De website van Motief kondigde ze op 31 augustus weer aan, ‘Voor de derde keer Michaëldagen voor jonge mensen’:
Zo’n 350 jonge mensen in de leeftijd tussen 17 en 35 jaar zullen ook in 2017 vier dagen lang bijeenkomen tijdens de Michaëldagen, die worden gehouden rond Michaëlsdag (29 september). Op het terrein van de Paasheuvel in Vierhouten staat van donderdag 28 september tot en met zondag 1 oktober het thema ‘grenzen’ centraal. Met op donderdag het subthema grenzen en migratie, op vrijdag de eigen relatie met de wereld, op zaterdag zelfkennis en zondag verandering.Op 4 september stond er dit bericht over ‘De Internationale Pinksterconferentie 2017 in Den Bosch’:
Het hoofdgebouw van de Michaëldagen is de Zonnehal. Dit monumentale pand is een grote ruimte waar de deelnemers met zijn allen bij elkaar kunnen komen voor bijvoorbeeld muziek, lezingen, workshops en mooie ontmoetingen. Om de Zonnehal heen ligt een grasveld. Aan de achterzijde van het open veld ligt de ongerepte natuur van de Veluwe. De deelnemers kamperen op het terrein van de Paasheuvel.
Het programma voorziet in een voordracht van Frans Lutters en Jaap van de Weg, een performance van Nana Woo uit Korea en een bijdrage van Helmy Abouleish (op de foto) uit Egypte. De laatste is de zoon van de onlangs overleden oprichter van Sekem Ibrahim Abouleish, en is de tegenwoordige CEO van Sekem. In de Egyptische woestijn nabij Caïro, werd in 1977 door zijn vader Sekem opgericht, een plek voor duurzame menselijke ontwikkeling. Helmy Abouleish studeerde aan de universiteit van Cairo en zet zich ook buiten Sekem in voor de grote uitdagingen van de 21ste eeuw, zoals klimaatverandering, voedselzekerheid en sociaal ondernemerschap.
De Michaëldagen zijn een initiatief van de Vrijeschoolpabo van de Hogeschool Leiden in samenwerking met de Antroposofische Vereniging in Nederland. Het geheel wordt mede voorbereid door studenten uit diverse studies: Vrijeschoolpabo, opleiding Kunstzinnige Therapie, Universiteit voor Humanistiek, in samenwerking met de Antroposofische Vereniging.
De Internationale Pinksterconferentie 2017 van de Christengemeenschap werd onder de titel ‘Spelen met Vuur’ van 2 tot en met 6 juni gehouden in het Congrescentrum 1931 in Den Bosch.Dezelfde dag was er ook ‘Een aanvullende kijk op orgaandonatie’:
In de vernieuwde ‘Digitale nieuwsbrief van De Christengemeenschap’ van juni werd een impressie van deze voor de Christengemeenschap grote gebeurtenis gegeven. Er kwamen ruim 1400 deelnemers, onder wie vierhonderd jongeren, uit bijna veertig landen op af, zoals Canada, Syrië en Georgië. Er was in de ochtend keuze uit vijf altaren, met door de dagen heen een mensenwijdingsdienst in zestien verschillende talen. Verder in de ochtenden een keuze uit 32 voordrachten en in de middagen zestig werkgroepen. Geen wonder dat er een omzet was van bijna tienduizend liter gekoeld water met citroen en komkommer en vele, vele ijsjes; het was stralend zomerweer.
Het Congrescentrum in Den Bosch bood precies de openheid en bewegingsruimte die deze gemeenschap van ouderen en jongeren nodig had. Zowel binnen voor de plenaire sessies en de bijeenkomsten in kleinere groepen, als buiten op het terrein voor de veelheid aan projecten en initiatieven. Dit alles grenzend aan de centrale foyer met een weldaad aan daglicht.
Tijdens de afsluiting van de conferentie blikte aartsbewindsdrager Vicke von Behr in grote dankbaarheid terug op de veelbewogen conferentiedagen en vooruit naar de honderdste verjaardag van de Christengemeenschap in 2022. Hij had eerder, bij de werkgroep over de toekomst van de Christengemeenschap, gedurende een uur in een onafgebroken vragenregen van de meer dan honderd deelnemers gestaan. Het bracht hem tot de vraag hoe nieuwe vormen van ontmoeting kunnen worden gevonden, waarbij jongeren worden aangemoedigd en niet afgeschrikt, zonder te verliezen wat voor de Christengemeenschap zo belangrijk is.
Spelen met vuur, dat was ook het risico bij deze in vele opzichten riskante onderneming om als bewindsgebied zo’n grote conferentie te organiseren. Het was een lichtgevend, verwarmend en blijmakend vuur geworden.
“Als microbioloog ben ik goed op de hoogte van de natuurwetenschappelijk bewijsbare beschrijving van het sterven. In mijn huidige beroep van geestelijke in de Christengemeenschap (Andrieskerk in Amsterdam) werk ik in een omgeving waar het als vanzelfsprekend wordt beschouwd dat een mens niet op één bepaald ogenblik sterft; de wezenskern van een mens – zijn ‘ziel’ – laat het lichaam los in een proces dat enkele dagen in beslag neemt.”Het derde bericht bij Motief op 4 september ging over ‘Geef vrijescholen de ruimte!’:
Zo schreef Marianne de Nooij in een opinieartikel op 13 juli in dagblad Trouw, onder de titel ‘Orgaandonatie is een offer dat je in vrijheid moet kunnen brengen’. Dit naar aanleiding van het initiatiefvoorstel van Pia Dijkstra (D66) over het opnemen van een Actief Donorregistratiesysteem dat ter beoordeling bij de Eerste Kamer ligt. In juli werd het besproken door de commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die het wetsvoorstel voorbereidt.
Het baarde de geestelijke in de Christengemeenschap zorgen dat de betekenis voor de overledene zelf van het uitnemen van organen in het publieke debat over dit wetsvoorstel nog nauwelijks aan bod is gekomen. Welke consequenties heeft dit uitnemen voor wat er met diegene gebeurt na de dood, die ook als een drempelovergang kan worden beschouwd, en zijn verdere weg? Zij gaf toe dat onderzoek daarnaar geen eenvoudige zaak is, want de gestorvenen zelf kunnen dat niet rapporteren.
Marianne de Nooij beschreef dat zij in de eerste dagen na het heengaan van een overledene opmerkelijke ervaringen heeft opgedaan, in de uiteenlopende situaties waarin zij als geestelijke te maken had met stervenden en gestorvenen. Zij wilde in Trouw aan degenen die belijden dat na de hersendood alles voorbij is en het grote Niets begint, een appèl doen om hun dogma te relativeren en de blik te verruimen.
De Vereniging van vrijescholen verwacht van de Tweede Kamer en de formerende partijen in de komende kabinetsperiode meer ruimte voor scholen om het onderwijs vorm te kunnen geven vanuit hun eigen visie. Dat is de strekking van het nieuwe manifest: ‘Méér ruimte voor vrijescholen’, dat zij op 4 september publiceerde.Ook Antroposofie Magazine liet zich de afgelopen tijd niet onbetuigd. Op 31 augustus was er dit vrolijke nieuws, ‘Het herfstnummer komt eraan!’:
De overheid moet het onderwijs faciliteren, de deugdelijkheid bewaken, maar vervolgens gepaste afstand houden als het gaat om onderwijsinhoud en onderwijskwaliteit. Dáár gaat het onderwijs zelf over. Het leraarschap is een ambacht. De vrijeschool wil ruimte voor dit vakmanschap en voor de eigen visie op onderwijs.
Voorwaarde voor de basiskwaliteit is inderdaad dat er meer geld beschikbaar komt om de werkdruk te verminderen én om eerlijke lerarensalarissen uit te keren. Maar werken aan kwaliteit vraagt ook om meer ruimte voor leraren om zelf onderwijs te ontwikkelen. De Vereniging van vrijescholen wil dat leraren daarvoor meer tijd krijgen (lees: worden vrijgeroosterd) de komende jaren.
De vrijeschool groeit, wachtlijsten nemen toe en initiatieven voor nieuwe vrijescholen schieten als paddenstoelen uit de grond. Toch worden leerlingen nog te vaak teleurgesteld vanwege huidige wet- en regelgeving. De Vereniging van vrijescholen pleit daarom voor aanpassingen van de vestigingsnorm, de huisvestingseisen en de bekostiging. Als een omvangrijke, gemotiveerde groep ouders een stevig onderwijsinitiatief neerzet en verantwoordelijkheid neemt, dan moeten barrières worden weggenomen. Alleen op die wijze kan keuzevrijheid van ouders en leerlingen worden geborgd.
Vooral in het primair onderwijs willen vrijescholen verdergaande afspraken maken over hun positie in de zogenaamde samenwerkingsverbanden. Zij werken over het algemeen bestuurlijk samen in grote regio’s en nemen daardoor deel aan meerdere samenwerkingsverbanden voor het benodigde budget. In veel van die verbanden lijkt het belang van geld en de verdeling daarvan belangrijker te worden dan de inhoudelijke doelstellingen. Kleine vrijeschoolbesturen hebben te weinig capaciteit om in dit speelveld altijd goed te kunnen meedoen. De vrijeschool wil de (financiële) ruimte om de benodigde ondersteuning zelf in te richten en door eigen dienstverleners te laten verzorgen.
Het hele manifest, met daarin zeven speerpunten, is gepubliceerd op de website van de Vereniging van vrijescholen.
Op vrijdag 8 september verschijnt ons nieuwe herfstnummer. Deze keer met extra veel artikelen rondom het thema ‘BD-landbouw en natuur’. Wist je dat de BD-vereniging, de grootste boer-burgervereniging in Nederland en Vlaanderen, alweer tachtig jaar bestaat? En de biologisch-dynamische landbouw blijft zich vernieuwen, bijvoorbeeld door een link te leggen met permacultuur. Taco Blom ziet hierin een ontwikkelingskans, want bij beide werkwijzen streef je naar een veerkrachtig en autonoom landbouwsysteem met een grote biodiversiteit. Net als in de ongerepte natuur. Vooral jonge mensen vinden het duurzame aspect en de lage kosten van zijn manier van werken aantrekkelijk.In de categorie ‘Uitgelicht. Opvallende artikelen in de nieuwste Antroposofie Magazine’ werd op 4 september ‘80 jaar BD-Vereniging’ gemeld:
Draken verslaan met Michaël
Op vrijescholen vieren de kinderen op 29 september het Michaëlsfeest, een roerig en vrolijk herfstfeest gebaseerd op de legende van de aartsengel Michaël die de draak verslaat. Hij roept ons op om een kompas te ontwikkelen waarmee we zelf onze weg kunnen vinden in goed en kwaad.
Hoe verbind je culturen op school?
Op een kluitje met diverse culturen samenleven, is dé uitdaging van onze tijd. Jurist, ondernemer en vader Degi ter Haar (43) startte vijf jaar geleden een ouderinitiatief op de gemengde basisschool van zijn kinderen om de diverse culturen met elkaar in contact te brengen. Met succes.
En verder…
- Victor van Doorn creëert magische ervaringen met escape rooms.
- Weekspreuken: innerlijk meebewegen met het ritme van het jaar.
- Skatend naar een wereld zonder afval met Wasteboards.
- Wat heeft de natuur je te vertellen? Leer waarnemen met Jan Diek van Mansvelt.
Het herfstnummer van AM ligt vanaf 8 september in de boekhandel. Je kunt ook een los exemplaar bij ons bestellen, voor € 7,95 - inclusief verzendkosten. Of gewoon een abonnement nemen natuurlijk. Dan valt AM iedere drie maanden bij je in de brievenbus voor € 29,95 per jaar.
Koop jij wel eens biodynamische voedingsproducten? De belangstelling ervoor neemt toe, maar toch vind je ze niet in de reguliere supermarkt. Je moet er speciaal voor naar een natuurvoedingswinkel, boerderijwinkel of biologische markt. Dat komt omdat de biodynamische sector niet afhankelijk wil zijn van partijen die voor de allerlaagste inkoopprijs gaan. Het gaat hier niet om de laagste prijs, maar landbouw te bedrijven waarmee we de vruchtbaarheid van de aarde kunnen verbeteren. De BD-Vereniging zet zich hier al tachtig jaar voor in.Eerder, op 17 augustus, maakte Antroposofie Magazine in de categorie ‘Actualiteiten. Inspirerend antroposofisch en meer...’ gewag van een ‘Glossy over natuurlijk kramen’:
Het begon allemaal met een lezing in 1938, getiteld ‘De vruchtbaarheid der aarde, een wereldprobleem’. Ook toen speelden er al klimaatproblemen en vraagstukken rond bodemvruchtbaarheid en waren er mensen die zich dat aantrokken. Inmiddels is de vereniging uitgegroeid tot de grootste boer-burgerbeweging in Nederland en Vlaanderen. De BD-boeren van nu weten hoe ze de humus in hun bodem moeten verzorgen en de zoektocht richt zich nu op het opbouwen van ‘maatschappelijke humus’ in de samenleving. Hoe zorg je ervoor dat ‘sociale erosie’ vermindert en mensen beter kunnen wortelen? De verbinding tussen boeren en burgers blijkt daarbij een belangrijke rol te spelen. Veel bd-boeren zijn hier dan ook mee bezig en hebben rechtstreeks contact met klanten via boerderijwinkels, groenteabonnementen, zelfpluktuinen, kooklessen en dergelijke.
Ter gelegenheid van het 80-jarig bestaan van de BD-Vereniging worden er door heel Nederland verschillende activiteiten georganiseerd, bijvoorbeeld bijeenkomsten waar je kunt leren werken met de landbouwcursus van Rudolf Steiner, die nog altijd de basis van de bd-landbouw vormt.
Het complete artikel over de BD-Vereniging kun je lezen in het herfstnummer van Antroposofie Magazine, dat als thema BD-landbouw en natuur heeft. Heb je nog geen abonnement? Het blad is ook in de boekhandel te koop, of je kunt een los exemplaar bij ons bestellen.
Op een natuurlijke manier omgaan met zwangerschap, bevalling en de kraamperiode spreekt steeds meer ouders aan. Daarom verschijnt er binnenkort een eenmalige glossy over natuurlijk kramen, getiteld ‘Moederen’. In deze glossy vind je van alles over omhulling, warmte, ruimte voor rust, aandacht voor de voeding van moeder en kind, mooie en duurzame materialen en geruststellende inzichten over ritme. Met onder meer een reportage Amsterdamse Collectief Natuurlijke Kraamzorg, kinderarts Edmond Schoorel aan het woord over warmte en aandacht voor vaders die vaderen.Gisteren, 7 september, werd melding gemaakt van de ‘Wereld Euritmiedag’:
De glossy ‘Moederen’ wordt op 17 september gepresenteerd op de Puur Fair in Amsterdam, en zal daarna te koop zijn via de boekwinkel en via de website natuurlijkkramen.nl
Euritmie bevindt zich in een kwetsbare positie, maar wie regelmatig euritmie doet, weet dat het een grote kracht kan zijn. Tijdens Wereld Euritmiedag, op 24 september, willen mensen van over de hele wereld met elkaar deze kracht inzetten voor de aarde. Voor deze datum is gekozen omdat het de dag was waarop Marie Steiner-von Sivers de naam euritmie aan deze bewegingskunst gaf. Tijdens dit bijzondere initiatief is iedereen die zich met de euritmie verbonden voelt, uitgenodigd om samen euritmie te doen voor de aarde. Meedoen is heel gemakkelijk: het kan gewoon thuis in je eentje, maar je kunt ook met een groepje mensen afspreken om samen te euritmieën. Of je kunt je aansluiten bij de groep onder leiding van euritmiste Juliëtte van Lelieveld, die samenkomst op Kraaybeek 41 in Driebergen (aanmelden is niet nodig). Op bijna ieder continent van de aarde doen er mensen mee. Op 24 september om 12.00 uur lokale tijd zal iedereen een of enkele euritmiegebaren maken. Je kunt zelf kiezen wat je wilt doen, bijvoorbeeld een klank of een dierenriemteken, of een reeks gebaren zoals het Halleluiah. De euritmie zal dan als een warme en liefdevolle ‘wave’ door de verschillende tijdzones over de aarde heen trekken.Dan is er nog de boekenrubriek. Met op 14 augustus ‘Je kind beter begrijpen’:
Kinderen zien er onderling niet alleen heel verschillend uit, ze zijn ook van binnen heel verschillend, bijvoorbeeld qua karakter en gedrag. Er bestaan wat dat betreft grote tegenstellingen. Het ene kind is heel kwetsbaar en teer, het andere robuust en stevig. Het eerste kind is heel gevoelig, het tweede kan tegen een stootje. In dit praktische boek gaat Loïs Eijgenraam nader in op die verschillen en hoe je daar in de opvoeding op in kunt spelen. Het eerste kind heeft vaak ook een rijke fantasie en moet je begeleiden om in de harde aardse werkelijkheid thuis te raken. Het tweede kind is zo actief en stoer dat het geholpen moet worden om tot rust te komen en zich innerlijk te laten raken. Het eerste behoort tot wat de kosmische kinderen wordt genoemd, het tweede tot wat dan de aardse kinderen heet. Het is een enorme tegenstelling en bij elk kind is wat meer van het een of van het ander te ontdekken. Kinderen vragen wat dit betreft om een gerichte opvoedkundige aanpak. Naast deze twee typeringen van kinderen worden in dit boek nog meer typerende beschrijvingen gegeven. Constitutiebeelden worden ze genoemd. Ze worden sterk bepaald door de lichamelijke constitutie van het kind, die vooral in de leeftijd tot zeven jaar naar voren komt, als het lichaam nog in de opbouwfase is. Niemand past in één beschrijving, er is altijd overlap of een mengvorm. Het draagt bij aan het begrijpen van je kind, zonder etiketten te plakken.Op 3 juli ging het over ‘Eigen koning worden’:
Loïs Eijgenraam, ‘Je kind beter begrijpen –Ieder kind zijn eigen constitutie, uitgeverij Christofoor, € 12,50.
Marjolein Doesburg schreef een verzameling blogs, geïnspireerd door de ‘Briefing voor de koning’ van leiderschapstrainer en organisatieadviseur Manfred van Doorn (auteur van o.a. Karma als kans). In die briefing stelde hij vragen over deugden, integriteit en gaf voorbeelden van grootheid in jezelf en het aanspreken van die grootheid in anderen. Dat was voor Marjolein aanleiding om na te denken over het koningschap in ieder mens. Koning worden heeft volgens haar te maken met ontdekken wie je bent, welke talenten je meebrengt, wat je te leren hebt op deze wereld en wat je daarmee kunt bijdragen aan diezelfde wereld. Ze ging op ontdekkingstocht in haar eigen habitat en schreef er een jaar lang dagelijks over. De aanleidingen zijn telkens alledaags: een patroon in de wolken, een songtekst van Radiohead, een lantaarnpaal die leidt tot filosoferen over licht in jezelf … Door de toegankelijke schrijfstijl zijn de blogjes heerlijk om te lezen. Ze zijn kort, persoonlijk en geven je net dat duwtje om eens na te denken over bijvoorbeeld oordelen, verantwoordelijkheid, acceptatie en talenten. Het vinden van een balans tussen twee uitersten is iets dat regelmatig terugkomt in haar verhalen. Het blijft soms wat aan de oppervlakte, terwijl de thema’s die worden aangesneden allerminst oppervlakkig zijn. Dat maakt het echt een boek om zelf mee aan de slag te gaan.Op 10 mei was het ‘Dichter bij de bij’:
‘Eigen koning worden – zoektocht naar de alchemie van alledag’, Marjolein Doesburg, MultiLibris, € 17,95.
Aanvankelijk was ze doodsbang voor een bijensteek, maar nadat Alma Huisken een volk ‘leasebijen’ in haar tuin kreeg via een naburige imker, werd ze enthousiast en tegenwoordig behoren bijen voor haar tot “de wondermooiste wezens op aarde”. Inmiddels is ze behalve culinair journalist, groenauteur en ecologisch hovenier ook biologisch-dynamisch imker en bundelde ze haar kennis in ‘Dichter bij de bij’. Als je ook maar íets met bijen hebt, is dit boek een genot om te lezen. Het is om te beginnen prachtig uitgegeven: met mooie kleurenfoto’s, smaakvol getekende illustraties en een leeslint. Je komt echt van alles te weten over bijvoorbeeld bijenkasten, voortplanting en honing slingeren, maar ook vind je er meer filosofische beschouwingen over de bijen. Alma legt uit dat je als imker eigenlijk een begeleider van honingbijen bent, en er alles aan doet om prettige voorwaarden voor hen te scheppen. Denkend over het scheppen van die voorwaarden, vroeg ze zich van sommige handelingen af of de bijen er wel mee gediend waren. Zo kwam ze uit bij het biologisch-dynamisch imkeren: imkeren naar het wezen van de bij. Daaraan is een apart hoofdstuk in dit boek gewijd, duidelijk herkenbaar aan de lichtgroene pagina’s. Je leest er over de uitgangspunten van het biodynamisch imkeren, de kosmische impuls en het werken met de kalender van Maria Thun voor het zaaien van speciale bijenplanten, honing winnen, wintervoer, de bd-bijenwoning en nog veel meer. Door de vlotte en persoonlijke schrijfstijl laat je je als lezer gemakkelijk meevoeren langs de enorme hoeveelheid informatie in het boek. Het is niet alleen een indrukwekkend naslagwerk, maar ook een meeslepend verhaal vol persoonlijke ervaringen. Zelfs mooie bijengedichten en heerlijke honingrecepten ontbreken niet. Wat dacht je van lebkuchen met dennenhoning, handgemaakt honingijs of worteltjes-spelt-honingtaart?Op deze weblog kwam het volgende op 14 maart 2016 in ‘Booming’ ook al kort ter sprake. Maar sinds 20 april 2017 staat het héle artikel ‘Meergeneratiepleinen’ bij Antroposofie Magazine online:
Stuur ons je eigen bijengedicht en win een exemplaar van ‘Dichterbij de bij’! Hier lees je alles over onze winactie.
Dichter bij de bij - op weg naar natuurlijk imkeren, Alma Huisken, Uitgeverij Christofoor, € 24,50
Van geboorte tot dood op één adresIk wil nog even attent maken op het boek ‘Help! Conflicten. Heb ik een conflict, of heeft het conflict mij?’ van Friedrich Glasl:
De samenleving valt steeds meer in gescheiden segmenten uiteen: werkenden, kinderen, ouderen… Dat kan anders, meende een groep ouders in het Duitse München tien jaar geleden. Vanuit hun gedachte ‘voor elkaar en met elkaar leven’ ontstond een Meergeneratieplein (Mehrgenerationenplatz). Dit heeft de oppervlakte van twee hectare (ongeveer vier voetbalvelden) en omvat inmiddels een vrijeschool, vrije kleuterschool en peuteropvang en een wooncomplex van tachtig appartementen. Een enorm én een uniek project.
Tekst: Hester Anschütz
Op de winterse zaterdag dat de Vrijeschool München Südwest een open dag heeft, zijn de wegen met een dun laagje ijs bedekt. Voor auto’s en voetgangers is het levensgevaarlijk om vroeg de weg op te gaan. Toch staan er om 8 uur ’s ochtends al aardig wat mensen bij de voordeur van de school te wachten tot ze door medewerkers worden meegenomen voor een rondleiding door de gebouwen en over het terrein. Dit zegt iets over de aantrekkingskracht van het Meergeneratieplein waar deze vrijeschool deel van is. Het is een uniek project binnen Duitsland, zo niet binnen Europa. “Meergeneratiehuizen zijn in Duitsland overal bekend,” zegt Anke Merk, initiatiefneemster van het eerste uur, bewoner van één van de appartementen in het wooncomplex en sinds vijf jaar bedrijfsleidster van de vrijeschool. Een Meergeneratiehuis bestaat meestal uit één woonhuis, waar jonge en oudere generaties gezamenlijk wonen of het is een gezamenlijke open ‘huiskamer’ (zie kader). “Wij wilden hier een plek creëren waar je bij wijze van spreken van geboorte tot dood op één adres kunt blijven wonen. Dat bestaat volgens mij nergens anders.”
Bloedband
Het begon allemaal tien jaar geleden met zeven ouders die graag voor hun schoolrijpe kinderen een nieuwe vrijeschool wilden oprichten. “We raakten hierover in gesprek en kwamen tot de conclusie dat we meer wilden dan alleen een nieuwe school,” vertelt Merk. Want tijdens de gesprekken onstond het bewustzijn van de segmentering van de huidige samenleving. “Je hebt de groep werkende mensen, je hebt de jonge kinderen en de oude mensen en die twee laatste groepen vallen vaak wat buiten de boot. Zeker in een dure stad als München moeten ouders vaak allebei werken om alles te kunnen betalen, maar de kinderen lijken hiervan steeds vaker het slachtoffer te worden en de ouderen zijn veelal ook een vergeten groep; wie zorgt er voor hen?”
Het idee ontstond om een moderne variant van het Afrikaanse gezegde ‘je hebt een heel dorp nodig om een kind op te voeden’ te creëren, door een plek te maken waar meerdere generaties samen konden wonen, naar school gaan en samenleven. Het moest een plek worden waar mensen sociale verbintenissen kunnen aanknopen die niet op basis van bloedbanden tot stand komen, maar uit eigen vrije keuze. Het is de gedachte die Rudolf Steiner in 1898 als zogeheten ´sociologische basiswet’ beschreef: de mens heeft zich door de eeuwen heen van groepswezen tot zelfstandig individu ontwikkeld en maakt in onze geïndividualiseerde samenleving zijn eigen keuzes.Wat mensen gezamenlijk doen, wordt steeds minder vanzelfsprekend en het sociale weefsel van een samenleving moet bewust door mensen worden gevormd.
De eerste officiële stap om een vorm van dit sociale weefsel in München tot stand te brengen, werd in 2010 gezet door de Förderverein Freie Waldorfschule München Südwest e.V. op te richten. De groep ouders ging op zoek naar een geschikte locatie voor hun grote ideaal en bekeek 85 locaties in en om München. Uiteindelijk vonden ze met hulp van de gemeente de huidige locatie: een voormalig festivalterrein.
Bouwplannen
In de afgelopen zes jaar verrezen er op die twee hectaren braakliggend land een oranje en een geelkleurig schoolgebouw van diverse verdiepingen en een roodkleurig Kinderhuis, waarin sinds twee jaar peuters en kleuters onderdak hebben gevonden. Een jaar geleden werd de bouw van het meest recente onderdeel van het plein afgerond: het woonblok, dat zich aan de zijkant van het terrein over de gehele lengte naar achteren uitstrekt en dat aan tachtig appartementen onderdak biedt.
Wat er aan gebouwen is neergezet, is behoorlijk indrukwekkend, maar het grootste schoolgebouw moet nog komen. Dit hangt nog uitsluitend in bouwplannen aan de muren op de begane grond van de vrijeschool en zal de school de ruimte geven om naast een basisschool ook voortgezet onderwijs tot en met het eindexamen te kunnen aanbieden. In dit gebouw komt ook een grote zaal, waar iedereeen gezamenlijk voor jaarfeesten of andere evenementen kan samenkomen. “Hopelijk krijgen we het geld bij elkaar voor een echte theaterzaal,” zegt Anke Merk. De start van de bouw staat in september 2017 gepland.
Wie zo veel wil bouwen, heeft nauwelijks tijd voor iets anders, lijkt het. Om de werkbelasting niet te ver te laten oplopen, koos de Förderverein van de vrijeschool er dan ook in 2010 al voor om het verhuren van het wooncomplex aan een partnervereniging over te laten. “We hebben ons deel van de grond aan de vereniging Wogeno München verkocht,” vertelt Merk. Deze stichting verhuurt huizen in een soort koop-huurconstructie, waarbij bewoners een percentage eigen geld investeren, om zo een garantie te krijgen dat hun huur voor tientallen jaren gelijk blijft. Dat betekent betaalbare huren voor alle lagen van de bevolking en een nieuwbouw met aandacht voor verantwoord en ecologisch bouwen.
In het wooncomplex is een blindenwoongroep ondergebracht, een begeleidwonenproject voor jongeren en er zijn diverse gemeenschappelijke ruimtes, zoals een ruimte met keuken, een groot dakterras en een gastenappartement voor bezoek.
“Het wonen hier verplicht niemand ertoe deel te nemen aan activiteiten van het Meergeneratieplein,” benadrukt Merk. “Wat hier ontstaat aan sociale verbanden, ontstaat uit vrije wil.”
Samen zingen
Hoewel het project zichtbaar nog in de bouwfase is – overal in de gebouwen ruikt het nog ‘nieuw’ en het terrein rond de gebouwen ligt voor een groot deel nog braak – beginnen de sociale contacten over en weer te onstaan. “Er komen bijvoorbeeld steeds meer mensen voor het middageten naar de mensa van de school. Een tijdje geleden kon je altijd nog wel aanschuiven, maar inmiddels is er zo veel belangstelling dat je op vrijdag voor de week erop moet reserveren,” vertelt Daphne König, vierdeklaslerares en ouder van twee kinderen op de school. Ze merkt dat er steeds meer kleine verbindingen ontstaan tussen de mensen. De tuin biedt bijvoorbeeld veel potentieel om gezamenlijk iets te doen. “De vrijeschoolklassen bewerken de tuin tijdens hun tuinbouwlessen, maar vaak zijn vruchten en groente rijp om geoogst te worden als er net zomervakantie is,” aldus Merk. “De bewoners kunnen dan van de oogst genieten, in plaats van dat alles hier verkommert.” Verder musiceren ze samen, vieren jaarfeesten, organiseren lezingen en elke dinsdagavond is er een koor van leraren, ouders en omwonenden. Ook met een bejaardentehuis dat naast het Meergeneratieplein staat, zijn over en weer contacten aangeknoopt. König: “We voeren er sinds drie jaar het kerstspel op, meerdere klassen hebben er kerstliederen gezongen en we hebben er Sint Maarten gevierd. Niet alle kinderen hebben nog opa’s en oma’s in de buurt en dan is zo’n ervaring belangrijk.”
Goede geest
De pioniersfase van het Meergeneratieplein is voorbij, is de ervaring van diverse medewerkers van het project. Ze zitten nog volop in de bouwfase, maar bevinden zich tegelijkertijd in een volgende fase, die van het zoeken naar structuren, naar samenwerkingsverbanden en hoe je het gezamenlijk leven sociaal regelt. “Dat is niet altijd gemakkelijk,” zegt König. Soms lijkt de weg naar de realisatie van het ideaal sterk op een tocht over de spekgladde wegen van de open dag van de school. Toch heeft ze het gevoel dat er een goede geest rond het initiatief heerst. “Die wil dat het hier goed gaat, ook als het eens wat moeilijkzamer verloopt. Er is nog heel veel te doen, maar onze idealen krijgen langzamerhand vorm.”
Een woonkamer voor iedereen
Het concept van meedere generaties die samenleven of gezamenlijk dingen ondernemen, bestaat in Duitsland al sinds de jaren zeventig. Meestal is dit een woonhuis of een buurthuis waarin generatie-overschrijdende activiteiten worden ontplooid. De omvang van het project in München en de combinatie van een school, kinderopvang en appartementen bestaat nergens anders in Duitsland.
In Nederland is het concept van een Meergeneratiehuis nog nauwelijks bekend. In het woon- en werkcomplex de Biotoop in het Groningse Haren bestaat het Meer Generatie Huis Haren, naar Duits model. In ‘de huiskamer voor alle inwoners van Haren’ kun je van maandag tot en met donderdag overdag binnenlopen voor koffie en een praatje, mensen koken en eten soms met elkaar en worden er diverse activiteiten georganiseerd, zoals een cursus ‘werken met smartphone en tablet’ of ‘Arabisch voor beginners’ en de creatieve middag met Tante Lovis.
Meer weten?
• limmatstrasse.de, website van Mehrgenerationenplatz München Südwest;
• waldorfschule-muenchen-suedwest.de, website van de vrijeschool die bij de Mehrgenerationenplatz hoort;
• meergeneratiehuis.org, website van het Meergeneratiehuis in Haren;
• tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2014-2015/expeditie-nog-beter-nederland.html. In de eerste helft van de uitzending wordt het meergeneratiehuis in Duitsland besproken.
Bronnen:
• wochenanzeiger-muenchen.de/fürstenried/bauen+%26+handwerk/nachrichten/”Eine+Gemeinschaft,+um+leben+zu+können”,70681.html
• driegonaal.nl/artikelen/1291-rudolf-steiner-als-revolutionair/
Mensen in allerlei constellaties ervaren spanningen. Veel dagelijkse misverstanden groeien snel uit tot ernstige conflicten. Het blijkt dat de meeste mensen de escalatie niet willen, maar er zich in meegesleurd voelen. Als laatste redmiddel wordt dan hulp van buitenaf gezocht. Volgens Friedrich Glasl hoeft het lang niet altijd zo ver te komen. Met Help! Conflicten schreef hij een boek dat een soort ‘eerste hulp bij conflicten’ biedt. De weg naar een oplossing begint met enkele simpele vragen als: Hoe heeft iedere betrokkene aan het ontstaan van het conflict bijgedragen? Hoe ben ik erin terechtgekomen? Wat wil ik ermee? In hoeverre is het mijn conflict? Friedrich Glasl Wenen 1941 schreef een proefschrift over conflictbeheersing in de internationale politiek. Zijn ervaringen als organisatieadviseur deed hij onder andere op bij de UNESCO en bij het NPI, Instituut voor organisatieontwikkeling in Zeist. Daarnaast schrijft hij poëzie en hoorspelen en heeft hij met zijn vrouw een marionettentheater.Op 4 september verscheen op de website van Duurzaam bedrijfsleven dit ‘Interview Volkert Engelsman: Hoe Eosta de keten naar een nieuwe winstdefinitie leidt’ door Chris Thijssen:
2e druk, paperback, 208 blz, € 23,50
Eosta, distributeur van biologische groente en fruit, ziet transparantie als voorwaarde voor een duurzame business. Dat vereist ook ‘leiderschap 2.0’. “Het veranderen van de wereld moet tussen de oren plaatsvinden. Alleen een beetje dubbelzijdig printen of elektrisch rijden is niet genoeg”, aldus algemeen directeur Volkert Engelsman.We kwamen hem de vorige keer ook al tegen, in ‘Verzamelen’ op dinsdag 29 augustus 2017. Maar hier kan hij zich nog meer uitspreken. En dat doet hij dan ook. Het loont om het hele interview te lezen.
Engelsman, geboren en getogen in het oosten van het land, deed eindexamen op een vrije school in Duitsland. Daar werd hij naar eigen zeggen niet alleen in zijn hoofd, maar ook in zijn hart en handen aangesproken. (...)Tot slot is er op 3 september nog een Nieuwsbrief van het Institut für anthroposophische Meditation verschenen, ‘Newsletter September 2017’. Zoals steeds hier, zijn de doorverwijzingen en links allemaal in het origineel te vinden, in het oorspronkelijke document daar op de website:
In 1990 had de ondernemer genoeg geleerd om zijn eigen bedrijf te starten. Handelshuis Eosta was een feit. Het bedrijf, inmiddels uitgegroeid tot markleider in Europa, levert verse biologische groente en fruit vanuit de hele wereld aan de Europese markt. Hierin onderscheidt de distributeur verschillende productcategorieën, zoals Fairtrade, biologisch-dynamisch (Demeter), Wild Wonders, Taste Wonders en Tropical Wonders. Verpakkingen zijn gemaakt van composteerbare en hernieuwbare materialen. Daarnaast worden bepaalde producten, zoals avocado’s en gember, gelaserd in plaats van verpakt. Maar de core business is niet alleen die van distributeur. Liever noemt Engelsman het bedrijf ketenregisseur, waar ook het deliveren van verandering bij hoort.
Meditationsfestival “Living Connections” am Goetheanum. Interviews mit 13 Meditationslehrern. Weitere Videos und Tagungsberichte. Introspektion und Leadership. Neue Bücher – leider erst im nächsten Newsletter. Von Anna-Katharina Dehmelt und Terje Sparby.Dan houden we dus nog iets tegoed.
Im Juli hat am Goetheanum das lange erwartete Meditationsfestival “Living Connections” stattgefunden. Aus aller Welt kamen anthroposophische Meditationslehrer und an anthroposophischer Meditation Interessierte zusammen, um drei Tage lang miteinander zu meditieren. Am Goetheanum war es die erste öffentliche Tagung zur anthroposophischen Meditation – frisch, offen und undogmatisch. Die Wochenschrift “Das Goetheanum” hat Berichte gebracht von Anna-Katharina Dehmelt, Jonas von der Gathen und Manuela Schwedeler, jeweils von ganz eigenen Gesichtspunkten aus, ergänzt um eine Betrachtung von Terje Sparby zur Frage “Was ist anthroposophische Meditation?” – diesbezüglich hatte “Living Connections” viele Fragen offen gelassen. Terje Sparby entfaltet vier Betonungen der anthroposophischen Meditation: Denken, Selbst, Natur und Kultur, sowie eine ganze Reihe von Herausforderungen. Einen weiteren Bericht von “Living Connections” hat Andreas Neider für das Septemberheft der Drei geschrieben.
Während “Living Connections” von Aufbruchsstimmung und Anfangsgeist geprägt war, zeigen die 13 Interviews mit Kennern und Lehrern anthroposophischer Meditation, die Sebastian Knust nach einer mit Christoph Hueck entwickelten Konzeption mit viel Liebe und Engagement geführt und geschnitten hat, reife Früchte jahrelanger Tätigkeit. Zwischen 15 und 35 Minuten kann man Markus Buchmann, Frank Burdich, Anna-Katharina Dehmelt, Agnes Hardorp, Christoph Hueck, Dirk Kruse, Thomas Mayer, Andreas Neider und Ulrike Wendt sowie demnächst auch Bodo von Plato und Robin Schmidt zuhören und zusehen; Corinna Gleide und Steffen Hartmann sind mit Texten vertreten. Für jeden einzelnen gibt es eine charakteristische Überschrift und eine Schwerpunktsetzung, die vor allem im Zusammenspiel mit allen anderen Sinn macht. Zudem erfährt man von jedem auch etwas Biographisches und es werden konkrete Übungen geschildet. Die Videos vermitteln das ganze breite Spektrum anthroposophischer Meditation mit ihrer Erkenntnisorientierung in ansprechender Weise. Möge die Seite viele Besucher haben!
Ein weiteres Video mit einer ganz basalen Einführung in das Meditieren ist aus der Initiative “Meditation und Medizin” von David Martin und Silke Schwarz hervorgegangen. Dort gab Tho Ha Vinh, Anthroposoph und Zenmeister, Mitwirkender bei “Living Connections”, der kulturell und meditativ so viel Verschiedenes in sich vereint, eine ganz niedrigschwellige Anleitung zum Meditieren, deren Aufzeichung sich bei “Meditation und Medizin” findet.
Am 17. und 18. Juni fand die von der Stiftung Rosenkreuz veranstaltete Tagung “Meditation und Transformation” statt. Dort begegneten sich anthroposophische und buddhistische Meditation und die meditative Praxis, die innerhalb des Lectorium Rosicrucianum gepflegt wird. Die Einleitungsreferate von Gunter Friedrich für das Lectorium Rosicrucianum, Werner Heidenreich für den Buddhismus und Anna-Katharina Dehmelt für die Anthroposophie liegen mittlerweile ebenfalls als Video vor, der Beitrag von Hermann Achenbach wird noch nachgereicht. Der Schwerpunkt lag dann auf den Workshops, in denen die Teilnehmer jeden der drei Ansätze besser kennen lernen konnten. Es zeigte sich, dass jede/r mit seinen Vorerfahrungen in die anderen Richtungen gut einsteigen konnte. So wurden die Tage zu einer tiefen Bereicherung.
Im Mai 2017 endete die einjährige Forschungs- und Fortbildungsreihe “Meditation und Gesundheit”, in der die 11 Teilnehmenden sich unter der Leitung von Anna-Katharina Dehmelt zum Meditations-Begleiter qualifizieren konnten. Basis der gemeinsamen Arbeit war der Aufbau einer spirituellen Praxis, die im Wesentlichen den Anregungen Rudolf Steiners folgte und zu denen Wort- und Bildmeditationen, die sechs Nebenübungen und die Rückschau gehörten. Über diese Praxis tauschten sich die TeilnehmerInnen von Wochenende zu Wochenende untereinander aus und begannen dann, sich gegenseitig zu verschiedenen Übungen anzuleiten, was wiederum reflektiert wurde. Die TeilnehmerInnen haben im Laufe des Jahres viele verschiedene Meditationsansätze kennen- und verstehen gelernt und sich mittels der eigenen Erfahrungen und des Austausches darüber einen großen Erfahrungsschatz angelegt, mit dessen Hilfe sie ihre Patienten, Klienten, Schüler, Kollegen oder Kursteilnehmer in der Meditation kompetent begleiten können. mehr
Am Ende des Jahres tauschten sich die TeilnehmerInnen auch darüber aus, was die intensive Meditationspraxis durch das Jahr hindurch für sie selbst verändert hat. Man kann hier wohl insgesamt von einer Identitätsverlagerung sprechen, die allerdings keineswegs immer nur unkompliziert verläuft. So berichteten die TeilnehmerInnen, dass fest Gefügtes sich zu lockern begann: Gewohnheiten, emotionale Automatismen, vorgefertigte Urteilsspuren oder das unbefangene Verhältnis zum eigenen Körper begannen sich aufzulösen und benötigten eine neue Aufmerksamkeit und Führung. Was einerseits ungewohnt, sogar erschreckend sein konnte, war andererseits ein enormer Gewinn an Freiheit und Autonomie. Dieser Zugewinn wurde bereichert durch eine Steigerung der inneren Sicherheit: das Bewusstsein, genauer wahrnehmen, aus eigener Kraft urteilen zu können und den eigenen emotionalen Regungen nicht ausgeliefert zu sein, geben gerade da Halt und Orientierung, wo tragende Muster sich aufzulösen begannen. Hinzu kommt ein Vertrauen in die eigenen Einfälle und deren Eintreten zur rechten Zeit. Damit geht einher, dass die Beziehung zur Welt und zu den umgebenden Ereignissen eine dichtere wird: der Umkreis wird immer stärker als zu mir selbst gehörend erlebt. Das sich darin entwickelnde Lebensgefühl richtet sich weniger nach Planung oder Schutzbedürfnis, sondern erwächst aus der Verbundheit mit dem Umkreis – und erlebt sich gerade darin als handlungsfähig. Nicht ich handele von innen nach außen in die Welt hinein, sondern im denkenden, fühlenden und wollenden Zusammenleben mit der Welt ereignet sich Wirklichkeit, fügt sich das Schicksal und entwickelt sich das Selbst. Rudolf Steiner spricht von der Trennung von Denken, Fühlen und Wollen, die auf dem anthroposophischen Schulungsweg eintritt und die Verwandlung des leibgebundenen Selbst in ein seiner kosmischen Verbundheit bewusstes Selbst begleitet. Es war bewegend, diese Schwellensituationen gemeinsam erlebt zu haben. Ein neuer Durchgang wird im Herbst 2018 beginnen. Er wird im Zeitraum bis Dezember 2019 13 Wochenenden umfassen. Neben Anna-Katharina Dehmelt als Leitung wirken Jaap van de Weg, Thich Duc Tinh, Thomas Steininger, Harald Haas, Rudi Ballreich, Ilse Müller und Urs Pohlman mit. Genauere Informationen finden sich demnächst im Veranstaltungskalender.
Mit ähnlichen Themen, der Verwandlung des Selbst und der Wirksamkeit des Vergangenen und des Künftigen dabei beschäftigte sich im März die Tagung “Meditation und Selbsterkenntnis” in Stuttgart. Das kann man jedenfalls dem Bericht von Angelika Oldenburg im Juni-Heft der Drei entnehmen. Die nächste Tagung der Reihe, die sich nun drei Mal der Gegenüberstellung von anthroposophischer und östlicher Meditation gewidmet hat, wird vom 23. bis 25. Februar 2018 stattfinden und sich unter dem Titel “Meditation als Erkenntnisweg – die Vielfalt anthroposophischer Ansätze” ganz der anthroposophischen Meditation widmen. Dazu sind fast alle Menschen, die im deutschsprachigen Raum anthroposophische Meditation vertreten, eingeladen worden, und wenn auch nicht alle der Einladung Folge leisten konnten, so wird doch die Vielfalt anthroposophischer Ansätze auch personell anwesend sein. Man wird diese Vielfalt in Podiumsgesprächen und Workshops erleben können.
Am 12. Mai 2017 fand in Stuttgart das sechste von Christoph Hueck initiierte Kolloquium Meditationswissenschaft statt. Es widmete sich der Kundalinikraft; Andreas Neider berichtet davon im Juli-Heft der Drei. Das nächste Kolloquium am 8. Dezember 2017 wird sich den Chakren widmen. Beides sind Themen, die Rudolf Steiner aufgegriffen hat, weil sie in seiner Umgebung intensiv diskutiert wurden – und die er verwandelnd weitergeführt und über ein naives Verständnis weit hinaus geführt hat. Dies kann heute in individueller Erfahrung aufgegriffen werden, was in den Kolloquien zur Meditationswissenschaft in schöner Weise geschieht.
Im letzten Newsletter haben wir von dem Forschungsprojekt Denkbeobachtung berichtet, in dem Merijn Fagard und Wilhelm Humerez eine Anregung Steiners zu introspektiv arbeitenden psychologischen Laboratorien aufgreifen, mit der Steiner seinerseits an Franz Brentano anknüpfte. Mittlerweile haben die empirischen Untersuchungen stattgefunden und wir erwarten die Ergebnisse gespannt. Mit diesem Vorhaben korrespondierte ein Symposium an der Universität Witten-Herdecke zum 100. Todestag Franz Brentanos, das ebenfalls den Anregungen zur Introspektion als Grundlegung für eine spirituelle Psychologie gewidmet war. Davon berichtete der Deutschlandfunk in seiner Sendung “Aus Kultur- und Sozialwissenschaften” am 18.5.2017 (ab 11’59), in der die vier Referenten Harald Walach, Ulrich Weger, Martin Basfeld und Terje Sparby zu Wort kamen.
Die Grundlagenforschung zur anthroposophischen Meditation ist also rege. Aber auch auf dem Felde der Anwendung tut sich viel. Rudi Ballreich, als Grenzgänger zwischen anthroposophischer Meditation und Achtsamkeitstraining und Gesellschafter der Trigon Entwicklungsberatung in Organisationen und im Führungskräftetraining unterwegs, bündelt seine Aktivitäten unter dem Stichwort Mindful Leadership und bietet zusammen mit der Universität Witten-Herdecke Führungskräfte-Training und Ausbildung zum Führungskräfte-Trainer an. Mehr Infos gibt es unter www.Mindful-Leadership-Training.de.
Neben Videos, Audios und Berichten sind auch neue und spannende Bücher zur anthroposophischen Meditation erschienen, zum Beispiel von Hans-Christian Zehnter, Christoph Hueck, Valentin Wember, Andreas Neider oder Robin Schmidt. Mit denen machen wir Sie im nächsten Newsletter bekannt.
.