Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

maandag 15 augustus 2011

Utopie


Nu zijn we zomaar onverhoeds de crypte van de Saint-Denis binnengekomen, met een behoorlijk onscherpe foto, maar wel vol sfeer.

Ruud Thelosen is zonder twijfel de beste commentator voor aangelegenheden de sociale driegeleding betreffend. Zo schreef hij op zijn weblog ‘Sociale Driegeleding’ op 10 augustus over een ‘Nieuw boekje over Sociale Driegeleding’, namelijk een boekbespreking van ‘Vrij, Gelijk en Samen: op weg naar een betere wereld’:
‘Met deze titel is deze zomer een boekje verschenen bij Uitgeverij Nearchus waarin twee vertaalde lezingen zijn opgenomen van Rudolf Steiner uit 1920 (Zürich) en 1922 (Wenen) over zijn maatschappijvisie de Sociale Driegeleding. De titel van de eerste lezing luidt dan ook Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, waarmee niet alleen de idealen van de Franse Revolutie werden bedoeld, maar ook de kernwaarden die volgens Rudolf Steiner leidend zouden moeten zijn in het Geestesleven (Onderwijs, Wetenschap, Kunst en Cultuur), het Rechtsleven (democratie en rechtspraak) en het Economisch leven.

De eerste lezing begint met het maken van een onderscheid tussen maatschappijprogramma’s en utopieën. Steiner waarschuwt voor de veelvuldig in zijn tijd voorkomende sociale programma’s gebaseerd op idealen, die echter feitelijk een utopie (een illusie of een volmaakte toestand die niet te bereiken is) zijn. Hij doelde daarmee op het Leninistische Marxisme dat de basis legde voor de Russische Revolutie in 1917. De Staatsgeleide economie en het communisme hebben niet tot de beloofde verbeteringen geleid en stortten in de jaren 90 van de vorige eeuw totaal in.

Steiner heeft op meer plaatsen aangegeven dat zijn idee van de sociale driegeleding het alternatief moest zijn voor het 14-puntenplan van de Amerikaanse President Wilson. Deze wilde na WO I aan alle volkeren een zelfbeschikkingsrecht geven, maar dat bleek praktisch onuitvoerbaar en juist aanleiding te worden voor wereldwijde onlusten en oorlogen. “Het principe van één volk, één staat is de splijtzwam waarlangs onderdrukking, opstand, dictatuur en etnische zuivering zich een weg banen”. Het programma van Wilson is feitelijk een utopie gebleken, net als het kapitalisme zoals Hans Achterhuis recent in zijn boek “De utopie van de vrije markt” heeft aangetoond. Lees ook het nieuwe boek van Maarten van Rossem: “Kapitalisme zonder grenzen: opkomst en ondergang van het marktfundamentalisme”.

Het communisme, marxisme en het kapitalisme of neoliberalisme zijn utopieën die met hun abstracte idealen feitelijk destructief werken in de samenleving. De sociale driegeleding is daarentegen bedoeld als een concrete en realistische maatschappijvisie die aansluit bij de eeuwenoude ontwikkelde historische Europese waarden en deze een “rechtmatige” plaats geeft in de samenleving. We zullen, zo zegt R. Steiner, ooit inzien dat deze maatschappijvisie de enig juiste en noodzakelijke is voor de ontwikkelde westerse samenleving. De maatschappelijke driegeleding is geen utopie en ook geen sociaal programma. Het geeft alleen “een speciale manier aan waarop mensen in de samenleving kunnen samenwerken”. De mensen zelf zullen deze manier samen moeten realiseren zodat het een praktische werkelijkheid kan worden.

Aan het einde van de 2e lezing zegt Steiner letterlijk dat zijn maatschappijvisie juist het zelfbeschikkingsrecht bij het individu wil leggen. Het individu dat in de samenleving zijn rechtmatige rol kan vervullen als mondige democratische burger met stemrecht in een democratie, als vrij individu die zich volledig kan ontplooien in het geestesleven en als verantwoorde medewerker en ondernemer die een bijdrage levert aan het ontwikkelen van een solidaire economie.

In twee kleine hoofdstukken aan het einde van het boekje beschrijft John Hogervorst allereerst de historische context waarin R. Steiner zijn ideeën presenteerde en in het laatste hoofdstuk geeft hij in het kort weer hoe R. Steiner in drie jaar tijd geprobeerd heeft deze ideeën bij de juiste personen te introduceren in de hoop dat zij het concept zouden omarmen en invoeren. R. Steiner kwam voor het eerst in 1917 met zijn maatschappijvisie naar buiten, dus nog tijdens de Eerste Wereldoorlog en in het zelfde jaar als de Russische Oktoberrevolutie. De eerste basisgedachten waarvan R. Steiner zelf zei dat hij er ruim twintig jaar over had nagedacht, werden gepresenteerd in twee zogenaamde Memoranda op verzoek van hooggeplaatste personen en waren bestemd voor het Duitse en Oostenrijks-Hongaarse Hof.

Zo komt R. Steiner in 1918 in contact met prins Max von Baden die later op 3 oktober 1918 rijkskanselier van Duitsland wordt. Met hem bespreekt hij uitgebreid de Memoranda waarin het idee van de Sociale Driegeleding uiteen wordt gezet. Van Baden is onder de indruk, maar bij de eerste redevoering als Rijkskanselier blijkt dat hij het niet heeft overgenomen. Ruim een jaar later moet von Baden als Rijkskanselier alweer aftreden, net als de Duitse keizer, als gevolg van een revolutie in Berlijn. In dat jaar werden ook Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg (marxistische leiders) vermoord. De partijen die voor een parlementair- democratische republiek kiezen in januari 1919 behalen een meerderheid en vormen een nieuwe nationale regering. Eind april 1919 verschijnt het boekje van R. Steiner “Kernpunten van het sociale (lees maatschappelijke) vraagstuk” waarin hij een uitwerking geeft van zijn maatschappijvisie. Hij verblijft tot augustus in Zuid- Duitsland en houdt daar veel voordrachten en discussieavonden over de sociale driegeleding. Er worden tienduizenden exemplaren verkocht van het boekje. Er wordt een Bond voor Sociale Driegeleding opgezet met een eigen tijdschrift dat wekelijks verschijnt en duizenden abonnees heeft. In 1919 verschijnt ook de eerste Engelse vertaling van het boekje.

Na het eerste brede enthousiasme ontstond echter steeds meer tegenwerking van conservatieve politici en vanuit de socialistische beweging. Eind 1919 realiseert R. Steiner zich dat het niet gelukt is voldoende draagvlak te verwerven voor zijn maatschappij-ideeën en gaat hij zich intensief bezig houden met de oprichting van een nieuwe onderwijssoort, de Waldorfschule, die in Nederland als Vrije Scholen bekend zijn geworden. Hij hoopte dat via die weg de sociale driegeleding ooit gerealiseerd zou worden. Eind 1919 schrijft hij aan een bekende “dat het niet gelukt is omdat de mensen deze nieuwe gedachten nog niet kunnen opnemen. Kennelijk moet de nood eerst nog groter worden voordat de kiem van de sociale driegeleding zal opgroeien. Een ding is echter zeker: zonder sociale driegeleding gaat het niet!”

Zou de wereldwijde economische en financiële crisis van 2008 (dus 91 jaar na het lanceren van de sociale driegeleding) een nieuwe kans zijn? Steeds meer politici en wetenschappers onderschrijven het utopische karakter van het huidige neoliberalisme dat de samenleving grote schade heeft toegebracht. We hebben behoefte aan een nieuwe maatschappijvisie, voorbij communisme en kapitalisme en dat is de maatschappelijke driegeleding!’
Op dezelfde weblog plaatste Ruud Thelosen op 6 juli een bespreking van het door hem net genoemde boek ‘Kapitalisme zonder remmen’ van Maarten van Rossem, in ‘Neoliberalisme voorgoed onderuit’:
‘In een prettig leesbaar boekje van ruim honderd bladzijden beschrijft van Rossem een korte historie van de ontwikkelingen in de Amerikaanse politiek en de financiële sector die bijgedragen hebben aan de huidige economische crisis. Als historicus doet hij dat met grote nauwkeurigheid, waarbij hij de kern van het financiële en economische wereldje blootlegt alsof het gewoon een geschiedenisles is.

Hij heeft zich goed verdiept in de innovatieve financiële producten zoals de credit default swaps (cds) en collateralized debt obligations (cdo) en weet die beter uit te leggen dan menig econoom zou kunnen. Deze producten hebben de crisis veroorzaakt en werden daarom door de succesvolle belegger Warren Buffett ook wel financiële massavernietigingswapens genoemd. Van Rossem maakt echter ook duidelijk dat door de deregulering van de Amerikaanse overheid de financiële wereld bijna de volledige vrijheid had. Verder heeft het toezicht van de Fed maar ook dat van de kredietbeoordelaars zoals Standard & Poor’s en Moody volledig gefaald.

De auteur is bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht en gespecialiseerd in de moderne Amerikaanse geschiedenis. Daardoor lijkt hij beter dan een politicus of econoom in staat om een volledig historisch beeld te schetsen van het complexe Amerikaanse politieke systeem. Zo legt hij bijvoorbeeld uit dat de Amerikaanse Senaat bestaat uit 100 leden, waarbij iedere staat met twee leden vertegenwoordigd is. Daarbij hebben dunbevolkte staten dus meer zeggenschap als dichtbevolkte staten. In het uiterste geval leidt dat ertoe dat 17% van de bevolking, afkomstig uit plattelandsstaten een meerderheid in de Senaat kan kiezen. Daar komt bij dat in de praktijk pas besluiten genomen worden als 60% van de Senaatsleden voor stemt. Bij een kleinere meerderheid is men bang voor eindeloos gedebatteer. Zo kan een kleine partij als de kringen rondom de Teaparty en de conservatieve republikein Sarah Palin, die op minder dan 20% steun van de bevolking kan rekenen, toch de meerderheid als het ware gijzelen.

Van Rossem gelooft daarom niet dat de juiste lessen uit eerdere crises zijn getrokken en dat de Amerikaanse politiek de noodzakelijke besluiten zal nemen om dit in de toekomst te voorkomen. Er zullen helaas dus nog meerdere financiële en economische crises volgen. De volksvertegenwoordiging, zo laat de geschiedenis zien, stemt wel vlot voor belastingverlaging maar vrijwel nooit voor belastingverhoging. Al noemt van Rossem dat niet maar uit een recent overzicht van de NRC is ook gebleken dat de Senaat vrijwel geheel uit miljonairs en miljardairs bestaat. Die houden het geld liever zelf dan het af te staan aan de overheid.

Van Rossem komt ook met een verrassende analyse waaruit blijkt dat Democraten niet per se links zijn (en voor een sterkere overheid) en Republikeinen rechts zijn (en voor een kleinere overheid). Zo blijkt dat de democratische presidenten Carter en later ook Clinton meerdere wetten hebben ondertekend die de deregulering van de financiële markten versterkte. Het waren dus niet alleen Reagan and Thatcher als belangrijkste pleitbezorgers van het neoliberalisme, zoals meestal wordt beweerd. Het omgekeerde is echter ook waar. Zo was Richard Nixon, een republikeinse president die Keynes juist op handen droeg en dus een belangrijke sturende rol bij de overheid neerlegde. Nixon kwam met een Tax Reform Act in 1969 en dat was een progressieve belastinghervorming. Nixon installeerde meerdere regelgevende instanties zoals de Environmental Protection Agency, de National Traffic Safety Commission, de Occupational Safety and Health Administration, de Consumer Product Safety Commission en de Mine Safety and Health Administration.

De huidige democratische president Obama realiseerde zich na de crisis dat de huidige situatie erop neer kwam dat de winsten geprivatiseerd werden en de verliezen gesocialiseerd. Dankzij de steun van zijn economische adviseur Paul Volcker kwam Obama met een zeer ingrijpend wetsvoorstel om de banken en het financiële verkeer streng te reguleren. Volcker was een gematigd democraat en de voorganger van Alan Greenspan als president van de Fed gedurende de periode 1979-1987. De nieuwe wetten zijn de boeken ingegaan als de Dodd-Frank Wall Street reform and consumer protection act en werden door het congres aangenomen op 21 juli 2010.

Belangrijkste vernieuwingen waren:
1. Een nieuw financieel toezichtsorgaan met de naam financial stability oversight council.
2. Meer regulering voor de financiële markten en de hedgefondsen.
3. De derivatenhandel werd aangepakt; er mogen alleen nog maar derivaten verhandeld worden via de beurs en onder toezicht.
4. Banken zijn verplicht een soort testament te schrijven met daarin de mogelijkheid van een ordelijke liquidatie.
5. Aan hypothecaire leningen worden strengere eisen gesteld en de consumenten worden beter beschermd tegen financiële producten.
Helaas is deze wetgeving niet zo streng als de Glass-Steagall Act waarin er ook een scheiding was tussen risicovolle zakenbanken en risicomijdende spaar- en depositobanken. Volcker wist wel voor elkaar te krijgen dat spaar- en depositobanken niet meer dan 3% van hun eigen vermogen voor speculatieve handel mogen gebruiken (Volcker rule).

De republikeinen hebben echter al laten weten de uitvoering van deze nieuwe wetten op allerlei manieren te zullen blokkeren. Zo hebben deze nieuwe wetten ook niet kunnen verhinderen dat de bankenbonussen in 2010 weer torenhoog en excessief waren en dat de grote banken nog groter zijn geworden tijdens de financiële crisis. Van Rossem laat hiermee zien dat hij de politieke geschiedenis van de VS goed heeft bestudeerd! Het neoliberalisme is een marktfundamentalisme, zoals Van Rossem het noemt, waar de meeste politici heilig in geloofden. Zo concludeerde ook SP-Tweede Kamerlid Jan de Wit met zijn onderzoekscommissie dat iedereen medeschuldig was aan de huidige kredietcrisis en dat er geen hoofdschuldige was.

Als ideologen van het neoliberalisme beschrijft hij uitgebreid Hayek en Milton Friedman (Chicagoschool) en verder noemt hij alleen Ayn Rand. Die laatste komt uitgebreid aan bod in het nieuwe boek van Hans Achterhuis “De utopie van de vrije markt” dat in 2010 is verschenen. Ayn Rand was de belangrijkste inspirator voor Alan Greenspan, de president van de Federale Amerikaanse Banken (Fed). Greenspan hield lange tijd de rente erg laag waardoor er goedkoop geleend kon worden en hij zag geen gevaren in de complexe financiële producten. Pas tijdens een openbare hoorzitting van de senaat erkende hij dat hij zich sterk vergist had. Het belangrijkste boek van Rand “Atlas Shrugged” (vertaald als “Atlas in staking”) uit 1957 was in de V.S. een bestseller. Alleen de Bijbel werd in de afgelopen decennia meer verkocht. Friedman en Hayek waren echter Nobelprijswinnaars en hadden daardoor ook grote invloed. Zo was Friedman ook jarenlang een belangrijke economische adviseur van Reagan.

Veel uitgebreider dan van Rossem heeft gedaan beschrijft Naomi Klein in haar boek “De shockdoctrine” de rol van Milton Friedman en zijn Chicagoschool. Van Rossum noemt Klein en Achterhuis helaas niet in zijn lijst van geraadpleegde literatuur, terwijl het toch lijkt dat hij er kennis van heeft genomen want hij noemt het neoliberalisme ook een soort van shocktherapie. Toch vullen de visies elkaar prima aan. Hayek was de belangrijkste inspiratiebron voor Thatcher, die zijn boek “Constitution of Liberty” in haar tas bij zich droeg. Op zijn eigen manier maakt van Rossem duidelijk dat het neoliberale denken simplistisch is en ook niet klopt. De economie en de financiële markten kunnen niet goed functioneren zonder spelregels en begrenzingen opgelegd door de overheid om de samenleving, de burgers en consumenten te beschermen. Er moet een nieuwe balans gevonden worden tussen de vrije markt, de burgermaatschappij en de staat. De maatschappijvisie van R. Steiner, beter bekend als Sociale Driegeleding, geeft daar bruikbare bouwstenen voor. Mooi is vooral ook het taalgebruik in het boekje. Zo noemt hij Greenspan : “de goddelijke hogepriester van het marktfundamentalisme” of ”Marktwerking als paradijselijke tucht van modern management”.

In een apart hoofdstuk beschrijft van Rossem dat Europa meerdere vormen van kapitalisme met een menselijk gezicht (beschermende sociale voorzieningen) heeft ontwikkeld, die de economische groei niet hebben gehinderd en juist veel welvaart hebben gebracht. Dit boek bewijst ook het gelijk van Jan Marijnissen (zie boek “Tegenstemmen” uit 1996) en de standpunten van de SP bij hun verzet tegen deregulering voor de economie en verdere marktwerking in de zorg of het onderwijs. Van Rossem heeft met dit boekje bewezen niet alleen verstand te hebben van geschiedenis maar ook van economie en politiek. Het is een aanrader juist voor economen en politici!’
Vandaag plaatste Ruud Thelosen op zijn andere weblog (een van de vele, maar deze twee zijn bij hem favoriet, hier publiceert hij het regelmatigst zijn boekbesprekingen) ‘Ruim een eeuw Socialistische Politiek’, dat in het verlengde van de vorige besprekingen ligt. Hier wordt nog duidelijker dat zijn eigen politieke hart bij de SP ligt. Maar dat doet aan de informatiewaarde niets af. Het gaat om het boek ‘LINKS’ van Sjaak van der Velden:
‘Dit in 2010 verschenen boekje bij uitgeverij Aksant, geeft een gedegen historische beschrijving van bijna 130 jaar socialistische politiek in Nederland. Deze nieuwe uitgave is een geactualiseerde versie van zijn eerdere boek “Van SDB tot SP”. De auteur is zelf lid van de SP al vanaf 1972 en actief als publicist ook voor het Wetenschappelijk SP-tijdschrift Spanning. Het is onmogelijk een goede samenvatting te geven van alle historische feiten en omstandigheden van al die verschillende socialistische partijen die Nederland in ruim een eeuw een politieke rol hebben vervuld.

Als je het boek gelezen hebt raak je er wel diep van doordrongen hoeveel strijd er in ruim een eeuw tijd geleverd is. Een strijd tegen de gevestigde orde, tegen de overheid en tegen de kerken. Toch heeft deze jarenlange democratische strijd vele sociale verworvenheden opgeleverd waar we trots op mogen zijn. Een achturige werkdag, een minimumloon, een pensioen en velerlei sociale wetgeving zijn het resultaat geweest. Daarnaast is er ook een felle onderlinge strijd geweest over principes en doelstellingen tussen dogmatici en pragmatici, tussen democratisch en anarchistisch ingestelde partijen, tussen pacifistische en marxistische, tussen trotskistische en maoïstische groepen, tussen arbeiders groepen en intellectuelen. Deze strijd was meestal niet vruchtbaar en verdeelde ook mensen en groepen.

Van der Velden geeft wel handige tijdsbalken en een soort van stamboom om zichtbaar te maken hoe sommige partijen weer afsplitsingen waren van andere partijen. Achter in het boek geeft van der Velden ook de cijfers van de ledenaantallen van de verschillende partijen en het aantal socialistische Kamerzetels vanaf 1888. Dat laat duidelijk zien dat het socialisme ondanks wat krimpbewegingen toch steeds populairder wordt en in 2006 het grootste aantal zetels ooit behaalde. Het werden er 65 van de in totaal 150 Kamerzetels verdeeld over Groen Links (7), de SP (25) en 33 voor de PvdA. Datzelfde zien we ook terug bij het aantal leden. In 2010 waren er in totaal bijna 122.000 mensen lid van Groen Links, PvdA of SP. Dat zijn er echter veel minder dan in de hoogtijdagen van de PvdA. Die had in de zes verschillende jaren tussen 1956 en 1965 alleen al meer dan 140.000 leden. Er zijn dus zeker nog groeimogelijkheden.

Zo is het maar bij weinig mensen bekend dat de huidige VVD een afsplitsing is van de PvdA. In 1948 traden een aantal liberale democraten uit de PvdA en richten een nieuwe partij op namelijk de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. De PvdA is opgericht in 1946 door personen die al eerder in de sociaal democratische arbeiderspartij (SDAP) prominent actief waren. De PvdA zou een nieuwe brede volkspartij moeten worden met socialistische beginselen maar zonder klassenstrijd. De partij Groen Links is in 1989 ontstaan uit een samengaan van PPR (Politieke Partij Radicalen), PSP (Pacifistisch Socialistische Partij), CPN (Communistische Partij Nederland) en EVP(Evangelische Volkspartij). Op dit moment kun je bij Groen Links niet meer van een socialistische partij spreken maar eerder van een groene, liberale partij.

De huidige Socialistische Partij (eerder nog als Socialitiese Partij geschreven) is in 1972 ontstaan uit een aantal splintergroeperingen zoals Marxistisch –Leninistische Centrum Nederland (MLCN) en de Marxistisch Leninistische Partij Nederland (MLPN). De eerste veranderde haar naam in KEN (Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland). Uit de KEN ontstond weer een afsplitsing die zich Kommunistiese Partij Nederland (KPN-ML). De toevoeging stond voor Marxistisch-Leninistisch). De KPN-ML veranderde haar naar in 1972 in SP.
Een gedetailleerdere beschrijving van de SP-ontstaansgeschiedenis is te lezen in het boek van Kees Slager; “Het geheim van Oss”. In de ruim vier decennia dat de SP nu actief is heeft zij zich tot een brede socialistische partij ontwikkeld met een groot ledenaantal en vele actieve afdelingen. Via buurtonderzoeken en ludieke acties probeert zij dicht bij de burger en arbeider te staan, de media te halen en via het democratisch bestel sociale veranderingen te bewerkstelligen. Ze zijn actief in de gemeentelijke, provinciale en in de landelijke politiek. Dit boek is een aanrader voor elke linkse burger om je bewust te worden van de roerige socialistische geschiedenis in Nederland, maar ook moed te verzamelen voor de toekomst want alle strijd is niet voor niets geweest!’
Het valt op dat Ruud Thelosen elk van zijn besprekingen met een uitroepteken eindigt!
.

2 opmerkingen:

Rudolf zei

Beste Michel,
In het verlengde hiervan hen ik ook een boekbespreking gemaakt van het boek "Utopie van de vrije markt" van filosoof Hans Achterhuis en Denker des Vaderlands. Zijn boek is uigegeven bij Lemniscaat(antroposofische uitgeverij). Achterhuis heeft mij ook geschreven dat hij goed bekend is met de sociale driegeleding en dat hij zich opnieuw zal bezinnen over de vraag of hij deze maatschappijvisie van R.Steiner ook als een utopie beschouwt.
zie http://solidaire-economie.blogspot.com/2011/07/neo-liberalisme-als-utopie.html

studio zvz zei

Meer over het utopie begrip:
http://www.zelfvoorziening.nl , nieuwsbrieven 15-19, Utopische verkenningen 1-5.

Mis Adam Smith in het betoog.

Studio zvz, pp.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)