We lopen inmiddels buiten om het koor van de Saint-Denis, aan de achterkant dus.
Ha, nieuwe boeken! Het is altijd mooi als je weer iets hebt om naar uit te kijken. Uitgeverij Christofoor toont op haar website (‘home’), bij de afdeling ‘nieuws’ en dan de ‘nieuwkomers’, het boek met de titel ‘Duurzame gezonheidszorg: Visie en praktijkervaringen’ (ja, inderdaad, de ‘d’ vergeten in ‘gezonheidszorg’). ‘Verschijnt in: september’ staat erbij. Onder ‘meer informatie...’ komen we ook deze ondertitel tegen: ‘Bijdragen aan een toekomstige gezondheidszorg’, en de volgende tekst:
‘De huidige gezondheidszorg loopt tegen velerlei grenzen aan. De kosten nemen onbeheersbaar toe, marktwerking zou een oplossing moeten bieden. Maar wie voert de regie: de overheid, de zorgverzekeraar, de altijd meer vragende patiënt, de zorgaanbieder? En vooral: op basis van welke visie? In dit boek geven diverse deskundigen vanuit heel verschillende invalshoeken en expertises hun visie op de mogelijke bijdrage van duurzame gezondheidszorg aan de ontwikkeling van de gezondheidszorg. Deze bijdragen vormen een veelkleurig mozaïek, met suggesties die aangeven waar winst behaald kan worden, verwoord in stellingen. Er is echter ook een eenvoudige, samenvattende boodschap: alle auteurs zijn zich bewust van het feit dat een duurzame zorg een andere manier van den-ken en handelen vraagt, waarin de mens centraal staat in de diverse posities van zorgvrager, zorgaanbieder en zorgregisseur. Duurzaamheid vereist ook een ander be-wustzijn van alle betrokkenen bij de zorg. De auteurs denken dat alleen de consequenties van een veranderend bewustzijn kunnen helpen de zorg op termijn voor iedereen toe-gankelijk en menswaardig te houden.’
Ja, ook hier gaat er hier en daar wat mis in de tekst: den-ken, be-wustzijn, toe-gankelijk. Zouden dat soms sleutelwoorden zijn? Overigens kan ik hier wel verklappen dat de basis van het boek wordt gevormd door de uitgewerkte teksten van de bijdragen aan een symposium dat op 10 september vorig jaar plaatsvond en waarover ik schreef op 21 november 2010 in ‘Bouwstenen’. Dat wordt pas echt duidelijk als we de nieuwste ‘Aanbiedingsfolder’ van Christofoor erbij nemen:
‘In het voor- en najaar brengen wij een aanbiedingsfolder uit t.b.v. de boekhandel, waarin onze nieuwe uitgaven worden aangekondigd. Indien u de laatst verschenen folder wilt inzien, klik dan hier.’
We zien dan de ‘Aanbieding najaar 2011’, waar op bladzijde 4 dit boek wordt voorgesteld. Overigens met de titel ‘Zorgen voor nu. Bijdragen aan een toekomstige gezondheidszorg’. Hier worden als auteurs vermeld:
‘Met bijdragen van:Marijn Aalders, BigMove InstituteDr. Erik Baars, lector Antroposofi sche Gezondheidszorg, Hogeschool LeidenGuus van der Bie, huisartsDr. Pim Blomaard, lid Raad van Bestuur van de RaphaëlstichtingArie Bos, huisartsMarko van Gerven, psychiaterJan van der Greef, wetenschappelijk directeur systeembiologie en personalized health TNOJan Huisman, organisatie-adviseurProf. dr. Peter Kooreman, hoogleraar Gezondheidseconomie Universiteit van TilburgDiana Monissen, voorzitter Raad van Bestuur De Friesland zorgverzekeraarJuul Muller, BigMove InstituteHans Nijnens, algemeen directeur Weleda Benelux SELouis Overgoor, BigMove InstituteProf. dr. Kim Putters, Hoogleraar Management van Zorginstellingen, Erasmus Universiteit Rotterdam; Lid van de Eerste Kamer der Staten-GeneraalProf. mr. Jaap Sijmons, hoogleraar gezondheidsrecht Universiteit Utrecht, advocaatBert Vroon, bestuurskundigeDrs. Herman van Wietmarschen, onderzoeker Sino-Dutch Centre for Preventive and Personalized Medicine
ISBN 978 90 6038 669 9Omvang: 224 blz.Paperback, 17 x 23 cmPrijs: € 24,50NUR 860Verschijnt: september’
U ziet dat Marijn Aalders, Juul Muller, Hans Nijnens, Kim Putters en Herman van Wietmarschen eraan toegevoegd zijn. Alle anderen spraken op het symposium. – Nu ik toch bezig ben met nieuwe boeken, mag ik vast ook wel twee herdrukken van de Rudolf Steiner Vertalingen vermelden. Geen gewone herdrukken, maar aanzienlijk herzien en/of uitgebreid. Met een nieuwe omslag bovendien. Deze vindt u bij de ‘Rudolf Steiner Vertalingen’ onder ‘recente uitgaven’, met als eerste ‘De wetenschap van de geheimen der ziel’ in een nieuwe omslag van Hans-Dieter Appenrodt. Bij ‘meer informatie...’ lezen we:
‘De wetenschap van de geheimen der zielHerkomst en bestemming van de mens
In tijden waarin “(westerse) esoterie” een wetenschappelijk studieobject is geworden en het New Age-karakter van zich heeft afgeschud, is het boek De wetenschap van de geheimen der ziel meer dan ooit op zijn plaats. Hoewel inmiddels honderd jaar geleden verschenen, doet het aan als enorm actueel en juist voor deze tijd geschreven. Het wetenschappelijk karakter ervan wordt door Steiner op alle mogelijke manieren benadrukt. Het biedt dan ook een systematisch overzicht van de belangrijkste esoterische thema’s. Alle spirituele sleutelbegrippen, zoals etherisch lichaam, astraal lichaam en ik, reïncarnatie en karma, verlichting en inwijding, worden stap voor stap toegelicht. Steiner beschrijft in uitvoerige hoofdstukken de werkelijkheid van de slaap en van de dood, het geestelijk verleden van mens en aarde, de weg van de inwijding en heden en toekomst van de menselijke ontwikkeling. Aan deze uitgave is een uitvoerig apparaat van noten en een gedetailleerde inhoudsopgave toegevoegd, waardoor het boek ook als naslagwerk kan worden gebruikt. Het boek wordt gecompleteerd door een nawoord van vertaler Wijnand Mees over historie en actualiteit van Steiners basiswerk.
3e druk, gebonden, 414 blz., € 32,50 ISBN: 9789060385296’
Het tweede boek is ‘Karmaonderzoek 1’ in een fraaie omslag van Benno Sloots; ‘meer informatie...’ leert ons:
‘De voordrachten in Karmaonderzoek 1 en de daaropvolgende delen stammen uit de laatste fase van Steiners leven. Ze vormen tevens een hoogtepunt in zijn werk. Nooit eerder had Steiner zo uitvoerig en vooral zo concreet over reïncarnatie en karma gesproken. Na een diepgaande inleiding over karma en vrijheid en over wetmatigheden bij de vorming van het karma, wordt een nieuwe weg ingeslagen. Aan de hand van bekende en minder bekende figuren uit de geschiedenis wordt getoond hoe gevarieerd het karma in individuele levens verschijnt. In dit deel gaat Steiner bijvoorbeeld in op de karmische achtergronden van persoonlijkheden als Nietzsche, Schubert en Byron. Zoals bij Steiner verwacht kan worden is zijn toon daarbij nergens sensationeel, maar door en door respectvol. Bijzonder is ook de openheid waarmee hij over de methodiek van het karmisch onderzoek spreekt. Het nawoord van Hans Peter van Manen schetst de achtergrond van deze voordrachten en belicht de hoofdlijnen van Steiners visie op reïncarnatie en karma.
2e druk, gebonden, 304 blz., € 24,50 ISBN: 9789060385173’
Deze boeken zijn dus al wel verschenen en kunt u gewoon in de winkel vinden dan wel bestellen.
.
14 opmerkingen:
Nu u hier ter sprake brengt dat de 'Wetenschap van de geheimen der ziel' in herdruk is verschenen, zou ik u willen vragen: Kent u dat boek? Ik doel op de vertaling. Ik ken het boek niet, ik heb de oude vertaling van Frits Wilmar, maar in het boekje 'Het zesvoudige pad' van Joop van Dam is een klein stuk tekst overgenomen uit genoemd boek. en - hoewel ik echt niet veel verstand heb van vertalingen - moet ik toch zeggen dat dat stukje wat ik heb gelezen in het boekje van Van Dam, ronduit slecht is vertaald en dat waren John Wervenbos en Frans Wuijts met mee eens.
Omdat u goed op de hoogte bent met de Steiner vertalingen, zou ik u willen vragen hoe u hier over denkt.
Beste mijnheer Van Dijk,
Dit onderwerp is al eens een keer ter sprake gekomen, ik weet niet meer waar; mogelijk destijds bij u op uw Vk-blog. Ja, dat boek ken ik behoorlijk goed. Om welk stukje tekst gaat het en waar staat dat in De wetenschap van de geheimen der ziel? Want dan kan ik er eens naar kijken.
U heeft een zeer goed geheugen, heer Gastkemper, want het is inderdaad eerder door mij ter sprake gebracht, ik weet alleen niet meer of het bij mijn eigen blog was of bij die van Hugo Verbrugh. Ik weet nog wel om welke tekst het gaat. Ik kom er nog op terug. Ook op uw zeer waardevolle reactie bij mijn blog Kamaloka.
Zoals gezegd, ik ken dat boek Wetenschap van de geheimen der ziel alleen in de vertaling van Wilmar, maar uit de nieuwere vertaling van 1998 staat een fragment in het boek Het zesvoudige pad van Joop van Dam. Daar staat eigenlijk veel in dat mij in de vertaling van Wilmar beter lijkt dan in de vertaling uit 1998. Om het nu niet te uitvoerig, tijdrovend en langdradig te maken, beperk ik mij tot twee voorbeelden.
1. Originele tekst van Steiner: Denn zunächst handelt es sich gar nicht darum, über dieses oder jenes zu denken, sondern sachgemäß durch innere Kraft zu denken.
In de vertaling van Wilmar is dit: Want aanvankelijk gaat het er helemaal niet om, dat men over dit of dat denkt, maar dat men door innerlijke kracht in overeenstemming met de aard der zaak leert denken.
In de nieuwe vertaling is dit: Want in eerste instantie gaat het er helemaal niet om waarover we nadenken, het gaat erom door innerlijke kracht reëel te leren denken.
Ik vind door innerlijke kracht in overeenstemming met de aard der zaak beter dan door innerlijke kracht reëel, omdat het duidelijker is wat er bedoeld wordt.
2. Originele tekst van Steiner: Hat einem das Leben Erregtheit beigebracht, so sollte man sich
die Erregtheit aberziehen;
In de vertaling van Wilmar is dit: Als het leven iemand tot prikkelbaarheid heeft gebracht, dan zou hij zich die prikkelbaarheid moeten afwennen.
In de nieuwe vertaling is dit: Heeft iemand door het leven geleerd opgewonden te zijn, dan moet hij zich die opwinding afleren.
Ook hier geldt naar mijn mening dat de vertaling van Wilmar duidelijker is. ‘Prikkelbaarheid’ is in dit verband een beter woord dan ‘opgewonden’ en bovendien vind ik ‘leren’ hier minder goed passen dan ‘heeft gebracht’ ten aanzien van het woord ‘opgewonden’.
Ik ben nog vergeten te vermelden waar die tekst staat. Het gaat om de tekst (in de vertaling van Wilmar), die begint op bladzijde 200 onderaan: 'Bij een doelmatige scholing' enz. tot aan 'bladzijde 204 'harmonie tot stand te brengen'.
Dit tekstgedeelte staat dus ook in het boek van Joop van Dam in de nieuwe vertaling.
In GA 013 op internet begint de bedoelde tekst op bladzijde 329.
Beste mijnheer Van Dijk,
Gefeliciteerd! U heeft net uw honderdste reactie op deze weblog gegeven. Waarvoor veel dank. En het gaat niet zomaar over iets. Want het is een interessante kwestie die u hiermee aansnijdt. Het laat ook zien dat vertalen niet zo eenvoudig is. Het lijkt misschien simpel, het woord uit de ene taal vervangen door het woord met dezelfde betekenis uit de andere taal, maar zo werkt het niet. Taal bestaat weliswaar uit woorden, maar wát ermee wordt uitgedrukt in de ene en andere taal, is niet hetzelfde. Of misschien moet ik het omgekeerd zeggen: de vertaling van een bepaald woord in de ene taal, betekent niet automatisch hetzelfde als ditzelfde woord in de andere taal. Dat komt doordat in wezen geestelijke zaken met woorden worden uitgedrukt, en je moet een land, een cultuur en een taal goed kennen om te weten wat ermee wordt uitgedrukt. En nog beter om te weten hoe je zoiets in een andere taal moet gieten. Dit vooraf als algemene opmerking. Ik zal overigens mijn reactie in verschillende delen moeten opsplitsen, want het geheel is een beetje lang geworden.
Om op uw concrete vraag in te gaan: om te beginnen is het handig om te weten dat uw twee voorbeeldzinnen uit het lange hoofdstuk, van bijna honderd bladzijden, over de innerlijke scholingsweg komen. Overigens een bijzonder mooi hoofdstuk, ik denk het mooiste dat Steiner over dit thema geschreven heeft. De eerste zin die u noemt is afkomstig uit het gedeelte waar Steiner het heeft over de zes kleine, nuchtere en concrete oefeningen die de mens dagelijks zou moeten bijhouden naast zijn eigenlijke meditatieve oefeningen. Zij zijn bedoeld om het innerlijke evenwicht te bewaren en mogelijke verkeerde gevolgen van zulke meditatieve oefeningen tegen te gaan. De eerste van die zes is de gedachtenoefening. Steiner wijdt daaraan een lange alinea van anderhalve bladzijde. Deze begint met:
‘Was dem Denken des Menschen für die Geistesschulung vor allem notwendig ist, das ist Sachlichkeit. In der physisch-sinnlichen Welt ist das Leben der große Lehrmeister für dsas menschliche Ich zur Sachlichkeit.’
Hoe zou je dit moeten vertalen? Frits Wilmar vertaalt dit in 1963 als volgt:
‘Wat bij de geestesscholing voor het denken van de mens in de eerste plaats nodig is, is zakelijkheid. In de fysiek-zintuiglijke wereld is het leven de grote leermeester tot zakelijkheid voor het menselijk Ik.’
‘Zakelijkheid’ is eigenlijk geen goede vertaling. Bedoeld is: zakelijk in de zin van onpersoonlijk, objectief, nuchter, praktisch. Maar dat zijn bijvoeglijke naamwoorden, geen zelfstandig naamwoord, zoals Steiner dat hier gebruikt. Zakelijkheid heeft een andere kleur: dat slaat eerder op de koele ondernemer die zijn zaken koel en met berekening regelt. Beter zou zijn: objectiviteit, maar is dat hetzelfde als ‘Sachlichkeit’?
En hoe vertaalt Wijnand Mees dit in 1998? Hij kiest voor:
‘Wat voor het denken ten behoeve van de geestesscholing in de eerste plaats nodig is, is realisme. In de fysieke wereld is het leven zelf de grote opvoeder voor het menselijk ik tot realisme.’
Dat is een originele vondst, die aardig afwijkt van wat je zou verwachten. Maar het kán wel. In het denken de werkelijkheid volgen; op deze manier doet het denken aan een adequate vertaling van ‘sachgemäss’, wat inderdaad in betekenis dicht in de buurt van ‘Sachlichkeit’ in de hier bedoelde zin ligt.
Het door u verfoeide woord ‘reëel’ is afgeleid van dit ‘realisme’. Het eraan ten grondslag liggende Duitse woord ‘sachgemäss’ vormt in deze alinea duidelijk een struikelblok voor Frits Wilmar. Wel drie keer moet hij een voetnoot plaatsen om aan te geven dat hij hiervoor een passende Nederlandse equivalent zoekt: ‘dat men denkt in overeenstemming met de zaak zelf’, ‘een ter zake kundige voorstellingswijze’ en ten slotte in uw zin ‘in overeenstemming met de aard der zaak’. En dat allemaal voor dat ene woordje ‘sachgemäss’; voor Frits Wilmar dus eigenlijk onvertaalbaar. Wijnand Mees lost dit eenvoudig op met ‘realistisch denken’, ‘een reëlere voorstelling’ en ‘reëel te leren denken’. Uit de context van deze hele alinea blijkt wat er precies mee bedoeld wordt. In die zin is het een adequate vertaling.
Dan nu uw tweede zin, die komt uit de derde oefening van de zes, over het bewaren van de balans in de eigen gevoelswereld. Deze alinea telt eveneens anderhalve bladzijde. De hele zin is een stuk langer:
‘Hat einem das Leben Erregtheit beigebracht, so sollte man sich die Erregtheit aberziehen; hat einem aber das Leben Gleichmut beigebracht, so sollte man sich durch Selbsterziehung so aufrütteln, daß der Ausdruck der Seele dem empfangenen Eindruck entspricht.’
Frits Wilmar vertaalt:
‘Als het leven iemand tot prikkelbaarheid heeft gebracht, dan zou hij zich die prikkelbaarheid moeten afwennen; als het leven echter iemand tot gelijkmoedigheid heeft gebracht, dan zou hij zich door zelfopvoeding zo moeten activeren, dat de uitingen van de ziel overeenkomen met de ontvangen indruk.’
U vindt prikkelbaarheid een betere vertaling van Erregtheit. Ik vraag me af of dat werkelijk zo is. ‘Erregen’ kan zowel prikkelen, irriteren, ergeren en op de zenuwen werken betekenen, als aanraken, beroeren, opwinden en in beroering brengen. Het eerste heeft een meer negatieve connotatie, terwijl het tweede eerder een neutrale gevoeligheid aanduidt. En ik denk dat hier dat juist wordt bedoeld; de gelijkmoedigheid is niet alleen dat je je niet door negatieve prikkels uit het lood laat slaan, maar ook niet door eigen innerlijke opwinding, die meestal positiever wordt beoordeeld.
Wijnand Mees vertaalt:
‘Heeft iemand door het leven geleerd opgewonden te zijn, dan moet hij zich die opwinding afleren; heeft iemand door het leven geleerd kalm te blijven, dan moet hij zich door zelfopvoeding zozeer innerlijk in beweging brengen dat de uiting van zijn ziel met de opgedane indruk overeenkomt.’
‘Zich zozeer innerlijk in beweging brengen’ is weer zo’n originele vondst van Wijnand Mees in de geest van Steiner, waar Frits Wilmar weinig anders tegenover weet te stellen dan het vrij kleurloze ‘activeren’. Tegen de beroering van het opgewonden zijn helpt niet het vruchteloos jezelf innerlijk stil willen houden, want dat lukt toch niet; je moet jezelf volgens je eigen wil innerlijk in een tegenbeweging weten te brengen, dat is werkzaam.
Het door u minder passend geachte ‘leren’ is nog zo’n vrijheid die de vertaler zich toestaat, omdat die meer in de zin van de Nederlandse taalgeest is. Want nu kan hij heel treffend ‘leren’ en ‘afleren’ tegenover elkaar zetten. En het is in het Nederlands nu eenmaal zo dat de mens tijdens zijn leven lessen in goed en minder goed leert (‘levensles’), dus dat mag best, ook al staat het er zo niet in het Duits.
Het vraagt altijd veel woorden om iets eenvoudigs als het één woordje op verschillende manieren vertalen uit te leggen; toch hoop ik dat het in dit concrete geval me gelukt is enkele overwegingen over te brengen die bij het vertaalwerk een rol kunnen spelen.
Bedankt voor uw uitvoerige antwoord. Ik had zelf niet gedacht dat ik al 100 keer op uw blog gereageerd heb. Bij mijn eigen blog kan ik niet zien hoe vaak u en anderen gereageerd hebben, tenminste ik ben die mogelijkheid nog niet tegengekomen.
Over de vertaling. Hoewel ik in veel van wat u schrijft wel mee kan gaan, is in mijn ogen de vertaling van Wilmar toch beter. Maar dat zal ook wel komen, omdat dat boek als het ware gesneden koek voor mij is, ik heb het al 42 jaar en herhaaldelijk gelezen (veel snap ik er nog niet van, maar dat is wat anders). Het komt mij toch voor dat bijv. zakelijkheid in dit verband toch een beter woord is dan realisme, want het ging Steiner hier om de beheersing van gedachten, de gedachtencontrole. Bij realisme denk ik toch aan iets anders. Iemand kan heel realistisch denken, maar evengoed slecht in het beheersen van zijn gedachtengang zijn. Maar goed, dit zijn dingen waar men over van mening kan verschillen en het is dus niet zo dat u ongelijk heeft en ik gelijk.
De uitdrukking 'innerlijk in beweging brengen' vind ik inderdaad wel beter dan 'activeren'. Maar het woord 'leren' met betrekking tot 'opgewondenheid', dan vind ik wat vreemd. Want bij 'leren'denkt men in de regel aan iets positiefs. Een minder goede eigenschap als dus 'prikkelbaarheid' of 'opgewondenheid', daar word je 'door het leven toe gebracht', zoals Wilmar het vertaalt. Ik kan niet op alles ingaan uit uw uitvoerige reactie, want dat wordt wat te veel. Overigens nog even over die voetnoten van Wilmar met betrekking tot het woord 'zakelijkheid', dat vond ik juist wel goed, want al met al maakt dat in mijn ogen toch duidelijker dan alleen maar het woord 'realisme'.
Maar in ieder geval bedankt, ik heb wel weer wat geleerd over vertalen, denk ik.
Morgen hoop ik nog in te gaan op uw reactie op mijn blog Kamaloka.
Beste Ridzerd en Michel,
interessant gesprek! En inderdaad: moeilijk werk hoor, vertalen, schipperend tussen de bedoeling van de auteur en de eigenschappen van de eigen taal.
'Activeren' bij Wilmar is inderdaad een bleke term, maar dat geldt net zo voor het latinisme 'realisme' bij Mees (dat ook nog eens meerdere betekenissen heeft). Zou 'werkelijkheidszin' beter zijn?
Iets anders: Michel, je schrijft over de herdrukken "Geen gewone herdrukken, maar aanzienlijk herzien en/of uitgebreid". Kun je dat, als redacteur, toelichten?
Beste mijnheer Van Dijk,
Het is volgens mij inderdaad zo dat een boek dat je voor het eerst leest en dat je bevalt, en je daarna verschillende keren opnieuw ter hand neemt, je vanwege dat feit alleen al zo dierbaar is, dat elke wijziging aan de oorspronkelijke ervaring geen recht doet. Bij mij is het zelfs zo dat ik het exemplaar waar ik intensief in gelezen heb liever opnieuw onder ogen krijg, dan dat ik hetzelfde boek opnieuw koop (bijvoorbeeld als het oude kwijt of versleten is). Het is alsof dat intensieve lezen me sterker verbonden heeft met juist dat ene exemplaar en me helpt de oorspronkelijke ervaring terug te vinden.
Over vertalingen valt eeuwig te strijden. Literair tijdschrift ‘Ruim’ had destijds zelfs het originele en onbetaalbare motto: over ingezonden teksten kan eindeloos worden gecorrespondeerd. Wat bij vertalingen van groot belang is, is niet alleen de accuratesse van het juiste vertaalde woord, maar de context van de omliggende zinnen, zeg maar de hele alinea. Die zet je vaak op het juiste spoor, meer dan het enkele woord. De geest achter de tekst pak je eerder door de totale context, dan door een afzonderlijk woord.
Vandaar dat ik de vertaling van Frits Wilmar absoluut niet afkeur. Maar die is wel van nu bijna vijftig jaar geleden en dat merk je aan veel dingen. De tijd is voortgeschreden en dat blijkt juist uit zo’n oude vertaling. Die van Wijnand Mees is trouwens inmiddels ook al weer dertien jaar oud, maar dat is wel de meest recente. Je ziet ook dat het trouw, misschien zelfs wel slaafs volgen van Steiners teksten langzaam begint plaats te maken voor een vrijere omgang met zijn geestesgoed, overigens zonder de geest ervan aan te tasten.
En dan nog iets persoonlijks. Ik heb Frits Wilmar zowel in 1982 als 1983 mee mogen maken, ik was net begonnen in de heilpedagogie. Hij kwam speciaal over uit heilpedagogisch opleidingscentrum Eckwälden waar hij destijds werkzaam was, om voorjaar 1982 twee dagen lang de cursisten te vertellen over de inhoud van De wetenschap van de geheimen der ziel. Daar hield ik me destijds intensief mee bezig, dus dit was een uitgelezen kans om er dieper in te duiken onder leiding van degene die dit basisboek van Steiner had vertaald.
Najaar 1983 kwam Frits Wilmar nogmaals over, nu om op een conferentie voor heilpedagogen in Zeist die een week duurde (kom daar tegenwoordig nog maar eens om!) te spreken over de vier wezensdelen (wezensleden zou Hugo Verbrugh zeggen). Daarbij putte hij heel duidelijk ook uit Steiners basisboek. Ik heb de beste herinneringen aan die fantastische oude man die Frits Wilmar (1915-1992) toen al was.
Beste Herman,
Je hebt gelijk dat je navraag doet, want ik heb me misschien wel een beetje te enthousiast uitgedrukt. Immers, waarmee zou ‘De wetenschap van de geheimen der ziel’ uitgebreid moeten worden? Dat is zo’n standaardwerk, daar kunnen wij toch niets aan veranderen! Inderdaad, dat is in zichzelf compleet. Maar wat je als redactie wel kunt doen, staat al in de aanbiedingstekst: ‘Aan deze uitgave is een uitvoerig apparaat van noten en een gedetailleerde inhoudsopgave toegevoegd, waardoor het boek ook als naslagwerk kan worden gebruikt.’ Dat was in de vorige twee drukken nog niet op die manier het geval. Volgens mij is dit een wezenlijke aanvulling die je verder nergens vindt.
Met ‘Karmaonderzoek 1’ ligt het weer een beetje anders. Dat was het eerste in de reeks van vijf delen karmaonderzoek. Bovendien bestond daar al veel langer een Nederlandse vertaling van, ‘Geesteswetenschappelijke beschouwingen van het karma’, die overigens hierbij geen rol speelde. Het boek werd namelijk opnieuw vertaald. Maar in de loop van het uitbrengen van de andere vier delen werd zo veel ervaring opgedaan met het vertalen van dit specifieke onderwerp bij Steiner, dat het eerste deel eigenlijk opnieuw doorgenomen moest worden, om de vijf qua stijl tot een nieuw geheel te maken. Dat is nu gebeurd. En wat bij beide genoemde uitgaven natuurlijk niet te versmaden is, zijn de nieuwe omslagen respectievelijk van Hans-Dieter Appenrodt en Benno Sloots. Die bieden een actuele kunstzinnige toegang tot de inhoud. Dus vanuit mijn optiek als redacteur ‘aanzienlijk herzien en/of uitgebreid’!
Dat is een mooie oneliner, heer Gastkemper: 'over ingezonden teksten kan eindeloos worden gecorrespondeerd.'
Dus u heeft Frits Wilmar persoonlijk meegemaakt, een zeer bijzondere en begaafde persoon, denk ik, hoewel ik verder niets van hem weet, behalve dan dat hij arts was en Steinervertaler.
Een reactie posten