Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

vrijdag 20 december 2013

Verziekt


Het laatste nieuws is wat gisteravond in De Stentor verscheen, ‘Verziekte sfeer op vrije scholen Zutphen’. AntroVista berichtte er vandaag al over, in ‘Schoolstrijd in Zutphen’. De Stentor schreef:
‘De vrije scholen in Zutphen verkeren in een diepe crisis. Het ouderprotest is tot het kookpunt gekomen en bestuurder Lizzy Plaschek staat met de rug tegen de muur. Dat blijkt uit gesprekken die deze krant met de betrokkenen voerde. Plaschek spreekt van een “volledig verziekt klimaat”. “Het hele conflict is verworden tot een machtsstrijd.”’
We weten dat, want ik heb er op zaterdag 14 december in ‘Engelhiërarchieën’ nog uitvoerig over bericht.
‘Lees een uitgebreid achtergrondverhaal over de hoog opgelopen kwestie in de Stentor van donderdag 19 december.’
Die krant heb ik niet, dus daar kan ik niet uit berichten. Maar wel uit wat op de website van de twee oudergroeperingen, ‘Vrije School Nu’ en ‘vooronzevrijescholen’, wordt geplaatst. Zoals deze nieuwsbrief van 15 december: ‘Wat je zelf nog kunt doen’ (waarvan de inhoud gedeeltelijk overeenkomt met mijn bericht van 14 december):
‘Wat je zelf nog kunt doen n.a.v. de informatieavond

Op maandag 9 december hebben we in de grote zaal van de IJssel onze bevindingen gepresenteerd van de afgelopen maanden. De zaal was goed gevuld en de sfeer was respectvol. We begonnen de avond met een korte verklaring waarin de samenwerkende initiatiefnemers zich distantiëren van de ongefundeerde beschuldigingen die de bestuurder op 5 december, zonder hoor en wederhoor, via de officiële kanalen heeft verspreid.

Vervolgens presenteerden we aan de hand van een diapresentatie onze bevindingen. Met als terugkerende constatering dat er geen goede onderbouwing is voor het besluit om een school te sluiten en dat de bezwaren van grote groepen ouders niet serieus zijn genomen. Zelfs nu er een alternatieve begroting ligt die laat zien dat er voldoende mogelijkheden zijn om drie scholen open te houden, wil het bestuur niet in gesprek. Dit versterkt de overtuiging dat ons verhaal klopt. Een uitgebreider verslag van de avond is te vinden op onze nieuwspagina.

Wat kun je zelf nog doen?

De teneur aan het eind van de avond was dat het inhoudelijke verhaal overtuigend was overgekomen en dat het positief is dat ouders van de drie scholen met elkaar samenwerken. Toch was er ook een gevoel van onmacht omdat het bestuur heeft aangegeven niet in gesprek te willen met diegenen die het besluit ter discussie stellen. Uit de zaal kwam nadrukkelijk de vraag: wij voelen ons vertegenwoordigd door jullie en ondersteunen jullie constructieve aanpak, maar wat kunnen wij als ouders zelf nog doen richting inspectie, stichting VSNON, medezeggenschap of anderszins?

We hebben op de site een pagina gemaakt waar we antwoord proberen te geven op deze vraag. Mocht je zelf nog iets willen doen, dan kun je daar enkele mogelijkheden vinden. Heb je nog vragen of opmerkingen? We horen het graag. Check www.vooronzevrijescholen.nl of neem contact op door deze e-mail te beantwoorden. Je hoort zo snel mogelijk van ons. 
Met vriendelijke groet, 
Namens de samenwerkende groepen initiatiefnemers van de Zwaan, de Berkel en de IJssel,
Barend Gerretsen, Fred Leffers, Koen van der Hauw, Ronald van ’t Hul, Stijn van der Ree’
Niet alleen in een nieuwsbrief, maar ook rechtstreeks op de website is hier het nodige over te vinden. Eveneens onder de titel ‘Wat kan ik doen?’
‘Op 9 december organiseerden we een algemene informatieavond. Uit de zaal kwam nadrukkelijk de vraag: wij voelen ons vertegenwoordigd door jullie en ondersteunen jullie constructieve aanpak, maar wat kunnen wij als ouders zelf nog doen richting inspectie, stichting VSNON, medezeggenschap of anderszins?

Om antwoord te geven op deze expliciet aan ons gestelde vraag en omdat wij merken dat het voor ouders onduidelijk is tot wie ze zich kunnen wenden als ze willen reageren of een signaal willen afgeven, beschrijven we hieronder enkele mogelijkheden die je als ouder hebt. We zullen onderstaande informatie bijwerken zodra daar aanleiding voor is.

Meedoen in onze werkgroepen

We zijn op zoek naar nieuwe mensen die actief mee willen denken en doen. Je kunt hierbij onder meer denken aan het als toehoorder bezoeken van (G)MR vergaderingen, het verkennen van de mogelijkheden voor bemiddeling of – zoals gevraagd op de informatieavond – het voorbereiden van juridische stappen. Daarnaast staan we natuurlijk open voor out-of-the-box suggesties voor verdere stappen/mogelijkheden. Je kunt contact met ons opnemen via info@vooronzevrijescholen.nl.

Landelijke klachtencommissie

Het is mogelijk een klacht in te dienen bij de Landelijke Klachtencommissie voor het Algemeen Bijzonder Onderwijs. Zij kunnen een vergaand advies geven waarmee zo nodig naar de rechter kan worden gegaan. In de meeste gevallen wordt zo’n rechtszaak – ondersteund door dit advies – gewonnen. Mocht je een klacht willen indienen, geef dan vooral een feitelijke weergave van wat er speelt. De onderwijsinspectie ontvangt graag een kopie voor hun dossier van de school.

Onderwijsinspectie

Van verschillende ouders hebben wij vernomen dat zij melding hebben gedaan bij de onderwijsinspectie van de zaken die zij signaleren. Hoe meer meldingen er zijn, hoe groter de kans dat de inspectie in actie komt. Mocht je melding willen doen van de wijze waarop bestuur en MT met ouders (al dan niet actief in initiatiefgroepen) omgaan, dan kun je contact opnemen met de vertrouwensinpecteurs. De inspectie is te bereiken via 088 669 60 60.

MR benaderen

De oudergeleding van de medezeggenschapsraad (MR) van jouw school heeft de wettelijke taak om jou als ouder te vertegenwoordigen. Je kan de MR op de hoogte stellen van je ervaringen en meningen over het handelen van het MT en het bestuur van de stichting. Ook zou je ze kunnen mailen wat jij van ze verwacht en wat jij zou willen dat de MR gaat doen. Voor de MR is de schooldirecteur (tevens MT-lid) de gesprekspartner.

Je zou de MR kunnen vragen of er al een goed antwoord is op de brief van de MR Zwaan aan het MT d.d. 30 oktober 2013, waarin men aandringt op helderheid en inzage in het gelopen proces van drie naar twee en waarin men antwoord vraagt op een elftal concrete vragen. Je zou de MR ook kunnen vragen zich uit te spreken over de brief van de bestuurder van 5 december. Je zou ze kunnen vragen om bij de bestuurder en het MT aan te dringen op rectificatie van de beschuldigingen dan wel deze concreet te maken. Je zou ze kunnen vragen om te pleiten voor een bemiddelaar tussen het bestuur en de initiatiefnemers als vertegenwoordiging van de meerderheid van de basisschoolouders.

Het bovenstaande is alleen bedoeld ter inspiratie. Als je de MR mailt, maak er dan vooral je eigen verhaal van waar je 100% achter staat. Je kunt de e-mailadressen van de MR-en hieronder opvragen. We willen je vragen er zorgvuldig mee om te gaan.

GMR benaderen

Je zou ook de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) kunnen benaderen. De samenwerkende initiatiefnemers van de drie scholen worden immers als schooloverstijgende groep beschuldigd door bestuur en MT. Bovendien is de zaak waar het om gaat een zaak van de stichting en niet van een afzonderlijke school. Voor de GMR is de bestuurder de gesprekspartner.

Als je de GMR mailt, dan zou je vergelijkbare zaken kunnen vragen als hierboven genoemd bij de MR. Daarnaast zou je ze kunnen vragen om niet akkoord te gaan met de begroting van 2014 zolang de bestuurder er niet een alternatieve begroting naast legt op basis van 3 scholen open. Ook zou je ervoor kunnen pleiten dat enkele financiële mensen uit de initiatiefgroepen (eventueel vertrouwelijk) inzage krijgen in de begroting 2014 zodat zij input kunnen leveren aan de GMR als het gaat om het beoordelen ervan.

Nogmaals: het bovenstaande is alleen bedoeld ter inspiratie. Als je de GMR mailt, maak er dan vooral je eigen verhaal van waar je 100% achter staat. Je kunt het e-mailadres van de GMR hieronder opvragen. We willen je vragen er zorgvuldig mee om te gaan.

Aanschrijven MT/bestuur

Je zou bestuur en managementteam (MT) kunnen laten weten wat je vindt van de brief die de bestuurder op 5 december mede namens het MT heeft verzonden naar alle ouders, leerkrachten en medewerkers die betrokken zijn bij de drie basisscholen. Je zou de leden van het MT kunnen vragen of zij werkelijk achter de inhoud van de brief staan en zo nee, of zij zich er van willen distantiëren en willen aandringen op rectificatie. Je zou het MT ook kunnen vragen om een aanvullende inhoudelijke onderbouwing van de besluiten van het MT of de bestuurder.

Als je mailt, maak er dan je eigen verhaal van waar je 100% achter staat. Zorg er wel voor dat je toon respectvol is en niet te emotioneel. Het is aan te raden om je mail voor verzending nog even aan iemand anders te laten lezen om na te gaan hoe het overkomt. Je kunt de e-mailadressen van MT en bestuur hieronder opvragen. We willen je vragen er uiterst zorgvuldig mee om te gaan en ze na gebruik direct te verwijderen.

Aanschrijven RvT

Je zou de Raad van Toezicht (RvT) er op kunnen wijzen dat de bestuurder onder hun toezicht ongefundeerde beschuldigingen, zonder hoor en wederhoor, via de officiële kanalen verspreidt aan drie complete scholengemeenschappen. Je zou kunnen vragen om rectificatie. Ook kun je de RvT melden dat de bestuurder in dezelfde brief aangeeft niet meer te willen communiceren met leden van de gemeenschap die het niet eens zijn met haar beleid. Je zou de RvT er op kunnen wijzen dat een bestuurder niet op deze wijze kan functioneren en hen vragen actie te ondernemen.

Nogmaals: als je mailt, maak er dan je eigen verhaal van waar je 100% achter staat. Zorg er wel voor dat je toon respectvol is en niet te emotioneel. Het is aan te raden om je mail voor verzending nog even aan iemand anders te laten lezen om na te gaan hoe het overkomt. Je kunt hieronder informatie opvragen over hoe je de RvT kunt mailen. We willen je vragen er uiterst zorgvuldig mee om te gaan.

Vertrouwenspersoon

De stichting VSNON heeft een externe vertrouwenspersoon waarmee je contact zou kunnen opnemen.’
Kortom, alles wordt uit de kast gehaald om het bevoegd gezag van de drie scholen op andere gedachten te brengen en vooral tot andere daden te bewegen. Vandaag nog voegt ‘Vrije School Nu’ hieraan toe, onder ‘Laatste wijzigingen website’:
‘20-12 Links (IJssel): Brieven aan het managementteam, de Raad van Toezicht en aan de (G)MR leden, over de brief van de bestuurder van 5 december.’
Men heeft blijkbaar zelf de daad bij het woord gevoegd. Ik geef alleen de eerste brief weer, want net als hierboven zijn ze qua inhoud vrijwel gelijk:
‘Zutphen, 18 december 2013

Geachte leden van het managementteam,

Op donderdag 5 december jl. verzond de bestuurder mede namens u een brief naar alle ouders, leerkrachten en medewerkers die betrokken zijn bij de drie vrije basisscholen. In deze brief beschuldigt zij de gezamenlijke initiatiefgroepen – die een meerderheid van de basisschoolouders vertegenwoordigen – van een aantal kwalijke zaken en kondigt zij aan niet meer te willen communiceren met groepen die haar beleid niet ondersteunen.

Wij zijn geschrokken van de ongefundeerde beschuldigingen die de bestuurder mede namens u via de officiële kanalen verspreidt aan drie complete scholengemeenschappen. Wij herkennen onszelf niet in het beeld dat geschetst wordt, de genoemde voorbeelden kunnen we niet plaatsen en we distantiëren ons van alle vormen van wangedrag die de bestuurder noemt. Dat de bestuurder groepen ouders zonder hoor en wederhoor publiekelijk beschuldigt van ernstige zaken, vinden wij onbegrijpelijk en onacceptabel.

Als gevolg van deze brief voelen ouders zich niet meer veilig binnen de gemeenschap waar zij hun kinderen dagelijks toevertrouwen aan de goede zorg van betrokken leerkrachten. Hoe moeten degenen die beschuldigd worden zich hiertegen verweren? Wat moeten ouders en leerkrachten die hen niet goed kennen wel van hen denken? En wie beschuldigt de bestuurder nu eigenlijk? Zijn de beschuldigingen gericht aan de actieve kern van de initiatiefgroepen of aan alle ouders die deze groepen steunen? Of gaat het om bepaalde personen?Waarom worden die dan niet rechtstreeks aangesproken? En hoe zit het met andere leden van de gemeenschap, zoals de medezeggenschapsraden? Mogen die nog wel kritisch zijn op haar beleid of wil de bestuurder daar dan ook niet meer mee communiceren? Het zijn allemaal vragen die bij ons opkomen als we de brief van 5 december op ons laten inwerken.

Wij zijn van mening dat de bestuurder met haar brief de schoolgemeenschappen en zichzelf – wij drukken ons voorzichtig uit – geen goede dienst bewijst. Ons verzoek aan u als lid van het managementteam is om opnieuw een oordeel te vormen over deze brief die mede in uw naam geschreven is. En die ook nog eens verscheen uitgerekend op het moment dat de initiatiefgroepen met een overduidelijk nieuw inzicht zijn gekomen, namelijk een goed onderbouwde alternatieve begroting waaruit blijkt dat het mogelijk is om drie scholen open te houden. Met alle voordelen van dien voor al die leerkrachten, ouders en kinderen die de vrije school een warm hart toedragen. Wij betreuren het dat de bestuurder een inhoudelijke discussie hierover uit de weg gaat. In haar brief van 9 december gaat ze weliswaar kort in op de alternatieve begroting, maar legt deze vervolgens terzijde zonder met wezenlijke kritiek te komen.

Wij verzoeken u afstand te nemen van de brief van de bestuurder dan wel er op toe te zien dat zij de door haar mede in uw naam genoemde kwalijke zaken op korte termijn specificeert door middel van een gedetailleerde beschrijving met naam, situatie, datum en plaats. Doet zij dit niet en blijft een reactie achterwege, dan zullen wij de brief van 5 december opvatten als een daad van laster. In die situatie is een spoedige rectificatie op zijn plaats. Gebeurt dit niet, dan overwegen wij onder meer aangifte te doen.

Zonder tegenbericht gaan wij er vanuit dat u de inhoud van de brief van de bestuurder onderschrijft, wat betekent dat wij ook u daarop kunnen en zullen aanspreken.

Met vriendelijke groet,

Namens de samenwerkende groepen initiatiefnemers van de Zwaan, de Berkel en de IJssel,

Annemarie Vergunst, Arthur Aalsma, Barend Gerretsen, Corrie Zwarts, Fred Leffers, Koen van der Hauw, Marc van Lier, Marieke Stork, Renate van der Ree, Rob Gort, Ronald van ’t Hul, Stijn van der Ree

P.S. Brieven met vergelijkbare strekking zijn verzonden aan de Raad van Toezicht en de (G)MR. Alle brieven zijn tevens ter kennisgeving verzonden aan de bestuurder.’
Behalve deze complicaties heb ik op zondag 20 oktober in ‘Beeldmerk’ ook melding gemaakt van een ander ‘Initiatief vanuit antroposofische beweging voor de Vrije Scholen in Zutphen’. Op het Forum van ‘Vrije School Nu’ plaatste ‘ingrid busink’ op 16 december ‘Een zinvol gesprek over wat er echt aan de hand is’:
‘Zutphense vrije scholen in de wilsstroom

Verslag van het gesprek op de bijeenkomst van 10 december 2013

Dit is een verslag van een gesprek met ouders, leerkracht, oud-bestuurder en initiatiefkring dat we n.a.v. de inleiding van Jan Saal met elkaar hadden over de situatie op de scholen. Het geheel vond vanuit een onderzoekende houding, en onderlinge verbinding in dit onderzoek, plaats. Het onderstaande verslag moet ook in die zin worden opgevat, en eventuele conclusies die erin staan, als voorlopige conclusies worden gelezen. Het onderzoek gaat nog voort in het nieuwe jaar. Wie zich aan wil sluiten is welkom!

We constateren dat we in de opvoeding steeds bezig zijn met de wil van het kind (zie het verslag van de inleiding van deze avond, in de bijlage of via ingrid@bouwenmetmensen.nl). Het kind moet alles leren, vanuit de eigen wil. Soms wordt wel gezegd dat kinderen met bepaalde diagnoses hinder ondervinden van de drukke omgeving, niet stil kunnen staan, maar in feite kun je ook zeggen dat er sprake is van wilsverzwakking.

Jan Saal: De wil heeft geen inhoud, wel een eigen levenskracht die geëerbiedigd moet worden. Er is een geest mee verbonden. In het spreken gebeurt er dan al iets mee. De nuancering van het willen komt dan vanuit het denken, van daaruit komt vormgeving.

Denken, voelen en willen in de school

Jan Saal merkt op dat met de school als organisatie is ook een wezen verbonden. De wil van dat wezen manifesteert zich in de daden van alle mensen in die organisatie. Als mens ben je ook in de wil van dat wezen actief. In algemene zin gesteld kun je dan zien dat vanuit het leidinggevende dan de principes komen, hoe we erover denken, de vormgeving. Daar is het de vraag, in hoeverre die vormgeving recht doet aan die wil, of misschien de wil juist lam legt. Vanuit andere geledingen komen vooral de wilsimpulsen. Die kunnen vernieuwing en leven brengen, maar ook op tilt slaan. Het is de vraag hoe de zaak in een gezond evenwicht komt. Daarbij is het ook belangrijk te onderzoeken waar in je wil iets leeft dat eigenlijk gaat over wat je persoonlijk wilt, en waar de wil iets betreft dat vanuit de aard van de zaak naar voren komt.

Wat je wilt, word je je geleidelijk aan pas bewust. Eerst handel je wilsmatig, pas met 35 jaar begint daar steeds meer bewustzijn bij te komen.

Als we naar de situatie op de school kijken, komen we tot de conclusie dat de vraag is: Hoe krijg je de wilskant in een goede verhouding tot de vorm? De uitdaging is dat de wilskant de vormkant niet mag overrulen, en tegelijkertijd de denkkant de wil niet mag dooddrukken.
De rol van het gemoed bemiddelt hier. Als dat niet goed wordt ingezet, dan ontwikkelen zich daar gemoedsuitspattingen, zoals nu soms lijkt door te klinken in de verhoudingen. Het is belangrijk dat het gemoed in een andere rol komt, zoals in de fase van 28-35 jaar, als de verstands-gemoedsziel wordt ontwikkeld, om oordeelsvermogen te ontwikkelen over waarheid, en zingeving.

Vanuit de kant van de leerkrachten klinkt hierover ook de ervaring, dat de verhouding tussen de wilskant en de denkkant heel erg heen en weer kan bewegen. “Er zijn tijden geweest ‘dat we maar wat deden’, in bepaalde tijden van zelfbestuur. Toen dat bestuur niet meer door leerkrachten kon worden bemand, vanwege de hoeveelheid werk, en er meer management kwam, sloeg het vaak weer door naar de vormkant. Die vormkant voorkwam overigens wel dat we blunders maakten. Zonder management gingen allerlei mensen kapot.”

Gesprek, denkbeelden over het geheel, reflectie vanuit en hoger standpunt

We constateren dat er ruimte en tijd nodig is, om een goede verhouding te vinden tussen de wilskant en de vormkant. En dat er gesprek nodig is, en denkbeelden over hoe de gehelen waar we ons in bevinden (b.v. goed vrije school onderwijs, de wil van het kind, verhouding willen-voelen-denken, besturen, leraar en ouder etc.) in elkaar zitten.

Een oud-bestuurder van de school merkt op dat als hij de huidige situatie beziet, en de tijd waarin hij bestuurder was, dat hij wakker wordt voor het feit “dat er (ook) toen eigenlijk veel te weinig reflectie was, op waar we mee bezig waren. We onderzochten te weinig: hebben we nu bereikt wat we wilden? Vanuit dat gebrek aan reflectie, kan zich een voortdurende pendelbeweging tussen wil en vorm zich voordoen.”

Aangevuld wordt door één van de leerkrachten dat ook een egoprobleem vaak een rol speelde in die tijd. Er zijn processen geweest waarin onderzocht werd of de Zutphense Vrije Scholen zich zouden kunnen aansluiten bij anderen, b.v. bij Athena. Er werd dan echter heel veel waarde gehecht aan het eigene, het Zutphense. Bij de wisseling van besturen was er vaak een machtstrijd. De oud-bestuurder geeft aan dat bij het niet aansluiten bij Athena indertijd ook angst een rol speelde, omdat Athena geen ervaring had met bovenbouw, en de Zutphense bovenbouw ook toen al groot was.

We constateren dat “ego” daar ontstaan kan en werkzaam kan worden, waar te weinig bewustzijn is, over het geheel. Zoals in de biografie, als de mens zich wel ontwikkelt, maar niet het bewustzijn. Egocentrisme is gezond in de leeftijd tot 28 jaar, daarna is het noodzakelijk langzaamaan meer bewustzijn te ontwikkelen over de wereld waar je instaat, met de noden die daar leven.

Eén van de ouders merkt op dat het helemaal ingewikkeld wordt als er een soort bundeling of opéenstapeling van “ego-stukken”, wilsimpulsen en boosheid ontstaat. Dan gaat het zich vermenigvuldigen, elkaar versterken. Dan wordt het heel lastig om te beoordelen en te besturen. Het is nodig dat iedereen een hoger standpunt inneemt, om daar uit te komen. Dat is eigenlijk een oproep aan iedereen.

Een andere ouder merkt op, dat wat hier op school leeft, symptomatisch is voor de tijd waarin we leven. Je merkt in andere werkgebieden dat protocollen, vanuit de vorm, zo strijdig zijn met de wil, en dat mensen zich indekken in hun posities.

Het is moeilijk in de ontwikkelingen nu op school een standpunt te vinden. “Ik zie wel dat er nu veel buiten ons als ouders om gebeurt. Wat moeten we doen om het niet buiten ons om te laten gaan? Ik weet niet waar ik moet gaan staan, waarbij ik me kan aansluiten. Ik merk ook dat het een enorme krachtsinspanning is om al het kleinste gesprekje voor elkaar te krijgen, om iets van een intieme ontmoeting mogelijk te maken”.

Terugblik op de avond

We verwachten dat het feit dat wij proberen het geheel van de situatie nu vanuit ons gesprek te doordenken, kracht van werking heeft. Terugblikkend op de avond klinkt er: verrassend, verhelderend; ik besef dat we met de school in een midlifecrisis zitten, dat geeft ruimte; het is fijn om zo in een keer in een kring met elkaar hierover in gesprek te zijn; raampjes gaan open; ingewikkeld.

De initiatiefkring “Zutphense Vrije Scholen in de wilsstroom” zal in het voorjaar nog één avond organiseren, en dan in mei een grotere bijeenkomst in de vorm van een Festival met inhoud. Twee mensen hebben zich inmiddels bij onze kring aangesloten om hieraan verder te werken. Wil je ook meedoen, in gesprek, of in praktische zin? Laat het ons weten via: ingrid@bouwenmetmensen.nl.

Ingrid Busink

Verslag bijeenkomst 10 december 2013.pdf (163.65 kB - gedownload 3 keer.)’
Er is natuurlijk wel meer nieuws te melden dan alleen uit Zutphen. Dat schreef ik gisteren al in ‘Programmacoördinator’. Daar kom ik nu eindelijk aan toe. Zo bracht het Louis Bolk Instituut eergisteren dit persbericht uit ‘Publicatie “Kip, het meest complexe stukje vlees”’:
‘Op 18 december presenteert de RIDLV de publicatie “Kipfilet, het meest complexe stukje vlees”. Mede-auteur is Jan-Paul Wagenaar van het Louis Bolk Instituut.

Marktwerking staat duurzame kipfilet in de weg

Kip is gezond, goedkoop en relatief duurzaam vlees. Dat is het gevolg van marktwerking, “superspecialisatie” en innovaties. Maar diezelfde marktwerking belemmert een nieuwe innovatiesprong die hard nodig is, gericht op minder antibiotica, beter dierenwelzijn en een kleinere footprint. Dat stelt de Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding (RIDLV) in de nieuwe publicatie “Kipfilet: het meest complexe stukje vlees”.

Kipfilet, specialisatie en marktwerking

Kipfilet lijkt een simpel product, maar is in feite uiterst complex. De productieketen is verregaand opgesplitst in minstens 40 gespecialiseerde en innovatieve schakels. Die variëren van pluimveehouders, topfokbedrijven, vangploegen en transporteurs tot slachterijen; van sojatelers in Brazilië tot mengvoerbedrijven in Nederland; en van stallenbouwers, dierenartsen, farmaceutische bedrijven en mestverbranding tot fabrikanten van slachtmachines. Binnen elk van die schakels wordt scherp geconcurreerd, waardoor de marges ondanks alle innovaties flinterdun zijn. Dit benadert een markt zoals Adam Smith, de grondlegger van de economische wetenschap, die heeft bedoeld. Belangrijkste resultaat is een laag voerverbruik en daardoor een kleine carbon footprint en een lage kostprijs, die vrijwel geheel ten goede is gekomen aan de consument. Kipfilet is veel goedkoper en voor vrijwel iedereen betaalbaar geworden. De jaarlijkse consumptie per persoon in Nederland is sinds 1960 meer dan vertienvoudigd: van 2,1 kg naar 22,4 kg per persoon in 2011.

Keerzijde van de efficiency

Na de kostprijsverlaging is een nieuwe innovatiesprong nodig, gericht op minder antibioticagebruik, beter dierenwelzijn en minder gebruik van soja uit Zuid-Amerika. Die veranderingen zijn moeilijk in te passen zolang de concurrentie draait om efficiëntie en laagste kostprijs. Eén van de nadelen van concurrentie is dat wantrouwen tussen bedrijven in de keten is geïnstitutionaliseerd en partijen daarom informatie voor elkaar achterhouden. Dat werkt belemmerend voor integrale duurzaamheid. Regie ontbreekt.

Vervreemding

Ook sociaal is er iets misgegaan. Producent en consument van kippenvlees zijn van elkaar vervreemd. Kipfilet is zorgvuldig ontdaan van alles wat herinnert aan een dier. De consument vindt dat prettig, er is sprake van “eten maar niet willen weten”. Maar dezelfde consument levert wel kritiek op de plofkip. Van de weeromstuit hebben veel pluimveehouders een defensieve houding aangenomen en hun rug naar de samenleving gekeerd.

Patstelling doorbreken

Het is mogelijk deze patstelling te doorbreken, maar dat vergt samenwerking, regie en communicatie. Integrale duurzaamheid wordt pas mogelijk als bedrijven door de hele keten kennis gaan delen. Er is dan nog wel concurrentie tussen ketens, maar binnen elke keten staat samenwerking centraal. Om ook het vertrouwen van de samenleving te winnen, moeten pluimveehouders en andere spelers intensief gaan communiceren met burgers en consumenten.

Kees-Jaap Hin, eerste auteur van het rapport: “Voor de volgende innovatiesprong is een nieuw business model noodzakelijk. Investeringen van ketenschakels moeten in verhouding worden gebracht met het rendement en het risico van de schakels. Als bijvoorbeeld pluimveehouders de duurste investeringen moeten doen, moeten ook andere schakels mee investeren. De pluimveesector kan daarbij een voorbeeld nemen aan chipmachinefabrikant ASML, die bij dure innovaties nauw samenwerkt met toeleveranciers en recent zelfs grote afnemers in het bedrijf laat investeren.” Jan-Paul Wagenaar van het Louis Bolk Instituut is medeauteur van deze publicatie.

RIDLV

Het essay is geschreven in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding. De Raad beoogt vanuit wetenschap en samenleving oplossingsrichtingen aan te dragen waarin verloren gegane relaties in de keten worden hersteld en waarin ook producent en consument weer rechtstreeks met elkaar communiceren. De Raad wil duurzaamheid en gezonde voeding niet apart benaderen maar in samenhang. Zij geeft daar onder meer invulling aan door casussen uit te werken voor specifieke sectoren. De pluimveevleessector is de tweede casus. Zie ook: www.ridlv.nl.

De Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding is een interdisciplinaire en onafhankelijke denktank. Twee leden zijn aan het Louis Bolk Instituut verbonden: Edith Lammerts van Bueren (voorzitter) en Machteld Huber (lid). De overige leden zijn Peter Blom (Triodos Bank), Theo Jetten (secretaris, Wagingen UR), Ludwig Lauwers (Universiteit van Gent), Jaap Seidell (VU), Anton van Vilsteren (Nautilus), Wouter van der Weijden (CLM), Herman Wijffels (Universiteit van Utrecht) en Akke van der Zijpp (Wageningen UR).

Nadere informatie Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Theo Jetten, secretaris van de Raad, tel: 0317- 483687.

Publicatie K.J. Hin, J.-P. Wagenaar, A. van der Zijpp en W.J. van der Weijden, 2013. Kip: het meest complexe stukje vlees – Marktmechanismen, ketenrelaties en integrale duurzaamheid. 34 pagina’s.

Het rapport is op woensdagochtend 18 december 2013 tijdens een persconferentie in Utrecht gepresenteerd aan de media.’
Diezelfde 18 december vond ik bij Biojournaal ‘Ruime variatie aan BD-sappen bij Ecoville’:
‘Ecoville in Barendrecht vond het vanmorgen tijd om de biologisch-dynamische sappen die bij hen verkrijgbaar zijn eens extra in het zonnetje te zetten. Onderstaande foto werd daarom op hun twitterpagina geplaatst. Ecoville, groothandel in biologische groenten, fruit en verse kruiden, levert zo’n 20 tot 30 verschillende soorten BD-sappen, voornamelijk aan de horeca. “We staan echt bekend om onze groentesappen, zo worden de wortelsap, bietensap en tomatensap veel gebruikt op culinair gebied. Daarnaast hebben we ook exclusieve sappen in ons assortiment, zoals cranberry-limoen en rabarbersap”, zo licht Robbin van Die van Ecoville toe. Opvallende verschijning op de onderstaande foto is de zuurkoolsap. “Deze is erg gezond en helpt mensen om hun darmflora te optimaliseren.”

Voor meer informatie: info@ecoville.nl en www.ecoville.nl
Op de website van tijdschrift ‘Driegonaal’ verscheen op 16 december van John Hogervorst ‘Ander geld, andere mogelijkheden?
‘Dat wat nu complementair geld genoemd wordt, was in het verleden heel gewoon “geld”: eeuwenlang hadden steden of regio’s hun eigen munt waarmee binnen de “eigen economie” betaald kon worden. Daarnaast was er ook ander geld, dat vooral gebruikt werd om te handelen met goederen van buiten de eigen economie. Pas in de afgelopen eeuwen is dit regionale geld verdwenen en maakte plaats voor de nationale munt. Een volgende stap in dit proces wordt gevormd door de euro: een munt die in verschillende staten de wettelijk erkende “nationale munt” is.

Altijd echter, werd hier of daar geprobeerd naast het nationale geld “complementaire geldsystemen” op te zetten. Complementair geld, ook wel “community currency” genoemd (gemeenschapsgeld) kan om verschillende redenen interessant zijn; het kan bijvoorbeeld worden ingezet om de economische ontwikkeling in een regio te versterken, om ombenutte capaciteit van bedrijven in beweging te brengen of om het sociale klimaat te versterken.

Sinds de financiële en economische crisis worden op tientallen plaatsen interessante ervaringen met complementaire geldsystemen opgedaan. In de afgelopen week bezochten we, in het kader van de Summer Foundation, verschillende van deze geldsystemen.

Sinds afgelopen zomer is in Rotterdam de Rotter-DAM gestart, een complementair geldsysteem waarbinnen (kleine) bedrijven en ZZP-ers elkaar wederzijds krediet verlenen en elkaar zo in staat stellen zonder euro’s toch over en weer goederen te leveren of diensten af te nemen.

In Leuven bezochten we de RES, waar we enkele uren met oprichter Walther Smets keken naar de bedoeling, de opzet en de praktijk van zijn complementaire geldsysteem. De RES is in de loop van ruim 15 jaar uitgegroeid tot een munt die door 3.500 ondernemingen wordt gebruikt (alle kleinere, zelfstandige ondernemingen, landelijke of internationaal werkende ondernemingen kunnen niet aan het systeem deelnemen).

In de Londense wijk Brixton, waar ca 60.000 mensen net op of onder de armoedegrens leven, gingen we een dagje op stap met Nehul Damani, die ons liet zien hoe de Brixton Pound ter plekke functioneert. De Brixton Pound is er in de vorm van bankbiljetten maar wordt voornamelijk elektronisch gebruikt (betalen met een sms-je) en wil enerzijds de plaatselijke ondernemers een steuntje in de rug bieden maar vervult ook een rol in het versterken van de sociale identiteit van de wijk Brixton.

Een indrukwekkend voorbeeld van echt “gemeenschapsgeld” vonden we in Blaengarw, een voormalig mijnwerkersdorpje in Wales. Na de sociale en economische kaalslag die daar in de jaren ’80 door het beleid van Margareth Thatcher werd aangericht brengt het Blaengarw Time Centre op ongebruikelijke weg weer een sociaal leven op gang. Mensen die zich in het kader van een bonte reeks van door het Time Centre ondersteunde gemeenschapsprojecten inzetten, krijgen voor ieder uur vrijwilligerswerk een “time credit”. Deze time credits kunnen worden gebruikt om toegangskaartjes voor toneel- en muziekuitvoeringen te bezoeken, om deel te nemen aan een veelheid van creatieve of andere cursussen, of geven recht op korting in het plaatselijke gemeenschapscafé, in een nieuw opgericht winkeltje enzovoort.

Via de links hierboven in de tekst kunt u de meer uitgebreide beschrijvingen van de genoemde complementaire geldsystemen vinden op de website van de Summer Foundation.’
Dezelfde auteur waarschijnlijk (hij is immers ook uitgever bij Nearchus) stelde gisteren deze intrigerende vraag, ‘Gebeurt er nog wat bij Nearchus?’ Het antwoord luidde geruststellend:
‘Ja hoor, er gebeurt heel wat bij Nearchus.

Maar het uitgeven heeft iets weg van een “elastiek-proces-in-de-tijd”. Bij het voorbereiden van een uitgave komen altijd verschillende “schakels” aan de beurt: de auteur, de redacteur, de auteur, nog een keer de redacteur, een meelezer, een corrector, een vormgever en dan weer de auteur en dan... Soms maak je het mee dat een uitgave in voorbereiding heerlijk soepel langs alle schakels schuift, soms is dat ook anders (meestal eigenlijk).

Hoe dan ook, er zijn verschillende nieuwe uitgaven in verschillende stadia van voorbereiding. Héél misschien komt er in de laatste werkdagen van dit jaar nog wel iets van de drukker, anders wordt het begin januari. We laten u hier alvast het omslagje zien. Het gaat om het eerste deeltje in een nieuwe brochurereeks, de serie ABC Doen!

Jawel, we hebben en houden hier een optimistische natuur en naast de bestaande brochurereeksen, de ABC Wegwijzers, de ABC Opvoedwijzers en de serie ABC Jaarfeesten, brengen we onder de vlag ABC Doen frisse brochures uit waarin de lezer wordt uitgenodigd zelf aan de slag te gaan. Het eerste deeltje, van Dick Bruin, gaat over kleuren en leidt de lezer al oefenend de wereld van de kleuren binnen.’
Over boeken uitgeven gesproken. Op 16 december kwam in Rotterdam dit persbericht over een boek van Yvonne Peschier uit, getiteld ‘Voor even weer gezond, gedichten en verhalen geïnspireerd op ontmoetingen met patiënten met kanker’:
‘In dit boek weet Yvonne Peschier, kunstzinnig therapeute Erasmus MC Kanker Instituut, de verbinding te maken tussen beelden en teksten als poëtische brug tussen ratio en emoties. Het geeft een letterlijk en een figuurlijk beeld van wat patiënten doormaken en hoe ze nieuwe krachten en mogelijkheden weten te ontdekken. Een dergelijk bijzonder inzicht in de emotionele leefwereld van patiënten is voor medepatiënten, familie, vrienden én hulpverleners een verrijkende ervaring.

De schrijfster vertelt: “In dit boek schets ik een beeld van de ontmoetingen die ik heb met patiënten die zijn opgenomen in het Erasmus MC Kanker Instituut in Rotterdam. Ontmoetingen die me zijn bijgebleven omdat ze bijzonder waren: van waardevolle levenslessen tot prachtige ontdekkingen door het kunstzinnig werken. ... Ik hoop dat u de gedichten en verhalen in ‘Voor even weer gezond’ als lichtpuntjes zult ontvangen. Lichtpuntjes waarbij de ziekte even naar de achtergrond verdwijnt en de patiënt weer even gewoon mens mag zijn.”

Peter Swart, GZ-psycholoog: “Mooi om te lezen hoe Yvonne haar eigen creativiteit weet in te zetten om die van de patiënt aan te boren of te versterken. Kunstzinnige therapie benadert en raakt de ernstig zieke patiënt op een andere wijze dan gesprekstherapie doet. Yvonne toont op meeslepende wijze aan hoe waardevol deze aanpak kan zijn. Dit boek is daarmee een pleidooi voor de integratie van kunstzinnige therapie met het traditionele zorgaanbod.”

Yvonne Peschier (1981) is sinds 2010 kunstzinnig therapeute in Erasmus MC Kanker Instituut (voorheen Erasmus MC – Daniel den Hoed oncologisch centrum). Al tijdens haar stageperiode merkte Yvonne dat het werken met patiënten die kanker hebben heel bijzonder is en dat dit ook een speciale aanpak vraagt. “Het is dankbaar werk om mensen die zich op zo’n cruciaal moment in hun biografie bevinden een stapje verder te mogen helpen. Ik houd de therapiedoelen klein en kijk per keer wat nodig is en waar ik op aan kan sluiten. Een glimlach of twinkeling in de ogen van een patiënt is soms al genoeg.” Inmiddels in kunstzinnige therapie niet meer weg te denken uit het zorgaanbod en zijn de aanvragen nog steeds groeiende.

De gedichten, verhalen en afbeeldingen zijn van Yvonne Peschier, kunstzinnig therapeute Erasmus MC Kanker Instituut. Voorwoord van dr. Marjolein Bannink, psychiater en medisch coördinator Unit Psychosociale Zorg & Consultatieve Psychiatrie Erasmus MC. Nawoord van professor Pieter Sonneveld, voorzitter Oncologisch Beraad Erasmus MC Kanker Instituut.

Bekijk en bestel het boek online op www.voorevenweergezond.nl. Prijs: €14,99. Op de website worden ook winkels genoemd waar het boek verkrijgbaar is, zoals de Albronwinkels in het ziekenhuis.’
Voordat ik nu naar onze oosterburen en het Duits overschakel, eerst nog drie seizoensgebonden berichten. In Het Kanton van 18 december was te lezen over ‘Kerstspel op de Vrije school’:
‘Leerkrachten van de Vrije School in Oosterhout houden op zaterdag 21 december om 19.00 uur in de Mariakerk het traditionele kerstspel. De kerstspelen van de Vrije School hebben een lange traditie. Aan het begin van de vorige eeuw werden in de grensstreek van Tsjechië, Oostenrijk en Hongarije een serie hele oude kerstpelen ontdekt, die elke jaar door de boeren bevolking werden opgevoerd. Sinds de 16e eeuw is er aan die kerstspelen nauwelijks iets veranderd. Deze oude spelen waar ook het Herdersspel deel van uitmaakt, hebben door hun eenvoud en puurheid in al die jaren niets aan kracht ingeboet. Ze worden elk jaar ook nu nog gespeeld door de leerkrachten en ouders van de Vrije School in Oosterhout.’
‘In de Lochemse Gudulakerk wordt zaterdag 21 december een “uniek” kerstspel opgevoerd door de “kompany” van vrije school De Berkel te Zutphen. Het gaat om een middeleeuws spel waarin met veel muziek en geschikt voor jong en oud de geboorte van het kerstkind centraal staat. Cultuurmakelaar Gerthe Lamers van de gemeente Lochem reageert verheugd op het bericht dat de eenmalige uitvoering naar Lochem kon worden gehaald en daadwerkelijk doorgaat. “Dit is een droom die uitkomt, hier hoop ik al twintig jaar op”, meldt ze. Organisator Rogier Brouwer is eveneens blij: “Een uniek spel opgevoerd op een zeker zo unieke lokatie, daar gaan we absoluut van genieten.” De voorstelling begint om 19 uur en de toegang is gratis. Na afloop krijgen kinderen chocolademelk geserveerd.’
Vanuit Brasschaat in België berichtte volgens ‘Het Nieuwsblad’ Nicole Verstrepen vandaag ‘Steinerschool De Wingerd viert 30 jaar met winterspel’:
‘Steinerschool De Wingerd viert dit jaar zijn 30-jarig bestaan en last doorheen het schooljaar verschillende feestelijke activiteiten in. Na de herfstopening en de reünie werd donderdagavond een winterspel opgevoerd door de leerlingen, gebaseerd op een middeleeuws kersttoneel.

“Leerkrachten juf Kim Vermeulen en juf Wibrigje Jordan hebben de leerlingen uit de verschillende leerjaren begeleid en het toneelstuk geregisseerd. Muziekleerkracht Juf Anja van Reeth heeft met leerlingen gewerkt rond de muzikale omkadering”, vertelt Sarah Buchmann, administratief medewerker van de school.

Steineronderwijs is kunstzinnig onderwijs en op De Wingerd wordt dan ook in bijna elk leerjaar toneel gespeeld. “Enerzijds is dit verstandelijk leren in een ruim kader, maar anderzijds is er ook een sterk sociaal aspect waaraan gewerkt wordt”, vertelt Sarah Buchmann nog.’
Ik heb in ‘Engelhiërarchieën’ op 14 december uitgebreid bericht over het onderzoek dat aan het Goetheanum wordt gedaan in het kader van ‘Freie Hochschule für Geisteswissenschaft’ aldaar. Op de website van Antromedia.net werd op 16 december door Christiane Haid bericht over ‘Neue Sektionsleiter am Goetheanum’:
‘Stefan Hasler ist Musiker und Eurythmist. Zusätzlich zu seiner künstlerischen Bühnentätigkeit ist er seit 2003 Professor für Eurythmie an der Alanus-Hochschule. Als Leiter der Sektion für Redende und Musizierende Künste wird er auch in Projekten der Goetheanum-Eurythmie-Bühne mitwirken, und Margrethe Solstad wird weiterhin in der Sektion mitarbeiten. Margrethe Solstads Hauptaufgabe wird die Leitung der Goetheanum-Eurythmie-Bühne sein, zumal sie bei der Inszenierung von Goethes “Faust I und II” 2016 die künstlerische Verantwortung für die Eurythmie innehat. Durch die Zusammenarbeit von Stefan Hasler und Margrethe Solstad wird die Verbindung von Bühne und Sektion für Redende und Musizierende Künste fortgeführt.

Im März 2014 übernimmt die Architektin und Landschaftsgestalterin Marianne Schubert die Leitung der Sektion für Bildende Künste am Goetheanum. Die Sektion für Bildende Künste wurde zuletzt von Rik ten Cate koordiniert. Er gestaltete die Neufindungsphase der Sektion nach Ursula Gruber. Mit der Berufung von Marianne Schubert durch die Goetheanum-Leitung wird diese Übergangszeit abgeschlossen. Marianne Schubert kennt das Goetheanum-Gelände als Beraterin und hat es mit dem Bildhauer Hansjörg Palm Mitte der 1990er-Jahre mitgestaltet. Auch war sie als Mitarbeiterin der Bauadministration tätig. Die Architektin und Landschaftsgestalterin plant und betreut seit 1995 Bauvorhaben anthroposophischer und anderer Einrichtungen; als Mitglied des Vorstands des internationalen Forums Mensch und Architektur (IFMA) schuf sie mit an einem Netzwerk organisch bauender Architekten.

Das Goetheanum ist Zentrum eines weltweit tätigen Netzwerks spirituell engagierter Menschen. Als Sitz der Freien Hochschule für Geisteswissenschaft und der Allgemeinen Anthroposophischen Gesellschaft dient es dem Austausch über spirituelle Fragen und der Fortbildung auf künstlerischem und wissenschaftlichem Feld.’
Een dag eerder werd daar door Nils Frischknecht ‘Goetheanum-Bühne: 2016 kommt der Gesamt-”Faust”’ gemeld:
‘Erste Aufführungen von “Faust I” sind schon 2015 geplant.

Die künstlerische Leitung übernehmen Margrethe Solstad (Eurythmie) und Christian Peter (Schauspiel), für das Bühnenbild zeichnet Roy Spahn verantwortlich, Martina Maria Sam ist die Dramaturgin. Mit rund sieben Millionen Franken ist das Projekt – im Verhältnis zu vergleichbaren Vorhaben – sparsam budgetiert. Die Inszenierung wird von der Konferenz der Generalsekretäre der Anthroposophischen Gesellschaft unterstützt: Sie sehen im “Faust” nicht nur ein Kulturerbe deutscher Sprache, sondern ein Werk zu aktuellen Fragen wie der Geldschöpfung, dem künstlichen Menschen und vor allem der Auseinandersetzung mit dem Wesen des Bösen. Vorabdruck aus: “Goetheanum” Nr. 51-52/2013

Faust in seiner Ganzheit

“Faust”, das zeitlose Theaterwerk von J. W. von Goethe, gehört bis heute zum Repertoire der Goetheanum-Bühne. Im Jahr 1937 reiste das Ensemble mit “Faust I” als offiziellen Beitrag der Schweiz zur 19. Weltausstellung nach Paris. Seitdem dieser Klassiker der Weltliteratur in Dornach erstmals 1938 in beiden Teilen aufgeführt wurde, kommt er in periodischen Abständen ungekürzt und textgetreu auf die Bühne. In den Jahren 1938, 1939, 1947, 1949, 1952, 1956, 1959, 1963, 1967, 1970, 1974, 1978, 1981, 1982, 1986, 1987, 1991 und 2004 kam Goethes Faust ungekürzt zur Aufführung. Auf der Grundlage der Inszenierungsangaben von Marie Steiner kam es 2004 zu einer Neuinszenierung unter der Regie von Wilfried Hammacher.

Über 11.000 Besucher, darunter 1.500 Schüler und Jugendliche, haben Faust am Goetheanum 2004 gesehen und sich auf unterschiedlichste Weise mit diesem Klassiker der deutschen Literatur auseinandergesetzt. Knapp ein Viertel der Besucher wohnten zum ersten Mal einer Veranstaltung der Goetheanum-Bühne bei. Daran möchten wir anknüpfen und freuen uns, dass Faust 2016 als neue Produktion an der Goetheanum-Bühne startet.

Die Proben beginnen im September 2014.

Dieses neue Projekt schliesst an die rege Spieltradition des Hauses an und versucht Inszenierungs- und Bühnenbildfragen aus der Tradition mit in ein heutiges Verständnis zu bringen. Der Mensch in seiner Entwicklung ist immer in Bewegung und setzt sich mit der Welt und sich selbst auseinander.

Das ist der Weisheit letzter Schluss: Nur der verdient sich Freiheit wie das Leben, der täglich sie erobern muss.
Johann Wolfgang von Goethe

Wenn Sie sich über Faust am Goetheanum in der Vergangenheit weiter informieren möchten, klicken Sie bitte hier.’
‘Die beiden anthroposophischen Kliniken in Arlesheim (Schweiz), die Ita Wegman Klinik und die Lukas Klinik, fusionieren. Neben den bereits bestehenden, sich ergänzenden Angeboten beider Häuser wollen sie gemeinsam eine onkologische Rehabilitation entwickeln.

Die Ita Wegman Klinik bietet neben dem stationären Angebot mit Innerer Medizin, Psychiatrie und Psychosomatik auch einen internistischen 24-Stunden Notfall-Dienst sowie eine breit gefächerte ambulante Versorgung. Die Lukas Klinik hat sich in 50 Jahren im Bereich der stationären und ambulanten anthroposophischen Onkologie profiliert.

Hintergrund für die Fusion ist wohl vor allem die wirtschaftliche Schieflage der Lukas Klinik. Medienberichten zufolge schreibt die Klinik seit Jahren rote Zahlen, 2013 soll das Defizit 4,5 Mio. Franken betragen – “Ita Wegman rettet Lukas vor dem Aus” titelte die Basellandschaftliche Zeitung nach der Pressekonferenz am 13. Dezember. Im Zusammenschluss ihrer Häuser sehen die Verantwortlichen laut einer gemeinsamen Pressemitteilung einen Weg, die Anthroposophische Medizin am Standort Arlesheim zu stärken. Alle stationären Angebote sollen in Zukunft unter dem Dach der Ita Wegmann Klinik versammelt sein, die Lukas Klinik wird den Bereich der ambulanten onkologischen Rehabilitation auf- und ausbauen. Auch das bisherige Grundversorgerangebot der Ita Wegman Klinik soll weiterentwickelt werden.

Vor der für Anfang April 2014 geplanten Zusammenführung stehen allerdings für die Mitarbeiter der Lukas Klinik noch schmerzhafte Entlassungen an – bis zu 50 Angestellte könnten Kündigungen erhalten.’
Vandaag kwam Felix Hau van Info3 met deze opmerkelijke noodkreet, ‘Eine Kleinanzeige und ihre Geschichte. Hilfe für zwangsgeräumte Eurythmistingesucht!’, die laat zien dat het ook niet allemaal pais en vree is aan en rond het Goetheanum:
‘Ein zunächst unauffälliger Kleinanzeigenauftrag enthüllt die erschütternde Geschichte einer 77-jährigen Eurythmistin in Dornach.

Gerade erreichte uns ein Kleinanzeigen-Auftrag für unsere Januar-Ausgabe. Wir haben uns spontan entschlossen, die Geschichte der Inserentin hier zu erzählen und um dringende Hilfe für sie zu bitten.

Frau B. ist 77 Jahre alt, ehemalige Eurythmistin, gehbehindert, lebt in Dornach und ist dem Goetheanum bis heute sehr verbunden. Bis vor Kurzem wohnte sie in einem Haus, das 1928 von Architekt Otto Moser u.a. aus dem noch vorhandenen restlichen Schalholz des zweiten Goetheanums gebaut worden ist. Dieses Haus soll nun, zusammen mit einem anderen, verkauft werden und Frau B. erhielt zunächst eine Kündigung. Da sie in der eingeräumten Frist keine bezahlbare neue Wohnung finden konnte, wurde sie inzwischen zwangsgeräumt.

Die Organisation Pro Senectute, die sich in der Schweiz um die Belange älterer Menschen kümmert, hat Frau B. nun übergangs- und dankenswerterweise im Klosterhotel in Dornach untergebracht, was zwar durchaus kommod, aber natürlich kein Dauerzustand ist, zumal Frau B. nur auf sehr komplizierten Wegen an ihre eingelagerten Kartons mit den persönlichen Dingen usw. kommt.

In ihrer Kleinanzeige sucht Frau B. einen Investor, der die beiden Häuser evtl. kaufen möchte.
Wir suchen jetzt zusätzlich und möglichst schnell eine bezahlbare Wohnung für Frau B. Es sollten etwa 65qm im Erdgeschoss sein, wenn möglich mit einem Austritt in Garten/auf Terrasse im Rahmen von 1500 Schweizer Franken/Monat und im Umkreis Dornachs.

Wer etwas weiß, wende sich bitte über die E-Mail-Adresse kleinanzeigen@info3.de oder per Fax an 05751-7053044 an uns; wir leiten die Zuschriften dann an Frau B. weiter bzw. vermitteln den Kontakt. Vielen Dank für eure und Ihre Mithilfe!’
Eerder, op 2 december, schreef Info3-hoofdredacteur Jens Heisterkamp over een ons niet onbekende geschiedenis, die tot in het oneindige uitgebreid zou kunnen worden. Iets soortgelijks kwam ook al op zondag 8 december in ‘Op leeftijd’ ter sprake in het commentaar van zijn collega Ramon Brüll in diens column. Vandaag beperk ik me tot ‘Ein “Immunsystem” gerät ins schwitzen’:
‘Warum führt das Erscheinen einer wissenschaftlich edierten Werkausgabe Rudolf Steiners in Teilen der anthroposophischen Szene zu hysterischen Reaktionen? Was ist eigentlich von einer geistigen Bewegung zu halten, die derart leicht zu verunsichern ist? Und was hat das mit medizinischer Metaphorik zu tun? Nachfragen zu einem Phänomen.

Es ist wieder einmal das Bild eines aufgeschreckten Hühnerhaufens, das Teile der anthroposophischen Szene derzeit bieten. Erregte Artikel im Internet, verunsicherte Anfragen an “Vorstände”, provokative Anrufe und Briefe. Erinnerungen an das Steiner-Geburtstags-Jahr 2011 werden wach, als das Werk des Anthroposophie-Gründers unerwartet in großen Ausstellungen und in Gestalt auflagenstarker Biographien präsentiert wurde: Eigentlich erfreulich, allerdings nicht für manche Anthroposophen, da Steiner hier nicht von “ihren” gewohnten Vortragsrednern und Autoren dargestellt wurde, sondern von Kunstfachleuten, Historikern und Journalisten der großen Medien. Dass diese “unseren” Steiner anders als “wir” angingen, sorgte für Irritationen – und manche peinliche Szene.

Das gleiche Bild zeigt sich nun, seit der angesehene philosophische Fachverlag frommann-holzboog daran geht, eine achtbändige Werkausgabe von Steiner herauszugeben. Während man noch vereinzelt Mühe damit hat zu begreifen, was überhaupt eine historisch-kritische Ausgabe ist (“Kritisch? Da wird wohl Kritik an Steiner geübt!”), wird so manches Fassungsvermögen inzwischen vollends von dem Faktum überfordert, dass der verantwortliche Wissenschaftler für diese achtbändige “Schriften Kritische Ausgabe” (abgekürzt SKA) nicht nur kein Anthroposoph ist, sondern Germanist an einer US-amerikanischen Universität, die dazu noch in Trägerschaft der mormonischen Kirche liegt. Das muss doch ein Komplott gegen die Anthroposophie sein! – selbst wenn die Mormonen im verschwörungstheoretischen Repertoire der Anthroposophie bisher gar nicht vorkamen.

Nun aber ernsthaft: Die Aufregung wäre verständlich, wenn es an der in Rede stehenden Ausgabe, die zwei wichtige Werke Steiners minuziös in ihrer Textgenese transparent macht und ausführlich kommentiert, sachlich etwas auszusetzen gäbe, wenn Verzerrungen an Wortlauten oder Fehler in der Darstellung des Textgehalts aufgetreten wären. Das aber behaupten nicht einmal die schärfsten Kritiker dieses Projekts (anthroposophische Rezensenten, die etwas von einer solchen Arbeit verstehen, haben sie ohnehin – bis hin zum Leiter des Steiner-Archivs! – differenziert und mit Zustimmung begrüßt); die Kritiker finden also keine Fehler in der Edition selbst, sondern schießen sich auf die Tatsache der Herausgabe als solche und den Herausgeber Christian Clement persönlich ein. Angeführt wird dieser Windmühlenkampf von Thomas Meyer, Herausgeber der in Basel erscheinenden Zeitschrift “Der Europäer”. Mit geradezu diebischer Freude tat Meyer in der vorletzten Ausgabe seines Blattes die Entdeckung kund, dass Clement in seiner Einleitung offenbar ein Detail übersehen hat: Steiner habe zwar kein – wie für Fachleute der antiken Philosophie üblich – akademisches Griechisch-Studium absolviert (das hatte Clement angemerkt), sich aber immerhin das Griechische im Selbststudium angeeignet, wie Steiner in seiner Autobiographie schreibt. Diese Unstimmigkeit, die weiterer Diskussion bedürfte, genügt Thomas Meyer, über das gesamte Herausgeberwerk von Clement den Stab zu brechen und ihm vollmundig das nötige “Rüstzeug” für “normal-wissenschaftliches Arbeiten” (!) abzusprechen.

Noch einfacher machte es sich jüngst eine andere Publikation aus der Schweiz: In der anthroposophischen Programmzeitung “Agora” wird zum Projekt dieser wissenschaftlich edierten Steiner-Ausgabe schlicht konstatiert, eine solche Ausgabe sei gänzlich unnötig, da Steiner schließlich “die Wissenschaft” als solche “überwunden” habe.

Wer geglaubt hat, solcher Hochmut sei nicht zu überbieten, weiß nicht, wozu Anthroposophen in der Lage sind. Er wird eines Besseren belehrt durch den Arzt und Medizin-Autor Olaf Koob, der in einem Leserbrief des besagten “Europäers” Thomas Meyer für seine Aufklärungsarbeit in Sachen SKA dankt (das Buch selbst scheint er, soviel Wissenschaft muss sein, nicht zu lesen für nötig befunden zu haben) und dann noch eins drauf setzt: Die Tatsache, dass ein nicht-anthroposophischer, “verlogener” Wissenschaftler wie Clement daran gehe, Steiners Werk herauszugeben, sei ein Angriff auf das “Immunsystem” der Anthroposophie. “Erreger können nur dann in einen Organismus eindringen und ihn zerstören, wenn sie sich tarnen, um das ohnehin schon geschwächte Immunsystem zu umgehen”, so Koob wörtlich über den für ihn “skandalösen” Vorgang, da das Steiner Archiv durch seine positive Beurteilung der SKA noch helfe, “die Waffen zu schmieden”, die sich gegen Steiner richteten.

Man muss Koob eigentlich dankbar sein für diese symptomatische Formulierung: Denn kaum ein Bild könnte mehr die Neigung zu Isolation, zu Abgeschlossenheit und Gruppengeist zum Ausdruck bringen als jenes, das den anthroposophischen Impuls mit etwas vergleicht, was durch ein Immunsystem vor schädlichen Einflüssen geschützt werden müsste. Exakt so hat sich die anthroposophische Bewegung und die gleichnamige Gesellschaft nur allzu lange dargelebt: als abgeschottete Insel gegenüber einer als “Außenwelt” definierten, bedrohlichen und stets nur zum Untergang führen könnenden Kultur.

Menschen, die in dieser Weise glauben, “ihre” Anthroposophie “immunisiert” halten zu müssen, haben Anthroposophie offensichtlich nie als lebendiges Wesen, nie als metamorphosenfähige Kraft erlebt und selbst gelebt. Sie wollen nicht, dass Steiners Werk und die Anthroposophie sich anders entwickeln könnten – unbekannter, neuartiger, weiter als sie es gewohnt sind. In Wirklichkeit geht es ihnen in ihrer Angst vor “Gegnerschaft” gar nicht um Steiner und sein Werk, sondern um den Verlust einer Anthroposophie-Identität, in der sie sich sicher fühlen. Es handelt sich dabei im übrigen um die gleichen Anthroposophen, die gleichzeitig stets darüber klagen, dass die “Außenwelt” Rudolf Steiner nicht verstehe, ihn nicht ernst nähme und sich nicht mit ihm beschäftige. Sie wollen aber in Wirklichkeit gar nicht, dass man sich mit Steiner beschäftigt, sondern mit ihnen, da sie es ja sind, die jene Vorträge oder Texte über Medizin, Kunst, Kultur, Christus, die Geschichte usw. liefern können, die den Untergang aufhalten sollen.

Ungewollt wohl hat Koob den Nagel auf den Kopf getroffen: Genau diese Art von Isolation wird in Zukunft immer weniger werden. Viele Anthroposophen haben den Panzer der Selbstimmunisierung gegen Kritik und Befruchtung durch außer-anthroposophische Impulse inzwischen abgelegt und beginnen ihr Denken dialogisch auszurichten. Anthroposophische Veranstaltungen und anthroposophisch geprägte Medien zeigen immer öfter einen Charakter von Integration statt Polarisierung. Die Zeichen stehen in Richtung eines offenen Austauschs mit der Welt. Und am Ende wird das auch den aufgeschreckten Hühnerhof beruhigen.’
Nog meer pittigs, nu zelfs over Steiner zelf en de zijnen, en waarschijnlijk niet helemaal toevallig over het pionieren bij de eerste vrijeschool, kwam gisteren uit de pen van genoemde Ramon Brüll, die dit keer in zijn wekelijkse ‘Inmedia+ // Bewegungsmelder-Kolumne’ schreef ‘Von der Schuld der Anderen’:
‘Vor mir liegt die Molt-Biographie von Dietrich Esterl, 2012 erschienen im Mayer-Verlag. Molt, Gründer, Inhaber, Aktionär, später Geschäftsführer der Waldorf-Astoria Zigarettenfabrik in Stuttgart und der eigentliche Gründer, weil Initiator und Financier der ersten Waldorfschule. Sie war bekanntlich zunächst für die Kinder “seiner” Arbeiter gedacht und sollte bald als Modell für ein vom Staat unabhängiges Bildungswesen stehen. Das Buch ist erschütternd. Dietrich Esterl schafft es mit Feingefühl und Respekt für die Vaterfigur Molt (1876-1936) doch, deren ganze Dramatik und auch Scheitern zu schildern.

Man stellt sich das gemeinhin so romantisch vor: der große Mäzen, das Lehrerkollegium um Rudolf Steiner, die alle dankbar, motiviert, mit Pioniergeist und Gemeinsinn nur für das Eine, für ihre Schule stehen. Esterl beschreibt nun eindringlich eine Realität, die nicht nur etwas anders war. Schon im ersten Jahr des Schulbetriebes gab es heftigen Streit zwischen dem Kollegium und dem Gründervater, der sich bei aller Opferbereitschaft für “seine” Schule als autoritärer Alleinherrscher entpuppt. Auch Steiner vermochte in diesem Konflikt nicht wirklich zu vermitteln. Molt aber hing mit grenzenloser Verehrung an Steiners Lippen und schien unter Einfluss von dessen Ratschlägen mitunter das eigene Denken weitgehend einzustellen, was nun so gar nicht zu der fürsorglichen aber autoritären Art passte, wie er die Zigarettenfabrik führte.

Das machte sich dann bei einer anderen Gründung noch fataler bemerkbar: beim “Kommenden Tag”. Der “Komtag” war gedacht als Zusammenschluss von größeren und kleineren Unternehmen, die in der Zeitspanne nach dem Ersten Weltkrieg versuchen wollten, neue Wirtschaftsformen im Sinne von Steiners Sozialideen zu realisieren. Nun hatte Steiner in seinem Buch Die Kernpunkte der sozialen Frage, erschienen 1919, ausführlich dargestellt, welche gesellschaftlichen Schäden mit der Käuflichkeit von Unternehmen und Unternehmerkapital verbunden sind. Und was macht der “Komtag”, auf Anregung von Steiner: Er schmiedet einen Zusammenschluss von Unternehmen, indem er auf Teufel komm’ raus deren Aktien kauft! Offenbar, das wird aus den zitierten Unterlagen von Molt deutlich, war auch “Komtag”-Direktor Emil Leinhas mit seiner Aufgabe hoffnungslos überfordert. Der Geistesforscher Steiner wird Aufsichtsratsvorsitzender eines Firmenkonsortiums. Die große Wirtschaftskrise kommt, das Unternehmen geht den Bach runter. Man versucht der Lage Herr zu werden, indem ausgerechnet die Aktien der Zigarettenfabrik wieder veräußert werden. Sie sollten letztlich über Umwege in die Hände der Konkurrenz (Reemtsma!) fallen, wonach der Laden geschlossen wurde und Molt faktisch enteignet war. Steiner erwies sich in dem Drama nun nicht gerade als Wirtschaftsexperte, was angesichts seiner anderweitigen Stärken nicht weiter verwunderlich und auch entschuldbar ist. Verwunderlich ist aber, dass seine Anhänger oder “Schüler”, wie sich diese gerne nannten, ihn für einen solchen hielten. Verehrung statt Sachverstand...

In der bisherigen Literatur zu dieser Episode wird grosso modo die Wirtschaftskrise als Ursache für das Scheitern des “Kommenden Tages” genannt. Schuld waren, nach dieser Lesart, also die anderen. Nach der Lektüre der Molt-Biographie von Dietrich Esterl ist aber sonnenklar, dass die Wirtschaftslage zwar die Arbeit erheblich behindert hat, das Scheitern des “Komtag” aber in einem nicht zu Ende gedachten Konzept und in der Unfähigkeit der Akteure, einschließlich Rudolf Steiners, lag. Emil Molt hat das Ganze durchlitten und wohl auch durchschaut. Ändern konnte er es leider nicht.

Molt verstarb 1936, nachdem er, bereits schwer krank, einer starken nationalsozialistisch gesinnten Fraktion in der Eltern- und Lehrerschaft der Stuttgarter Waldorfschule die Stirn geboten und sich damit erneut unbeliebt gemacht hatte. Für den 60-Jährigen kam eine Kooperation mit dem neuen Regime nicht in Frage. Der Mann hatte Weitsicht. Danke Herr Esterl, dass wir heute davon Zeuge sein können!

Dietrich Esterl: Emil Molt 1876-1936. Tun, was gefordert ist
344 Seiten, 118. z.T. farbige Abb., gebunden
EUR 24,80 (D) – EUR 25,50 (A) – sFr 33,50
ISBN: 978-3-86783-026-3
Erhältlich im Buchhandel oder über den Online-Shop des Verlages
Na dit alles verbaas ik me ook niet meer dat Michael Eggert ‘um Dienstag, Dezember 17, 2013’ het volgende van Rudolf Steiner: Der Mensch muss als ein Ungeheuer sich kennen lernen’ presenteerde:
‘Esoterische Stunde Köln, 31. Januar 1911

Die Meditation zerfällt in zwei Teile:

1. in den technischen Teil und
2. in den ins Leben übertragenen Teil, das heißt wie die Art zu denken und zu fühlen und zu handeln sich durch richtige Meditation beim Menschen verändert.

Geduld und Gewissenhaftigkeit ist bei der Ausübung der Meditation nötig. Was tut der Mensch, wenn er meditiert?

Er ahmt nach, was die göttlich-geistigen Wesenheiten der hohen Hierarchien vor Jahrmillionen und Jahrmillionen getan haben, und woraus unsere Erde entstanden ist. Verdichteter göttlicher Gedanke ist alles um uns her! – Sie haben gedacht, die göttlich-geistigen Wesenheiten, und zwar rhythmisch in Zyklen haben sie gedacht, nach dem Motiv: Steter Tropfen höhlt den Stein!

Das, woran sie öfter und in kürzeren Zwischenräumen gedacht haben, das ist härtere Erdensubstanz geworden, zum Beispiel der Diamant. Dinge sich vorstellen, die es nicht in der physischen Welt gibt, das wirkt schöpferisch, nicht das Nachgedachte über Vorhandenes.

Ich bin ein Egoist, ich bin kein Christ. Das sind zwei sehr fruchtbare Sätze zum Meditieren. Der Mensch muß als ein Ungeheuer sich kennen lernen.

Die Begegnung mit dem Hüter der Schwelle ist für jeden etwas Furchtbares. Dem Esoteriker darf dieses gesagt werden. Das Sehen schöner Dinge und Gestalten ist astraIische Maja, ist Luzifer.

Das Hören der Meister und Ähnliches ist ätherische Maja, ist Ahriman. Man muß untersuchen das, was man da sieht und hört, dann wird die wahre Gestalt zum Vorschein kommen.’
Dit riep gisteren bij Jostein Saether als commentaar op zijn weblog ‘Die Ungeheuerlichkeit des Menschen’ op:
‘In diesem (wahrscheinlich von den Verlegern redigierte) Teilnehmerreferat einer esoterischen Stunde Rudolf Steiners in der Zeit der Mysteriendramen, als Meditation, ihre Auswirkungen auf das persönliche und das soziale Leben und esoterische Themen wie der Hüter der Schwelle sehr relevant waren in der anthroposophischen Bewegung, wird sowohl die Chancen als auch die Tragödie in der anthroposophischen Entwicklung betont: Mit radikaler und transformativer Selbsterkenntnis zu prüfen, was ich in meiner meditativen Tätigkeit tatsächlich “sehe” und “höre”.

Es ist mit Betonung auf dies, dass ich selbst meditiere, und, was ich damit tue, was Steiners Referenz so inspirierend macht, als er das Motto wiedergibt, dass der stete Tropfen den Stein höhlt, was ein Symbol ist vom Denken in rhythmischen Zyklen der göttlich-geistigen Wesen, und, dass diese andauernde Geschäft unsere Welt hervorbrachte.

Aufgrund unseres zusammengesetzten Wesens hat die Schwellenproblematik immer mehrere Seiten und Schichten. Eine fortgeführte Aktivität gegen das Geistige hin wird immer Begegnungen herstellen, die luziferische und ahrimanische Aspekte, Charaktere und illusorische Verzerrungen aufzeigen. Dies kann ich aus eigener Erfahrung sagen, und ich habe Beispiele davon in meinen Büchern beschrieben (ich entschuldige mich wieder, solch ein Hinweis zu machen – es geht mir nicht darum, dafür Reklame zu betreiben). Wenn wir solche ätherische und astrale Formationen und Bilder in den imaginativen und inspirativen Feldern ausweichen oder versuchen würden, sie zu vermeiden, so würde es nicht dazu führen, dass wir schneller zur Intuition und dem reinen Denken über die Beschaffenheit des Geistigen kämen.

Steiner verwendete anscheinend nicht oft den Nomen “Ungeheuer”, aber sehr oft das Adjektiv “ungeheuer”, aber wenn er es benutzte, so war es immer im Kontext des so genannten “kleinen Hüters der Schwelle”. Einmal verwies er auf den “schlimmen Fährmann” im Totenbuch der Ägypter (vgl. GA 94, Seite 56f): “Der Mensch muss ihn besiegen, um sein höheres Ich zu finden.” Der Hüter der Schwelle ist ein Phänomen des Hellsehertums seit den frühesten Zeiten und ist die eigentliche Quelle aller Mythen über den Kampf der Helden mit einem Monster oder Ungeheuer – des Perseus und des Herakles mit der Hydra, des heiligen Georg und des Siegfried mit dem Drachen.

Schwellenerfahrungen haben in der Regel einen tragischen Aspekt, weil man danach nicht mehr der gleiche sein wird als zuvor, sodass sich auch das tägliche Leben und die Beziehungen zu anderen Menschen verändern werden. Man muss einen Erkenntniskampf betreiben an mehreren Fronten gleichzeitig im Verhältnis zu Luzifer und Ahriman und den Tendenzen in beider Richtungen, die in der eigenen Seele sind. Die Ungeheuerlichkeit liegt einfach darin, dass man mit seinen schlimmsten Neigungen konfrontiert wird, die aus der Tiefe der Seele aufsteigen wie ein “Bodensatz”, der sich dort seit Urzeiten abgelagert hat. Gleichzeitig oder danach wird man damit konfrontiert, wie wenig man in der Lage gewesen ist, das menschliche Potenzial zu entwickeln in Bezug auf die Zukunftsperspektive, die möglich sein wird. Dies ist die Begegnung mit dem so genannten “großen Hüter der Schwelle”.

Nach der Weihnachtstagung 1923-24 nahm Steiner in den Klassenstunden diese Themen wieder auf mit einprägsamer Brillanz in den Beschreibungen der Schwellensituationen, der Tätigkeit der Hierarchien und der meditativen Hilfestellung darüber, wie die Hochschulmitglieder sich in Bezug auf diese Ungeheuerlichkeit einstellen können. Das Tragische in der anthroposophischen Geschichte seit dieser Zeit ist wohl nicht so sehr, dass viele Anthroposophen sich ihren einzelnen Schwellensituationen gestellt und dort ihre jeweilige Tragödie erlebt haben, sondern eher in der Tendenz, dass man sich zu viel ihnen entzogen haben und statt dem versuchte, “schöne Dinge und Gestalten” in sichtbaren, ästhetisierenden Aktivitäten hervorzubringen, und zu viel und unkritisch auf Pioniere und “Meister” unter den eigenen prominenten Funktionären hörte. Die Zukunft wird davon bestimmt sein, wer den Mut hat, sich mit seinem monströsen Ungeheuer zu konfrontieren und gleichzeitig in der Welt wirkt, ohne den Menschen von sich weg zu erschrecken, weil man als “Scheinriese” (der Ausdruck ist von Michael Ende) erscheint oder sie bindet, weil man versucht, zu verbergen, dass man nicht mehr perfekt ist als andere.’
Ik zal het nalaten hier een toespeling te maken op het verziekte van sommige situaties. Dat lijkt me niet nodig en daarmee als toevoeging overbodig.
.

13 opmerkingen:

John Wervenbos zei

Faust behind (anthro)scenes, negen jaar terug: Faust 2004 Goethe Goetheanum Rudolf Steiner (Youtube).

Matthijs H. zei

SCHOOL EN KIP, KIP NAAR SCHOOL

Zutphense scholen gaan Patstelling doorbreken

Het is mogelijk deze patstelling te doorbreken, maar dat vergt samenwerking, regie en communicatie.
Integrale duurzaam-(heid)onderwijs wordt pas mogelijk als (bedrijven)scholen door de hele keten kennis gaan delen. Er is dan nog wel concurrentie tussen ketens, maar binnen elke keten staat samenwerking centraal.
Om ook het vertrouwen van de samenleving te winnen, moeten (pluimveehouders)bestuur, management en leerkrachten(andere-spelers) intensief gaan communiceren met ouders (burgers) en leerlingen(consumenten).

pieter ha witvliet zei

Meer over kerstspelen

Ramon DJV zei

Nu jij toch al een tijdje brieven van schoolbesturen aan het publiceren bent, Michel, heb ik er nog wel een online staan voor je :-)

www.antroposofia.be/ramondejonghe/?p=4909

Matthijs H. zei

NIET-ZELF-BEDACHTE reactie op artikel Vuurvogel etc. Ramon.

Geciteerd uit Inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 29-05-2013. KDV de Vuurvogel te DRIEBERGEN-RIJSENBURG.

Bron: http://www.kinderopvang-devuurvogel-driebergen.nl/resources/DRIEBERGEN-RIJSENBURG-KDV-de-Vuurvogel-Faunalaan-250-ID079173.pdf
Toezichthouder: GGD Midden-Nederland
Datum inspectiebezoek: 29-05-2013
In opdracht van gemeente: UTRECHTSE HEUVELRUG
(Het inspectiebezoek geeft een positief advies aan de gemeente)

1 De houder heeft een meldcode* kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
0.2 Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving**

1 Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang tegen de onderneming(en)
van de houder. (art 1.49 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)

2 De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn
onderneming(en) te voorkomen. (art 1.49 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)

*De meldcode hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005), welke als volgt luidt: "Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel."

In de meldcode zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. De meldcode bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases aan bod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen en handelen. Inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 29-05-2013

**Conform art 3 lid 3 van de Beleidsregels werkwijze toezichthouder kan de toezichthouder alle relevante feiten betrekken bij het onderzoek waaronder het niveau van naleving van wet- en regelgeving van de desbetreffende houder bij andere locaties.

Matthijs H. zei

In de bovenstaande verwijzing via een Link verwijst Ramon door naar een artikel dat zijn aanvang kent in 2007, dat ontneemt mij de schroom te refereren aan een onderzoek uit 2012.

EEN TEGENLICHTJE IN DONKERE DAGEN.

"Het door vrijeschool Vuurvogel verstrekte onderwijs is gebaseerd op de antroposofie, een door de occultist Rudolf Steiner (1861-1925) ontwikkelde mystieke leer. In het steiner/vrijeschoolonderwijs ligt de nadruk meer op ontwikkeling dan op kennisverwerving."
Dat is de etikettering, 'framing'door Ramon.
Dat 'occultist' en 'mystieke leer',onjuist zijn verbonden met steiner/vrijeschoolonderwijs en alleen dienen tot falsificatie en diskwaficatie van Ramon's journalistieke kwaliteiten en vaststellingen moge duidelijk zijn.
De ontwikkelingsgeschiedenis van de antroposofische vereniging/-beweging is ander dan Ramon veronderstelt.
"Omdat ons tijdperk zeer geneigd is tegen de geest te strijden, heeft onze tijd ook zoveel talent tot haat...",leer ik uit GA.171 S.91.
Ramon trekt de kwaliteit van vrije school onderwijs in twijfel met bovenstaande stelling, onderzoek toont aan dat er sprake is van een zeer grote overeenkomst tussen de vereisten van de moderne wereld en wat op vrije scholen wordt geleerd.
Bron: Die Welt kompakt 27.09.12, zie ook steinerscholen.be
Lob für Waldorfschulen
Eine neue Studie zeigt, dass sie lebenstüchtigere junge Menschen entlässt Von Fanny Jiménez

Waldorfschüler - sind das nicht die, die ihren Namen tanzen? Reformpädagogik hat es im öffentlichen Ansehen schwer und wird oft mit skeptischer Distanz betrachtet. Das liegt auch daran, dass es schwer ist einzuschätzen, wie sinnvoll alternative Lernkonzepte tatsächlich sind. Der Waldorfpädagogik geht es nicht anders, auch wenn sie historisch etablierter ist als andere Reformansätze.


In vergelijking met leerlingen van staatsscholen leren steinerschoolleerlingen met meer
enthousiasme, vervelen ze zich minder, voelen ze zich individueel ondersteund en leren
ze op school hun sterke kwaliteiten kennen. Dat is één van de bevindingen van een Duits
onderzoek naar middelbare scholen.

De Duitse krant Die Welt berichtte op 27 september 2012 over een persconferentie waar
OESO-onderwijsexpert en internationaal coördinator van de PISA-onderzoeken (the
Programme for International Student Assessment) Andreas Schleicher de resultaten
voorstelde van een onderzoek van de Heinrich-Heine-Universität in Düsseldorf naar de
onderwijservaringen van steinerschoolleerlingen.
Het is de eerste keer dat in Duitsland zo’n grote studie over de schoolkwaliteit en leerervaringen werd uitgevoerd.

Meer dan 800 leerlingen van 15 tot 18 jaar van tien verschillende scholen werden
ondervraagd.
Enkele bevindingen van de onderzoekers:
 In vergelijking met leerlingen van staatsscholen leren steinerschoolleerlingen
met meer enthousiasme, vervelen ze zich minder, voelen ze zich individueel
ondersteund en leren ze op school hun sterke kwaliteiten kennen
 85 procent van de ondervraagde beschreven het schoolklimaat en de
leeromgeving als aangenaam en ondersteunend (in de Duitse staatsscholen zijn dat slechts 60 procent) – vooral de verhouding tot de leraren wordt als beter
aangeduid: 65 procent van de steinerschoolleerlingen tegenover 31 procent van de leerlingen in andere scholen
 ook de identificatie met de school is groter dan bij andere leerlingen, bovendien lijden steinerschoolkinderen beduidend minder aan somatische aandoeningen
zoals hoofdpijn, buikpijn of slaapstoornissen (voor dat laatste 11 procent steinerschoolleerlingen tegenover 17 procentstaatsscholen)

Matthijs H. zei

DEEL 2 van 2.
Schleicher loofde de steinerscholen omdat zij de nadruk op de eigen
verantwoordelijkheid en op de intrinsieke motivatie leggen waardoor de leerlingen
beter voorbereid worden op het leven na de studies.
"Er is een zeer grote overeenkomst tussen de vereisten van de moderne wereld en wat
er wordt geleerd aan steinerleerlingen," zei Andreas Schleicher. "Het onthouden van
feiten wordt minder belangrijk. Het belangrijkste is om creatieve en oplossingsgerichte
kennis te hebben die je kan toepassen op nieuwe gebieden."
Een waaier aan experts, studenten en leraren besluiten dat de optimale leeromgeving
één is waarbij een hoge mate van initiatief, heel veel creatieve vrijheid en een hoog
niveau aan leerlingondersteuning wordt gegeven. De PISA-studie toonde aan dat de
elementen voor een succesvolle moderne opleiding gevormd worden door een
gemotiveerde prestatie feedback te krijgen én de mogelijkheid om samen en van elkaar
te leren, zoals in steinerscholen gebeurt.

TIP van Steinerscholen.be
Retraite 'Moedig werken vanuit je bron'.
Auteur: Het secretariaat
Wat is eigenlijk de bron van waaruit je werkt? Wat inspireert je ten diepste? Hoe ben je daarmee in contact?
En ook: welke weerstanden houden je af van het werken vanuit je bron?

Op 31 januari en 1 februari 2014 organiseert Iona Stichting in Nederland een retraite waarin deze vragen aan bod komen.

Matthijs H. zei

Ramon het blijft mij een raadsel dat je zo’n groot deel van je inzet richt op het negatief afwaarderen van antroposofie of werkgebieden die daaruit zijn voort gekomen, zoals b.v. de vrije schoolbeweging.

In de taal spreken wij over 'geestelijke voeding', dus waarom zet je jezelf steeds een onverteerbare maaltijd voor. Kies eenvoudigweg een andere hap

Behalve antroposofie zijn er nog tal van zingevings activiteiten of occulte, esoterische praktijken en ideeën, die mogelijk minder volgzame oplettendheid vragen dan antroposofie en positievere krachten in de binnenwereld aanspreken en het levensgevoel versterken.
Ik noem maar enkele ingangen naar de wereld van de hongerige zinzoekers op zoek naar 'geestelijk voedsel'.

Tarot, pendels, automatisch schrift, wichelroede, wichelroedelopen, Kirlian fotografie, EVP en channeling, engelen, elfen en andere beroemdheden, heksen, astrologie, telekinese, psychokinese, materialisaties, telepathie, parapsychologie, occulte geneeswijzen, Reiki, Sjamanistische seances, verklaringen en familie posities, Edelsteen healing, occulte theorieën en leerstellingen, spiritisme, animisme, supra-persoonlijke wereld bewustzijn - morfogenetische velden, gehechtheid aan de natuurwetenschappen, psychologisering, Algemene beginselen Zo boven, Zo beneden, occultisme - Wetenschap - religie, occultisme en wetenschap, occultisme als geloofssysteem, occultisme als een nieuwe vorm van magie, bijgeloof en spiritualiteit, verspreiding en organisatie van het moderne occultisme, de verspreiding van het moderne occultisme, esoterische vormen van organisatie, waarom het occulte? Satanisme, Satans idee van de Bijbel tot in de Middeleeuwen, Crowley en de neo-satanisme, typologie, Orde satanisme, rationalistisch satanisme, Occult-traditionele Satanisme, Psycho Pathologisch gemotiveerde satanisme, private satanisme, Criminal Pseudo satanisme, Satanisme, Zwarte scène van Black Metal tot Gothic, Black Metal en NS Black Metal, Gothic scène, vampirisme, Saturnus lodges en Black Light Bringer, Luziferismus, Neognostische en occulte organisaties, lodges, groepen, anti-christelijke en satanische subculturele organisaties, praktijken en rituelen, onderwijs avond en Ekeltraining, mysterieus discipline (AD), zwarte mis, pact van de duivel, rituele magie, rituele offers, theosofie, Universele Kerk, New Acropolis, Ariosophy, The Armanenorden, Arbeitsgemeinschaft naturreligiöser Stammesverbände Europas (ANSE), Federatie van Goden, De Ludendorffer, Artgemeinschaft, Sonnenwacht, Satanismus und Rechtsradikalismus, Church of Satan (CoS), Schwartze Orden von Luzifer, Ordo Templi Saturni (OTS), Fraternitas Catena Aurea (FCA), Fraternitas Surtur, White Order Of Thule (WOT), Black Metal, Deutsche Heidnische Front (D.H.F.), Allgermanische Heidnische Front (A.H.F.).

Matthijs H. zei

Deel 1.
Bedoelt als 'piketpaaltje', zo wordt het mogelijk te verwijzen naar dit artikel bij het zich steeds wederkerende thema; "Vrije School-Racisme-Nazisme-Fascisme".

"De mens zal zich op de wereld van de geest dienen te richten, opdat hij praktisch wordt en niet voortdurend hindernissen scheppen".
Die Schulen in Köln und Essen scheiterten. Köln mußte schon 1925 wieder schließen (Götte 2000, S. 329 ff), die "unlösbare Dauerkrise" Essen (Götte 2000, S. 348) wurde im Jahre 1936 von der NS-Regierung geschlossen.
Die Stuttgarter Waldorfschule hatte sich schon 1931 von der Essener Schule distanziert (Götte 2000, S. 352), nachdem die Gründungspersönlichkeit wiederholt Führungsansprüche im Widerspruch zu einer kollegialen Selbstverwaltung geltend zu machen versuchte.

Wegen fehlender Bereitschaft, mit dem Nationalsozialismus grundsätzliche Kompromisse einzugehen, entschieden sich um das Jahr 1937 die meisten der verbleibenen deutschen Waldorfschulen zur Selbstschließung 14. Im Juli 1941 wurden dann die Waldorfschulen in Dresden und Den Haag durch die Gestapo geschlossen, die beiden verbleibenden kleinen Schulen in Zeist und Amsterdamer aber übersehen, so daß diese auch während der Kriegszeit ununterbrochen weiterarbeiten konnten. In Amsterdam spielte dabei mit, daß die dortige Waldorfschule nicht, wie für Waldorfschulen in Holland üblich, "Vrije School", sondern "Geert-Grote-School" hieß (Mattke 1994, S. 44).
Götte, Wenzel M.: Erfahrungen mit Schulautonomie - Das Beispiel der Freien Waldorfschulen. Dissertation an der Fakultät für Pädagogik der Universität Bielefeld 2000.
http://pub.uni-bielefeld.de/luur/download?func=downloadFile&recordOId=2304943&fileOId=2304978 ↓↓↓
BRONNEN: Dissertation; zur Erlangung des akademischen Grades eines Doktors der Philosophie an der Fakultät für Pädagogik der Universität Bielefeld
Vorgelegt von Wenzel M. Götte Juni 2000 Gutachter Prof. Dr. Harm Paschen Prof. Dr. Dieter Timmermann
Mattke, Hans-Joachim (Hrsg.): Waldorfschule Weltweit. 75 Jahre Freie Waldorfschule Uhlandshöhe. Stuttgart 1994.


Erst mit dem Ende der DDR wurden Archive mit umfangreichem und maßgeblichem Material zur Unterdrückung der anthroposophischen Bewegung durch den nationalsozialistischen Staat für die wissenschaftliche Forschung zugänglich. Diese breite Quellenbasis ist durch das Buch "Anthroposophen in der Zeit des Nationalsozialismus (1933 - 1945)" von Uwe Werner (1999) erstmals der Öffentlichkeit vorgestellt worden.

Auf dem Hintergrund des bedrohlichen Zeitgeschehens gründeten die insgesamt acht Waldorf- bzw. Rudolf-Steiner-Schulen in Deutschland am 10. Mai 1933 in der Berliner Schule in der Großbeerenstraße 54 den »Bund der Waldorfschulen«. Einen Monat zuvor (am 7. April 1933) war das "Gesetz zur Wiederherstellung des Berufsbeamtentums" verkündet worden, welches alle politisch bedenklichen Beamten und alle Juden aus dem Staatsdienst entfernen sollte. Dieser Erlaß wirkte alarmierend, obwohl die Eingriffe in den Lehrplan geringfügig blieben. Der eigentliche Kampf um die Waldorfschulen war aber eingeleitet. In Stuttgart bestand der Kultusminister auf dem Ausscheiden von Lehrern nicht-arischer Abstammung. Die Stuttgarter Waldorfschule gab dem Druck im Frühjahr 1934 nach, und vier Waldorflehrer jüdischer Abstammung verließen die Schule. In Berlin trennte sich die Eurythmistin Lola Jaerschky vom Kollegium, um als Halbjüdin nicht die Schule zu belasten.
Im Februar 1934 zog die Rudolf-Steiner-Schule in ein größeres Gebäude in der Berliner Straße in Charlottenburg, nahe dem "Knie" (dem heutigen Ernst-Reuter-Platz). Für den Ausbau der Schule war das Gebäude in der Großbeerenstraße zu klein geworden.


Matthijs H. zei

Deel 2.
Im Reichserziehungsministerium wurde der Erlaß zur Erstickung aller deutschen Waldorfschulen vorbereitet. Darin heißt es: "Die Waldorfschulen oder Rudolf-Steiner-Schulen ... sind nach der von ihnen vertretenen Weltanschauung, der Zusammensetzung ihres Lehrkörpers, ihrer Unterrichtsmethode und ihrem Charakter der Standesschule im neuen Staate nicht mehr tragbar. Die Unterrichtsministerien der Länder bitte ich, die Neuaufnahme von Kindern in die Waldorfschulen (Rudolf-Steiner-Schulen) zum Beginn des Schuljahres 1935 zu untersagen." Der schon am 17. November 1934 geplante Erlaß wurde wegen des Einschreitens von Ernst Schulte-Strathaus, zuständig für Kulturfragen im Amt Hess, jedoch nicht sogleich ausgefertigt. Nach einem handschriftlichen Vermerk auf dem oben zitierten Entwurf wurde in Aussicht genommen, die Waldorfschulen "wie alle übrigen Privatschulen zu behandeln". Erst über ein Jahr später wurde der Erlaß dann doch im ursprünglichen Wortlaut am 12. März 1936 vom Reichserziehungsminister Rust verfügt. Auch die Berliner Schule durfte zum Schuljahresbeginn zu Ostern 1936 keine neue 1. Klasse aufnehmen; ein Jahr später fehlten dann 1. und 2. Klasse. Dennoch schrieb Ernst Weißert, Lehrer an der Berliner Schule, 40 Jahre später: "Das Schuljahr 1937/38 begann trotz des Ernstes der Zeiten mit einem erfreulich blühenden Leben in der Schule. Sie umfaßte nun 418 Schüler."

Kurz darauf wurden die Lehrer der Berliner Schule ultimativ aufgefordert, sich einzeln auf den Führer und Reichskanzler zu vereidigen und das Treuegelöbnis zu Adolf Hitler schriftlich zu bestätigen. Erich Weismann, Lehrer an der Berliner Schule, schreibt dazu: "Hier schieden sich die Geister: Die einen waren für ein unbedingtes Weitermachen - den Kindern zuliebe, die einem anvertraut waren. Die anderen mußten in diesem äußeren Kompromiß die Verleugnung, Verfälschung des innersten geistigen Impulses erblicken." Letztlich entschloß sich das Berliner Kollegium, kein Treuegelöbnis zu leisten und die Schule zu schließen. Am 26. August 1937 teilte das Berliner Kollegium seine Entscheidung der Waldorfschule in Stuttgart, der wegen einer positiven Stellungnahme von Rudolf Heß erst im Frühjahr 1938 die Genehmigung entzogen wurde, mit: "Hiermit möchten wir Sie darüber informieren, daß unsere Schule als Rudolf-Steiner-Schule mit dem heutigen Tage geschlossen wird. Eine wirtschaftliche Nötigung liegt nicht vor, sondern aus inneren Gründen fühlten wir uns zu diesem Schritt verpflichtet und teilen den Eltern und der Behörde mit, daß wir uns zur Schließung der Schule gezwungen sehen, um wahr zu bleiben dem Werk Rudolf Steiners gegenüber. Die Elternschaft hat in einer sehr besuchten Elternversammlung unseren Schritt mit dem richtigen Ernst und Verständnis aufgenommen. Wir bereiten die Kinder zur Aufnahme in andere Schulen vor. Die Umschulung soll Ostern 1938 beendet sein."
Verder lezen op: http://www.waldorf.net/html/texte/erste_rss.htm

Matthijs H. zei

Kijk nou Michel bron verzuimt te melden bij; "De mens zal zich op de wereld van de geest dienen te richten, opdat hij praktisch wordt en niet voortdurend hindernissen scheppen". Bron GA 98. S.107.

'Ein interessanter Zusammenhang ein ungeheuer interessanter Zusammenhang". GA 176. S.173.

Michel Gastkemper zei

Dank je wel, Matthijs, voor al dit opzoekwerk. Je bent zo goed en verhelderend bezig.

Matthijs H. zei

Is er nog internet in Leuven?
Algemene Internet Problemen bij providers; http://userbase.be/nieuws/isp géén problemen, laatste bekende probleem op 10 maart 2003, om 19:52 op dezelfde dag opgelost.

Voor 2014 is het goede nieuws dat 4G-locaties verder uitbreiden, maar nu 2013 al actief in 016-Leuven.http://userbase.be/nieuws/6-telecom/1026-mobistar-start-met-4g-in-30-steden

Regio 016 Leuven op 08 okt 2008, om 10:00 uur was er een probleem voor dommelgebruikers.

Gelukkig er is verbinding!

De Universiteit van Leuven-016- biedt de volgende oplossing aan gebruikers… Een laatste optie is: pen en papier.

Wikipedia meldt het navolgende over Leuven en haar inwoners.
De bijnamen van de Leuvenaars zijn Pietermannen en Koeienschieters.

De eerste naam verwijst naar de inwoners van de oudste parochie (Sint-Pieter) en de tweede bijnaam verwijst naar het historische feit van 1691 toen de inwoners van Leuven op een zekere nacht het vuur op verdachte gestalten* openden.
De Leuvenaars werden op dat moment belegerd door de Fransen en waren in de waan dat ze op vijandige soldaten schoten.
De volgende morgen bleek echter dat ze een kudde koeien hadden beschoten.
*vermoedelijk antroposofen.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)