Nog één keer op de foto de (dubbele) regenboog in Schotland, omdat die zo mooi en bijzonder is...
Twee weken geleden, op vrijdag 10 april in ‘Terugblik’, maakte ik gewag van het bericht ‘De Reehorst in Driebergen: een terug- en vooruitblik’ dat op 4 april op de website van de Antroposofische Vereniging in Nederland was verschenen. Daarin schreef voorzitter van de Antroposofische Vereniging in Nederland, Jaap Sijmons, onder meer:
Twee weken geleden, op vrijdag 10 april in ‘Terugblik’, maakte ik gewag van het bericht ‘De Reehorst in Driebergen: een terug- en vooruitblik’ dat op 4 april op de website van de Antroposofische Vereniging in Nederland was verschenen. Daarin schreef voorzitter van de Antroposofische Vereniging in Nederland, Jaap Sijmons, onder meer:
‘De situatie is nu zo, dat de het oriëntatiejaar van de Bernard Lievegoed University is ondergebracht in het oude gebouw van Helicon naast de Stichtse Vrije School aan de Socrateslaan in Zeist. Dat is voorlopig een prima plek, gelet op de huidige omvang van dit studiejaar (60-80 studenten) en de daarmee verbonden cursustrajecten. De bachelor-master opleiding staat on hold.’
Afgelopen woensdag 22 april werd op dezelfde website
onder ‘Motief actueel’ met ‘Van
Bernard Lievegoed University naar Vrije Hogeschool’ het laatste nieuws geplaatst:
‘In het aprilnummer van Motief kondigde Jeroen Lutters aan dat de Bernard Lievegoed University stopt. Dit betekent een wending in de koers van een instituut dat 44 jaar geleden is begonnen als de Vrije Hogeschool.
De afgelopen maanden werd de BLU geconfronteerd met de vraag: “hoe nu verder?” Iedereen, docenten, studenten, alumni, de Antroposofische Vereniging en de Vriendenkring, het gehele trouwe netwerk rond de BLU, had zijn eigen gedachten bij de brand en de gevolgen daarvan. Maar een ding stond buiten kijf: het is belangrijk, zelfs noodzakelijk, dat de Vrije Hogeschool, de kern van waaruit de Bernard Lievegoed University werd gebouwd, bestaat.
Al degenen die de VH nooit uit hun hart hebben gebannen, kunnen gerust zijn over de toekomst van de Vrije Hogeschool. De BLU stopt, maar de Vrije Hogeschool gaat door, en wel in een eeuwenoud monument in het studentenkwartier in de oude binnenstad van Utrecht. Drift 17 is een uitstekende omgeving om de missie van de Vrije Hogeschool opnieuw gestalte te geven. Die missie is onveranderd: een door de antroposofie geïnspireerde bijdrage te leveren aan het culturele leven in Nederland en de ontwikkeling van het hoger onderwijs ten behoeve van adolescenten en studenten. Deze studenten zitten anno 2015-2016 niet langer op een afgelegen landgoed, maar midden in de stad, omgeven door allerlei andere incubatieplekken en broedplaatsen waar het ruist en borrelt.
Het oriëntatiejaar van de Vrije Hogeschool biedt studenten een complete basis voordat ze een gerichte opleiding gaan doen. Tijdens dat jaar doen ze (wetenschappelijke) onderzoeksprojecten, krijgen ze trainingen, werken aan verschillende vormen van kunst en leren intussen welke kant ze op willen, wat hun idealen zijn en wat je moet ontwikkelen om die idealen straks te kunnen waarmaken. Op de Vrije Hogeschool leren studenten als vanouds te ontdekken wie ze zijn, en hun eigen talenten te ontwikkelen en zo vorm te geven aan hun dromen.
Inmiddels dienen de eerste studenten zich aan. Samen met deze eerste studenten van de toekomst en een team van hoog gemotiveerde docenten zal de Vrije Hogeschool in september opnieuw haar deuren openen op de Drift 17. Geestdrift voor de impuls van de Vrije Hogeschool en geestdrift voor de plek is wat hen drijft.
Klik hier voor Informatieavonden Vrije Hogeschool.’
Drift 17 is ook de plek waar de Hogeschool Geesteswetenschappen te Utrecht huist:
‘De Hogeschool Geesteswetenschappen te Utrecht (HGU) is een opleidingsinstituut dat zich richt op het verzorgen van beroepsopleidingen voor de (geestelijke)gezondheidszorg, religiestudies, filosofie en spiritualiteit.’
Onder de docenten is een aantal bekenden te vinden, van wie
ik hier alleen John van Schaik noem. Morgen wordt er een open dag gehouden. – Gisteren
reageerde Triodos Bank op zijn website op een in zijn ogen onterechte
voorstelling van zaken in het NOS Journaal, in ‘Triodos Bank is een onafhankelijke bank’:
‘In het NOS-Achtuurjournaal van woensdag 22 april is in een item over overstappen de suggestie gewekt dat Triodos Bank niet geheel onafhankelijk zou zijn. Dit is feitelijk onjuist en misleidend. Triodos Bank is sinds de oprichting in 1980 een onafhankelijke bank.
Om het bijzondere karakter en de missie van onze bank te waarborgen hebben we geen aandeelhouders maar certificaathouders. Zij hebben geen stemrecht in Triodos Bank. Dat recht wordt namens de certificaathouders uitgeoefend door Stichting Administratiekantoor Aandelen Triodos Bank, die de missie en ideële doelstellingen van de bank bewaakt. Er zijn bij elkaar meer dan 31.000 certificaathouders. De meesten van hen zijn particulieren. Ook is er een aantal institutionele certificaathouders met een belang van 3% of meer. Een overzicht van de verdeling van certificaten is hier te vinden.
Certificaathouders kunnen nooit meer dan 10% van alle uitgegeven certificaten in handen hebben. Ook zijn de certificaten niet aan de beurs genoteerd. Zelfs als de Rabobank (waarvan het NOS-Journaal stelt dat onze bank voor een klein deel “in handen” zou zijn) gewone aandelen Triodos Bank in bezit zou hebben, dan nog zou dit niet de suggestieve vraag legitimeren “hoe onafhankelijk wij eigenlijk zijn”. Dan zou er sprake moeten zijn van een meerderheidsbelang van minimaal 50,1% en stemrecht. Maar de mogelijkheid van een dergelijk groot belang is door onze bijzondere rechtsvorm nu juist expliciet uitgesloten. Dit wist de NOS, omdat zij kort voor de uitzending navraag bij ons hierover hebben gedaan. Wij hebben de NOS gevraagd de foutieve berichtgeving te rectificeren.’
Die rectificatie is niet terug te vinden in de
‘herstelrubriek’ op de website van de NOS. Wel verscheen daar op woensdagmorgen
het artikel ‘Van bank overstappen: doen we het ook echt?’, met onder meer de
volgende inhoud:
‘Het rommelt in bankenland. Na de flinke salarisverhogingen voor de top van ING en ABN Amro, geeft in onze poll zo’n 40 procent van de mensen aan een andere bank te zoeken. En op de Facebook-pagina van Ik Stap Over Van Bank Week, een actie van Rutger Bregman van De Correspondent, hebben inmiddels meer dan 4000 mensen aangegeven dat ze een nieuwe rekening gaan openen.
Uit een enquête van het consumentenprogramma Kassa van begin april blijkt dat vooral klanten van de ING, ABN Amro en Rabobank weg willen bij hun bank. Zij hebben hun oog laten vallen op Triodos, ASN Bank en Regiobank.
Maar... doen we het ook echt?
Veel mensen zéggen dat ze overstappen, maar hoeveel dat ook daadwerkelijk doen, is onduidelijk. Uit de meest recente cijfers van Betaalvereniging Nederland blijkt dat vooral in 2014 veel mensen van bank wisselden (waarvan 85 procent particulieren). De vraag is of het écht veel is want die 110.000 overstappers zijn goed voor slechts een half procent van de 22 miljoen bankrekeningen in Nederland.
ASN Bank, Knab, Triodos en ING zeggen dat zij de afgelopen maand flink veel nieuwe klanten hebben mogen verwelkomen. Rabobank kan dat op dit moment niet zeggen. “Je wint wat klanten en je verliest wat klanten”, zegt een woordvoerder. “Op het totaal aantal klanten zijn deze getallen beperkt.”
De grote banken willen geen cijfers geven, dus de precieze verschuivingen blijven nog onduidelijk. ABN Amro zegt uit principe helemaal geen mededelingen te doen over het aantal overstappers.
Dan rest nog de vraag: overstappen, heeft dat wel zin? In Nederland zijn er niet heel veel banken en de kleinere banken zijn vaak weer een onderdeel van de grotere spelers. Het is dus maar de vraag of je echt beter af bent.
“Ik wil niet claimen dat er in Nederland een perfecte bank bestaat, maar ik denk wel dat er voor veel Nederlanders een beter, eerlijker en duurzamer alternatief is”, zegt Rutger Bregman van de Correspondent. “Zo zijn er gewoon banken die niet aan bonussen doen, interessant als je heel erg tegen bonussen bent. En als je tegen slavenarbeid of kernwapens bent, kan je terecht bij banken die daar niet aan doen.”
Voor meer informatie daarover kan je de Eerlijke Bankwijzer checken.’
Op 6 maart maakte Antroz melding van ‘Voortgang
verbetertrajecten Huize Valckenbosch en Leendert Meeshuis’:
‘Zoals bekend zijn Huize Valckenbosch en Leendert Meeshuis vorig jaar juli door de Inspectie voor de Gezondheidszorg onder verscherpt toezicht gesteld. In januari jongstleden heeft de Inspectie beide vestigingen bezocht om de stand van zaken te beoordelen.
De Inspectie heeft vertrouwen in de voortgang van het verbeterproces op de beide locaties, maar constateert dat er meer tijd nodig is om de achterstanden in te lopen en de kwaliteit helemaal op orde te krijgen.
De Antroz vestigingen zijn vorig jaar september aangehaakt bij het project Zorgzaam Warande, waarmee de Warande vestigingen in 2012 begonnen zijn. Het doel is om de zorg een stuk verder te professionaliseren. De laatste jaren is de zorgzwaarte van bewoners sterk gestegen en dit vraagt om een methodische aanpak van de zorg, het vastleggen van gegevens, het duidelijk afbakenen van verantwoordelijkheden en het nauwkeurig en gedisciplineerd opvolgen van afspraken en protocollen.
De Inspectie ziet in beide vestigingen een duidelijke cultuurverbetering. Er zijn aanzienlijke verbeteringen op het gebied van de kwaliteit van zorg geconstateerd. Er zijn nog een aantal aandachtspunten en daarom wordt het toezicht voor Huize Valckenbosch met 4 en voor Leendert Meeshuis met 6 maanden verlengd.
De komende maanden wordt per vestiging een gericht programma van verbeteringen uitgevoerd. De voortgang wordt gevolgd door een Stuurgroep (Kwaliteit en Veiligheid Antroz).
Verder zullen 30 bewoners van Leendert Meeshuis in de komende periode verhuizen naar Verpleeghotel Bovenwegen.
Wij hebben er alle vertrouwen in dat met deze maatregelen de nog resterende verbeterpunten binnen de verlengingstermijnen gerealiseerd kunnen worden.’
Op 20 april volgde ‘Leendert
Meeshuis opent nieuwe afdeling “Eva Mees”’:
‘Op 15 april jl. is de somatische afdeling van Leendert Meeshuis verhuisd naar Verpleeghotel Bovenwegen in Zeist. Daar is een volledig opnieuw ingerichte afdeling betrokken die de naam “Eva Mees” heeft gekregen. Eva Mees (1925-2011) was de grondlegster van de kunstzinnige therapie in Nederland.
Afdeling Eva Mees is ingebed in de somatische verpleeghuiszorg die Verpleeghotel Bovenwegen biedt. Dit is een van de uitkomsten van de verregaande samenwerking tussen de stichtingen Antroz en Warande. De antroposofische gezichtspunten en de vertaling ervan in o.a. therapieën en activiteiten, zijn gecontinueerd vanuit de directe verbinding met Leendert Meeshuis.
Alle bewoners van afdeling Eva Mees hebben nu een eigen kamer. De eigen kamer wordt nu op korte termijn ook voor alle andere bewoners in Leendert Meeshuis gerealiseerd.’
In januari verscheen bij Uitgeverij Christofoor van Adriaan Bekman het volumineuze boek ‘Bezieling, filosofie van het georganiseerde leven’:
‘Adriaan Bekman verkent fundamentele levensvragen omtrent onze oorsprong, onze ziel en onze vrijheid. Deze verkenning voltrekt zich stap voor stap. Bronnen van 2500 jaar filosofie worden aangeboord. Daarna worden deze vragen verkend in verbinding met ons huidige georganiseerde bestaan. Dit levert een uniek boek op, een boek dat met zijn rijke inhoud de lezer uitdaagt deze vragen mee te verkennen en te doorgronden. We zijn na 2500 jaar bij onszelf aangekomen. We hebben de allesomvattende natuurlijke verbinding met de schepping verloren als de basis van ons bestaan en zijn in een eenzaam bestaan terechtgekomen, in een veelheid van georganiseerde gemeenschappen. We gaan nu de volgende 2500 jaar op weg naar de ander. We leren lezen hoe de ander als mens zich tot zichzelf en tot mij verhoudt. We leren oog en oor te krijgen voor de vraag van de ander, de ander in het spel te brengen, de diepste gronden van de ander te doorschouwen en vooral te leren zien wat achter die ander staat in een kosmisch/natuurlijk perspectief en in een wereldwijde menselijke lotsverbondenheid. We gaan op weg om vanuit individuele vrijheid tot een mensengemeenschap te komen die moreel is en verbonden met de bron van zingeving. Een veeleisende weg, een worsteling, een avontuur!
Prijs € 35,00, 1e druk, gebonden, 17x23cm, 544 blz, ISBN: 9789060387399’
Op de website van de Vrije Universiteit in Amsterdam lees ik
bij de Faculteit der Sociale Wetenschappen:
‘8 mei 2015
Promotie Janine Verdonk
Locatie: Aula
Tijd: 13.45 uur
De titel van het proefschrift: De antroposofische orde: Religieus individualisme, gemeenschapsleven en maatschappelijke participatie in de antroposofische beweging in Nederland.
Promotor: Prof.dr. Anton van Harskamp, copromotoren zijn: prof.dr. A.F. Droogers en dr. P.G.A. Versteeg (VU-SCA).’
Elders op de website verneem ik meer over deze promotie:
‘Antroposofen zijn gericht op het individuele zelf. Tegelijkertijd hebben ze een sterk ontwikkeld gemeenschapsleven. Is deze tegenstelling een schijnbare? Hoe gaat “religieus individualisme”, zoals antroposofen dat beleven en praktiseren, samen met maatschappelijke betrokkenheid, gemeenschapsleven en moraliteit? Die vraag staat centraal in het promotieonderzoek van Janine Verdonk.
Tot op heden is er weinig sociaalwetenschappelijk onderzoek gedaan naar antroposofen in Nederland. Verdonk geeft inzage in de antroposofische cultuur. Ze laat zien hoe het huidige antroposofische spreken, denken en handelen gegrond is in de tijd waarin de antroposofische beweging is ontstaan, de roerige periode rond het jaar 1900. “De late 19e eeuw was een tijd waarin mensen naarstig op zoek waren naar nieuwe modellen om de sterk veranderde sociale werkelijkheid te begrijpen. De antroposofie was zo’n model,” vertelt Verdonk. De titel van de dissertatie, “De antroposofische orde”, heeft betrekking op deze manier van spreken, denken, en handelen van antroposofen en op de uit het verleden voortkomende structuur achter dit spreken.
Verdonk is twintig jaar betrokken geweest bij de antroposofische beweging: eerst als moeder van Vrije Schoolleerlingen, daarna als onderzoeker. Voor haar onderzoek heeft ze bijeenkomsten van de beweging bijgewoond, meegedaan aan oefeningen en praktijken, antroposofen geïnterviewd en literatuuronderzoek gedaan.
Het proefschrift verschijnt bij de VU Uitgeverij onder de titel “De antroposofische orde, Geestverwanten van Rudolf Steiner in Nederland”.’
De Vereniging van vrijescholen laat vandaag over de ‘Verkiezing
Leraar van het Jaar 2015’ weten:
‘Tot en met vrijdag 1 mei aanstaande kunnen leraren, schoolleiders, onderwijs(ondersteunend) personeel, maar ook leerlingen en ouders hun favoriete leraar aanmelden voor de Verkiezing Leraar van het Jaar 2015. Uit alle aanmeldingen kiest een vakjury de uiteindelijke winnaars uit het basisonderwijs, speciaal (basis)onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. De winnaars worden rond de Dag van de Leraar (Worlds Teachers’ Day, 5 oktober 2015) bekendgemaakt.
Wil jij jouw leraar nomineren voor Leraar van het Jaar 2015, meld hem of haar dan voor 1 mei aan via www.deleraarvanhetjaar.nl
Positief imago
De verkiezing Leraar van het Jaar is een initiatief van de Onderwijscoöperatie, dat jaarlijks leerlingen, ouders, schoolleiders en leraren oproept hun favoriete leraar op te geven. De verkiezing draagt bij aan een positief imago en het bespreekbaar maken van kwaliteit in de beroepsgroep en is onderdeel van de activiteiten in het kader van de Dag van de Leraar.
Bekroning voor vakmanschap!
Doelstelling van de verkiezing Leraar van het Jaar is kwaliteiten van leraren in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs zichtbaar en bespreekbaar te maken en het leraarschap op een positieve manier in beeld te brengen. De verkiezing van de Leraar van het Jaar richt zich daarom op die leraren die in staat zijn hun omgeving te overtuigen van hun kwaliteiten, die hierover in gesprek durven en kunnen gaan en die weten te inspireren. De titel “Leraar van het Jaar” is dan ook een erkenning voor het vakmanschap van vier individuele leraren, maar tegelijkertijd ook voor de beroepsgroep als geheel.’
Brancheorganisatie Bionext kwam gisteren met het bericht dat ‘Bionext
bij RTL 4 over groeiende concurrentie biowinkels’ is (waarbij er in de eerste
zin natuurlijk een reportage wordt bedoeld):
‘Vandaag maakt RTL4 een rapportage over de groei van biologisch en de toenemende concurrentie met de retail en tussen biowinkels onderling. Bionext-directeur Bavo van den Idsert is geïnterviewd over de groei van biologisch in de afgelopen vijf jaar. In die periode zijn de consumentenbestedingen aan biologische voeding verdubbeld, zijn er 40 gespecialiseerd biowinkels bijgekomen en was een forse toename te zien in de totale omzet van alle biowinkels tezamen.
De verwachting van Bionext is dat biologisch dit jaar met meer dan 10% groeit. Tegelijkertijd neemt de onderlinge concurrentie in deze groeimarkt toe. Tussen de biowinkels en de retail en tussen de biowinkels en franchiseorganisaties onderling. Komt de zelfstandige winkelier onder druk te staan, vraagt RTL zich af? “Natuurlijk geeft dit extra druk en nieuwe uitdagingen”, antwoordt Bavo van den Idsert van Bionext op deze vraag, “maar de grootste biowinkel van Nederland, Gimsel Rotterdam, bewijst dat een zelfstandige ondernemer goed stand kan houden bij toenemende concurrentie van zowel franchiseorganisaties als retail.”
Het item wordt vanavond of morgen uitgezonden in het RTL Nieuws om 19.30 uur.’
Gisteren schreef men er ook ‘HollandBio
doet zijn naam geen eer aan’:
‘Twee recente artikelen over octrooi op voedsel in het Financieel Dagblad laten goed zien waar het de biotechbedrijven om gaat: monopolie en euro’s. Biotechbedrijven die zijn aangesloten bij HollandBio – een zeer misleidende naam – “...maken zich grote zorgen over het voornemen van staatssecretaris Sharon Dijksma van Landbouw om het octrooirecht op plantenveredeling te beperken.” Waarom? “Ze vrezen dat hun investeringen verloren gaan als Dijksma erin slaagt het octrooirecht open te breken ten gunste van kleine veredelingsbedrijven.” Hier wordt door veel mensen anders over gedacht, want Dijksma kan krijgt brede steun in de Tweede Kamer.
Met octrooien kunnen bedrijven zich eigenschappen van planten en zaden toe-eigenen. Vooral agrochemische bedrijven als Syngenta en Monsanto zien daar big business in en creëren op deze manier een monopoliepositie. Het gaat al lang niet meer alleen om gentech-gewassen, ook op klassiek veredelde gewassen worden steeds vaker octrooien aangevraagd. Een ontwikkeling waarover veel wetenschappers, politici, veredelaars, telers en burgers zich zorgen maken.
Bionext vindt octrooi op leven onethisch. Bovendien belemmeren octrooien de innovatie, omdat het plantaardig materiaal dan niet meer vrij beschikbaar is voor veredelaars. Daarmee zal de diversiteit aan rassen voor onze voedselproductie afnemen. Dat leidt tot minder keuze voor boeren en consumenten en brengt uiteindelijk de voedselzekerheid en agro-biodiversiteit in gevaar.
Wilt u ook wat doen? Procedeer nu mee tegen octrooi op leven!
– Maak online een gift over: klik hier. Alle beetjes helpen. Bionext heeft de ANBI-status: uw gift is dus aftrekbaar voor de inkomstenbelasting.
– Breng de actie onder de aandacht via Twitter en Facebook. Vermeld daarbij: #hartvoorbiodiversiteit.
– Onderteken de petitie! (net als ruim 17 duizend andere mensen). Lees meer.’
Gisteren bracht weekblad ‹Das Goetheanum› op
Facebook nieuws van Michaela Glöckler over de ‘Medizinische Sektion’, namelijk ‘Matthias
Girke wird neuer Leiter’:
‘Bis zum 12. April haben wir aus 21 Ländern 182 individuelle Zuschriften zur Leitungsnachfolge bekommen, neben ungezählten mündlichen Stellungnahmen. Das Ergebnis ist erfreulich einhellig. Auch diejenigen, die sich für die Nachfolge einen jüngeren Menschen wünschen würden, eine Frau, einen sichtbar mehr esoterisch orientierten Repräsentanten oder aber einen Nicht-Deutschen, einen Nicht-Arzt oder anstelle einer Einzelpersönlichkeit ein international zusammengesetztes Leitungskollegium, haben betont, dass sie die vorgeschlagene Leitungsnachfolge durchaus befürworten. Auf dieser Grundlage hat nun das Hochschulkollegium einmütig die Berufung von Matthias Girke in die Leitung der Medizinischen Sektion ab Michaeli 2016 ausgesprochen. Damit wurde auch der Vorschlag des IKAM-Kollegiums angenommen, verbunden mit der ausdrücklichen Bitte von Matthias Girke, dass Georg Soldner als stellvertretender Sektionsleiter einen Teil der Aufgaben operativ übernehmen wird.’
Het Goetheanum heeft nu eindelijk het communicatiemiddel
video ontdekt en past dat om te beginnen toe bij de sectie voor sociale
wetenschappen. Dit werd gepubliceerd op 26 maart 2015, ‘Sozialkunst – Seminare
am Goetheanum’:
‘Zu erleben, dass ich als Zeitgenosse die Möglichkeit habe, die Welt mitzugestalten, ist eine der wichtigsten Entdeckungen, die ich im Leben machen kann.’
Op 21 april werd ‘Mensch und Organisation’ gepubliceerd:
‘Eine Begegnung von Menschen mit Führungsverantwortung.’
In beide video’s komen bekende mensen kort voor de camera.
Het is maar een begin, want het kan allemaal nog veel meer uitgenut worden. De
‘Freie Hochschule Stuttgart – Seminar für Waldorfpädagogik’ bericht vandaag
dat een ‘Neues Buch über Spiritualität in der Pädagogik wird veröffentlicht. Diskussionsbeiträge zur Bedeutung spiritueller Erfahrungen in den Lebenswelten von Kindern und Jugendlichen’:
‘Spiritualität – ein relevanter Themenbereich für die Pädagogik? Spirituelle Erfahrungen können eine wesentliche Bedeutung in Bildungs- und Erziehungsprozessen haben. Zu diesem Thema erscheint ein neues Buch mit dem Titel “Spiritualität in Lebensbereichen der Pädagogik: Diskussionsbeiträge zur Bedeutung spiritueller Erfahrungen in den Lebenswelten von Kindern und Jugendlichen”. Herausgeber sind Dr. disc. pol. Peter Loebell, Professor an der Freien Hochschule und Dr. rer. nat. Peter Buck, der eine Professur am Institut für Sachunterricht der PH Heidelberg inne hatte.
Die Autoren setzen sich mit Phänomenen von Spiritualität in Bildungs- und Erziehungsprozessen auseinander; sie untersuchen, wie das Thema in unterschiedlichen Bereichen der Forschung und Praxis bisher bearbeitet wurde und diskutieren neue Zugänge zu diesen Fragen. Damit wird eine Gegenposition zu einer Pädagogik der standardisierten Messung formuliert. Spirituelle Erfahrungen führen offenbar zu einem erhöhten Verantwortungsgefühl für den Umgang mit den eigenen Erkenntnissen.
Spiritualität in Lebensbereichen der Pädagogik: Diskussionsbeiträge zur Bedeutung spiritueller Erfahrungen in den Lebenswelten von Kindern und Jugendlichen
Budrich-Verlag Leverkusen-Opladen. ISBN 978-3-8474-0634-1: 39,90 € auch als eBook: 978-3-8474-0804-8
Die Freie Hochschule Stuttgart
Die Freie Hochschule Stuttgart – Seminar für Waldorfpädagogik, arbeitet im Rahmen des Bundes der Freien Waldorfschulen, dem Dachverband der 234 deutschen Waldorfschulen. In den derzeit sechs akkreditierten Bachelor- und Masterstudiengängen werden ca. 300 Studenten zu Waldorfklassen-, Fach- oder Oberstufenlehrer/-innen ausgebildet.’
De Universität Witten/Herdecke publiceerde gisteren het
bericht ‘Wie geht es weiter mit der Universität?’
‘Philip Kovce und Birger P. Priddat veröffentlichen den Sammelband “Die Aufgabe der Bildung”
Die Zukunft der Universität ist offener denn je. Immer mehr Studierende strömen an die Hochschulen. Doch was erwartet sie dort? Und was sollte sie dort erwarten? Eine Zertifizierungsagentur? Eine fundierte Vorbereitung auf das Erwerbsleben? Die Bildung der eigenen Persönlichkeit? Birger P. Priddat, Professor für Volkswirtschaftslehre und Philosophie an der Uni Witten/Herdecke, und Philip Kovce, UW/H-Alumnus und freier Autor, haben einen Sammelband ediert, der 20 Akademiker diese Fragen beantworten lässt. Zu den Autoren zählen der Literaturwissenschaftler George Steiner, der Philosoph Peter Sloterdijk, der Neurowissenschaftler Gerald Hüther sowie der Unternehmer Götz W. Werner.
“Wer über die Zukunft der Gesellschaft reden will, der muss über die Zukunft der Bildung sprechen”, so Philip Kovce, der Wirtschafswissenschaften, Philosophie, Kulturreflexion und kulturelle Praxis an der UW/H studierte. Gemeinsam mit Birger P. Priddat lud er die Autoren ein, ihre Vorstellungen von der Zukunft der Universität essayistisch darzustellen. “Entstanden ist ein Band, der so unterschiedliche Gesichtspunkte enthält, dass er die Zerrissenheit der Universität auf den Punkt bringt”, so Priddat. Es sei nicht sicher, dass derjenige, der sich bilden und nicht bloß ausbilden wolle, in Zukunft an der Universität noch richtig aufgeboben sei.
So unterschiedlich die 18 Beiträge des Bandes auch sind, eines verbindet sie dennoch: die Freude an Fragen der Bildung. “Die Bildungsfrage lässt niemanden kalt”, so Kovce, “sie betrifft jeden einzelnen Menschen”. Insofern liefern sich die Autoren des Sammelbandes auch kein theoretisches Wettrüsten, sondern sie schreiben persönlich und prägnant, was sie sich für die Zukunft der Universität wünschen. “Wir kennen es von der UW/H: Nur im permanenten Gespräch gelingt die Vergewisserung über die eigene Zukunft”, so Priddat. Deshalb sei der Band auch ein Aufruf, nicht aufzuhören, über die Zukunft der Universität zu fantasieren, so Kovce. “Fantasie ist das Einzige, was hilft, den Einfältigkeiten des Alltags immer wieder zu entkommen.” Die Beiträge dieses Sammelbandes zeugen davon.
Konstantin Sakkas: Die Bologna-Reform und die Geisteswissenschaften/ Salvatore Lavecchia: Für eine Zukunft der Geisteswissenschaften/ Stefan Brotbeck: Lichthöfe des Möglichen. Miniaturen zur Bildungskultur/ Wolf Dieter Enkelmann: Zur Geisterstunde. Die Träume der Vernunft/ Jochen Hörisch: Das Geld der Wissenschaft/ Götz W. Werner, André Presse: Wirtschaft als Wissenschaft?
Konrad Paul Liessmann: Das Kloster. Über die Zukunft der Universität/ Dirk Baecker: Wer hat Angst vor Hegel?/ Martin Seel: Eine republikanische Idee der Universität/ Birger P. Priddat: Über die Erfindung der Universität als Universität/ Ekkehard Kappler: Wieso, weshalb, warum? Wer nicht fragt, bleibt dumm/ Sascha Liebermann, Thomas Loer: Erforschung der Welt und Befreiung des Geistes/
George Steiner: Für ein Kerncurriculum aus Mathematik, Musik, Architektur und Genetik/ Jörn Rüsen: Studium humanum. Plädoyer für Bildung/ Claus Otto Scharmer: Die Universität als Ort der Erneuerung/ Gerald Hüther: Der überholte Einzelkämpfer. Wie die Universitäten umlernen müssen/ Christoph Markschies: Was von Humboldt noch zu lernen ist/ Peter Sloterdijk: Prüfungszeiten. Zur Transformation des Subjekts und seiner Hochschule
Philip Kovce, Birger P. Priddat (Hg.), Die Aufgabe der Bildung. Aussichten der Universität
Metropolis Verlag, Marburg 2015, 258 Seiten, 24,80 Euro. www.metropolis-verlag.de/die-aufgabe-der-bildung/1047/book.do
Weitere Informationen bei Prof. Dr. Birger P. Priddat, 02302/926-584 (Sekr.), birger.priddat@uni-wh.de
Über uns:
Die Universität Witten/Herdecke (UW/H) nimmt seit ihrer Gründung 1982 eine Vorreiterrolle in der deutschen Bildungslandschaft ein: Als Modelluniversität mit rund 2.100 Studierenden in den Bereichen Gesundheit, Wirtschaft und Kultur steht die UW/H für eine Reform der klassischen Alma Mater. Wissensvermittlung geht an der UW/H immer Hand in Hand mit Werteorientierung und Persönlichkeitsentwicklung.
Witten wirkt. In Forschung, Lehre und Gesellschaft.’
In maart verscheen bij maandblad ‘Erziehungskunst’ op de
website het artikel ‘Gibt es eine anthroposophische Hochschulbildung? Fragen an das Selbstverständnis der Alanus Hochschule’:
‘Nur um als Hochschule gelten zu dürfen, verzichtet die Alanus Hochschule auf das Attribut »anthroposophisch« in ihrem Antrag zur Förderung einer Professur für Waldorfpädagogik: »Die Alanus Hochschule ist keine anthroposophische Hochschule, und zwar aus dem Grund, dass Institutionen, zumal wenn sie im Hochschulkontext tätig sind, keine Weltanschauung besitzen sollen. Ausgenommen sind dezidierte Bekenntnisschulen bzw. -hochschulen, zu denen sich die Alanus Hochschule nicht zählt.«
Der Antrag wurde von der Mitgliederversammlung des Bundes der Freien Waldorfschulen am 21./22. November 2014 bewilligt.Die zitierte Aussage unterstellt dreierlei: 1. dass es möglich ist, eine Hochschule ohne Weltanschauung zu betreiben, 2. dass Weltanschauungen notgedrungen Bekenntnisse sind, 3. dass die Anthroposophie ein Bekenntnis im Sinne einer Konfession ist.
All diese Voraussetzungen sind unzutreffend. Die weltanschauliche Neutralität ist selbst eine Weltanschauung oder Ausdruck einer Weltanschauung. Weltanschauungen müssen keine Bekenntnisse sein. Anthroposophie ist kein Bekenntnis, sondern eine Wissenschaft.
Darüber hinaus kann eine Institution weder eine Weltanschauung besitzen, noch weltanschauungsfrei sein. Die Frage ist, ob ihr Lehrkörper sich zu einer Weltanschauung bekennt oder nicht, oder ob die Konstitution der betreffenden Hochschule ein solches Bekenntnis verlangt. Dass Bekenntnisse Weltanschauungen sind, ist nicht bestreitbar, wohl aber, dass Weltanschauungen notgedrungen Bekenntnisse sein müssen. Eine wissenschaftliche Weltanschauung ist kein Bekenntnis, sondern eine Art, die Welt anzuschauen. Wenn also die Anthroposophie eine Wissenschaft ist, muss sie nicht zwingend ein Bekenntnis sein.
In den Diskussionen zur Frage, ob Waldorfschulen Weltanschauungsschulen seien oder nicht, die Ende der 1980er, Anfang der 1990er Jahre geführt wurden, konnte nachgewiesen werden, dass Waldorfschulen Schulen »besonderer pädagogischer Prägung« sind, aber keine Weltanschauungsschulen (Stefan Leber, Weltanschauung, Ideologie und Schulwesen. Ist die Waldorfschule eine Weltanschauungsschule?, Stuttgart 1989; siehe auch: Lorenzo Ravagli, Pädagogik und Erkenntnistheorie. Auseinandersetzungen um die Grundlagen der Waldorfpädagogik, Stuttgart 1993). Ebenso konnte herausgearbeitet werden, dass es sehr wohl möglich ist, dass die Unterrichtenden eine Weltanschauung besitzen, ohne die Unterrichteten damit – implizit oder explizit – zu indoktrinieren.
Warum kann eine Hochschule im Waldorfkontext nicht ebenso eine Hochschule besonderer (hochschul-)pädagogischer Prägung sein? Fordern die in Deutschland geltenden Zulassungsbedingungen zwingend ein Bekenntnis zur Weltanschauungsfreiheit – was immer man darunter verstehen mag – damit eine Hochschule staatlich akkreditiert werden kann?
Wir fragen Jost Schieren, Professor für Waldorfpädagogik, und Wolf-Ulrich Klünker, Professor für Antroposophie, beide an der Alanus-Hochschule.
Jost Schieren: Es gibt sogenannte »Bekenntnis«-Hochschulen, das sind wesentlich Hochschulen in kirchlicher Trägerschaft. In einer Veröffentlichung des Wissenschaftsrates zu den grundlegenden Voraussetzungen für die Gründung bekenntnisgebundener Hochschulen heißt es: »Für die Errichtung einer solchen Hochschule wird prinzipiell vorausgesetzt, dass (1) die Mitglieder der im Hintergrund stehenden Religionsgemeinschaft religiöse Überzeugungen und Werte teilen, die einer theologischen Betrachtung nach wissenschaftlichen Kriterien zugänglich sind.
Darüber hinaus muss eine bekenntnisgebundene Hochschule (2) den Grundsätzen der Wissenschaftlichkeit genügen (z.B. in Methodenanwendung, Mitteilbarkeit und Nachprüfbarkeit von Inhalten sowie Auseinandersetzung mit tradierten oder vorherrschenden Lehrmeinungen und alternativen Auffassungen) und (3) im Vergleich zu entsprechenden staatlichen Einrichtungen gleichwertige Bildungsangebote vorhalten.«
Von dieser Art Hochschulen wollen wir die Alanus Hochschule abgrenzen, indem wir Anthroposophie, die auch nach meinem Verständnis eine Wissenschaft oder ein methodischer Erkenntnisweg ist, eben nicht zu einem »Bekenntnis« machen.
Man wird nicht bestreiten können, dass sie von vielen Anthroposophen als Bekenntnis behandelt wird und dass dies auch ein Grund dafür ist, dass Anthroposophie in der Öffentlichkeit eher als weltanschauliches Bekenntnis und eben nicht als Erkenntnisweg begriffen wird. Dies ist eine Haltungsfrage und es kann nur allzu leicht sein, dass durch eine ungenaue Darstellung genau dieser »falsche« Bekenntnischarakter evoziert wird.
Weltanschauungsneutralität ist auch nach meinem Verständnis nicht leistbar. An der Alanus Hochschule wollen und können wir dies nicht erreichen. Was wir anstreben, ist, dass es eine Hochschuleinrichtung in Deutschland gibt, an der auch Anthroposophie beforscht und gelehrt werden kann. Das ist schon ein Alleinstellungsmerkmal.
Wichtig ist uns dabei, dass dies – um eben auch den Bekenntnischarakter zu vermeiden – in einem möglichst pluralen Kontext geschehen kann, das heißt, es gibt waldorf- und anthroposophiebezogene Professuren an der Alanus-Hochschule und Professuren, die andere Forschungs- und Lehrakzente vertreten.
Dies ist für den internen Diskurs und insbesondere für die Studierenden sehr wichtig. Die Studierenden können dadurch ein breites Spektrum wahrnehmen und können, wenn sie es wünschen, sich auch vertieft mit Anthroposophie auseinandersetzen. Interessant ist, dass auf diese Weise Studierende biographisch an ihrer Hochschule eine »Erst«-Begegnung mit der Anthroposophie haben können. An allen anderen anthroposophisch geprägten Einrichtungen muss ja schon eine Vorentscheidung stattfinden, wenn man dort studieren will. Ich habe den Eindruck, dass die Alanus Hochschule auf Grund dieser Tatsache ein Ort ist, an den »bestimmte« Studierende kommen, die vielleicht woanders nicht studieren würden. Umgekehrt gilt dies natürlich ebenso.
Erziehungskunst: Wie ist es möglich, an einer »weltanschauungsfreien« Hochschule Lehrstühle für Waldorfpädagogik oder die Erkenntnisgrundlagen der Anthroposophie einzurichten, wenn es sich bei diesen – zumal nach dem Selbstverständnis der Alanus Hochschule – um Bekenntnisse handelt? Soll damit die Quadratur des Kreises ermöglicht werden, an einer staatlich anerkannten, dem Vernehmen nach bekenntnisfreien Hochschule die bekenntnisfreie Lehre eines Bekenntnisses zu etablieren?
Wolf-Ulrich Klünker: Es handelt sich bei meiner Tätigkeit an der Alanus Hochschule um eine Professur für Philosophie und Erkenntnisgrundlagen der Anthroposophie; vermutlich in der Tat die erste mit einer derart direkt auch auf die Anthroposophie bezogenen Denomination. Das halte ich im Hinblick auf die genuine Wissenschaftlichkeit der Anthroposophie schon für bemerkenswert, denn darin kommt zum Ausdruck, dass Anthroposophie als Geisteswissenschaft direkt – also ohne irgendwelche weltanschauliche Voraussetzungen – in den wissenschaftlichen Diskurs eintreten kann. So hat Rudolf Steiner die Anthroposophie letztlich auch verstanden; zeitbedingt war er allerdings tatsächlich in die Weltanschauungsfrage involviert. Diese historisch kontingente Debatte muss uns nicht mehr tangieren – außer eben als historischer Kontext der Entstehung von Anthroposophie.
Zur Problematik oder sogar Tragik der Entwicklung von Anthroposophie gehört, dass ihre unmittelbare Wissenschaftlichkeit weder von Steiners Umgebung noch in der späteren anthroposophischen Bewegung zureichend bemerkt und aktualisiert werden konnte.’
Tot slot van vandaag een bericht van de website ‘Themen der
Zeit’ van Michael Mentzel, die op 19 april aandacht schonk aan ‘Gertrud Schmied-Hamburger gestorben’, door middel van ‘Ein Nachruf von
Wolfgang Voegele’:
‘In den Nachmittagsstunden des Karfreitag verstarb in Zürich im Alters- und Pflegeheim Birkenrain Frau Gertrud Schmied-Hamburger im 94. Lebensjahr. Mit ihr ging eine der letzten Persönlichkeiten von uns, die noch persönliche Erinnerungen an Rudolf Steiner und vor allem an seinen gehörlosen Bruder Gustav hatten. Rudolf Steiner selbst war es, der dem am 25. Dezember 1921 in Wien geborenen Mädchen den Namen “Gertrud Elisabeth” gab. “Trudl” wuchs in einem künstlerischen Milieu auf und war von ihrer Anlage her sehr eigenwillig und freiheitsliebend.
Sie besuchte die erste Wiener Waldorfschule bis zur deren Schließung 1938. Ihre Mutter, Hede Jahn-Hamburger (1885-1955) hatte als alleinerziehende Kunstgewerblerin in der Wiener Sezession und den “Wiener Werkstätten” mit Gustav Klimt zusammengearbeitet und war mit dem Jugendstilkünstler Richard Teschner und dem bekannten Fotografen Anton Josef Trcka eng befreundet. Etwa 1918 lernte die alleinerziehende Mutter Rudolf Steiner kennen, mit dem sie über Künstlerisches, Gesundheits- und Erziehungsfragen sprechen konnte. Gustav Steiner durfte seine letzten Jahre in der liebevollen Obhut der Familie Jahn-Hamburger auf dem großväterlichen Landgut in Gresten (Bezirk Scheibbs, Niederösterreich) verbringen.
2009 gab Frau Schmied-Hamburger ein längeres Interview mit ihren Erinnerungen an Rudolf, Marie und vor allem Gustav Steiner, aber auch an andere Persönlichkeiten in Wien und Dornach. Manches davon beruht auf Erzählungen ihrer Mutter. Ein Teil dieser Memoiren wurde 2012 als Sonderheft des “Birkenblatt”, der Hauszeitschrift des Alters- und Pflegeheims Birkenrain Zürich, herausgegeben (TdZ berichtete).
Dieses schön illustrierte Heft ist einsehbar auf www.birkenrain.ch oder kann bezogen werden durch sekretariat(at)birkenrain.ch’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten