Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

donderdag 14 februari 2013

Keulen


Op de weblog ‘Bernard Lievegoed. Werkplaats voor monografieën over Bernard Lievegoed’ staat sinds een week de vraag ‘Waarom eigenlijk?’ bovenaan. Het betreft een brief van Jelle van der Meulen, aan mij gericht, die daarom begint met:
‘Beste Michel,

Waarom willen wij ons met Bernard Lievegoed bezighouden? Ons laatste gesprek in mijn woonplaats Keulen maakte weer eens duidelijk dat deze vraag niet zo gemakkelijk te beantwoorden is. We hebben daarom besloten dat we op deze weblog in de vorm van een briefwisseling tussen jou en mij proberen er een antwoord op te vinden. En ja, we hebben de wens uitgesproken dat ook anderen zich hier in de discussie mengen.

Waarom wil ik mij met Lievegoed bezighouden? Voor mij persoonlijk staat mijn huidige relatie tot Bernard Lievegoed en diens werk in het licht van unfinished business. Ik bedoel daar niets negatiefs mee, ook niet speciaal iets positiefs, ik wil ermee zeggen dat ik mij met een raadsel geconfronteerd weet, dat ik graag opgehelderd zou hebben. Zoals jou bekend is, heb ik pas in de laatste jaren van diens leven intensiever met Lievegoed te maken gekregen. Het begon met het schrijven van het boekje Het oog van de naald, dat is gebaseerd op een gesprek van drie dagen met Lievegoed over diens leven en diens zienswijzen. Dit boekje is op mijn initiatief ontstaan. Dan volgde een paar jaren later het verzoek van Lievegoed hem te helpen met het schrijven van Over de redding van de ziel, dat hij mij op zijn ziekbed dicteerde. Hij stierf voordat het in 1993 verscheen.

Lievegoed bewoog de vraag waarom de antroposofie zich in een maatschappelijk isolement bevond. In Over de redding van de ziel poogde hij duidelijk te maken dat dit maatschappelijke isolement een spirituele oorzaak heeft. Hij meende dat de antroposofische beweging in engere zin, zoals zij zich in de samenleving manifesteerde, zich onvoldoende bewust was van de relatie tot twee andere “geestesstromingen”, die van de impuls van Christian Rosenkreutz en die van het Manicheïsme. Wat die beide stromingen betekenen, wordt in genoemd boekje uitvoerig beschreven.

Ik moet bekennen dat het jaren heeft geduurd voordat ik begreep wat hij eigenlijk wilde zeggen. Toen het boekje verscheen kwamen uit heel Europa vragen op mij af, ik schat dat ik in de loop der jaren tenminste honderd keer een voordracht of een seminaar heb gehouden. En steeds ging het daarbij om dezelfde vraag: Hoe het werk van Rudolf Steiner te begrijpen in relatie tot beide genoemde geestesstromingen? Al heel snel werd mij duidelijk dat de maatschappelijk gevestigde antroposofische instellingen door de bank genomen maar weinig belangstelling hadden voor de kijk van Lievegoed, ik bespeurde eerder een soort van verlegenheid, alsof de verantwoordelijken in de instellingen ermee in hun maag zaten. Grote belangstelling ervoer ik daarentegen bij mensen die met de antroposofie bezig waren, maar in hun leven geen aansluiting tot de antroposofische beweging hadden kunnen vinden. Op een bijeenkomst in Bad Gandersheim in Duitsland zei een vriend treffend: “Hier vergadert het verborgen deel van de Antroposofische Vereniging”.

Aan Over de redding van de ziel kleven een paar mankementen, ik heb daarover in mijn boek Om gegronde redenen indertijd geschreven. Het kunnen echter niet die mankementen zijn, die de receptie van het boek hebben bepaald. Ik geloof dat de waarheid ligt in het feit dat Lievegoed met zijn laatste boek iets onder woorden brengt, dat inderdaad een diepe verlegenheid wekt, die te maken heeft met de schaduwzijden van de antroposofische beweging. Opmerkelijk is dat uitgerekend de mensen die geen aansluiting tot die beweging hebben kunnen vinden en een scherp oog hebben voor de schaduwzijden ervan, zich door Lievegoed aangesproken voelen. Tot de dag van vandaag ontmoet ik steeds weer mensen die bekennen, zich door diens beschrijvingen “opgetild” of “gezien” of “gesterkt” te voelen.

Ik zou graag de daverende stilte rond Over de redding van de ziel willen doorbreken, weet echter niet goed hoe dit te doen. Hiermee hangt nog het volgende samen. Door de inhoud van Over de redding van de ziel ben ik gaandeweg met andere ogen naar leven en werk van Bernard Lievegoed gaan kijken. Ik meen in zijn thema’s en in zijn aanpak een “manicheïstische” ductus gevonden te hebben, die reeds in zijn proefschrift aarzelend zichtbaar is en in zijn arbeidsleven steeds sterker kenbaar wordt, echter nooit expliciet wordt benoemd. Als ik over de “impuls” van Bernard Lievegoed nadenk, kom ik tot de volgende formulering: Bernard Lievegoed wilde de wekroep van Mani met de middelen van de antroposofie in het centrum van zijn handelen plaatsen. Als hij sprak over “een cultuur van het hart”, had hij dit in gedachten. Of hij een manicheeër was, weet ik niet, wel weet ik dat hij zich als antroposoof op de impuls van het manicheïsme oriënteerde. In een monografie over Lievegoed zou ik dit gegeven als uitgangspunt willen nemen.

Met hartelijke groeten uit Keulen,
Jelle van der Meulen’
Vandaag zijn er aan deze weblog twee (lange) pagina’s toegevoegd:
De twaalf impulsen van Bernard Lievegoed
Door prof. mr. Hans Wessel, voorzitter van de Stichting Parsifal Fonds
Bijdrage op de bijeenkomst te Zeist op 4 februari 2013 van de Sectie voor Sociale Wetenschappen van de Antroposofische Vereniging

Bernard Lievegoed
Door dr. Hugo S. Verbrugh
Lemma “Bernard Lievegoed”, opgenomen in Kritisch Denkers Lexicon 1990’
Van Jan Diek van Mansvelt kreeg ik onlangs een tekst in handen gespeeld, die ik hier op ‘Antroposofie in de pers’ mocht plaatsen. Het is vorig jaar door hem geschreven en betiteld met ‘Zicht op de Antroposofische Vereniging – AViN in zicht’ (met die mysterieuze afkorting AViN wordt Antroposofische Vereniging in Nederland bedoeld). De tekst gaat als volgt:
‘1 Voor wie is de Antroposofische Vereniging bedoeld?

Voor iedereen die wel iets zinnigs ziet in
– de vrijescholengemeenschappen,
– de biodynamische landbouw,
– de antroposofische geneeskunde en therapeutica,
– meditatie, geestelijke scholing en spirituele ontwikkeling,
– het verleggen van grenzen in wetenschap en samenleving,
– het verdiepen van kennis en levenswijsheid,
– gelijke rechten voor iedereen
– eerlijke en duurzame bevrediging van ieders levensbehoeften
– verheffende vernieuwing van alle kunstvormen
– ontwikkeling van nieuwe kunstvormen
– geestwetenschappelijk onderzoek
– voortgaande zelfkennis
– en zo meer.

Voor iedereen die mensen die met een of meer van bovenstaande thema’s bezig zijn wil leren kennen
– door zich in de genoemde gebieden te oriënteren en mensen die zo bezig zijn te leren kennen
– door vakgenoten die op de genoemde vak gebieden bezig zijn te leren kennen en te horen hoe en waarom ze zo bezig zijn
– door mensen die in hun buurt zo bezig zijn nader te leren kennen, als stadsgenoten, dorpsgenoten of buutgenoten
– mensen te leren kennen die je in antroposofisch geïnspireerde vakgebieden tegenkomt: die hun kinderen op dezelfde school hebben, die bij het zelfde therapeuticum komen, die hun groenten, fruit of kaas bij de zelfde boer halen, bij de zelfde expositieruimte exposeren, die de zelfde cursus volgen.

In het hele bovenstaande traject ben je niet meer en niet minder dan belangstellend. Niemand, ook zij zelf, verwacht iets van je. Iemand die je meteen al antroposoof noemt omdat je een kijkje neemt bij antroposofen is als iemand die je musicus noemt omdat je naar een concert gaat, of vegetariër omdat je een dag geen vlees eet.

2 Wat is de grote ontdekking die je als lid van de Antroposofische Vereniging doet?

Op welke manier en in welk gebied je antroposofie ook tegenkomt, altijd zul je ontdekken dat het uiteindelijk op jouw innerlijke ontwikkeling aankomt. Een confronterende uitdaging. Je merkt dan antroposofie in essentie een spirituele, geesteswetenschappelijke ontwikkelingsweg is. Antroposofie is geesteswetenschap. In de geesteswetenschap onderzoeken en ontwikkelen we onze spirituele kenvermogens in denken, voelen en handelen. We breiden daarmee het onderzoeksveld uit van de uiterlijke wereld buiten ons naar de innerlijke wereld in ons. Wat en hoe zien we, horen we, voelen we aan, beweegt ons doen en laten?

3 Wat is het ultieme doel van de Antroposofische Vereniging?

Het ultieme doel van de Antroposofische Vereniging is het ondersteunen van de Hogeschool voor Geesteswetenschappen, waaruit alle werkgebieden hun inspiratie putten. Die Hogeschool is dus overal waar mensen hun spirituele kenvermogens gericht en bewust in ontwikkeling nemen. Het antroposofische mensbeeld, naar lichaam, ziel en geest, in al haar nuances en verscheidenheid, is daarbij een hulpmiddel. De uitdaging om je van je eigen uitgangspunten, beweegredenen, motieven in intenties bewust te worden is daarbij niet gering. Aan de collegae die alles anders zien en beleven dan jij kun je leren anders en verder te kijken dan je gewend bent. Stap voor stap kun je zo je oude werkelijkheid omvormen in een nieuwe, die hier en nu beter bij je past. Door opeenvolgende transities blijf je in ontwikkeling zolang je leeft, en ook daarna nog.

4 De Hogeschool voor Geesteswetenschappen

Als je voelt dat je de geestelijke vermogens waarover je beschikt gericht verder wil ontwikkelen, en als je daarvoor in de antroposofische beweging aanknopingspunten en inspiratie vind, kun je lid worden van de Hogeschool voor Geesteswetenschappen: de inspiratiebron van de Antroposofische Vereniging.

Die Hogeschool kent zowel een algemene sectie als alle mogelijke vaksecties. Gezondheidszorg en pedagogie hebben net als landbouw daarbij een lange traditie, anderen zijn minder ver of nauwelijks ontwikkeld. De voortdurende uitdaging in die Hogeschool is om de traditie als basis voor verdere ontwikkeling te nemen en niet als rem – een welbekend fenomeen in de universitaire wereld.

Naast ruimte voor alle mogelijke vakgebieden geeft de Hogeschool voor Geesteswetenschappen ook ruimte voor heel verschillende benaderingen van de geestelijke dimensies van ons bestaan als mens op aarde. Juist uit het gesprek tussen onderzoekers die elk hun eigen weg gaan ontwikkelt de kennis van het vakgebied zich telkens weer verder en dieper. De basis die Rudolf Steiner gelegd heeft voor de ontwikkeling van de Hogeschool voor Geesteswetenschap is wat hem betreft niet mee dan een basis. Hoe leerrijk die basis vandaag de dag voor velen van ons ook moge zijn.

Studenten van de Hogeschool voor Geesteswetenschappen vertegenwoordigen de antroposofie in de samenleving, al dan niet een vakgebieden zoals bij 1 genoemd. Zij vertegenwoordigen, in alle nodige bescheidenheid, de antroposofie in de samenleving, die hun intens betrokken interesse heeft.

5 De Antroposofische Vereniging en de Hogeschool voor Geesteswetenschappen

In de Antroposofische Vereniging wordt een platte organisatie nagestreefd, waarin groepen op thematische en plaatselijke basis de basis vormen. Via een verenigingsblad kunnen de leden elkaar van elkanders activiteiten op de hoogte houden. Uiteraard kunnen diverse groepen dan wel leden uit diverse groepen naar believen samen bijeenkomsten organiseren over thema’s die hen goeddunken. De vereniging functioneert zoveel mogelijk democratisch.

In de Hogeschool voor Geesteswetenschappen zoeken en onderhouden onderzoekers de door hen gewenste samenwerkingsverbanden. Zij wijzen uit hun midden onderzoeksleiders aan die voor bepaalde perioden leiding geven aan het onderzoek en aan de uitwisseling met vakgenoten en onderzoekers van aanpalende dan wel aanvullende onderzoeksgebieden. De Hogeschool wordt zoveel mogelijk op basis van eminentie geleid, zonder dat daarmee afbreuk gedaan wordt aan de diversiteit van gezichtspunten en werkwijzen.

Alle gebieden waarin antroposofen en mensen die in antroposofie geïnteresseerd zijn werken kunnen zich met onderzoeksvragen aan onderzoekers uit de Hogeschool voor Geesteswetenschappen wenden. Hen zal gevraagd worden op de een of andere manier aan de financiering van het onderzoek bij te dragen.

Onderzoek van de Hogeschool voor Geesteswetenschappen zal in passende tijdschriften gepubliceerd worden. Die kunnen daarvoor gezocht dan wel opgericht worden.

Het gesprek met vertegenwoordigers van andere geestesstromingen hoort zeker tot de taak van de Hogeschool voor Geesteswetenschappen. Vergelijkend onderzoek naar elkanders premissen, methoden en resultaten hoort daar zeker bij.’
Iets heel anders. Op 13 en 20 januari had ik het in ‘Catechismus’ en ‘Halve maan’ over het ‘groene geloof’. Hier komt op 6 maart in Antropia een vervolg op, met het debat ‘Is duurzaamheid een nieuwe religie?’
‘Is duurzaamheid een nieuwe religie? Volgens Trouw-journalisten Wilfred van de Poll en Lodewijk Dros heeft het er alle schijn van. In januari publiceerden zij in Trouw een artikel getiteld “Kleine catechismus van het groene geloof” waarin ze betogen dat er sprake is van een nieuw soort evangelie. De duurzame 100 van Trouw zouden de profeten van deze “aarde-religie” zijn.

Het stuk riep direct heftige reacties op. Welk punt wilden de auteurs met dit stuk maken? Hoezo groen geloof? En wat dan nog? Hoe noodzakelijk is geloof om tot groene daden te komen?

Nog in dezelfde krant sprak Jaffe Vink zich stevig uit tégen de groene religie, terwijl hoofdredacteur Willem Schoonen dit idee juist omarmde. Ook columnist Sylvain Ephimenco mengde zich in de discussie. Sindsdien hebben “duurzame prominenten” zoals Klaas van Egmond en Herman Wijffels zich uitgesproken over dit onderwerp en is er zowel in Trouw als op het internet een levendige discussie gaande.

Alle reden voor Antropia en Trouw om voor- en tegenstanders van het “groene geloof” bijeen te brengen voor een enerverende discussieavond. Op 6 maart gaan o.a. Klaas van Egmond, Sylvain Ephimenco en Willem Schoonen samen met de schrijvers van de “catechismus” en het publiek in debat. Presentatie is in handen van Lex Bohlmeijer.

Heeft u ook een mening over “het groene geloof”? Kom dan op 6 maart naar Antropia en praat mee!

Datum en tijd:
6 maart, 19:30-21:30 u, inloop vanaf 19:00 u

Locatie:
Antropia, Cultuur- en Congrescentrum
Hoofdstraat 8
3972 LA Driebergen
T 0343 531818
www.antropia.nl

Entree:
€ 17,50 normaal
€ 12,50 speciaal tarief voor Trouw-lezers

Kaarten reserveren
Kijk op www.antropia.nl of bel 0343 531818

EXTRA: Voorafgaand aan het debat kunt u in het restaurant van Antropia gebruik maken van het uitgebreide biologische diner-buffet. Kosten € 25,- p.p. inclusief drankje. Als u hiervan gebruik wilt maken kunt u dat aangeven op het inschrijfformulier. Het buffet is geopend tussen 18:00 u en 19:00 u.’
Op de website van Antropia is zelfs een inschrijfformulier te vinden: ‘Via het inschrijfformulier kunt u zich aanmelden.’ – De titel hierboven is weliswaar ‘Keulen’, maar had misschien ook wel ‘Driebergen’ kunnen luiden. Want wat denkt u van het laatste nieuws uit de Heuvelrug Nieuwspost? Maar eerst dit filmpje, dat zegt al een heleboel. Het heet ‘Nieuw station Driebergen-Zeist’ en werd al ‘Geupload op 16 dec 2011’:
‘Driebergen-Zeist krijgt een nieuw station en het gebied eromheen wordt ingrijpend verbeterd. Het stationsgebied van Driebergen-Zeist wordt een compacte OV-knoop, die veilig is en waar al het verkeer goed doorstroomt. Het aantal sporen bij het station wordt uitgebreid naar vier en de N225 kruist straks het spoor met een tunnel. In 2019 heeft Driebergen-Zeist een mooi, veilig en gebruiksvriendelijk stationsgebied dat ingericht is op de toekomst.’

En dan nu ‘Ook pannenkoekenhuis in verzet tegen stationsplan’ uit de Heuvelrug Nieuwspost van gisteren:
‘Achtendertig officiele zienswijzen zijn er binnengekomen, tegen de geplande nieuwe infrastructuur rond het NS-Station Driebergen-Zeist. Daarbij ook het pannenkoekenrestaurant. “Zo kan ik het bedrijf onmogelijk voortzetten.”

Zeist ontving achttien “zienswijzen”, Heuvelrug twintig, tegen de plannen voor een nieuwe infrastructuur rond het station, dat zich over het grondgebied van beide gemeenten uitstrekt. Belangrijkste onderdeel van die plannen is de ondertunneling van het spoor, waarbij de weg wordt verbreed naar vijf, soms zelfs zes rijbanen, met daarnaast nog eens verbrede, hier en daar verhoogde fietspaden (bekijk het slicke filmpje). Dat gaat ten koste van verschillende aanwonenden, die door onteigening een paar meter grond verliezen, maar ook toegangswegen geblokkeerd zien.

Zo dreigt pannenkoekenrestaurant Princenhof door de plannen een aantal meters aan voor- en zijkant van hun pand te verliezen. Bovendien komt de voorgevel dusdanig dichtbij de weg dat die niet langer als voordeur gebruikt kan worden. “Met deze plannen zoals ze nu bij ons bekend zijn kunnen we ons bedrijf onmogelijk voortzetten,” aldus de eigenaar in zijn zienswijze.

Ook de landgoederen aan weerszijden van de weg verliezen hun opritten vanaf de Hoofdstraat, of andere toegangswegen. Landgoed Reehorst – inmiddels in bezit van Triodosbank – heeft tegen het vervallen van deze toegangswegen een zienswijze ingediend. Hetzelfde deed landgoed Bornia, een landgoed dat nog altijd in particulier bezit is. Bornia wil graag haar eeuwenoude oprit naar de Buitenplaats behouden, en vreest verder voor verdroging van de bomen op het landgoed. Dat laatste is ook een van de belangrijkste bezwaren van de regionale natuurverenigingen, die een aantal zienswijzen hebben ingediend omdat de plannen te gemakkelijk aan de belangen van flora en fauna voorbij zouden gaan.

Ook de bewoners van de woningen langs de Odijkerweg dienden collectief een flink aantal zienswijzen in tegen de aantasting van hun woongenot. Verder claimt autobedrijf Bochane vanwege de plannen een flink verlies, omdat het twintig parkeerplaatsen verliest en de Odijkerweg een doodlopend weggetje wordt.

Eerder al kwam kantoorexploitant Lisman in verzet tegen de plannen, waarbij hun gebouw waar nu Staatsbosbeheer kantoor houdt moet sneuvelen, omdat de grond eronder nodig is voor een busstation. Lisman betoogde in het najaar nog dat een compacter busstation ook mogelijk is, zodat het kantoorgebouw gespaard kan blijven. Aangenomen wordt echter dat de plannen – waaraan al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw getekend wordt – procedureel zo gezekerd zijn dat een rechter de bezwaren slechts minimaal zal toekennen.

Tot slot is er de zienswijze van modehuis McGregor, dat ook vreest dat de toegang tot het hoofdkantoor vanaf de Hoofdstraat tezeer geweld wordt aangedaan. De oprit van McGregor wordt in de huidige plannen een afgeleide van een nieuw kruispunt met verkeerslichten, dat even voorbij het viaduct de toegang tot hockeyclub Shinty moet gaan regelen, en Mc Gregor is daar niet blij mee.

Forensen richting Zeist krijgen mogelijk met nog een extra stoplicht te maken. Afgelopen week maakte Zeist bekend dat het overweegt de kruising Hoofdstraat/Bunzinglaan/Heideweg – met de afslag richting Kerckebosch – van een verkeerslichtinstallatie te voorzien.’
Een heel ander probleem signaleerde Ramon Brüll vandaag in zijn column bij Medienstelle Anthroposophie (zijn vorige had ik op zondag 10 februari in ‘Tirannie’ opgenomen), hij blijkt er in dit nieuwe jaar al vijf geschreven te hebben onder de passende titel ‘Gut gebrüllt’! Die andere drie ga ik misschien ook nog wel een keer overnemen. Deze is getiteld ‘Vom Einkaufsverhalten’:
‘Bonn. Eltern der Freien Waldorfschule haben sich etwas Pfiffiges zur Finanzierung einfallen lassen. Das ist gut, denn die Schule braucht dringend Geld. Auf der Webseite des Fördervereins wird vorgeschlagen, bei Online-Bestellungen einem Link zu Amazon zu folgen.

Dann bekomme der Besteller Bücher versandkostenfrei und der Förderverein eine Provision (“Werbekostenerstattung”) in Höhe von mindestens fünf Prozent des Nettoeinkaufswertes. Diese fließen der Schule automatisch zu; man braucht nichts weiter zu unternehmen –. Reingewinn für die Schule also. Und ein Mehrwert für den Buchkäufer, tut er doch mit seiner Bestellung auch noch etwas Gutes.

Bonn, Paulusplatz. Ein junger Buchhändler hat eine alteingesessene Buchhandlung übernommen und baut diese mit viel Engagement aus. Schwerpunkte sind Belletristik sowie Anthroposophie und Waldorfpädagogik. Eine gute Verbindung, die bei den Kunden im Stadtviertel ankommt. Die Waldorfschule ist nicht weit weg. Die Buchhandlung schafft Verbindung zwischen den Welten, die am Platz versammelt sind. Noch ist die Buchhandlung im Aufbau, es kommt auf jeden Kunden an. Wenn Kunden, zum Beispiel Waldorfschuleltern, für hundert Euro Bücher kaufen, bleiben davon (nach Abzug des Einkaufswertes und der Mehrwertsteuer) mindestens 32,70 Euro für den Buchhändler und seine Mitarbeiterinnen übrig. Notwendiges Geld, um die Kosten zu decken und die Einkommen zu bezahlen.

Ortswechsel: Frankfurt am Main, Sitz des Börsenvereins des Deutschen Buchhandels, des Branchenverbandes also. Der Buchhandel hat in Deutschland eine ehrwürdige Tradition, deren Ehrenkodex seit 2002 Gesetz ist: Neue Bücher kosten in Deutschland überall gleich viel. Das Buchpreisbindungsgesetz verbietet ausdrücklich Rabatte, Zugaben, etc. Aufgrund dieses Gesetzes wurde schon mal die Praxis einer Münchner Versandbuchhandlung untersagt, die bundesweit Kunden mit dem Versprechen warb, fünf Prozent des Einkaufswertes an eine anthroposophische Einrichtung nach Wahl der Kunden zu spenden. Das käme einem Rabatt gleich, auch wenn dieser einem Dritten zugute komme. Bei Amazon handelt es sich jedoch um eine Provision, nicht um eine Spende. Außerdem ist dem Unternehmen nicht gut beizukommen. Firmensitz ist Luxemburg; es gilt EU-Recht. Nach Einschätzung des Börsenvereins bewegen sich die Bonner Waldorfschule und der Luxemburger Versandhandel in einer rechtlichen Grauzone.

Zeitwechsel: Wir leben im Jahre 2033. In den letzten zwanzig Jahren sind weit über fünfzig Prozent der Sortimentsbuchhandlungen eingegangen. In kleineren Städten findet man noch Schundliteratur in den Tankstellen und Supermärkten; in den größeren ein nur etwas breiteres Bestseller- und Krimi-Sortiment bei Buchhandelsketten. Hochwertige Literatur und Fachbücher sind, wenn überhaupt, nur noch über den Versandhandel erhältlich. Die Tourismusämter der Großstädte weisen nicht ohne Stolz darauf hin, wenn es in der Altstadt eine Buchhandlung gibt, wo man stöbern und sich beraten lassen kann. Es gibt in Deutschland noch eine Handvoll Buchhandlungen, die ein Fachsortiment Anthroposophie führen, aber auch das fällt mager aus. Die anthroposophischen Verlage schlagen sich mit Koch- und Bilderbüchern in allen Preisklassen sowie mit Ratgebern durch. Für das Thema Waldorfpädagogik zum Beispiel gibt es weder einen Markt noch Autoren. Das Kultusministerium bemängelt den Bildungsstand der Bevölkerung; die letzte Pisa-Studie hat festgestellt, dass etwa zwanzig Prozent der Schulabgänger einen zusammenhängenden Satz von mehr als zehn Wörtern nicht verstehen kann. Es droht Anarchie; man munkelt, dass nach den Politikern auch die meistern Juristen Gesetzestexte nicht mehr verstehen können. Wichtige Stellen in den Gerichten, bei der Staatsanwaltschaft und den Kanzleien können mangels geeigneter Bewerber nicht besetzt werden. Die Polizistenausbildung fängt mit einem Semester Leseförderung an.

Liebe Waldorfeltern, kommen wir zurück auf den Boden der Tatsachen! Ich will Ihnen weder zu nahe treten, noch eine Moralpredigt halten. Wenn Ihnen der Anstrich des Klassenzimmers näher liegt als die Sorge, ob Ihre Enkel noch Goethe, Schiller, J. K. Rowling oder das BGB werden lesen können, ist das nur allzu verständlich. Sie wollen ja das Beste für Ihr Kind. Kaufen Sie bei Amazon! Je mehr, umso besser. Dann reicht die Provision auch noch für den zweiten Anstrich. Falls Sie jedoch zu der besonderen Spezies gehören, die über den Schulhof und das letzte Kalenderblatt dieses Jahres hinaus denken, den viel gepriesenen Wandel möglicherweise auch ein bisschen für die Kultur der Zukunft – neben der Ihres eigenen Wohlbefindens – einsetzen wollen, dann lohnt es sich, einmal über die Konsequenzen nachzudenken. Ich stelle Ihnen für den Fall, dass Sie neben der denkbar besten Bildung für Ihr Kind auch die denkbar beste Entwicklung des Bildungswesens überhaupt wünschen anheim, den Farbtopf für den Klassenraum selbst (und zwar beim Fachgeschäft) und die Bücher beim Buchhändler zu kaufen. Durch ihn wird gewährleistet, dass wir auch nach zwanzig Jahren noch über die Mittel verfügen (ob gedruckt oder elektronisch sei dahingestellt), die Kulturtechnik des Lesens und Schreibens nicht nur für den Informationstransfer, sondern auch für den des Geistes einsetzen können.

Ob das gelingt, ist eine sachliche Frage, keine moralische. Wir haben hier in Frankfurt in dieser Woche, nach nur zwölf Jahren ihrer Existenz, eine anthroposophische Fachbuchhandlung aus wirtschaftlichen Gründen auflösen müssen. Ein Blick in den Lieferwagen des Paketzustellers reicht um festzustellen, wie viele Empfänger sich hier im Ortsteil regelmäßig von Amazon beliefern lassen. Ein Großteil von ihnen stand zuletzt im Laden, holte sich die letzten Schnäppchen und bedauerte, wie schade es doch sei, dass die Buchhandlung geschlossen werden müsse – sie sei so anregend schön gewesen.

Rechenbeispiel:

Durchschnittlich wurden 2010 pro Kopf in Deutschland ca. € 117 für Bücher ausgegeben, ohne MwSt. gerechnet € 109. Bildungsferne Familien eingeschlossen. Für eine durchschnittliche, vierköpfige Waldorffamilie kann man daher wohl von mindestens € 800 im Jahr ausgehen, 200 Waldorffamilien kaufen somit im Jahr für etwa € 160.000 Bücher. Amazon würde 5 Prozent, das sind € 8.000 vergüten, gut für z.B. einen strapazierfähigen Bodenbelag in einem Klassenzimmer. Eine Buchhandlung würde ca. 35 Prozent Handelsspanne, das sind € 56.000,, daran verdienen, gut für mindestens ein Jahresgehalt und die Ladenmiete zusammen. Im einen Fall geht es um Ästhetik, im anderen um die Existenz.’
Vijf dagen geleden informeerde penningmeester Justus Wittich van de Algemene Antropososofische Vereniging over ‘Bausanierung: Freigabe der Mittel für sicherheitsrelevante Bereiche’:
‘Im Nachrichtenblatt für die Mitglieder vom 9. Februar 2013 informiert Justus Wittich, Schatzmeister am Goetheanum, von der Bauentscheidung über knapp 10 Millionen Franken.

Als am 7. Januar 2013 im Goetheanum der kleine Beraterkreis des Schatzmeisters ganztägig zusammentrat, konnte Walter Laubi aus der Finanzabteilung den gesicherten Spendeneingang von 5,1 Millionen Franken für das Bauvorhaben mitteilen. Bei einer gesamten Bausumme von 13,5 Millionen Franken war das intern gesetzte Ziel, bis zur ersten Auftragserteilung sicher ein Drittel des Geldes bereits beisammen zu haben (4,5 Millionen Franken), sogar übertroffen worden. Dank der Rücklage aus 2011, einer großen Einzelspende aus der Schweiz und gut 1,6 Millionen Franken an kleinen und großen Spenden sowie zahlreichen Baubriefen konnte dem Vorstand empfohlen werden, die Bauaufträge für die Bühnenkonstruktion und den zu ergänzenden norwegischen Dachschiefer nun zu erteilen.

Der Vorstand folgte nach Einbeziehung der Goetheanum-Leitung und der Generalsekretäre der Anthroposophischen Gesellschaften in Europa eine Woche später dieser Empfehlung, die zunächst alle sicherheitsrelevanten Bauarbeiten für den Zeitraum 1. Oktober 2013 bis Michaeli 2014 in einem Volumen von knapp 10 Millionen Franken umfasst. Dazu gehören die Ober- und Untermaschinerie der Bühne (7,8 Millionen Franken), die Dach- und Betonsanierung im Süden und Westen (1,9 Millionen Franken) und ein Anstrich des stark in Mitleidenschaft genommenen Sockels. Die Dach- und Betonsanierung im Norden sollte aus baulichen Gründen ein Jahr später erfolgen, ebenso die Sanierung der Terrasse.

Noch keine Freigabe hat es für die zusätzlichen Einbauten und die Umgestaltung des Gruppenraums sowie den Orchestergraben gegeben. Beim Orchestergraben wird es zu einer Sonderfinanzierungsaktion bis zum Herbst kommen, um dabei einen speziellen Freundeskreis zu gewinnen. Bei allen Gestaltungsfragen hat es darüber hinaus im Vorfeld noch zahlreiche Hinweise und Einwände sowie zwei Petitionen gegeben, die von der Bau-Administration untersucht und nach Möglichkeit eingearbeitet werden – bevor genauere Entwürfe auf der Generalversammlung und im Nachrichtenblatt für Mitglieder "Anthroposophie weltweit" präsentiert werden können.’
Info3 informeerde vandaag over de tentoonstelling ‘Alchemie des Alltags auf Italienisch’:
‘Rudolf Steiner-Ausstellung gastiert in Rovereto

Am Freitag, dem 8. Februar 2013 wurde die Ausstellung: “Rudolf Steiner – Die Alchemie des Alltags” in Rovereto (Trient/Italien) eröffnet. Nach Wolfsburg, Stuttgart, Wien und Weil am Rhein ist das MART Museum damit die fünfte Station auf der Europareise der überaus erfolgreichen Schau, die im Vorfeld des Steiner-Jubiläumsjahres 2011 konzipiert wurde.

Schlicht, aber eindrucksvoll wird sie im MART in weißen Räumen, ausgestattet mit Spiegelpodesten und Vitrinen, präsentiert. Drei weiße Kuben unterteilen eine große Ausstellungshalle. Der eine – in kräftigem Rot gehalten – beherbergt Luzifer, Ahriman und die Mysteriendramen, der andere zeigt – mystisch beleuchtet – die Gesamtausgabe und ein Modell des Menschheitsrepräsentanten. Der dritte umschließt das große Modell des zweiten Goetheanum: organischer Baustil im Quadrat. Stimmungsvoll dreht sich im gelben Licht ein großes Oloid und wirft seinen bewegten Schatten an die Wand.

Das Rahmenprogramm, welches die Ausstellung bis Anfang Juni begleiten wird, wurde maßgeblich von der Anthroposophischen Gesellschaft Italiens konzipiert.

Rudolf Steiner – L’alchimia del quotidiano
MART, Rovereto
8. Februar bis 2. Juni 2013
mehr Information (auf Italienisch)
Dus wie niet wil wachten totdat deze tentoonstelling in september de Kunsthal in Rotterdam aandoet, zal naar Italië moeten afreizen. Bij Stichting Demeter vond ik dit bericht ‘Wat vinden klanten van Demeter?’
‘In opdracht van Demeter heeft Gusta ter Veen een film gemaakt in de Groene Winkel van Rudi Gerding en Astrid Weidmann in Zeist. Klanten werden bevraagd over wat hun motivatie is om in deze winkel boodschappen te doen, wat ze weten van keurmerken en of ze het Demeter keurmerk kennen en zo ja wat ze er over kunnen vertellen. Dit filmpje werd speciaal gemaakt voor een workshop op de BioVak. Opvallend is hoeveel klanten Demeter kennen en positief waarderen, terwijl er geen enkele selectie heeft plaatsgevonden voor de interviews. Dezelfde avond na de workshop werden Rudi en Astrid verkozen tot beste natuurvoedingswinkel van Nederland. En juist deze winkel is heel actief met Demeter. En blijkt Rudi Gerding nu ook nog bestuurslid te zijn bij stichting Demeter en na te willen denken over een speciale Demeter week. Hieronder link naar het filmpje!

http://www.youtube.com/watch?v=IV3llZzdptw&feature=youtu.be
Ze hebben blijkbaar nog niet ontdekt hoe ze zo’n filmpje kunnen ‘embedden’... De Facebookpagina van ‘Stichting Vrijescholen Athena’ kwam vandaag met dit bericht:
‘Claudy Jongstra (www.claudyjongstra.com) en haar team ontwerpen voor Basisschool De Stroeten een aantal prachtige, wollen muur- en vloerkleden. Deze kleden zorgen ook voor een betere geluidsisolatie in de lokalen en andere ruimtes.

Gisteren is op deze vrijeschool te Emmen het eerste vloerkleed gepresenteerd voor in de grote zaal. Ziet er schitterend uit! Een heerlijke plek voor leerlingen om te zitten. In april volgt de rest!’
Op 8 februari berichtte dezelfde ‘Stichting Vrijescholen Athena’:
‘De besturen van Vrijeschool De Es uit Assen en Stichting Vrijescholen Athena hebben een intentieverklaring tot fusie getekend! Als de verschillende geledingen (ouders/MR/GMR/RvT etc) instemmen, kan De Es op 1 januari 2014 tot Athena toetreden.’
Uit Hoorn komt dit bericht over het ‘Parcival College Hoorn’:
‘Onderweg naar het Parcival College Hoorn,

Al een aantal jaren loop ik met de gedachte, een fijne, kleinschalige en kunstzinnige school voor voortgezet onderwijs te starten. Geen “leerfabriek”, maar een school waarin elke leraar elke leerling kent. Een school zo als Rudolf Steiner het bedoelde.

In juni zijn we enthousiast van start gegaan met de directeur van de West-Friese vrije basisschool Parcival en een klasseleerkracht. Samen met twee andere ouders zijn we nu sinds september bezig, gesprekken voeren, wetten lezen, plannen maken, een flyer ontwikkelen etc. Er is inmiddels een website en een facebook pagina. De voorzitter van het bestuur van stichting Vrije Scholen Noord Holland is ook betrokken bij ons initiatief. Dit alles zorgt ervoor dat we vol hoop en moed aan deze weg zijn begonnen.

Kirsten van Herwaarden-Daubner
Voorzitter Stichting Parcival College Hoorn’
‘Deze enquête onderzoekt de haalbaarheid van een school voor voortgezet onderwijs (VMBO-T, HAVO & VWO) op antroposofische grondslag in Hoorn. Als ouders zijn wij in samenwerking met docenten en directie van de West Friese vrije school Parcival (basisschool in Hoorn) een ouder initiatief gestart genaamd: Parcival College Hoorn. Het initiatief voor deze school is gestart in 2012 en hoopt in september 2014 zijn eerste schooldag te beleven in Hoorn. Met deze enquête willen wij graag een indicatie krijgen of en hoeveel behoefte er is aan een school voor voortgezet onderwijs op antroposofische grondslag. Een school op antroposofische grondslag in Hoorn zou ons inziens in Noord-Holland een waardevolle aanvulling zijn op de reeds bestaande scholen in Amsterdam, Haarlem en Bergen.’
En dan, het wordt zo onderhand traditie op donderdagavond, is er vanavond weer een aflevering van De Hokjesman (begint om 21.35 uur op Nederland 3). Volgende week zijn de antroposofen aan de beurt. Maar eerst ‘Aflevering 6: Het Korps Marinier’:
‘De Koninklijke Marine is het oudste krijgsmachtonderdeel van Nederland: het Commando Zeestrijdkrachten. Daar waar het land ophoudt en de amfibische dienst begint.

Michael Schaap gaat op onderzoek in de stoere wereld van de mariniers, die stuk voor stuk uit fysieke en mentale sterke mannen bestaat (want vrouwen zijn er niet), met een ongekende niet lullen maar doen – mentaliteit en waar altijd een sterk gevoel van verantwoordelijkheid heerst, zelfs als het bier op tafel komt. Maar pas op met je woorden. Dit zijn mannen die hun grenzen opzoeken. Niet in de laatste plaats in de gevechtslinie.

Het is een way of life en dat moet je kunnen. En willen. Dus: past iedereen die pet, zoals bij de politie? En zo niet, waaruit blijkt dat? Hoe houd je stand als individu in een hiërarchisch systeem? En hoe zit het eigenlijk: vormt het systeem je of past het systeem bij je? Wat betekent het: eens een marinier, altijd een marinier? Kun je dan nog terugkeren in de burgermaatschappij?’
Hugo Hoes had het op zijn beurt over ‘Knuffels’:
‘“Man overboord!” Gelukkig, het blijkt loos alarm en onze favoriete onderzoeker is niet te water geraakt bij zijn bezoek aan de gemillimeterde mannen van het korps Mariniers. Die vinden hem een rare snuiter. Mariniers geven zich niet graag bloot en onzichtbaar zijn hoort bij hun vak. Al trotseert de hokjesman wind en sneeuw, salueert hij vriendelijk en biedt hij in de kombuis zelfs kroepoek aan als ijsbrekertje, hij blijft een burger. Een buitenstaander dus en dat betekent op je woorden letten. Daarom doet de hokjesman zelfs onderzoek tussen de persoonlijke spullen van de groepsleden, wat niet echt in de korpsgeest past en dat is hier het allerbelangrijkste. Het korps is sneuvelbereid. Niet alleen voor elkaar, ook voor burgers als de hokjesman. Die boodschap laat hem niet onberoerd. Opmerkelijk is dat mariniers elkaar soms uit dankbaarheid een knuffel geven. Geen fysieke, stel je voor, maar eentje uit de speelgoedwinkel.’
Over volgende week kunnen we al een tipje van de sluier oplichten. Precies een week geleden meldde de ‘Stichting Vrijescholen Athena’ op zijn Facebookpagina:’
‘Op donderdagavond 21 februari zijn De Antroposofen het onderwerp bij het VPRO-televisieprogramma “De Hokjesman”. Voor deze aflevering is ook gefilmd op twee locaties van de Stichting Vrijescholen Athena, namelijk in Deventer en Brummen.

Bij Vrijeschool De Kleine Johannes zijn opnamen gemaakt tijdens het St. Jansfeest in een park aan de IJssel. In Brummen is gefilmd op School De Lans, een vrijeschool voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Benieuwd welke opnamen uiteindelijk in deze aflevering van “De Hokjesman” te zien zullen zijn.’
We wachten het vol spanning af!
.

1 opmerking:

Anoniem zei

'Opmerkelijk is dat uitgerekend de mensen die geen aansluiting tot die beweging hebben kunnen vinden en een scherp oog hebben voor de schaduwzijden ervan, zich door Lievegoed aangesproken voelen.'

Ik heb - denk ik - zowat alles gelezen wat van Lievegoed is gepubliceerd en ik kan niet anders dan zeggen dat hij op mij overkomt als een 'atypische antroposoof'.

In zijn 'Redding van de ziel' herken ik een man die aan het einde van zijn leven tot een ruimer inzicht is gekomen, eentje dat de grenzen overschrijdt van de gangbare inzichten van de antroposofische beweging waarin hij zich zowat zijn hele leven heeft opgehouden.

Hij was m.i. de antroposofische beweging ontgroeid.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)