De tijd tikt maar door en de dagen ook. Probeer dan het nieuws maar eens bij te houden... hier komt weer een poging. In ‘Herschikken’ op 20 augustus bleken in Amsterdam ‘Nieuwe scholen in de maak’. De daar genoemde website AntroVista kwam intussen met een ‘Update 25 augustus’:
‘De uitslag van de eerste ronde is bekend. De 35 meest gekozen initiatieven gaan door naar de tweede ronde op 31 augustus, waar ze hun plannen zullen presenteren. De drie onderstaande initiatieven zullen daar bij zijn. De Wijde Blik staat op plaats 5 met 1074 stemmen, het Kairos College op plaats 8 met 759 stemmen en de Kadervrijeschool op 15 met 418 stemmen.’Maar ‘vrijeschoolbeweging.nl’ moest op 3 september berichten dat ‘Kairos College in Amsterdam-Noord voor voortgezet vrijeschoolonderwijs hoort bij de 15 plannen die naar de tweede ronde gaan’:
‘“Kairos College, voortgezet vrijeschoolonderwijs” is geselecteerd door de jury van onzenieuweschool voor de “incubator”. Helaas de andere twee vrijeschool-initiatieven die bij de ruim 100 ingediende plannen zaten, De Wijde Blik en Kadervrijeschool Amsterdam niet. In de zoektocht naar nieuwe onderwijsplekken in Amsterdam heeft de jury uit 50 pitches en achterliggende plannen de beste initiatieven gekozen. Deze 15 initiatieven gaan door naar de Incubator, waarin zij komende 5 maanden hun plan met behulp van coaches en begeleiding verder uitwerken. Uiteindelijk krijgen 3 tot 4 initiatieven faciliteiten van de gemeente Amsterdam (denk aan een gebouw, e.d.) om daadwerkelijk te starten.Op dinsdag 25 augustus berichtte dezelfde website ‘Vrijeschoolbeweging’ ‘Rotterdam-West is officieel gestart’:
Maandag 31 augustus werd het plan “vooruitstrevend vrijeschoolonderwijs gericht op de wereld om ons heen en de mogelijkheden van de 21e eeuw” gepresenteerd door schoolbestuurder Wiebe Brouwer, initiatiefneemster Nicoline Vink en werkgroeplid Christine Cornelius. Een blinkend presentatieteam: “een vernieuwde vrijeschool voegt veel toe aan Amsterdam, met koper, koorzang, verbeelding en ook de virtuele wereld”. De volgende dag gaf de jury de uitslag.
Kairos = het juiste moment vastgrijpen: “opgroeien doe je maar 1 keer”.’
‘Een spannende en vooral mooie en bijzondere dag vandaag voor de leerlingen, ouders en de leerkrachten. Een verhaal in de mooie nieuwe lokalen, een welkomsttoespraak op het grote plein en het schoollied en een sprookje op het binnenplein. De 4 kleuterklassen komen vol te zitten dit jaar, in de eerste klas zitten 13 kinderen. Die moesten met het bewegend leren de klas binnen klimmen. Zie ook het filmpje.’Dagblad De Gelderlander moest echter op 25 augustus ook ‘Komst middelbare vrijeschool Culemborg uitgesteld’ melden:
‘Culemborg krijgt nog geen voortgezet vrijeschoolonderwijs. De start is een jaar uitgesteld omdat er te weinig aanmeldingen zijn.’Dat is een tegenvaller. Maar op andere plekken is er meer succes. Zo meldde de Vereniging voor vrijescholen vandaag een ‘Nieuwe vrijeschool in Utrecht West’:
‘De vrijeschool in Utrecht is al enkele jaren een groeiende school. Drie jaar geleden is een start gemaakt met een tweede stroom die inmiddels 3 kleuterklassen en de 1e eerste klas telt. Maar nog steeds heeft het vrijeschoolonderwijs in Utrecht te maken met oplopende wachtlijsten. Reden voor het bestuur om begin 2015 een onderzoek te doen naar de mogelijkheden om in Leidsche Rijn, aan de westkant van Utrecht, een nevenvestiging te starten: Vrije School Utrecht West.Vandaag staat op deze verenigingswebsite ook ‘Geef uw mening over de staat van het onderwijs’:
Initiatiefgroep en informatieavond
In april 2015 is een initiatiefgroep van ouders van gestart gegaan; er werd een website en een facebookpagina gemaakt. Inmiddels hebben 125 gezinnen met één of meerdere kinderen zich als belangstellende voor deze school aangemeld. Een geweldig resultaat! Met de gemeente worden op dit moment gesprekken gevoerd over de huisvesting.
Donderdag 24 september organiseert de initiatiefgroep de eerste informatieavond. Voor meer informatie kunt u terecht op www.vrijeschoolutrechtwest.nl.’
‘Bereiden we onze kinderen op school wel goed genoeg voor op de steeds sneller veranderende wereld om ons heen? Hoe denken ouders, leerkrachten, schoolleiders en bestuurders van vrijescholen daarover. Het Algemeen Dagblad houdt een landelijk onderzoek naar de staat van het onderwijs. Samen met veertien andere kranten wordt de komende weken geïnventariseerd hoe Nederland denkt over het onderwijs.Op 31 augustus kwam de Vereniging van vrijescholen met haar ‘Jaaroverzicht 2014’:
De uitkomsten van het onderzoek worden op 17 oktober gepubliceerd in de zaterdageditie van het Algemeen Dagblad. Geef ook uw mening over de staat van het onderwijs.’
‘De Vereniging van vrijescholen publiceert ieder jaar ter verantwoording aan haar leden een overzicht van activiteiten en onderwerpen die het afgelopen jaar aan de orde zijn geweest. U kunt het overzicht downloaden. Als onderdeel van het jaaroverzicht is daarnaast korte film gemaakt. Daarin worden een paar thema’s nader belicht. Download het Jaaroverzicht 2014’Maar er is ook een ‘Film bij Jaaroverzicht 2014’:
‘Geüpload op 24 aug. 2015 Als onderdeel van het jaaroverzicht maakt de Vereniging van vrijescholen jaarlijks een korte film, waarin een aantal actuele ontwikkelingen en thema’s aan de orde komt.’
De tekst van het Jaaroverzicht 2014 is de volgende:
‘LobbyOp ‘Vrijeschoolbeweging’ werd op 20 juli een artikel van Ariëlle Krijger uit de Lerarenbrief van Advent 2014 overgenomen, getiteld ‘Waar gaan we naartoe? – samenvatting en discussie’. Zij schreef:
De vereniging manifesteert zich op verschillende manieren op het lobby speelveld. Hiervoor is een trechtermodel ontwikkeld waarin doelen en wegen zijn aangegeven. Voor de algemene onderwijszaken zijn de PO- en VO-raad de platforms om de belangen voor de vereniging te behartigen. Is het bijzonder onderwijs in het geding, dan is de VBS voor de vereniging een logische partner en belangenbehartiger. Daarnaast spelen er specifiek zaken en onderwerpen voor het vrijeschoolonderwijs. De vereniging werkt hierin samen met de lobbyist Meüs van der Poel. Onderwerpen die o.a. aan de orde zijn (geweest): Kleine scholentoeslag, kleutertoets, vmbo/mbo niveau 2/3 doorstroom, lerarenregister, verbreding inspectie, belemmeringen in wet- en regelgeving voor de groei van vrijescholen.
Inmiddels zijn er gesprekken gevoerd met een aantal onderwijswoordvoerders in de Tweede Kamer, (VVD, PvdA, GroenLinks, SGP). Overige fracties volgen nog. De gesprekken zijn positief, de Kamerleden staan positief tegenover de vrijeschool.
Bestuurlijke contacten
Het bestuur heeft actieve contacten met het ministerie van OCW en wordt in voorkomende gevallen geconsulteerd over de opinies van de vrijescholen. Voorbeelden hiervan opinies en informatieverschaffing ten aanzien van de fusietoets/clustering van vrijescholen, de verplichte eindtoets en de leerlinggroei en planning van schoolstichting. De PO vertegenwoordiger in het bestuur heeft (op persoonlijke titel) zitting genomen in een Denktank Excellentie in het basisonderwijs. Door de Denktank is een advies voor de Staatssecretaris opgesteld.
Het bestuur neemt voorts deel aan de periodieke overleggen (de zogenoemde Kringen) met de onderwijsinspectie en heeft haar jaarlijkse gesprek gevoerd over de ontwikkelingen in het vrijeschoolonderwijs om zodoende de specifieke aandacht binnen het toezichtskader voor vrijescholen up to date te houden. De vereniging is in intensief gesprek met de afdeling Rekenschap om af te stemmen over bestuurlijke en financiële ontwikkelingen binnen de vrijescholen. Op verzoek van de inspectie is er ook een gesprek geweest met de hoofdinspecteur om toelichting te geven op de mate van “verveling” van kinderen op school. Ook is er een voorgesprek gevoerd met de hoofdinspecteur over publicatie over de Staat van het Onderwijs. Daarin zijn de rol van ouders en de verantwoordelijkheid en autonomie van de leerkracht onder de aandacht gebracht.
De PO vertegenwoordiger in het bestuur heeft een actieve rol in de PO-Raad. Jeroen Gommers heeft zitting in de werkgroep Onderwijs en opbrengsten en de Werkgroep Sectorale Visitaties. In de werkgroep Onderwijs en opbrengsten is met name de aandacht gevraagd voor variatie in het onderwijs, de positie van de sector ten aanzien het voorkomen van labelen van scholen door de inspectie (gedifferentieerd toezicht), het ruimte bieden aan persoonsvorming (2032). In de werkgroep Visitatie wordt een werkwijze voorbereid voor de gehele sector. Daarbij is aandacht gevraagd voor de eigen ambitie van school en bestuur. Jeroen Gommers heeft ook een klankbordfunctie gehad voor de commissie die voor Koningin Maxima een inspanning doet het muziekonderwijs te stimuleren.
Rian van Dam en Artho Jansen hebben kennisgemaakt met de voorzitter van de VO-raad, Paul Rosenmöller. Punten die onder de aandacht gebracht zijn: groei van vrijescholen en de beperkingen op dat gebied rond RPO en gemeentelijk beleid, her plus-document en de elementen die veel vrijescholen in dat kader reeds ontwikkeld hebben. Ook is aandacht gevraagd voor de dreigende knelpunten, met name in de middenbouw als de eisen m.b.t. verbod op scheefbevoegdheid onverkort worden doorgevoerd. Op al deze punten toonde de VO-raad zich ontvankelijk. Er zijn vervolgafspraken gemaakt m.b.t. nadere afstemming.
Groei en kwaliteit
De grote belangstelling voor vrijescholen/vrijeschoolonderwijs is verheugend maar vraagt om een plan van aanpak om deze te realiseren en de kwaliteit te waarborgen. Het bestuur heeft dit uitgewerkt in de documenten Aspirant-lidmaatschap, groei en inpassen nieuwe initiatieven, Routeplanners voor PO en VO en een Werkdocument kwaliteit vrijeschoolonderwijs. Deze zijn in de ALV van december besproken, en naar aanleiding daarvan worden werkdocument Kwaliteit en vormen van aspirant lidmaatschap nog verder bewerkt/onderzocht. Op de website is een dossier Toolbox groei en uitbreiding geplaatst waar alle informatie voor ondersteuning van initiatieven is gebundeld. Eind 2014 zijn 3 afdeling voor VO onderwijs en één voor PO onderwijs actief.
Regiobijeenkomsten bestuur met leraren/ouders
Het bestuur wil naast de contacten met besturen en bestuurders periodiek met een afvaardiging van leraren en ouders in gesprek beleidsontwikkelingen binnen de vereniging en binnen de regio’s. Het bestuur wil met ouder en leraren in gesprek over kansen, mogelijkheden, zorgen en bedreigingen. We kunnen als bestuur vertellen waar we mee bezig zijn. In december is het voorstel Regiobijeenkomsten voor ouders en leraren voorgelegd en goedgekeurd. De komende jaren zal ieder half jaar een regio worden bezocht.
Relaties internationaal
Het bestuur heeft Frans Ebskamp opdracht gegeven om de relaties met de internationale partners en de plaats die de vereniging in de internationale netwerken inneemt te onderzoeken. Zijn advies aan het bestuur is in de ALV van december besproken en de leden hebben ingestemd met de aanbevelingen, die in 2015 worden uitgewerkt. De accenten zijn tweeërlei: internationaal actief blijven en actieve deelname van scholen op dit gebied bevorderen.
Relaties nationaal
Op bestuurlijk niveau vindt jaarlijks afstemming plaats met Hogeschool Leiden. Met de Vrijeschool pabo loopt een traject over groei- en vervangingsvraag van leerkrachten van vrijescholen voor de komende jaren. De resultaten van de eerste inventarisatie zijn bekend, in 2015 zal dit herhaald worden. De Vrijeschool Pabo zullen ook afstemmen op gebied van contacten met scholen om stagebegeleiding te versterken en te professionaliseren. Verder kan op dit gebied gemeld worden dat de opleiders van de VO scholen het draagvlak verkennen voor een Module basiskennis vrijeschool bij de Hogeschool Leiden.
De vereniging is ook actief in de Koepelgroep. Daarnaast heeft zij contact gelegd met organisaties die zich met een divers aanbod richten tot vrijescholen, besturen, leraren en ouders. Vanuit de koepelgroep en in samenwerking met de Iona Stichting wordt nu onderzocht hoe met al deze spelers een netwerk of platform kan worden gevormd dat jaarlijks bijeenkomt voor uitwisseling en werkafspraken.
Samenwerking VBS/SOVO. Met VBS vinden twee keer per jaar gesprekken plaats, met name op gebied van lobby/belangenbehartiging. Waar hebben we gezamenlijk belang, waar treedt de vereniging apart op. De vereniging is inmiddels weer aangesloten bij het Netwerk SOVO.
PR en communicatie
De actualiteit op onderwijsgebied wordt nauwlettend gevolgd en de standpunten van het bestuur, indien van belang, worden snel gecommuniceerd. De wisselwerking tussen bestuur, lobby en communicatie werpt zijn vruchten af, het levert vervolg op en ondersteunt het bestuur in haar contacten met derden.
Website
De website is gericht op actualiteit, publicaties, thema’s en dossiers die samenhangen met de belangen van het vrijeschoolonderwijs en de leden van de Vereniging. Op basis van het trechtermodel worden de thema’s bepaald en gespecificeerd.
Het bereik van de website en sociale media van de Vereniging is het afgelopen jaar toegenomen en functioneler geworden. Naast een intensievere inzet van de communicatie instrumenten wordt dit mede ingegeven door de populariteit van het vrijeschoolonderwijs en de aandacht voor de vrijeschool in landelijke en lokale media.
In 2014 werd de website onder meer ingezet voor:
– Open dagen en informatiebijeenkomsten van vrijescholen in Nederland. Deze zijn gebundeld op de website. Om de bekendheid hiervan te stimuleren heeft de Vereniging een interview en een spotje opgenomen dat door lokale omroepen door heel Nederland regelmatig is uitgezonden.
– Een speciale pagina voor het lectoraat Waarde(n) van vrijeschoolonderwijs. Daarop worden de ontwikkelingen van het lectoraat in beeld gebracht in afstemming met de lector.
– Evenementen en bijeenkomsten van de Vereniging en partners. Deze worden breed onder de aandacht gebracht, waaronder de jaarlijkse VO conferentie, de landelijk ontmoetingsdag voor kleuterleidsters en de thematische Algemene Ledenvergaderingen.
Nieuwsbrief
De nieuwsbrief verschijnt eenmaal per kwartaal. Daarin verschijnt een actualiteitenoverzicht van nieuws, activiteiten en vacatures. De nieuwsbrief heeft een standaardbereik van bijna 1500 ontvangers. Deze groep bestaan voor twee derde uit leerkrachten in het vrijeschoolonderwijs. De nieuwsbrief geeft een sterke impuls aan de het bezoekersaantal van de website en sociale media.
Algemene Ledenvergadering
In 2014 is een start gemaakt met een thematische opzet van de ledenvergaderingen van de Vereniging. Voorafgaand aan het huishoudelijke programma wordt een actueel en relevant geprogrammeerd waarover het gesprek met leden en partners gevoerd wordt. De ALV van juni 2014 stond in het teken van “groei en kwaliteit” en in december 2014 was het thema “vrijeschoolonderwijs in de 21e eeuw”. Deze lijn wordt voortgezet in 2015.
Doorontwikkeling bestuur en bureau.
Het bestuur heeft de nieuwe rol van de leden/bestuurders PO en VO ingevuld met de adviesvraag euritmie en media/ict, voor gegevens groei- en vervangingsvraag en debat actuele thema’s in de ALV.
Projecten
Het driejarige project Euritmie is afgesloten en de leden hebben aangegeven dat verdere ontwikkelingen op dit gebied aan de opleiding en het werkveld is.
Media en ict is als project beëindigd, verdere ontwikkelingen zullen in conferentievorm worden uitgewerkt. Deze vindt plaats op 25 september 2015, nadere informatie staat op de website.
Verhuizing bureau en vereniging Per 1 juli 2014 zijn Vereniging en bureau verhuisd naar Landgoed Kraaybeekerhof, waar twee kamers worden gehuurd.’
‘Zo luidt de titel van een brief aan collega’s van Valentin Wember in de Rundbrief van de Pedagogische Sectie in Dornach, Michaeli 2014. Wember werpt een aantal vragen op “in deze tijd van een tsunami van gepensioneerden”. Hoe zal de Steiner-Waldorfschoolbeweging zich verder ontwikkelen? Waar staan we binnen 7 of 12 jaar? Hij vraagt de lezer twintig minuten van zijn of haar kostbare tijd om de brief te lezen. Ik heb dat gedaan en mijn ervaring was dat het voor buitenlanders ongeveer twee maal twintig minuten neemt. En het was de moeite waard! Hier volgt een samenvatting en discussie, dus dat gaat veel sneller. Voor het hele artikel in vertaling, zie hier.Op 8 juli nam ik in ‘Uitsluitingsmechanismen’ een uitvoerig ‘Verslag VrijOnderwijsdag 30 mei “Ruimte maken voor vrijeschoolonderwijs”’ over. Op 5 september om 11:51 plaatste VrijOnderwijs.nl op Facebook:
Samenvatting
Het komt erop neer dat de Steiner Waldorf schoolbeweging volgens Wember onvoldoende voorbereid is op de toekomst als het vraagstuk over wie de school leidt niet afdoende beantwoord is.
In zijn betoog of wekroep maakt hij onderscheid tussen management en leiderschap. Hij refereert eraan hoe in de meeste Steiner-Waldorfscholen [niet alleen in Duitsland, AK] decennialang zo’n 90% van de vergadertijd van leraren t.b.v. schoolleiding besteed werd aan managementzaken, aan de instrumentele kant van organisatie, planning, communicatie, enz. De eigenlijke vragen betreffen leiding en sturing: waar gaat het over in onze school en waarom, waar gaan we naar toe en hoe bakenen we het gebied van de algemene kerntaak en de schoolspecifieke missie af? Die vragen gaan aan het management vooraf. Bij de beantwoording daarvan zou ieder lid van het college actief moeten bijdragen.
Wember vraagt zich af of dit laatste in de scholen gepraktiseerd wordt. Hij betwijfelt dat en stelt dat als pedagogische beleidsvraagstukken niet vanuit het lerarencollege beantwoord worden, dit een gebrek aan gezamenlijke richting tot gevolg heeft met op de lange termijn diepgaande gevolgen. Hij verwijst naar de Indiaanse cultuur waar bij grote besluiten drie generaties vooruit wordt gekeken. De zojuist genoemde 7 tot 12 jaar vormt in vergelijking daarmee een bescheiden periode. Samengevat stelt Wember in het eerste deel van zijn brief het principe van pedagogisch leiderschap aan de orde met als noodzaak dat dit vanuit het lerarencollege vorm krijgt.
Het tweede deel handelt over de noodzakelijke voorwaarden voor een dergelijk pedagogisch leiderschap door alle afzonderlijke leraren.
Hij maakt daarbij opnieuw onderscheid, en wel tussen zelfbestuur en collegiaal leiderschap. Decennialang hebben deze twee begrippen gegolden als elkaars synoniem. Wember licht toe dat het begrip “zelfbestuur” slechts een politieke betekenis kent, heel triviaal in de betekenis van niet bestuurd te worden door de staat, maar “direktorial” als publieke organisatie. In Nederland kennen we dit onderscheid eveneens tussen het openbaar en bijzonder onderwijs.
Over de vormgeving van dit zelfbestuur was Rudolf Steiner bij de eerste school in Stuttgart heel duidelijk: geen directeur in de gebruikelijke betekenis (Steiner 1984). De geest van de nieuwe pedagogie zelf is de onzichtbare leider. Deze individualiseert zich door middel van de antroposofische menskunde en didactiek in iedere afzonderlijke leraar.
Overigens was Steiner zelf wel degelijk leider van de school, hij noemde zichzelf ook zo en stelde als zodanig eisen. Wember geeft daar voorbeelden van. Steiner wilde zich weliswaar als directeur in de toekomst overbodig maken zodra leiderschapskwaliteiten in iedere leraar voldoende ontwikkeld waren. Dat blijkt echter niet zo eenvoudig te zijn.
Het persoonlijk leiderschap van ieder komt hier naar voren als meest noodzakelijk voorwaarde voor succesvol collegiaal leiderschap. Ik citeer: “Is deze voorwaarde niet of zwak vervuld, dan wordt collegiaal leiderschap in hoge mate problematisch”. En daarop volgt een verwijzing naar een voetnoot van maar liefst een halve pagina (!) over de vaak schrijnende misstanden, pedagogisch en sociaal, waaruit een systematische onderschatting blijkt van de hoge eisen die dit collegiaal leiderschap stelt aan een lerarencollege, en aan iedere afzonderlijke leraar. Je kunt beter spreken van een “collegiaal-leiderschapssyndroom”, aldus Wember. Veel scholen blijken met identiteitsvragen te worstelen en zolang deze niet ten minste hanteerbaar gemaakt zijn, is er geen richtinggevende missie, geen regie vanuit eigenheid. Wember verwijst eerder nog naar een uitspraak van Jörgen Smit (1916-1991), de vroegere leider van de Pedagogische Sectie in Dornach. Functioneert collegiaal leiderschap niet “...dan verdampt de nieuwe pedagogische impuls na drie generaties...”
Dat stemt tot nadenken. Als het zo is dat collegiaal leiderschap zich vanaf 1919 niet voldoende heeft kunnen ontwikkelen, dan zijn de drie generaties nu zo goed als verstreken. Is het dan vijf voor twaalf? Waar gaat het naartoe met de Steiner-Waldorfschoolbeweging? De titelvraag is hiermee verduidelijkt. Nu, bijna honderd jaar later is het tijd voor herbezinning.
In het laatste deel gaat Valentin Wember in op de spirituele dimensie van het vraagstuk. Hij verwijst naar de suggestie van Steiner om in groepen antroposofie te studeren, niet om er zelf beter of sterker van te worden, maar als dienst aan de (geestelijke) wereld. Tot in de jaren ’80 gebeurde dit ook in talloze lerarencolleges, vanuit de vraag: hoe kunnen we door onze spirituele inzet de geestelijke wereld en de kinderen dienen? Vervolgens licht Wember toe hoe drijvende krachten die nu de wereld beheersen vooral het ego van de mens versterken, ook in onze scholen. En hoezeer deze krachten gezonde processen aantasten. Hij sluit af met een wekroep: haal uit jezelf de broodnodige, scheppende krachten voor een door het leven zelf gevoede samenwerking. Dit, onder verwijzing naar de grondsteenspreuk van de Kerstbijeenkomst in 1923 (Steiner 1991).
Discussie
Het bovenstaande is slechts een samenvatting van wat in de brief tot uitdrukking komt. Wat het voor mij de moeite van het lezen waard maakte, is dat Wember kwaliteitsvragen stelt en situaties benoemt die algemeen herkenbaar zijn en die problematisch genoemd mogen worden. Wat ik mis, is een aantal optimistisch stemmende verwijzingen naar plekken waar met succes gewerkt wordt aan de vraag rond (aspecten van) leiderschap en organisatie, al dan niet met inbegrip van (aspecten van) de sociale driegeleding. Het geheel lijkt mij wat te somber, weinig hoopvol.
Taakbelasting
Een voorbeeld betreft een aspect van schoolorganisatie waar Marcel Seelen in de vorige Lerarenbrief (Jaargang 25-4) over schreef: de Jaarkaart! Welnu, ik ken vanaf eind jaren ’90 meer en minder geslaagde vormen van omgang met een taakbelasting systeem, overigens “gewoon” een CAO-afspraak waar ook onze scholen zich beter aan zouden kunnen houden. Toen dit nog niet gehanteerd werd, was er maar o zo vaak sprake van een steeds kleiner wordend groepje leraren dat alle tijd aan schoolleidingzaken besteedde, en daarbij – vaak tegen wil en dank – een vorm van informeel leiderschap ontwikkelde waar het sociale en pedagogische klimaat in lang niet alle gevallen mee geholpen was. In elk geval geen collegiaal leiderschap in de zin van betrokkenheid van iedere leraar. De invoering van een taakbelastingsysteem werd om die reden op veel plaatsen juist omhelsd!
Wel groeide er terecht weerstand naarmate het accent zwaarder kwam te liggen op de systeemkant, de bureaucratie. Marcel Seelen illustreert dat op niet mis te verstane wijze. Als simpel “huismiddeltje” om tot een globaal evenwichtige taakverdeling op maat van ieder te komen, waarbij elke leraar op een geëigend gebied leiderschapskwaliteiten heeft te ontwikkelen, is dit gewoon heel handig. En vooral zodra een schoolgemeenschap te groot wordt om alles nog te kunnen overzien met en voor elkaar... Ik wil maar zeggen... De wijze waarop Marcel die jaarkaarthantering terugbrengt op menselijke maat, die heb ik in diverse scholen als zeer geslaagd ervaren. Het leidde naast opluchting van de leraren tot gezonde samenwerkingsvormen en het oppakken van verantwoordelijkheid waar dit anders gewoon niet lukte. Het kán dus wel. Het is maar net of het systeem het leven dient of dat het leven onderworpen is aan het systeem. Een balansvraag.
Samenwerkend leiderschap
Een tweede voorbeeld betreft het kort na elkaar verschijnen van drie masterdissertaties over dit thema: een van de hand van Rea Gill (2011), een tweede van Saskia Heyne (2012) en vervolgens een van mijzelf (2013). Rea Gill uit Noord-Amerika heeft een dynamisch ontwerp ontwikkeld om sociale driegeleding tot leven te brengen in haar school, niet zozeer als systeem, maar veel meer als levende dynamiek. Haar dissertatie is in boekvorm verschenen. Saskia Heyne heeft tijdens haar studie een onderzoek gedaan naar (sociocratische) besluitvorming in de Waldorf-Steinerschool dat uitmondde in een case-study. Een samenvatting hiervan is te vinden in een artikel in het online tijdschrift Social Sciences Directory. Saskia en ik zijn alumni van het nu afgesloten International Master Programme van de Universiteit van Plymouth i.s.m. Hogeschool Helicon. Terwijl ik dit schrijf (eind november) presenteert Saskia haar onderzoek op uitnodiging van Florian Osswald (Pedagogische Sectie – bovenbouw) in het jaarlijkse Bovenbouw Colloquium in Dornach. Zelf heb ik me in een Vlaamse Steinerschool verdiept in fenomenen rond identiteitsvragen en van daaruit met het college, de ouders en bestuurders gewerkt aan een missie die de school als lerende gemeenschap en praktijkgemeenschap in een doorgaande dynamiek brengt. We hebben gewerkt aan de biografie van de school, er vonden interviews en focusgroepen plaats en we hebben participatief, dialogisch onderzoek gedaan in een groep van ongeveer dertig betrokkenen. Ik geloof dat de opzet van dit onderzoek bruikbaar kan zijn voor scholen in vergelijkbare omstandigheden. Samenwerkend leiderschap is voor mij uiteindelijk het begrip geworden waarbinnen een lerarencollege samen met de directeur op collegiale wijze op onderwijspedagogisch gebied sturing geeft aan de school, ieder vanuit zijn of haar eigen taak, verantwoordelijkheid en bevoegdheid.
Ten slotte nog een verwijzing naar artikelen die verschijnen in het online tijdschrift Research on Steiner Education, afgekort als RoSE Journal, waar ook geregeld over dit thema gepubliceerd wordt. Aanbevelenswaardig is bijvoorbeeld het artikel van de hand van Martyn Rawson (2010).
Er blijft werk aan de winkel, continu, waar het gaat om sturing en samenwerking. Zichtbaar en merkbaar is wel dat de nieuwe generatie leraren veelal met elan antroposofie misschien nog niet in de eerste plaats bestudeert, maar wel met enthousiasme doet!
Referenties
Heijne, Saskia (2012) Governance and decision-making processes in a UK Steiner school – case study. Master Dissertation Plymouth University International Masters Programme saskia@kinderevolution.com
Heijne, Saskia (2013) Effective and inclusive decision-making and governance: the example of Steiner schools. Social Sciences Directory Vol. 2 (5) 26-46, December 2013 [http://socialsciencesdirectory.com/index.php/socscidir/article/view/119/166]
Gill, Rea T. (2011) A school as a living entity. Ghent NY: The Association of Waldorf Schools of North America Publications; also Master Thesis Antioch University New England
Krijger, Ariëlla A.C.I. (2013) Van betekenisgeving naar gedeelde schoolidentiteit. Master Dissertation Plymouth University International Masters Programme werkplaats@ariellakrijger.nl
Rawson, Martyn (2011) Democratic Leadership in Waldorf Schools, Research on Steiner Education (RoSE) 2 (2), 1-15 [online] Available from ,www.rosejournal.com [01-08-12]
Seelen, Marcel (2014), De Jaarkaart, Lerarenbrieven 25 (4), 16-19
Steiner, Rudolf (1991) Wahrspruchworte. GA 40. Rudolf Steiner Verlag, Dornach/Schweiz
Steiner, Rudolf (1984/1919) Antroposofische menskunde als basis voor de pedagogie. GA 293. Uitgeverij Vrij Geestesleven, Zeist
Wember, Valentin (2014) Wohin aber gehen wir? Ein Brief an Kolleginnen und Kollegen. Rundbrief, Pädagogischer Sektion 52 (Michaeli) 22-31. Vertaling’
‘In vervolg op de VrijOnderwijsdag van 30 mei jl. organiseert VrijOnderwijs.nl een reeks verdiepende gesprekken over de ontwikkelingsrichting van het vrijeschoolonderwijs.Wat nog meer te melden? Misschien deze ‘Uitnodiging: Grondsteenlegging Vrije Hogeschool’:
Voor het eerste gesprek “Staan we nog onder dezelfde ster?” op dinsdag 15 september a.s. hebben we mensen uit alle geledingen van de vrijeschoolbeweging uitgenodigd. Mocht je hier ook graag bij willen zijn, stuur dan een mail naar info@vrijonderwijs.nl Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. De bijeenkomst is van 16 – 21 uur in het Geert Groote Huis in Amsterdam, Hygiëaplein 7 (recht tegenover de Geert Groote School 1).
We zijn van plan volgende gespreksbijeenkomsten openbaar te maken. Steeds zal een terugkoppeling plaatsvinden op onze website, zodat je ook op de hoogte blijft als je er niet bij kunt zijn.
In de bijeenkomst op 15 september staan we stil bij de vraag of we in de vrijeschoolbeweging nog wel “onder dezelfde ster staan”. Na een lange periode van aanpassen aan het onderwijssysteem wordt steeds duidelijker dat de vrijescholen in Nederland niet alleen groeien, maar veelal ook verwateren.
Hoewel het verleidelijk is onszelf en elkaar voor te houden dat we niet anders kunnen dan telkens weer aan te passen aan de eisen, is het de vraag of we niet teveel ruimte hebben weggegeven. De vrijeschool is in de tussentijd behoorlijk regulier geworden.
Nu zelfs de onderwijsinspectie scholen uitdaagt om zich meer te verantwoorden vanuit de eigen visie en de politiek meer en meer inziet dat het onderwijs ruimte nodig heeft, is de tijd rijp om weer te gaan staan voor de inhoud en de regie over ons onderwijs weer in handen krijgen.
Zijn we ons nog bewust met welke opdracht de vrijeschool in de wereld is? Met andere woorden: staan we nog onder dezelfde ster? Is het ideaal waar de vrijeschool voor staat en de didactiek die Rudolf Steiner ons gegeven heeft nog een levende bron?
Valentin Wember vraagt zich dit ook af in zijn brief aan collega’s die in de Rundbrief van de Pedagogische Sectie in Dornach, Michaeli 2014 werd gepubliceerd. De vertaling is te vinden op vrijeschoolbeweging.nl: http://www.vrijeschoolbeweging.nl/…/waar-gaan-we-naartoe-s…/
Deze vragen zijn wezenlijk voor een schoolbeweging die sterk groeiende is en dus met veel nieuwe leraren, ouders, bestuurders en inspecteurs te maken krijgt. Met al deze mensen kunnen we op verschillende manieren praten, waarbij we ons bewust moeten zijn dat we daarmee ook de toekomst van de vrijeschool mede bepalen.
Het gevoel samen ergens voor staan is niet meer vanzelfsprekend. Juist dát is van wezenlijk belang om als schoolbeweging vanuit onze eigenheid en trouw aan onze missie in ontwikkeling te kunnen blijven.
Jacques Meulman, met wie wij een voorbereidend gesprek hadden, schreef het volgende dat we als aanzet tot dit gesprek alvast willen delen:
“De invloed vanuit de fysiek-zintuiglijke wereld op de menselijke ziel is inmiddels zo krachtig geworden dat de ziel nauwelijks nog zijn verbinding met de geest kan vinden, en het denken over de mens zijn geestelijke dimensie verliest. In het denken over de mens leeft dan ook inmiddels de overtuiging dat de mens geen voorgeboortelijk en geen nadodelijk bestaan heeft en dat de mens geheel vanuit zijn aardse bestaan als fysiek wezen begrepen kan worden. Dit denken werkt door tot in alle lagen van de samenleving, tot in de gezondheidszorg, tot in het onderwijs.
Wil de menselijke ziel niet ‘een fysieke dood sterven’ dan moet de ziel zijn verbinding met de geest weer zoeken en vinden.
‘Wat is de grote taak van de antroposofie? De geest in de materie zucht naar verlossing door het inzicht van de mens. Dus gaat het in de antroposofie om de “Erkenntnis” met betrekking tot het wezen van de materie, van de natuur, van de kosmos, van de mens. Dat is wat Rudolf Steiner heeft gebracht. De Michaëlschool hoort dan ook geheel tot de stroming van de antroposofie. Deze impuls uit zich ook in alles wat te maken heeft met onderwijs, met cursussen, met werkgroepen en studiegroepen en dergelijke’
Uit ‘Over de redding van de ziel’ van Bernard Lievegoed Blz. 40 e.v.
In alles wat we de kinderen aanbieden zouden wij als leraren weer moeten ontdekken en erkennen hoe de geest daarin werkzaam is. Welke wezens werken in het leren lopen, leren spreken en leren denken? Welke geestelijke krachten drukken zich uit in de tandenwisseling? Waarom wordt het schrijven uit de beweging ontwikkeld en het lezen uit het schrijven? Welke werking heeft dat op het organisme van de mens? Wat is de geestelijke werkzaamheid in wiskunde, in grammatica en welke geestkrachten werken er in de euritmie en in zingen? Hoe worden die krachten door de ziel opgenomen, doorgegeven en in de fysieke gestalte werkzaam?”
VrijOnderwijs wil als bottom up beweging het vrijeschoolonderwijs in Nederland weer in haar kracht zetten. Door gesprekken te faciliteren, inhoud te brengen en gezamenlijke activiteiten te ontplooien. Niet terug naar vroeger, maar van binnenuit ontwikkelen om van waarde te blijven voor kind en samenleving, nu en in de toekomst.
Met vriendelijke groet,
Marije Ehrlich en Yvonne van Oorsouw
www.vrijonderwijs.nl’
‘Het is een bijzonder moment: de grondsteenlegging van de Vrije Hogeschool. De “oorspronkelijke” Vrije Hogeschool beoogde aankomende studenten ruimte te bieden om intensief te werken aan het eigen levensmotief, de innerlijke bestemming. Niet als doel op zichzelf, maar om hoe bescheiden ook, een authentieke bijdrage te kunnen leveren aan de wereld. Wat de wereld is menen we te weten, maar wat verstaan we onder authenticiteit?En over de openingslezing van Cees Zwart schrijft deze zelf:
Authentiek zijn is het streven steeds opnieuw zo goed mogelijk te leren beantwoorden aan je innerlijke bestemming. Wat is die bestemming? In het woord bestemming, zit het woord “stem” verborgen. Het is iets dat klinkt, maar géén stem, zegt Pablo Neruda:
Ik weet niet hoe of wanneer,
nee, geen stemmen, stemmen waren het niet, geen
woorden, geen stilte,
maar uit een straat werd ik geroepen,
uit de takken van de nacht,
plotseling, te midden van de anderen,
te midden van de felle vuren
of alleen op de terugweg
daar stond zij zonder gezicht
en raakte me aan
Die innerlijke stem, bestemming, stemming, is schrijvers, musici en beeldende kunstenaars bekend als een impuls die je naar onbekende wegen lokt, zonder dat je precies weet hoe of wat, maar als het zover is, weet je hoe te handelen en het moment vergeet je nooit weer. Plots is alles wat gebeurd is in de horizontale tijd een vooroefening tot dit moment. Bernard Lievegoed noemde die stem “de tweede mens in onszelf”.
De Vrije Hogeschool, is niet slechts een instituut maar een levende organisatie. Zij draagt als organisatie een bestemming in zich om naar vermogen bij te dragen aan de wereld. De Vrije Hogeschool wil een opnieuw een plek zijn waar het eigen levensmotief opklinkt in de ontmoeting met de Ander, te midden van sterke vuren, midden in de vibrerende stad.
Heel graag nodigen wij je uit deelgenoot te zijn van de bijzondere gebeurtenis van de grondsteenlegging van de nieuwe Vrije Hogeschool aan de Drift 17 te Utrecht, op maandag 14 september.
Programma
18:30 Inloop
19:00-19:30 Welkomstwoord
19:30-20:15 Openingscollege Vrije Hogeschool Cees Zwart
20:30-21:15 Grondsteenlegging
21:15-22:00 Hapje en drankje
Aanmelden
Als je bij de grondsteenlegging aanwezig wilt zijn, meld je dan hier aan. We kijken uit naar je komst.’
‘De tweede mens in onszelfWeer iets heel anders, maar toch niet helemaal, deze ‘Open Brief aan de Wageningen Universiteit’, vandaag gepubliceerd:
In de wereld staan met je eigen levensmotief
Het is een bijzonder moment: De revival van de VH.
De “oorspronkelijke” Vrije Hogeschool, die haar poorten opende in 1971 en een jaar later gevestigd werd op het landgoed “De Reehorst” in Driebergen beoogde tijdgenoten, jong en oud, ruimte te bieden om intensief te werken aan het eigen levensmotief. Niet als doel op zichzelf, maar om een authentieke bijdrage te kunnen leveren aan het heil van de wereldontwikkeling. Hoe bescheiden ook. Het ontwikkelen en behartigen van je levensmotief is een fundamenteel mensen recht. Immers, elk mens mag er zijn. Het complement is, dat elk mens de innerlijke opgave in zich draagt om naar vermogen dienstbaar te zijn.
De initiatiefnemers van de VH vonden hun inspiratiebron in de Antroposofie, zoals vertegenwoordigd door Rudolf Steiner. Zijn gedachtegoed behelst onder meer, dat mens worden een innerlijk pad is van verheffing, het streven zo goed mogelijk te beantwoorden aan je hogere wezen, de tweede mens in onszelf. Aldus wordt de mens verantwoordelijk co-creator van de wereldontwikkeling. Met vallen en opstaan, door te leren van beproevingen en te genieten van gelukservaringen.
Het thema “de tweede mens in onszelf” is vandaag zeker zo relevant als het in 1971 al was. Waarom? De mensheid beleeft aan de feitelijkheid der gebeurtenissen, dat er een verandering van tijdperk gaande is. Dit vraagt om “out of the box” denken, invoelen en handelen, zo veel is duidelijk. De VH staat stellig niet alleen in haar streven om mensen een plek te bieden voor geestelijk morele verruiming. Open samenwerking met anderen wordt daarom van harte begroet. Samen sterk!
Cees Zwart
Zutphen, juli 2015.’
‘Open brief aan het bestuur van Wageningen UR en Rector Magnificus Arthur MolHet hoort er niet direct bij, maar wel hier passend is deze aankondiging in Biojournaal van 25 augustus, ‘Jan Diek van Mansvelt geeft cursus: “Fenomenologie van bomen in het plantenrijk”’:
Onderwerp: meer aandacht voor agro-ecologisch onderzoek en onderwijs
Datum: 7 september 2015
Geacht bestuur, geachte Heer Mol
Ter gelegenheid van de start van het academisch jaar presenteren wij hierbij graag de visie van voedselanders. Vorig jaar februari organiseerden we de Voedsel Anders conferentie op de Wageningen Campus. Ruim 800 enthousiaste boeren, actieve burgers, studenten en wetenschappers werkten hieraan mee. Wij spraken over eerlijke en duurzame landbouw- en voedselsystemen, hoe we daaraan bijdragen en hoe we elkaar daarbij kunnen helpen. We zien het grote enthousiasme van betrokkenen bij de activiteiten dit jaar als een opmaat voor een nieuwe grote conferentie die we in het voorjaar van 2016 organiseren.
Om sterkere banden te smeden tussen de vele individuen, organisaties en netwerken die streven naar duurzame en eerlijke voedsel- en landbouwsystemen hebben we een visie opgesteld die inmiddels door tientallen organisaties en netwerken is onderschreven. We bieden u met plezier deze visie aan, als bestuur en rector magnificus van Wageningen UR, de plek waar de het Voedsel Anders netwerk zich breed presenteerde.
Agro-ecologie is overal ter wereld een opkomende tak van integrale wetenschap zowel als een praktische benadering en een sociale beweging. Agro-ecologie levert een belangrijke bijdrage aan het op duurzame wijze voeden van de groeiende wereldbevolking, het vergroten van duurzame bodemvruchtbaarheid en (agro)biodiversiteit overal ter wereld en het aanpakken van problemen veroorzaakt door klimaatverandering. Bovendien draagt het bij aan een vitaal platteland. Actie ondernemen op deze punten is urgenter dan ooit.
Deze benadering verdient dan ook veel meer aandacht dan dat ze momenteel van gevestigde wetenschapsinstellingen krijgt. In andere landen krijgt agroecologie in beleid en wetenschap in toenamende mate ondersteuning, met name in Frankrijk, Brazilie en de UK.
Agro-ecologie biedt een kans voor universiteiten die voorop willen lopen in maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen. Met integraal, multidisciplinair en interactief onderzoek dat de wisselwerking tussen wetenschappers, boeren en consumenten voorop stelt, valt veel te winnen. Wageningen UR kan een belangrijke bijdrage leveren aan het vinden van oplossingen voor grote maatschappelijke vraagstukken.
We vragen u daarom echte stappen te zetten in onderwijs en onderzoek op het gebied van agro-ecologie, bodemgezondheid, permacultuur, stadslandbouw en korte ketens.
Graag nodigen wij u uit voor een kennismakingsgesprek in de komende maand.
Met vriendelijke groeten,
De kerngroep van het Voedsel Anders netwerk,
Daniel Gomez, Greet Goverde, Guus Geurts, Hanny van Geel, Henk Renting, Janneke Bruil, Job van den Assem, Jiildou Friso, Karin van Boxtel, Leonardo van den Berg, Loes van Loenen, Nathalie van Haren, Tjerk Dalhuisen’
‘Kijken naar bomen in het plantenrijk. Hebben ze mij iets te zeggen? Zegt dat misschien ook iets over mij? In 10 maandelijkse zondagochtenden, van september 2015 tot in juni 2016, geeft Jan Diek van Mansvelt een cursus “fenomenologie van bomen in het plantenrijk’.Vanmiddag was aan de Radboud Universiteit in Nijmegen de promotie van Maurits in ’t Veld op ‘The hermeneutic niche. Language within Darwinism’ bij de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen:
De bomen nemen in het plantenrijk een speciale plaats in. In donkere bossen of lichtere bosschages, soms indrukwekkend alleen. Met naalden of bladeren. Uitbundig of verborgen bloeiend. Met piepkleine zaden, sappige vruchten of harde noten. Elk eigenzinnig actief in zijn eigen jaargetij.
In de cursus kies je twee bomen (cq. boomgroepen) waarmee je je een jaar lang wil bezig houden. Lindes of eiken, beuken of berken, sparren of dennen, iepen of... Door een jaar lang die twee zelf gekozen soorten te bestuderen kun je er echt een verbinding mee aangaan. Zij worden je allengs vertrouwd. Wat karakteriseert hen? Wat hebben zij te zeggen? Wat spreekt je daarin aan en wat zegt dat over jou?
Je kunt deze zomer al bekijken welke bomensoorten je aanspreken. Je kunt ze ook al gaan tekenen, schilderen, fotograferen. Je kunt hun bloemen en vruchten verzamelen. Maar natuurlijk mag je ook blanco naar de cursus komen.
Praktische gegevens:
De data: 20 september, 18 oktober, 22 november, 20 december, 24 januari, 21 februari, 27 maart, 24 april, 29 mei en 26 juni.
De plaats: Kraaybeekerhof, Diederichslaan 25a, 3971 PA, Driebergen.
De tijd: ’s ochtends van 10:30-13:00 uur (met pauzes).
De kosten: 480 euro per persoon (koffie, thee, sap, koekjes en btw inbegrepen).
Je kunt je opgeven of eerst een programma opvragen bij jandiek@vanmansvelt.nl.
Deelname na betaling op NL 86 TRIO 0781500524.’
‘Maurits in ’t Veld verdedigt de stelling dat de Darwinistische visie niet zonder interpretatie kan, methodisch en inhoudelijk. Dat is een afwijzing van “naturalisme”, de visie dat de mens evolutionair kan worden verklaard met alleen natuurwetenschappelijke methodes.Het blijft allemaal nogal veel pedagogia en academia, maar daar is vandaag niet zo veel aan te doen, vrees ik...
Mensen zijn geëvolueerd als taalwezens; het proefschrift gaat dus over taalevolutie. Darwinisme heeft interpretatie methodisch nodig omdat taal gaat over betekenis. Wij kunnen alleen vaststellen of iets een taal is wanneer wij – interpretatief – betekenis herkennen. Inhoudelijk is interpretatie nodig omdat taal een sociale omgeving veronderstelt waarin mensen alert zijn op bedoelingen van de ander. Die omgeving noemt In ’t Veld “de hermeneutische niche”, die ontstond ten tijde van homo ergaster of eerder: homo habilis. Pas in de hermeneutische niche kon de stap naar taal worden gezet, over de “symbolische drempel”.
“Wij zijn mens dankzij onze niche; de niche bestaat dankzij anderen. Wij zijn geëvolueerd met de neiging om in elke ander een medemens te herkennen, alsmede met de hiermee conflicterende neiging om sommigen (‘vreemden’) buiten te sluiten. Darwinisme zegt niet dat een van beide neigingen belangrijker, sterker of echter is. Het laat ons daarmee de verantwoordelijkheid om dit krachtenspel te onderzoeken en erover te spreken hoe wij de niche van morgen willen vormgeven.”
Maurits In ’t Veld (1966) studeerde Filosofie en Geschiedenis in Utrecht en Amsterdam. Hij werkt als leraar geschiedenis en filosofie in het voortgezet onderwijs. Dit proefschrift schreef hij als buitenpromovendus, naast werk en gezin.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten