Bijna tien dagen na de vorige keer, toen een Nobelprijs werd gewonnen, dat maakt het lastig te bepalen waarover nu dan precies te berichten... Er is intussen zo veel gebeurd. Toen had ik als eerstvolgend onderwerp de landbouw in de planning. Daaraan kan ik waarschijnlijk het beste vasthouden. En dan maar zien hoe veel nieuws er intussen bijgekomen is en waar het schip strandt. Om te beginnen ga ik helemaal terug naar 24 september. Want die dag had Nearchus CV op zijn facebookpagina ‘een foto van Wendy Visscher gedeeld’:
‘In een associatieve economie gaat het om het samen brengen van belangen en behoeften, om duurzame en transparante verbindingen met allen die het aangaat. Ons “zusterbedrijf” Odin Estafette (Nearchus, Odin Estafette en andere ondernemingen werken samen in de Stichting Sleipnir) maakt er ernst mee!
Leuk, Estafette de biologische eetwinkel staat in de Distrifood!!!!’
Op de foto van het artikel is als kop nog net te lezen: ‘Tweeprijzensysteem
bij Estafette. Goedkopere bio-producten voor leden.’ Een week later, op 1 oktober, stond dit op
de facebookpagina van Estafette
de biologische eetwinkel:
‘We mogen het nu eindelijk vertellen: met ingang van vandaag hebben we biodynamische natuurvoedingswinkel GAIA in Den Haag overgenomen. Eigenaresse Aya Van Cuylenburg heeft het stokje van haar winkel aan ons overgedragen, na bijna 35 jaar met plezier, inzet en overtuiging in de biologisch-dynamische wereld werkzaam te zijn geweest. Voorlopig zullen wij de winkel onder de naam Gaia voortzetten. Mét het huidige team van Gaia onder leiding van Hedwig Mulders, die tot vorige week bedrijfsleider van onze Estafette-winkel in Amsterdam Zeeburg was. Het is onze bedoeling om de winkel in 2014 om te vormen tot een Estafette-winkel. De komende maanden zullen we daarvoor de eerste voorbereidingen treffen. Maar voordat we iets in de winkel en het assortiment gaan aanpassen, willen we eerst het team en de klanten beter leren kennen en horen we graag meer over hun bevindingen en verwachtingen!’
Op 7 oktober schreef Lenneke Schot van Biojournaal over een
‘Geslaagd winkelfeest bij De Groene Winkel Zeist. “Rij stond af en toe tot aan de broodafdeling”’:
‘Zoals ieder jaar vierde De Groene Winkel Zeist de eerste zaterdag van oktober weer het winkelfeest. Deze editie van het feest was zelfs extra speciaal omdat De Groene Winkel dit jaar 25 jaar in Zeist gevestigd is. “Het was weer super, iedereen was erg enthousiast”, reageert Astrid Weidmann, moe maar voldaan. “Vanaf 8:30 uur waren de drie kassa’s geregeld bezet. De rijen stonden zo af en toe tot aan de broodafdeling.” In de winkel konden de klanten de hele dag door van allerlei mooie aanbiedingen profiteren. “Sommige aanbiedingen waren echt niet aan te slepen. En uiteraard viel er veel te proeven, zoals de eerste Elstars van Boomgaard Ter Linde.”
Markt
In en rond de winkel van Astrid en Rudy zijn afgelopen zaterdag in totaal 60 mensen aan het werk geweest. Zij waren niet alleen in de winkel aan het werk, maar bemanden onder meer ook de marktkraam van De Groene Winkel op de stoep vóór de winkel. “We verkochten pompoenen in onze kraam. Er zijn 190 kisten doorheen gegaan. Ook is er volop genoten van de 120 liter pompoensoep die we donderdag gemaakt hebben. Hiervoor hadden we de beschikking over een hele snijploeg. Ik heb de soep zelf afgemaakt en op gevoel op smaak gemaakt.”
Op de markt waren ook diverse groothandels en bedrijven van de partij. “Warmonderhof stond er met een kraam, evenals De Traay, Rob en Frank van De Eng B.V. liet de klanten proeven van diverse biologische theeën en verder waren de groothandels Estafette Odin, Udea, De Nieuwe Band en Natudis allemaal present. Ik verbind graag mensen. Dat zag je mooi terug op de markt.”
Mooi compliment
Astrid geeft aan dat ze heel veel positieve reacties heeft gekregen. “Uiteraard zaten er genoeg klanten tussen die hele karren vulden, maar het was ook echt feest. Ik kreeg bijvoorbeeld een mailtje van een nieuwe klant die aangaf dat wij boodschappen doen leuk maken. Dat is het mooiste compliment dat we kunnen krijgen. We doen het op onze manier en dat lukt.” Op het feest zijn volgens haar vooral veel vaste klanten afgekomen. “We hebben tien dagen lang flyers uitgedeeld in de winkel. Dit heeft goed gewerkt. Het was van buitenaf ook erg duidelijk dat er een feestje aan de gang was. Daardoor hebben we zeker wat nieuwe klanten getrokken. Alleen voor de vaste klanten die er niet op gerekend hadden en rustig boodschappen wilden komen doen, leverde het feest enige hinder op.”’
Op de website van Stichting Demeter was intussen dit bericht
verschenen, ‘Demeter is versie 2.0 volgens Pierre Wind’:
‘Tijdens een flitsende kookdemonstratie in de Groene Winkel in Zeist leggen koks Pierre Wind en Olivier van der Staal uit wat voor hen de meerwaarde is van koken met producten van biodynamische kwaliteit. Henk van Oers vertelt in het filmpje over zijn nieuwe Demeter vleeswaren zonder nitriet. Pierre: “Je haalt iets uit de grond en je geeft iets terug aan de bodem, dat vind ik schitterend”.’
Algauw volgde bij Stichting Demeter ook ‘Hier is toekomst gezaaid’, een
bericht dat steeds werd aangevuld met nieuwere data en evenementen:
‘Ondanks de stortregen zijn op zondag 13 oktober zowel bij Doornik Natuurakkers in Bemmel als op Landgoed Kraaybeeekerhof in Driebergen 60 mensen komen toekomst zaaien. Bij Doornik Natuurakkers gaf Louis Dolmans een diapresentatie en was de BioBakker aanwezig met Demeter broden en granen. Alle deelnemers kregen een primeur mee naar huis: een broodje gemaakt van witte emmer en spelt.
Het was een fantastische dag bij biodynamische boerderij GAOS in Swifterbant. Zo’n 100 mensen kwamen op zondag 6 oktober naar de polder om samen een akker met spelt in te zaaien. In groepen zwierden ze met emmertjes speltzaad uit over de akker om het graan in te zaaien. Niet in traditionele rechte lijnen, maar volgens een ingenieus patroon dat Jos Jeuken en Ellen Krul hadden uitgestippeld, mede geïnspireerd door de kunstenaar Hundertwasser. Na het zaaien waren er nog allerlei andere activiteiten, georganiseerd in samenwerking met Estafette Odin, die vierde dat de kiem voor het bedrijf precies dertig jaar geleden gelegd werd met de oprichting van Odin.
Jos Jeuken: “Ik heb er geen woorden voor. Het was zo’n genietende middag, alles klopte allemaal. De sfeer was overweldigend. Iedereen was bezig met toekomst zaaien”. Bekijk hier een sfeerimpressie van het toekomst zaaien bij Gaos.
Ook bij Piet en Vera van Zanten in Groningen is toekomst gezaaid door een kleine, maar toegewijde en enthousiaste groep van 30 mensen. Vera van Zanten: “ik had nog nooit zoiets gezien. Heel mooi. Mensen hadden de rode pet op en kwamen met hun zaaipet steeds terug om zaad te halen. Ze bleven maar komen...”
Mede-organisator Jorien Quirijnen van de BioBakker: “Het beeld van Piet die voorafgaand aan het zaaien liet zien hoe het moet, zal bij veel mensen blijven hangen, dat was echt een prachtig en waarachtig beeld, zon op die gouden korrels en Piet die in ritmische tred over die donkere geploegde akker liep en het zaad wijds uitstrooide.”
Zelf ook zaaien? Dit is mogelijk tot en met 27 oktober. Kijk voor data en adressen in de agenda.’
Biojournaal had op 7 oktober een nog iets uitgebreider
verslag van de zaaidag op GAOS, ‘Feestelijk toekomst zaaien bij bd-boerderij GAOS. “Gezaaid volgens ingenieus patroon”’:
‘Zondag 6 oktober konden geïnteresseerden bij de biologisch-dynamische boerderij GAOS in Swifterband terecht om toekomst te zaaien. Merle Koomans van den Dries van Estafette Odin doet verslag:
“Het was een fantastische dag gisteren bij bio-dynamische boerderij GAOS in Swifterbant. Zo’n 100 mensen kwamen naar de polder om samen een akker met spelt in te zaaien. In groepen zwierden ze met emmertjes speltzaad uit over de akker om het graan in te zaaien. Niet in traditionele rechte lijnen, maar volgens een ingenieus patroon dat Jos Jeuken en Ellen Krul hadden uitgestippeld, mede geïnspireerd door de kunstenaar Hundertwasser.”
“Na het zaaien waren er nog allerlei andere activiteiten, georganiseerd in samenwerking met Estafette Odin, die vierde dat de kiem voor het bedrijf precies dertig jaar geleden gelegd werd met de oprichting van Odin. Met de Odin-imker kon een bezoekje worden gebracht aan de Odin-bijen die op GAOS wonen. Liefhebbers konden zelf pastinaken, wortels en pompoenen oogsten op het land. Een verhalenvertelster amuseerde jong en oud met leuke en inspirerende verhalen en in het stro-café kon iedereen genieten van koffie met lekkers van biologische bakkerij Zonnemaire. De bakker had speciaal voor deze middag ook een bakproef gedaan met drie biologisch veredelde tarwesoorten die op GAOS zijn geteeld. De bakker had de broden volgens de Duitse bakmethode bereid. Na een korte uitleg over het belang van biologische veredeling in tarwerassen kon iedereen de broden proeven en beoordelen. De feedback van de proevers zal worden teruggekoppeld naar de bakker, de boer en naar het Louis Bolk Instituut, die de teeltproef bij GAOS heeft begeleid.”
“De middag werd afgesloten met een soepmaaltijd in het stro-café. De zaaiers gingen vrolijk en tevreden naar huis. De mensen van GAOS en Estafette Odin kijken met veel plezier terug op een mooie dag, met dank ook aan de weergoden. Nu even afwachten hoe het spelt opkomt...”
Jos en Ellen van GAOS stuurden de onderstaande foto’s in naar Biojournaal.
Voor meer informatie: www.gaos.nu’
Biojournaal meldde op 8 oktober ‘64ste EkoPlaza opent 9 oktober in Rijswijk’:
‘Woensdag 9 oktober opent wethouder van economie, standsontwikkeling en wonen, de heer van Hemert, EkoPlaza aan het Bogaardplein 5 te Rijswijk. Een biologische supermarkt die toonaangevend zal zijn voor de formule-ontwikkeling die de keten doormaakt. Het wordt een winkel van circa 410 vierkante meter. Een ruime, overzichtelijke biologische lifestylesupermarkt met een koffiecorner, uitgebreide versgroepen en een mooie cosmetica-afdeling die ervoor zorgen dat een gezonde biologische levensstijl nog beter bereikbaar wordt.
Formule-manager Geert-Jan Smits: “De nieuwe vestigingen laten zien hoe EkoPlaza haar formule continu blijft ontwikkelen om biologisch leven en eten voor iedereen bereikbaar en aangenaam te maken. Biologisch eten wordt voor veel mensen steeds meer onderdeel van hun levensstijl, dus wij passen ons concept hierop aan.” Ook duurzaam ondernemen is een belangrijk issue bij EkoPlaza. Binnenkort wordt de winkel in Rijswijk voorzien van zonnepanelen. Dit jaar nog werd EkoPlaza zelfs nog verkozen tot duurzaamste merk.
Groei
EkoPlaza is één van de snelst groeiende franchiseformules in Nederland. Ook de tweede helft van 2013 opent de biologische supermarktketen nieuwe winkels. Op dit moment zijn er 63 winkels verspreid over Nederland, alsmede een EkoPlaza Academie in Utrecht. Dit jaar opent het Veghelse concern naast Rijswijk ook nog een biologische supermarkt in Wassenaar. In Den Bosch, Enschede, Hengelo en Almere-Stad worden de vestigingen verhuisd, vergroot en reeds nu is bekend dat in 2014 ook in Capelle aan den IJssel een EkoPlaza zal komen. Daarmee is de 70ste winkel bijna in zicht.
Voor meer informatie: www.ekoplaza.nl’
EkoPlaza is hoe dan ook veel in het nieuws deze weken. Op 2
oktober kondigde Biojournaal ‘Waarachtigheidsweken bij EkoPlaza starten met Zuiver Zuivel’ aan:
‘Vandaag (2 oktober) beginnen de waarachtigheidsweken bij EkoPlaza. In het Waarachtigheidsjournaal vertelt Harmen Siezen het verhaal achter het merk. Deze week ligt de focus in het journaal op Zuiver Zuivel. Zuiver Zuivel streeft met 15 bio-dynamische melkveehouders naar de top in duurzaamheid “van koe tot pak”. In 1980 was Zuiver Zuivel het eerste biologische merk voor dagverse zuivel, boter en kaas in Nederland.
Deze week zijn diverse Demeter-producten van Zuiver Zuivel met 25% korting verkrijgbaar bij EkoPlaza. Bekijk hier het Waarachtigheidsjournaal:
Voor meer informatie: www.zuiverzuivel.nl’
Op 8 oktober heette het ‘Waarachtigheidsjournaal over Bastiaansen Bio Kaas’:
‘Het tweede Waarachtigheidsjournaal van EkoPlaza is volledig gericht op Bastiaansen Bio Kaas. Nieuwslezer Harmen Siezen vertelt in het onderstaande journaal hoe Bastiaansen de laatste jaren gegroeid is en hoe het bedrijf exact in elkaar zit. Ook legt hij meer uit over hoe de kaasproducent en de 49 bij de coöperatie betrokken biologische veehouders hun verantwoordelijkheid nemen voor het milieu en onze toekomst.’
Bionext wist op diezelfde 8 oktober ‘Consumenten
kopen voor ruim 1 miljard euro aan biologische voeding’ te melden:
‘De totale consumentenbestedingen aan biologische voeding zijn in 2012 voor het eerst boven de 1 miljard euro uitgekomen. Dit blijkt uit een inventarisatie van ketenorganisatie Bionext in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.
De meeste biologische voedingsmiddelen worden gekocht in de reguliere supermarkten, de biologische speciaalzaken en de “out of home” sector. Volgens de Monitor Duurzaam Voedsel 2012, die in juni is verschenen, waren deze verkoopkanalen samen goed voor 934 miljoen euro. Uit de inventarisatie van Bionext blijkt dat in de “overige verkoopkanalen”, waaronder boerenmarkten, boerderijwinkels en reguliere speciaalzaken, voor nog eens 70,1 miljoen euro aan biologische voedingsmiddelen is gekocht. Hiermee komen de totale consumentenbestedingen boven de 1 miljard euro uit.
Bavo van den Idsert, directeur Bionext: “Gecertificeerde biologische voeding is breed verkrijgbaar. Denk aan de potjes babyvoeding die bij de drogist liggen, de verse AGF bij de groentezaak of het vlees op de boerenmarkt. Een kwart van de biologische boerderijen doet aan directe verkoop en heeft een webshop of boerderijwinkel. Daar zitten grote, succesvolle initiatieven tussen.”
Het rapport “Trends in directe verkoop” is vanaf 9 oktober te downloaden op de website van Bionext.’
Biojournaal voegde hier op 10 oktober ‘Biologische omzet met 12,1% gegroeid. Omzet in eerste halfjaar 2013 bedraagt 498,6 miljoen euro’ aan
toe:
‘De biologische omzet bedroeg in de eerste helft van 2013 in totaal 498,6 miljoen euro. Vorig jaar was dit 444,7 miljoen euro. Dit betekent een groei van 12,1% ten opzichte van het eerste half jaar van 2012. Dit alles maakte WUR-onderzoeker Johan Bakker dinsdag 8 oktober tijdens het Bio-Congres in Amsterdam bekend.
Het gaat om de biologische omzet in de volgende verkoopkanalen: supermarkten, de out-of-home sector en speciaalzaken (samen goed voor circa 85% van de markt). Bekijk hieronder de biologische omzet per verkoopkanaal.
De omzet in supermarkten is met ruim 15% gestegen, in de out-of-home sector met bijna 12% en speciaalzaken met 8%.
De belangrijkste productgroepen zijn “Overig Food” (113.600 euro in 2012, 128.800 euro in 2013), “AGF” (814.000 euro in 2012, 952.000 euro in 2013) en “Zuivel” (100.500 euro in 2012, 107.600 euro in 2013).
De omzet van biologische aardappelen, groente en fruit is in het eerste half jaar van 2013 in supermarkten met 17% toegenomen. De omzet van brood steeg met 19% in supermarkten en de out-of-home sector. Er zijn 30% meer biologische eieren verkocht in supermarkten en de koffie- en theeomzet in de out-of-home sector steeg met 11%. De omzet in biologische vis nam met 18% toe in supermarkten, maar dit is nog een erg klein product.
Opvallend is dat de omzet van vlees(waren) in supermarkten met toegenomen is, maar dat de populariteit hiervan in de out-of-home sector afneemt. De biologische zuivelomzet in de out-of-home sector steeg wel met 7%.’
Alsof er helemaal geen economische crisis is... Voor berichtgeving over de
‘Duurzame top 100’ van Trouw op 10 oktober moet ik uitwijken naar Biojournaal,
die de honneurs uitstekend waarnam in ‘Wederom diverse bio-ondernemers in Duurzame 100’:
‘Op 10-10, de Dag van de Duurzaamheid, mag de Duurzame 100 van Trouw uiteraard niet ontbreken. De volledige lijst is op deze website te vinden. De redactie van Biojournaal heeft de belangrijkste “bio-ondernemers” hieronder op een rijtje gezet.
Positie 22 (+17) is voor Jaap Korteweg, biologische akkerbouwer en oprichter van de Vegetarische Slager. Joris Lohman van de Youth Food Movement, de jeugdige tak van Slow Food, is te vinden op positie 25. Volkert Engelsman van Eosta staat op positief 51. Trouw heeft vooral veel waardering voor het Nature & More-systeem van Eosta waarmee zij de herkomst van producten transparant communiceren.
Erik Does, algemeen directeur van Udea is dit jaar terug te vinden op positie 57. Er staat wel een kanttekening bij: “Does mag dan wel dertig plaatsen gestegen zijn, de 25 extra filialen waar hij het vorig jaar over had zijn er nog niet. Het zijn er vijftien geworden, wat het totaal op 65 filialen brengt.”
Biologische teler Krispijn van den Dries is terug te vinden op positie 71. Dit is onder meer te danken aan zijn opvallende actie in 2012. Hij kwam in het nieuws toen hij 6000 kilo biologische aardappelen op de Dam in Amsterdam dumpte en gratis weggaf.
Drees Peter van den Bosch van Willem & Drees is voor het derde jaar op rij te vinden in de Duurzame 100. Dit keer op positie 84, vorig jaar op positie 50. “Let op volgend jaar zullen we stijgen”, reageert Willem & Drees op Twitter. Peter Blom, directeur van Triodos Bank, is dit jaar de grootste daler in de Duurzame 100. Hij zakte maarliefst 77 plaatsen naar positie 87. Sven Pluut, kredietanalist bij Triodos Bank, staat op positie 56.
Bron: Trouw’
Het is de vraag of Maino Remmers van het Radio 1 Journaal die
kanttekening van Trouw al kende toen hij zijn radioreportage maakte en op 8 oktober in alle vroegte op zijn
weblog schreef over ‘3% biologisch succes’:
‘Het persbericht van Bionext juicht: consumenten, wij met z’n allen dus, kopen voor ruim 1 miljard aan biologische voeding. Cijfers over 2012 volgens de Monitor Duurzaam Voedsel 2012. Het klinkt als een doorbraak, maar die ene miljard is slechts 3% van onze totale besteding aan voedsel. Voor veel mensen is biologisch duur, ook al doen sommige supermarkten meer en meer hun best om het assortiment aan te vullen. Wij maakten een boodschappenlijstje met daarop brood, kaas, beleg, melk, eieren; kortom een dagelijks lijstje. Bij de gewone supermarkt komen we op € 33,52, bij Ekoplaza op € 57,73. We zijn bij de duurzame super dus € 24 euro duurder uit. Zet biologisch door of blijft het een klein partje van de grote taart? We zijn ondermeer op de Jofra-Hoeve in Esch, bij Boxtel waar ruim 800 vleesvarkens scharrelen. Yolanda en Frank vertellen dat de bioboer van de begintijd nu toch serieuzer wordt genomen en dat de bedrijven ook groter zijn geworden. “Er ligt nog te weinig in de schappen van de supermarkt, of het is op,” zegt Frank, “ermoet gewoon meer keuze komen en de klant moet er vaker tegenaan lopen”. Beiden erkennen dat na 30 jaar het aandeel bioproducten nog laag is maar dat de stijgende lijn zal voortzetten. “Wat je ziet is dat met name de vleesproducten wat achterblijven omdat daar het prijsverschil met doorsnee producten nog hoog is”. Yolanda toont in de winkel die aan de boerderij ligt de verse worst zonder enig conserveermiddel. “Een nieuw product is de Bossche draak, een smaakvol worstje”. De verslaggever die zelf uit het Bossche komt kan zo’n draakje niet laten liggen...
Verse worst hangt te drogen in de boerderijwinkel
Werner Buhrs is boerderijslager en vertelt over smakelijke hammen, sappige stukjes vlees met een goede structuur. Over gehakt uit de super die eerder in de pan ligt te koken van al het vocht dat het bevat. “Soms is vanbakken geen sprake”. Het is een kwestie van wennen. “Er komen steeds meer mensen die nadenken over wat ze in hun mond stoppen. Er is steeds meer aandacht voor gezonde voeding en obesitas. Mensen worden bewuster over wat er in de maaltijd gaat en zullen langzaamaan bereid zijn om er ook meer voor te betalen”. Dat het duurder is mag duidelijk zijn: de 800 varkens krijgen duurder voer en nemen op de hoeve in het lommerijke Esch meer ruimte in beslag. Wie langs gaat kan de boerderij ter plekke bezoeken en terecht in de winkel. Verser kun je hier de ham niet krijgen. “De grote slachterijen die de massa aan de supermarkten leveren doen er voor de vorm vaak een kratje biovlees bij. Op verpakkingen geitenmelk staan geiten afgebeeld in een groen weiland, maar dat heeft niks met bio te maken,” zegt boer Frank die van plan is om binnenkort een stadsboerderij in Den Bosch (Rosmalen) te openen die groter van opzet zal zijn. “We blijven groeien, ook al gaat het langzaam”.
Pal naast het grote distributiecentrum van de Sligro in Veghel staat het gebouw van groothandel Udea, vol met alleen bioproducten. “We koelen met bietensap, er zit geen koelvloeistof in onze koeling,” zegt directeur Erik Does die de koelingen laat zien. “Het begon allemaal misschien een beetje met het vingertje,” zegt Does, “maar de biowinkel van 10-20 jaar geleden is aan het verdwijnen, de markt op dit vlak professionaliseert”. Vrachtwagens rijden af en aan. “Omdat er een gestage groei is en we langzaam steeds groter worden, zie je ook dat de leveringen vlotter gaan. Grotere hoeveelheden rechtstreeks van de producent die binnen een dag in de winkel kan liggen”. Udea levert aan restaurants, kleine winkels maar ook aan de Eko-Plaza’s. Speciale bio-supermarkten waarvan binnenkort de 65e open zal gaan. “Die winkels zien er niet meer uit zoals ze eruit zagen in de jaren ’80. Het zijn moderne, frisse en grotere winkels met een ruime keuze. Niet ergens achteraf maar meer en meer in het centrum van een gemeente. Het moet er gewoon goed uit zien, misschien wel een beetje ‘hip’zijn. Ik denk dat de omzet van bioproducten steeds harder zal stijgen omdat mensen steeds bewuster zullen kiezen”.
Maar toch: we maakten een boodschappenlijstje met dagelijkse boodschappen en kwamen dus bij EkoPlaza 24 euro duurder uit... “Dat verschil zal minder worden, maar kijk ook eens even naar het verschil. Die kip van ons is echt van een totaal andere kwaliteit dan die in de meeste supermarkten ligt. Aan de prijs van de kaas zijn we aan het werken. Maar als we gestaag door groeien en de hoeveelheden stijgen, zal de prijs vanzelf dalen en steeds concurrerender worden. Je krijgt waar voor je geld. Let maar op, gewoon een kwestie van tijd en gestage groei,” zegt Erik Does in de koelhal.
Audiofragment 1
Audiofragment 2
Audiofragment 3
Audiofragment 4
Audiofragment 5
Audiofragment 6’
‘Dit jaar staan er drie ondernemers uit de biologische sector in de Duurzame 100 van dagblad Trouw: Erik Does, directeur EkoPlaza, Krispijn van den Dries, biologische akkerbouwer en Volkert Engelsman, directeur van Eosta / Nature&More. Leuk om te vermelden is dat de huidige staatssecretaris van Landbouw, mevrouw Sharon Dijksma, als enige lid van het kabinet ook in de Duurzame 100 staat. Dijksma weet uitstekend waar “biologisch” voor staat en wat er gaande is in deze groeiende sector. Gefeliciteerd allemaal, met deze eervolle vermelding!’
Op 8 oktober bracht het Louis Bolk Instituut dit persbericht
‘Mansveld ontvangt boek Over de Crisis’ uit:
‘Staatssecretaris Mansveld van Milieu heeft dinsdagmiddag 8 oktober het eerste exemplaar “Over de crisis niets dan goeds” ontvangen uit handen van Sjef Staps.
Aanpak problemen rond klimaat en biodiversiteit vereist nieuw bestuursmodel
Dinsdagmiddag 8 oktober heeft Staatssecretaris Wilma Mansveld van Milieu het boek “Over de crisis niets dan goeds” ontvangen van auteur Sjef Staps, tijdens een druk bezochte forumdiscussie in Den Haag. Het boek, dat interviews bevat met 25 prominente Nederlanders, benadrukt de urgentie om problemen rond klimaatverandering en biodiversiteit aan te pakken. De geïnterviewden – een brede groep van o.m. Jan Terlouw, Marjan Minnesma, Jane Goodall, Ed Nijpels en James Hansen – zijn het er unaniem over eens: de urgentie om het probleem op te lossen is enorm.
Regiefunctie van overheid noodzakelijk
Auteur Sjef Staps, verbonden aan het Louis Bolk Instituut – onderzoeksinstelling voor duurzame landbouw, voeding en gezondheid in Driebergen – werd getriggerd door de struisvogelpolitiek van de samenleving als het gaat over de nefaste effecten van de verslechtering van onze leefomgeving. “Willen onze kleinkinderen nog van deze aarde kunnen genieten, dan zullen we een enorme reductie moeten realiseren in ons gebruik van grondstoffen en energie. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving gaat het om een reductie van niet minder dan 80%. We kunnen daar niet onderuit. Maar beperken in een systeem dat nu nog overvloed en welvaart biedt, is uiterst complex. Het is dus logisch dat dat op weerstand stuit. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de overheid haar verantwoordelijkheid écht moet oppakken op het gebied van grondstoffenbeheer en milieu. Zij moet de regie nemen en samen met burgers en bedrijfsleven zorg dragen voor huidige én toekomstige generaties. Het feit dat de Staatssecretaris dit boek officieel in ontvangst heeft willen nemen, is een hoopvol signaal.” Daarbij is het de vraag of de nieuwe, mondiale en lange termijn problemen op te lossen zijn binnen ons huidige bestuurlijke bestel. Onze samenleving is immers steeds meer op de korte termijn gericht. Er is behoefte aan een nieuw model met een stabieler lange termijnbeleid.
Praktische handvatten
Naast het gedachtegoed van de 25 geïnterviewden bevat het boek praktische handvatten voor burgers en consumenten en een lijst van no regret maatregelen die elke overheid kan nemen om het verschil te maken ten gunste van klimaat en biodiversiteit.
Boek en bijeenkomsten
Het boek “Over de crisis niets dan goeds” van Sjef Staps is verkrijgbaar via de boekhandel en via de website www.overdecrisisnietsdangoeds.nl en kost € 24,90. Bij het hele project (het boek, de interviews, de boekpresentatie en de discussiefora later dit jaar) is maximaal rekening gehouden met de CO2-voetafdruk. Het project is gefinancierd door het Louis Bolk Instituut en de Ministeries van EZ en I&M.
Naar aanleiding van dit boek is Sjef Staps geïnterviewd door dagblad Trouw. Lees het interview d.d. 8 oktober 2013.
Voor meer informatie neemt u contact op met de auteur, Sjef Staps.’
Nog zoiets: Biojournaal berichtte op 10 oktober ‘Duurzaamheidsambities van bedrijven reiken steeds verder. Eerste Nationale Duurzaamheidsmotor uitgebracht’:
‘De duurzaamheidplannen van de meeste bedrijven zijn crisisbestendig en de ambities reiken steeds verder. 41% van de Nederlandse ondernemingen vindt dat ze sinds het uitbreken van de crisis méér aandacht besteden aan het verduurzamen van hun producten en processen dan voordien. Twee derde zegt niet van de eerder geformuleerde plannen te zijn afgeweken. Bovendien betrekken 6 van de 10 ondernemingen klanten, medewerkers, leveranciers en aandeelhouders actief bij het ontwikkelen en uitvoeren van hun duurzaamheidsbeleid.
Dit zijn enkele opvallende uitkomsten van de eerste Nationale Duurzaamheidsmonitor. Een onderzoek dat op initiatief van Search, een ingenieurs- en adviesbureau, laboratorium en opleidingsinstituut, tot stand is gekomen. Dinsdag 8 oktober, net voor de Dag van de Duurzaamheid (10-10), zijn de resultaten van de Nationale Duurzaamheidsmonitor op een druk bezochte bijeenkomst in De Hermitage in Amsterdam gepresenteerd.
Bestuurders geven inzicht in duurzaamheid organisaties
De afgelopen maanden gaven 893 bestuurders van Nederlandse ondernemingen aan hoe ze aankijken tegen duurzaamheid en hoe ver ze zijn met de organisatorische en procesmatige aanpassingen. En wat dit betekent voor hun winstverwachting, kostenpatroon en continuïteit. Het resultaat is een unieke momentopname van de stand van zaken in duurzaam ondernemend Nederland. Anne-Marie Rakhorst, algemeen directeur van Search en initiatiefnemer, kondigde aan het onderzoek in de toekomst te willen herhalen. “Door de Nationale Duurzaamheidmonitor weten we nu hoe in de bestuurskamers over duurzaamheid wordt gedacht. Een dergelijk onderzoek is vooral waardevol als je ontwikkelingen kunt blijven monitoren. Wat mij betreft wordt dit het ijkpunt voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen.”
Duurzaamheid steeds vaker van strategische waarde
Aan duurzaamheid wordt tegenwoordig een grote strategische waarde toegekend. Dat blijkt uit meerdere uitkomsten van het onderzoek. Niet alleen zijn de plannen en ambities dus bestand tegen het heersende crisisgevoel, de marktvraag naar duurzaam geproduceerde goederen en diensten is volgens de respondenten juist met 62% gestegen. Een andere aanwijzing: bij drie kwart van de ondernemingen beheert de directie zelf het MVO-dossier en voelen bestuurders zich persoonlijk verantwoordelijk voor een goede uitvoering ervan.
Overige uitkomsten:
– Veel kansen op kostenbesparingen blijven onbenut. Een meerderheid van de ondervraagde bedrijven besteedt in het gevoerde duurzaamheidsbeleid (nog) geen aandacht aan de zaken die de meeste efficiëntie- en kostenvoordelen opleveren. Nog maar 43% is bezig met het reorganiseren van aan- en afvoerstromen en slechts 26% zet slimme ICT in bij het realiseren van de duurzaamheidsdoelen. Een derde is bezig met het energiezuiniger en mensvriendelijker (her)inrichten van de huisvesting.
– Meten is nog lang niet altijd weten. Een derde van de ondernemingen meet alle duurzame doelen. 46% volstaat met het gestructureerd in kaart brengen van een deel ervan. Dit botst met de uitkomst dat de helft van de ondernemingen aangeeft dat toezichthouders vaker vragen om een cijfermatige onderbouwing van MVO-plannen en van wat al is gerealiseerd.
– Méér dan zuinig met energie alleen. Drie kwart van de respondenten noemt het terugdringen van het energieverbruik als één van hun belangrijkste prioriteiten. Maar 6 op de 10 ondernemingen zet daarnaast in op het vergroten van de betrokkenheid van eigen medewerkers bij de ontwikkeling en uitvoering van MVO-plannen. Twee derde zegt ernaar te streven klanten, leveranciers en aandeelhouders nauwer te betrekken.
– Een gedeelde duurzaamheidsambitie is een bindende factor. In bijna de helft van de Nederlandse ondernemingen kent iedereen in de organisatie de MVO-doelen en zijn de respondenten ervan overtuigd dat deze ook leven onder de medewerkers. 61% biedt medewerkers de gelegenheid om hun meningen en ideeën in te brengen.
Voor meer informatie: www.duurzaamheid-search.nl’
De ‘Delftse
Post’ wist tegelijkertijd over ‘Dag van de
Duurzaamheid: Delft plaatst zonnepanelen’ te berichten:
‘Vandaag, donderdag 10 oktober, is het de Dag van de Duurzaamheid. Wethouder Brandligt ondertekent namens de gemeente Delft de eerste e-deal Widar in de Zon. Hiermee maken de gemeente Delft, Vrije School Widar en EkoPlaza Delft afspraken over het plaatsen van zonnepanelen op het dak van de school.
Dankzij de zonnepanelen kan de school een deel van haar elektriciteitsverbruik duurzaam opwekken, wat aansluit bij haar duurzaamheidbeleid en educatief programma. Scholen hebben vaak een groot dakoppervlak waar veel zonnepanelen op kunnen. Dat zet zoden aan de dijk! Op het dak kunnen zo’n 90 zonnepanelen geplaatst worden. Dit is de eerste e-deal die de gemeente met lokale partners sluit. E-deals dragen bij aan de ambitie Delft Energieneutraal 2050. De komende tijd wil de gemeente met nog meer lokale partners dergelijke e-deals sluiten.
Financiering
Het project Widar in de Zon onderscheidt zich niet alleen door de omvang, ook door de innovatieve manier van financieren. EkoPlaza Delft investeert in de zonnepanelen. Dankzij groene investeringsregelingen kan EkoPlaza de zonnepanelen relatief goedkoop aanschaffen. Ouders en betrokkenen van Widar kunnen participeren door het kopen van een set waardebonnen die de biologische supermarkt verkoopt. Widar betaalt EkoPlaza een jaarlijks leasebedrag voor de zonnepanelen. Na ongeveer 10 jaar neemt de school de panelen over en wordt zij eigenaar van de installatie. Daarna beschikt zij de daarop volgende 15 jaar over gratis duurzame energie.
Besparingen
Energieneutraal Delft houdt in dat er in 2050 alleen nog energie wordt gebruikt van zon, wind, biomassa en aardwarmte voor alle gebouwen en voor het verkeer en vervoer. Dit is nodig omdat de fossiele brandstoffen opraken en de opwarming van de aarde moet worden beperkt. Die ambitieuze doelstelling is alleen haalbaar als iedereen meedoet: organisaties en bedrijven, gemeente en bewoners. Gezamenlijk moet het lukken om in de komende jaren flinke stappen te zetten op weg naar een forse CO2 reductie.’
Gisteren nog berichtte de Gooi- en Eemlander ‘Biologisch-dynamische imkers bijeen in Laren’:
‘Het Gooi heeft een nieuwe imkersvereniging: BD-imkers ’t Gooi. In de serre van muziekschool Schering en Inslag in Laren vindt zaterdag de eerste bijeenkomst plaats.
“Vereniging” is eigenlijk niet het juiste woord, zo blijkt uit de woorden van Jan Goedkoop, één van de initiatiefnemers. “BD-imkers onderscheidt zich van andere bijenverenigingen omdat wij imkeren vanuit de biologisch-dynamische achtergrond. Maar wij richten geen vereniging op in de zin van een club met een bestuur, statuten en ledenvergaderingen.” De groep is ontstaan nadat de landelijke werkgroep van biologisch-dynamische imkers de vertegenwoordigers uit het Gooi opriep om eens te kijken of ze daar een regiogroep konden oprichten.
Het aantal BD-imkers is de laatste drie jaar verdubbeld van vijfhonderd tot circa duizend. Tijdens de kennismakingsbijeenkomst, zaterdagmiddag vanaf 13.30 uur, nemen twee voortrekkers van het BD-imkeren, Wim van Grasstek en Albert Muller, de aanwezigen mee op een “tocht door het bijenjaar”.
Zo’n 40 belangstellenden hebben zich al opgegeven voor de bijeenkomst. Belangstellenden hoeven zelf helemaal geen imker te zijn of plannen te hebben om te gaan imkeren. Een mailtje dat men aanwezig wil zijn is voldoende: jangoedkoop@me.com’
Ook gisteren bracht Biojournaal verslag uit van een ‘Geslaagde Estafette-filmavond “Dansen met gehoornde dames”:
‘Volle bak gisteravond (15 oktober) in het Beaufort-huis in Austerlitz: maar liefst 100 mensen kwamen er om de film “Dansen met gehoornde dames” te zien. De filmavond werd georganiseerd door Estafette de biologische eetwinkel naar aanleiding van de heropening onlangs van de Estafette-winkel op de Leusderweg in Amersfoort.
Voorafgaand aan de film vertelde filmmaker Onno Gerritse waarom hij de film gemaakt heeft. “Een verhaal dat verteld moest worden”, legde hij uit, “maar helaas stonden de publieke omroepen er niet voor open.” Daarom heeft hij de film uiteindelijk in eigen tijd en uit eigen middelen gemaakt. Met succes, want het is een indringende, maar soms ook grappige film geworden. Over de ervaringen van Jan Dirk en Irene van de Voort van De Groote Voort in Lunteren als ze besluiten hun koeien geen antibiotica en vaccinaties meer te geven en over hun zoektocht naar totale balans op het bedrijf, van bodem tot koeien tot kaas.
Na afloop van de film kon het publiek vragen stellen aan Jan Dirk van de Voort en kon er Remeker-kaas worden geproefd: Pril, Rijp en Olde. Toegang voor de film was gratis. Probleem van filmmaker Onne Gerritse is, dat hij geen entreegeld voor de film mag vragen in verband met muziekrechten en dergelijke. Deze filmavond was mogelijk dankzij een mooie samenwerking tussen Onno Gerritse, het Beauforthuis en Estafette. Op de oproep aan de bezoekers om een vrijwillige bijdrage te doen opdat de film opnieuw ergens vertoond kan worden, is zeer positief gereageerd. Estafette zal alle bijdragen van gisteravond gebruiken als startkapitaaltje om een volgende filmavond te organiseren. Een datum volgt binnenkort!
Voor meer informatie over de film: www.dansenmetgehoorndedames.nl’
Het was op 30 september dat John Hogervorst op de weblog van
de ‘Summer Foundation’ schreef over ‘Economische voorspellingen’:
‘Het nieuws van tegenwoordig: een gebeurtenis, een foto of een pakkende quote vliegt langs en voordat het echt tot je doorgedrongen is, buitelt het volgende alweer over je heen. Als je eens over iets wilt doordenken, loop je bijna per definitie achter de feiten aan.
Mijn persoonlijke positie hierin is hopeloos: ik blijf maar vasthouden aan een gesprekje van nog geen 10 minuten dat Matthijs van Nieuwkerk, ’s lands meest vooraanstaande presentator, een paar weken geleden had met enkele economen.
“Waarom hebben economen de crisis niet zien aankomen?”, daar ging het over. De economen putten zich uit in allerlei verklaringen waaruit duidelijk werd dat het gewoon moeilijk is om voorspellingen over de economie te doen. De economie als wetenschap blijkt verwant met de meteorologie; economen en weersvoorspellers zijn vakbroeders. Beide groepen wetenschappers kampen met het probleem dat de werkelijkheid vaak eigenzinnig is en zich anders gedraagt dan de voorspelling.
Ik duid het hen niet euvel, zeker de economen niet. De werkelijkheid van de economie wordt nu eenmaal bepaald door het gedrag van alle mensen op aarde. Als je dan nagaat, laten we eerlijk zijn, hoe moeilijk het kan zijn om ons eigen gedrag correct te voorspellen... wordt ook duidelijk dat we welke economische raming of voorspelling dan ook, gerust met een korreltje zout kunnen nemen. Ook in de economie kan het vriezen en kan het dooien.
Maar nu dit: een gezonde economie brengt voort waar mensen behoefte aan hebben; een gezonde economie verzorgt alle mensen ter wereld; een gezonde economie is duurzaam, verspilt geen grondstoffen en draagt zorg voor de aarde; een gezonde economie is de basis voor een menswaardig bestaan van alle mensen.
Moet je economie gestudeerd hebben om, zo globaal als hier aangeduid, heel eenvoudig te kunnen inzien wat een gezonde economie is en wat deze als taak heeft?
Het lijkt me het beste wanneer economen nu als een haas aan de slag gaan om uit te werken welke stappen gezet kunnen worden om de economie tot een gezonde economie te maken. Daarbij gaat het niet om ingewikkelde rekenmodellen maar om het bouwen van nieuwe samenwerkingsvormen die ruimte bieden aan wat hier als gezonde economie wordt aangeduid.
Dan durf ik te voorspellen dat de economische werkelijkheid beter zal zijn dan ooit tevoren.’
Op 1 oktober voegde Ruud Thelosen op zijn weblog ‘Maatschappelijke
Driegeleding’ hier ‘Coöperatie en Associatie’ aan toe:
‘Coöperatie als de beste economische organisatievorm voor de toekomst
De coöperatieve verenigingsvorm is eigenlijk al heel oud maar wordt nog steeds niet op juiste waarde geschat. Van oorsprong is het een Britse uitvinding en werden de eerste coöperatieve meelfabrieken al opgezet in 1760 in Woolwich en Chatham. De arbeiders in deze coöperatie waren ook eigenaren van de fabriek. Robert Owen de bekende maatschappelijke activist en schrijver, was zeer geïnspireerd door deze organisatievorm en kwam zelfs met een voorstel in 1816 in het Britse parlement om coöperatieve gemeenschappen op te richten.
Later ontstond ook het tijdschrift The Coöperator. Dit blad besteedde veel aandacht aan het oprichten en besturen van coöperatieve gemeenschappen. Zo werden er ook een aantal congressen over georganiseerd. Later kwamen er ook de coöperatieve winkels bij waarvan de bekendste The Rochdale Society (of Equitable Pioneers) was, opgericht in 1844. De winst die de winkel maakte werd verdeeld onder de leden van de coöperatie. In Nederland zijn later de coöperatieve winkels met de sprekende namen als “Eigen Hulp” en “Help U zelf” opgericht. Zelfs bedrijven omarmden het concept en openden coöperatieve kantines en winkels en ook in het leger was een coöperatieve mess heel normaal en coöperatieve militaire tehuizen (cercles militaire) die voedsel en onderdak boden aan militairen. Een bekende verbruikscoöperatie was ook de Nederlandse Coöp.
Het coöperatieve gedachtengoed werd verder gedragen in de oprichting van een woningbouwvereniging (in Rochdale) en kan gezien worden als de oorsprong van de sociale woningbouw en ook de later in Nederland bekende woningbouwcoöperaties.
De socialistische en anarchistische politieke bewegingen waren vurige pleitbezorgers van de coöperatieve beweging, maar vonden een geduchte tegenstander in de kerk. Na de eerste wereldoorlog kwam er een beetje de klad in coöperatieve winkels omdat ze de schaalvergroting van grotere winkelketens niet konden bijhouden en armoedebestrijding en sociale voorzieningen meestal door de overheid werden geregeld. Toch ontstonden weer nieuwe vormen in de agrarische sector (FrieslandCampina, Avebe etc.) en financiële instellingen, zoals in 1860 door Raiffeisenkas in Duitsland (kredietunie) en later ook in Nederland met Raiffeisen- en Boerenleenbanken, waaruit in 1972 de latere Rabobank is ontstaan. Er zijn ook coöperatieve verzekeringsmaatschappijen (Onderlinge Waarborgmy, Univé etc.). Wat de meeste mensen niet weten is dat ook de meeste bloemen- en tuinbouwveilingen coöperaties zijn, zoals FloraHolland.
Een bijzondere agrarische vorm is ook de boerenzelforganisatie zoals “Erfgooiers in het Gooi”, voor het gezamenlijk gebruik van landbouwgronden. Er waren ook regio’s met coöperatieve verenigingen als Agrarische Bedrijfsverzorging (AB) om bij ziekte of overlijden van de boer de continuïteit van agrarische bedrijven te waarborgen.
Wellicht het meest onbekend waren de overheidscoöperaties zoals Dimpact, VAOP, WiGo4It, MidWaste en Parkeerservice. Van recentere datum zijn de nu veel opkomende energiecoöperaties voor het beheer en exploitatie van windmolens of zonnepanelen (WEL en Zon zoekt Dak).
Een veelvoorkomend gemeenschappelijk kenmerk is dat coöperaties in het verleden veelal werden opgericht in economische crisistijden en/of agrarische perioden van rampspoed. Zo was de hierboven genoemde Raiffeisen burgemeester van een klein dorp in Duitsland dat in 1845 te maken kregen met een grote hongersnood. Diep getroffen door deze ellende ging de burgemeester eerst wat geld inzamelen om meel te kopen en zette later een bakkerij op. Het zelf gebakken brood werd uitgedeeld aan de arme boerenfamilies. Ook richtte hij een schooltje op zodat kinderen onderwijs kregen. Hij merkte echter dat deze charitatieve ondersteuning niet genoeg was, want de boeren moesten weer kunnen werken en geld lenen voor hun bedrijfsinvesteringen. Dus bedacht Raiffeisen een kredietunie (Darlehnskassen-Verein) waaruit later de coöperatieve Raiffeisen- en Boerenleenbanken zijn ontstaan. De verzamelde spaargelden van de inwoners werden uitgeleend aan boeren door middel van kredieten met betaalbare rentes.
Deze coöperatieve banken waren het sociale antwoord en als tegenhanger van de uitbuitende woekerrentes en -praktijken. De vele coöperatieve agrarische en zuivel-, suiker- en veevoederbedrijven waren opgezet om elkaar (financieel en organisatorisch) te steunen, maar ook om de in de gehele bedrijfskolom en bedrijfstak gerealiseerde winsten eerlijker te verdelen. Als lid of vennoot hadden afhankelijke boeren (als leveranciers) ook inspraak en zeggenschap over de ontwikkeling van de verwerkende (aardappelmeel-, suiker-, zuivel-) industrie. De onderlinge belangen tussen de verschillende economische schakels en dus de samenwerking kunnen zo beter op elkaar worden afgestemd. Daar is waar het in de economie eigenlijk om moet gaan: het organiseren van een efficiënte en effectieve productie en verspreiding van schaarse goederen en diensten.
In onze vrije markt economie draait echter alles om concurrentie en winstmaximalisatie en juist niet om een duurzame productie en verspreiding waarvoor samenwerking essentieel is.
Coöperaties zijn in Nederland verenigd in de Nationale Coöperatieve Raad voor land- en tuinbouw (NCR). België kent als rechtsvormen de coöperatieve vennootschappen met onbeperkte en beperkte aansprakelijkheid (cvoa en cvba) . De eerste houdt een zeker risico in voor de leden/vennoten die ook met hun privévermogen aansprakelijk kunnen worden gesteld bij eventuele verliezen. In Nederland kennen we weer andere rechtsvormen met Coöperatie U.A. (uitgesloten aansprakelijkheid) Commanditaire Vennootschap, Besloten Vennootschap, Naamloze Vennootschap, maar ook Coöperatieve Vereniging. Op Hogescholen en Universiteiten bij economische, juridische of bedrijfskundige opleidingen wordt de kennis over coöperaties nauwelijks meer doorgegeven. Er is in Nederland zelfs maar een hoogleraar coöperatief recht aan de Universiteit van Tilburg.
Artikel 2:53 t/m 2:63 van het Burgerlijk Wetboek besteedt aandacht aan coöperaties.
Er zijn vele soorten coöperatie voor allerlei situaties. Zo zijn er bedrijfs-, consumenten-, producten- of diensten- en overheidscoöperaties. Bedrijfscoöperaties kun je weer onderverdelen in werknemers-, eigenaars- en ondernemerscoöperaties. Leden kunnen consumenten, afnemers, maar ook leveranciers zijn. Leden kunnen particulieren, maar ook bedrijven en/of organisaties zijn. Kortom voor elk wat wils!
Afgelopen jaar heeft Nederland maar eigenlijk ook de hele wereld weer opnieuw kennis kunnen maken met het belang en de rol van coöperaties wereldwijd dankzij het VN-jaar van de Coöperatie. De Rabobank heeft er relatief veel aandacht aan besteedt omdat uit onderzoek gebleken is wat eigenlijk vrij weinig mensen weten of zich realiseren, namelijk dat er zelfs meer mensen werkzaam zijn in coöperaties dan voor multinationale ondernemingen. De Spaanse coöperatie Mondragon en de vele Zuid-Amerikaanse landbouwcoöperaties kregen hernieuwde aandacht.
De door Rudolf Steiner voorgestelde associatieve economie is een specifieke voortzetting van de historische coöperatieve organisatie- en samenwerkingsvormen. Associaties zijn economische samenwerkingsvormen van producenten, handelaren en niet te vergeten vertegenwoordigers van afnemers/consumenten per bedrijfstak en gezamenlijk. Ze kunnen het beste gerealiseerd worden in de vorm van ledencoöperaties. Dat levert maximale economische vrijheid en samenwerking op én voorkomt overtredingen van de wet op de economische mededinging.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten