Het nieuwe jaar is ruim drie weken oud, hoog tijd voor een nieuw bericht. We struinen eerst Motief af en beginnen op 7 december 2017, dat is vijf dagen na de vorige keer, met ‘Officiële opening van het Elisabeth Vreedehuis in Den Haag op 20 januari’:
De ledenvergadering van de Antroposofische Vereniging nam op 12 december 2016 het besluit tot de verwerving en verbouwing van het verenigingshuis aan de Riouwstraat in Den Haag. Begin 2017 kwamen gebruikers van het pand, enthousiaste leden en het bouwteam (met daarin twee lokale aannemers en de architect) bij elkaar om een ambitieus, maar haalbaar plan te maken. Het pand moest een eigentijdse uitstraling krijgen, gemoderniseerd qua infrastructuur, met diverse nieuwe functies… en dat alles binnen een aanvaardbaar budget én een redelijk strakke tijdspanne.Het volgende is van 18 december en gaat over ‘Biodynamische landbouw in beeld’:
Inmiddels is de operatie zo goed als voltooid, en met succes. Een tegenvaller was de hoeveelheid aangetroffen asbest in het pand, met een duurdere en tijdsintensieve sanering tot gevolg. Hierdoor liep de opening van half november gevaar en besloten we die met een maand uit te stellen. Rond half december zal het pand weer in gebruik worden genomen, op 20 januari officieel ingehuldigd.
Inmiddels heeft ‘het huis’ ook een naam: het Elisabeth Vreedehuis. De laatste fase was het lakken van de prachtige nieuwe vloer, de plaatsing van de keuken en de levering van de kasten en balies. Tot half december is nog veel werk te verzetten, want na de oplevering komt de inrichting. De lampen boven de balies, de leestafel, een frisse inrichting voor het café, een vaste belichtingsinstallatie en nieuwe stoelen in de Theaterzaal (met dank aan de Iona Stichting voor een genereuze gift).
Om de inrichting naast praktisch ook kunstzinnig te maken, wensen wij het Vreedehuis nog wat aanvullende ‘vormen en kleuren’ toe. Bent u in het bezit van een mooie bloemenvaas, een passend kunstwerk, een bronzen kandelaar of een mineraal en wilt u dit aan het huis schenken, neem dan vooral contact op. U bereikt ons per e-mail via info@vreedehuis.nl en telefonisch op 070-355 00 39.
De feestelijke opening voor leden van de Antroposofische Vereniging vindt plaats op 20 januari 2018. Vanwege de te verwachten grote toestroom wordt twee keer een vergelijkbaar programma aangeboden, zodat in plaats van maximaal honderd in totaal tweehonderd leden kunnen worden ontvangen. Het ochtendprogramma zal om 10.00 uur starten en het middagprogramma om 14.00 uur. Aanmelden voor een van beide programma’s, tot uiterlijk 5 januari 2018, via het aanmeldformulier dat u onder de betreffende link kunt vinden.
Stephan Jordan
Het herfstcongres ‘Biodynamische landbouw en de vrije markteconomie’ werd op 10 oktober 2017 gehouden bij Antropia in Driebergen. Biojournaal heeft verschillende berichten over dit congres, zoals de ‘Demeter Monitor over biodynamische landbouw en voeding 2016-2017’, het afscheid van Jozien Vos als voorzitter Stichting Demeter en Marianne Thieme die wil dat de BD-beweging meer op de voorgrond gaat treden.Op 19 december kwam dit treurige nieuws naar buiten, ‘Boekhandel de Nieuwe Boekerij in Zeist sluit in 2018’:
Maar niet alleen dat, het heeft ook een uitvoerige fotoreportage met achtentachtig foto’s, waarbij elke foto voorzien is van een onderschrift dat vermeldt wie er op de foto staat. Zodat dit een weerzien vormt van de hele bd-beweging.
Bijvoorbeeld Piet van IJzendoorn van de Zonnehoeve in Zeewolde met Joke Bloksma van Warmonderhof. Maar ook Key-note spreker Marianne Thieme (fractievoorzitter Partij voor de Dieren) die hoopt dat de BD-beweging in de toekomst meer op de voorgrond gaat treden. Ze roept de biologisch-dynamische boeren op om naar Den Haag te gaan en te pleiten voor meer financiële middelen.
‘De keuze is nu aan jullie: gaan jullie actief communiceren dat biologisch-dynamische landbouw veel en veel beter is dan gangbare landbouw of blijven jullie stilletjes hopen dat de consument uiteindelijk de keuze voor BD gaat maken. Blijf je bescheiden en marginaal of ga je voor verandering? Zoals Nelson Mandela zei: “It always seems impossible until it’s done”.’
Ze kreeg onder meer de vraag hoe de BD-beweging integer kan blijven. ‘Dit kan door compromisloos te zijn en te staan voor je idealen. Door transparantie en de normen hoog te houden door middel van sociale controle. En heel belangrijk: eerlijk fouten erkennen.’
Na Marianne Thieme hield Ronald van Marlen (onder andere bestuurslid Stichting Demeter) een bevlogen betoog, waarin hij liet zien voor welke dilemma’s de biologische sector als gevolg van de groei komt te staan.
De biologische beweging is volgens Ronald nu een “ingesloten pionier” (voormalig pioniers worden welbewust ingesloten door datzelfde regime dat ze aanvankelijk wilden veranderen). Hierin ziet hij kansen voor Demeter: ‘Bio zit al zo diep in de mainstream, Demeter is nog een authentieke veranderaar.’
Er was ook tijd voor reflecties uit de Nederlandse praktijk met Tom Saat (Stadsboerderij Almere), Peter van IJzendoorn (Hofwebwinkel) en Merle Koomans van den Dries (Odin). Merle gaf hierbij onder meer aan dat ze nog meer mensen kunnen verbinden nu Odin een coöperatie is.
Cultuur- en Congrescentrum Antropia wil koploper zijn op het gebied van duurzaamheid, zo is Antropia onder meer in het bezit van een EKO-keurmerk Horeca.
Op de website van de Nieuwe Boekerij in Zeist staat ‘een treurige mededeling: De Nieuwe Boekerij aan de Voorheuvel gaat sluiten. We gaan nog wel door met de webwinkel, maar we realiseren ons dat dat, voor de mensen die graag in onze winkel komen, een schrale troost is. Meer dan 40 jaar hebben wij, en onze voorgangers, met veel plezier de winkel gedreven.’Twee dagen later werden ‘Ontwikkelingen bij Antroposana en de Antroposanapolis’ gemeld:
Nog maar drie jaar geleden werd ‘de eerster Zeister Duowinkel geopend. “De Nieuwe Boekerij & Heger en van den Berg” zijn samen verhuisd van de Steynlaan naar de Voorheuvel.’ Maar dat heeft blijkbaar niet het gewenste succes opgevleverd. De boekhandel zat eerder op de Steynlaan en daarvoor op de Van Tetslaan. Alles begon in de jaren zeventig met een initiatief van heilpedagoog en Zonnehuismedewerker Walter Erlanger in zijn garage aan de Tesselschadelaan. De winkel kent dus inderdaad een rijke geschiedenis, die nu ten einde komt.
Als reden voor de sluiting wordt aangegeven dat het wel heel lastig is geworden om een boekwinkel draaiende te houden. Dat heeft te maken met de algemene malaise in het boekenvak, de gestegen kosten en de concurrentie van webwinkels, maar ook met de specifieke terugloop van ‘het antroposofische boek’, dat niet meer de grote afzetmarkt kent van weleer.
De definitieve sluiting is op 1 maart 2018. De opheffingsuitverkoop begint op 27 december.
Gezondheidsvereniging Antroposana maakte in een speciale nieuwsbrief op 21 december de definitieve polisvoorwaarden bekend van de Antroposanapolis, die is ondergebracht bij Zorgverzekeraar Avéro. Op de Antroposanawebsite worden deze vermeld.Dezelfde dag, 21 december, bracht het bericht over de ‘Officiële post-hbo opleiding Voortgezet vrijeschoolonderwijs’:
Men maakte ook melding van de vele contacten die nodig waren om deze voorwaarden duidelijk te krijgen. Zo schrijft Antroposana:
‘Wij vinden het belangrijk om te melden dat de Antroposanapolis bij Avéro per 2019 ophoudt te bestaan. Het lukt Antroposana niet om bij Avéro nog een goede én onderscheidende dekking te krijgen voor de antroposofische gezondheidszorg nu dit wordt ingelijfd bij Zilveren Kruis.’
De gezondheidsvereniging is bezig een vergelijkingssite te ontwikkelen waarbij zorgverzekeraars kunnen worden vergeleken met zoektermen specifiek gerelateerd aan de antroposofische gezondheidszorg.
Dat is echter nog toekomstmuziek: ‘We moeten u helaas melden dat deze vergelijkingssite dit jaar nog niet beschikbaar komt. Wel vindt u op de website van Antroposana een algemene vergelijkingssite die u zou kunnen gebruiken.’
Maar er is tevens goed nieuws: ‘Abnoba Viscum en Iscador vallen ook in 2018 gewoon binnen de dekking van de Antroposanapolis! Voor veel leden een belangrijke reden om ook in 2018 weer voor de aanvullende verzekering de Antroposanapolis te kiezen.’
Antroposana blijft ondanks alles geloven dat de antroposofische gezondheidszorg als integratieve zorg cruciaal is in elke leeftijdsfase. ‘In de medische praktijk, juist ook in de reguliere, wordt steeds meer gebruik gemaakt van integratieve geneeskunde, waar ook de antroposofische geneeskunde bij hoort.’
De taak van Antroposana is om in gesprek te blijven met de zorgverzekeraars, zodat hiervoor (op den duur) meer acceptatie komt.
‘De stem die Antroposana wil laten horen kan alleen krachtig zijn als Antroposana veel leden achter zich heeft staan waarvan ze de belangen kan vertegenwoordigen. We vragen u daarom ons te helpen om mensen die de antroposofische gezondheidszorg belangrijk vinden op Antroposana te attenderen, om zo meer leden te krijgen en een krachtigere stem te hebben. Op antroposana.nl kunt u uw steun bijzonder makkelijk kenbaar maken door u aan te melden als lid.’
Docenten in het voortgezet onderwijs die (recent) werkzaam zijn op een vrijeschool kunnen zich door middel van een post-hbo opleiding aan Hogeschool Leiden verdiepen in het vrijeschoolonderwijs en de vrijeschoolpedagogie.Een derde bericht op 21 december ging over ‘Verwerking van het verleden: rehabilitatie van Ita Wegman en Elisabeth Vreede’:
Het is het vormgeven aan vrijeschoolonderwijs en docentschap in de 21e eeuw! Afgelopen week is deze post-hbo opleiding officieel geregistreerd door het Centrum van Post-Initieel Onderwijs Nederland (CPION).
De Vereniging van vrijescholen laat op haar website weten: ‘Met deze registratie is de opleiding een post-hbo opleiding die in heel Nederland wordt erkend. In september is de eerste groep docenten gestart met de post-hbo opleiding. Zij zullen aan het einde van het studiejaar de eerste diploma’s in ontvangst nemen.’
De website van Hogeschool Leiden vermeldt:
‘De vraag is niet, wat de mens moet kunnen en weten teneinde zich in de bestaande sociale orde te kunnen voegen; maar wel, wat er in aanleg in de mens aanwezig is en in hem ontwikkeld kan worden. Dan wordt het mogelijk dat de opgroeiende generatie de maatschappij steeds nieuwe krachten toevoegt.’ – Rudolf Steiner
De post-hbo opleiding is ontwikkeld door het Centrum onderwijs & innovatie van de Hogeschool in Leiden in samenwerking met de Vereniging van vrijescholen en het Platform Vrijescholen Voortgezet Onderwijs voor docenten die zich de vrijeschoolpedagogiek en -didactiek eigen willen maken en zich verder willen verdiepen in hun vakmanschap.
Het honderdjarig bestaan van de Algemene Antroposofische Vereniging in 2023 begint zich al aan te dienen. Voordat de feestelijkheden kunnen losbarsten, moet eerst nog een zwarte bladzijde uit het verleden onder ogen worden gezien, om die ook echt te kunnen omslaan.En toen werd het tijd voor het nieuwe jaar. 2 januari kwam met ‘Publicatie over de geschiedenis van de Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap’:
In 1935 vond een breuk plaats in deze algemene vereniging, waar ook de Nederlandse vereniging ernstig onder werd getroffen. In 1960 werd deze breuk in principe geheeld. Maar blijkbaar nog steeds niet helemaal.
De breuk ging namelijk dwars door het toenmalige bestuur, dat nog door Rudolf Steiner zelf was aangesteld. Twee Nederlandse bestuursleden in het Zwitserse centrum, het Goetheanum in Dornach, werden in feite in 1935 ontslagen en uit hun functie gezet. Dat waren de arts Ita Wegman (rechts) en de astronome Elisabeth Vreede (links). Het recent gerenoveerde pand van de Antroposofische Vereniging in Nederland aan de Riouwstraat in Den Haag heeft de naam gekregen van de laatstgenoemde: het Elisabeth Vreedehuis.
Op de afgelopen jaarvergadering aan het Goetheanum ontstond er opnieuw aandacht voor deze misstand: vanuit een groep leden kwam het initiatief om deze twee voormalige bestuursleden (beiden stierven al in 1943, dus acht jaar later en kortstondig na elkaar) te rehabiliteren.
De website van het Goetheanum meldt nu dat een van de nieuwe bestuursleden van de Algemene Antroposofische Vereniging in Dornach, de oud-politicus Gerald Häfner, zich voor deze zaak sterk heeft gemaakt. Wat nu ook meespeelt, is dat het in 2018 precies driekwart eeuw geleden is dat deze beide Nederlandse bestuursleden vrij plotseling, na een kortstondig ziekbed, overleden.
Gerald Häfner legt de huidige leden aan het hart geen overhaaste conclusies te trekken, maar zich gezamenlijk te bezinnen hoe dit het beste kan worden aangepakt. De komende jaarvergadering in Dornach zal een begin worden gemaakt met een motie dienaangaand. De bekende auteur Peter Selg is gevraagd een publicatie over Ita Wegman voor te bereiden en er zullen twee voordrachten worden gehouden over beide bestuursleden.
Met de verschillende initiatiefnemers is door het Goetheanum het gesprek gezocht. Zoals Gerald Häfner het formuleert: een oude strijd kan niet worden opgelost door er nu opnieuw strijd over te voeren, maar alleen door met bewustzijn elkaar de hand te reiken.
Bij de Zwitserse uitgeverij Verlag am Goetheanum is eind 2017 een boek verschenen over de geschiedenis en de resultaten van de verschillende secties van de Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap, onder redactie van de sectieleiders Christiane Haid, Constanza Kaliks en Seija Zimmermann.Op 10 januari was het thema ‘Kies richting op het Demeterplein’:
De website van het Goetheanum schreef hierover in december 2017 het volgende (de vertaling is gemaakt door de Belgische uitgeverij en bibliotheek Via Libra, zie hun nieuwsbrief), onder de titel ‘Denktank avant la lettre voor maatschappelijke opgaven’:
Toen er van denktanks of startups nog geen sprake was, richtte Rudolf Steiner in 1923/24 aan het Goetheanum in Dornach de Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap op. Onlangs verscheen er bij Verlag am Goetheanum een boek dat gewijd is aan de geschiedenis en het onderzoek van deze hogeschool: “Goetheanum – Freie Hochschule für Geisteswissenschaft. Geschichte und Forschung der Sektionen”.
Je zou het kunnen zien als een verre voorloper van wat nu TED-conferenties en barcamps zijn: een in afdelingen onderverdeelde hogeschool die maatschappelijk relevante opgaven op zich moest nemen, gebaseerd op de actualiteit, de vooruitgang van de wetenschap én aangevuld door de persoonlijke scholing van ieder individu op basis van de antroposofie.
Het boek behandelt de geschiedenis en het onderzoek van de afdelingen sinds de oprichting ervan (uitgezonderd de sociale afdeling). Daarbij wordt een heel breed panorama zichtbaar. Ook nu nog vindt er onderzoek plaats.
De leiders van de afdelingen aan het Goetheanum maken duidelijk hoe de Vrije Hogeschool haar opgaven vervult: door fundamenteel onderzoek, de praktische vertaling daarvan en het controleren ervan door praktijkonderzoek. En daarnaast ook de verspreiding van de nieuwe kennis door seminaries, colloquia en vakbijeenkomsten, maar ook door innerlijke scholing. Een bijzondere opdracht daarbij is om de vaak sterk gespecialiseerde onderzoeksresultaten in een grotere samenhang te plaatsen en toegankelijk te maken. De financiering en organisatie van al dat werk gebeurt door de Allgemeine Anthroposophische Gesellschaft, zeg maar de internationale Antroposofische Vereniging.
272 bladzijden, prijs 37 euro, isbn 978 3 7235 1567 9’
De BioBeurs wordt op 17 en 18 januari 2018 gehouden in de IJsselhallen in Zwolle. Deze zal worden geopend door Koningin Maxima. De BioBeurs is Nederlands grootste vakbeurs voor de biologische sector en trekt jaarlijks ruim 10.000 zakelijke bezoekers.Eergisteren kwamen daar twee berichten bij. Het eerste behandelde ‘Vijf biodynamische bedrijven in de schijnwerpers’:
Op de beursvloer staan ruim 350 stands van biologische bedrijven. Op het Foodplein verzorgen gerenommeerde koks demonstraties met biologische producten. Er is een interessant inhoudelijk programma met meer dan 80 boeiende workshops en presentaties.
Demeter Nederland is er ook vertegenwoordigd, op het Demeterplein. Dankzij de samenwerking van een aantal verwante organisaties kan men op het Demeterplein met tal van vragen terecht over alles wat zich in de biodynamische voedselketen afspeelt van grond tot mond. Ook is er een stand van De Grote Kamp van de samenwerkende Demeter pluimveehouders op dit plein.
Het thema is richting kiezen: ‘Als samenleving staan we voor ingrijpende keuzes om onze aarde leefbaar te houden voor toekomstige generaties. Keuzes die bij elk van ons als individu beginnen. Richting kiezen: weg van eenzijdig economisch denken naar een waardegedreven landbouw met ruimte voor biodiversiteit, dierenwelzijn en voedselkwaliteit. Een levende landbouwcultuur als basis voor vitale voeding.’
Op haar Facebookpagina maakte Demeter op 9 januari bekend dat ‘Vijf biodynamische bedrijven in de schijnwerpers’ zullen staan:
‘Ekoland, vakblad voor de biologische keten heeft zijn lezers gevraagd wie volgens hen de Ekoland Innovatieprijs biologische landbouw 2018 moet winnen. Van de 13 genomineerde bedrijven zijn er 5 Demeter gelicentieerd: stuk voor stuk inspirerende en innovatieve biodynamische bedrijven met dito ondernemers die op vernieuwende wijze hun bedrijf ontwikkelen.
De bedrijven zijn bezocht door de jury en op woensdag 17 januari wordt op de Biobeurs bekend gemaakt wie de winnaar is. De genomineerde biodynamische bedrijven stellen we de komende dagen aan je voor.’
Bij Demeter Nederland op Facebook was het de week voorafgaand aan 17 januari allemaal te volgen:Het tweede nieuws op 22 januari betrof ‘Odin wordt geprezen op alle fronten’:
Ekoland, vakblad voor de biologische keten heeft zijn lezers gevraagd wie volgens hen de Ekoland Innovatieprijs biologische landbouw 2018 moet winnen. Van de dertien genomineerde bedrijven zijn er vijf Demeter gelicentieerd: stuk voor stuk inspirerende en innovatieve biodynamische bedrijven met dito ondernemers die op vernieuwende wijze hun bedrijf ontwikkelen.
De bedrijven zijn bezocht door de jury en op woensdag 17 januari werd op de Biobeurs bekend gemaakt wie de winnaar is. Die uitkomst bewaren we hier voor het laatst. Want de vijf genomineerde biodynamische bedrijven stellen we eerst aan je voor.
Eerste biologische boerderij van Nederland
Harry, Ank en zoon Jan Donker van BD Graan zijn genomineerd voor de Ekoland Innovatieprijs biologische landbouw 2018. Maak kennis met deze pioniers. In 1968 dacht de vader van Ank, Jelte Wiersma: ‘dit moet anders, dit moet beter.’ Als één van de pioniers in biologische landbouw gooide hij het roer om en begon in het Noord-Hollandse Middenmeer de eerste biologische boerderij van Nederland. Deze nieuwe manier van werken ging natuurlijk niet zonder slag of stoot, maar na verloop van tijd waren alle kinderziektes eruit.
Groenteveredelaars zaadvaste rassen
René Groenen en Gineke de Graaf zijn genomineerd voor de Ekoland Innovatieprijs biologische landbouw 2018. Op tuinbouwbedrijf De Beersche Hoeve vermeerderen en veredelen zij groentezaden, met als specialisatie innovatieve biodynamische zaadproductie met zaadvaste groenterassen.
Zwaluwgekwetter op je brood
Ekoboerderij Arink Biotel Achterhoek van John Arink en Liane Betting is genomineerd voor de Ekoland Innovatieprijs biologische landbouw 2018. Hun kudde van zo’n 60 Fries-Hollandse koeien vormt het hart van de biodynamische boerderij, hier is eigenlijk alles omheen gevormd. Het voer voor de dieren wordt zelf verbouwd, zodat ze niet afhankelijk zijn van voerimport uit verre oorden. Dit zorgt bovendien voor een laag ecologische voetafdruk.
Op de ‘rijkste’ gronden van Europa
GAOS het biodynamisch gemengde akkerbouwbedrijf van Jos Jeuken en Ellen Krul is genomineerd voor de Ekoland Innovatieprijs biologische landbouw 2018. GAOS is in 1988 begonnen in de Flevopolder: een van de ‘rijkste’ gronden van Europa. Het streven is een optimale productie met respect voor mens, dier en aarde. Op het bedrijf én daarbuiten.
GAOS staat voor Geduldig, Aandachtig, Onbekommerd, Samenwerken. Voor Jos en Ellen is akkerbouw bedrijven de hoofdtaak, daarnaast houden ze nog vleesvee, doen ze aan zaad- en pootgoedteelt en produceren ze duurzame energie. Ook hebben ze samen met een fruitteler, een groenteteler en een melkveehouder een biologische internetwinkel opgezet om hun producten zo vers mogelijk bij de consument te krijgen. Deze zijn onder meer te koop bij de Hofwebwinkel.
Geiten te kust en te keur
Middenin het Amsterdamse bos vind je Geitenboerderij Ridammerhoeve: het in 1988 opgerichte biodynamische geitenbedrijf van Willem, Corine en Tom Dam. Hun bedrijf is genomineerd voor de Ekoland Innovatieprijs biologische landbouw 2018. Hier kan iedereen uit de regio kennis maken met de bio en biodynamische landbouw in al haar facetten.
En de uitslag is, zo schreef Demeter Nederland op 17 januari:
Hoe mooi is dit voor de biodynamische landbouw! De Ekoland innovatieprijs voor de Biologische landbouw 2018 is gewonnen door Geitenboerderij Ridammerhoeve met een tweede plek voor De Beersche Hoeve. Gefeliciteerd!
Biojournaal besteedde meteen uitvoerig aandacht aan de prijswinnaars, met de Ridammerhoeve voorop.
Nog meer winnaars zijn bekend gemaakt op de Biobeurs op 17 en 18 januari in Zwolle. Want: Biologische Odin-winkels Zutphen en Bergen, bezorgdienst Odin en de Odin-boerderij wonnen prijzen.Daarmee hebben we alle berichten bij Motief wel gehad. Op 7 december 2017 verscheen op de weblog over Bernard Lievegoed ‘De inspiratie van Bernard Lievegoed’:
Bij maar liefst vier verschillende belangrijke verkiezingen viel Odin in de prijzen. De uitslagen werden bekend gemaakt op de Biobeurs 2018, die werd geopend door koningin Maxima.
De drie Odin-winkels en de Odin-Boerderij De Beersche Hoeve ontvingen alle tweede prijzen: de winkel in Bergen in de verkiezing Beste Middelgrote Biologische Winkel, de winkel in Zutphen in de categorie Grote Biologische Winkels en de Odin-bezorgdienst bij de verkiezing Beste Biologische Webwinkel. Odin-boerderij De Beersche Hoeve kreeg een tweede plek bij de Ekoland Innovatieprijs.
Odin ontving daarmee de meeste prijzen bij de jaarlijkse verkiezingen op de Biobeurs. Merle Koomans van den Dries (directeur Odin): “We zijn echt superblij met al die prijzen! Het is ook een prachtige beloning voor al onze collega’s in de winkels en op de boerderij. Zij werken met zoveel inzet en passie. Het laat zien dat luisteren naar de wensen van je klant en échte aandacht voor eerlijke producten resultaat heeft. Dank trouwens ook aan alle Odin-klanten die op ons gestemd hebben. We hebben een omslag gemaakt naar een coöperatie met leden en dit is voor ons een teken dat we op de goede weg zijn. Het is geweldig om het enthousiasme bij de leden te zien. Zij geven ook goede input aan het bedrijf. We worden steeds meer een beweging voor duurzame voeding.”
Odin is dé biologische foodcoop van Nederland. De coöperatie heeft nu ruim 5.700 leden en hun aantal groeit gestaag. Leden hebben inspraak in het beleid van Odin en krijgen ledenvoordeel. Over heel Nederland heeft Odin negentien winkels en een bezorgdienst. Maar ook een eigen imkerij en een biodynamische boerderij. Alles 100 % biologisch en het liefst biodynamisch.
Het is heel lang geleden dat er op deze weblog iets gebeurde. Drie en half jaar heeft het geduurd. En dat terwijl er inmiddels heel wat op stapel staat rond Bernard Lievegoed. Voordat we daartoe over gaan, eerst maar een korte terugblik.Op de website van de bd-vereniging stond op 11 december het volgende over ‘Menswaardige voeding’:
Het was op 1 maart 2014 dat Jelle van der Meulen een recensie wijdde aan het boek Een stap verder, dat ging over het turbulente ontstaan van de Bernard Lievegoed Kliniek in Bilthoven, die in september 1992 zijn deuren opende. Dat was drie maanden vóór het overlijden van Bernard Lievegoed.
Zo turbulent als die wordingsgeschiedenis bleek te zijn, beschreven in dat boek van Nard Besseling, zo turbulent was ook de respons erop, en met name op de boekbespreking door Jelle van der Meulen. Deze werd gepubliceerd in Motief 181 van april 2014 en is ook hier op deze weblog opgenomen. De rest van dat jaar bleef de brievenrubriek van Motief maar volstromen met reacties. Pas in december 2014 verstomde die stroom.
Jammergenoeg konden de lezers van deze weblog niet daarvan kennisnemen, want die interactie speelde zich af binnen de kolommen van Motief. Dat was nogal lastig als je als auteurs het contact zoekt met je publiek. En dus ook beperkend voor deze weblog. Hoe daarna de draad weer op te nemen?
Dat was het dilemma waarvoor we stonden. Ondertussen werd onze aandacht op een andere manier in beslag genomen. Jelle van der Meulen had al op zijn eigen weblog te kennen gegeven dat het thema ‘vriendschap’ hem erg bezighield, zoals bijvoorbeeld blijkt uit dit bericht van november van 2010. Na twee intensieve jaren eraan werken na de publicatie van de recensie, verscheen in mei 2016 zijn boek ‘Der Ruf der Freundschaft. Unterwegs zu einer Kultur des Herzens’, in zijn thuisland Duitsland en daarom ook in het Duits, bij Info3 Verlag. Er is geen Nederlandse vertaling van beschikbaar.
De aandacht van Michel Gastkemper richtte zich, behalve zijn vaste werkzaamheden voor de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, op de toekomst van Motief bij de Antroposofische Vereniging. In de redactie werd samen met een nieuwe hoofdredacteur een heel ander concept ontwikkeld, dat uiteindelijk leidde tot een nieuw tijdschrift, Antroposofie Magazine. Dat had ook gevolgen voor Motief. In maart 2016 startte dit nieuwe openbare kwartaaltijdschrift, naast de nog immer maandelijkse Motief, die vanaf dat moment alleen de leden van de Antroposofische Vereniging in de brievenbus kregen. Een grote operatie die veel voorbereiding vergde. Het maartnummer van Motief in 2016 was meteen het jubileum van de tweehonderdste editie. Ook de websites ondergingen een hele verandering.
Maar… Bernard Lievegoed werd niet vergeten. De activiteiten daarvoor speelden zich echter voorlopig in een kiemstadium af. Plannen werden voorbereid en op hun haalbaarheid onderzocht. Dat gebeurde aanvankelijk in het kader van het Parsifal Fonds, de stichting die deze weblog ondersteunt en waarvan de twee redacteuren alhier tevens bestuurslid zijn.
Al gauw voegde zich hierbij Hildebrand Lievegoed van de Stichting Lievegoed Archief. In de zomer van 2014 ontwierpen Hildebrand Lievegoed en Michel Gastkemper samen plannen met het oog gericht op de 25e sterfdatum van Bernard Lievegoed op 12 december 2017. Hun eerste idee ging uit naar het samenstellen en maken van een soort van gedenkschrift. Al in november 2014 was reeds sprake van het volgende:
“Voorlopige werktitel: “De inspiratie van Bernard Lievegoed”. Bedoeling is te komen tot een product, dat de actualiteit van het werk van Bernard Lievegoed weer onder de aandacht brengt. Interview met zes tot acht mensen over hun biografie, die nu nog vol in het leven staan en zich in hun werk (of leven) geïnspireerd voelen door Bernard Lievegoed. Onderzoek waar ze die inspiratie van Bernard Lievegoed in hun werk/leven zien terugkomen en wat de betekenis is in de actualiteit.”
Zo ging het inderdaad van start. Maar toen brandde op 11 februari 2015 de villa op landgoed de Reehorst af, waarin de Vrije Hogeschool gehuisvest was. Voor de Vrije Hogeschool was dit een rampzalige gebeurtenis, hij schudde op zijn grondvesten. Daarbij kwam dat dit het enige oorspronkelijke initiatief van Lievegoed was dat nog bestond, ook al waren er sinds de oprichting in 1971 al veel crisissen geweest. De twee andere oorspronkelijke initiatieven van Lievegoed, de Zonnehuizen uit 1931 en het NPI uit 1954, waren in 2011 en 2012 failliet gegaan en bestonden niet meer in hun door Lievegoed gegeven vorm.
De Vrije Hogeschool maakte vanaf het brandmoment een turbulente tijd door, er vond een complete wisseling van de wacht plaats. Men keerde weer terug op zijn schreden, het concept van de Bernard Lievegoed University werd verlaten, Arnhem als nieuwe standplaats ging niet door, en na een intermezzo in Utrecht hervond de Vrije Hogeschool zich in Zeist, onder leiding van de nieuwe directeur Gerrie Strik.
Al die tijd hadden het Parsifal Fonds en het Lievegoed Archief de ontwikkelingen ademloos en op de voet gevolgd. Hoe zou het verder gaan met de initiatieven van Lievegoed? Paste het idee van Hildebrand Lievegoed en Michel Gastkemper nog bij de actuele ontwikkelingen? Zij lieten zich niet uit het veld slaan en werkten hun ideeën verder uit. December 2017 kwam steeds dichter bij en het werd duidelijk dat ze die maand als streefdatum moesten aanhouden.
Een jaar later, februari 2016, hadden zij hun plannen met nieuw elan opgepakt. In de zomer van dat jaar concretiseerden ze die, om allereerst bij verschillende mensen en organisaties te polsen of zij hier belangstelling voor hadden en ook of zij eraan wilden meedoen. Dat zou duidelijk maken of zij op het juiste spoor zaten. Ze maakten een planning die zou voeren naar realisatie in december 2017. Tot nog toe hadden ze gedacht aan een interviewboekje, maar naarmate het jaar 2016 vorderde kwam het idee naderbij om rond de 25e sterfdag ook een manifestatie te organiseren, waarop die publicatie gepresenteerd zou kunnen worden. Maar wie zou dat moeten organiseren? Wie zou dat willen ondernemen? En waar zou het moeten plaatsvinden?
Eind oktober 2016 vond een gesprek plaats met een van de organisaties die zij hadden benaderd: Uitgeverij Christofoor. Tot hun grote verrassing en vreugde werden hun plannen enthousiast verwelkomd. En meer dan dat: men wilde graag zijn steentje bijdragen. Heel concreet werd dat in het voorstel om vijf boeken van Lievegoed voor deze gelegenheid opnieuw uit te geven, als een bijzondere serie. De vraag was welke en hoe deze dan uit te brengen.
Hiermee was de kogel wel door de kerk. De manifestatie moest er nu komen. En de rest is history. Maar for the record nog het volgende. Iedereen die werd benaderd voor het interviewboekje zei onmiddellijk en met heel veel enthousiasme toe. Gastkemper en Lievegoed bevroegen zeven personen, de interviews vonden plaats rond de zomer van 2017.
De her uit te geven boeken van Bernard Lievegoed werden bepaald, evenals dat zij zouden worden voorzien van een redactionele inleiding. De redactie werd in handen gelegd van Gastkemper en Lievegoed, met ondersteuning van Marjan Keuter, die Dritte im Bunde. Een groot deel van het jaar werd aan deze werkzaamheden besteed: scannen van de vijf geselecteerde boeken, corrigeren en indien nodig redigeren, dan wel van noodzakelijke aantekeningen voorzien. Plus het ontwerpen van omslag en uitvoering.
En het derde grote werk: het organiseren van de bijeenkomst in december. De Stichting Lievegoed Archief en de Stichting Parsifal Fonds werden nu zelf de organisatoren die de eindverantwoordelijkheid droegen. Als beste datum en locatie kozen zij voor zondag 17 december 2017 in het Iona-gebouw, bij Antropia op landgoed de Reehorst in Driebergen. Groot genoeg om 250 deelnemers te ontvangen. Titel van het symposium: De inspiratie van Bernard Lievegoed. Niet zozeer om terug te kijken, maar om vooruit te kijken naar de toekomst van deze inspiratie. Hoe die gestalte heeft gekregen en nog steeds krijgt in individuele personen.
Ook andere personen hebben zich laten inspireren door de 25e sterfdatum. Bij Nard Bessseling en Hugo Verbrugh ontstond het idee om een briefwisseling te beginnen over de inspiratie van Bernard Lievegoed. Zij wisten Christine Gruwez en Jelle van der Meulen te interesseren hieraan mee te doen. Met als resultaat het boekje Mildheid? Ja, mildheid… dat in november verscheen. Het bevat Twaalf brieven over Bernard Lievegoed, manicheïsme en perifere identiteit. Uitgeverij Pentagon brengt op haar beurt op 17 december een herdruk uit van Bezinning op de grondsteen, de publicatie van Bernard Lievegoed uit 1987.
Over tien dagen is het zover. Dan zal het symposium plaatsvinden, met voordrachten van Christine Gruwez en Friedrich Glasl en de presentatie van de vijf heruitgaven van Bernard Lievegoed plus het interviewboekje De inspiratie van Bernard Lievegoed. Bij zijn 25e sterfdag. Zeven interviews. De deelnemers krijgen allemaal dit boekje gratis uitgereikt. Er zal een interessante initiatievenmarkt zijn, zoals op de website aangekondigd. U kunt zich nog opgeven, maar haast u, er is niet veel tijd meer.
Voeding is de basale levensbehoefte die het meest direct aan onze gezondheid is gerelateerd. Opmerkelijk genoeg heerst juist op dit gebied in onze moderne tijd een grote onzekerheid. Wetenschappelijke inzichten over wat gezond is en wat niet wisselen bijna met de dag. We tobben over koolhydraten, vetten en grammen en worstelen met ons gewicht.Op 23 november 2017 was er aandacht voor deze ‘Nieuwe druk Landbouwcursus’:
Rudolf Steiner heeft geen systematische voedingsleer nagelaten. Wel zijn in zijn verzameld werk enkele fundamentele beschouwingen over het voedingsproces te vinden, naast tal van verspreide opmerkingen over aspecten van voeding en over afzonderlijke voedingsmiddelen. Menswaardige voeding brengt in negen voordrachten een selectie van Steiners belangrijkste uitspraken over voeding. Deze worden gekleurd door het publiek waarvoor hij sprak. Zo komt het onderwerp voeding in vier gradaties ter sprake: inleidend, met concrete adviezen, in relatie tot spirituele ontwikkeling en in kosmisch perspectief.
Het nawoord is van Petra Essink, journalist, gespecialiseerd in voeding en gezondheid.
Deze uitgave is te bestellen via de boekhandel.
Lang voordat het begrip ecologie gemeengoed werd, gaf Rudolf Steiner al zijn ‘landbouwcursus’. Deze voordrachtenreeks uit 1924 schetst de principes van een landbouw die met de natuur samenwerkt, in plaats van haar op te jagen en uit te buiten. Daarvoor is een nieuwe vorm van kennis nodig, die verder gaat dan de analyse van stoffen en oog heeft voor gehelen. Kortom: een kennis van het leven.En dan hebben we nog de traditionele Duitstalige bijdrage. Die komt dit keer weer van het Institut für anthroposophische Meditation, namelijk de ‘Newsletter Dezember 2017’:
In dit boek komen zowel de grote verbanden tussen kosmos en aarde in beeld, als de subtiele processen van een spirituele chemie. We vinden er liefdevolle karakteriseringen van bijzondere helende planten, naast praktische aanwijzingen voor de verzorging van de bodem, de bestrijding van ziekten en plagen en de gezonde voeding van dier en mens. Ook de bekende biodynamische preparaten worden hier geïntroduceerd en toegelicht.
Steiners cursus is een inspiratiebron voor de nieuwe landbouwmethode die in de biologisch-dynamische landbouw gerealiseerd wordt. Bovenal is het een appel aan de boer om zich als hele mens te verbinden met zijn bedrijf, met dit stuk van de aarde, met deze dieren en gewassen. Leren samenleven met de natuur is de cruciale opgave van deze tijd.
Een toegankelijke en inspirerende cursus, waarin tevens Rudolf Steiner als mens bijzonder dichtbij komt.
Met een oorspronkelijk nawoord van Albert de Vries.
Vruchtbare landbouw is nu weer te koop via de boekhandel!
BücherBücherBücher – und zum Schluss einige wenige Hinweise. Berichte gibt’s wieder beim nächsten Mal. Von Anna-Katharina Dehmelt und Terje Sparby.
Anthroposophische Meditation umfasst ein weites Spektrum, sie ist vielseitig – und doch gibt es gewisse Charakteristika: etwa die Tatsache, dass das Denken nicht fallengelassen, sondern mitgenommen und verwandelt wird, dass im Meditieren geistiges Forschen angelegt ist, die Zielsetzung im Diesseits und die Übungen zur Stabilisierung des Erden-Ich.
Einige der Bücher, die zu diesen Themen in letzter Zeit geschrieben wurden, möchten wir Ihnen im Folgenden vorstellen (leider zu spät für den weihnachtlichen Gabentisch, aber vielleicht für die Lektüre in den nächsten ruhigen Tagen noch gerade recht).
Rudy Vandercruysse: Ich und mehr als Ich
In dem bereits 2011 in erster Auflage (uns aber damals leider entgangenem) Buch geht es um Selbstführung als Erfüllung der Menschenwürde: “Selbstführung ist in diesem Sinne nicht nur ein aktives Selbstverhältnis, sondern zugleich ein Weg, sozialer und wirklichkeitsfreundlicher zu werden, mit der Welt zusammenzuwachsen, nicht nur Ich, sondern zugleich ein weltbezogenes, nicht in sich selbst gefangenes Ich zu sein. Wenn wir miteinander in dieser Welt sinnvoll weiterleben wollen, wird es unabdingbar sein, Ich und gleichzeitig mehr als Ich zu sein.” Das Buch ruht auf den Erfahrungen, die Rudy Vandercruysse in seiner Arbeit in Unternehmen gemacht hat, insbesondere mit den MitarbeiterInnen der Drogeriemarktkette dm. Wer Steiners Nebenübungen kennt, erkennt sie unschwer wieder, wer sie nicht kennt – und an diese wendet sich das Buch in erster Linie -, lernt sie hier auf unbeschwerte, konkrete und übungsfrohe Weise kennen. Sie dienen der Selbstführung und dem Alltag, und wie sie das tun, vermag Rudy Vandercruysse auf Leser und Übenwollende wunderbar mitnehmende Weise zu zeigen.
Wer das Vorgänger-Buch “Herzwege” von Rudy Vandercruysse kennt, staunt über die Entwicklung, die die Arbeit mit den Nebenübungen seit 2005 genommen hat.
Zvi Sir: Kann ich denken lernen?
Den Text gibt es online, aber ein Buch ist eben mehr als sein Text. In diesem Fall ist es von Philip Tok und Fabian Roschka in jeder Hinsicht besonders gestaltet, angefangen von den Seitenzahlen und der Durchnummerierung der einzelnen Absätze über den teils dunklen, teils hellen Untergrund und der sehr dezidierten Plazierung des Textes auf der Seite bis hin zu den 17 Illustrationen des Autors. Hält man das Buch in der Hand, möchte man es nicht mehr weglegen und sich ihm wirklich widmen. Und das muss man auch. Denn das Buch enthält – natürlich – keine Anleitung zum Denken-Lernen, sondern es wird gedacht, und Denken lerne ich beim Denken. Das fängt allerdings nie bei Null an, denn das lernende, seiner selbst immer bewusster werdende Denken ruht auf bereits Gedachtem, was hier passenderweise ‚trübes Denken‘ genannt wird. Auch im Buch muss man sich anfangs vorbeischlängeln an Gedanken, die für einen trübe sind und die man nicht gleich mitdenken kann – aber später kommt man gerne auf sie zurück.
Sorgfältig wird dann das Verhältnis des Denkens zur Sprache einerseits und zur Wahrheit andererseits untersucht: zugleich eine Einübung in prozessuales Denken. Denn beides, Sprache und Wahrheit, entwickelt sich im und durch Denken, durch ein Denken, das von rein kausalem Denken zu unterscheiden ist. Zum letzten Kapitel “Denken und Liebe” hat die Frage nach einem Urgrund geführt, und es endet: “Wenn das Denken nach der Wahrheit fragt, also nach der Weise, wie die Welt ist, dann ist die Liebe die einzige Kraft, die dem Erkennen zugrunde liegen kann. Als Denken wird es die Fähigkeit, sich selbst hinter sich zu lassen, wesentlich auszuwandern, um in einem anderen erkennend aufzuwachen.” Es ist, von ganz anderer Seite, das selbe Motiv, das auch Rudy Vandercruysses Buch trägt und das im intuitiven Erkennen auch Christoph Hueck bearbeitet.
Christoph Hueck: Intuition – Das Auge der Seele
Das intuitive Erkennen durchzieht Steiners gesamtes Werk: anknüpfend an Goethes anschauender Urteilskraft oder an die intellektuelle Anschauung des deutschen Idealismus stellt es die höchste Form des Erkennens dar, philosophisch gefasst in der “Philosophie der Freiheit”, spirituell als höchste der auf dem anthroposophischen Schulungsweg durch Meditation zu erlangenden Erkenntnisstufen. Christoph Hueck hat es übernommen, alle im schriftlichen Werk Steiners das intuitive Erkennen behandelnden Passagen zusammenzustellen und zu kommentieren. Dies geschieht chronologisch und es zeigt sich dabei die Kontinuität im Werk Steiners, die wohl nur an wenigen Themen so eindeutig aufzuzeigen ist. Das chronologische Vorgehen ermöglicht es “dem Leser, den Intuitionsbegriff in einer Art goetheanistischer Metamorphose-Betrachtung zu studieren, sodass man die Intuitionsidee schließlich ‚wie mit Augen‘ erblickt”, schreibt Andreas Neider in seiner leider nicht online verfügbaren Rezension in der Mitgliederzeitschrift “Anthroposophie”. Ab und an macht Christoph Hueck im Rahmen des chronologischen Aufbaus kleine Ausflüge, die Lorenzo Ravagli in seiner Rezension “Intuition – Das Auge des Geistes” liebevoll zusammenstellt und die gelegentlich auch Fragen der Meditation behandeln.
Hans-Christian Zehnter: Lichtmess. Essay zum Wesen des Lichtes.
Eine Idee mit Augen zu erblicken, ist vollendeter Goetheanismus: “Das kann mir sehr lieb sein, dass ich Ideen habe, ohne es zu wissen, und sie sogar mit Augen sehe”, antwortete Goethe Schiller, als der ihm entgegenhielt, die Urpflanze sei ‚nur‘ eine Idee. Ideen mit Augen als in der Welt wirksame zu sehen, ist ein Grundmotiv von Hans-Christian Zehnters Buch über das Licht. Zehnter taucht am Beispiel des Lichtes und mit der Frage, ob dieses sichtbar oder unsichtbar sei, ein in ein Sehen des Lichtes, das dieses nicht denkend reflektiert, sondern schauend vergegenwärtigt. Das Sehen und Schauen der Welt ist gegenüber dem Denken das andere Tor ins Geistige, gestützt auf eine denkend begleitete, aber nicht denkend objektivierende Sinneswahrnehmung, in der ich als Subjekt und Erlebender mit einbezogen werde. Steiner hat diesen Zugang einmal ‘Lichtseelenprozess’ genannt, ihn aber nur selten explizit dargestellt (etwa am 30. November 1919 in Dornach oder 1920 in den letzten beiden Vorträgen des Kurses “Grenzen der Naturerkenntnis”). Zehnter durchschreitet diesen Ansatz konsequent, beispielsweise wenn er die Phänomenreihe von Schatten, Nacht und Höhle wieder und wieder untersucht. Es geht ihm um eine Naturwissenschaft, in der, mit Steiner gesagt, “nicht hinter der Sinneswelt ein Unbekanntes liegt, sondern in ihr die geistige Welt”: “Die menschliche Innenwelt ist das Innere der Natur.” In solcher seelischer Innenbeobachtung liegt meditative Praxis.
Bei Hans-Christian Zehnter liest sich das dann so: “Mit jedem der drei beschriebenen Schritte verwandelt sich auch mein Sehen: Ich sehe Licht naiv gegenständlich (vorstellen); ich sehe Licht als Idee (denken); ich sehe Licht als ein im Sehen anwesendes Geistiges (schauen). Das rein Sinnliche wird erhoben und verklärt, nicht bloß für die Idee, sondern bis ins sinnliche Anschauen hinein – und das Licht selbst erweist sich der seelischen Beobachtung als anwesend, als Parusie.”
Hans-Christian Zehnter bezeichnet seinen Essay als Versuch, und es scheint ihm nicht leicht gefallen zu sein, seinem Appell für eine Naturwissenschaft, die weder im Materiellen steckenbleibt noch ins Geistige abdriftet, eine Form zu geben. Als Leser folgt man ihm manchmal etwas ratlos über den Sinn dieser Randbemerkung, jenes Exkurses oder noch einer Wiederholung. Sprechende Beispiele wie die ausführliche Schilderung eines morgendlichen Übergangs vom Dunkel ins Licht, der Bestimmung von Schatten und Lichtfleck oder die Beobachtungen am künstlichen Licht elektronischer Geräte, würde man sich noch mehr wünschen. Es war für Hans-Christian Zehnter, vielleicht auch angesichts eines Umfeldes, das mit seinem naturwissenschaftlichen Vorgehen immer wieder in die Irre geht, wichtig, sein den Goetheanismus vertiefendes Vorgehen erkenntnistheoretisch gut abzusichern. Und dabei geht es letztlich darum, das Vertrauen sowohl in die eigene Beobachtungsfähigkeit wie auch in das eigene Denken wieder zu festigen. Bei einer rein materiell oder rein spirituell ausgerichteten Wissenschaft nämlich gehen beide verloren.
Rezensionen zu “Lichtmess” gibt es von Renatus Ziegler in “Anthroposophie” und von Ulrike Wendt in Die Drei S. 80f . Sie heben andere Fäden hervor und zeigen damit, dass Hans-Christian Zehnters “Lichtmess” noch viel mehr enthält, als es eine Rezension zu fassen vermag.
Valentin Wember: Menschenkunde meditieren. Eine Wegbeschreibung zur Zentralmethode der Waldorfpädagogik.
Valentin Wember ist ein erfahrener Waldorflehrer und hat mit der meditativen Vertiefung seines Lehrerberufs früh begonnen. Was er genau gemacht hat, wie und mit welchen Ergebnissen beschreibt er in diesem Buch, das nicht nur für Waldorflehrer ergiebig ist. Selten hat man so viel erfahren über die meditative Vertiefung des praktischen Lebens.
Schwerpunkt und größte Begeisterung liegen dabei auf der Meditation menschenkundlicher Inhalte. Sie setzt das Studium voraus und vertieft dieses. Sie führt von einer Pädagogik unter Berücksichtigung von Menschenkunde zu einer Pädagogik aus Menschenkunde und macht den Pädagogen intuitionsfähig. Wember nennt das die Zentralmethode der Waldorfpädagogik. Der Weg von der S-Bahn zur Schule dauerte sechs Minuten. Eine gute Zeit, um menschenkundliche Inhalte zu bewegen, muss der junge Mann sich gedacht haben, und so begann er mit einzelnen Sätzen aus grundlegenden Vorträgen Rudolf Steiners. Dann sind es die Anregungen, Verwandlungen zu studieren und innerlich zu bewegen, wie sie Schmetterling oder Frosch hinter sich haben, oder die Beobachtung von malenden und zeichnenden Kindern oder von musizierenden und sprechenden. Das alles und mehr wird liebevollst und anschaulichst entfaltet und bis in die alltägliche Unterrichtspraxis hinein verfolgt.
Die Ausführungen zu den sogenannten Lehrer-Meditationen und den religiösen Handlungen geraten demgegenüber knapp, und auch die Darstellung von “Stufen der Meditation”, die eigentlich eher verschiedene Zugangsweisen beschreiben, bleibt anfänglich. Valentin Wember findet, so scheint es, leicht einen Übergang vom lebendig-meditativen Anschauen in die Intuition; Zwischenstufen insbesondere der Inspiration werden höchstens gestreift. Stattdessen findet man aber lebenskluge Ausführungen zum Reden und Schweigen über Meditation, über meditierende und nicht-meditierende Kollegen und über Meditation für komplett und ständig überlastete Lehrer: “Für das intensivere Studieren und Meditieren menschenkundlicher Zusammenhänge blieben mir in manchen Jahren nur die Ferien. Das mag ernüchternd klingen, aber es erwies sich zumindest als realistisch. Und irgendwann stieß ich auf eine paradox klingende Erfahrung. Das Lesen der Meditationstexte und das Meditieren von menschenkundlichen Sachverhalten kostet eigentlich keine Zeit. Im Gegenteil: es schenkt Zeit. Es schenkt Zeit in Form von Kraft und in Form von guten Ideen, die manche Alltagsprobleme gar nicht erst entstehen oder um ein Vielfaches schneller und effektiver lösen lassen.”
Valentin Wember hat meditative Inhalte auch zeichnend, plastizierend oder dichtend bearbeitet. Am Ende des Buches finden sich zu den Vorträgen des grundlegenden Lehrerzyklus‘ “Allgemeine Menschenkunde” zusammenfassende sprachliche Bildungen als Grundlage möglicher Meditation. Wember gibt hier einen tiefen Einblick in seine eigene Arbeit, den nicht nur Pädagogen ihm danken werden.
Robin Schmidt: Orte der Geistesgegenart. Essays über Gastfreundschaft.
Es ist das am schwersten zu besprechende Buch dieser Reihe. Denn es bedient sich einer ganz eigenen Sprache, ganz eigener Denkbewegungen. Dass und warum es mit Meditation zu tun hat, schält sich erst ganz allmählich heraus. In den ersten der sieben Essays geht es um Schwellenerfahrungen. Mit Heidegger, Handke, Derrida und auch mit Steiner ist es aber nicht die Schwelle zu einer transzendent gedachten geistigen Welt, sondern die Schwelle zum Geistigen mit dem Fremden, Anderen: “Geist ist aber da Exponiertsein an ein ganz Anderes, das die Schwelle, den Abstand zum Anderen, aufrechterhält.” “Geist ist das Eintreten des ganz Anderen.”
So wird das Motiv der Gastfreundschaft zum Schwellenmotiv, gleichermaßen in tatsächlicher Begegnung oder im inneren meditativen Vollzug. Meditation ist ein Akt der Gastfreundschaft. Und dabei bleibt die Frage nach Gesellschaft und Gemeinschaft immer mit bedacht. “Eine Gemeinschaft von Gastfreunde bindet die Anderen nicht ein, um Ziele einer Gemeinschaft zu erfüllen, sondern sie befreit sie, damit diese ihre Wege besser gehen, ihr Leben besser leben, ihre Lebensschrift besser erzählen können. Sie bringt freie Gesellen hervor, die der Gastfreundschaft in der unbekannten Ferne vertrauen.”
So vorbereitet, neu gedacht und umgedreht, trifft man am Ende auf drei Essays, die sich dem Üben und Meditieren direkt zuwenden. Alles ist originell, individuell, durchs Fremde durchgegangen und neu gegriffen. Das gilt für die Ausführungen zu Positivität und Unbefangenheit, und es gilt für die wunderbar-liebevolle Charakterisierung vierer Meditationsbücher Rudolf Steiners. Im letzten Essay folgt Robin Schmidt einem Satz Steiners aus “Wie erlangt man”: Meditation ist “ein Leben der Seele in Gedanken, das sich immer mehr erweitert zu einem Leben in geistiger Wesenheit.” Hieraus leitet er eine Stufenfolge von Konzentration, Kontemplation und Versenkung bzw. Meditation im engeren Sinne ab, die er schließlich auf sieben Schritte erweitert. (Ähnliches wurde von Robin Schmidt und Bodo von Plato auch schon im Rahmen des Interviewprojektes “Anthroposophische Meditation” entwickelt.) Ob es sinnvoll ist, in Anbetracht der mittlerweile weithin genutzten Schrittfolge von Imagination, Inspiration und Intuition eine neue Terminologie einzuführen, bleibt abzuwarten. Doch mag diese Neuformulierung zu einem Prinzip der Gastfreundschaft vielleicht dazu gehören.
Rudolf Steiner: Das imaginative Lebenstableau. Meditative Erkenntnis aus Kindheitskräften. Herausgegeben und kommentiert von Andreas Neider.
Rudolf Steiner hat die Ergebnisse anthroposophischer Meditation vielfach beschrieben; die Beschreibungen verändern sich dabei im Laufe der Jahre und setzen unterschiedliche Schwerpunkte. Etwa ab 1917 rückt in den Vordergrund, dass das imaginative Üben, bei dem insbesondere der eigene Ätherleib aktiviert wird, mit einer Erfahrung der im Ätherleib lebenden Erinnerungen, dem sogenannten Lebenstableau einhergeht. Die Inspiration bekommt es mit den Verrichtungen des Astralleibes, die das Leben zwischen Tod und neuer Geburt tragen, zu tun, und in der Intuition schält sich das reine Ich bis hin zu seiner Wirksamkeit in anderen Inkarnationen heraus.
Andreas Neider hat es nun unternommen, die Schilderungen insbesondere zum Lebenstableau zusammenzutragen und in einer Einleitung zu kontextualisieren: nicht nur innerhalb von Steiners Werk, sondern auch im Verhältnis zu anderen Meditationsrichtungen sowie zum psychotherapeutischen Ansatz der Aussöhnung mit dem inneren Kind. Das alles ist anregend und fügt dem meditativen Leben eine ganz neue Facette hinzu.
An die Vielfalt anthroposophischer Meditation knüpft diese Tagung im kommenden Februar in Stuttgart an: Meditation als Erkenntnisweg – Die Vielfalt anthroposophischer Ansätze. Sie versammelt die maßgeblichen Repräsentanten anthroposophischer Meditation im deutschsprachigen Raum fast vollständig und in verschiedenen Erkenntnisgesprächen kann man sie auch alle kennenlernen. Darüberhinaus kann man sich in einen Ansatz intensiver vertiefen. Die Tagung wird vom Institut für anthroposophische Meditation und dessen Kooperationspartnern mit vorbereitet.
Die Fortbildung “Ich-Stärkung und Weltbezug” zur Begleitung von Meditierenden startet neu im September 2018 (der erste Durchgang hieß “Meditation und Gesundheit”). Die Fortbildung richtet sich an Menschen, die in ihrem Berufsfeld mit anthroposophisch inspirierter Meditation arbeiten wollen. Sie wird geleitet von Anna-Katharina Dehmelt, Jaap van de Weg ist bei drei der 13 Wochenenden beteiligt und steht den TeilnehmerInnen als weiterer Ansprechpartner zur Verfügung. Weitere Dozenten sind Rudi Ballreich, Rosina Breyer, Dr. Harald Haas, Ilse K. Müller, Dr. Urs Pohlman, Dr. Thomas Steininger und Ven. Thich Duc Tinh.
Die Termine sind nun online – viele Details (wie auch der zweite Teil des Titels) finden sich aber erst im Prospekt, der voraussichtlich Mitte Januar erscheinen und dann auch hier online gestellt wird (im Veranstaltungskalender).
Ende November 2018 findet in Berlin zum fünften Mal der interdisziplinärer Kongress zur Meditations- und Bewusstseinsforschung “Meditation und Wissenschaft 2018” statt, dieses Jahr mit dem Thema “Meditation zwischen Abgrund und Nirvana – Selbst-Optimierung für eine neue Welt?”. Neben zahlreich vertretener Prominenz der deutschsprachigen Meditationsszene wird es dieses Mal auch einen Beitrag von anthroposophischer Seite geben. Wer sich beeilt, bekommt bis zum 8.1.2018 einen Frühbucherrabatt.
Von dem Forschungsvorhaben zur Beobachtung des Denkens von Merijn Fagard und Wilhelm Humerez haben wir in den letzten Newslettern schon mehrfach berichtet. Nun haben die beiden in ihrem letzten Newsletter Rechenschaft abgelegt über die gemachten Fortschritte und auch über die Hindernisse. Wir wünschen den Forschern alles Gute für ihre weitere Arbeit!
2 opmerkingen:
Item sluiting De nieuwe Boekerij. Er is dus 'een terugloop van het antroposofische boek dat niet meer de grote afzetmarkt kent van weleer'. Hoe groot is die terugloop en waar zit hem dat in?
Daar kun je een hele beschouwing aan wijden, John. Vroeger was Vrij Geesteleven een bijna middelgrote uitgeverij, maar die was ook vrijwel de enige op dit gebied. Die bestaat tegenwoordig niet meer, hij ging aan het begin van dit millennium failliet. Van Steiner en over antroposofie was nog weinig verschenen en de behoefte was groot, dus haalde je vrij eenvoudig oplages van een eerste druk met twee- of drieduizend exemplaren.
Tegenwoordig is het uitgeverslandschap versplinterd in een heel aantal kleine antroposofische, meestal eenmans- of eenvrouwsuitgeverijen met een kleine oplages die vaak de duizend niet eens halen. Antroposofische bestsellers zijn er niet meer. Er is ook al een heleboel verschenen; de backlist beschikbaar houden haal je er meestal niet eens meer uit. Bovendien is de leeshonger naar antroposofie behoorlijk gedaald; er is te veel concurrerends op de markt.
Een reactie posten