Successievelijk wordt er meer bekend over de positionering
van bovenbouwen (middelbare scholen) van vrijescholen in de beroemd-beruchte
lijst van Jaap Dronkers, tegenwoordig in de Volkskrant (vroeger in Trouw). Ik
heb er al heel wat voorbij zien komen. Op zaterdag werd die lijst bekend
gemaakt via de website van de Volkskrant, onder de titel ‘Veel nieuwkomers onder beste middelbare scholen’. Gisteren kwam ik als eerste reactie deze
tegen, ‘De Vrije School Den Haag behaalt uitstekende resultaten!’:
‘Onze school valt in de Dronkers-lijst 2013, die dit weekend in de Volkskrant is gepubliceerd, onder de topscholen van Nederland. Het VWO haalde een score van 9, de HAVO een 8,5 en het VMBO zelfs een 10.
De cijfers bepaalt Dronkers aan de hand van de kennis en vaardigheden waarover de geslaagde leerlingen beschikken. Daaraan worden extra bonuspunten toegevoegd of afgetrokken voor de verschillen tussen de cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen en de geleverde prestaties van leerlingen vergeleken met het basisschool advies. Daarnaast wordt rekening gehouden met het aantal zittenblijvers en de sociale achtergrond van de leerlingen.
Ook is er ieder jaar kritiek te horen op de lijst, die vooral gebaseerd is op cijfers en niets zegt over de inhoud van ons onderwijs, de veiligheid op school, de tevredenheid onder ouders en leerlingen en de begeleiding van onze leerlingen.
De lijst geeft in elk geval weer dat we in 2012 goede eindexamenresultaten hebben behaald!
Klik hier voor het volledige artikel in de Volkskrant: Artikel Volkskrant’
De volgende was op Facebook vandaag, namelijk bij de Vrienden
Stichtse Vrijeschool via Silvan
Van Leeuwen:
‘De lijst Dronkers laat zien dat we mooie eindexamenresultaten hadden in 2012. De vwo kreeg een 9, de havo een 9,5 en de vmbo een 10. Dat zijn inderdaad cijfers om trots op te zijn. Op naar het volgende jaar.’
Schoolcijfers’
De link leidt naar ‘Stichtse Vrije School Zeist, 3707 GL
Zeist. Niveau: VWO. Richting: Antroposofisch’ en mooie cijfers. Zoals
slaagpercentage examen: 100%. Met eronder ook nog ‘Andere niveaus/locaties van
deze schoolgemeenschap’, zoals het Karel
de Grote College met een 10 voor het VMBO G/T. De volgende vandaag is ‘Ruldolf Steiner College Haarlem scoort twee dikke tienen’ door Iris Dijkema,
dichtbijredacteur:
‘Scholen in Haarlem en directe omgeving komen goed uit de bus in het onderzoek van onderwijssocioloog Jaap Dronkers, dat zaterdag in de Volkskrant stond. Het regent dikke voldoendes. Ook vallen er tienen. Zo krijgt het Rudolf Steiner College maar liefst twee tienen.
“Dat is fijn en leuk om te lezen, maar ik relativeer het wel”, zegt directeur Jos Reckman. “Het is maar één manier van kijken, en daar kan je als school pech of mazzel mee hebben.”
Onderwijssocioloog Dronkers baseert zich bij zijn onderzoek met name op de cijfers die leerlingen haalden op het centraal schriftelijk examen in 2012. “Als je als school zwakkere leerlingen kansen geeft en vervolgens zakken ze dan kom je slecht uit dit soort lijstjes. Dat is de keerzijde ervan”, aldus Reckman.
Lees meer over dit onderwerp op de premium website van het Haarlems Dagblad.’
En dan vanmiddag op de Facebokpagina van het Rudolf Steiner College,
met ‘RSC in top 5 Jaap Dronkerslijst Rotterdam!’
‘De Volkskrant is weer gekomen met de “Jaap Dronkerslijst”. Onderwijs socioloog Dronkers beoordeelt al 16 jaar alle middelbare scholen van Nederland. In Rotterdam zit het Rudolf Steiner College met alle niveaus in de top vijf van de 23 scholen in de stad.
VWO 8,5
HAVO 8,5
VMBO 9,0
De cijfers die hij berekent, zijn een kwaliteitsoordeel op een schaal van 1 tot 10. Het geeft weer over hoeveel kennis en vaardigheden de op het eindexamen geslaagde leerlingen van de scholen beschikken. De cijfers die leerlingen halen op het centraal schriftelijk examen zijn dus de belangrijkste basis van dat oordeel.
Daaraan voegt Dronkers de verschillen tussen de cijfers voor school- en centraal examen, en de toegevoegde waarde van de scholen toe als extra bonuspunten. De toegevoegde waarde zet de prestaties van leerlingen af tegen het advies dat zij kregen van de basisschool. De lijsten zijn gebaseerd op de examencijfers uit 2012.’
Dat is allemaal niet slecht, om het met enig understatement
uit te drukken. En wie weet komen er nog wel meer bij. Ik vond vandaag ook nog
iets anders, namelijk oud nieuws bij Biojournaal. Zoals dit van 28 oktober. Ik
moet het toch wel even melden, want ‘Boer Willem stopt met BD-zorgboerderij De Vijfsprong’:
‘Willem Beekman, bekend van Boer zoekt Vrouw, stopt na bijna 25 jaar met zijn biologisch-dynamische zorgboerderij De Vijfsprong aan de Reeoordweg 2A in Vorden. De boer vindt dat door de bezuinigingen van de overheid er te weinig vrijheid is om de zorgboerderij te runnen als zelfstandig ondernemer. De boerderij blijft wel bestaan, er wordt nog gezocht naar een opvolger. Op 1 mei volgend jaar zou Beekman 25 jaar aan het hoofd staan van de Vordense zorgboerderij. “Helaas ga ik de volle 25 jaar net niet volmaken.”
Toekomst
Boer Willem denkt na over zijn toekomst en ziet volop kansen. “Ik denk nu: er zijn nog zoveel dingen die ik de komende twintig jaar kan gaan doen. Ik wil maatschappelijk betrokken zijn. Ik ga me nu oriënteren. Ik wil graag iets in de educatieve sfeer doen, misschien wil ik lesgeven of iets doen bij een natuurbeschermingsorganisatie. Ook vind ik het interessant om bezig te zijn met de inrichting van natuurgebieden.”
Bron: Omroep Gelderland’
Op 22 november meldde Rosa Kok in de Scherpenzeelse Krant ‘Vrijwilligers klussen op de boerderij’:
‘Een dag lekker de handen uit de mouwen op een biologisch dynamische melk veehouderij. Dat kan op vrijdag 29 en zaterdag 30 november op boerderij Schoonderbeek in Achterveld /De Glind.
Het klusweekend bied een mooie gelegenheid om het boerenleven van dichtbij te ervaren en te zien wat erbij komt kijken om het glaasje melk dat u drinkt te produceren. Op de melkveeboerderij wordt vanuit een biologisch aspect gewerkt; dat doen wij graag, maar dat brengt ook veel werk met zich mee. Wilt u concreet een steentje bijdragen door een helpende hand te bieden? Graag!
U bent welkom voor een hele of halve dag, van 10.00 tot 16.30 uur. Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij Rosa Kok. Bellen kan 0342 – 451414 of via www.ekoe.nl.
Adres: Schoonderbekerweg 13 Achterveld / De Glind
Locatie: Boerderij schoonderbeek, schoonderbekerweg 13, Woudenberg
Start datum/tijd: 29-11-2013 10.00
Eind datum/tijd: 30-11-2013 16.00’
Op 4 november stond in ‘De Nieuwe Antwerpenaar’, met ‘Info
over de werking van de stad Antwerpen’,
het bericht ‘Steinerschool De Es maakt documentaire over oorlog en vrede’:
‘Het project “Oorlog en vrede” wil de wapenstilstand na de Eerste Wereldoorlog levendig houden bij de Berchemse jongeren. Vijfdejaars van Steinerschool De Es in Berchem en Steinerschool Antwerpen maakten een documentaire over getuigen en slachtoffers van oorlogen.
Merel zit in het zesde middelbaar en werkte mee aan het project . Merel: “Wij hebben een vrouw geïnterviewd die vijf jaar oud was tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze had niet veel concrete herinneringen, maar wel erg veel beelden die nog bij haar opkwamen. Het overheersende beeld was dat van – wonder boven wonder – een vriendelijk Duits leger. Zo beschrijft ze een herinnering van een Duitse soldaat die haar een appel geeft. Ze herinnerde zich ook nog het gevoel toen ze veilig tussen haar ouders in bed lag tijdens een bombardement. Ze heeft zich later nooit nog zo veilig gevoeld als toen. Ik vond het erg intens en mooi dat deze vrouw zo positief was. Andere klasgenoten hebben bijvoorbeeld een getraumatiseerde voormalige kindsoldaat geïnterviewd, dat was wel erg confronterend.”
Inzicht in oudere mensen
“Het project heeft mijn belangstelling voor oorlog niet aangewakkerd, die was er al, maar mijn kijk op oudere mensen is wel veranderd. Vroeger vond ik dat die nogal konden zagen over kleine dingen. Deze vrouw was zo positief en had zo veel levenservaring. Ikzelf heb mijn grootouders nooit gekend. Dit project deed me beseffen dat ik dat eigenlijk wel mis.”
Praktisch: De Nieuwe Vrede, Vredestraat 21, gratis. Later volgt nog een toonmoment in bibliotheek De Poort en in de Steinerscholen. ma 11/11 om 20 uur’
Dat is dus al geweest. Maar niettemin goed om te weten. De Consumentenbond kwam op 22 november met het
verontrustende bericht ‘Biologische producten bij natuurvoedingswinkels kwart duurder dan bij supermarkt’:
‘Consumenten die bij een supermarkt biologische producten kopen, zijn een stuk voordeliger uit dan degenen die hun boodschappen doen bij een natuurvoedingswinkel. Biologische producten kosten in een natuurvoedingswinkel gemiddeld een kwart meer. Dit blijkt uit een prijspeiling van de Consumentenbond onder drie landelijke supermarktketens (Albert Heijn, Jumbo en Plus) en vier ketens van natuurvoedingswinkels (EkoPlaza, Marqt, Natuurwinkel en Estafette). Van de supermarkten is Jumbo het voordeligst voor biologische producten, bij de natuurvoedingswinkels is EkoPlaza het goedkoopst.
De Consumentenbond noteerde in oktober 2013 ruim 3000 prijzen van 150 veelverkochte biologische producten zoals kipfilet, melk, tomatensoep en yoghurt. Tussen biologische producten van de Jumbo, Albert Heijn en Plus zit slechts een minimaal prijsverschil, bij de biologische winkels is het prijsverschil tussen de goedkoopste winkel (EkoPlaza) en de duurste (Estafette) een stuk groter, zo'n 10%. Bij een aantal identieke producten werden opmerkelijke prijsverschillen geconstateerd. Hipp babyvoeding bijvoorbeeld kostte bij Jumbo €0,99, terwijl de Natuurwinkel maar liefst €1,35 rekende. En een reep melkchocolade van Bio+ kostte bij Jumbo €1,13, terwijl dezelfde reep bij Marqt voor €1,69 in de schappen lag.
Groot assortiment
Biologische producten zijn gemiddeld 40% duurder dan niet-biologische huismerken, maar dat weerhoudt veel mensen er niet van om biologische producten te kopen. De Consumentenbond ondervroeg ruim 1100 consumenten, waarvan de helft aangeeft zo nu en dan bewust te kiezen voor biologische producten. Natuurvoedingswinkels zijn vooral populair vanwege de grote keuze en de goede kwaliteit van de producten in dat soort winkels. Alle resultaten van het onderzoek zijn na te lezen in de Consumentengids van december.
Lees ook: Biologische voeding in kaart’
De soep wordt nooit zo heet gegeten als die wordt opgediend.
Volg bijvoorbeeld die laatste link. Maar ondertussen is het kwaad geschied en
krijgt bijvoorbeeld Estafette de zwartepiet toegespeeld. Dus hopla, in het
geweer. Diezelfde dag stond op de website van Estafette (‘Welkom bij Estafette
de biologische eetwinkel’) deze verklaring, ‘Reactie Estafette op bio-prijsonderzoek Consumentenbond: Onderzoek zegt niets over kwaliteit, herkomst en eerlijke handel’:
‘Vandaag heeft de Consumentenbond de uitslag gepresenteerd van een prijsvergelijkend onderzoek van de prijzen van biologische producten in verschillende ketens. Ze hebben ongeveer 100 bio-producten vergeleken bij AH, Jumbo, Ekoplaza, Marqt, Natuurwinkel en Estafette. Estafette komt daarbij als duurste uit de bus. Graag reageren we op het onderzoek.
Voor het artikel zijn ca. 100 biologische producten sec op prijs vergeleken. Wat Estafette betreft is dit niet het hele verhaal. Het is lastig merken / kwaliteiten op prijs te vergelijken, met als gemene deler dat de producten allemaal minstens biologisch zijn en zonder aspecten als kwaliteit, manier van produceren en beloning voor de boer hierin mee te nemen.
Bij Estafette bestaat een deel van de vergeleken artikelen uit A-merken van onze producenten en was bovendien maar liefst 20% van biodynamische kwaliteit, met het Demeter-keurmerk. De normen voor Demeter-producten gaan veel verder en zijn veel strenger dan die van biologische producten. Een lastige vergelijking natuurlijk, als je bijvoorbeeld de prijs van Demeter boerenkaas vergelijkt met een biologische fabriekskaas uit de supermarkt.
Verder zijn de vergeleken winkelformules heel verschillend:
– Estafette doet alleen maar biologisch, op water, zout, wc-papier en boeken na en is daarmee de meest consequente biologische winkelketen.
– Estafette is geen supermarkt, maar een speciaalzaak met als specialiteit biologisch / biodynamisch.
– Estafette kiest bij voorkeur voor biodynamisch.
– Estafette is een typische verswinkel: we hebben een groot percentage vers (meer dan 50%), met vooral AGF en brood als speerpunten. Juist deze groep producten hebben de onderzoekers niet meegenomen.
– Kwaliteit, ambachtelijkheid en een faire beloning voor de producent staan bij Estafette voorop. Daar doen we geen concessies in. Wat Estafette betreft mag het beste product dus best iets duurder zijn.
– Estafette heeft geen huismerkenstrategie. Estafette koopt zoveel mogelijk rechtstreeks in bij de producent zelf, om zeker te weten dat de juiste prijs bij de producent terecht komt.
Tot slot: Estafette bekijkt voortdurend de prijzen van het totale boodschappenmandje voor de klant, van groenten en fruit en melk tot andere basisboodschappen op basis van vergelijkbare producten en merken. Wij komen daarbij tot een heel ander prijsbeeld dan de onderzoekers.’
Ook Bionext liet die dag van zich horen in ‘Biologische
speciaalzaak is kampioen productkeuze en persoonlijk advies’:
‘Uit een onderzoek van de Consumentbond blijkt dat 150 hardlopende bioproducten in de supermarkt bij biologische winkels over het algemeen duurder zijn. “Dit is een weinig opzienbarend feit,” stelt Bavo van den Idsert, directeur van Bionext, de ketenorganisatie voor de biologische sector van boer tot consument. “Alle hardlopers in de supermarkt (gangbaar of bio) zijn in de regel duurder bij de speciaalzaak, of het nu de groentespeciaalzaak, de slager, de kaasspeciaalzaak of de biologische winkel betreft. De gespecialiseerde winkel daarentegen onderscheidt zich niet in prijs, maar in z’n specialisme.”
Vraag naar gezond bio eten en voedingsadvies
Bij de gemiddelde biologische winkel heeft de consument keuze uit circa 2.500 biologische producten. Een kenmerk van een breed assortiment is dat lang niet alle producten even snel lopen. Daarom kan een speciaalzaak zich niet veroorloven om hardlopers zo laag te prijzen als een supermarkt. Bovendien heeft de gemiddelde biologische speciaalzaak meer gekwalificeerd personeel die de vele vragen van consumenten over gezonde biologische producten kan beantwoorden. Met de groeiende vraag naar gezond eten en speciale dieetproducten voor met name voedselallergie en –intolerantie, neemt ook de behoefte aan betrouwbaar en goed advies toe. De biologische winkels voorzien in deze behoefte.
Sterke groei biologische speciaalzaak
Dat de prijs niet doorslaggevend is, toont de sterke groei van de biologische winkels. Het aantal nieuwe en vernieuwde winkels is dit jaar groter dan ooit en de omzetstijging in de biologische winkels komt dit jaar waarschijnlijk boven de 10% uit.
Prijs niet heilig
Prijzen vergelijken is niet eenvoudig. Er zijn verschillen per seizoen en zelfs per week, zeker als het verse producten betreft. En wie groot inkoopt kan andere condities verkrijgen dan kleinere partijen.
Dat prijs niet heilig is, blijkt ook vanuit een andere invalshoek. Over het algemeen zijn de prijzen voor levensmiddelen te laag in de supermarkt. Er woedt sinds de zomer een verhevigde concurrentiestrijd tussen de grote supers op prijs, waar vooral (gangbare) telers de dupe van worden. Als er gestunt wordt met de prijs, moet de teler uiteindelijk genoegen nemen met minder geld. In de Nederlandse glastuinbouw wordt structureel onder de kostprijs verkocht door veel telers. Een recent voorbeeld is de prijsdumping van de gangbare bananen tot ver onder de euro per kilo. Dat staat in geen enkele verhouding tot de kostprijs voor de teelt, het vervoer, de distributie en doet vrezen voor de prijs die de teler in de derde wereldlanden krijgt. “De biologische sector hecht veel waarde aan evenwichtige prijzen, van boer tot en met consument. Prijsdumping zet altijd de kwaliteit onder druk en dat mag met biologische producten niet gebeuren,” stelt Van den Idsert.’
In Biojournaal voegden zich anderen bij dit koor. Lenneke
Schot liet op 22 november ‘Henk Gerbers en Koos Bakker reageren op prijsvergelijking Consumentenbond. “Biologisch is meer dan prijs alleen”’:
‘De Consumentenbond heeft de resultaten van een prijspeiling onder drie landelijke supermarktketens en vier ketens van natuurvoedingswinkels gepubliceerd. Hieruit blijkt onder meer dat bio-producten in een natuurvoedingswinkel gemiddeld een kwart meer kosten. Biojournaal vroeg Koos Bakker (directeur Estafette Odin) en Henk Gerbers (Bio+) naar hun reactie op dit onderzoek.
Estafette Odin
Koos Bakker, directeur van Estafette Odin, reageerde vrijdagochtend op twitter als volgt: “Appels met peren vergelijken onderzoekers consumentenbond moeten het nog maar eens over doen, it’s the quality stupid.” Koos gaf de volgende toelichting aan Biojournaal: “Prijs is naar mijn mening slechts één kant van de zaak. Je moet in je afweging ook de keten waarin de biologische producten aangeboden worden meenemen. Dit heeft ook zeker meerwaarde voor mensen. Ze komen niet voor niets met plezier naar de natuurvoedingswinkel”, aldus Koos. “In tegenstelling tot in de reguliere retail wordt het vlees dat in de Estafette-winkels verkocht wordt verwerkt door twee 100% biologisch werkende slagers. De biologische vleesproducten in de reguliere supermarkten worden verwerkt door de grootste slagerij van Europa, waarbij biologisch slechts een aandeel van een paar procent heeft. Als de klant dat zou weten, zouden ze volgens mij een meer weloverwogen afweging kunnen maken als het gaat om hun dagelijkse boodschappen.”
Koos benadrukt ook dat de meeste consumenten wel verder kijken dan de prijs. “Consumenten zijn echt niet gek. Het lijkt wel of de onderzoekers dit niet beseffen. Zo zou je het in ieder geval op kunnen vatten.”
In het persbericht van de Consumentenbond wordt verder benadrukt dat bij de biologische winkels het prijsverschil tussen de goedkoopste winkel (EkoPlaza) en de duurste (Estafette) een stuk groter is, zo'n 10%. Koos: “In een dergelijk vergelijkend onderzoek is het volgens mij belangrijk om ook de kwaliteit van de producten en de uitgangspunten mee te wegen. Wij zien onze winkels niet als supermarkten, maar als echte speciaalzaak. Zo is de helft van ons assortiment vers. Wij ambiëren om daar heel goed in te zijn. Deze producten zijn niet meegenomen in de prijspeiling. Verder kiest Odin Estafette voor heel veel biologisch-dynamische producten waaraan vaak een hoger prijskaartje vastzit. In het onderzoek is niet meegenomen dat 20% van de Estafette producten bio-dynamisch was.”
Koos geeft aan dat Estafette Odin rustig blijft onder de berichtgeving. “Wel blijven we uiteraard opletten, maar we geloven echt in onze visie. En de omzet, groeicijfers en reacties van klanten onderschrijven dit ook. Wij kiezen echt voor kwaliteit.”
Bio+
Henk Gerbers van Bio+ is het met Koos Bakker eens dat prijs maar één aspect is. “Biologisch is meer dan prijs alleen”, aldus Henk. Dit prijsvergelijkingsonderzoek is volgens hem wel positief: “Vijf jaar geleden had de Consumentenbond een onderzoek als dit niet kunnen doen. Er staan nu vier volwassen formules in de natuurvoedingsbranche en er zijn nu zeker 150 biologische artikelen in de reguliere supermarkten als bijvoorbeeld Jumbo, PLUS, Albert Heijn en andere retailformules te vinden. Als het gaat om beschikbaarheid en kwaliteit van het assortiment heeft de bio-branche dus een enorme sprong voorwaarts gemaakt.”
Henk benadrukt dat Bio+ de beschikbaarheid van het biologische assortiment wil verbeteren. “Wij willen biologisch voor iedereen bereikbaar en betaalbaar maken. Voor een betaalbare prijs werken we bij Bio+ met efficiënte ketens. Wel moet in elke schakel van de keten de continuïteit gewaarborgd zijn. Iedereen moet er een eerlijke boterham aan kunnen verdienen en moet kunnen blijven investeren in verdere groei en verduurzaming van biologisch. Blijft staan dat niet wij, maar de retailers zelf bepalen welke marge en consumentenprijzen ze willen rekenen. Verder zie je in deze meting van de Consumentenbond dat de prijsverschillen tussen formules in biologisch veel kleiner zijn dan in gangbaar.”
In het persbericht van de Consumentenbond wordt de reep melkchocolade van Bio+ nog apart aangehaald. Deze kostte bij Jumbo 1,13 euro, terwijl dezelfde reep bij Marqt voor 1,69 euro in de schappen lag. “Dit prijsverschil is te herleiden naar de kosten, waarde en marges. De supermarkten bepalen zelf de prijs. Hierin zijn de individuele verkooppunten vrij in.”’
Ook de Natuurwinkel liet van zich horen. Gisteren in
Biojournaal met ‘Natuurwinkel reageert op prijspeiling biologische producten. “Natuurwinkel kiest bewust voor A-merken in plaats van huismerken”’, met onder meer dit:
‘Het vergelijk van biologische voeding met huismerken lijkt op een vergelijk, dat niet is gebaseerd op vergelijkbare producten. Een huismerk is een product waarvoor bewust een positionering is gekozen, waarbij een lage prijs cruciaal is. De motieven om huismerken te kopen zijn wezenlijk anders dan de motieven om A-merken te kopen.’
Triodos
Bank Nederland berichtte gisteren op Facebook:
‘EkoPlaza is uitgeroepen tot het “Duurzaamste Merk van Nederland”! Afgelopen vrijdag won de biologische supermarktketen deze prijs, in het leven geroepen door Allesduurzaam.nl. De impact van EkoPlaza wordt steeds groter zegt de jury.
Triodos Bank financiert 11 vestigingen van EkoPlaza. Wil je weten welke winkels dit zijn? Kijk dan op Mijn Geld Gaat Goed http://bit.ly/JL8P4J’
Biojournaal deed gisteren verslag in ‘EkoPlaza wederom “Duurzaamste Merk van Nederland’’:
‘EkoPlaza is wederom uitgeroepen tot het “Duurzaamste Merk van Nederland”. Dit heeft de organiserende website Allesduurzaam.nl vrijdag 22 november bekend gemaakt. De jury roemde het bedrijf om zijn bijdrage aan de toegankelijkheid van het duurzame alternatief. “EkoPlaza richt zich als het gaat om duurzaamheid op de hele ‘keten’ en heeft door haar omvang en spreiding over Nederland een steeds grotere impact”: aldus de jury. Het biologische voedingsmerk Bio+ is geëindigd op de tweede plaats, en de nieuwe innovatieve Amsterdamse aanbieder van zonnepanelen Zonline veroverde de derde plek. De jury heeft op eigen initiatief een Eervolle Vermelding in het leven geroepen. Deze is toegekend aan BeterBio.
De verkiezing “Duurzaamste merk van Nederland” is een initiatief van Allesduurzaam.nl. Dit jaar werd de competitie voor de vierde maal georganiseerd. “Duurzaamste merk van Nederland” is een online stemming onder bezoekers van Allesduurzaam.nl. Elk jaar wordt aan stemmers gevraagd een motivatie achter te laten. Opvallend is dat dit op grote schaal en zeer uitgebreid gebeurt. Dit heeft de redactie van Allesduurzaam doen besluiten om deze motivaties een belangrijke(re) rol te laten spelen bij de uiteindelijke bepaling van de winnaar. De winnaar werd dit jaar voor de eerste keer bepaald door een jury op basis van de uitgebrachte stemmen, onder het motto “niet de meeste stemmen gelden maar de beste stemmen gelden”.
Uitreiking
De prijs, een beeld van kunstenaar Daan de Leeuw, werd vrijdag 22 november overhandigd door Gea Boessenkool, directeur van Allesduurzaam aan Erik Does, algemeen directeur van EkoPlaza in het EkoPlaza-filiaal in Delft. Boessenkool citeerde daar uitgebreid het juryrapport: “In het licht van de sterke groei is het bijzonder dat EkoPlaza door de klant nog steeds als ‘persoonlijk’ en ‘dichtbij’ wordt ervaren. Dit blijkt uit de talrijke reacties van de stemmers. Zij ervaren EkoPlaza ook als mooi, modern en duurzaam”.
In totaal zijn er in een maand tijd ruim 3000 stemmen uitgebracht. Volgens Bert Vink, hoofdredacteur van Allesduurzaam, valt uit de motivaties op te maken dat de consument vooral vertrouwen heeft in, en op zoek is naar merken en bedrijven waarbij duurzaamheid in het DNA van het bedrijf verankerd is. “Simpel” en “eerlijk” zijn in de motivaties de meest genoemde termen. Volgens Vink toont dit aan dat duurzaamheid geen marketingtool is, geen afdeling of business opportunity. De consument is op zoek naar producten met een goed en eerlijk verhaal. Duurzaamheid komt van binnen en dat wordt door de consument zeer gewaardeerd en herkend.
De Jury werd gevormd door Hans Blom, Hanke Mauser en Claire Teurlings, alle verbonden aan de Cooperation of Good.’
Lenneke Schot tekende gisteren het volgende op uit de mond
van ‘Erik Does, EkoPlaza: “Brede waardering voor onze investeringen in duurzaamheid”’:
‘EkoPlaza is afgelopen vrijdag (22 november) voor het tweede jaar op rij uitgeroepen tot het “Duurzaamste Merk van Nederland”. Deze verkiezing werd wederom georganiseerd door de website Allesduurzaam.nl. De jury roemde het feit dat EkoPlaza zich als het gaat om duurzaamheid op de hele “keten” richt en dat EkoPlaza door haar omvang en spreiding over Nederland een steeds grotere impact heeft.
Erik Does, algemeen directeur van Udea en EkoPlaza, nam de prijs in ontvangst in de EkoPlaza-vestiging in Delft. Maandagochtend gaf hij aan dat de prijs een mooie beloning is voor al het harde werken. “We hebben een rapport meegekregen met daarin de opmerkingen van de consumenten. Dat biedt een mooie onderbouwing voor deze winst. Eén van de consumenten omschreef EkoPlaza zelfs als een ‘Supermarkt 2.0.’ Dat vinden wij een heel mooi compliment.”
Erik geeft aan dat er vorig jaar vooral veel waardering was voor het neerzetten van de EkoPlaza-keten en dat het afgelopen jaar echt de volgende stap is gezet. “Dit keer is meer gekeken naar de algehele ontwikkeling van onze keten. De transparantie waar we voor staan wordt erg gewaardeerd. Ook is dit de eerste keer dat we een brede waardering krijgen voor het feit dat we volop investeren in duurzaamheid, bijvoorbeeld door elektrische laadpunten bij onze Amsterdamse vestigingen te installeren en zonnepanelen op de daken van de winkels. Het is mooi om te merken dat consumenten dit ook herkennen en waarderen.”
De algemeen directeur geeft verder aan dat uit het rapport blijkt dat de consumenten veel waardering hebben voor de kennis van de medewerkers en de persoonlijke betrokkenheid die ze tonen.
Voor meer informatie: edoes@udea.nl’
Tot slot van vandaag deze tekst op de website van Uitgeverij
Nearchus over ‘Inkomensverdeling’:
‘Sociale driegeleding is écht actueel: het is te verbinden met nagenoeg elke actuele ontwikkeling. Hier een citaat uit Trias politia ethica van Ruud Thelosen met enkele waarnemingen en gedachten over het vraagstuk waarover de Zwitsers zich dit weekeinde in een referendum mochten uitspreken: een rechtvaardige verdeling van inkomen.
“De samenleving zou er zeer bij gebaat zijn wanneer de politiek een rechtvaardige inkomenspolitiek gaat voeren die gebaseerd is op minimum- en maximuminkomens met daarbinnen differentiatie op basis van de zwaarte van functies. Daarbij vervalt het onderscheid tussen overheid en bedrijfsleven, profit en non-profitsector, ondernemer of werknemer.
Dat brengt arbeidsrust, een nieuwe cultuur van de arbeid en een hernieuwd vertrouwen in de overheid, die namelijk orde op zaken stelt daar waar dat hard nodig is. Met een verstandige en rechtvaardige inkomenspolitiek wordt de angel uit de sociale onrust gehaald die momenteel in bedrijven en in de samenleving rondwaart. In de jaren 70 van de vorige eeuw was het de econoom Jan Tinbergen (de enige Nederlandse Nobelprijswinnaar op dit vakgebied) die al pleitte voor een vaste bandbreedte tussen de hoogste en laagste inkomens in een bedrijf maar ook in een samenleving. Daaruit is de latere Tinbergennorm ontstaan. Zijn de inkomensverschillen groter in een bedrijf dan heeft dat negatieve gevolgen voor de resultaten van een bedrijf.
De Engelse onderzoekers Wilkinson en Picket hebben hetzelfde geconstateerd voor de hele samenleving. In het boek The Spirit Level; Why equality is better for everyone van 2009 wordt het belang van meer inkomensgelijkheid aangetoond. Hoe kleiner het verschil tussen de hoogste en laagste inkomens, hoe beter een hele reeks van maatschappelijke kenmerken zoals criminaliteit, onderwijsprestaties, gezondheid van mensen, welzijn etc. Dit significant aangetoond verband blijft onzichtbaar als je alleen kijkt naar de welvaart van een samenleving, uitgedrukt in bruto nationaal product per hoofd van de bevolking. Door inkomensongelijkheid aan te pakken kun je de samenleving dus sterk verbeteren!”’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten