Wat u hier ziet, is het interieur van Café-Restaurant ‘Het
Stuitje’ in Ossenzijl, waar na de lange wandeltocht door de Weerribben iets
warms meer dan welkom is. Op tafel liggen net uitgetrokken zwarte handschoenen
nonchalant neergelegd; dat u niet denkt dat het iets angstaanjagends
spinachtigs of zoiets dergelijks is.
‘In Memoriam Ferd van Koolwijk, “daddy kool”
Oprichter, inspirator en erevoorzitter van Partnership Foundation
* 23 april 1952 – † 26 oktober 2013
Op zaterdag 26 oktober jongstleden is Ferd van Koolwijk op veel te jonge leeftijd overleden. Ferd heeft jarenlang al zijn tijd, energie en aandacht gegeven aan de verwezenlijking van zijn ideaal: een menswaardig bestaan en een onafhankelijke toekomst creëren voor straatkinderen.
Begin deze eeuw reisde Ferd af naar India omdat hij zich in wilde zetten voor het verbeteren van de positie van straatkinderen. Hij sprak tijdens dat eerste bezoek met vele kinderen die op straat moesten zien te overleven. Ook kwam hij in contact met Sr. Cyril, een Ierse non van de Loreto orde, die aan het hoofd stond van een English Medium School in Calcutta. Samen met Sr. Cyril en mensenrechtenactivist Harsh Mander, ontwikkelde Ferd het Rainbow Home model, waarbij straatkinderen worden opgevangen in bestaande scholen. Het idee is simpel, de impact groot. Vele Indiase straatmeisjes hebben sindsdien onderdak en een veilig thuis gevonden in een Rainbow Home. Daarnaast krijgen zij onderwijs, gezonde voeding, medische zorg en buitenschoolse activiteiten aangeboden. Alles is erop gericht om de meisjes in staat te stellen een onafhankelijke toekomst op te bouwen op basis van hun individuele kracht en mogelijkheden.
Ferd is van onschatbare waarde geweest voor de ontwikkeling van de Rainbow Homes in India. Met zijn wijsheid en bevlogenheid heeft hij velen in India en Nederland geïnspireerd. Inmiddels bestaat het netwerk uit 30 Rainbow Homes waar zo’n 2.500 meisjes een nieuw thuis hebben gevonden. De komende jaren zal het Rainbow team in India en Nederland gedreven verder bouwen aan Ferd’s droom om in 2018 10.000 meisjes te kunnen helpen.
Wij zullen zijn gedrevenheid, vasthoudendheid, humor, professionaliteit en inspiratie heel erg missen.’
Over Ferd van Koolwijk schreef ik onder meer op 28 juli 2011
in ‘Trouwerij’. – Hierna moet ik echter gewoon doorgaan met de normale nieuwsvoorziening. We duiken in het onderwerp landbouw en voeding. Op 24 oktober meldde Bionext ‘Biologisch
volop in het nieuws’:
‘In vijf jaar tijd zijn de consumentenbestedingen aan biologische voeding verdubbeld. Bij het Bio-Congres op 8 oktober maakte Bavo van den Idsert, directeur Bionext, bekend dat de grens van 1 miljard euro voor het eerst is doorbroken. Dit leverde een stroom aan berichten op in Nederlandse media. Alle grote dagbladen besteedden er aandacht aan, net als het NOS Radio-Journaal, BNR Nieuwsradio, RTL Nieuws, Nu.nl, Vara’s Vroege Vogels en een groot aantal vakbladen (o.a. Boerderij, Distrifood). Een mooi duwtje in de rug voor de biologische sector!’
Op 11 oktober kwam men met ‘Biologisch
kan de wereld duurzaam gezond voeden’:
‘Bionext nam 10 oktober deel aan het rondetafelgesprek over duurzame voeding met de leden van de Vaste Kamercommissie EZ. Vanuit sommige Wageningse kringen wordt regelmatig gemeld dat biologische landbouw de wereld niet kan voeden, omdat zij 2x zoveel areaal nodig zou hebben. Grond die er gewoonweg niet is. Dat laatste klopt wel enigszins, zeker als je het over vruchtbare grond hebt, want mondiaal gezien rent de bodemvruchtbaarheid van landbouwgronden schrikbarend achteruit.
Als de discussie oplaait over het wereldvoedselvraagstuk, dat overigens vooral een verdelingsvraagstuk is, draait Bionext de vraag meestal om: “Kunnen we met de huidige (gangbare) manier van voedsel produceren en landbouw bedrijven de wereld op termijn blijven voeden?” Het antwoord op die vraag is “nee”, omdat we de belangrijkste voorwaarden voor voedselproductie, vruchtbare bodems en biodiversiteit, aan het afbreken zijn. Dit wordt internationaal erkend. FAO-Glasod heeft mondiaal de mate van bodemdegradatie in beeld gebracht. Dit geeft een schrikbarend beeld, dat de laatste tijd nog weer verergerd is. Ook de uitkomsten van de global soil week tonen aan dat bodem en bodemkwaliteit sterk onder druk staan.
Is de biologische aanpak dan beter voor bodem en biodiversiteit? Ja, Wageningen UR heeft twee jaar geleden een uitgebreide inventarisatie uitgevoerd, die aantoont dat biologische landbouw beter is voor de bodemkwaliteit. Zie ook: www.saveoursoils.nl, de actie van de FAO en Nature&More waar Bionext zich bij heeft aangesloten.
Is door de lagere opbrengst in biologische landbouw dan niet juist meer landbouwgrond nodig en gaat daardoor biodiversiteit verloren? Nee, niet per se, want:
a) Landbouw en biodiversiteit kunnen elkaar juist versterken. In landschappen met een gevarieerd landschap met natuur en (duurzame) landbouw is biodiversiteit vaak groter dan in landschappen met alleen landbouw of alleen natuur.
b) De lagere opbrengst van biologisch geldt alleen voor de landen met een zeer hoge gangbare landbouw productie (zoals Nederland). Voor een groot deel van de wereld is dit verschil er niet of scoort biologisch soms zelfs beter. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de 30 jaar durende Rodale experimenten in de Verenigde Staten.
Je kunt van de gebieden met zeer intensieve en hoge productie afvragen of dit systeem in relatie tot bodemkwaliteit op de lange termijn houdbaar is.
De FAO heeft vanaf 2007 een aantal publicaties uitgebracht die aantonen dat de biologische productie in arme landen vaak hoger is dan reguliere landbouw. En in de laatste FAO studie Voedselonzekerheid 2012 wordt gemeld dat uitbreiding van de landbouw noodzakelijk is voor hongerbestrijding. “De meeste arme mensen zijn afhankelijk van landbouw. De meest effectieve manier om honger te verminderen is uitbreiding van landbouw door kleine boeren, vooral vrouwen, zodat het werkgelegenheid oplevert voor de armsten.”
Kortom, de oplossing ligt niet in de geïntensiveerde teelt van monoculturen, zoals tabak, suiker, soja en maïs. Deze producten zijn wel handig voor de assemblage van prefab food en zijn dus zeer winstgevend. Maar tegelijkertijd zijn het de veroorzakers van de epidemie van overgewicht, diabetes (150 miljoen in India!) en al die andere welvaartziekten, waar we alleen al in Nederland via de gezondheidszorg miljarden aan uitgeven. De enige manier om deze cirkel te doorbreken is het koppelen van de beleidsthema’s agrofood en gezondheidszorg en het inzetten op preventie.
Zie ook:
http://globalsoilweek.org/media-publications/videos/
http://www.isric.org/projects/global-assessment-human-induced-soil-degradation-glasod
http://www.biokennis.nl/Nieuws/Pages/biologischelandbouwscoortgoedopintegraleduurzaamheid.aspx
http://edepot.wur.nl/186702
http://66.147.244.123/~rodalein/wp-content/uploads/2012/12/FSTbookletFINAL.pdf
ftp://ftp.fao.org/paia/organicag/ofs/OFS-2007-5.pdf
http://www.bionext.nl/zakelijk/feiten-cijfers/per-thema/wereldvoedselproductie/onderzoek-fao-biologische-landbouw
http://www.bionext.nl/sites/www.bionext.nl/files/FAO-rapport.pdf’
We gaan nog even verder met landbouw en voeding. Op 25
oktober meldde Biojournaal ‘Estafette Maastricht bestaat 10 jaar’:
‘Estafette Maastricht viert van 28 oktober tot en met 2 november haar tiende verjaardag. Dit met extra feestelijke aanbiedingen en proeverijen. Ook is er een spaaractie voor een gratis biologische kersenvlaai van de bakker.
Op zaterdag 2 november zal om 12:00 uur het glas geheven worden op de winkel. Donderdag 31 oktober wordt een proeverij georganiseerd met zuivel van koeien met horens, van Zuiver Zuivel. Op vrijdag 1 november kan men proeven van de rauwe chocolade van Lovechock en de rijstdranken van Isola Bio. Op zaterdag 2 november wordt een demonstratie georganiseerd door Dr. Hauschka (12:00 tot 16:00 uur) en kan men proeven van vegaburgers van Paddestoel.
Voor meer informatie: Estafette Maastricht, Rechtstraat 48a, 6221 EK Maastricht, 043 3251137, maastricht@estafette.org, www.estafettewinkel.nl’
Twee dagen eerder, op 23 oktober, deed Biojournaal ‘Verslag van Toekomst Zaaien bij Doornik Natuurakkers’:
‘Op zondag 13 oktober werd met de hand een akker ingezaaid met Natuurakkers deed als één van de twaalf bedrijven in Nederland mee aan het internationale project “Toekomst zaaien”. Deze wereldwijde actie is in 2006 door twee Zwitserse BD-boeren gestart om burgers actief te betrekken bij het behoud van ons eigen zaadgoed en een vruchtbare bodem. Toekomst zaaien wordt in Nederland georganiseerd door Stichting Demeter (keurmerk bio-dynamisch voedsel), de BD vereniging, stichting Zaadgoed en de consequente Biobakker. Het draait allemaal om behoud van biodiversiteit en de toename van lokale betrokkenheid van burgers bij wat de boer en de bakker doen.
Louis Dolmans, biologisch-dynamisch boer en voorzitter van de stichting Doorniknatuurakkers, checkte zondagochtend buienradar, wat hij zag stemde tot het ramen van een goed noodplan voor de geplande buitenactiviteit “Toekomst Zaaien”. Er werd zoveel hemelwater voorspeld, dat het op zijn prachtige rivierklei-akkers problemen zou gaan geven. Gelukkig kon hij met de zaaiers in spé uitwijken naar de nabije schuur van Landgoed Doornik, waarin zich ook de zalmrokerij van de heer Jeen Cnossen bevindt.
Een diapresentatie werd in elkaar gedraaid voor die bezoekers die weer en wind zou trotseren. Ontvangen werden ze met koffie en lekkers van de consequente Biobakker, sponsor en bekend om zijn vele heerlijke broden van authentieke oude graanrassen.
De bezoekers werden uiteindelijk nog beloond met een bui-loos moment waarin direct de kans werd gegrepen om vanaf de rand de akker in te zaaien met graan. “Vorig jaar waren er meer dan 150 deelnemers, dit jaar ongeveer 50. De bijzondere omstandigheden en de kleinere groep maakten de sfeer intiem en toegewijd”, aldus Louis, die terugblikt op een mooie dag. “Met dergelijke evenementen worden burgers zich ervan bewust dat ze waarde kunnen toevoegen aan het ons omringende landschap en aan natuurbehoud in het algemeen. Het goede gevoel dat ze krijgen stimuleert hen de handen uit de mouwen te steken.”
Hét succesverhaal van Doornik Natuurakkers heeft een duidelijke ruggengraat en is altijd weer interessant voor toehoorders omdat er vanuit zoveel verschillende invalshoeken over verteld kan worden. Hoofddoel is de terugkeer en bescherming van akkervogels door de keuze aan te moedigen voor graanakkers in de Nederlandse agricultuur. Graan als voedsel voor vogel én mens. Het geheel wordt duurzaam als het voedsel hoogwaardig van kwaliteit is, zodat er bij de mens vraag naar is. Ook dat is een uitdaging.
Louis vertelt: “De geelgors in ons deel van het rivierengebied vrijwel geheel verdwenen. Dit staat in nauwe relatie met de industrialisatie van de landbouw, waarbij heggen en houtwallen verdwenen en afwisselende akkergewassen werden vervangen door eenvormige teelt De overgang van zomergraan op wintergraan heeft tot gevolg dat er voor een aantal typische akkervogels in de winter geen voedsel meer op de akkers te vinden is. Door heel bewust te kiezen voor een biologisch-dynamische bodembewerking, verbetert het bodemleven enorm. Zo bouwen we de samenhang van jaar tot jaar op. We zien dat het in elkaar grijpt, dat het klopt. De patrijs heeft daar al duidelijk van geprofiteerd.”
Edgar Grunder van de Biobakker vervolgde het verhaal. Hij werkt nu vier jaar samen met Louis en zijn Demeter-gecertificeerde akkers. Dit jaar is er voldoende graan in Demeter kwaliteit beschikbaar voor het bakken van een uitgebreid assortiment van broden. Vorig jaar tijdens “Toekomst zaaien” werd het “Broodje Doornik” met Rode Emmer uitgereikt. Rode Emmer is een oud graangewas met een robuuste smaak. Voor de Biobakker is het een uitdaging om deze smaak helemaal tot z’n recht te laten komen in een speciaal brood. Dit jaar volgde zijn broertje, een broodje met witte Emmer en speltbloem als luchtiger variant en met een zachtere smaak. Iedere bezoeker kreeg een broodje uitgereikt.
Verder was er een proeverij ingericht waar talrijke broden van aparte graanrassen, zoals het Demeter-gecertificeerde tarweras “Goldblume” te proeven waren. Meest verrassende nieuwkomer is het Lupinebrood van de Biobakker. De Lupine, oorspronkelijk een groenbemester, is afkomstig van Doornik Akkers en levert samen met lichtkorn-rogge, ook een roggeras van Demeter kwaliteit, een smakelijk broodje. Door de toevoeging van lupine wordt een heel goede eiwitkwaliteit verkregen met een laag koolhydraatgehalte.
Na het zaaien en het inspirerende verhaal van Louis was er nog een borrel in de schuur. Jeen Cnossen zorgde voor het ontkurken van de wijn. Voeg daarbij zijn lokaal gerookte zalm, geserveerd op brood van de Biobakker, gemaakt van Bemmels graan, en je hebt een monument voor de toekomst van meer lokaal geproduceerd voedsel, mét betrokkenheid van bevolking. de lokale En de vogels varen er wel bij.
Voor meer informatie: www.biobakker.nl’
Bionext kwam 25 oktober met het bericht ‘Biologisch &
gezondheid’:
‘In de afgelopen twee jaar is het thema voeding en gezondheid vaak in het nieuws geweest. U herinnert zich vast nog de stroom aan berichten naar aanleiding van het onderzoek van Stanford University in 2012. In deze folder, verspreid bij het Bio-Congres op 8 oktober jl, halen we een aantal publicaties, onderzoeken en nieuwsitems naar boven, die te maken hebben met het thema voeding en gezondheid. Dat doen we zonder te pretenderen volledig te zijn; dit document is geen “stand van de wetenschap”, meer een handige verzameling korte berichten voor iedereen die beroepsmatig interesse heeft in het onderwerp.’
Het is inderdaad bijzonder handig dit alles een sop een rij
te hebben:
‘Inhoud
1) Maatschappelijke ontwikkelingen
2) Biologisch in 'n notedop
3) Onderzoeken naar biologische voeding en gezondheid
4) Biologische voeding als onderdeel van een gezonde leefstijl
5) Indirecte effecten van biologische productie op gezondheid
6) Onderzoek naar resten van bestrijdingsmiddelen in gangbare voeding
7) Uw input is welkom
1) Maatschappelijke ontwikkelingen
Gezondheidszorg
De gezondheidskosten zijn in 2013 gestegen tot 92 miljard, 15,4% van de begroting der Nederlanden. Hier zijn allerlei redenen voor. Een fors deel van de kosten heeft te maken met het feit dat mensen ouder worden en langer verzorgd moeten worden. Een deel ook heeft te maken met directe en indirecte kosten van een ongezond eetpatroon en problemen die daaruit voortkomen, zoals overgewicht en welvaartsziekten.
Westers eetpatroon
In de laatste 60 jaar is het Westerse eetpatroon sterk veranderd. Verse producten zijn voor een fors deel vervangen door fastfood en verwerkte producten die rijk zijn aan suiker, vet en zout en arm aan gezonde inhoudsstoffen en vezels. De opkomst van obesitas, diabetes 2 en andere welvaartsziekten worden direct hiermee in verband gebracht. Wereldwijd zijn er meer mensen met overgewicht dan ondervoede mensen. Een Amerikaanse studie verwacht dat in de VS bijna 50% van de bevolking in 2030 obees zal zijn als de huidige voedingsgewoonte niet wijzigt; met enorme directe kosten (gezondheidszorg) en indirecte schade (vermindering van productiviteit door ziekte) als gevolg.
In de periode 2009-2011 hadden zo’n 6,5 miljoen mensen in Nederland overgewicht. Dat is circa 41% van de bevolking. Ongeveer 1,5 miljoen mensen had ernstig overgewicht (obesitas), dit is circa 10% van de bevolking. Overgewicht, en dan vooral ernstig overgewicht, heeft diverse gezondheidsrisico’s. Zo kan het leiden tot suikerziekte, hartziekten en een verminderd psychisch welbevinden. Bron: CBS
McKinsey beraamde enkele jaren geleden de directe en indirecte kosten van obesitas in Nederland op 2,5 miljard euro per jaar. Met een beleid dat gezonde eetpatronen stimuleert, kun je als samenleving dan ook veel geld besparen.
2) Biologisch in ’n notedop
Waarom kiest een consument voor biologisch?
Al jarenlang is de Top 3 van aankoopredenen: smaak, gezondheid en dierenwelzijn. Bij gezondheid kan het gaan om de eigen gezondheid of die van een ander, bijvoorbeeld je kind. Andere aankoopredenen die voor velen een rol spelen zijn o.a. biodiversiteit, milieu en gentechvrije productie.
Gezond systeem
Een gezond landbouwsysteem levert gezonde producten op. Dat is in het kort het uitgangspunt van een biologische boer of tuinder. Daarom mogen dieren hun natuurlijke gedrag vertonen, is er volop aandacht voor bodem- en plantgezondheid en worden kunstgrepen zoals chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en gentech achterwege gelaten. Iedereen profiteert van de biologische productiewijze, ook mensen die zelf geen biologische producten kopen. Denk aan schone bodems, schone sloten tussen de weilanden en een grotere soortenrijkdom op en rond de boerderijen. In de verwerkingsfase geldt ook dat het product zo natuurlijk mogelijk moet blijven. Daarom mogen geen chemisch-synthetische kleur-, geur- en smaakstoffen worden gebruikt.
3) Onderzoeken naar biologische voeding en gezondheid
Onderzoek over het al dan niet gezonder zijn van biologische producten versus producten uit de gangbare landbouw staat nog in de kinderschoenen. Voor een deel komt dat doordat onderzoek (...) naar lange-termijn-effecten immers noodzakelijkerwijze vele tientallen jaren duurt. Dat betekent bijvoorbeeld dat een onderzoek dat aantoont dat een biologische gekweekt gewas méér antioxidanten bevat nog niet bewijst dat dit gewas daarom ook gezonder is, want de rol van antioxidanten voor de gezondheid is op zichzelf nog omstreden. Bron: WikiPedia
Literatuurstudie Stanford University
In 2012 werd een omvangrijke literatuurstudie gepubliceerd van Stanford University, Verenigde Staten, naar later bleek gefinancierd door grote bedrijven als Cargill, de aan Monsanto verbonden Bill & Melinda Gates Foundation, BP en Goldman Sachs. Hierin is een groot aantal studies vergeleken. Ze concludeerden dat er tot nu toe weinig bewijzen zijn voor gezondheidseffecten van biologische voeding (“Little evidence of health benefits”) en dat er meer onderzoek naar gedaan moet worden. De onderzoekers voegden daar het volgende aan toe: “Consumption of organic foods can reduce the risk of pesticide exposure”. Vrij vertaald: het consumeren van biologisch voedsel kan het risico verminderen op blootstelling aan residuen van bestrijdingsmiddelen.
Weinig bewijzen, veel aanwijzingen
Alhoewel er verschillen gevonden worden in biologische producten op het gebied van vitamines, mineralen, andere nutriënten en contaminanten, zijn deze verschillen niet direct door te vertalen naar effecten op gezondheid. Uit de literatuur zijn wel de volgende aanwijzingen te halen:
– Biologische voeding kan mogelijk een rol spelen bij de bescherming tegen allergische klachten of
– bij de goede opbouw van het immuunsysteem. Aanwijzingen zijn terug te vinden in verschillende studies, zowel bij mens als dier.
– Mogelijk is er een licht verhoogde vruchtbaarheid bij dieren/mensen die biologische producten eten.
– Mogelijk hangt de consumptie van biologische voeding samen met een lager lichaamsgewicht.
– Mogelijk hangt de consumptie van biologische voeding samen met een lager risico op chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten en kanker. Een hoger gehalte aan antioxidanten in biologische producten, een hoger antioxidatief effect van biologische extracten op groei van kankercellen, hogere antioxidantniveaus in het bloed en een lager percentage vetweefsel in biologisch gevoede dieren zouden potentieel tot dit effect kunnen leiden.
Bron: Louis Bolk Instituut & Rikilt.
Inhoudsstoffen: zuivel, groente en fruit
Zuivel
Er zijn beperkte, maar duidelijke aanwijzingen dat biologische zuivelproducten meer gezonde vetzuren bevatten. De gezonde vetzuren waar het om gaat zijn Geconjugeerd Linolzuur (CLA) en omega-3 vetzuren. Omega-3 vetzuren (n-3 vetzuren) worden geassocieerd met een lagere kans op hart- en vaatziekten.
Groenten en fruit
Een grotere oogst door sterke bemesting resulteert vaak in een lagere hoeveelheid mineralen en vitaminen in een product. Voor biologische producten (minder sterk bemest) kan dit dus betekenen dat de hoeveelheid vitamines en antioxidanten hoger is. Verschillende studies laten inderdaad ook duidelijk hogere niveaus zien.
Voor de mens zijn antioxidanten van belang voor het tegengaan van beschadigende invloeden van oxidatieve processen. Dit gebeurt door het wegvangen van “vrije radicalen”, reactieve stoffen die vrijkomen tijdens oxidatieve processen. Door deze beschermende werking worden ze in verband gebracht met een lager risico op hart- en vaatziekten en kanker. Stoffen met een antioxidantwerking zijn o.a. vitamine C en ß-caroteen (voorloper van vitamine A) en de secundaire metabolieten polyfenolen en flavonoïden.
Er zijn veel literatuurreviews verschenen met vergelijkingsstudies van de samenstelling van biologisch en gangbaar geteelde groente en fruit. Volgens een recente review van de Soil Association, waarin alleen die onderzoeken zijn meegenomen die van methodologisch voldoende niveau waren, hebben biologische producten vergelijkbare of hogere vitamine C-gehaltes. Verder blijkt dat een hoger vitamine C gehalte vaak gepaard gaat met een lager nitraatgehalte.
De tendens tot een hoger vitamine C is wel mede afhankelijk van de rijpheid, behandeling na de oogst, weersomstandigheden, grondvochtigheid en grondvruchtbaarheid. Verder wordt aangegeven dat de hogere vitamine C-gehaltes vooral worden gevonden in de groene bladgroenten.
Meer droge stof
Er zijn duidelijke aanwijzingen dat biologische producten een hoger drogestofgehalte hebben. Dat betekent per portie relatief meer inhoudsstoffen (o.a. koolhydraten, eiwitten, vetten, mineralen, vitamines) en minder water.
Biologische voeding en resten van bestrijdingsmiddelen
Geen pesticiden meer in urine
Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat zodra kinderen overstappen op biologische maaltijden, de sporen van pesticiden onmiddellijk uit de urine verdwijnen. Bron: “Organic Diet Cuts Kids’ Food Pesticide Levels”, Atlanta (US)
Nauwelijks pesticiden in bio wijn
De Franse “consumentenbond” Que Choisir liet 92 flessen wijn uit alle bekende wijnstreken in Frankrijk testen in een laboratorium (sept 2013). In alle flessen zaten resten van bestrijdingsmiddelen. Er werden zelfs twee verboden middelen aangetroffen, het giftige bromopropylate en het bestrijdingsmiddel carbendazim. Eén fles spande de kroon en bevatte maar liefst 14 soorten landbouwgif. Biologische wijnen waren ook meegenomen in de test. Daarin werden eveneens sporen van bestrijdingsmiddelen aangetroffen, maar zeer weinig. Als verklaring is genoemd dat biologische wijngaarden vaak grenzen aan gangbare wijngaarden en dat pesticiden zo ook “bij de buurman” terechtkomen.
BIOKAP, strenge controle op residuen
Het biologische bedrijfsleven heeft een eigen residumonitoringssysteem: BIOKAP. In vier jaar tijd zijn 4.000 residu analyses op biologische producten van een twintigtal deelnemende bedrijven in de BIOKAP database verzameld. Wat laat BIOKAP zien?
Ruim 80% van de biologische producten is residuvrij en bevat dus geen resten van bestrijdingsmiddelen. In de resterende analyses worden zeer kleine hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Hierbij gaat het om waarden die onder de strengst denkbare norm zitten voor voedsel, namelijk die van babyvoeding. Slechts in enkele gevallen worden contaminaties boven de babyvoedingnorm aangetroffen. BIOKAP onderzoek naar het ontstaan van contaminaties in biologische producten toont aan dat de contaminaties in 9 van de 10 gevallen veroorzaakt worden door onwetendheid: ongewilde contaminaties op het land, tijdens vervoer of in het productieproces. Dankzij de BIOKAP monitoring worden de oorzaken opgespoord en in de praktijk opgelost. Bron: www.biokap.nl
Effecten op gezondheid van biologische voeding bij mensen
PARSIFAL
PARSIFAL is een retrospectief onderzoek in vijf landen waarbij nagegaan wordt in hoeverre de antroposofische leefstijl bij kinderen beschermend kan werken voor allergie. De kinderen werden in de 5 landen geworven via de Vrije Scholen of Steiner scholen. Binnen Nederland hebben het Louis Bolk Instituut en het RIVM hieraan bijgedragen. Uit de PARSIFAL studie blijkt dat het risico op allergische aandoeningen circa 37% verlaagd is voor kinderen die biologische voeding eten als onderdeel van een antroposofische leefstijl. Bron: Alm, 1999
KOALA
In het KOALA onderzoek, een lopend Nederlands cohort-onderzoek met jonge kinderen, blijkt dat het eten van een biologische voeding een niet significante reductie van 23% op het hebben van eczeem laat zien. Als de kinderen strikt biologische melk (>90%) dronken, werd een reductie van het risico op eczeem van 36% gevonden (Kummeling, 2008). Zolang er financiering voor het project gevonden kan worden, zal de groep kinderen worden gevolgd. Bron: Louis Bolk Instituut
Kippen en biologisch
In het project “Biologisch gezonder?”, waarin twee generaties kippen biologisch of gangbaar geproduceerd voer kregen, zijn effecten op het immuunsysteem waargenomen. Uit deze studie is geconcludeerd dat de biologische gevoerde kippen een iets alerter immuunsysteem lijken te hebben (Huber, 2007).Uit voorgaande studies is duidelijk dat er effecten van type voer op het immuunsysteem zijn te vinden. De vraag blijft vooralsnog onbeantwoord of dit gezonder is en of de ze effecten ook tot een gezondheidswinst op langere termijn kunnen leiden. Bron: Louis Bolk Instituut
Fruitvliegjes en biologisch
Op de Southern Methodist University van Dallas (VS) is onderzocht wat het effect van biologische voeding is op de gezondheid van fruitvliegjes. De onderzoeksbegeleider: “Tot onze verbazing, deden de vliegen die een biologisch menu kregen het in de meerderheid van de tests veel beter in gezondheidstests dan de vliegen die gewoon eten kregen. Ze leefden langer, hadden een hogere vruchtbaarheid, en een veel groter voortplantingsresultaat gedurende hun leven.” De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift PLOS ONE.
4) Biologische voeding als onderdeel van een gezonde leefstijl
Mensen die voor biologische producten kiezen blijken over het algemeen een gezondere voedingskeuze en leefstijl te hebben. Een Deense studie liet zien dat vrouwen die biologisch aten een voedingspatroon hadden met meer groente, vezels, omega 3 vetzuren en minder verzadigde vetten. Bron: Petersen, Public Health Nutrition, 2012
In een Duitse studie uit 2010 naar koopgedrag van consumenten, was de onderzoeksvraag: Wie maakt de gezondere voedingskeuzes en wie gedraagt zich gezondheidsbewuster: kopers van biologische of niet-biologische voeding? De representatieve gegevens voor Duitse volwassenen toonden aan dat biologische kopers – gebaseerd op de huidige voedingsaanbevelingen – een betere voedingskeuze maken dan niet-biologische kopers. Zij eten meer fruit en groenten, minder vlees en snoep en benaderen daardoor de aanbevolen inname van veel voedingsstoffen dichter dan niet-biologische kopers. De betere voedingskeuze ging ook gepaard met goede voedingkennis en algemeen bewuster gezondheidsgedrag. Bron: Hoffmann, I., Spiller, A. (2010). Zie ook: www.boelw.de/biofrage_19.html
Klant EkoPlaza leeft gezond
CentERdata heeft onderzoek gedaan naar het gezondheidsprofiel van klanten van EkoPlaza. De gezondheid van de gemiddelde EkoPlaza-klant is vergeleken met de gezondheid van de gemiddelde Nederlander. Uit de resultaten blijkt dat EkoPlaza-klanten zich aanzienlijk gezonder voelen en een beduidend lager BMI (23,3) hebben dan de Nederlandse bevolking gemiddeld (25,5). EkoPlaza klanten hebben veel minder vaak last van overgewicht en obesitas (25,8% vs. 48,7%), maar het percentage personen met ondergewicht ligt wel iets hoger (4,2% vs. 2,4%). Voor de meeste medische klachten zoals hartklachten, problemen met ademhalen, hoge bloeddruk en hoog cholesterol, maar ook voor klachten die minder duidelijk gerelateerd zijn aan overgewicht zoals hoofdpijn en verkoudheidsklachten geldt dat EkoPlaza-klanten ze minder vaak ervaren dan de Nederlandse bevolking. Wel hebben EkoPlaza-klanten vaker last van maag- en darmproblemen (17,6%) dan gemiddeld (13,6%). Vergeleken met de Nederlandse bevolking als geheel hebben EkoPlaza-klanten een gezonder eetpatroon met aanzienlijk meer groente en fruit en minder vlees en roken zij ook veel minder vaak.
We benadrukken dat met dit onderzoek géén causale relatie tussen het consumeren van biologische voeding en gezondheid vastgesteld is. De gevonden verschillen kunnen ook verklaard worden doordat EkoPlaza-klanten bewuster met gezonde voeding bezig zijn of doordat gezonde mensen vaker kiezen voor biologische producten en dus vaker voor EkoPlaza. Het wetenschappelijke onderzoek naar de causale relatie tussen biologisch eten en gezondheid is complex en staat nog in de kinderschoenen en is nadrukkelijk géén onderdeel van dit onderzoek. Wat we wel kunnen concluderen is dat EkoPlaza-klanten meer dan gemiddeld gezond zijn op een groot aantal aspecten. Daarmee heeft EkoPlaza zich een waardevol asset verworven: a healthy customer base. Bron: CentERdata maart 2013
5) Indirecte effecten van biologische productie op gezondheid
Minder antibioticumgebruik
Overmatig antibioticumgebruik in de intensieve veehouderij leidt tot tal van problemen en draagt bij aan de opkomst van resistente bacteriën. Resistentie tegen antibiotica kan ertoe leiden dat mens en dier minder effectief behandeld kunnen worden. Uiteindelijk kan de situatie ontstaan dat er geen werkzame antibiotica meer zijn om bacterieel geïnfecteerde mensen en dieren te behandelen.
De overheid wil dat het gebruik drastisch wordt verminderd. De biologische sector wil koploper zijn en blijven als het gaat om diergezondheid en dierenwelzijn. Er wordt gestreefd naar welzijnsvriendelijke houderijsystemen waarin antibioticumgebruik niet of nauwelijks nodig is. Op www.antibioticachecker.nl leest u hoe dit in de praktijk wordt gebracht, om te beginnen door de biologische vleeskippensector. Bron: Bionext
Schoner milieu, meer biodiversiteit
Iedereen profiteert van de biologische productiewijze, ook mensen die zelf geen biologische producten kopen. Denk aan schone bodems, schone sloten tussen de weilanden en een grotere soortenrijkdom op en rond de boerderijen.
Verduurzaming hele landbouw
Het afgelopen decennium zijn tal van verworvenheden uit de biologische landbouw overgenomen in de zich verduurzamende reguliere landbouw. Naast bodemvruchtbaarheid valt hierbij te denken aan vermindering van pesticidengebruik, verbetering van dierenwelzijn, terugdringen van antibioticumgebruik en het behoud van biodiversiteit. Deze ontwikkelingen worden toegejuicht door een groeiende groep consumenten en zullen in de komende jaren zeker een vervolg krijgen.
6) Onderzoek naar resten van bestrijdingsmiddelen in gangbare voeding
Resten van bestrijdingsmiddelen in groente en fruit
De wettelijke normen voor resten landbouwgif op groente en fruit zijn vaak veel te hoog. Daardoor kan het dat groente en fruit in de winkelschappen voldoet aan de wet terwijl er wel gezondheidsrisico’s zijn. Dat blijkt uit een onderzoek van Milieudefensie en Foodwatch op basis van cijfers van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit. Van de 957 onderzochte wettelijke normen voor producten zijn er 89 (ruim 9%) onveilig bevonden: de wettelijke Maximum Residu Limiet (MRL) laat dan een overschrijding van de gezondheidsnorm toe en beschermt de consument dus niet. Bron: Weet wat je eet, sept. 2013
Glyfosaat in urine
Uit onderzoek van Milieudefensie en Friends of the Earth Europe in achttien Europese landen blijkt dat mensen het gif glyfosaat in hun lichaam hebben. Bij vijf van de acht Nederlandse proefpersonen zijn resten van het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat in de urine gevonden. Van alle Europese deelnemers is vierenveertig procent positief getest op de aanwezigheid van glyfosaat, ook wel bekend onder de merknaam Roundup. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) test niet op de aanwezigheid van dit gif op groente en fruit. Milieudefensie pleit voor meer onderzoek en meer controle op dit veelgebruikte middel. In totaal zijn er 182 urinemonsters onderzocht. Bron: Milieudefensie
Roundup in brood
Veel graanboeren gebruiken Roundup (glyfosaat) als “vooroogsttoepassing”. Het gewas wordt doorgespoten. Dan droogt het beter en is er dus minder kans op schimmel. Er werd verondersteld dat Roundup niet in het brood terecht kon komen omdat de eventuele residuen tijdens het bakproces vernietigd zouden worden. Een Duits onderzoek van Ökotest in 2013 toont aan dat dit niet juist is. In 14 van de 20 onderzochte (niet-biologische) vlokken, broden en meel werden resten Roundup gevonden. In één geval zelfs zoveel dat het brood niet meer verkocht had mogen worden. Het voorlichtingsbureau brood bevestigt dat ook in Nederland deze “vooroogsttoepassing” wordt gebruikt. Er zijn geen onderzoeken publiek (gemaakt) hoe het in Nederland met Roundup in het brood zit. Roundup wordt in verband gebracht met o.a. Parkinson, geboorteafwijkingen en miskramen en komt in grote hoeveelheden in het grondwater.
Meer kans op borstkanker
Vrouwen die veel brood, aardappels en wortel- en knolgewassen eten, hebben meer kans op het ontstaan van borstkanker. Dat komt niet doordat het voedsel niet deugt, maar door het cadmium dat zich in de grond bevindt waar de groenten worden verbouwd en dat bewerkt is met kunstmest. Groenten en graanproducten, aardappels en wortel- en knolgewassen (vooral rapen en pastinaken) zijn de grootste boosdoeners. Zij bevatten het hoogste gehalte cadmium.
Vrouwen met normaal lichaamsgewicht die regelmatig aardappels en brood eten, verhogen hun kans op borstkanker naar 27 procent, terwijl de kans van alle vrouwen om borstkanker te ontwikkelen 21 procent is, aldus de onderzoekers van het Karolinska Instituut in Zweden. Zij deden een onderzoek van twaalf jaar naar het voedingspatroon en de gezondheid van bijna 56.000 vrouwen. Het gehalte cadmium in het lichaam kan volgens de onderzoekers worden verlaagd door het eten van volkorenmeel en andere soorten groenten, liefst biologisch gekweekt.
Cadmium is een bijproduct van de productie van de mijnbouw en de winning van zink, koper en lood. Het zit ook sporadisch in ons drinkwater en in de lucht die we inademen, maar bovendien komen vrouwen er praktisch constant mee in aanraking door de cosmetica die zij gebruiken. Het zware metaal verstoort de hormoonhuishouding door de oestrogeenwerking na te apen, zo werd vastgesteld op de conferentie van de American Society for Biochemistry and Molecular Biology van 2012. Oestrogeen reguleert de groei van gezonde borstklieren. Bron: Cancer Res, 2012; 72: 1459-66
Hersenschade bij jonge kinderen
In 2008 bleek uit een studie van de Universiteit van Zuid-Denemarken en de Harvard School of Public Health dat veel gewasbeschermingsmiddelen die in de EU worden toegepast, schade kunnen toebrengen aan de hersengroei van foetussen en jonge kinderen. “De schade die de middelen aan de hersenen kunnen toebrengen wordt niet automatisch opgenomen in het testen van de middelen”, zegt Harvard-onderzoeker Philippe Grandjean. Bron: Biofood, sept 2012
Geboorteafwijkingen door Roundup
In Argentinië is verband gelegd tussen Roundup en gezondheid. Het tijdschrift Medisch Dossier verwijst naar een publicatie in New Scientist van 2004: “De meest voorkomende problemen waren geboorteafwijkingen, onvruchtbaarheid, doodgeboorte, miskramen en kanker.” Al bij lagere doseringen van glyfosaat, de werkzame stof in Roundup, kregen laboratoriumdieren geboorteafwijkingen, meldt hoogleraar Carrasco van de Buenos Aires Medical School. Vrouwen in een gebied met gentech-soja, kregen soms wel vijf miskramen achter elkaar. De professor werd wetenschappelijk aangevallen door de producent van Roundup, maar kreeg ook te maken met overvallen op zijn laboratorium en een geweldadige overval op hemzelf. Een staatscommissie verklaarde uiteindelijk glyfosaat verantwoordelijk voor de verviervoudiging van geboorteafwijkingen in de omgeving van de stad waar de bespuitingen met Roundup plaatsvonden en de verdrievoudiging van kanker bij kinderen in minder dan tien jaar tijd. Vergelijkbare voorbeelden komen uit Brazilië waar door bestrijdingsmiddelen afwijkingen aan het bewegingsapparaat en het zenuwstelsel van kinderen werden geconstateerd als de ouders hadden blootgestaan aan bestrijdingsmiddelen. Ontario meldde relaties tussen bestrijdingsmiddelen en vroege en late miskramen. In China is geconstateerd dat meisjes twee weken eerder geboren werden bij een verhoogd organofosfaatgehalte in de urine. Bron: Biofood, sept 2012
Meer kans op kanker
Leukemie komt significant vaker voor bij kinderen waarvan de moeder tijdens de zwangerschap blootgesteld is aan bestrijdingsmiddelen en hersentumoren als de vader hieraan was blootgesteld. Wie in een boomgaard werkt en dagelijks contact heeft met bestrijdingsmiddelen, heeft meer kans op hersenkanker. Het risico op prostaatkanker is 1,64 maal hoger voor wie in de gangbare akkerbouw werkt, laat een studie uit Californië zien. Wie de middelen voor kamerplanten gebruikt, ziet zijn risico zelfs verdubbelen. Een andere onderzoek uit Californië legt duidelijke relaties tussen bepaalde bestrijdingsmiddelen en het risico op Parkinson. Spaanse onderzoeken voegen daar Alzheimer en MS aan toe. Bron: Biofood, sept 2012
Meer kans op astma
Bestrijdingsmiddelen vormen een extra risico op vaatziekten voor mensen met overgewicht. De kans op astma en astma-aanvallen wordt door bestrijdingsmiddelen vergroot en bovendien kunnen ze de cognitieve ontwikkeling en het denkvermogen van kinderen remmen. Problemen met redeneren in de kindertijd waren het grootst bij kinderen van ouders met het hoogste gehalte bestrijdingsmiddelen in het bloed, zo bleek bij een onderzoek onder 404 New Yorkse kinderen. Voor het volledige (?) overzicht inclusief bronnen: zie Medisch Dossier, september 2012. Bron: Biofood, sept. 2012
Frisdrank: meer agressie bij vijfjarigen
Kinderen die vier of meer glazen frisdrank per dag drinken zijn twee keer zoveel geneigd om dingen van anderen kapot te maken, in gevechten te belanden en mensen aan te vallen. Ze kunnen ook moeilijk geconcentreerd blijven en trekken zich vaker terug vergeleken bij leeftijdsgenoten die geen frisdrank drinken. Dit concluderen onderzoekers onder leiding van de Columbia University in New York in the Journal of Pediatrics.
Bij de studie waren bijna 3000 Amerikaanse vijfjarigen betrokken, waarvan 43 procent tenminste een glas frisdrank per dag dronk en 4 procent meer dan vier glazen tot zich nam. Alle kinderen die frisdrank dronken, of dat nou één glas was of meer dan vier glazen, gedroegen zich agressiever dan degenen die zich hiervan onthielden. Dit effect bleef nadat gecorrigeerd was voor sociaal-demografische factoren, depressie van de moeder en geweld van een van de ouders.
Hoewel dit onderzoek niet de precieze relatie tussen het drinken van frisdrank en probleemgedrag beschrijft, zouden gedragsproblemen kunnen afnemen als kinderen minder of geen frisdrank dronken. Uit eerdere studies bleek al dat volwassenen agressiever, depressiever en suïcidaler worden door frisdrankconsumptie. Dit is het eerste onderzoek dat jonge kinderen in verband brengt met de gevolgen van dit bruisende drankje. Overigens kopen Amerikanen per persoon meer frisdrank dan mensen uit andere landen. Bron: NU.nl/Desiree Hoving
7) Uw input is welkom
Bionext nodigt lezers van dit document uit om gerelateerde onderzoeken, nieuwsberichten en verhalen te verzamelen en aan ons door te geven via redactie@bionext.nl. Met de informatie die dit oplevert, willen we tot een uitgebreidere publicatie komen over biologisch en gezondheid.’
Biojournaal berichtte op 22 oktober over een ‘Succesvolle leveranciersdag bij Udea’:
‘Afgelopen donderdag 17 oktober hield Udea een bijeenkomst voor de Nederlandse leveranciers en vrijdag 18 oktober voor de buitenlandse leveranciers. In totaal kwamen ruim 125 leveranciers naar de bijeenkomst die werd gehouden in het pand van de EkoPlaza academie te Utrecht.
Erik Does, algemeen directeur van Udea, trapte af. Hij heette iedereen van harte welkom en vertelde over de groei van het afgelopen jaar alsook de plannen voor aankomend jaar om die groei vast te houden. Udea zal haar koelwarenmagazijn uitbreiden met 2.300 vierkante meter. Tevens zal haar droogwarenmagazijn eind dit jaar verhuizen naar een ander pand in Veghel van maar liefst ruim 18.000 vierkante meter groot. Met name sprak hij over de trots voor biologisch die ze binnen Udea met z'n allen hebben bewerkstelligd. Mensen vertellen bijvoorbeeld met trots dat ze werken voor EkoPlaza, dat ze er boodschappen doen, maar leveranciers zijn ook trots als hun assortiment bij EkoPlaza verkrijgbaar is.
Verder sprak hij nog over de groei van de biologische omzet in Nederland. De gepubliceerde cijfers over de groei van biologisch in de supermarkten lijken iets vertekend. Waarschijnlijk is de groei in 2012 hoger geweest dan de nu in de media beschreven groei. In ieder geval groeit EkoPlaza significant harder dan de markt. Beide visies werden door de meeste leveranciers onderschreven. De missie om biologisch bereikbaar te maken wordt daarmee concreet.
Stephan Blommendaal, Purchasing Manager van Udea en tevens voorzitter van de coöperatieve inkoopvereniging Beyond Bio presenteerde de resultaten van Beyond Bio van het afgelopen jaar. De omzetgroei was lager dan vorig jaar, maar met 40% nog steeds enorm. Daarnaast sprak hij over de gezette doelstellingen voor 2014 waar een belangrijk aandachtspunt is om de concurrentiepositie voor de biologische supermarkten en speciaalzaken ten opzichte van de reguliere retail nog verder te optimaliseren.
Assortiments Manager Ivo van Reij liet zien hoe keuzes binnen het winkelassortiment gemaakt worden. Nauwkeurige schappenplananalyses op basis van kassagegevens en een nauwe samenwerking met een assortimentscommissie waar winkeliers zelf aan deel nemen resulteren in optimale schappenplannen en winkelindeling. Het effectiever en efficiënter wijzigen van het winkelassortiment krijgt aankomend jaar de aandacht.
Later blikte Hans van Mierlo, Marketing Manager, terug op de marketingactiviteiten die in 2013 zijn ondernomen. De successen die daarmee geboekt zijn en welke verbeteringen die doorgevoerd zullen worden in 2014. Zo vertelde hij dat er extra investeringen gedaan zijn in personeel en softwaresystemen om winkels lokaal beter te ondersteunen in marketing.
Daarnaast kwam het woord “waarachtigheid” vaak naar voren. Udea wil fors investeren om samen met de leveranciers kijken hoe ze het echte, eerlijke en pure verhaal van een merk of product over de bühne kunnen brengen om uit de prijsdiscussie te blijven. De laagste prijs zullen we nooit halen, wel de juiste met eerlijke uitleg. Zonder uitleg en passie komen we in een gevaarlijk vaarwater want alleen “biologisch & duur” zijn de komende jaren niet de juiste ingrediënten voor organische groei.
De dagen werden gezellig afgesloten met een rondleiding door de EkoPlaza in Utrecht waar leveranciers direct konden zien hoe hun producten erbij stonden en een gezamenlijke lunch.
Voor meer informatie: www.udea.nl, www.ekoplaza.nl’
Op 25 oktober schreef Lenneke Schot van Biojournaal het bericht ‘Zuiver Zuivel versterkt band tussen boer en consument. Edwin Crombags: “Bio-verkoop onder druk, Demeter groeit wel iets door”’:
‘De producten van Zuiver Zuivel zijn van oudsher exclusief verkrijgbaar in de biologische speciaalzaken. Zuiver Zuivel was het eerste biologische zuivelmerk. Het biologische zuivelmerk van Ecomel investeert al geruime tijd in de versterking van de band tussen de boer en de consument. Edwin Crombags geeft aan dat het in 2005 tijd was voor het merk om de volgende stap te maken: “We besloten ons te gaan onderscheiden door de veehouders op de voorgrond te zetten. Dit resulteerde in een portret en het verhaal achter het product op de verpakking. Hiermee zijn onze boeren aanwezig op de plek waar de consumenten hun bio-aankopen doen.”
Zuiver Zuivel wil graag consumenten en boeren met elkaar verbinden. Edwin vertelt dat Zuiver Zuivel daarbij echt uitgaat van de eigen kracht. In 2010 lanceerde het merk “Ontdek de herkomst”. Door een code op de website in te vullen kan de consument kennis maken met de boeren en boerinnen en het persoonlijke verhaal achter de melk in het product ontdekken. “Hiermee wilden we transparant maken waar de melk vandaan komt. Dit is een groot succes.” De transparantie omtrent de veehouders wordt onder meer ook vergroot door de blog van BD-melkveehouders Jan en Connie Rutte uit Zaandam op de website van ZuiverZuivel.
Onder het Zuiver Zuivel-merk worden zowel biologisch-dynamische als biologische zuivelproducten geproduceerd. Een groep van 15 biologisch-dynamische veehouders levert BD-melk die uitsluitend in Zuiver Zuivel-producten verwerkt wordt. Alle biologische melk van Zuiver Zuivel is afkomstig van de 125 biologische boeren die lid zijn van de coöperatie
Om de consumenten meer inzicht te geven in het boerenleven doet een aantal van de Zuiver Zuivel-boeren ieder jaar mee aan Lekker naar de Boer en worden er veel open dagen georganiseerd. “Dit biedt een unieke kans voor de consument om te zien hoe de boeren werken.” Zuiver Zuivel organiseert sinds twee jaar ook zeer regelmatig proeverijen in de natuurvoedingswinkels, waarbij vaak veehouders uit de buurt aanwezig zijn. “Wij willen de consument graag van onze producten laten proeven en de herkomst van de melk laten zien. Hiermee onderscheiden we ons van een ‘supermarkt-bio-merk’ waarbij de herkomst van de melk vaak onbekend is.”
Bio-zuivelverkoop onder druk, meer belangstelling voor BD-werkwijze
Edwin geeft aan dat sinds het begin van dit jaar in de supermarkten en Out of home de biologische zuivelverkoop wat onder druk staat. “Demeter groeit wel door. Ik verwacht dat ook de bio-zuivelverkoop na de recessie weer zal gaan stijgen.” Hij denkt dat de Demeter-verkoop doorgroeit door de toegenomen aandacht voor het keurmerk en de werkwijze erachter, waardoor een steeds groter deel van de consumenten in de speciaalzaak kiest voor Demeter-zuivel, en niet voor bio-zuivel uit de supermarkt. “Consumenten zien dat het onderscheidend is, en kiezen in toenemende mate voor de hoogste kwaliteit.”
Het valt Edwin in dit kader ook op dat er onder de Zuiver Zuivel-boeren meer belangstelling dan voorheen is in omschakeling van biologisch naar biologisch-dynamisch. “De belangstelling hiervoor ontstaat meestal als ze een aantal jaar in de bio-melkveehouderij actief zijn. Er is ook ruimte voor meer Demeter-boeren, dus dit is een mooie ontwikkeling. Onder reguliere melkveehouders is minder interesse in omschakeling naar biologisch omdat zij geen financiële noodzaak zien nu de reguliere melkprijs relatief goed is.”
Voor meer informatie: Edwin Crombags, Ecomel, Dusseldorperweg 36, 1906 AK Limmen, 072 5054100, Edwin.crombags@frieslandcampina.com, www.ecomel.nl, www.zuiverzuivel.nl’
Eerder, op 11 oktober, schreef Jan Willem Erisman, directeur-bestuurder
van het Louis Bolk Instituut, op de website van deze onderzoeksinstelling over
‘Duurzaam denken, ook in de gezondheidszorg’, naar aanleiding van ‘Duurzame Top
100 van Trouw bevat vooral denkers en doeners uit bedrijfsleven en sectoren als
energie, banken en agrarische productie’:
‘Visiestuk Louis Bolk Instituut: Duurzaam denken en handelen, nu ook in de gezondheidszorg
Duurzaamheid: ruim 3,6 miljoen Googleresultaten, de net gepubliceerde Duurzame Top-100 van dagblad Trouw, prijzen voor de duurzaamste ondernemer van Nederland, MVO-jaarverslagen...We gebruiken het begrip inmiddels op grote schaal, maar hoe staat het met duurzaam handelen in de gezondheidszorg? In de Trouw-top 100 van 2013 is geen afvaardiging van deze sector te vinden.
Er zijn steeds meer bedrijven en overheidsorganisaties die MVO hoog in het vaandel hebben en hun best doen om minder energie te verbruiken en duurzaam in te kopen. Dergelijke initiatieven – vooral gericht op voeding en energie – lijken in de praktijk wel afvinklijstjes, en het registreren is een doel op zich geworden. Maar echte duurzaamheid gaat over het denken in systemen in plaats van separate delen. En het gaat over aanpassingsvermogen en veerkracht.
“Oplossingen” in landbouw leiden tot problemen in gezondheid
In onze maatschappij gaapt een kloof tussen landbouw, voedsel en gezondheid. Deze drie pijlers worden niet meer gezien als een samenhangend systeem, maar als losse componenten. Experts van de Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding (RIDLV) concludeerden al in 2011 dat landbouw en voeding te veel ontkoppeld zijn. Gezondheid staat al helemaal separaat. De consequentie: interventies in het ene deel van de keten leiden tot problemen in een ander deel van die keten. Denk bijvoorbeeld aan de oplossing die antibiotica bieden bij ziektes in de veeteelt: we hebben inmiddels een fors probleem met antibioticaresistentie in ziekenhuizen.
Denken in samenhang in plaats van in deeltjes
Het “deeltjes-denken” is ontstaan in het wetenschapsdenken van de 18e eeuw. We hebben geleerd om complexe vraagstukken te ontrafelen en terug te brengen tot hapklare brokken. Zo zijn we in de natuurkunde afgedaald tot moleculen, elektronen, quarks, tot aan het Higgs-deeltje. Maar we zijn inmiddels zo zeer op details gefixeerd dat we het samenhangende systeem niet meer zien. Het systeem moet echter in zijn totaliteit goed presteren, en niet alleen op onderdelen.
Natuurlijke veerkracht van organismen versterken
Bij echte duurzaamheid gaan we uit van een gezond, veerkrachtig systeem, dat zich makkelijk aanpast of herstelt na verandering. Voor alle organismen geldt dat een systeem gezond is als het – binnen bepaalde marges - kan omgaan met stress, tijdelijke schaarste of andere uitdagingen van buitenaf (zie nieuwe concept gezondheid van Huber e.a.). In de landbouw zijn we – net als in de gezondheidszorg – getraind ons vooral te richten op het ongezonde weer gezond te krijgen. Door echter te focussen op de weerbaarheid van het systeem, en de natuurlijke functies van organismen te versterken, bevorder je gezondheid, en verduurzaamt het gehele systeem.
Duurzaamheid in de gezondheidszorg: mens en omgeving centraal
Iedereen weet inmiddels dat de kosten van de huidige gezondheidszorg de pan uit rijzen: verregaande specialisaties, een vergrijzende bevolking en een groeiend aantal welvaartsziekten. Ook de medische wereld ziet in dat het streven naar “absolute gezondheid” niet meer haalbaar is. We zijn dus gedwongen om anders (lees: duurzaam) te leren denken binnen de gezondheidszorg. Door de weerbaarheid en het adaptieve vermogen van de mens al van jongs af aan te stimuleren en door – naast aandacht voor het “genezen van kwalen en ziekten” – ook aandacht te schenken aan het “versterken van de veerkracht bij patiënten” werk je aan een duurzame gezondheid. Dit komt tegemoet aan de behoefte om de mens centraal te stellen in z’n omgeving, in plaats van alleen de klacht. Denken vanuit het systeem in plaats vanuit het detail: dat is duurzaam handelen, in landbouw, voeding en gezondheid.
Jan Willem Erisman,
Directeur-bestuurder Louis Bolk Instituut’
Nu denkt u misschien dat we zo zoetjesaan gaan overschakelen
naar de gezondheidszorg, maar op dat gebied is momenteel vrij weinig te melden.
Daarom gauw door naar een wél in de publieke belangstelling staand onderwerp:
onderwijs. ‘Op het dak van de wereld’ meldde ‘De
Havenloods Noord’ op 25 oktober (Kralingen en Crooswijk liggen in Rotterdam, mocht u dat niet weten):
‘Kralingen-Crooswijk – De leerlingen uit 6VWO van het Rudolf Steiner College zijn sinds vrijdag in de Kathmandu-vallei van Nepal voor hun ideële stage. Ze helpen school opknappen en geven de leraressen Engelse- en muziekles. Daarnaast gaan ze ook een weg helpen verstevigen die elk jaar deels wegspoelt door de moessonregens.
De reis betalen de leerlingen en hun ouders zelf. De leerlingen hebben het geld zelf verdiend door op Koninginnedag spullen te verkopen, net als op de lentemarkt van Vrije School Vredehof. Verder hebben ze 2800 euro subsidie gekregen van het Europees Platform. Mentor Sebastiaan Cooiman: “Ik hoop de leerlingen door deze stage iets mee te geven voor de rest van hun leven.” Het is niet toevallig dat de leerlingen naar Nepal gaan. Cooiman heeft daar met zijn Stichting Sanumaya een school en kinderhuis. “Het onderwijs in Nepal wordt beter, maar het kan nog beter. Het materiaal is vaak verouderd of ronduit slecht. In Nepal wordt in het onderwijs weinig aandacht besteed aan het individuele kind. Dat de een goed is in rekenen en de ander in taal, daar is weinig aandacht voor. Op de Karuna-school proberen ze dit nu wel.”
De Rotterdamse kinderen gaan “op het dak van de wereld” onderhoudswerkzaamheden verrichten aan het schoolgebouw, Engelse les geven aan de leraressen en een weg helpen verstevigen die elk jaar deels wegspoelt tijdens de moessonregens. “Maar we gaan ook kijken hoe de zon opkomt van achter de Himalaya, wandelen in de bergen en in de drukte in van Kathmandu.” Kijk voor meer informatie over het project in Nepal op www.stichtingsanumaya.nl.’
Ook ‘Stichting
Vrijescholen Athena’ had nieuws. Dit stond op 25 oktober op haar
Facebookpagina:
‘Toetreding Vrijeschool De Es tot Athena definitief
Het Ministerie van Onderwijs heeft formeel ingestemd met de fusie van Vrijeschool De Es uit Assen en Stichting Vrijescholen Athena. Daarmee is de toetreding van De Es tot Athena per 1 januari aanstaande definitief!
Bovenbouw in Twente!
Net als in Roermond en Zwolle gaat binnenkort ook in Twente een middenbouw van start onder de vleugels van een regulier schoolbestuur. Leerlingen van de vrijescholen in Oldenzaal, Enschede en Almelo en leerlingen van andere basisscholen kunnen vanaf augustus 2014 doorstromen naar een vrijeschoolafdeling die onder de vleugels van de Stichting Carmelcollege in Borne zal worden gerealiseerd.
Al in 2008 werd een eerste onderzoek afgerond naar de inrichting van een Bovenbouw vrijeschool in Twente. Dit gebeurde op initiatief van Stichting Vrijescholen Athena samen met de beoogde partner stichting Carmel. In de herfst van 2011 is het initiatief vanuit een oudervereniging (VVT e.o.) opnieuw opgepakt.
Dit heeft ertoe geleid dat Carmel in de herfst van 2013 heeft besloten tot het inrichten van een vrijeschoolafdeling Middenbouw (klassen 7 en onder het bestuur van Carmel. Dit kan worden gerealiseerd in Borne met als startdatum augustus 2014.’
En dit was hun nieuws daar van 28 oktober, ‘Flinke groei
Athena-scholen in 2013’:
‘Een groot deel van de basisscholen van de Stichting Vrijescholen Athena heeft het laatste jaar een enorme groei doorgemaakt. Het totale aantal leerlingen van deze 13 vrijescholen in het noorden en oosten van het land is in 2013 met 140 gestegen naar 1993 leerlingen, dit betekent een groei van bijna 8%. Daarbij zijn de leerlingenaantallen van 1 oktober 2012 en 1 oktober 2013 met elkaar vergeleken.
Een mooi resultaat, temeer omdat een deel van de Athena-scholen gehuisvest is in krimpgebieden waar het totale aantal kinderen in de basisschoolleeftijd afneemt.
Sommige Athena-scholen laten een nog veel hogere aanwas van het leerlingenaantal zien dan het gemiddelde aantal van 8%.
– Vrijeschool De Zevenster in Oldenzaal bijvoorbeeld spant de kroon en groeit maar liefst met 35%. In drie jaar tijd is het leerlingenaantal op deze school bijna verdubbeld.
– Basisschool De Noorderkroon in Enschede, één van de kleinere scholen binnen Athena, zit weer in de lift met een groei van 25%.
– Vrijeschool De Vijfster in Apeldoorn levert een mooie prestatie door met 20% te groeien.
– Ook de Parcivalschool uit Arnhem kent een fikse groei van maar liefst 17%, tot in totaal 213 leerlingen.
– Vrijeschool De Esch in Winterswijk (een krimpgemeente) groeit net als de Michaelschool te Leeuwarden met 15%.
– Basisschool De Stroeten in Emmen, vorig jaar verhuisd naar een prachtig nieuw gebouw, heeft een aanwas van 11%.
– Ook de Widar Vrijeschool in Groningen groeit met 11% tot maar liefst 241 leerlingen.
Ook in het noorden en oosten van het land lijkt het vrijeschoolonderwijs dus nog meer aan populariteit te winnen.’
De Facebookpagina van ‘Vrijeschool
in Amsterdam-Noord’ had op 28 oktober dit nieuws:
‘Voor degenen die er niet waren is hier het beloofde verslag van de info avond op 23 okt jl. Ik ga het kort houden, want we werken aan een nieuwsbrief met meer uitgebreide informatie.
We mochten weer gebruik maken van de ruimte in de Noorderparkkamer, erg fijn. De sfeer is daar altijd heel prettig.
We begonnen de avond met een korte verslag van de ons initiatief tot nu toe. De eerste maanden lag de focus vooral op het inventariseren van de animo voor een Vrije School in Noord. Dat bleek zeer positief; we hebben al ruim 200 (voorlopige) aanmeldingen! Daarnaast hebben we gekeken naar de mogelijkheden om de school goed en snel op te zetten. We kwamen tot de conclusie dat voor ons de meest voor de hand liggende oplossing is een dependance te worden van de Geert Grooteschool. We hebben meerdere malen contact gehad met het bestuur en hopen de eerste week van november een definitief antwoord te hebben over deze mogelijke samenwerking.
Daarna kwam Sacha Holthaus aan het woord. Zij is directeur (en docent) van de Geert Grooteschool 2 op de Fred Roeskestraat. Ze vertelde met veel passie en een aanstekelijk enthousiasme over de manier waarop Vrijeschoolonderwijs wordt vormgegeven op haar school. Aansluitend heeft zij vragen beantwoord uit het publiek.
Na een korte pauze had men nog de gelegenheid om vragen te stellen aan de initiatiefgroep en daarna was de avond beëindigd.
Wij vonden het een geslaagde avond. We waren blij met de goede opkomst (ca 45 personen) en ook met de (kritische) vragen die werden gesteld; weer veel stof voor discussie en vooruitgang!
Groeten van Nicoline Vink’
Dan is er ook nieuws uit Zutphen. Op 26 oktober plaatste
‘Vooronzevrijescholen’ op zijn website ‘Drie scholen open lijkt realistisch en financieel haalbaar’:
‘In de afgelopen maanden hebben vijf ouders uit en rondom de initiatiefgroep Vooronzevrijescholen hard gewerkt aan een verkennende tegenbegroting voor het vrije school basisonderwijs in Zutphen. Deze is nu gereed. De conclusie is: het is goed mogelijk om drie basisscholen open te houden. Zelfs als de krimp hoger uitvalt dan het bestuur verwacht.
Nieuwe inzichten
Bestuur en (G)MR hebben een aantal keren aangegeven open te staan voor nieuwe inzichten die aanleiding geven om op het besluit terug te komen. Die inzichten waren er in onze visie al (zie onze homepage voor een overzicht), maar nu met het verschijnen van de tegenbegroting helemaal. Die laat namelijk zien dat het realistisch en financieel haalbaar lijkt om drie scholen open te houden.
Hoe nu verder
Graag willen wij een ieder in de gelegenheid stellen om kennis te nemen van de tegenbegroting (in PDF) en er op te reageren. Wij zullen de begroting onder meer voorleggen aan het bestuur, de raad van toezicht, de leden van de (G)MR en aan geïnteresseerde ouders. Wij hopen op een open debat.’
Op de homepage staan nu inderdaad deze ‘Kernpunten’ te
lezen:
‘Eind 2012 nam de stichting VSNON het besluit om een van de drie vrije basisscholen in Zutphen te sluiten. Dit zou een oplossing zijn voor twee problemen:
1. Teruglopende leerlingenaantallen als gevolg van bevolkingskrimp
2. De penibele financiële situatie van de stichting
Toen wij ons verdiepten in de achtergronden van het besluit, kwamen we verontrustende zaken tegen die ons vertrouwen in het proces ondermijnden.
Daarop zijn wij nader onderzoek gaan doen. De resultaten gaven aan dat er geen echte onderbouwing is voor het besluit en dat het besluitvormingsproces niet goed is verlopen.
Pijlers onder besluit niet houdbaar
Daarnaast is uit vervolgonderzoek gebleken dat beide pijlers onder het ingrijpende besluit niet houdbaar zijn:
– Pijler 1 (teruglopende leerlingenaantallen) wordt flink genuanceerd door de officiële overheidscijfers: Daling in Zutphen beduidend lager dan het bestuur verwacht
– Pijler 2 (penibele financiële situatie) staat op gespannen voet met onze tegenbegroting: Het lijkt goed mogelijk om drie basisscholen open te houden, zelfs als de daling hoger uitvalt dan het bestuur verwacht
Nog meer redenen om op het besluit terug te komen
Bestuur en (G)MR hebben een aantal keren aangegeven open te staan voor nieuwe inzichten die aanleiding geven om op het besluit terug te komen. In aanvulling op bovenvermelde zaken willen we nog noemen:
– We hebben nooit enige documenten gekregen waaruit blijkt dat het niet mogelijk is om de drie scholen open te houden.
– Vrije basisscholen die veel kleiner zijn dan de onze kunnen bij andere stichtingen gewoon voortbestaan.
– Andere stichtingen zijn bereid onze scholen over te nemen op hun huidige locaties.
– De meerderheid van de basisschoolouders staat niet achter het besluit en heeft het vertrouwen in het bestuur opgezegd.
– Het toegekende bouwbudget van de gemeente zal ook bij een wijziging van de plannen gewoon beschikbaar blijven, zo lang het nieuwe plan maar aan de randvoorwaarden van de gemeente voldoet. Drie basisscholen open in combinatie met een beperkte renovatie van de Zwaan en nieuwbouw voor het voortgezet onderwijs lijkt hier prima binnen te passen.
Wat willen wij?
In onze visie moeten de drie vrije basisscholen open blijven totdat overtuigend is aangetoond dat er één dicht moet. Wij hebben onze wensen geformuleerd in een oproep aan de Raad van Toezicht die wordt gesteund door een meerderheid van de basisschoolouders.’
Een tegenbegroting van 24 oktober ligt er nu dus, ‘Verkennend
Onderzoek Begroting 2012 PO VSNON’ door Arthur Aalsma, Pino Bruna, Aart Cooiman,
Rob Gort en Koen van der Hauw namens ‘Ouderinitiatief Voor onze vrije scholen’,
negentien bladzijden dik. Zij schrijven in de inleiding onder meer:
‘Uitgangspunt van het onderzoek is de begroting van 2012 (versie 1.0, daterend van 15 december 2011), opgezet en beschikbaar gesteld door de VSNON (Bijlage I). Deze begroting gaat er van uit dat er per 1-8-2012 slechts 2 PO’s zouden starten. Gezien de huidige situatie in 2013 (3 PO’s) hebben wij deze begroting vertaald naar een situatie waarbij er in 2012 3 PO’s zijn (Bijlage II). Deze aangepaste VSNON begroting 2012 is de basis voor ons onderzoek. We gebruiken de verdeling van leerlingen over de PO’s uit dat jaar. Dit bepaalt daarmee deels de verdeling van de financiën over de drie PO’s. Nogmaals deze tegenbegroting is slechts indicatief, niet bedoeld om inzicht per PO te krijgen, maar om in te schatten of het haalbaar is drie PO’s open te houden.
Wij pretenderen als ouder initiatief (o.a. door gebrek aan tijd, specifieke kennis en detailinformatie) niet met een kant en klare oplossing te komen. Wel menen wij met deze verkennende tegenbegroting over 2012 aannemelijk te maken dat er financieel gezien voldoende mogelijkheden zijn voor het openhouden van drie PO-scholen. Er is dan ook geen reden een locatie te sluiten en de school voor langere tijd op slot te doen met wachtlijsten. Door het open houden van alle drie de PO-scholen krijgen alle kinderen in Zutphen en omstreken, de mogelijkheid het Vrije Schoolonderwijs te kunnen volgen.’
.
3 opmerkingen:
Mooi initiatief daar bij het Rudolf Steiner College. Hier het reisblog van de vrije school leerlingen: RSC 13V6's Reisblog en hier meer over Stichting Sanumaya voor Nepal.
Uit de tekst;bij vijf van de acht Nederlandse proefpersonen zijn resten van het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat in de urine gevonden. Van alle Europese deelnemers is vierenveertig procent positief getest op de aanwezigheid van glyfosaat, ook wel bekend onder de merknaam Roundup.
Dit geeft mij het gevoel dat ongeveer de helft van de Europeanen onkruid kunnen bestrijden door eenvoudig te urineren!
Altijd blijven ontdekken en leren, kunnen=kan!
Een reactie posten