60 aanwijzingen uit de titel, ook weer thematisch geordend. Voor wie de pedagogische voordrachten kent een feest der herkenning, maar nu verdiept door context. De achterflap doet een laatste wils-oproep aan ons:

Steiner wilde principieel geen pedagogische recepten. Hij wilde zelfstandige leraren, die uit een diep inzicht in de menselijke natuur en het individuele kind alle lesvormen en –inhouden zelf ontwikkelen. Zijn eigen aanwijzingen beschouwde Steiner als basis voor zelfstandigheid en een eigen pedagogisch kunstenaarschap en bron voor een levenslang leren.

PS Op 19 november is de Nederlandse vertaling verschenen op het zesde symposium Gezondmakend onderwijs op het Geert Groote College in Amsterdam onder titel ‘Wilsopvoeding’. In de volgende Lerarenbrief komt er een verslag.

Geschreven door Roelof Jan Veltkamp
Roelof Jan Veltkamp werkt op de Vrije School Den Haag en coördineert de Lerarenbrieven
Gepubliceerd in de Lerarenbrieven Advent-Epifanie 2017
Neem als (oud-) vrijeschoolleraar een abonnement op de Lerarenbrieven voor € 25,- via de redactie
En hiermee kunnen we het dan maar weer even doen voor deze keer, dunkt mij.
.

dinsdag 10 januari 2017

Leesvoornemens

Deed ik op de laatste dag van het afgelopen jaar nog een ‘Inhaalactie’, nu wil ik na anderhalve week nieuw jaar een goed voornemen meteen in praktijk brengen: regelmatiger bericht doen van ontwikkelingen. Liefst een- of tweewekelijks… eens kijken of dat wil lukken en zich ook werkelijk laat realiseren. Motief had twee nieuwe berichten op 5 januari.
Terugtreden van bestuurslid Seija Zimmermann

Op de jaarvergadering 2018 zal Seija Zimmermann terugtreden als bestuurslid van de Algemene Antroposofische Vereniging in Dornach, Zwitserland. Begin december 2016 heeft zij haar collega’s in het bestuur en in de Goetheanumleiding haar beslissing kenbaar gemaakt. De reden is de ontwikkeling van de antroposofische geneeskunde in Finland, het land waar zij vandaan komt. Zimmermann is van huis uit antroposofisch arts. De politieke en juridische status van complementaire en integratieve geneeskunde in Finland, en in het bijzonder de antroposofische geneeskunde, staat momenteel zwaar onder druk, zodat zij zich niet langer afzijdig kan houden en zij al haar krachten wil kunnen inzetten om deze ongunstige ontwikkeling te keren.

In een persoonlijke boodschap laat zij weten dat een conferentie voor integratieve geneeskunde in de herfst van 2014 voor haar beslissend is geweest om deze keuze te maken. Meer dan vierhonderd deelnemers bogen zich destijds voor het eerst in de geschiedenis aan een Finse universiteit over onderzoeksvragen van de integratieve geneeskunde. Dit heeft een beweging in gang gezet waarbij de aanwezigheid van Zimmermann onontbeerlijk is. Bovendien bereikt zij eind dit jaar de pensioengerechtigde leeftijd. Zij hoopt dat zij haar krachten nog kan inzetten voor deze nieuwe ontwikkeling in Finland.


Goetheanum in Dornach gerenoveerd

De afgelopen vier jaar werd het Goetheanum in Dornach (Zwitserland) stapsgewijs gerenoveerd. In aansluiting daarop werd ook het entreegebied op de begane grond nieuw ingedeeld en vormgegeven. Doel van deze verbouwing was om het gebouw toegankelijker te maken voor bezoekers en het een meer eigentijdse uitstraling te geven. Voor de vormgeving van de ruimten en het interieur tekende Yaike Dunselman van het Nederlands-Duitse architectenbureau ‘negen graden architectuur’.

Hoogleraar organische architectuur Pieter van der Ree beschrijft de opdracht die Dunselman meekreeg: “Na de dood van Rudolf Steiner in 1925 werd het interieur van het Goetheanum in fasen voltooid naar ontwerp van verschillende architecten. Hierdoor ontstond een grote diversiteit in vormgeving maar geen helder en samenhangend concept. Met name voor de vele duizenden, veelal buitenlandse gasten die het gebouw jaarlijks bezoeken, was dit soms lastig. Bij binnenkomst was onduidelijk waar men moest zijn of toegangskaarten kon verkrijgen. Een herindeling van de begane grond moest daarin verandering brengen, het interieur een heldere structuur geven en het geheel een uitnodigend en eigentijds karakter verlenen. Met name dat laatste vormde een bijzondere uitdaging: hoe kon een vormgeving ontwikkeld worden die recht deed aan de eigenheid van dit bijzondere gebouw en die tegelijkertijd een open en eigentijds karakter had?”

Van der Ree noemt de verschillende ingrepen die de architect pleegde en het effect daarvan op het geheel.

“Een eerste belangrijke ingreep was om de hoofdentree, die zich tot dan toe aan de zuidzijde bevonden had, te verplaatsen naar de westzijde waar hij oorspronkelijk bedoeld was. (…) Een volgende stap was om de, voor de bezoekers belangrijke ruimten, direct aan deze nieuwe hoofdentree aan te sluiten. (…) Vanuit de boekwinkel is een nieuwe verbinding gemaakt met een daarnaast gelegen expositieruimte zodat aan beide zijden van de middenas een ‘stromende’ opeenvolging van ruimten is ontstaan.

Aan dit gevoel van een ‘stromende ruimte’ dragen ook de twee doorbraken bij die gemaakt zijn tussen de receptie, de garderobe en het centrale trappenhuis. Hierdoor kan men nu, na het afhalen van de toegangskaarten, direct omhoog naar de grote zaal en na afloop van een voorstelling direct naar de garderobe.”

Zijn conclusie: “Toch werken al deze ingrepen niet als een aantasting van de ruimtelijke structuur van het Goetheanum, maar maken ze eerder de oorspronkelijke, veel opener opzet ervan beleefbaar. Tevens ontstaat er daardoor een interessante ruimtelijke polariteit tussen het open en stromende karakter van de ruimten in het entreegebied en het besloten, geconcentreerde karakter van de grote zaal op de tweede verdieping.”
Bij Antroposofie Magazine waren sinds de vorige keer nog verschillende berichten overgebleven die ook hier best een plaatsje mogen krijgen. In omgekeerd chronologische volgorde, te beginnen met twee berichten op 5 januari.
App spoort verborgen e-nummers op

Hoewel fabrikanten verplicht zijn om op hun producten te zetten wat erin zit, zijn etiketten in de supermarkt voor veel consumenten een ondoorzichtige jungle. Sommige etiketten bevatten zelfs misleidende informatie.

Om het maken van bewuste en gezonde keuzes tijdens het boodschappen doen eenvoudiger te maken, lanceert Ekoplaza een handige app. Hiermee kun je uiteraard boodschappen bestellen, maar het grote nieuws is dat de app de unieke mogelijkheid biedt om producten te scannen op verborgen E-nummers, plastics en chemicaliën. Met deze app kun je de ingrediënten van levensmiddelen en cosmetica in alle supermarkten scannen op verborgen E-nummers, plastics en chemicaliën. Via stoplichtkleuren kun je in een oogopslag zien of het door jou gescande product inderdaad wel zo verantwoord is als je denkt. Zo wordt het een stuk eenvoudiger om producten van verschillende merken te beoordelen en een weloverwogen, bewuste keuze te maken. De gratis app is momenteel alleen beschikbaar voor iOS.


Jongerenconferentie digitale media

Digitale media zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Veel mensen vinden het belangrijk om hier bewust mee om te gaan en kritisch te reflecteren op de invloed en gevolgen hiervan voor ons dagelijks leven. Jongeren vormen daarop geen uitzondering. Tijdens de February Days in Dornach (Zwitserland) ontmoeten jongeren uit de hele wereld elkaar om hiermee aan de slag te gaan. Hoe kun je meester worden over de technologie? Welke uitdagingen en mogelijkheden biedt deze ontwikkeling ons? Tijdens voordrachten, werkgroepen, artistieke activiteiten, vrije ruimte voor eigen initiatieven en gezellige gesprekken met leeftijdsgenoten uit alle windstreken proberen ze hier achter te komen. Deze jongerenconferentie vindt plaats van 16 t/m 19 februari en wordt georganiseerd door de Jeugdsectie van de Antroposofische Vereniging in Dornach.

Wil jij er ook bij zijn? Meld je dan snel aan via de jongerenafdeling van de Antroposofische Vereniging in Nederland. Nederlandse jongeren van 18 t/m 35 jaar kunnen gebruikmaken van een geweldige aanbieding: voor €95,- kun je deelnemen aan deze bijzondere vierdaagse ontmoeting. Dat is inclusief de reis, overnachting, maaltijden en deelname aan het programma. Er zijn in totaal 50 plekken beschikbaar, dus meld je snel aan als je meewilt! Dit kan tot uiterlijk 16 januari.

Om je aan te melden kun je een e-mail sturen met daarin de volgende informatie: naam, leeftijd, e-mailadres, telefoonnummer, dieetwensen en eventueel overige opmerkingen. Let op: het gezelschap vanuit Nederland vertrekt waarschijnlijk op woensdag 15 februari al naar Zwitserland. De voertaal tijdens de conferentie is Duits, Engels en Frans.

Kun je geen gebruik meer maken van de aanbieding en wil je toch nog deelnemen aan de conferentie? Kijk dan op de site van de jeugdsectie voor de mogelijkheden om je individueel aan te melden.


Hulp bij goede leesvoornemens

4 januari 2017

Heb je al goede voornemens gemaakt voor 2017? Misschien heb je besloten om nu een écht te beginnen aan de werken en voordrachten van Rudolf Steiner. Leg je de lat minder hoog en wil je eens wat meer inspirerende films op dvd bekijken in het nieuwe jaar? Of dat leuke boek lezen waarover je in AM een recensie las?

Voor dit alles kun je terecht in de bibliotheek van de Antroposofische Vereniging in Nederland. Deze is gevestigd aan de Riouwstaat 1 in Den Haag. Je hoeft geen lid van de AViN te zijn om er boeken, dvd’s e.d. te kunnen lenen. Iedereen die dat wil, kan lid worden voor € 16,- per jaar. Zelfs als je geen lid bent, kun je boeken lenen voor €1,50 per boek.

Tijdens de openingstijden kun je ook gewoon even binnenlopen om ter plekke tijdschriften en boeken te raadplegen aan de leestafel in de publieksruimte. Daaraan zijn geen kosten verbonden. Behalve de publieksruimte is er een magazijn waar de rest van de collectie is ondergebracht. Deze boeken vind je via de catalogus en zijn op aanvraag in te zien en te lenen. In het magazijn zijn ook enkele studieplaatsen waar je ongestoord kunt studeren.

De collectie van de bibliotheek omvat momenteel ruim 17.000 boeken, 240 tijdschriften (waarvan 50 in lopend abonnement) en 100 dvd’s. Meer info over de openingstijden, het lenen van boeken en de bereikbaarheid van de bibliotheek vind je hier.


Bordspel legt geldsysteem uit

19 december 2016

Weet jij hoe banken geld creëren voor nieuwe investeringen? Voor de meeste mensen is de financiële wereld een ondoorzichtige jungle. Terwijl geldschepping zo’n essentieel onderdeel van onze samenleving is! Stichting Ons Geld wil jong en oud graag op een speelse manier duidelijk maken hoe dit proces in elkaar zit. Daarom ontwierp de stichting in samenwerking met spellenmaker Firebrush Studios een educatief bordspel over de werking van het geldsysteem.

Het spel is geschikt voor kinderen vanaf ongeveer 11 jaar. Het speelt zich af in de Gouden Eeuw, de tijd van financieringsuitvindingen. Als speler ben je een bankier en zie je hoe krediet gemaakt wordt, waar inflatie vandaan komt en hoe economieën werken. Je ervaart economische bubbels en de invloed van het geldsysteem op de economie en de maatschappij. “Als je mensen wilt uitleggen hoe geldschepping werkt, merk je al snel dat ze veel begrippen niet kennen,” legt Ferdinand Zanda van Stichting Ons Geld uit. “Daardoor kun je ook niet uitleggen hoe die begrippen samenhangen. Met dit spel laten we spelers zelf ervaren hoe het systeem in elkaar zit. Zo is het niet langer een abstract verhaal, maar gaan de begrippen echt voor je leven.”

Stichting Ons Geld maakt zich sterk voor monetaire hervorming. Dat houdt in dat ze probeert om meer democratie in het financiële systeem te brengen. “Banken zijn private ondernemingen die het recht hebben om geld te scheppen,” legt Ferdinand uit. “Daar is geen democratische controle op. Ons voorstel is om die controle wél te krijgen. Daarmee willen we niet dat het monetaire systeem een speelbal wordt van de politiek, maar wel dat er een soort ‘vierde macht’ ontstaat, een autonoom instituut waardoor bijsturing op lange termijn mogelijk is. Het feit dat een bank een publiek dienend systeem is, blijft ondanks de bankencrisis nog altijd onderbelicht.” Vijftig procent van de opbrengst van het spel gaat naar deze stichting, voor bijvoorbeeld het doen van onderzoek en het organiseren van evenementen.

Kennis van het geldsysteem is voor iedereen belangrijk, maar zeker ook voor kinderen. Daarom heeft Money Maker momenteel een 1-+-1-actie, waarbij de koper zelf een spel krijgt en tevens een exemplaar doneert aan een school naar keuze. Meer informatie over deze actie en het bestellen van spellen vind je hier. En zoek je nog een origineel cadeau voor onder de kerstboom? Wie voor 21 december bestelt, heeft Money Maker voor de kerst in huis.


Je binnenste stralend houden

19 december 2016

Met de lengende donkere avonden lijken slechte nieuwsberichten over oorlogen en vluchtelingen steeds grotesker te worden. Somber sijpelen ze onze huiskamers in. Op straat branden de kerstlichtjes uitbundig, maar hoe houd je ook je binnenste stralend, ondanks het opdringende duister?

Tekst: Hester Anschütz
Illustratie: Kit Le Large

“Als je hoort hoe mooi hun stem kan klinken, als kinderen een spreuk spreken, als je hun ogen ziet stralen, dan kun je als ouders via je kind vaak het innerlijke licht voelen branden,” zegt Karel Jan Tolsma, priester in de Christengemeenschap in Alkmaar. “Als je een spreuk met aandacht zegt of zelfs alleen maar denkt, dan steek je als het ware van binnen al een kaarsje aan.”

Wie elke dag een spreuk uitspreekt bouwt in zichzelf iets op. Iets dat houvast kan bieden als buiten alles somber lijkt. Doordat je elke dag even stil staat bij het licht, bij iets stralends in je binnenste. “Dat kan helpen om het geloof in de stiller werkende krachten van het goede te voeden en wakker te houden. De kwade krachten zijn vaak zoveel duidelijker in de wereld om ons heen aanwezig,” meent Karel Jan. “Dat is misschien ook een aspect van hoe het kwade werkt: luid en lawaaiig.”

(tekst loopt door onder afbeelding)

Kostbaar nieuws

Hoe vind je jouw eigen spreuk? “Hij moet je aanspreken. Als je merkt dat je een spreuk graag bij het wakker worden of voor het slapengaan zou willen zeggen, kan dat jouw spreuk zijn,” aldus de Alkmaarse priester. Voor hem is dit deze spreuk: Was Christus duizendmaal in Bethlehem geboren, en niet in uwe ziel, zo waart gij toch verloren. “Deze woorden van Angelus Silesius horen voor mij bij de dagen voor kerst. Dat heeft met mijn beleving van Kerstmis te maken. Voor mij is kerst ook een oproep om naar je leven te kijken en naar wat er misschien geboren wil worden. We kunnen de ideale kerst vieren met een kerstboom, lekker eten en fijne vrienden, maar als er in deze tijd van binnen niet iets gebeurt, iets kostbaars nieuws niet tevoorschijn kan komen, ben ik in mijn kerst teleurgesteld. Dan zoek ik nog verder.”

Rudolf Steiner, grondlegger van de antroposofie, zag spreuken als een mogelijkheid om het gebedsleven voor de moderne mens weer toegankelijker te maken. “Onze tijd en ons moderne bewustzijn vragen om een vernieuwing van religieuze formuleringen en daarmee ook van gebeden. Steiner vond dit in spreuken. Die gaan vaak over het kunnen dragen van je lot of over het zoeken van een verbinding met je beschermengel of je hogere zelf. Je hogere zelf zou je ook Christus kunnen noemen, wiens aardegeboorte we vieren met Kerst.”

Adventsspreuk voor kinderen van 4 tot 12 jaar, van Lena Struik, een vrijeschooljuffie van het eerste uur en een van de pioniers in de heilpedagogie in Nederland.
En dan ook dit artikel in zijn geheel:
Merlijn Twaalfhoven wil vastgeroeste denkpatronen doorbreken

8 december 2016

Componist, dirigent en cultureel ondernemer Merlijn Twaalfhoven (40) is regelmatig te zien in De Wereld Draait Door. Onlangs nog trad hij op de dag van het faillissement van V&D op met een koor van ontslagen medewerkers. Hij wil de kracht van muziek inzetten om de wereld mooier en beter te maken. “Ik wil dat muziek en het leven elkaar verrijken”

Tekst: Arianne Collee
Beeld: Michiel Wijnbergh

Merlijn verschijnt niet op onze afspraak. Als ik hem bel, blijkt hij in vergadering te zijn met een groep Engelsen met wie hij The Citizen Artis Incubator organiseert: een project waarbij kunstenaars uit heel Europa in september een maand lang samen met wetenschappers, filosofen en maatschappelijke-transitiespecialisten naar mogelijkheden zoeken om de samenleving positief te stimuleren. Hoewel ik een beetje geïrriteerd reageer, zoekt Merlijn vriendelijk naar een oplossing. Een uur later treffen we elkaar in de IJsbreker in Amsterdam. Ondanks zijn overvolle programma is hij de vriendelijkheid zelve. Gedreven vertelt Merlijn over zijn complexe omgang met tijd en over zijn passie. “Ik wil niet kiezen, dus ben ik van alles tegelijk: componist, organisator van kunstprojecten, initiatiefnemer van de Sharing Academy (een coachingproject voor kunstenaars die hun droom wil delen, red.), vader en eigenaar van een oud woonschip. Dat is soms een lastige combinatie! Zeker als het je passie is om de creatieve kracht in mensen exponentieel vergroten.” Merlijn houdt pas op met praten als ik naar mijn volgende afspraak moet.

Tijd

Tijd, of het gebrek eraan, is al lang een issue in zijn leven. “Mensen om me heen vinden altijd dat ik moet kiezen. Op het conservatorium liep ik daar al tegenaan. Ik wilde én compositie én viool doen. Nu zegt men dat ik óf iemand moet zijn die creëert, óf iemand die kunstprojecten organiseert. Maar in mijn ogen is specialisatie vaak verarming.” Tegelijk wil Merlijn ‘de tijd nemen voor dingen’: “Dat is een kunst is die we opnieuw moeten ontwikkelen. Muziek kan daarbij helpen, want muziek geeft adem, kan niet sneller gaan dan ze gaat. Een concert kun je alleen in het nu beleven. Klank en tijd zijn één. Muziek helpt ons onze geprikkelde binnenwereld te verbinden met het ritme van onze fysieke werkelijkheid.”

Gebrek aan tijd, hij kent het probleem al van jongs af aan: “Toen ik twaalf was klaagden mijn penvriendinnetjes al dat ik te druk was en altijd te laat antwoordde op hun brieven. Destijds deed ik ook al veel! Ik had altvioolles, nam deel aan de Shakespearespelen in Diever, zat in het bestuur van de Jeugdbond voor Natuurstudie in Meppel en richtte zelf een afdeling daarvan op in Steenwijk.”

Ruimte

Ook met het fenomeen ruimte heeft Merlijn van jongs af aan een speciale band: “Mijn ouders zijn bewust uit de ratrace van altijd maar presteren gestapt. Vanuit de stad verhuisden ze naar het platteland. Mijn vader groeide op in een katholiek gezin. Dat was hard aangekomen: hij moest zich los vechten van thuis. Zijn keuze om muziek te gaan studeren kwam voort uit rebellie. Ikzelf werd juist in alles door mijn ouders gesteund: ze stonden altijd achter mijn keuzes, gaven me volop vertrouwen en boden me, ook fysiek, alle ruimte. We woonden dicht bij het bos op een grote boerderij met een grote bloemen- en moestuin. Als achtjarige was ik soms hele dagen in het bos.”

Zijn liefde voor kunst en muziek kreeg hij van thuis mee: “Er was een rijkdom aan kennis, verhalen en muziek. Ik hield van onze boekenkast en de verhalen van mijn ouders. Op de juiste momenten verbonden zij de grotere verhalen die het incidentele overstijgen, met de dagelijkse gang van zaken. Muziek was bij ons vanzelfsprekend, mijn vader was fluitenbouwer, mijn moeder gaf dwarsfluitles: barokmuziek, etudes, toonladders – het was niet vaak stil in ons huis.”

Na de vrijeschool in Meppel, ging hij naar een gewone middelbare school: “Vanaf dat moment moest ik mijn eigen creativiteit organiseren, want op die school was daar weinig ruimte voor. Die school was echt een enorme schok, maar ik werd er ook door uitgedaagd. Ik dacht: mij krijgen ze niet klein. Ik begreep er niets van dat er ieder uur een bel ging en dat leerlingen dan onmiddellijk vertrokken, ongeacht waar de docent in zijn verhaal was. Iedereen liet zich overrulen door de bel. Ik geloof dat er een enorme creatieve kracht in ieder mens zit, maar die creatieve kracht wordt er op reguliere scholen vaak ‘uitgeslagen’.”

Klank

Merlijn is gefascineerd door de ruimtelijke werking van klank. “Klank en ruimte hebben een vanzelfsprekende relatie die musici vaak niet onderkennen – meestal blijven ze op het podium op een kluitje spelen. Een ruimte moet door de klank gaan léven.” In 1998 deed hij zijn eerste experiment op dit gebied en liet hij musici achter in de kerk spelen in plaats van voorin op een podium. Hij gaf daarna klassieke concerten in de duinen, op een scheepswerf, op daken en in Paradiso (waar hij ook zintuiglijke prikkels als geur, smaak en tast meenam in zijn composities). Regelmatig zette hij de musici in de zaal tussen het publiek. Hij zoekt letterlijk en figuurlijk ruimte voor vernieuwing: “Er is een hele stap te maken in niet-eenduidige, risicovolle kunst. Van oudsher was kunst verbonden met het leven. Nu bergen we muziek op in concertzalen waar de aandacht vaak afgedwongen wordt.”

Imperfectie

Als ik Merlijn vraag naar belangrijke momenten in zijn loopbaan, noemt hij meteen zijn periode in Japan en een kunstproject in Nicosia: “In Japan is alles bezield en bestaat de tegenstelling tussen mooi en lelijk niet. Ik heb daar de schoonheid van het imperfecte leren kennen. Ook dat wat in verval is, heeft esthetiek. In Japan maken ze van die rood gelakte doosjes. Ze worden pas mooi als de lak slijt, dan schijnt de onderlaag erdoorheen. In mijn muziek doorbreek ik sindsdien bewust de perfectie. Ik heb het beroemde Kronos Kwartet samengebracht met veertig scholieren, in Carnegie Hall. Niet om te provoceren, maar om mensen te verleiden door de rafelrandjes heen te kijken. Die tieners speelden niet allemaal even zuiver, maar waren wel gedreven en enthousiast. Mede doordat ik de muziek vooraf niet precies had vastgelegd, ontstond er een mooie interactie tussen de muzikanten.”

In Nicosia heeft Merlijn mensen op daken aan weerszijden van de bufferzone die het Turkse van het Griekse deel scheidt, samen laten musiceren: “Muziek brengt dialoog en verbinding. Met zulke projecten kun je beetje bij beetje vastgeroeste denkpatronen doorbreken.”

Muziek

Merlijn is zich steeds meer bewust van wat hij de wereld wil geven: “Ik begin pas, maar de komende tien jaar wil ik er samen met anderen aan werken om de creatieve kracht die in ieder mens zit, de ruimte te geven. Ik wil de voorwaarden scheppen om die creatieve ruimte exponentieel te vergroten. De creatieve overlevingskracht van mensen is enorm, ook bij mensen met vreselijke trauma’s. Ik heb het met eigen ogen in vluchtelingenkampen gezien.” Merlijn wil kunst inzetten om de wereld te helen. “Onrecht is geen gegeven. Je kunt elke dag naar het goede streven.” Hij wordt aangetrokken door conflictgebieden (zoals Nicosia), door plekken van onrecht: “Ik geloof namelijk niet dat conflicten vast hoeven te blijven zitten.”

Vaak laat Merlijn professionele musici samenwerken met amateurs, kinderen, acteurs of buurtbewoners. “Omdat de ontmoeting centraal staat, is het samenwerken met niet-profs juist een verrijking. In een concert tonen mensen met hun muziek hun ware karakter. Kunst staat zo niet meer los van het leven. Zo kunnen de kunst en het leven elkaar verrijken.”

Als hij met mensen werkt (of met interviewers praat), schenkt hij hen zijn vertrouwen. “Het wantrouwen van een ander kan ik niet wegnemen, maar ik kan die persoon wel mijn vertrouwen geven. En daarmee bied ik iemand de ruimte om zich te openen en kwetsbaar te zijn. In een ontmoeting wordt wat de een uitstraalt, meteen door de ander teruggegeven. Je kunt elkaar in een positieve spiraal brengen.”

Niet ver van de IJsbreker woont Merlijn met zijn vrouw en kinderen (4 en 6 jaar) op een boot. “Ik heb een belachelijk project ondernomen door een oud schip te kopen. Dat vraagt veel tijd. Misschien niet zo slim om dat te combineren met grote ambities buiten de huiselijke kring. Maar ik wil graag die ruimte en vrijheid die ik zelf vroeger beleefd heb, aan mijn kinderen bieden. Trouwens, ook mijn ouders hebben daar toen heel hard voor gewerkt.”

merlijntwaalfhoven.nl

Merlijn Twaalfhoven is een ongewone componist en cultureel ondernemer. In vaak grootschalige projecten op bijzondere locaties brengt hij kunst in verband met de samenleving. Hij noemt zichzelf ontwerper van concerten als ervaringen voor alle zintuigen. Uitvoeringen vinden plaats op ongewone, indrukwekkende plekken. Een loods van een scheepswerf, de verlaten vliegbasis Soesterberg of in het ruim van een onderzeeër. Ook werkt hij regelmatig op plaatsen waar grote maatschappelijke verschillen tot spanningen leiden, waaronder een concert vanaf daken aan weerszijden van de bufferzone in Nicosia, een festival in het zigeunerghetto van Prešov of een muzikale ode aan de vrijheid in de schaduw van de afscheidingsmuur in Bethlehem. Als voormalig lector ‘PopKunst’ aan kunsthogeschool ArtEZ onderzocht hij hoe kunstenaars hun werk in een directe relatie met de maatschappij kunnen brengen zonder afbreuk te doen aan de artistieke kwaliteit.

Dit artikel is gepubliceerd in Antroposofie Magazine nummer 2 van juni 2016
Van Antroposofie Magazine gaan we naar de Christengemeenschap.
Aanmelden Pinksterconferentie nu geopend

Gepubliceerd op 23 december 2016

Beste vrienden,

Hierbij kunnen wij u berichten, dat u zich vanaf heden kunt aanmelden voor de Pinksterconferentie. Op dit moment kunt u zich alleen voor de conferentie aanmelden en voor overnachtingsmogelijkheden. Het programma van de lezingen is vrijwel rond en staat op de website. We verwachten dat we u half februari een nieuwe email zullen sturen, dat u uw inschrijving verder kunt invullen met een keuze uit de ochtendlezingen en de workshops. Gebruikt u voor eventuele vragen bij voorkeur het contactformulier.

We wensen u een goede Kersttijd toe.

Met vriendelijke groet,

Het Organisatie Comité


Info 74

Gepubliceerd op 20 december 2016

Informationen aus den Regionen – Nr.74

Reports from Regions – no. 74 (Engl.)
Die laatste twee links zijn ook een uitkomst. We kunnen dan meteen door naar deze informaties uit de regio’s. Ik maak een kleine selectie, er staat nog meer interessants in over het wel en wee van de Christengemeenschap.
Informationen aus den Regionen

Ereignisse – Finanzen – Pläne

NR. 74, Advent 2016


Foundation The Christian Community (international), Gubener Str. 47 a, 10243 Berlin

Telefon: +49-30-609 785 91, Telefax: +49-30-609 785 95

Email: foundation@christengemeinschaft.org


Niederlande und Flandern

Zwei-Tages-Kurs über den Priesterberuf und Ausbildung: Am 5. und 6. Januar wird in der Andrieskerk in Amsterdam ein zweitägiger Kurs über den priesterlichen Beruf und über die Ausbildung an den Seminaren in Spring Valley (USA) und in Deutschland gehalten. Der Kurs ist für alle Personen über 17 Jahren gedacht, die sich für eine Ausbildung an den Seminaren der Christengemeinschaft interessieren, weil sie vielleicht selber am Seminar studieren wollen, oder weil sie andere dabei unterstützen wollen. Der Kurs wird von Bastiaan Baan (Seminarleiter in Spring Valley), Marianne de Nooij (Pfarrerin in Amsterdam) und Ernst Terpstra (Lenker der Region Niederlande und Flandern) begleitet.


Internationale Pfingsttagung 2017: Der Countdown hat begonnen

Die Organisation der internationalen Pfingsttagung beschäftigt unsere Region natürlich sehr. Noch ein halbes Jahr, dann ist es soweit. Dann versammeln wir uns als Mitglieder und Freunde der Christengemeinschaft im Congrescentrum 1931 in ’s-Hertogenbosch für die Internationale Pfingsttagung. Eine begrenzte Anzahl von Menschen verwendet eine riesige Menge an Zeit auf die Vorbereitung dieser Tagung; sie sind zuversichtlich, aber es gehört eine ganze Menge zu der Organisation so einer Tagung!

Die Organisation und das Programm sind weitgehend deutlich. In der Vorbereitung gibt es Gruppen, die sich mit allem rund um den Kultus, dem Programm, der Ausstattung der Hallen, dem Transport, Unterkunft und Verpflegung, der Website und noch vielem mehr beschäftigen. Es gibt die absolut notwendige Unterstützung von Fachleuten, aber bei weitem die meiste Arbeit wird auf freiwilliger Basis durchgeführt, nicht nur weil das bei uns als Christengemeinschaft passt und weil es Menschen gibt, die sehr motiviert sind und denen es Freude macht, sich voll einzusetzen, sondern auch, weil sonst alles zu viel kosten würde.

Sie wissen vielleicht, dass wir uns im letzten Sommer plötzlich verabschieden mussten von unserem ursprünglichen Standort, Ahoy, Rotterdam. Das gab natürlich eine Menge Ärger, aber die Organisatoren sind sehr zufrieden mit dem Standort Congrescentrum 1931 in ’s-Hertogenbosch. Die Säle sind besser geeignet für unsere Zwecke als in Ahoy, und ’s-Hertogenbosch ist zwar keine Metropole, aber sicher ein lebendiger, pulsierender Ort, der auch eine interessante Beziehung hat mit dem Maler Hieronymus Bosch, dem berühmten Sohn dieser Stadt.

Einer der Hauptredner auf der Tagung ist Otto Scharmer. Er ist Dozent an dem berühmten Massachusatts Institute of Technology (MIT) und beschäftigt sich mit der auch für die Christengemeinschaft hoch relevanten Frage: Sind wir in der Lage, das, was in die Welt geboren werden will, vorzufühlen und daran mitzuarbeiten? Das Buch, in dem er zusammen mit Co-Autorin Katrin Kaufer seine Gedanken entwickelt, hat den Titel Theory U, Von der Zukunft her führen. Wenn Sie sich mit Otto Scharmer und seine Ideen bekanntmachten möchten, können Sie auch seine Website besuchen www.ottoscharmer.com. Auf dieser Website gibt es mehrere Videos, in denen er über seine Ideen spricht.

Ellis Booi


Nordamerika

Rafal Nowak trat Ende des Sommers dem nordamerikanischen Priesterkreis bei und lebt sich in das Gemeindeleben in Sacramento, Kalifornien ein. Weiter südlich erfuhr die Gemeinde in Los Angeles gerade, dass Cindy Hindes, die seit 20 Jahren dort Priesterin ist, im Sommer 2017 in den Ruhestand gehen und in die Gegend um Philadelphia ziehen wird. Wie es jetzt aussieht, haben wir keine Pfarrer, die nach Los Angeles entsendet werden könnten. Es ist also wahrscheinlich, dass die Lücke durch regelmäßige Besuche von Kolleg/inn/en in der Nähe überbrückt wird, bis wir jemanden für Los Angeles haben. Sanford Miller wird regelmäßig aus Sacramento kommen. Außerdem wird es gelegentliche Besuche der anderen Pfarrer/innen der Westküste geben. Uns schwebt vor, dass entweder Sanford Miller oder jemand anderes von der Westküste jedes zweite Wochenende in der Gemeinde sein wird.

In den vergangenen Jahren gab es andere Gemeinden, die ohne ansässigen Priester auskommen mussten, oft mit überraschend positiven Effekten. Die Gemeinden in San Francisco, Denver, Vancouver und der Region Taconic-Berkshire erlebten diese Herausforderung, die für eine Gemeinde auch Gelegenheit sein kann, aktiver zu werden und sich ihrer selbst und ihrer Bedeutung an dem Platz in der Welt bewusster zu werden.

Schließlich stellte der Regionalrat im September Kate Kennedy als Geschäftsführerin und für die Koordination der Erbschaftsangelegenheiten ein. Sie wird sowohl Assistentin des Lenkers, Oliver Steinrueck, und des Regionalrats für verschiedene Verwaltungsaufgaben sein, als auch das Erbschaftsprogramm leiten. Das hat zum Ziel, regionsweit Bewusstsein dafür zu schaffen, der Christengemeinschaft nach dem Tod Geld und/oder Vermögen zu hinterlassen, um den Fortbestand unserer Bewegung zu sichern.

Oliver Steinrueck, Deutsch: Katja Orlowski


Foundation

Evaluation der Priesterausbildung in der Christengemeinschaft


In der Erweiterten Ausbildungskonferenz (Siebenerkreis, Executive Committee, Seminarleitungen) wurde im Mai 2016 in Aussicht genommen, die Gesellschaft für Ausbildungsforschung und Berufsentwicklung (GAB München) zu beauftragen, eine Befragung durchzuführen, auf deren Basis die Aus- und Weiterbildung von Priestern in der Christengemeinschaft für die Zukunft weiterentwickelt werden kann.

Nachdem die Finanzierung des Projekts (überwiegend durch Stiftungsgelder) gewährleistet ist, werden in den kommenden Wochen die konkreten Verabredungen getroffen, die innerhalb des nächsten Jahres eine weltweite Evaluation der Priesterausbildung möglich machen sollen. Wir werden Sie darüber informieren, welches Vorgehen dafür geplant ist, sobald das detaillierte Konzept zwischen der GAB und der Erweiterten Ausbildungskonferenz ausgearbeitet ist.

Gedacht ist an einen Prozess in drei Schritten: Zunächst werden die Menschen befragt, die unmittelbar in und mit der Aus- und Weiterbildung an Proseminaren, Seminaren und in der Fortbildung beschäftigt sind. In einer zweiten Runde richtet sich die Fragestellung potentiell an alle Priester, Mitarbeitende und Gemeindemitglieder in den Regionen weltweit, um aufzunehmen, welche Wahrnehmungen, Wünsche und Anregungen bezüglich der Aus- und Weiterbildung von Priestern an den Orten leben, an die Neugeweihte entsandt werden. Als dritter Schritt ist eine moderierte gemeinsame Auswertung der Ergebnisse durch die Mitarbeitenden der GAB in der Erweiterten Ausbildungskonferenz geplant.

Wir versprechen uns von einer breiten Beteiligung bei dieser Untersuchung – in Form von Einzel- und Gruppengesprächen, Interviews und schriftlichen Befragungen – vielfältige Dialoge über die bestehende Struktur und Qualität der Ausbildung, sowie hilfreiche Anregungen für deren Weiterentwicklung.

Für die Erweiterte Ausbildungskonferenz: Anand Mandaiker (Siebenerkreis), Christian Maclean (Executive Committee), Alexander Lerch (Finanzkreis des Stuttgarter Priesterseminars), Ulrich Meier (Seminarleitung Hamburg)
Dan is er een nieuw boek van Judith von Halle verschenen, dat meteen ook in het Nederlands vertaald is.
Zwanenvleugels

Judith von Halle

408 pagina's, prijs € 34,00. ISBN 9789491748561. Gebonden, 1e druk 2016. Om dit boek te bestellen, klik hier. Verschijnt 24 december 2016

Een spirituele autobiografie. Deel I Kinderjaren en jeugd

Deze autobiografische vertelling gaat over buitengewone innerlijke belevenissen van een mens, die in het derde levensjaar door een beslissende gebeurtenis uit het kinderlijke schemerbewustzijn ontwaakt en zich plotseling afvraagt: waar was ik vroeger? Dan begint de jacht naar het verloren volledige bewustzijn. Sinds deze dag ziet het kind de wereld met andere ogen dan de mensen uit zijn omgeving. Zo observeert de vierjarige kleurig ineengestrengelde krachtstromen, die ze de ‘levenstoverkracht’ noemt. Ze beleeft het wakker blijven bij het inslapen en neemt daarbij gestalten waar met afschuwelijke tronies, die opduiken voor de ingang tot de ‘wereld van de werkelijkheid’. Daarachter ontvangt zij het ‘eerbiedwaardige Licht’, dat haar bij haar pogingen tot een ethische zelfopvoeding bevestigt. Een belevenis in het tiende levensjaar wordt toekomstbepalend. Over zulke belevenissen hebben filosofen als Plotinus of dichters als Novalis bericht. Hier bericht een kind daarover hoe het iets goddelijks beleeft in zijn ziel als bron van wijsheid en liefde, als doel van zijn zoektocht naar zijn ‘volledige geheel’.

Vanuit kinderlijke, onbedorven perspectieven worden existentiële, filosofische vragen als leven en dood, vergankelijkheid, God of liefde aangepakt en uitvoerig besproken. Diep aangrijpend zijn de berichten over de voortdurend groeiende uitdaging om de spagaat tussen de ‘wereld van de werkelijkheid’ en de ‘dag-theater-wereld’ te beheersen. Troost en voeding vindt de scholier in de wereld van de dichtkunst, filosofie en kunst op het roemruchte gymnasium van het Canisiuscollege. De leraren en de leermethoden worden terloops met veel humor beschreven. Als twaalfjarige beleeft ze een doorbraak in het denken. Ze verfijnt de methode van het mediteren en van het opnemen van literatuur, maar tot haar vijfentwintigste levensjaar houdt de schrijfster haar verborgen wereld voor zich. Na een levenscrisis in de studietijd ontmoet zij eindelijk mensen met een filosofie die openstaat voor de geest. Daarin vindt ze verbluffende overeenkomsten met haar eigen ervaringen die haar ook de reïncarnatiewet laat ontdekken. Daarmee wordt een kring gesloten, ook met betrekking tot haar mysterieuze ontwaakbelevenis in het derde levensjaar.

Een ontroerend en bemoedigend getuigenis voor de ontdekking van en het inzicht in de eigen onvergankelijke geestelijke individualiteit, van haar vermogens, oorsprong en doel.
Er verschenen direct recensies van, zoals deze.
Judith von Halle

«Schwanenflügel»: Umstrittene Anthroposophin veröffentlicht Autobiographie – mit 44

31.12.2016 um 18:00 Uhr

Die bekannte wie umstrittene Anthroposophin Judith von Halle hat ihre Autobiografie veröffentlicht – mit 44. «Schwanenflügel», so betitelt die Dornacher Anthroposophin Judith von Halle ihre «spirituelle Autobiografie». Dieser Zusatz ist ungewöhnlich und nicht sogleich verständlich. Erstaunlich ist, dass hier nicht ein ergrautes Haupt auf sein Dasein zurückblickt, sondern eine 44-jährige Frau. Nicht gerade das übliche Alter, um seine Memoiren zu verfassen.
Dan weer iets anders. Een persbericht van Eosta, het internationale biologische handelsbedrijf van Volkert Engelsman.
Vriend van Eosta geroemd om overwinning op oliepijplijn

Op 6 december publiceerde Het Financieele Dagblad een uitgebreid artikel over de slag om de oliepijplijn bij Standing Rock, die door de duurzaamheidsbeweging is gewonnen. Arvol Looking Horse, opperhoofd van de Sioux, fungeert in het stuk als held. Het is een klassiek David tegen Goliath-verhaal. Looking Horse is daarbij de markante personificatie van het groene verzet tegen de oude, door fossiele brandstof gedreven economie. Hij is bovendien een oude bekende van Eosta.

De strijd bij Standing Rock is een metafoor voor de strijd van een nieuwe economie die ecologie en economie wil verenigen, tegen de oude economie waarin bedrijven schade voor milieu en mensen afwentelen op de maatschappij en op de toekomst. De indianen waren in de 19de eeuw de eerste slachtoffers van de industrialisatie van Noord-Amerika.

Wat weinigen weten, is dat Arvol Looking Horse een goede bekende is van de biologische beweging in Nederland. In 2015 was de geestelijk leider van de Sioux (“19th generation keeper of the Sacred White Buffalo Calf Pipe Bundle”) een van de hoofdsprekers op het Save Our Soils congres in Amsterdam. Chief Arvol Looking Horse viel met zijn traditionele verentooi behoorlijk op tijdens het bodemcongres, georganiseerd door de in Nederland gevestigde internationale distributeur van biologische groente en fruit Nature & More.

“Een monumentale zwijgzame man, bijna twee meter lang, met het profiel van een adelaar”, zo beschrijft Volkert Engelsman, directeur van Nature & More, de Chief. Even karakteristiek als zijn uiterlijk waren de woorden van Looking Horse. Aan de klimaatopwarming refereerde hij met de woorden: “Moeder Aarde is ziek, ze heeft griep.” Hij pleitte ervoor de “Natuurlijke Wet” weer centraal te plaatsen in economie en beleid. En “De aarde is niet van ons; wij zijn van de aarde.”

Volgens Engelsman voegt het Sioux opperhoofd een onmisbare stem toe aan de internationale duurzaamheidsbeweging: “Waar velen werken aan True Cost Accounting en transparantie op een praktische manier, laat Arvol Looking Horse vanuit oeroude tradities zien waar het mis gaat in onze spiritualiteit en onderliggende waarden. Zo komt hij vanuit een totaal andere achtergrond tot precies dezelfde conclusies over ontwikkelingen in de wereldwijde politiek en economie. Ik hoop dat er na Standing Rock nog meer naar hem geluisterd gaat worden.”
Er is ook nieuws te melden over de SKA: de Steiner Kritische Ausgabe.
BAND 6

Schriften zur Anthropologie

Theosophie

Anthroposophie (Ein Fragment)

Die ›Theosophie‹ (1904) stellt Rudolf Steiners klassische Darstellung der anthroposophischen Menschenkunde dar. Sie dokumentiert Steiners intensives Eintauchen in die theosophische Gedankenwelt Annie Besants und Charles Leadbeaters um die Jahrhundertwende und seinen Versuch einer Harmonisierung derselben mit seiner eigenen, stark vom deutschen Idealismus sowie von der Entwicklungslehre Ernst Haeckels geprägten ›Philosophie der Freiheit‹ von 1894. Der vorliegende Band, der die wechselvolle Textgeschichte dieses Grundwerks der Anthroposophie dokumentiert und kritisch begleitet, wird ergänzt durch die Fragment gebliebene Skizze einer anthroposophischen Sinneslehre (›Anthroposophie‹) aus dem Jahre 1910.

Erschienen November 2016

Leseprobe
Die leesproeve is absoluut het aanraden waard. Maar ik ga door naar de Facebookpagina van de SKA. Daar liet Christian Clement op 1 december het volgende weten:
Steiner - Kritische Ausgabe. Band 6: Schriften zur Anthropologie.

ist jetzt beim Verlag bestellbar.

“Theosophie” und “Anthroposophie” in einem Band!

In textkritischer Ausgabe.

152 Seiten Einleitung, 423 Seiten Text und Kommentar.

“Die Struktur des Universums ist im imaginativen Denken, wie Steiner es versteht, ebenso Ausdruck und Illustration des menschlichen Wesens, wie umgekehrt der Mensch ein Bild des Kosmos ist. ›Kosmos‹ und ›Mensch‹, ›Außenwelt‹ und ›Innenwelt‹ sind für Steiner im wörtlichen Sinne ein und dasselbe, aus zwei Blickwinkeln betrachtet. In einem derart verstandenen imaginativen Denken wäre somit der Unterschied zwischen Anthropologie und Kosmologie ein lediglich perspektivischer, denn sowohl der Erforscher der Natur als auch der Erforscher des Menschen blicken nach Steiner auf zwei als solche nur für und durch den Menschen verschiedene Bewusstseinsgestalten, in denen ein und dieselbe Wirklichkeit bzw. Gesetzmäßigkeit auf je unterschiedliche Weise zum Ausdruck kommt.

Diese in vieler Hinsicht an die schellingsche Identitätsphilosophie gemahnende Konzeption bildet in Steiners anthropologischen Schriften allerdings nur den allenfalls angedeuteten ideellen Hintergrund der Darstellung. Zu ihrer vollen Konkretisierung kommt sie erst in seinem esoterischen Hauptwerk, der ‘Geheimwissenschaft im Umriss’ von 1910. Hier entsteht, durch Ausfaltung des in der ‘Theosophie’ entwickelten Wesensbegriffs in die Dimension der Zeit und in das Paradigma einer spirituellen Evolutionstheorie, das gewaltige Gedankenbild der steinerschen Kosmogonie.” [...]

“Dem Leser der ‘Anthroposophie’ kann es in den letzten Kapiteln des Fragments ähnlich ergehen, wie Mephistopheles in der ›klassischen Walpurgisnacht‹: Er weiß vor lauter Metamorphosen irgendwann nicht mehr, wo ihm der Kopf steht. Das Denken in Metamorphosen, mit dem Steiner beim Studium der naturwissenschaftlichen Schriften Goethes bekannt geworden ist, wird so weit über den ursprünglichen Rahmen goethescher Morphologie hinaus getrieben, dass das begriffliche Denken irgendwann nur noch schwer mitkommt. Steiner wendet das Metamorphosenprinzip nicht nur, wie Goethe selbst, auf physisch-sinnliche Formen an, sondern auch auf ätherische, astrale und geistige. Alles erscheint so mit allem verwandt, alles aus allem ableitbar durch ein universelles Gesetz allseitigen Hervorgehens auseinander; nicht nur physische oder seelische Gestalten auseinander, sondern auch Physisches aus Seelischem oder Geistigem. Ein atemberaubendes ›Abenteuer des Geistes‹ deutet sich an, ein intellektueller ›Gang zu den Müttern‹, wenn man so will, an dessen sprachlicher Umsetzung Steiner aber letztlich ebenso scheiterte wie Faust an seinem Versuch, Helena ›ins Leben zu ziehen‹, und wie Mephistopheles an seinem Versuch, der Lamien habhaft zu werden.

Dennoch hat Steiner mit der Ausformulierung des Textes mehreres erreicht. Auch wenn die Darstellung irgendwann nur noch schwer nachzuvollziehen ist, so wird doch die generelle Idee dessen, was Steiner als Anthroposophie an die Seite von ›Anthropologie‹ in seinem Sinne (d. h. an die Seite naturwissenschaftlich begründeter Menschenkunde) und Theosophie stellen möchte, noch im Scheitern deutlich. Selbst in der extremen Ökonomie und der sachlich begrifflichen Zurückhaltung, welche er sich in dem Fragment auferlegt, gelingt es ihm in bestimmten Passagen, die imaginative und prozesshafte Natur des anthroposophischen Denkens deutlich werden zu lassen. Ferner gelingt es ihm bisweilen, die menschenkundliche Betrachtung derart an kosmologische Vorstellungen anzuschließen, dass die Idee einer Seinsanalogie, die in der Theosophie noch recht allgemein und abstrakt ausgestaltet war, in poetischen Bildern von bemerkenswerter Einprägsamkeit zum Ausdruck kommt. So erscheint der ›Kosmos‹ des menschlichen Sinnesorganismus als mikrokosmisches Gegenbild der Sternenwelt, wenn Steiner beschreibt, wie die zentrale Ich-Tätigkeit gewissermaßen ihre Bahn durch die verschiedenen Sinnesbereiche zieht, ähnlich wie die Sonne durch die zwölf Bereiche des Zodiak. Der ätherische Organismus hingegen mit seinen sieben zentralen Lebenstätigkeiten wird zum Gegenbild der sieben Planeten, die um die Erde kreisen. Und die drei Grundelemente des astralen Organismus erscheinen wie eine mikrokosmische Entsprechung des Verhältnisses von Sonne, Mond und Erde. Die traditionelle hermetische Vorstellung von der Analogie des kosmischen und des menschlichen Lebens, die Betrachtung des Menschen als mikrokosmisches Bild des Universums, gewinnt in Steiners Texten eine Konkretion und Modernität – und, so wird man vielleicht sagen dürfen, eine poetisch-ästhetische Qualität –, welche dieselben zu bemerkenswerten Beispielen europäischer esoterischer Literatur machen.”

Steiner: Schriften – Band 6: Schriften zur Anthropologie | frommann-holzboog

Der frommann-holzboog-Verlag ist ein wissenschaftlicher Fachverlag mit den Schwerpunkten Philosophie, Geisteswissenschaften und Psychoanalyse.

frommann-holzboog.de
Dan gaan we naar nieuws van 20 december op de website Triodos op de Reehorst, met Vaststelling bestemmingsplan en verlening omgevingsvergunning:
In de Raadsvergadering van 24 november hebben de burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug definitief ingestemd met het bestemmingsplan ‘Landgoed De Reehorst’. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de herontwikkeling van het landgoed, de realisatie van het nieuwe kantoor van Triodos Bank, de parkeerplaats, de aanleg van een ontsluitingsweg en paden en een verbetering van de cultuurhistorische-, landschappelijke- en natuurwaarden.

Op 28 november heeft het college ook de bijbehorende omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) verleend.

Omdat er is gekozen voor een gecoördineerde besluitvorming liggen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning gelijktijdig ter inzage. Tijdens de inzageperiode zijn de stukken voor iedereen inzichtelijk van vrijdag 2 december tot en met donderdag 12 januari 2017 in het Publiekscentrum in Doorn (Cultuurhuis Pléiade, Kerkplein 2) en in de openbare bibliotheek van Driebergen-Rijsenburg.

De besluiten en de daarop betrekking hebbende stukken zijn binnen deze termijn ook beschikbaar via www.heuvelrug.nl/terinzage. Het bestemmingsplan ‘Landgoed De Reehorst’ is ook te raadplegen via www.ruimtelijkeplannen.nl.
Vandaag kwam daarbij ProRail is gestart:
Eind december 2016 is ProRail gestart met de uitvoering van de herstructurering van het stationsgebied. De komende jaren wordt het station vernieuwd, het aantal sporen uitgebreid naar vier en zal de Hoofdstraat straks onder het spoor door gaan met een tunnel.

De eerste werkzaamheden bestonden uit het rooien van de bomen aan de noordzijde van landgoed De Reehorst. De strook grond waar deze bomen op stonden, gelegen rond Antropia, is eigendom van ProRail. Die zal bij de herinrichting van het landgoed ter compensatie nieuwe bomen terugplanten op het landgoed.

Actuele informatie

Voor dit project (ook wel het Infraplan geheten) heeft ProRail een speciale website ingericht met actuele informatie over de werkzaamheden www.stationsgebieddriebergenzeist.nl.
Ook van vandaag is dit actuele nieuws uit de Volkskrant, Kees Vendrik aan de slag als hoofdeconoom Triodos Bank:
Kees Vendrik gaat per 1 april als hoofdeconoom aan de slag bij Triodos Bank. Vendrik werkt meer dan dertig jaar op het snijvlak van economie en politiek. Bekend werd hij als financieel woordvoerder van GroenLinks, een functie die hij van 1998 tot 2010 vervulde. Bij zijn afscheid van de Tweede Kamer noemde Gerrit Zalm hem ‘de beste minister van Financiën die Nederland nooit heeft gehad’. Sinds april 2011 is Vendrik collegelid van de Algemene Rekenkamer.

Door: Jeroen van Wensen 10 januari 2017, 11:37
Als laatste onderwerp vandaag dit uit het Algemeen Dagblad van 6 december, Humane bordelen: veilige plek voor sekswerkers:
De dagen van de klassieke raamprostitutie in Nederland lijken geteld. De stichting Non Nobis wil in verschillende steden in Nederland grote bordelen neerzetten.

Peter Koop 06-12-16, 04:34 Laatste update: 04:38
We lezen daar onder meer:
“Het is een compleet nieuwe start”, zegt Mart Breedeveld, voorzitter van Non Nobis. “Wij worden eigenaar van het pand, een aantal exploitanten huurt de werkruimtes van ons en verhuurt deze per dagdeel aan de sekswerkers Wij zien het liefst een collectief van sekswerkers als exploitant.”

In de plannen van Non Nobis – Latijn voor ‘niet voor ons’ – gaan de prostituees erop vooruit. “We maken ze minder afhankelijk van pooiers en exploitanten. De raamhuur betalen ze aan een centrale balie, waar ze ook hun eigen dagopbrengst kunnen afstorten. De raamhuur wordt door ons direct overgemaakt aan de exploitant. Alles heel transparant en controleerbaar, zodat duidelijk is hoe de geldstroom loopt.”
Trouw besteedde de dag erna er ook aandacht aan:
Een veilige werkplek in rood licht

Door: Amber Dujardin − 07/12/16, 09:12

PROSTITUTIE Grote bordelen waar sekswerkers op een ‘veilige en transparante manier’ een werkplek kunnen huren. Zou die innovatie misstanden in de prostitutie kunnen verminderen?

Van zorgboerderij naar bordeel? Non Nobis hoopt de ommezwaai snel te maken. In Den Haag wil de stichting die vastgoed beheert misstanden in de prostitutie aanpakken met grote bordelen waar sekswerkers op een ‘veilige en transparante manier’ kunnen werken. Daniëlle Koster, CDA-raadslid in Den Haag, legt het plan vandaag voor in de gemeenteraad.
Non Nobis legde het op zijn eigen website zo uit, onder de titel Fair Seks: onze visie op raamprostitutie:
In 2014 werd Non Nobis benaderd door een coöperatie van sekswerkers. Men zocht een investeerder voor de nieuw te realiseren zone voor raamprostitutie in Utrecht, genaamd ‘Het Nieuwe Zandpad’. Na een aanvankelijke aarzeling hebben we ons hierin verdiept.

In Nederland is in 2000 het bordeelverbod opgeheven. De algemene hoop en verwachting bij deze legalisatie was dat daardoor als vanzelf een einde zou komen aan de ondoorzichtigheid van de sector. En dat daarmee ook de criminele activiteiten zouden verdwijnen. Deze verwachting is niet waargemaakt.

Het maatschappelijk taboe op (raam)prostitutie is met de legalisatie niet verdwenen. Raam-prostitutie blijft een schemergebied. Veel maatschappelijke diensten zijn voor sekswerkers niet toegankelijk. Waar deze diensten onmisbaar zijn worden ze geleverd door meer ‘obscure’ kanalen. In dit schemergebied heerst een grote machtsongelijkheid. Sekswerkers verkeren in een kwetsbare en afhankelijke positie. Alleen door die positie te veranderen kunnen sekswerkers vrije keuzes maken.

Landelijk en regionaal spant de overheid zich in om misstanden in de sector terug te dringen. Aanscherpen van de regels en beter toezicht dragen stapjes bij. Maar zijn onvoldoende om werkelijk het verschil te maken. Daarvoor is het bestaande systeem gewoon te winstgevend. Werkelijke verandering in deze sector is alleen mogelijk als de bestaande machtsverhoudingen worden doorbroken. Dat kan alleen door een maatschappelijke coalitie van publieke- en private partijen die zich zo’n verandering ten doel stellen.

Non Nobis heeft een plan van aanpak ontwikkeld waarmee misstanden in de raamprostitutie worden tegengegaan. Deze aanpak versterkt de sociale- en arbeidspositie van sekswerkers. Het plan voor het realiseren van een veilige, schone en transparante prostitutie berust op vier samenhangende pijlers:

1. Versterking van de positie van sekswerkers (empowerment). Dit is een belangrijke manier om misstanden tegen te gaan.

2. Realisatie van transparante financiële structuren, waardoor de sector minder aantrekkelijk wordt voor criminele elementen.

3. De verdiencapaciteit komt ten goede aan de sector. De financiële baten worden gebruikt voor het versterken van de positie van de sekswerkers. Met andere woorden, het “terugploegen” van de grote winsten naar de sector.

4. Realisatie van een “barrière model” tegen uitbuiting, misstanden en mensenhandel. Door fysieke en organisatorische maatregelen voorkomen we zo veel mogelijk dat sekswerkers onvrijwillig werken.

Met dit vernieuwende model schreven we in op de gemeentelijke tender in Utrecht met als uiteindelijke doel de prostitutiezone “Het Nieuwe Zandpad” te ontwikkelen en realiseren. Die tender is helaas gegund aan een reguliere partij.

In het blad Binnenlands Bestuur verscheen over deze tender een artikel, dat u hier kunt downloaden. In dat artikel is Burgemeester Van Zanen positief over onze voorstellen. Hij gaat niet inhoudelijk in op de gunning. De belangrijkste reden was dat de winnende partij bereid was aan de gemeente meer huur te betalen voor de grond.

Voor de gemeente Utrecht is de keuze voor een reguliere bouwer naar onze mening een gemiste kans, zeker gezien de redenen van financiële aard. We denken echter dat ons model evenzeer toepasbaar is in andere gemeenten met een sector van raamprostitutie. We gaan hierover graag met zulke gemeenten in gesprek.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)