Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

donderdag 8 augustus 2013

Beweegredenen


De mazelen houden de mensen nog steeds in hun greep. Zeker op donderdag, waarop het RIVM met zijn wekelijkse update komt van gemelde mazelengevallen. Media nemen die cijfers graag meteen over, zeker in deze zomer- en dus komkommertijd. Ik neem dit exemplarische bericht eruit, goed voor een groot bereik, de website van de NOS namelijk, die vandaag met ‘Mazelen-besmettingen toegenomen’ komt:
‘Het aantal besmettingen met mazelen is sinds 1 mei gestegen naar 921. Een week geleden waren 780 mensen besmet, meldt het RIVM. Het werkelijke aantal besmettingen ligt waarschijnlijk veel hoger omdat lang niet alle patiënten naar de dokter gaan. De afgelopen maanden zijn 58 mensen opgenomen geweest. Daarvan liggen er elf nu nog in het ziekenhuis.

Kritisch

De ziekte verspreidt zich sinds eind mei in de Biblebelt. Er zijn uitbraken rond reformatorische scholen in onder meer de Bommelerwaard en de Alblasserwaard. Ook onder antroposofen verspreidt de ziekte zich. Zij geloven dat een ziekte heilzaam kan zijn voor het lichaam en weigeren daarom soms een inenting.

Volgens het RIVM is 95 procent van alle kinderen in Nederland ingeënt. Van de overige 5 procent is naar schatting één vijfde gereformeerd. De rest bestaat uit mensen die kritisch staan tegenover het inentingsprogramma zoals de eerder genoemde antroposofen.’
Hier zitten eigen interpretaties in, want het ANP-bericht luidt anders. Zie bijvoorbeeld ‘Teller mazelen staat bijna op duizend’ bij Medisch Contact. Maar het meest expliciet is Jan Willem Nienhuys die op zijn Skepsis Blog de stand nauwgezet bijhoudt in ‘Mazelen 2013: chronologie van een epidemie’:
‘8 augustus 2013: 921 gevallen van mazelen (141 meer, dat is 18% meer, dan een week geleden). Het aantal nieuwe ziekenhuisopnames is 21, daarmee komt het totaal aantal op 58. Het percentage niet-gevaccineerden onder de gemelde gevallen van mazelen is onveranderd 96%. Ook is er opnieuw een ongevaccineerde gezondheidswerker geïnfecteerd met mazelen, waarmee het totaal komt op 7 (waarvan 6 ongevaccineerd, en 1 tweemaal gevaccineerd). Onder de in totaal 921 gevallen zijn er 2 die tweemaal gevaccineerd waren. Voor commentaar zie het bericht van 1 augustus. Op het kaartje staan in Friesland geen mazelengevallen, maar die zijn daar wel gemeld: het betreft echter personen die elders in het land wonen en daar op vakantie waren. Zie ook het bericht van RIVM van 7 augustus 2013.

NB: vorige week meldde het dagblad Trouw dat de belangrijkste groep niet-gevaccineerden de antroposofen waren, en citeerde het RIVM. Het RIVM heeft deze overduidelijke canard ontkend.

Voor andere artikelen over mazelen op dit blog zie
De komende epidemie van mazelen
Kritisch prikken liegt over mazelen
Voor kaartjes van de verspreiding van mazelen die bij de verschillende data horen, zie onderaan. Ze kunnen groter gemaakt worden door erop te klikken.’
In de reactieruimte verduidelijkte hijzelf vanmiddag wat hij met die canard betreffende antroposofen bedoelde:
‘Jan Willem Nienhuys 08 August 2013 om 12:16

Trouw meldde afgelopen zaterdag

... Maar de grootste groep niet-inenters bestaat volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) uit antroposofen

en citaat website onder de kop Niet christenen, maar antroposofen zijn grootste vaccinatieweigeraars:

Niet de gereformeerde christenen, maar antroposofen blijken de belangrijkste weigeraars van vaccinaties tegen ziektes als de mazelen. Dat zegt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zaterdag in Trouw.

Het werd diezelfde dag nog geciteerd op de website van NRC Handelsblad. Maar het is dubbel onzin. In de eerste plaats is het uiterst onaannemelijk gezien de aantallen vrije scholen, de aantallen antroposofisch werkende huisartsen, het ledenaantal van de Anthroposofische Vereniging (AViN) in Nederland, de aantallen antroposofische consultatiebureaus en ook het aantal antroposofen dat actief is in Kritisch Prikken. In de tweede plaats heeft het RIVM categorisch ontkend (bericht NRC Handelsblad van 5 augustus) iets dergelijks gezegd te hebben.

Op de ochtend van diezelfde 5 augustus stelde Trouw nog steeds

Hoewel de heersende epidemie anders doet vermoeden, zijn reformatorische christenen niet de grootste groep vaccinatieweigeraars. Dat zijn de antroposofen.

Als er één niet-bevindelijke groep is die verdacht kan worden van vaccinatieweigeren, dan zijn het de homeopathiegelovigen.

De canard zal nog wel een tijdje blijven rondzingen, sorry voor de beeldspraak. In elk geval maakt de NOS er zonder bronopgave van dat de epidemie zich nu ook onder antroposofen verbreidt en Elsevier praat de eigen berichtgeving over de Trouw-canard heden na met de frase “Veel van hen zijn antroposoof”.

Naar het schijnt is 1,3% een iets nauwkeuriger schatting van het aantal bevindelijke niet-vaccineerders. Daarvan wordt dan (via de aftrekking 5 – 1,3 = 3,7) van gemaakt dat er 3,7% niet-vaccinerende antroposofen zijn. En dat terwijl het aantal volwassen leden van de AViN ongeveer 0,03% uitmaakt van de volwassen Nederlandse bevolking.’
Wie had dat gedacht: skepticus Jan Willem Nienhuys, die het voor antroposofen opneemt! Maar nee, dat doet hij natuurlijk niet: hij wil gewoon dat de informatie juist en accuraat is. En daar heeft hij helemaal gelijk in, en wij volgen hem daarin graag. Hij stelt het lekker duidelijk. Wat ook een goede blijft in helderheid van berichtgeving is het hier eerder genoemde bericht ‘Feiten en fabels over mazelen en vaccinaties’ op de fameuze ‘Cryptocheilus Weblog. bugs in medicine’, met inmiddels ‘148 reacties’. Ik had het er ook al op 3 augustus in ‘Koeienletters’ over. Men probeert daar zin van onzin te scheiden, met een heerlijke nuchterheid. Ondertussen zijn er andere nieuwe en opmerkelijke ontwikkelingen gaande. De Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen kwam eergisteren namelijk met een update van het bericht dat ik meldde in ‘Koppig’ op 6 juli. Nu staat er onder de kop ‘Mazelen in Nederland, voornamelijk op de “Biblebelt”’:
‘Plotseling was het overal in het nieuws: Antroposofen enten hun kinderen niet in. Op deze, blijkbaar breed verspreide, misvatting schreef de voorzitter van de NVAA een opiniestuk dat vandaag (6 augustus) in de Trouw geplaatst werd. U kunt het hier nalezen.

Het standpunt van de NVAA over vaccinaties in het algemeen vindt u hier.

In en rond de Biblebelt is een uitbraak van mazelen. Mogelijk dat de ziekte zich verder verspreid over Nederland. Antroposofische huisartsen hebben veelal ervaring met mazelen en kunnen desgewenst ondersteuning bieden. Voor meer informatie over de mazelen klik hier. Voor het overzicht van het RIVM: hier
Plotseling was het natuurlijk helemaal niet. Ik heb het hier lang van tevoren aan zien komen. Maar goed. Eerst maar even dat officiële ‘Standpunt Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen inzake vaccinaties bij kinderen’ weergeven:
‘Middels het RPV (Rijks Vaccinatie Programma) krijgen kinderen anno 2013 tijdens hun eerste levensjaren de volgende vaccinaties aangeboden:

– DKTP (Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Polio): bij 2, 3, 4, 11 maanden, en 4 jaar (met 9 jaar DTP)
– HiB (Hersenvliesontsteking t.g.v. Haemophilus Influenzae): bij 2, 3, 4 en 11 maanden,
– Hepatitis B bij 2, 3, 4 en 11 maanden
Deze 3 zitten samen in 1 injectie
– Pneumokokken bij 2, 3, 4, en 11 maanden, tegelijk met DKTP/HiB/Hepatitis B
– BMR (Bof, Mazelen en Rode hond): bij 14 maanden en 9 jaar
– Meningokokkenvaccinatie (hersenvliesontsteking): bij 14 maanden
– HPV voor meisjes met 12 jaar

De antroposofische artsen raden vaccinaties niet af. Ten opzichte van de wenselijkheid van vaccinaties van kinderen tegen klassieke kinderziekten nemen zij een genuanceerd standpunt in.

Het is de taak van de arts om de ouders, overeenkomstig de WGBO (Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst), zorgvuldig voor te lichten over de betreffende ziektes, mogelijke complicaties en gevaren. Evenals over de positieve en negatieve aspecten  van vaccineren. Op deze manier worden ouders optimaal voorgelicht zodat zij een autonoom besluit tot vaccinatie kunnen nemen.

Gezichtspunten betreffende de positieve werking van de klassieke kinderziektes (bof, mazelen, rode hond en kinkhoest) worden gerespecteerd, zonder aan de mogelijke gevaren voorbij te gaan. Ouders en artsen hebben waargenomen dat kinderen na het doormaken van een klassieke kinderziekte een grote en positieve stap in hun ontwikkeling hebben gezet en hun immunologische weerbaarheid is toegenomen. Zo zijn er serieuze aanwijzingen dat het doormaken van een of meer van deze kinderziekten de kans op het ontwikkelen van allergische aandoeningen op latere leeftijd beperkt.

Wanneer niet gevaccineerde kinderen in de puberteit deze kinderziektes nog niet hebben gehad wordt het advies gegeven vaccinatie serieus te heroverwegen, gezien de toenemende kans op complicaties bij volwassenen.

In de afgelopen jaren is gebleken dat veel ouders die aanvankelijk hun kind helemaal niet wilden laten vaccineren zich specifiek tot de antroposofische artsen wenden voor advies. Na zorgvuldige en genuanceerde voorlichting werd dan toch de keuze gemaakt voor een aantal vaccinaties. Hierdoor dragen de antroposofische artsen dus juist bij aan het verhogen van de vaccinatiegraad.’
Tussen de opsomming van het Rijksvaccinatieprogramma staat ‘Deze 3 zitten samen in 1 injectie’, maar het is mij onduidelijk waar dat op slaat. Welke drie? Het zullen die erboven staande wel zijn. Slordig, een persbericht uitbrengen dat niet in één oogopslag duidelijk maakt wat bedoeld is. Maar wij zijn natuurlijk het meest geïnteresseerd in het opiniestuk van de voorzitter van de NVAA ‘dat vandaag (6 augustus) in de Trouw geplaatst werd. U kunt het hier nalezen’:
‘Ingezonden brief nav voorpagina artikel in Trouw van zaterdag 3 augustus

Vooral antroposofen enten hun kinderen niet in kopt Trouw zaterdag 3 augustus op de voorpagina.

Het lijkt erop dat Trouw hier de verkeerde kop heeft gebruikt, want antroposofen zijn niet tegen inenten, maar denken wel genuanceerd over inenten tegen mazelen.

In 2009 heeft het RIVM de brochure Bezwaren tegen vaccinaties uitgegeven van de hand van F. Woonink. Daarin worden de argumenten van drie groepen met bezwaren tegen vaccinaties genuanceerd weergegeven.

Het heeft er veel van weg dat in het genoemde Trouw artikel de argumenten (twijfels aan de werkzaamheid van vaccins en bezwaren tegen gebruik van cocktails) en de aantallen vaccinatieweigeraars uit de kring van Kritisch Prikken aan “antroposofen” worden toegeschreven.

Waarbij je je ook nog af kunt vragen wat is een antroposoof? Verreweg het grootste deel van Vrije School-ouders is in elk geval geen antroposoof.

Dat goede voeding de weerstand verhoogd is inmiddels algemeen bekend. Daarmee wordt volgens de antroposofisch artsen echter een uiterst besmettelijke en ernstige ziekte als mazelen niet voorkomen.

De eigenlijke gezichtspunten vanuit de antroposofische geneeskunde zijn:
– Er is geen principieel bezwaar tegen eigentijdse methoden zoals vaccineren.
– Mazelen doormaken levert levenslange immuniteit op.
– Ontwikkeling van het immuunsysteem bv door een koortsende ziekte zoals mazelen leidt tot minder allergie en andere chronische ziektes.

Inmiddels is er ook een scala aan onderzoeken bekend die laten zien dat het onderdrukken van koorts, bv met paracetamol, leidt tot minder antistofvorming tegen het virus. Dit zou een reden kunnen zijn voor de toename aan complicaties bij mazelen sedert de invoering van het mazelen vaccin in 1975. Antroposofisch artsen voerden altijd al een beleid waarbij koorts niet onderdrukt maar begeleid werd.

Antroposofisch artsen stimuleren ouders goed geïnformeerd een keuze te maken passend bij het individuele kind en raden oudere kinderen aan alsnog te vaccineren, omdat de kans op complicaties in volwassenheid toeneemt.

Het zou Trouw sieren als ze ruimte zou bieden aan een inhoudelijk artikel van de kant van de antroposofisch artsen over de gezichtspunten over mazelen.

Madeleen Winkler, huisarts
Voorzitter Nederlandse Vereniging Antroposofische Artsen’
Vandaag plaatste Trouw echter een column van Elma Drayer op de website, waarin deze vaste columniste onder de misleidende titel ‘Prima, die aandacht voor het esoterisch gedachtengoed’ de vloer aanveegt, niet alleen met het gestelde in de eerdere artikelen van zaterdag in Trouw, maar ook met deze ingezonden brief van Madeleen Winkler. Hierover schrijft Elma Drayer, haar column op deze manier beëindigend:
‘Je onbegrepen voelen – ze zijn er dol op in het alternatieve circuit.

Ook Madeleen Winkler, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen, legde op deze pagina's dinsdag uit dat de kwestie héél anders ligt dan wij in de buitenwereld denken. Antroposofen hebben namelijk géén bezwaar tegen vaccineren, zoals uw krant dit weekend had geschreven. In antroposofische kring wordt juist uiterst “genuanceerd” over het vraagstuk gedacht. Waarna dokter Winkler ons niettemin inpeperde hoe zegenrijk het is voor het immuunsysteem van een kind om “een koortsende ziekte zoals mazelen” te doorstaan.

Van mij mag iedereen klagen over onbegrip. Maar klagen over onbegrip voor je onbegrijpelijke opvattingen – het blijft toch een toch een tikje curieus.’
Nu is er vandaag nóg iets bijzonders aan de hand in Trouw. Om dat uit te vinden, moeten we op bezoek gaan bij de website van de Antroposofische Vereniging in Nederland. Daar laat men namelijk onder ‘Laatste nieuws’ weten: ‘Antroposofische artsen reageren op discussie rondom inenten. Lees verder »’. Dat willen we natuurlijk onverwijld weten:
‘In de afgelopen tijd is veel discussie ontstaan over de uitbraak van de mazelen. Ouders die hun kinderen niet laten vaccineren worden verantwoordelijk gesteld.

Het dagblad Trouw bracht op zaterdag 3 augustus een hoofdartikel en een interview over het niet inenten door antroposofen. Ook kwam er een reactie van het RIVM. Daarop zijn antroposofische artsen in de pen geklommen om het beeld in die artikelen bij te stellen.

De ingezonden brief van Madeleen Winkler en het opinieartikel van Jaap van de Weg zijn respectievelijk op 6 augustus en 8 augustus in Trouw opgenomen.

Op de website van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen kunt u eveneens meer informatie vinden.’
Een opinieartikel van Jaap van de Weg vandaag in Trouw? Dat vind ik momenteel niet terug op de website van Trouw. Maar op deze manier kan ik wel kennis nemen van die opinie:
‘Mazelen komt weer voor omdat er mensen zijn die besloten om hun kind niet in te enten, om verschillende redenen. De reacties daarop zijn ook divers, wetenschappelijk, emotioneel en (ver)oordelend.

De achtergrond van deze diversiteit wordt gevormd door drie verschillende mens- en wereldbeelden, waarnaar mensen leven.

Het eerste is het mens- en wereldbeeld in de sfeer van de protestant christelijke georiënteerde bevolking. Overwegingen om niet te vaccineren: God heeft de mens geschapen en beschikt over wat er met het leven gebeurt. Als mensen aanvaarden we wat Gods wilsbeschikking is. Die is in zijn wijsheid van een hogere orde dan wij als mens kunnen overzien. Uit eerbied wordt deze sturing aanvaard.

Het tweede mens- en wereldbeeld is dat van antroposofen. Antroposofie is een geesteswetenschap, waarin wetenschappelijke methoden gezocht en gebruikt worden om het onzichtbare te onderzoeken. Dat is ruimer dan dat antroposofie een leer is van Rudolf Steiner. Overwegingen om niet te vaccineren: Het leven op aarde is een ervaringsweg die je gaat en die op ontwikkeling is gericht. In die ontwikkeling is alles van belang, ook ziekte. Na het leven op aarde volgt een evaluatie van dat leven in de geestelijke wereld, om later met een nieuw levensplan een nieuw aardeleven aan te gaan. Reïncarnatie is dus een belangrijke bouwsteen van de antroposofie. Ervaringen van het ene leven werken door in een volgend leven: karma. Vanuit een dergelijke visie wordt genuanceerd gekeken naar wat voor risico aanvaard wordt voor het leven, en wat niet, vanuit een algemeen menselijke houding.

Het derde mens- en wereldbeeld voert nu de algemeen geldende boventoon. Het lijkt net of die algemene levensvisie er niet is omdat hij niet expliciet genoemd en beschreven wordt. Het is het geloof van waaruit we leven, het geloof in de vrije markteconomie. Ik noem het een geloof omdat er nergens bewezen is dat dat de beste manier van samenleven is. We hebben er vertrouwen in en leven ermee. We nemen de voor- en de nadelen. Ook dit geloof heeft consequenties voor ziekte en gezondheid. De markt is open, alles mag aangeboden worden. In de supermarkt vinden we het normaal dat er veel uitgestald ligt waarvan we weten dat het ongezond is. Het wordt aangeboden, niet omdat er een primaire vraag was, maar omdat de markt nu eenmaal moet groeien, en er dus steeds meer geconsumeerd moet worden. We kennen de consequenties. Kinderen die te dik worden en een grote kans hebben op diabetes en hart- en vaatlijden. We zien rijen met alcoholhoudende dranken, terwijl we weten hoe groot het verslavingsprobleem is. En ga maar door. In de kranten staat dat mensen het kindermishandeling noemen als ouders hun kinderen mazelen laten krijgen. Is het dan niet ook kindermishandeling wanneer we kinderen te dik laten worden? Als er sprake van is om inentingen verplicht te maken, is het dan niet logisch om ongezonde voedingsmiddelen wettelijk te verbieden? Maar dat is geen optie. Het geloof in de waarde van de vrije markt is te groot.

In het spanningsveld tussen de verschillende mensbeelden zie je dat bij antroposofisch geïnspireerde mensen de nadruk op gezonde voeding groot is en er minder problemen met zaken als obesitas zijn.

Een tweede aspect van het algemene hedendaagse geloof is dat je maar één keer leeft, en dus, geniet daarvan. Ook dit is een strijdpunt tussen mensbeelden. Het maakt nogal verschil of je leeft vanuit het beeld dat er meerdere levens zijn en dat je met de consequenties van je leven, zowel positief en negatief, verbonden blijft.

De vraag of er meerdere levens zijn, is gedelegeerd naar de religie, of wordt gezien als een persoonlijke en subjectieve zaak. Wetenschappelijk gezien kun je echter ook stellen dat het hier ook om feiten gaat. Het maakt een wezenlijk verschil uit of er een leven na de dood is of niet. Maar hoe onderzoek je die feiten?

Op de achtergrond van de mazelen epidemie zie ik dus een tipje van de tegenstrijdigheid die er tussen verschillende mens- en wereldbeelden bestaat. Als we ons realiseren dat ieder mens vanuit een bepaald mensbeeld leeft, kunnen we daar dan ruimte voor maken en daarin de ontmoeting met elkaar aangaan?

Jaap van de Weg, arts en antroposoof’
Wat zou Elma Drayer hier nu van vinden? Niet veel goeds, vrees ik. Zou het debat over vaccineren hierdoor een nieuwe wending nemen? Ramon De Jonghe kan in ieder geval tevreden zijn. Hij wilde graag dat antroposofen explicieter zouden zijn over hun beweegredenen. Hij wordt ook op zijn wenken bediend door oud-vrijeschoolleerkracht Pieter Witvliet, notabene. Die kwam eergisteren op een van zijn weblogs met een artikel uit de oude doos van Arie Bos, van 25 jaar geleden (namelijk Jonas 13 van 19 februari 1988). Het kan duidelijk maken waar hem het probleem in zit. Ook tegenwoordig, want de voorspelling die de auteur daarin doet is uitgekomen. Wat ook betekent dat je er nu anders mee zal moeten omgaan. Witvliets weblogbericht is heel origineel getiteld ‘Vrijeschool – mazelen’ (Hij schrijft steeds ‘Dr. Bos’, maar dat is denk ik een misvatting; Pieter Witvliet bedoelt waarschijnlijk ‘dokter Bos’ oftewel: de arts Arie Bos, en dat is wat anders dan iemand met de doctorsgraad, want dat is iemand die een proefschrift heeft geschreven en daarop aan de universiteit is gepromoveerd, en dat is Arie Bos niet, voor zover ik weet.) Hoe dan ook, dit is die oude tekst, voorafgegaan door een eigen inleiding van Pieter Witvliet:
‘Wanneer op gezette tijden de mazelen weer eens uitbreken, ontstaat ook steevast de discussie over vaccineren. Ik ben geen arts en voel mij niet geroepen hierover een oordeel te geven. Tussen mijn bewaarde artikelen vond ik er een over “mazelen” uit 1988 van de hand van huisarts Dr. Arie Bos, bekend van o.a. zijn: “Hoe de stof de geest kreeg”. Ik vroeg hem of hij nog achter zijn artikel stond en of ik het mocht publiceren. Hij had daartegen geen bezwaar, maar voegde deze opmerkingen toe waarvan ik de strekking als volgt weergeef:

Ouders van nu geven aan hun kinderen geen antistoffen meer mee. Daarmee is de situatie een andere geworden. Dr. Bos vindt vaccineren daardoor heel begrijpelijk en raadt het zeker niet af.

De reden dat ik hier zijn artikel en zijn opmerkingen plaats, ligt vooral in de opdracht die Dr. Bos nu aan de pedagogie stelt: “de ontwikkeling van het kind moet nu van de pedagogie komen”. Dit vraagt m.i. niet meer of minder om een nieuwe bezinning op de ontwikkeling van kinderen, in samenhang met mazelen of kinderziekten in het algemeen.

Artikel Dr. Bos: Angst voor mazelen

In de zomer van 1956 waarschuwde de akela van ons groepje welpen dat we niet te wild mochten spelen. We moesten vooral niet bezweet raken, meende ze, want voor je het wist kon de kinderverlamming toeslaan. In mijn herinnering was het een prachtige zomer, zoals alle zomers in de jeugd, die in een onkinderlijke rust moest worden doorgebracht. Zwemmen was er zeker niet bij: het water borg het grootste gevaar in zich. Er werden dat jaar meer dan tweeduizend kinderen ziek. In het jaar daarop gingen we op een dag met de hele klas naar het gebouwtje van de GGD waar we in een onafzienbare rij klaar stonden om in de arm te worden geprikt. Er was niemand op deze gereformeerde school die zich niet liet vaccineren. Nooit eerder was er een polio-epidemie (kinderverlamming) van een dergelijke omvang geweest. Een aantal kinderen had blijvende verlammingen overgehouden. We weten nu dat het poliovirus de paradoxale neiging heeft pas ziekte en verlammingen te veroorzaken wanneer de hygiëne in een land groter wordt. In landen waar een minder hoge hygiënische standaard is, vormt verontreinigd water een alom tegenwoordig reservoir van poliovirussen. Ieder kind wordt al vroeg in zijn leven besmet, in een tijd dat het nog door van de moeder afkomstige afweerstoffen wordt beschermd. De antistoffen die het daardoor ontwikkelt, beschermen het weer tegen een eventuele latere besmetting die dan in een milde vorm of volstrekt ongemerkt voorbij gaat. Epidemieën krijgen zo geen kans om te ontstaan omdat iedereen over afweerstoffen beschikt. 
Een heel andere situatie ontstaat wanneer door een grotere hygiëne het virus niet meer circuleert. Oudere kinderen die vrijwel geen afweerstoffen meer van hun moeder over hebben, zijn dan onbeschermd en kunnen erg ziek worden wanneer incidenteel de ziekte in de vorm van een epidemie toeslaat. Deze situatie bestond in onze streken voor het jaar 1957, toen een systematische inenting tegen polio myelitis op gang kwam. Al vrij snel was een percentage van 98 procent gevaccineerden bereikt, wat tot de dag van vandaag nog steeds het geval is. De hoop bestond dat de hoge vaccinatiegraad van de bevolking de verspreiding van het virus effectief zou voorkomen zodat ook de niet gevaccineerden onder de “vaccinatieparaplu” van de anderen zouden kunnen meeschuilen. Dat bleek niet het geval te zijn. In 1971 en in 1978 ontstond er in enkele streng gereformeerde gemeenschappen, waar om principiële reden niet wordt ingeënt, een polio-epidemie die relatief veel verlammingsslachtoffers eiste. Het lijkt er aldus op dat naarmate een bevolking door vaccinatie beter is beschermd tegen een ziekte, de ongevaccineerden door het ontbreken van antistoffen een groter risico lopen om de ziekte op volle sterkte te moeten doormaken.

Zes sterfgevallen

Het is indertijd een geniale gedachte geweest van Edward Jenner, de dokter uit Berkely in Engeland die omstreeks 1798 de vaccinatie uitvond, en een goed voorbeeld van een vruchtbare samenwerking die het waarnemen met het denken kan aangaan, wanneer niet uitsluitend bij een esthetische ontroering wordt stilgestaan. Jenner vroeg zich namelijk af waarom hij boerenmeisjes aantrekkelijker vond dan burger- of adellijke meisjes. Dat kwam omdat de eersten in tegenstelling tot de laatsten meestal over gave gezichtjes beschikten. De pokken, destijds een algemene (kinder)ziekte, hadden bij de anderen dikwijls een extra reliëf in het gezicht achtergelaten. Een boerin wees Jenner er op dat de boerenmeisjes wel pokkenlittekens op hun handen hadden die ze hadden overgenomen van de uiers van de door hen gemolken koeien. Dat waren de zogenaamde koepokken. Jenner begreep dat de relatief onschuldige koepokken (vaccinia, van vacca is koe) beschermden tegen kinderpokken. Daarmee is de term vaccinatie ontstaan. Het kwam echter voor dat na inenting iemand toch over het gehele lijf koepokken kreeg. Al waren het dan in dit geval koepokken, de gevolgen waren niet minder ernstig. Een vergelijkbaar probleem kan zich nog steeds voordoen wanneer met een levend maar verzwakt virus wordt gevaccineerd, zoals bijvoorbeeld via het “suikerklontje” tegen polio. Zo’n verzwakt virus kan zich toch, weliswaar langzaam, vermenigvuldigen, weer uitgescheiden worden en sterker besmettelijk zijn dan in zijn oorspronkelijke, afgezwakte vorm. In Nederland gebruikt men daarom tegen polio liever het met formaline gedode virus.

Ook nu nog leveren sommige inentingen problemen op, zoals de DKTP-prik, vooral door de kinkhoesttoxinen, en de mazelenprik met het afgezwakt maar levend virus (DKTP is: difterie, kinkhoest, tetanus en polio). In 1986 werden zes sterfgevallen van kinderen na vaccinatie gemeld aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM). Vijf gevallen betroffen van tevoren niet-zieke kinderen, van wie vier na een DKTP-enting overleden en het vijfde na een mazelenvaccinatie. Het zesde kind leed aan een ernstig hartgebrek. Een verband tussen vaccinatie en overlijden kon niet worden bewezen omdat geen sectie werd verricht; zij werden als “wiegedood” geduid. In hetzelfde jaar werd twee maal een hersenvliesontsteking gemeld – één maal na een mazelenprik en één maal na een DKTP-inenting – en verder nog tweeënveertig andere ernstige bijwerkingen van een van beide vaccinaties. De melding is vrijwillig, zodat volgens het RIVM moet worden aangenomen dat lang niet alle gevallen bekend worden. Dat dit soort bijwerkingen voorkomen, is algemeen bekend in de medische wereld en heeft, hoezeer het ook ernstig moet worden genomen, nooit geleid tot een door kranten en televisie aangewakkerde angstgolf. Wat kan er dan de reden van zijn dat bij de laatste mazelenepidemie breeduit de publiciteit is gezocht? De aanleiding werd gevormd door het overlijden van een zesjarig jongetje en een week later een vijfjarig meisje aan, zo werd bericht, een complicatie van mazelen. Het is opmerkelijk dat nooit is bekend gemaakt aan welke complicaties de kinderen zijn overleden en of er nog andere omstandigheden hierbij een rol hebben gespeeld. Het is namelijk al jaren bekend dat bij de zeldzame gevallen van overlijden na mazelen vrijwel altijd sprake is van een voorafgaand lijden, zoals bijvoorbeeld een hartgebrek of mongolisme. De longontsteking als complicatie is in het algemeen goed te behandelen.

Indringer

Nederland beroemt zich er op met 95 procent tot de landen met het hoogste percentage ingeënten te behoren. De volkswoede naar aanleiding van de sterfgevallen richtte zich dan ook gemakkelijk op de overblijvende vijf procent. Opvallend is dat deze volkswoede werd aangewakkerd en verwoord door enkele hoogleraren. De hoogleraar gezondheidsrecht Roscam Abbing uit Maastricht meent dat ouders die hun kinderen niet tegen mazelen laten inenten uit de ouderlijke macht moeten worden ontzet. Professor Dupuis, hoogleraar ethiek te Leiden, die vaker blijk geeft van een zekere hang naar dwangmaatregelen, vindt dat inenten verplicht moet worden. En Professor Huisman, sociaal geneeskundige te Rotterdam, beweert zelfs dat een derde van de kinderen die de mazelen hebben gehad daar psychische schade van overhoudt of spasticiteit! Het lijkt een duidelijke zaak: de twee sterfgevallen die het gevolg zouden zijn van een tot voor kort onschuldige kinderziekte, zijn de schuld van de ouders die hun kind geen mazelenvaccinatie hebben gegund. De zaken liggen echter iets genuanceerder. Vroeger kwamen complicaties bij mazelen in de westerse wereld maar zelden voor. De enige ernstige complicatie die moet worden gevreesd, is de encefalitis, immers de longontsteking is goed te behandelen. In het begin van de jaren zestig gold bijvoorbeeld in Duitsland een getal van 1:14.500 gevallen van mazelen waarbij encefalitis als complicatie van mazelen optrad. Er wordt aangenomen dat vijftien procent van de kinderen met encefalitis overlijdt. Inmiddels, sinds de vaccinaties, geldt een getal van 1:1000 à 1:2000. Het is overigens de vraag of dit ernstiger verloop alleen te wijten is aan het gebrek aan antistoffen bij de niet gevaccineerden, of dat ook de behandeling van de ziekte er een rol in speelt.

Een onderzoek van de Haarlemse arts B. Witsenburg in Afrika, waar mazelen een ernstiger verloop heeft dan in Europa, liet zien dat overlijden aan complicaties bij mazelen statistisch beduidend vaker voorkomt bij kinderen die koortswerende middelen krijgen. Dat is ook te verwachten, want koorts is een van de manieren waarop het lichaam zich tegen een dergelijke indringer verweert.

Mazelen vormde eigenlijk nooit een probleem. Het was een ziekte die je gehad moest hebben en die ook vrijwel iedereen van boven de vijftien jaar heeft doorgemaakt. Het betekende een paar dagen ziek thuis blijven met koorts, hoesten en rode vlekken op gezicht en lijf, vertroeteld worden door je moeder en weer beter worden. En beter worden kon je heel letterlijk nemen. Je moeder vond dat je veranderd was en dat vond je zelf ook. Je armen staken verder uit je mouwen en broekspijpen, je keek anders uit je ogen, je was minder kind en meer mens geworden. Hoge koorts betekent een inspanning voor het lichaam; er moet tenslotte een ziekte worden overwonnen. Iedereen weet dat je door inspanning sterker wordt. Dat geldt ook voor het afweersysteem. Nu de kinderziekten al bijna volledig zijn uitgeroeid, overspoelt een grote golf van verkouden, hoestende en benauwde kindertjes het spreekuur van de huisarts. Vooral huid- en luchtwegproblemen – de gebieden waar de klassieke kinderziekten de strijd laten afspelen – nemen bij kleine kinderen enorm toe. Een “kinkhoest” die vaak serologisch (wat betreft antistoffen) niet tot de echte kinkhoest is te herleiden en ook “vlekjesziekten”, die lijken op de klassieke kinderziekten maar het niet zijn, vormen een vrijwel dagelijks beeld. Het lijkt wel of een kind niet zonder kinderziekten kan. 
Het belang van het doormaken van kinderziekten wordt vanuit de antroposofische geneeskunde als volgt verduidelijkt. In het kort gezegd komt het er op neer dat een mens als geestelijk wezen zijn ouders heeft uitgezocht om een lichaam voor hem te vormen. Dat geboren lichaam heeft echter aanvankelijk meer de kwaliteiten en eigenschappen van de ouders dan van het kind dat er in woont. Het lichaam moet worden omgebouwd om eigen te kunnen worden. Daarvoor moet grote kracht worden gemobiliseerd. Koorts bijvoorbeeld. Alle kinderziekten hebben een eigen terrein waar ze “verbouwingswerkzaamheden” mogelijk maken: de huid, de luchtwegen, de slijmvliezen en het zenuwweefsel. Na roodvonk, dat met langdurige hoge koorts gepaard gaat, vervelt een kind zelfs en komt als nieuw weer tevoorschijn. 
In het medisch tijdschrift The Lancet van 5 januari 1985 is een artikel verschenen waarin de resultaten van een veertig jaar durend onderzoek naar de gevolgen van mazelen werden gepubliceerd. Er bleek een statistisch significant verband te bestaan tussen het niet doorgemaakt hebben van mazelen en het op latere leeftijd ontstaan van immuniteitsziekten, bot- en kraakbeenziekten en tumoren. Het RIVM heeft het op zich genomen om behalve de ernstige ziekten difterie, tetanus en polio en de niet zo ernstige kinkhoest, ook de voor kinderen onschuldige bof, rode hond en mazelen weg te vaccineren. Dit is voor veel, vooral antroposofische ouders, die om nog weer andere overwegingen dan streng gereformeerde ouders kinderziekten positief waarderen, geen reden om zich te laten wijsmaken dat deze ziekten uiterst gevaarlijk zijn. Ze zijn hoogstens erg lastig. Wanneer door het hoge vaccinatiepercentage en de daardoor ontstane afwezigheid van afweerstoffen, mazelen in de toekomst een gevaarlijke ziekte zou worden, zal dat voor veel antroposofische ouders een nieuw element betekenen in de overweging wel of niet te vaccineren. Ze zijn dan wel gedwongen tegelijkertijd tegen de bof en de rode hond te laten enten. Of deze “vooruitgang” ook een verbetering van de gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking zal betekenen, is echter de vraag.

Het lijkt meer zo te zijn dat de vaccinatieparaplu waaronder ook de niet gevaccineerden kunnen schuilen, het karakter van een steriele broeikas gaat aannemen waarin kwetsbare plantjes opgroeien. Zo schept de technologische gezondheidszorg zijn eigen problemen.

Arie Bos

(Jonas 13, 19 februari 1988)

Zie voor meer informatie “Antroposofie in de pers” artikel “Koeienletters” en de daarbij horende reacties.’
Ook al is dit artikel mogelijk verouderd, het laat in ieder geval wel zien dat het een ingewikkeld onderwerp is, vaccineren, dat zich niet leent voor gemakkelijke slogans. Laten we de discussie voeren, maar wel graag met het respect waar Jaap van de Weg vandaag in Trouw om vraagt.
.

15 opmerkingen:

John Wervenbos zei

Interessant blogartikel met veel informatie en bronverwijzingen. Bij mij rijst een vraag bij Arie Bos' stelling: 'Ouders van nu geven aan hun kinderen geen antistoffen meer mee. Daarmee is de situatie een andere geworden. Arie Bos vindt vaccineren daardoor heel begrijpelijk en raadt het zeker niet af.' Welke antistoffen worden dan per wanneer niet meer aan kinderen meegegeven?

John Wervenbos zei

Oh juist, in het artikel eronder maakt Bos duidelijk wat hij in dat verband bedoelt.

John Wervenbos zei

De ingezonden brief van Madeleen Winkler vind ik goed. Het artikel van Arie Bos acht ik scherp en doortastend; wederom kenmerkend voor diens persoonlijkheid: wakker van geest. Het stuk van de Jaap van de Weg komt op me over als een verkennend, vergelijkend en inventariserend schrijven. Kan me voorstellen dat het bij niet antroposofen extra vragen oproept, maar het voert de gedachtegang in ieder geval wel terug naar een aantal essentiële antroposofische uitgangs- en gezichtspunten. Hier bladzijde 60 uit Handboek Vaccinaties met iets over moederlijke antistoffen.

Anoniem zei

Dag Michel,

Ik ben even teruggekeerd in de tijd. Rudolf Steiner geeft in 1910 het uitgangspunt aan voor antroposofen om naar mazelen te kijken.

Volgens de grondlegger van de antroposofie zou iemand die in een vorig leven te egoïstisch bezig was en zich in dit leven wil behoeden voor de gevolgen daarvan, te weten herhaaldelijk zelfbedrog, zich kunnen verbeteren door mazelen te ontvangen. Steiner noemt dit ‘organische zelfopvoeding’. (‘Die Offenbarungen des Karma’, 5
de voordracht, Hamburg 20/05/1910,GA 120 p.102 e.v)

Mazelen vanuit antroposofisch gezichtspunt

PS: mocht jij een geautoriseerde vertaling van de door mij gebruikte tekst willen delen, zou dat handig zijn. Nu heb ik een Duitse tekst uit 1992 gebruikt en zo goed mogelijk vertaald.




Michel Gastkemper zei

Wat is een geautoriseerde vertaling, Ramon? Door wie zou die vertaling dan geautoriseerd moeten worden? Steiner in ieder geval niet. Ik heb je vertaling even doorgelezen, maar geloof dat die niet slecht is; ik zie tenminste geen duidelijke fouten. De elf voordrachten van ‘Openbaringen van het karma’ zijn bij de Rudolf Steiner Vertalingen in ieder geval opgenomen in ‘Werkingen van het karma’. Als je daar bij ‘Inkijkexemplaar’ klikt op ‘bekijken’, dan kun je ‘mazelen’ in het zoekvak invoeren, en vind je makkelijk op de betreffende passage.

John Wervenbos zei

De voordrachtenreeks Die Offenbarungen des Karma (GA 120; 1910) werd de vorige eeuw (1979) integraal vertaald op de markt gebracht door uitgeverij Vrij Geestesleven. Hier de vijfde voordracht daaruit:
Chronische ziekten - Mazelen en de betekenis van kinderziekten - Natuurlijke en toevallige oorzaken van ziekten - Hamburg, 20-5-2013

Een sterke voordracht van Steiner waar ik zeker achter sta. Geeft de genoemde opmerkingen van Jaap van de Weg trouwens extra reliëf (concretisering door Steiner). Let op: met betrekking tot mazelen maakt Steiner onderscheid tussen besmetting op jonge en oudere leeftijd en daaraan verbonden problematiek en behandelingsmogelijkheden. 'Openbaringen van het karma', de Hamburg voordrachten, vind ik overigens überhaupt sterk. Heb die cyclus in het verleden verscheidene malen met zeer veel belangstelling gelezen en doorgenomen en vandaag met genoegen opnieuw weer die vijfde. Heldere en waardevolle inzichten van Steiner. Het door Michel genoemde boekwerk Werkingen van het karma wordt dit jaar jaar weer bestudeerd door een studiegroep van AViN Rotterdam (en omstreken). Hier het nieuwe programma: programma ledenavond AViN Rotterdam. Ook belangstellenden zijn van harte welkom. Negen september aanstaande gaan we weer van start!

John Wervenbos zei

Eratum datum vijfde voordracht bij bovenstaande snelkoppeling: moet natuurlijk zijn 20-5-1910.

Anoniem zei

Bedankt om die vertaling aan te reiken, John.

Maar vergeleken met het origineel vind ik ze nogal zoutloos. Ik mis er de scherpte in die ik van de originele teksten van Rudolf Steiner gewend ben.

Ik zou Michels kijk daarop wel eens willen horen, omdat hij betrokken was bij de meest recente vertaling van de karmavoordrachten. Of er veel verschil is tussen de uitgave van 1979 en de meest recente.

Ik vind die van 1979 eigenlijk Rudolf Steiner te kort doet.

Anoniem zei

'Te kort doen' moet het zijn in de vorige reactie.

John Wervenbos zei

Het origineel, de brontekst, is op zich natuurlijk altijd beter Ramon. Zeker bij werk van Steiner. Dat ben ik met je eens. Maar ik denk dat die vertaling uit 1979 in voldoende mate voldoet. Hoewel vertalingen natuurlijk altijd beter kunnen en een aantal vertalingen de inhoud van het werk van auteurs inderdaad te kort kunnen doen of zelfs erger dan dat. Steiner heeft daarover trouwens ook wat vertalingen van zijn eigen werk aangaat wel eens zijn ongenoegen geuit. Zie wat die problematiek betreft, onvolkomenheden bij vertalingen, ook mijn commentaar alhier (mijn ongenoegen): Michel Gastkemper over komende boekuitgaven van uitgeverij Christofoor en uitgeverij Pentagon (Facebook, augustus 2013).

Michel Gastkemper zei

Dingen zijn nooit wat ze lijken, Ramon. Vaak vallen ze tegen. Bij de ‘Aantekeningen bij “Werkingen van het karma”’ staat op bladzijde 372 over ‘Openbaringen van het karma’: ‘De tekst van deze voordrachten verscheen – op basis van aantekeningen van enkele toehoorders – al in 1911 als privé-uitgave voor leden van de Theosofische Vereniging en is in ongewijzigde vorm opgenomen in de Rudolf Steiner-Gesamtausgabe (GA nr. 120).’
En even verder: ‘De voordrachten in deze uitgave werden niet door beroepsstenografen opgetekend. Daardoor geeft de tekst niet alleen een onvolledig beeld van de stijl van de spreker, maar is ook de inhoud hier en daar verminkt weergegeven.’
En dan heb je nog onze (ver)taalgewoontes. In 1979 waren die anders dan in 1994. En als deze voordrachten nu, weer negentien jaar later, herdrukt zouden worden, zou er waarschijnlijk weer goed naar gekeken worden. Het taalgevoel en het taalgebruik ontwikkelt zich nu eenmaal.

John Wervenbos zei

Het probleem met waarheidsgetrouwe stenoweergaven kan inderdaad zeer serieus zijn en wel in uiteenlopende gradaties bij diverse GA reeksen. Maar het basisbetoog van Steiner in die vijfde voordracht over onderhavige onderwerpen is naar mijn idee consistent, helder en doortastend. Ik zie ook geen echte tegenspraken met andere opgetekende uitingen of geschriften van Steiner over deze onderwerpen.

Michel Gastkemper zei

Nee, maar als je het over stijl of ‘pittigheid’ van de tekst hebt, John, waar Ramon over begon, dan heb je het wel over een problematische, of laat ik liever zeggen: geen ontegenzeggelijke kwestie.

John Wervenbos zei

Ik ben sterk op inhoud gericht en heb op basis daarvan veel aan de Hamburg voordrachten gehad de afgelopen jaren. Gevoel voor stijl ontbreekt me overigens niet.

Matthijs H. zei

Kijk lezers soms valt je net voor het einde van de zondagavond een gelukkig momentje toe!
Opzoek naar een werkje van Rolphe Töpfler, die ik iedereen aanbeveel, las ik het volgende op: http://www.spiegel.de/

Zitat des Tages

Das Geld

Das Geld wird im gesunden sozialen Organismus wirklich nur Wertmesser sein; denn hinter jedem Geldstück oder Geldschein steht die Warenleistung, auf welche hin der Geldbesitzer allein zu dem Gelde gekommen sein kann.
Rudolf Steiner

Nu lekker de oogjes toe en ermorgen weer blij aan herinneren!

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)