Nieuwe ontwikkelingen bij Motief, maandblad voor antroposofie. Het ontstond ruim achttien jaar geleden, in oktober 1997. De voorganger was de ‘Mededelingen van de Antroposofische Vereniging in Nederland’. We lezen nu:
‘Motief is een uitgave voor leden van de Antroposofische Vereniging in Nederland en verschijnt tien maal per jaar. Alle leden van de vereniging krijgen het automatisch toegestuurd. Motief is vanaf 2016 niet meer verkrijgbaar als los abonnement. In maart 2016 verschijnt een nieuwe externe kwartaaluitgave: Antroposofie Magazine. De leden van de Antroposofische Vereniging in Nederland krijgen dit tijdschrift eveneens automatisch toegestuurd. Maar iedereen kan zich er ook op abonneren zonder lid te zijn. Een abonnement in Nederland kost € 29,95, een los nummer € 7,95.’Verderop staat over ‘Motief #199’:
‘De actuele confrontatie met het Boze – De neiging tot het kwaad in ieder mensHet laatste nieuws bij Motief is van donderdag 11 februari, ‘The Voice Of Waldorf’:
Het volledige artikel van Christine Gruwez in deze Motief is als PDF te downloaden.
Motief nieuwe style
In een eerdere editie lieten wij u al weten, dat er het een en ander gaat veranderen aangaande Motief. Dit komt dan hopelijk ook niet meer als verrassing. De vereniging heeft zich in het verleden al vaker bezonnen op nieuwe mogelijkheden. Zo was de uitslag van de meest recente lezersenquête duidelijk: beide doelstellingen van het blad werden zeer gewaardeerd. Het ledenperiodiek moest zich daarbij zowel op de wereld buiten de grenzen van de vereniging richten (meer als bewegingsblad), als tot taak hebben om de leden van diezelfde vereniging te informeren en met elkaar te verbinden. Telkens weer een flinke opgave. Tot eind 2015 heeft de redactie dat altijd gepoogd te doen in één verschijningsvorm: Motief. Daarin komt nu verandering, met de geboorte van Antroposofie Magazine. U heeft dat in het winternummer al uitgebreid kunnen lezen. In maart verschijnt de eerste editie en u kunt, als lid van de vereniging, Antroposofie Magazine vier keer per jaar tegemoetzien.
Naast AM, zoals we het magazine ook graag noemen, openen zich nieuwe mogelijkheden voor Motief als communicatieplatform binnen de Antroposofische Vereniging. Motief als maandelijkse papieren editie, gemaakt voor leden, door leden. Maar ook via de website, om zijn lezers op digitale wijze te bedienen, in ruimere mate dan op papier kan, met ingang van de volgende editie, Motief nummer 200.
In de praktijk betekent dit, dat wat noodgedwongen te kort en te compact in de papieren Motief moet komen te staan, in uitgebreide vorm op de website is te vinden. Dit zal met een verwijzing naar de website kenbaar worden gemaakt. Dit hoeft niet alleen te gelden voor agenda of nieuws, namelijk aankondigingen en berichten, maar ook voor inhoudelijke artikelen die vanuit de vereniging of Hogeschool worden geschreven.
Vooral voor aankondigingen van conferenties is dit van belang. Het is nu al regel dat het programma van een eigen landelijke conferentie op de website van de vereniging komt te staan, met een digitaal aanmeldingsformulier, wat een verwerking ervan door het secretariaat aanmerkelijk makkelijker maakt. Met Motief nieuwe stijl zal dit standaard gebeuren, zodat een programma niet volledig op papier hoeft te worden vermeld, maar alleen de kernpunten. De details zijn dan op de website te vinden. Elke Motief bevat een artikel van een lid dat een thema op verenigingsniveau ter sprake brengt. Evenzo is er elke uitgave een artikel dat een Hogeschoolthema bespreekt. Deze artikelen worden geschreven door leden, voor leden. En uiteraard wordt er elk nummer een lid dat door de poort van de dood is gegaan herdacht. Als een oerbeeld van de manier waarop door antroposofie gemeenschap zich vormt in de Antroposofische Vereniging. Michel Gastkemper zal met veel genoegen de hoofdredactie voor zijn rekening nemen en hij kijkt ernaar uit om uw input voor Motief te ontvangen. De redactie van Motief is als vanouds te bereiken op motief@antroposofie.nl.
Dan rest mij u nog veel leesplezier toe te wensen en hoop ik dat u, net zoals wij dat zijn, verheugd bent over de nieuwe ontwikkelingen.
Hartelijke groet, namens het bestuur,
Stephan Jordan
Uitgever’
‘Woensdag 10 februari was Maan (19), de winnares van The Voice Of Holland, als tafeldame te gast bij De Wereld Draait Door. Ze bleek bijzonder muziekonderwijs te hebben genoten tijdens haar hele schoolloopbaan. Ze had namelijk de vrijeschool doorlopen. Waarmee ze zich zomaar ontpopte als ambassadrice voor dit type onderwijs.Nog recenter is ‘Afscheid van de huizen Melchior, Balthasar en Kaspar’ van maandag 15 februari:
Het gaat niet goed met het muziekonderwijs op scholen. “Jarenlang heeft Nederland geïnvesteerd in het marginaliseren van muziekles op de basisschool.” Maar daarin komt verandering: “Minister Bussemaker van OCW wil het muziekonderwijs terug naar de basisschool brengen.” Al anderhalf jaar geleden had ze 25 miljoen uitgetrokken voor de verbetering van het muziekonderwijs op basisscholen. DWDD staat achter haar. “Het was een speciale uitzending waarin het belang van muziek op de basisschool werd benadrukt.” En werd Maan zomaar The Voice Of Waldorf. (Waldorfschool is vrijeschool in het Engels.)
Vorig jaar maakte de website ‘Hallo muziek’ bekend dat in Hoorn “vrije school De Parcival en Hallo Muziek het formele startsein voor de wekelijkse muziekeducatie in alle klassen van deze bruisende basisschool” gaven. “Vanaf de kleuterklassen tot en met klas 6 krijgen de kinderen 32 weken per jaar muziekles om zo een nog bredere muzikale ontwikkeling door te kunnen maken. Bij de vrijeschool neemt muziek al van oudsher een prominent plaats in binnen het lesprogramma.”
De website “Vrijeschoolliederen” documenteert dit. Vrijeschoolkoepelorganisatie in Noord- en Zuid-Holland Stichting Ithaka meldde vorige week dat dezelfde school subsidie voor muziekonderwijs van het Fonds voor Cultuur Participatie krijgt ten bedrage van 20.000 euro voor drie schooljaren.
Er is een vrijeschoolopleiding “Docent muziek” aan Hogeschool Leiden. En tevens een Stichting Mens en Muziek, die zich inzet voor vanuit de antroposofie geïnspireerde musici en hun daartoe een platform biedt.’
‘Melchior, Balthasar en Kaspar zijn niet alleen de namen van de drie koningen, maar ook van drie huizen van de Camphillgemeenschap Christophorus in Bosch en Duin. Ze worden na veertig jaar afgebroken en vervangen door nieuwbouw. Camphill is een wereldwijde beweging van gemeenschappen op antroposofische basis waar kinderen en volwassenen met een beperking samen wonen, werken en leven. Christophorus maakt sinds een fusie in 2010 deel uit van Amerpoort.AntroVista bracht op 6 februari ‘Vrijeschool in het nieuws’:
Amerpoort begeleidt cliënten bij wonen, werken, dagbesteding, logeren en vrije tijd. De organisatie heeft een gevarieerd aanbod van diensten op vele locaties. Elk met zijn eigen kleur, sfeer, geschiedenis en met ruimte voor verschillende levensbeschouwingen. Amerpoort ondersteunt 2450 mensen met een verstandelijke beperking in de provincies Utrecht en Flevoland en in ’t Gooi: van jong tot oud en van licht tot ernstig meervoudig beperkt.
In Melchior, Balthasar en Kaspar woonden sinds 1976 cliënten, maar ook veel medewerkers en gezinnen. Christophorus was tot midden jaren negentig een echte leefgemeenschap voor mensen met en zonder beperking. Huis Kaspar is lange tijd in gebruik geweest als kantoorruimte. Hier bevond zich ook de receptie en vonden de directie en personeelszaken hun onderkomen. In 1989 werden de drie gebouwen na een renovatie officieel ge(her)opend.
Amerpoort biedt wonen met antroposofische zorg op diverse locaties. Op Gezondheidscentrum Christophorus in Bosch en Duin gaat de reguliere gezondheidszorg samen met inzichten en therapieën die hun basis hebben in de antroposofie. Al eerder is er door Amerpoort nieuwe behuizing gecreëerd voor bewoners van Christophorus: Vosseveld. Verder beschikt Amerpoort over gezinskringen.
Andere locaties van Christophorus zijn Erabel, Demetrius, Franciscus, Egelantier, Talander, Nachtegaal, Cantecleer, Andreas, Het kompas, Hoenderberg 21, 23 en 25 in Amersfoort Vathorst, evenals Tiuri en Paulinapolder aldaar.’
‘Het vrijeschoolonderwijs is volop in ontwikkeling. Een overzichtje van de afgelopen week:Op 27 januari meldde de website al ‘Nieuwe school Delft-Rijswijk’:
Bovenbouw Roermond
Zorgen bij ouders: ze vrezen voor de toekomst. Er is namelijk nog geen invulling van de lessen. De schooldirecteur verzekert echter dat de vrijeschool blijft bestaan en zal uiterlijk 1 maart duidelijkheid geven.
www.limburger.nl/~zorgen-bij-ouders
Utrecht West
De initiatiefgroep Vrije School Utrecht West is teleurgesteld. Er zijn inmiddels 110 kinderen ingeschreven, maar het gemeentebestuur werkt niet mee met de huisvesting van de nieuwe school.
www.dichtbij.nl/utrecht~ouders-in-de-kou
www.vrijeschoolutrechtwest.nl
Zeeland
In Vlissingen start dit jaar een school voor voortgezet vrijeschoolonderwijs als afdeling van CSW Bestevaêr. Het gaat vooralsnog om de eerste twee leerjaren van de mavo, havo en vwo.
http://internetbode.nl/~voortgezet-vlissingen
http://vrijeschool.nu
Doetinchem
Basisschool De Kleine Prins groeit door: in april begint een nieuwe kleuterklas.
www.staddoetinchem.nl/~kleine-prins
www.vrijeschooldekleineprins.nl
Castricum
Het ouderinitiatief heeft al ruim 200 aanmeldingen en heeft de oprichtingsaanvraag ingediend bij de gemeente. In 2017 moet gestart worden met twee kleuterklassen en een eerste klas.
www.dichtbij.nl/~2017-starten-in-castricum
www.vrijeschoolcastricum.nl’
‘In de regio Delft-Rijswijk is de vraag naar vrijeschoolonderwijs zo toegenomen, dat de bestaande scholen moeten werken met een wachtlijst. Een groep ouders is daarom een initiatief gestart voor een nieuwe basisschool. Als u belangstelling hebt, kunt u nu alvast vrijblijvend inschrijven.En op 20 januari een ‘Bovenbouw Brussel’:
https://vrijeschooldelftrijswijk.wordpress.com’
‘Ook in België zet de groei van de vrijescholen (steinerscholen) gestaag door. In september dit jaar zal bij de Steinerschool Brussel een zevende klas van start gaan. Het is de bedoeling dat er ieder jaar een nieuw leerjaar bij komt, om door te groeien tot twaalf klassen. 3 februari vindt een informatie-avond plaats.Vrijeschoolbeweging plaatste op dinsdag 9 februari ‘Bestuur Zutphen vindt een oplossing voor de verbouwing aan de Valckstraat’:
www.steinerschoolbrussel.be’
‘Door bij het gebouw van De Zwaan ook dat van de Tobiasgaard te betrekken, kan genoeg bespaard worden op de aanneemsom om in april te kunnen beginnen. De nieuwe behuizing van de Zonnewende aan de Valckstraat in Zutphen krijgt een bouwlaag minder dan in de bouwplannen was opgenomen. Het gebouw krijgt daardoor tien leslokalen, in plaats van veertien. Dat zijn de gemeente Zutphen en het bestuur van stichting Vrije School Noord en Oost Nederland (VSNON) overeengekomen.Vandaag publiceerde anatoom-embryoloog Jaap van der Wal zijn eerste ‘Walnootje’:
VSNON-bestuurder Lizzy Plaschek geeft bij de Stentor aan blij te zijn met de oplossing. “Natuurlijk hadden we anders gehoopt, maar dit is uiteindelijk het meest haalbare. Jammer is wel dat het Tobiasgebouw nu niet meer kan worden gebruikt voor andere doeleinden. Het liefst hadden we immers een kindcentrum gecreëerd, ofwel een school met onder meer buitenschoolse opvang.”
Bouwbudget
De gemeente en VSNON stonden tot voor kort lijnrecht tegenover elkaar in een geschil over het bouwbudget. De gemeente hield vast aan het bedrag dat eerder beschikbaar is gesteld voor een breder plan om de huisvesting van meerdere vrije scholen in Zutphen aan te passen, in totaal maximaal 2,6 miljoen euro. VSNON vond dat bedrag veel te laag omdat de aanneemsom hoger uitviel. Het ging om een verschil van meerdere tonnen.
Verpaupering
Vanwege het geschil ligt de verbouwing van de voormalige vrije school De Zwaan al maanden stil. Het uit de jaren zeventig daterende gebouw staat zodoende te verpauperen achter hekken, zie hier.’
‘De eerst walnoot. Grenzen open of grenzen dicht? Over ectoderm en entoderm en de derde weg.Op 9 februari had Jaap van de Wal ‘Nieuws over Embryo in Beweging en Dynamension’:
De afgelopen maanden staat de solidariteit tussen de verschillende landen van de Europese Unie onder druk. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de zogenaamde “vluchtelingencrisis”. Weer lijkt het te gaan om een aloud thema dat met gemeenschapsvorming samenhangt. Gaan we voor In pluribus Unum (in veelheid één) of voor het E pluribus unum? (uit velen één) In de Verenigde Staten is officieel gekozen voor E pluribus unum. Deze spreuk symboliseert het streven om uit veelheid en verscheidenheid tot eenheid te komen. Het risico hierbij is dat het streven naar eenheid vertaald wordt in het streven naar gelijk maken waarin alle verscheidenheid opgeofferd wordt aan het heilige doel van één en hetzelfde zijn. Met andere woorden de verscheidenheid te elimineren. In de praktijk zie je in de Verenigde Staten ook de andere beweging. Het In pluribus unum symboliseert het streven om juist de verscheidenheid te cultiveren en uit de verscheidenheid in een soort overstijgen (Steigerung zou Goethe zeggen) het gemeenschappelijk-zijn, het één-zijn voortdurend tot stand te brengen. Het Een-zijn niet als passief einddoel, een eindtoestand, maar éénheid als een voortdurend actief bewustzijn en streven. Ook in een levend organisme gaan de polariteiten van eenheid (lichaam, heelheid) en veelheid (cellen, deeltjes) een voortdurende vruchtbare dialoog aan. Daarmee is een-zijn niet de som of passief product van het vele of de deeltjes. Een-zijn, heelheid is een verrichting en daarmee de polariteit van het deel-zijn en veel-zijn. Eicel en zaadcel, een en veel zijn beide noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarden om tot Eenheid te komen.
Zo ook met grenzen. Hoe vaak wordt niet gezegd dat het menselijk lichaam uit drie zogenaamde kiembladen is opgebouwd. Er is een ectoderm, een entoderm en het mesoderm en de organen worden gecategoriseerd als zijnde afgeleide van of ontstaan uit het ene dan wel het andere. Maar zo is het mijns inziens niet. Ons organisme creëert twee grenzen aan de wereld. Enerzijds datgene wat ik maar onze “uitgewanden” noem: het is het ectoderm met alle daarmee samenhangende organen dat ons van en ten opzichte van de wereld afgrenst. Aan onze binnenkant, onze “ingewanden” heerst een ander principe, dat is het entoderm. Ook daar grenzen we aan de wereld, maar hoe geheel anders gaan wij aan deze binnenkant met de wereld om. Daar gaan wij met haar in interactie, in intieme en directe communicatie, daar komen we met haar in symbiose. En tussen de grenzen, de “wanden” het Meso, het Midden, het echte “innerlijk” dat dus per se en per definitie geen mesoDERM kan zijn. Twee dermen, twee huiden, twee grenzen aan de wereld is genoeg (meer is ook niet mogelijk) en daartussen bestaan en leven wij in het inter-Esse, het zijn TUSSEN en IN de dingen, in het Meso.
Zo heb ik van het embryo geleerd dat een grens op twee manieren grens kan zijn. De grens tussen twee landen kan dicht gaan en dan is er geen communicatie en uitwisseling mogelijk en ontstaat gespletenheid en gescheiden zijn. Deze dualiteit kan tot oorlog leiden. Maar grenzen kunnen ook opengaan. Dan gaat de grens met een ander land open en ontstaat uitwisseling, communicatie, interactie, verbinding. Het risico is je autonomie, eigenheid verliezen maar dat hoeft niet. Zo ook het ectoderm en entoderm. Enerzijds je buitenkant-grenzen en daarmee mogelijk autonoom worden ten opzichte van de omgeving zodat jij kunt zien, horen, waarnemen, zodat “bewustzijn van” mogelijk wordt. Anderzijds het entoderm, waar we intiem met de wereld omgaan en met haar in interactie en stofwisseling treden, zodat zij ons voedt en mogelijk maakt. En daartussen het Meso, het ertussen, daarin bestaan we. Misschien toch een wijze les over hoe wij met onze grenzen zouden kunnen omgaan in Europa? Je moet als organisme, als land nooit voor de absoluutheid van het ene of voor de absoluutheid van het andere kiezen. Je moet proberen te leven en leven betekent dat je zowel kunt af-grenzen ook kunt toe-grenzen. Ik heb wel eens vaker het idee dat wij als sociaal organisme, als land, als gemeenschap, als continent kunnen leren van het biologisch organisme. Dat een maatschappelijke organisme misschien wel dezelfde wetmatigheden moet leven als het levende organisme in zijn biologie.
Deze embryonale gedachten werden opgeroepen door deze passage in Motief, een magazine voor antroposofie in Nederland (februari 2016). “Grenzen open of grenzen dicht? luidde het in de afgelopen maanden. Beide zijn onmogelijkheden. Omdat ze tot in het oneindige om steeds meer inperkingen zullen vragen. Er is echter de mogelijkheid om boven dit of-of uit te gaan. Dit uitstijgen boven het duale denkmodel is een thema bij uitstek voor het eigentijdse bewustzijn. In de sprong van het duale naar het polaire ‘zowel… als ook’ kan de intentie zoals die leeft in het Ik zich kenbaar maken. Uitgerekend daar! De mogelijkheid om noch de ene, noch de andere zijde te kiezen, maar beide open te houden, net zolang totdat een derde mogelijkheid zich kan manifesteren”. (Christine Gruwez, De neiging tot het kwaad in ieder mens. In Motief – Maandblad Antroposofie in Nederland, Nummer 199, februari 2016, pag. 12-15).’
‘Een nieuwe website voor Embryo in Beweging met ingang van 1 maart 2016.Maar blijkbaar is dit al eerder gelukt. Elders op deze website valt te lezen:
Het plan bestond al veel langer. Al in 2013 zijn er fondsen ingezameld om tot een gehele revisie en vernieuwing van de website te komen. Met de geïnspireerde ondersteuning van mijn zoon Maarten van der Wal is via zijn bedrijf Contactum de lay-out en de opzet van de website geheel vernieuwd en gemoderniseerd. Het is de bedoeling dat de website rond 1 maart 2016 “in de lucht gaat”. Nog meer dan in het verleden het geval is geweest, wordt het met de nieuwe opzet mogelijk om alle mogelijke materiaal (artikelen, films, beeldmateriaal) beschikbaar te stellen aan geïnteresseerden en deelnemers aan de cursussen Embryo in Beweging. Ook is er voorzien in de mogelijkheid dat er regelmatig nieuwsberichten vanuit het project Dynamension wereldkundig worden gemaakt.’
‘Op deze site wordt een “aanvullende” (complementaire) visie op het voorgeboortelijk bestaan van de mens gegeven. Een fenomenologische benadering volgende wordt het embryo beschouwd en beschreven als méér dan “een kwestie van genen, cellen, weefsels en hormonen” maar als een mens in wording, een wezen van geest (ziel) EN lichaam. Op basis van de wetenschappelijke embryologie wordt aangetoond dat wij niet het product van ons lichaam en van cellen zijn maar dat omgekeerd wij (ook) een geestelijk wezen zijn dat zijn lichaam gestalte geeft. Of zoals de filosoof Rumi (1207-1273) het zegt: “Het lichaam ontwikkelt zich uit ons, niet andersom. Wij schiepen ons lichaam, cel voor cel organiseren we het”.’Dan nu op naar het Duitse nieuws. Eerst maar dit ernstige feit, op 7 februari beschreven door Cornelie Unger-Leistner bij News Network Anthroposophy Limited (NNA), ‘Alnatura wird zum Zankapfel der Bio-Pioniere’:
‘Juristischer Streit um Markenrechte an erfolgreicher Bio-Märkt-Kette geht in die nächste Runde: dm-Chef Werner und tegut-Gründer Gutberlet legen Berufung ein.Wie nu vreest voor ‘V&D-achtige toestanden’ kan ik geruststellen. Jens Heisterkamp, hoofdredacteur van Info3, meldde eergisteren ‘Streit zwischen dm und Alnatura beigelegt. Götz Werner und Götz Rehn versöhnen sich’:
Wem gehört die immer erfolgreicher agierende Bio-Marke Alnatura? Der Streit zwischen den großen Gründerpersönlichkeiten der Bio-Branche, Götz Werner (dm) , Wolfgang Gutberlet (tegut) und Alnatura-Chef Götz Rehn geht jetzt vor dem Oberlandgericht Frankfurt in die nächste Runde. (Aktenzeichen 6 U 216/15)
Wie das “Handelsblatt” und Medien der Lebensmittelbranche berichten und vom Gericht bestätigt wurde, sind Werner und Gutberlet in die Berufung gegangen, nachdem das Landgericht Frankfurt ihre Klage abgewiesen hat. Gutberlet begründete den Schritt gegenüber dem “Handelsblatt” damit, dass “richtiggestellt werden muss, wie die Marke entstanden ist.”
Schritt für Schritt analysiert das “Handelsblatt” anhand der 65seitigen Urteilsbegründung des Landgerichts, wie es zu dem Konflikt zwischen der Drogeriemarktkette dm und ihrem Zulieferer Alnatura gekommen ist, in dem jetzt auch tegut-Gründer Gutberlet Position bezogen hat. Das “Handelsblatt” weist – wie auch alle anderen Medien, die darüber berichten – darauf hin, dass es sich bei allen drei Gründern um “überzeugte Anthroposphen” handele, die sich hier nun vor Gericht begegneten und dass es ihnen ursprünglich eigentlich um ein alternatives Wirtschaftsmodell im Sinn der Dreigliederung Rudolf Steiners gegangen sei.
Vereinbarung
Hier zitiert das “Handelsblatt” aus einer Vereinbarung zwischen den damals persönlich eng befreundeten Pionieren, die auch hinsichtlich ihrer Familien verbunden sind, da Werner mit einer Schwester von Rehn verheiratet ist. Diese Vereinbarung sei undatiert, schreibt das “Handelsblatt” und weise “leichte Tippfehler” auf und soll aus dem Mai des Jahres 1985 stammen. Ihre Auslegung steht im Mittelpunkt des derzeitigen Rechtsstreits.
In der Vereinbarung heiße es, gemeinsames Ziel sei “eine Humanisierung des Wirtschaftslebens auf der Grundlage der von Dr. Rudolf Steiner entwickelten anthroposophischen orientierten Sozialorganik anzustreben”. Zu diesem Zweck sollten Waren hergestellt und vertrieben werden, “die dem Menschen dienen” und “aus kontrolliert biologischem Anbau stammen”. In einem weiteren Punkt der Vereinbarung werde Rehn zum “formellen Rechtsinhaber” der Marke Alnatura bestimmt, es folgten dann allerdings Klauseln, die ihn verpflichten, bei Verfügungen über die Marke die Zustimmung der Partner einzuholen.
Strittig ist nun, ob diese Vereinbarung den Anspruch auf Rückgabe der Markenrechte an Werner und Gutberlet begründet. Die Kläger gehen davon aus, dass durch die Vereinbarung eine Gesellschaft bürgerlichen Rechts zustande gekommen ist und Alnatura im Prinzip eine Marke von dm und tegut sei, die Götz Rehn nur treuhänderisch verwaltet habe und deren Rückübertragung sie nun fordern können.
Das Landgericht Frankfurt ist dieser Auffassung nicht gefolgt und hatte die Klage als “unbegründet” zurückgewiesen. Es hat Rehn als “formellen und materiellen Alleininhaber” der Marke Alnatura betrachtet und die Vereinbarung zwischen den drei Bio-Pionieren lediglich als ein Gentlemen‘s Agreement eingestuft. (AZ: 2-06 O 44/15).
Offener Streit
Schleichend sei aus der ehemaligen Männerfreundschaft der drei Bio-Pioniere ein “erbitterter Kampf” geworden, kommentiert das “Handelsblatt.” Es datiert dessen Beginn bereits auf das Jahr 2008, zum offenen Streit sei es dann 2012 gekommen weil die dm-Einkäufer günstigere Lieferkonditionen von Alnatura gefordert hätten sowie die Offenlegung von Lieferanten und Konditionen – offenbar in Vorgriff auf die Einführung einer eigenen Biomarke von dm.
Nachdem Rehn den Forderungen nicht nachgekommen sei, hätten Werner und Gutberlet ihn dann aufgefordert, ihnen die Markenrechte an Alnatura zurückzugeben. Rehn weigerte sich, denn die Rückgabe hätte faktisch das Ende seines Unternehmens bedeutet, das zu diesem Zeitpunkt 2.500 Mitarbeiter beschäftigte und einen Jahresumsatz von 700 Millionen EUR erwirtschaftet hat.
Die Probleme der Kooperation zwischen dm und Alnatura sind schon länger Gegenstand der Berichterstattung in den Medien der Lebensmittelbranche, seit dm 2014 die Einführung einer eigenen Biomarke ankündigte (NNA berichtete) und anfing, die Alnatura-Produkte aus den Regalen zu nehmen.
Inzwischen sollen rund die Hälfte dieser Produkte ausgelistet sein, berichtet die Wirtschafswoche. Im Interview mit dem Medium bemüht sich Alnatura-Chef Götz Rehn, dem ganzen Vorgang als normale Auseinandersetzung zwischen Geschäftspartnern darzustellen. Die Auslistung der Alnatura-Produkte durch dm sei zwar “unerfreulich”, aber als Unternehmer sei er “ständig mit Veränderungen konfrontiert”.
Neue Kooperationen für Alnatura
Seine Aufgabe bestehe darin, “schnell und gut darauf zu reagieren und Ersatz zu finden”. Alnatura hat als Konsequenz aus dem ganzen Vorgang eine Kooperation mit dem Branchenführer im Lebensmittelbereich Edeka begonnen. Wie Rehn in dem Interview erläutert, sind Alnatura-Produkte jetzt bereits in 3.000 Edeka-Märkten vertreten. Dies reiche jedoch nicht aus, um die Umsatzeinbußen bei dm zu kompensieren. Kooperationen mit anderen Händlern wie z.B. Budni, Migros und Globus seien geplant.
Ein Termin für eine Verhandlung vor dem Oberlandgericht Frankfurt steht noch nicht fest. Das Landgericht hatte es zwar verworfen, dass die Kläger sich wegen der Markenrechte auf die Vereinbarung berufen, ihnen jedoch attestiert, das sie zum Aufbau der Marke Alnatura “nicht unmaßgebliche Beiträge geleistet haben”, von der sie auch “geschäftlich profitieren wollten”, wie aus dem Urteil in der Lebensmittelzeitung zitiert wird.
Quellen:
handelsblatt.com/my/unternehmen/handel-konsumgueter/heikle-details-im-dm-alnatura-streit-erbitterter-kampf-um-eine-marke/12897878.html
bio-markt.info/kurzmeldungen/markenrechte-auch-gutberlet-klagt-gegen-alnatura-20472.html
www.lebensmittelzeitung.net/handel/Streit-um-Rechte-Auch-Gutberlet-verklagt-Alnatura--121705
www.wiwo.de/unternehmen/handel/streit-zwischen-alnatura-und-dm-drogeriemarkt-dm-entscheidung-ist-natuerlich-unerfreulich/12906732.html
www.supermarktblog.com/2014/11/20/alnatura-dm-und-der-zoff-um-eine-neue-bio-marke/
In Verbindung stehende News:
Drogeriemarktkette dm startet mit eigener Bio-Lebensmittelmarke – 24.04.2015 12:39’
‘Überraschende Einigung: Götz Werner von dm und Götz Rehn von Alnatura haben eine Erklärung vorgelegt und sich versöhnt.Het haalde gisteren zelfs Der Spiegel, getuige ‘Drogeriekette vs. Biohändler: Alnatura-Chef und dm-Gründer beenden Streit’:
Überraschende Einigung im Streit zwischen dm und Alnatura: Die beiden Firmen-Gründer Götz Werner und Götz Rehn haben sich versöhnt und eine gütliche Regelung ihres seit Monaten schwelenden Konflikts durch ihre Anwälte angekündigt. In einer Info3 vorliegenden handschriftlichen Vereinbarung heißt es:
“Auf Initiative und Vermittlung von Sekem-Gründer Dr. Ibrahim Abouleish haben sich die Gründer von dm und Alnatura Götz Werner und Götz Rehn versöhnt.
Auf dieser Grundlage werden die Anwälte beauftragt, die Auseinandersetzungen vergleichsweise beizulegen.
Götz Werner, Götz Rehn 15.2. 2016”
Werner und Rehn sind nicht nur wirtschaftlich, sondern auch auf persönlicher und weltanschaulicher Ebene seit vielen Jahren eng verbunden. Der Streit zwischen den beiden Unternehmern, die in Deutschland als prominente Vorbilder für nachhaltiges Wirtschaften gelten, hatte starkes Interesse und vielfach auch Betroffenheit ausgelöst.
Vermittelt wurde die Einigung durch den Sozialunternehmer Dr. Ibrahim Abouleish, der für die von ihm in Ägypten gegründete SEKEM-Initiative für nachhaltige Entwicklung mit dem Alternativen Nobelpreis ausgezeichnet wurde. Abouleish ist mit beiden Unternehmern seit Langem wirtschaftlich und freundschaftlich verbunden.’
‘Lange waren dm-Gründer Werner und Alnatura-Chef Rehn Geschäftsfreunde – dann zerstritten sie sich über Markenrechte und Sortimente. Nun haben sich die Unternehmer wieder versöhnt.Dan zijn er nog interessante dingen gaande op de weblog van Michael Eggert, ‘Egoisten’. Op zondag 10 januari publiceerde Christian Clement daar ‘Rudolf Steiners Geheimwissenschaft im Spannungsfeld philosophischer und esoterischer Weltentstehungspekulation: Skizze eines Forschungsprojekts. Erster Entwurf des Anfangs einer Einleitung in Rudolf Steiners Schriften zur Kosmogonie und Anthropogenese. SKA 8: Fragment einer theosophischen Kosmogonie (1904) – Aus der Akasha-Chronik (1905-1908) – Die Geheimwissenschaft im Umriss (1910).’ Met een update op 16 januari. Dit alles met het doel de ‘scientific community’ van antroposofen in te schakelen bij zijn werkzaamheden. Het is een beetje veel om hier allemaal over te nemen. Uit de commentaren blijkt hoe moeilijk dat ‘geestwetenschappelijk discours’ is. Nog sterker blijkt dat uit zijn bijdrage op 26 januari, ‘Hat Rudolf Steiner versucht, sich einen Doktortitel zu kaufen?’
Der Streit um Markenrechte und Sortimente zwischen Deutschlands größter Drogeriemarktkette dm und dem Biohändler Alnatura ist beigelegt. Drogeriegründer Götz Werner und Alnatura-Chef Götz Rehn hätten sich wieder versöhnt, sagte ein dm-Sprecher am Dienstag und bestätigte damit Berichte des Fachblatts “Lebensmittel-Zeitung” und der Zeitschrift “Info3”. Details zu der Einigung seien allerdings noch nicht bekannt, sagte der dm-Sprecher.’
‘In der Einleitung zum soeben erschienenen Band 2 der SKA (Rudolf Steiner: Kritische Ausgabe. Philosophische Schriften) habe ich folgende Aussage gemacht:Ook hier zijn de reacties weer bijzonder verhelderend over de stand van zaken. Maar ik wil eigenlijk naar de bijdrage van Michael Eggert zelf op 8 februari, ‘Zweikommafünf Methoden, um sich bereit zu machen, an Hellseher zu glauben’:
[Steiner] arbeitete seitdem simultan an beiden Goethe-Ausgaben und siedelte im Herbst 1890 selbst nach Weimar um. Spätestens um diese Zeit lässt sich anhand seiner Briefe der Wunsch nachweisen, trotz des abgebrochenen Studiums doch noch irgendwie einen akademischen Titel zu erwerben. Verschiedene erfolglose Versuche wurden unternommen, sich mit den bereits erschienenen Grundlinien irgendwo nachträglich zu promovieren. Auch erkundete Steiner Möglichkeiten, einen sogenannten ›englischen Doktortitel‹ ohne Absolvierung einer Prüfung zu erwerben. (LXXVII).
Wegen dieser Aussage – Steiner habe versucht, einen Doktortitel ohne Prüfung zu erwerben bzw. zu “kaufen” (der übliche Weg dazu war damals, nach Steiners eigenen Angaben, die Zahlung einer Summe von etwa 600 Mark) – bin ich nun schon mehrfach der Verleumdung Steiners bezichtigt worden. Die Sache soll hier öffentlich gemacht werden, damit die geschätzte Leserschaft sich ihr eigenes Urteil bilden kann.
Die Passage in der SKA bezieht sich auf zwei Briefe Rudolf Steiners aus dem Jahr 1890. Diese hatte David Marc Hoffmann bereits 1991 in seiner Studie zu Steiners Dissertation veröffentlicht; sie sind unten vollständig wiedergebenen. Die Frage sei hiermit aufgeworfen, ob die obige Formulierung aufgrund dieser Briefe gerechtfertigt ist oder nicht.
Betont sei an dieser Stelle, dass es sich bei dieser Diskussion nicht um eine moralische Bewertung der Bemühungen Steiners um ein Doktordiplom handelt – der Erwerb des von Steiner erwünschten “englischen Diploms” war damals offenbar ebenso üblich und legal wie entsprechende heutige Alternativen –, sondern allein um die Feststellung der historischen Tatsachen.’
‘Ich hatte wirklich an nichts Böses gedacht, als ich mir mal für ordentliches Geld eines der zehn oder mehr “Atlantis”-Bücher von Andreas Delor kaufte. Delor gibt in seinem ersten Band “Atlantis”* an, mal von Jens Heisterkamp lektoriert worden zu sein. Das muss lange her sein.Ansgar Martins kon het gisteren niet laten om op zijn Waldorf-Blog hier nader op in te gaan, in ‘Anthroposophische Reformation II, oder: Bis zur Unkenntlichkeit... und noch viel weiter’. Maar dat is echt voor de liefhebber.
Man sieht es dem Buch auch nicht an, weder formal noch inhaltlich. Ich hatte mir eine den Eiszeit-Zeitraum betrachtende Material-Sammlung vorgestellt, aber der Untertitel, den ich zu spät las, verrät dann schon, wohin der Hase läuft: …“nach neuesten hellsichtigen und wissenschaftlichen Quellen”. Ich kann Ihnen versichern, die wissenschaftlichen Quellen sind rar, die befragten medial Veranlagten und ihre ihnen heimleuchtenden Beratungs-Geister-Callcenter, aber auch beliebige dubiose Internetquellen und Hellseher überragen bei weitem – vor allem die bunte Truppe, die auch bei Wolfgang Weirauchs Flensburger Heften** das Bodenpersonal stellt.
Delor jedenfalls möchte sich schon in der Einleitung “neben” den “offiziellen Wissenschafts-Betrieb” stellen- was auch immer er sich unter einem solchem Betrieb vorstellen mag – nämlich in eine “gottseidank immer noch ergebnisoffene Wissenschafts-Szene” (S.19f). Er verspricht, “Vieles exakt beweisen” zu können, was “die Schulwissenschaft” verneine – gerade mit dem Beistand diverser Hellseher-Medien. Die Gefahr, dass ihm der Vorwurf gemacht werde, dass seine Hellseher ihm nach seinem Mund reden könnten, erkennt er zwar selbst (S. 22), sieht aber selbst in den offenkundigen Widersprüchen in deren Aussagen nur “Unschärfen”. Notfalls stehen – zwischen Erich von Däniken, einseitig interpretierten Volksmythen und UFO-Spekulationen – immer beliebige Quellen zu Verfügung, um das schwammige Resultat dieser Art von Atlantis-Forschung noch weiter zu verwässern. Dort, wo es Delor passend erscheint, wird auch Rudolf Steiner benutzt und eingebaut.
Die bauernschlaue Methodik der diversen Hellseher besteht anfangs wirklich darin, das Halbwissen und die spekulative Ader Herrn Delors auszunutzen. Zunächst einmal gilt es, die vorgefasste Meinung des Fragenden zu bestätigen:
“AD: Waren das aber auch manchmal wirklich Extra-Terrestrische?
Verena: Ja. Es waren auch manchmal wirklich Extra-Terrestrische.” (S.98)
Im Fall von Andreas Delor bedeutet das für professionelle Wahrsager eine Gratwanderung, ihn nicht vor den Kopf zu stossen, wenn seine Fragen sich einerseits UFOs oder angeblichen atlantischen Rassen zuwenden, die er z.B. “Frank-Zappas” nennt, andererseits aber darauf beharrt, dass er stets “ergebnisoffen” argumentiere. Rationaler als Delor zu sein wird keinem Hellseher dieser Welt schwer fallen, bei dessen ganz und gar nicht offener Fragestellung:
“AD: Konnten die alten megalithischen und zyklopischen Baumeister die gewaltigen Steinblöcke in die Leichte heben?
Hilo: JA, sie konnten ihnen ihre eigenen Leichte-Kräfte (..) verleihen und sie so mühelos z.B. die Pyramiden hochheben.” (S. 53)
Selbstverständlich haben sowohl der zu weiten Teilen des Buches so Fragende als auch die ihn meist bestätigenden Quellen eine gewisse Grundlage. Beide Seiten besitzen den Informationsstand ihrer Zeit; sie lesen zumindest populärwissenschaftliche Literatur zum Thema Eiszeit, Genetik, Geologie. Deshalb stimmt ein Grundgerüst von zeitlichen Abläufen und genetischen und geologischen Fakten, Stand etwa 2012. Wenn es dann aber passt, werden auch ein paar Supervulkan-Ausbrüche erfunden, um zu erklären, warum die angebliche letzte Insel der Atlantis verschlungen worden sein soll.
Ansonsten gilt Methode 2: Das Phantastische stets mit Plausibilität vorbringen, vor allem aber gewürzt mit übergenauen Details wie Jahreszahlen, Ort und Name des Stamms, benutzte Materialien und Gebräuche:
“Hilo: Es waren die Kuschiten, welche als erstes Volk der Erde um 12900 v. Chr. die Schifffahrt auf der Bahama-Bank erfanden, und zwar auf Schilf-Schiffen..” (S. 220)
Erstens ist das ein Bluff (allerdings immer der gleiche), zweitens wüsste das nicht einmal das Universitäts-Team, falls es gerade tatsächlich an dieser spezifischen Frage arbeiten würde – drittens: Who cares? Wer wird schon einzeln überprüfen können, was in solcher Breite und Detailliertheit behauptet wird? Und wenn es denn jemand auf sich nehmen würde: Wer würde das wissen wollen? Eben. Nichts in der Schwebe halten, immer klare Kante; das ist die Devise in diesem Gewerbe.
Falls doch einmal zwei Hellseher vollkommen widersprüchliche Aussagen machen sollten, reagiert Herr Delor zunächst pikiert, schaltet dann aber selbstständig um und behauptet, es seien lediglich zwei Blickrichtungen auf einen gemeinsamen Aspekt, den er dann frei dazu erfindet. Beim letzten Zitat Hilos z.B. war Delor nicht gerade amüsiert – er nennt es “ein bisschen missverständlich, denn andererseits betont Hilo auch, dass zur gleichen Zeit andere Völker andere Arten von Schiffen entwickelten!” Das würde der Dramatik von Delors Untergang der letzten Atlantis-Insel die Würze nehmen. Also fragt er nach:
“AD: Wer erfand um 12900 die Schilf-Schifffahrt, mehr die Hünen oder mehr die Kuschiten?”
Hilo: Mehr die Kuschiten.”
So ist Delor zufrieden gestellt.
Im Laufe des Buchs mehren sich Begriffe und Ansichten, die keinerlei erkennbaren Zusammenhang haben – Namen von offensichtlich frei erfundenen Volksgruppen, Urvölkern und Inseln werden auf irgend etwas bezogen, Landkarten gemalt, schließlich auch “fliegende Schilf-Fahrzeuge” (S. 221) eingeführt. Das ergibt einen Brei, der vielleicht noch stark bekifft nachvollziehbar und verdaulich erscheint.
Methode 2.5 für angehende Hellseher: Die Varoufakis-Methode. Einem naiven, aber penetrant nachfragenden Atlantis-Forscher gegenüber einfach mal unvermittelt aufstehen, den Interviewer anstarren und NEIN! schreien. Verwirrt ungemein, reinigt aber auch die Luft. Der Interviewer nimmt einen danach ernster.
“AD: Haben sie noch andere Kolonien in der Welt?
Hilo: NEIN.” (S. 225)
Aber Delor wäre nicht Delor, wenn er solch ein NEIN einfach hinnehmen würde. Er findet es “etwas missverständlich dargestellt” und macht einfach weiter mit seinem Text: “Denn vom Mittelmeergebiet (Marokko) begründen sie eine ganze Reihe weiterer Kolonien: Israel-Jordanien-Saudiarabien, Zweistromland, Äthiopien und – Indien!” So geht der ganze Unsinn weiter – ob belegt oder nicht belegt, ob hellgesehen oder nicht, ist vollkommen egal. Auf Seite 253 habe ich jeden weiteren Versuch, irgend etwas Relevantes in diesem Wust zu finden, aufgegeben.
Dieses Buch ist nicht nur vergeudetes Geld und vertane Zeit. Es scheint auch so eine Aufweichung jeglicher Faktizität – eine Parallele zu den spießigen Pegida-Demonstranten, die seriöse Recherche für “Lügenpresse” halten. In diesem Buch (vermutlich auch in den folgenden) wird eine komplette Parallel-Wirklichkeit konstruiert, die man nach Belieben und ohne Widerspruch auswalzen oder umdeuten kann. Ein wirres Buch für wirre Menschen, eine weitere Erosion des anthroposophischen Anstands.
*Andreas Delor, Atlantis nach neuesten hellsichtigen und wissenschaftlichen Quellen Band 1, Schloss Hamborn 2012
**Flensburger Hefte http://www.flensburgerhefte.de/’
.
6 opmerkingen:
Een abonnement in Nederland voor het nieuwe Antroposofie Magazine kost
€ 29,95, een los nummer € 7,95. Waarom deze psychologische prijzen en niet gewoon ronde prijzen als € 30,- en € 8,-? Of waarom niet gewoon de juiste prijzen?
Tering naar nering zetten. Op Antroposofie Magazine zal ik me niet abonneren. Wel wil ik zo nu en dan een los nummer kopen. Hoop dat het distributiekanaal breed en divers is en het blad niet alleen bij 'antroposofisch getinte centra' of 'alternatieve locaties' te koop zal zijn, maar bijvoorbeeld, om maar wat te noemen, ook bij boekhandel Donner te Rotterdam verkrijgbaar zal zijn.
Als lid van de Antroposofische Vereniging in Nederland krijg je ook Antroposofie Magazine gewoon thuisgestuurd, John. Je hoeft daarvoor niet de deur uit.
Ja stom. Was ik vergeten. Punt van distributie blijft bestaan voor niet-leden. Kan ook handig en wenselijk zijn om mensen ter verkoop tevens digitale exemplaren aan te bieden.
Voor lezers die de onthulling van het Titel-Kop VERPAUPERING zoeken, zullen bij de weergegeven tekst; "Het uit de jaren zeventig daterende gebouw staat zodoende te verpauperen achter hekken, zie hier." De Link missen: http://www.vrijeschoolbeweging.nl/verbouwing-zwaan-in-zutphen-vertraagd/ Lees hier verder.
Je hebt gelijk, Matthijs. Maar nog beter is een link naar het origineel.
Een reactie posten