Er is zomaar weer een nieuw jaar begonnen. Terwijl het in het oude helemaal niet goed zat. Dat wil zeggen, in de tweede helft van 2018 heb ik helemaal geen bericht meer gepost. In de eerste trouwens ook niet veel, vier stuks maar, in januari, februari, maart en juni. Dat is een wel heel slechte score, ook al waren ze flink lang. En het was nog wel het jubileumjaar van Antroposofie in de pers... in mei 2018 bestond deze weblog tien jaar. Maar dat is misschien ook het probleem. Een weblog kent over het algemeen niet zo’n lange levensduur, mede wegens de technische ontwikkelingen en het veranderende medialandschap. Wat destijds een innovatie was, is tegenwoordig verouderd gereedschap. Er zijn ook zoveel andere media bijgekomen. En dan de persoonlijke en beroepsmatige omstandigheden, die blijven in tien jaar tijd ook niet dezelfde.
Ik heb deze weblog in 2008 opgezet als een echt leesweblog, waarop veel te lezen stond. Waarmee het een soort archief is geworden, als een kroniek. Maar tegenwoordig mag je bijna niets meer zomaar en ongestraft overnemen, wat overigens maar al te zeer terecht is. Ook het ‘antroposofisch landschap’ is in deze periode ingrijpend gewijzigd. Veel grote antroposofische instellingen bestaan niet meer en de media berichten zonder problemen over antroposofische zaken, organisaties, initiatieven en personen. Ikzelf begeef me veel meer en persoonlijker op Facebook (niet op Twitter trouwens en wat dies meer zij), omdat dit omstreden medium veel handiger en sneller is dan een weblog. Bovendien neem ik daar ook niet zo’n eng omschreven positie in, maar vertegenwoordig vooral mezelf. Die bijzondere positie en functie inzake antroposofie vervul ik meer bij mijn tegenwoordige professionele werkzaamheden. De producten die deze werkzaamheden opleveren, hoef ik hier niet allemaal te herhalen, wat de laatste keren standaard praktijk werd.
Nou ja, hoe dan ook kan ik deze weblog beter sluiten en geen nieuw jaar meer beginnen. Dan blijft die nu alleen maar bestaan als een kroniek van de afgelopen tien jaar, waarin het nodige valt na te lezen. Want het helemaal weghalen vind ik weer zonde. En met iets dat zonde is wil ik geen nieuw jaar beginnen. Nu weet u tenminste dat u er rekening mee moet houden dat dit hier mijn laatste woorden zijn.