Hier ziet u hem dus in vol ornaat, waarover ik het al op donderdag
28 november in ‘Commissaris’
en op woensdag 27 november in ‘Lichtapostel’
had. Een kleine toelichting is wel op zijn plaats. Dit vond ik op de website
van Columbus Magazine:
‘Een heel bijzonder gebouw in Edinburgh vond ik toch wel het nieuwe Schotse parlementsgebouw. Het is een extravagant gebouw naar een ontwerp van de Spaanse Architect Enric Miralles. Hij maakt altijd gewaagde ontwerpen waarin kunst en natuur een grote rol spelen. Het parlementsgebouw heeft een nautisch thema. De torens zijn gebouwd in de vorm van boten. Het ongewone ontwerp bleek erg complex om uit te voeren. De kosten bleken ook veel hoger dan geschat en brachten nogal wat tumult te weeg. Zelf heeft Enric Miralles het eindresultaat niet meer kunnen zien. Hij stierf op 45-jarige leeftijd, voor de voltooiing van het gebouw, aan een hersentumor.’
En meer op de website ‘Take a trip’:
‘Na bijna 3 eeuwen afwezigheid werd in 1998 het Schotse Parlement opnieuw ingevoerd. Om deze heuglijke gebeurtenis de nodige luister bij te zetten, besloot men een nieuw parlementsgebouw op te richten, pal tegenover het Holyroodhouse Palace. Het ontwerp van het gebouw is van de Catalaanse architect Enric Miralles, die kort na de aanvang van de werkzaamheden in 2000 overleed. Miralles liet zich inspireren door de groene Schotse heuvels. Het parlementsgebouw vormt een organisch geheel met het omringende landschap. Bij zijn oprichting zorgde het gebouw voor heel wat controverse; politici, de media en ook de gewone Schotten hadden heel wat kritiek op de locatie, het ontwerp en de bouw van deze opmerkelijke constructie. Architecturale academici en critici daarentegen roemen Miralles om zijn geslaagd ontwerp. Wij dagen je uit de nabijgelegen Salisbury Crags te beklimmen voor een totaaloverzicht en zelf een oordeel te vellen over dit unieke gebouw.Adres: The Scottish Parliament, Edinburgh (EH99 1SP)Website: scottish.parliament.uk’
Eigenaardige titel, ja. Hij is afkomstig uit Biojournaal
vandaag. Die spant de kroon, zoals zo vaak, wat interessante berichtgeving
betreft die een relatie heeft biologisch-dynamische landbouw en voeding. Van de
website van Demeter moet je het wat dit aangaat niet hebben. Biojournaal heeft
daarover alleen vandaag al drie berichten. En ik heb ook nog een paar oudere.
Maar eerst Triodos Bank in Biojournaal, met ‘Korte film vanavond na NOS Achtuurjournaal op tv. Triodos Bank: Nederland groeit als nooit tevoren’:
‘Nederland groeit als nooit tevoren. Deze tegendraadse constatering is de kern van een publiekscampagne die alle Nederlanders aan het denken moet zetten over het begrip “groei”. De campagne is een initiatief van Triodos Bank, die er het vastgeroeste denken over economische groei en onze welvaart mee wil losmaken. Het gaat daarbij immers over meer dan een toe- of afname van het bruto nationaal product. De campagne gaat dinsdag 3 december 2013 van start met het uitzenden van de korte film na het NOS Achtuurjournaal op Ned1. De komende weken zullen varianten op deze film op tv, radio, online en in bioscopen door heel Nederland worden herhaald.
Groei is het gesprek van de dag en wordt gezien als dé voorwaarde om uit de recessie te komen. Maar wat zeggen groeicijfers eigenlijk? Zijn we als het bruto nationaal product met 0,1% stijgt, opeens 0,1% gelukkiger? Moeten we eigenlijk wel groeien, of heeft dit streven nu juist veel problemen veroorzaakt? Directeur Matthijs Bierman van Triodos Bank Nederland: “We zitten vast in het heilige geloof in economische groei. Maar louter meer consumptie kan ons niet redden uit de crisis.”
Volgens Triodos Bank ligt de sleutel in het besef dat financieel en maatschappelijk rendement niet tegenover elkaar staan, maar elkaar juist kunnen versterken. De bank wil met de campagne laten zien dat als je anders naar groei kijkt, ziet dat groei over veel meer gaat dan cijfers. En dat het met Nederland eigenlijk best goed gaat. Bierman: “Je kunt geluk laten groeien. Gezonder voedsel. De hoeveelheid schone energie. Zelfvertrouwen. Je kunt iets groot laten worden, door het juist klein te houden. Je kunt groeien door te delen. En zelfs door minder geld uit te geven. Groei is dan niet abstract meer, maar heel dichtbij.”
Als je anders naar groei kijkt, kun je stellen dat Nederland groeit als nooit tevoren. Bierman: “Steeds meer mensen en bedrijven kiezen voor kwalitatieve groei. Overal om je heen zie je maatschappelijke groei. Groei die niet gaat over meer spullen produceren en kopen. Mensen en bedrijven nemen daarin zelf het voortouw. Denk aan gezinnen die hun eigen energiemaatschappij beginnen. Slagers die plantaardig vlees maken. Instellingen die menswaardige en aandachtige zorg bieden. En ondernemers die producten maken die minder schadelijk zijn voor mens en milieu.”
Het hart van de campagne is een korte film (120 seconden). Daarin wordt het begrip groei telkens vanuit een ander gezichtspunt in een nieuw perspectief geplaatst. Groeien door niet te groeien. Bijvoorbeeld door consumptiegoederen zoals auto’s of muziek te delen, in plaats van zelf te bezitten. Groeien door de natuur zelf haar werk te laten doen, en gewassen te beschermen zonder chemische bestrijdingsmiddelen. Groeien door circulair in plaats van lineair te denken en doen. Groeien met financieringsbesluiten die zijn gericht op de lange termijn, en niet louter op snelle winst. Door het energiezuinig maken van scholen en verpleeghuizen, waardoor er geld overblijft voor kwaliteit van onderwijs, of handen aan het bed.
De campagne “Groei is meer dan een cijfer” is in opdracht van Triodos Bank tot stand gekomen. Bijzonder is dat er weloverwogen geen producten of diensten van de bank onder de aandacht worden gebracht; Triodos Bank wordt slechts heel kort aan het einde bij naam genoemd. De campagne is een logisch vervolg op “Klein. Het nieuwe groot”. Deze campagne maakte een ongekende stroom aan reacties los bij opinieleiders, politiek en duizenden Nederlanders. Velen herkenden zich in de onderstroom, de maatschappelijke trend waar deze campagne aandacht voor vroeg. Er wordt tot op de dag van vandaag regelmatig aan gerefereerd en dagelijks wordt de film onder andere via YouTube bekeken en gedeeld.
Voor meer informatie: www.triodos.nl’
Nog meer video’s in Biojournaal in ‘Guerrilla farming onder de Eiffeltoren. Save Our Soils viert eerste verjaardag’:
‘Op Wereldbodemdag, 5 december 2013, viert Save Our Soils haar eerste verjaardag met een bijzondere video release. De campagne werd in 2012 gelanceerd door Nature & More en zal doorlopen tot 2015, het Internationale Jaar van de Bodem. De korte film die wordt uitgebracht is de winnende inzender van een videowedstrijd rond het thema guerilla farming. Initiator Volkert Engelsman kijkt terug op een succesvol campagnejaar. Met meer dan 50 prominente partners en – sinds kort – Vandana Shiva als internationale ambassadeur, verklaart hij: “We beginnen nog maar. Bodems zijn geen sexy onderwerp, maar deze video gaat helpen om dat te veranderen. Iedereen die het belang van bodems doorziet, roep ik op om de video te delen. We hebben meer ‘soildiers’ nodig!”
De Save Our Soils-campagne maakt consumenten bewust van het wereldwijde probleem van bodemverlies en wil wijzen op mogelijke oplossingen (“soilutions”). Meer dan 50 internationale partners hebben zich inmiddels aangesloten bij de actie, waaronder prominente bedrijven en NGO’s zoals Bionext, het Duitse Alnatura, de VN Wereldvoedselorganisatie en de Youth Food Movement. Initiator Volkert Engelsman, directeur van Nature & More: “Het is ons doel om miljoenen mensen over dit thema te bereiken voor 2015. Met Vandana Shiva als internationale ambassadeur, een stijgend aantal winkelpartners en een virale video groeit onze impact. Het mooiste moet nog komen!”
Belangrijke successen in eerste campagnejaar waren guerrilla farming acties in Berlijn en Keulen, waaraan behalve Vandana Shiva ook prominente Duitsers meededen, zoals tv-kok Sarah Wiener en de bekende ex-politici Renate Künast een Klaus Töpfer. De acties bereikten prime time televisie en kregen brede media-aandacht. Een andere mijlpaal was de introductie van het eerste campagneproduct, de Soilmate. Deze paarse doe-het-zelf kweekset met biologische tomaten, compost, basilicumzaadjes en informatie over het bodemthema werd ontwikkeld door Nature & more en succesvol geïntroduceerd in de Europese markt.
De onderstaande winnende guerrilla farming video werd ingezonden door Tom Boyden, een jonge Amerikaan die 5000 kilometer door Europa fietste en guerrilla farming acties deed op bijzondere locaties zoals de Eiffeltoren en Buckingham Palace. Volkert Engelsman: “De video overdonderde ons volledig. We hopen dat hij vele anderen zal inspireren om zelf actief te worden rond het thema van de vruchtbare bodem.”
De Save Our Soils-campagne werd opgezet door Nature & More binnen het Global Soil Partnership van Wereldvoedselorganisatie FAO. Nature & More is het internationale “trace & tell” merk voor biologische groente en fruit en is gevestigd in Nederland. Nature & More producten dragen een “postzegel” met een portret van de teler en een code waarmee je de duurzame inspanningen van deze teler online kunt bekijken. Nature & More won vele prijzen waaronder de Ecocare Award 2012 in Duitsland en de Sustainable Entrepreneurship Award 2013 in Oostenrijk.
Kijk voor meer informatie op www.natureandmore.com.’
Die datum doet me denken aan dit bericht vandaag van Estafette de biologische
eetwinkel op Facebook:
‘Tot morgenavond 4 december kunnen kinderen nog een bio-bootje voor de Sint zetten in de Estafette-winkel. Gemaakt van de bouwplaat die je in de winkel mee kunt nemen en naar eigen inzicht mooi gekleurd en versierd. Tot nu toe brengt Sint elk jaar in de nacht van 5 december een bezoekje aan onze winkels om een leuk cadeautje achter te laten voor de makers van de vrolijke bouwseltjes. In de wandelgangen hebben we vernomen dat dat ook dit jaar weer gaat gebeuren... Dus is het bio-bootje nog in de steigers: snel afmaken, morgen nog even in de winkel zetten en donderdag 5 december kijken of het een pakjesboot is geworden!’
Nog meer seizoensgebonden nieuws in Biojournaal vandaag met
‘Adopteer een kerstboom 2013 bij Landgoed Kraaybeekerhof’:
‘Landgoed Kraaybeekerhof doet ook dit jaar weer mee aan Adopteer een kerstboom. ’s Winters haal je je eigen boom op, en ’s zomers groeit hij lekker door op het landgoed. Daar wordt hij verzorgd zonder kunstmest of chemische gewasbeschermingsmiddelen. Bovendien krijgt elke boom een nummer, zodat iedereen “zijn” boom het jaar erop weer kan reserveren. Een adoptiekerstboom kan tot wel vijf keer worden hergebruikt. En zo zie je je eigen boom jaar na jaar groeien. Je moet hem thuis wel goed verzorgen, anders overleeft hij het niet. Uiteraard krijg je bij de adoptie de nodige verzorgingstips mee naar huis.
Desgewenst kun je gedurende het jaar je eigen boom een bezoek brengen op landgoed Kraaybeekerhof aan de Diederichslaan 25A in Driebergen. De biologische werkwijze zorgt voor sterke bomen, schoner oppervlaktewater en een rijk bodemleven op het landgoed. Naast kerstbomen heeft Kraaybeekerhof ook een biologisch–dynamische groente – bloemen en kruidentuin. En niet te vergeten de mooie bijenstal met bijenwaardplantentuin. Dit alles als ondersteuning voor de Academie Kraaybeekerhof en het biologische restaurant op het landgoed.
Kerstbomen adopteren kan van 7 tot en met vrijdag 20 december, dagelijks tussen 10:00 uur en 15:30 uur. Reserveren is vooraf wel mogelijk (dit geldt alleen voor de mensen die vorig jaar al een boom hebben geadopteerd). Begin januari worden de bomen terugverwacht. Kijk op de website voor details: www.adopteereenkerstboom.nl.
Voor meer informatie: landgoedkraaybeekerhof@live.nl of bel 06 42372626 (Theo Engbers).’
Dan weer terug naar de televisie. Gisteravond kwam RTL4 in
EditieNL met ‘Lang leve de vrije school, maar leer je er ook wat?’
‘Vrije scholen zijn hot. Het is populairder om kinderen op een andere manier te laten leren. Maar léren ze dan ook echt wat, of is het vooral leve de lol?
Op vrije scholen hebben kinderen drie leerblokken van zeven jaar. In het eerste deel staat het lichaam centraal. Tijdens het tweede deel gaat het vooral om emotionele vaardigheden, met een nadruk op kunst en expressie. In het laatste deel gaat het meer om leren. Dan worden analytische vaardigheden en abstract denken bijgebracht.
Geschikt/ongeschikt
“Niet ieder kind is geschikt voor het vrije schoolonderwijs”, zegt directeur Harry Gubbels van de Vrijeschool Meander in Nijmegen. “Kinderen leren dezelfde dingen als op klassieke scholen, alleen het moment waarop ze het leren verschilt.”
De populariteit zit er volgens Gubbels in dat de lesstof gebasseerd is op de dagelijkse praktijk. “Dat begint bijvoorbeeld al bij de lunch. Ze schuiven niet zomaar een boterham naar binnen, maar ze eten in alle rust en weten ook waar het eten vandaan komt.”
Ander tempo
Volgens onderwijspsycholoog Rob Martens kiezen veel ouders voor een vrije school, omdat andere scholen meer op prestatie en toetsen gericht zijn. “Veel ouders voelen zich daar niet prettig bij”, vertelt hij. “Scholen lijken tegenwoordig zoveel op elkaar, dat er nauwelijks iets te kiezen valt. De vrije school is dan een positieve ontwikkeling.”
En de kinderen op de vrije school zijn niet dommer, blijkt uit onderzoek. Onderwijssocioloog Jaap Dronkers vergeleek samen met RTL Nieuws de uitslagen van de CITO-toetsen. Daaruit bleek dat vrije scholen het net iets bovengemiddeld deden.
Volgens Dronkers weten leerlingen in groep acht minder dan op klassieke scholen, “maar dat hebben ze aan het eind van de rit wel ingehaald. Ze halen hun achterstand dus op de middelbare school weer in.”’
Het bijbehorende nieuwsitem is hier te zien, ‘Vrijeschool iets voor uw kind?’
‘De Vrije School wordt alsmaar populairder. Dat blijkt uit het stijgende aantal leerlingen dat zich aanmeldt. En die stijging is opvallend omdat op andere scholen in ons land, het aantal aanmeldingen daalt.’
Dit was natuurlijke een reactie op weer een succesvol
persbericht van de Vereniging van vrijescholen. Men heeft daar nu eindelijk
door hoe je dit moet doen. En ik zou zeggen: goed voorbeeld doet goed volgen! Allemaal in de leer bij de Vereniging van vrijescholen... Dit was van
donderdag 28 november, ‘Leerlingaantallen vrijescholen blijven stijgen’:
‘Het afgelopen jaar is het aantal vrijeschoolleerlingen in Nederland wederom flink gestegen. Met een toename van meer dan 1000 leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs gaat het gemiddeld om een landelijke stijging van ruim 5%.
Tegen de landelijke trend in stijgt het leerlingenaantal op vrijescholen in het primair onderwijs met 3,1%. Uit voorlopige cijfers die DUO onlangs presenteerde blijkt dat het primair onderwijs landelijk juist te maken heeft met een daling van 24.000 leerlingen, een krimp van 1,5%. Ook vrijescholen in het voortgezet onderwijs maakten het afgelopen jaar gemiddeld een forse groei door van ruim 8%.
Duurzaamheid en groei
Vrijescholen in het primair onderwijs laten daarmee uitstekende groeicijfers zien. Zo steeg het leerlingenaantal van de scholen van Stichting Pallas, 14 vrijescholen voor primair onderwijs in Midden en Zuid Nederland, de afgelopen twee jaar met ruim 6%. Volgens Allert de Geus, bestuurder van de stichting, komt de groei van de scholen niet onverwacht. “De verbeteringsslag die wij de afgelopen jaren maken heeft effect. Onze scholen voldoen aan de actuele kwaliteits- en resultaatseisen van de overheid.”
“Maar duurzaamheid is minsten zo belangrijk als groei. Het gaat ons niet alleen om een mooi cijfer van de inspectie. Meer nog zetten wij sterk in op onze identiteit en visie. We leren kinderen bewust in het leven te staan en daar zelf betekenis en richting aan te geven. Steeds meer ouders beseffen dat de ontwikkeling van hun kinderen kan lijden onder prestatiedwang, te eenzijdige onderwijsvernieuwing en uniformering van het onderwijs. De zekerheid van ‘hoge cijfers betekent later een goede baan’ is verdwenen.”
Aandacht voor brede ontwikkeling leerling
Ook Artho Jansen, bestuurder van Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland, ziet zijn leerlingaantallen in het voortgezet onderwijs stijgen. Ouders en leerlingen geven volgens hem verschillende redenen voor de groei van de scholen. “Naast belangrijke aspecten als warmte, geborgenheid en veiligheid zijn er juist veel signalen waarbij de eigenheid en de onderwijsfilosofie van vrijescholen een nadrukkelijke rol spelen. Ouders zien vaak de meerwaarde van vrijescholen vanwege de aandacht voor de brede ontwikkeling van de leerling.”
Behoefte aan onderwijsperspectief
Juist de brede ontwikkeling van het kind is volgens Rian van Dam, voorzitter van de Vereniging van vrijescholen, een van de belangrijkste uitgangspunten in het vrijeschoolonderwijs. “Het onderwijs is veel rijker dan de huidige ‘toetscultuur’ in Nederland doet vermoeden. Inzicht in de cognitieve ontwikkeling van een kind is een belangrijk onderdeel van het totaalbeeld. Maar dat moet wel passen binnen een breder kleurenpalet, waarin gelijkwaardige aandacht is voor de sociale, emotionele en motorische talentontwikkeling van het kind.” Van Dam ziet in Nederland steeds vaker signalen voor de behoefte aan een breder onderwijsperspectief. “De afschaffing van de kleutertoets door de Tweede Kamer is daar een goed voorbeeld van. Ook de uitkomsten van het onlangs verschenen rapport van de Onderwijsraad, ‘Een smalle kijk op onderwijskwaliteit’ onderstrepen deze signalen.”
Eindresultaten vrijescholen goed
Vanzelfsprekend zetten vrijescholen in op onderwijskwaliteit die ook spreekt uit de eindresultaten van scholen. En die eindresultaten zijn goed te noemen. In het verleden werd daar weleens aan getwijfeld. Nu steken vrijescholen vaak boven andere scholen uit. Dat blijkt onder meer uit de Dronkers-lijst van Schoolprestaties 2013 voor scholen in het voortgezet onderwijs, die afgelopen zaterdag werd gepubliceerd in de Volkskrant. Vrijescholen presteren gemiddeld goed op deze lijst.’
Ook Ruud Thelosen ging hier donderdag 28 november op zijn weblog
Vrije
Scholen op in, met ‘Novaliscollege beste vrijeschool van Eindhoven’:
‘Landelijk onderzoek onderwijskwaliteit prof.Dronkers.
Afgelopen dinsdag zijn in de Volkskrant de jaarlijkse cijfers bekendgemaakt van het landelijke middelbare schoolonderzoek van prof. Dr. Jaap Dronkers van de universiteit van Maastricht. Via de website van de Volkskrant heb je toegang tot alle cijfers en de berekeningswijze. Daarbij is het mogelijk om per woonplaats of postcodegebied de scholen te rangschikken. Bovendien is het mogelijk om per schooltype te kijken.
Zo heeft het Novaliscollege als middelbare vrijeschool drie schooltypen in huis van vwo, havo en vmbo g/l (gemengde leerweg). Voor het vmbo g/l heeft deze school een 9,5 gekregen net als voor de havo-stroom, het hoogste cijfer dat in Eindhoven gegeven is. Voor de vwo-stroom heeft het Novalis een 8,5 gekregen en neemt na het Eckartcollege en het lyceum Bisschop Bekkers met beide het cijfer 9,0 de 3e plaats in. Gemiddeld genomen scoort het middelbare vrijeschool onderwijs dus het beste in Eindhoven.
Natuurlijk is er altijd de inhoudelijke discussie welke kwaliteitsnormen je voor het onderwijs neemt. Is scoringspercentage van eindexamenkandidaten voldoende? Is het gemiddelde examencijfer van alle vakken een goede indicator? Zegt het onderscheid tussen school- en centraal schriftelijke examens iets? Neem je ook het instapniveau van de kinderen mee of het sociale milieu waaruit zij komen?
Het goede van het onderzoek van Dronkers is dat hij dit allemaal meeneemt via een gewogen formule. Bij de huidige meting hebben de centraal schriftelijke examencijfers van 2012 een belangrijke rol gespeeld maar ook het instapniveau. Stel dat een kind aan het einde van de basisschool een vbmo advies heeft gekregen maar toch aan het einde van de middelbare school een havo-examen heeft gehaald dan krijgt een school hiervoor pluspunten want dan heeft het een duidelijke toegevoegde waarde gehad. Het omgekeerde kan natuurlijk ook. Ook de sociaal-economische samenstelling van de leerling-populatie speelt mee dus scholen in achterstands(Vogelaar-)wijken met goede resultaten krijgen ook pluspunten.
Het Novaliscollege scoorde vooraf jaar ook al als beste dus dat is een reden om eens wat beter naar het bijzondere van het vrijeschool onderwijs te kijken. Wat is er anders?
Het vrijeschoolonderwijs is ontstaan in Duitsland aan het begin van de vorige eeuw onder de naam Waldorfschule en opgericht door de Oostenrijkse filosoof en grondlegger van de antroposofie Rudolf Steiner (1861-1925). De antroposofie is een geesteswetenschap die stelt dat de mens een geestelijk, spiritueel wezen is die meerdere levens doorloopt. Daarom is ieder mens uniek maar zijn er tegelijkertijd te onderscheiden levensfasen, waar het onderwijs zich op moet richten. Ook in Nederland ontstond al heel vroeg een vergelijkbare school in Den Haag onder de naam vrijeschool.
Deze typering als soortnaam is gekozen omdat het onderwijs kinderen wil begeleiden tot vrije, verantwoordelijke en zelfbewuste volwassenen.
In Eindhoven is de middelbare school als Vrije School Brabant ontstaan begin jaren 70, toen nog als school van basis en middelbare school samen. Het aantal vrijescholen is in Nederland uitgegroeid tot een landelijk netwerk van basisscholen en middelbare scholen. Momenteel zijn er 70 basis vrijescholen en 14 middelbare vrijescholen.
Als voormalig ouder van drie kinderen die de hele vrije school vanaf peuterklas tot en met eind middelbare school heeft kunnen ervaren zijn een aantal kenmerken bijzonder gebleken.
Allereerst is het onderwijs integraal en samenhangend. Het onderwijsprogramma is ontwikkeld vanaf peuterleeftijd tot en met einde middelbare school als een volledige cyclus. Het onderwijs is daarnaast heel breed doordat het niet alleen cognitieve, maar vooral ook kunstzinnige, sociale en fysieke kwaliteiten in kinderen wil ontwikkelen. Een evenwichtig opgebouwd lesprogramma moet voorzien in voldoende afwisseling tussen hoofd, hart en handen. Muzikale vorming door middel van koorzang en schoolorkest waren net zo belangrijk als toneeluitvoeringen en schoolkampen (landmeten, landbouwkamp, culturele eindreis). Verder ook euritmie als een bijzondere woordgebaar- en bewegingskunst. Periodeonderwijs is ook een terugkerende vertrouwde vorm waarbij een onderwerp gedurende een periode van 7 weken werd gegeven tijdens de eerste twee lesuren. Het kind werd vooral ook individueel aangesproken en begeleidt. In getuigschriften en rapporten werd in beelden vooral het ontwikkelings-(of worstelings-)proces van een kind weergegeven. Dat vergt dat een leerkracht zich wel moet verdiepen in de individualiteit van een kind en daarom in het ideale geval ook meerdere jaren in de basisschool bij dezelfde klas en dus kinderen blijft.
Het afgelopen decennium is er echter veel veranderd op vrijescholen door de steeds hogere schooleisen van de onderwijsinspectie. Er is meer nadruk komen te liggen op de cognitieve meetbare vakken van taal, rekenen, en meetbare zaken als leerlingendossiers, toetsen & examens ten koste van de meer praktische en kunstzinnige vakken. Juist het eigene van het vrijeschool onderwijs is deels verloren gegaan. Dat is een groot gemis. Het accent ligt nu teveel op scholing in plaats van op vorming. Zo is gelukkig het onzalige regeringsvoorstel voor invoering van een kleutertoets in de Tweede Kamer verworpen. We zouden echter nog veel verder kunnen gaan in vrijheid voor het onderwijs zoals in Finland. Daar zijn geen centraal schriftelijke examens, geen eindtermen en is er geen controle van de onderwijsinspectie.
Als ouder ben ik dankbaar dat mijn kinderen dit onderwijs hebben kunnen volgen en ben ik dus niet verbaasd over het zeer hoge cijfer voor het Novaliscollege. De overheid zou daarom vrijescholen weer meer vrijheid moeten geven om het onderwijs naar eigen inzicht en in samenspraak met ouders vorm te geven.
bron: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2664/schoolcijfers/integration/nmc/frameset/schoolcijfers_2013/schoolcijfers.dhtml’
Op 29 november schreef De Vijfster – Vrije School
Apeldoorn op Facebook:
‘In januari 2014 openen wij de deuren van een tweede kleuterklas! Het aantal aanmeldingen voor de kleuterklas steeg de laatste maanden fors. Hierdoor konden wij tot het besluit van de tweede kleuterklas komen. Steeds meer ouders met jonge kinderen weten de weg naar De Vijfster te vinden. Het vrijeschoolonderwijs staat in de belangstelling. Dat zien we niet alleen in Apeldooorn, dat is een landelijke trend.
Lees ook het laatste nieuwe op www.vrijescholen.nl: leerlingaantallen vrijescholen blijven stijgen’
Nu is het niet overal op de vrijeschool koek en ei. Wij
weten dat het in Zutphen rommelt. Het lukt mij momenteel helaas niet de
berichtgeving daarover ononderbroken te verzorgen. De vorige keer is alweer
lang geleden, op vrijdag 8 november in ‘Tellingen’.
Sindsdien is het nodige gebeurd. Ik kan u echter het simpelst bijpraten door de
twee laatste nieuwsbrieven op de website van ‘Vooronzevrijescholen’ weer te
geven. Maar ook door dit nieuws van 17 november, ‘Bestuur neemt de tijd voor bestuderen tegenbegroting’:
‘Op 6 november kregen we een reactie van het bestuur op onze tegenbegroting. Wij citeren: “We waarderen de tijd en energie die u daarin hebt gestoken. We buigen ons momenteel over het stuk en de vragen en stellingen die erin staan. Ook laten we zowel uw stuk als onze eerste reactie door een onafhankelijk derde beoordelen.”
Twee dagen later hebben wij in een uitgebreide reactie laten weten dat wij de tijd die het bestuur neemt voor het (laten) nagaan van onze goed gedocumenteerde tegenbegroting veel te lang vinden. Het gaat hier immers om een belangrijk nieuw inzicht waarover snel duidelijkheid moet komen. Te meer daar men intussen doorgaat met de voorbereidingen voor het sluiten van een school. Daarnaast lijkt het inschakelen van een onafhankelijke deskundige (zoals het bestuur wil) ons alleen zinvol als blijkt dat we geen overeenstemming kunnen bereiken. Het inschakelen van zo’n deskundige leidt immers al snel tot verdere vertraging. Bovendien mogen we toch verwachten dat het bestuur goed bekend is met de financiën en begroting van de vrije school.
Mocht er toch een onafhankelijke deskundige nodig blijken, dan is het voor een goede en integere afwikkeling van dit onderwerp essentieel dat ook de initiatiefgroep vertrouwen heeft in de werkwijze en in het oordeel van die onafhankelijke derde. Dit betekent vanzelfsprekend dat wij meedenken in de keuze van deze persoon. Wij hopen echter dat het bestuur prioriteit geeft aan de tegenbegroting en snel zelf met een inhoudelijke reactie zal komen.’
‘Op 14 november verscheen een brief van de bestuurder waarin zij ouders bijpraat over de herhuisvesting van de basisschoolkinderen. Op vriendelijke toon zet de bestuurder het beeld neer dat zij druk bezig is en dat het besluit misschien zelfs wel mee gaat vallen. Met als grijsgedraaide onderliggende boodschap dat er geen weg terug meer is.
Maar natuurlijk is er een weg terug. Er zijn omvangrijker besluiten teruggedraaid... Voor ons is de brief het zoveelste voorbeeld van het falen van dit bestuur. Aan de hand van enkele citaten willen we dit toelichten.
“We hebben in kaart gebracht wat de ruimtebehoeftes zijn van de 1100 leerlingen van de bovenbouw.”
Onze reactie: Is dat niet rijkelijk laat? Had dit niet allang uitgezocht moeten worden voordat het besluit werd genomen?
“Gaandeweg dit proces werd duidelijk dat het bestemmingsplan veel meer toelaat op de locatie Valckstraat dan we dit voorjaar wisten.”
Onze reactie: Hoe kan dit? Als je scholen wilt verbouwen en sluiten is dit toch het eerste dat je uitzoekt? Het is onbegrijpelijk dat het bestuur in dit stadium van het proces ineens ontdekt dat het bestemmingsplan veel meer toelaat dan gedacht. Dat men zo makkelijk tegen verrassingen aanloopt, geeft weinig vertrouwen voor het vervolg. Wat was er gebeurd als het bestemmingsplan veel minder toe zou laten dan gedacht? Dan had het hele besluit in de prullenbak gekund.
“Verder is gaande het onderzoek gebleken dat uitbreiding van de school aan de Henri Dunantweg onmogelijk is. De gemeente staat daar geen enkele uitbreiding toe.”
Onze reactie: Hoe kan het dat dit nog niet bekend was? Een bestuur dat voor dit soort verrassingen komt te staan maakt op ons geen capabele indruk.
“Op korte termijn onderzoek ik samen met de schoolleiding en teams de mogelijkheden.”
Onze reactie: Betekent dit dat de herverdeling die in april bekend werd gemaakt weer op losse schroeven staat? Welke veranderingen staan ons nog te wachten? Wie gaan er opgezadeld worden met het maken van nieuwe pijnlijke keuzes?
“Tot onze vreugde blijkt dat er letterlijk meer ruimte te maken is waardoor we de mogelijkheid open houden voor eventuele groei.”
Onze reactie: Waar komt dit nu ineens vandaan? De bestuurder heeft er telkens op gehamerd dat we onvermijdelijk te maken krijgen met krimp. Houdt zij inmiddels rekening met een ander scenario? Hebben de groeicijfers van Athena en onze inhoudelijke argumenten haar overtuigd? Dat zou mooi zijn, maar erken dan dat er nieuwe inzichten zijn en kies gewoon voor drie scholen open.
We vragen ons af of een bestuurder die dergelijke berichten in dit stadium verspreidt wel in staat is een goede toekomst voor de vrije scholen te bewerkstelligen.
Heb je vragen of opmerkingen? Neem dan contact op door deze e-mail te beantwoorden. Je hoort dan zo snel mogelijk van ons.
Met vriendelijke groet,
Namens de samenwerkende groepen initiatiefnemers van de Zwaan, de Berkel en de IJssel,
Barend Gerretsen, Koen van der Hauw, Ronald van ’t Hul, Stijn van der Ree
PS: Wist je dat...
– Onze tegenbegroting laat zien dat het sluiten van een school en alle daarmee gepaard gaande problemen te voorkomen zijn;
– Wij het bestuur hebben gevraagd om binnen twee weken te komen met een eerste inhoudelijke reactie op onze tegenbegroting;
– Het bestuur een week later aangaf nog vier weken nodig te hebben alvorens met een reactie te komen;
– Het voor een deskundig bestuur geen enkel probleem zou moeten zijn om binnen twee weken onze goed gedocumenteerde tegenbegroting na te (laten) gaan;
– Wij het bestuur hebben aangeboden hierbij te helpen;
– Het bestuur daar tot op heden niet op heeft gereageerd;
– Men intussen doorgaat met de plannen om een school te sluiten;
– Wij dit opvatten als het onvoldoende prioriteit geven aan cruciale nieuwe inzichten en het frustreren van de mogelijkheid om alsnog drie basisscholen open te houden;
– Het besluit nog altijd teruggedraaid kan worden.’
De nieuwsbrief van 30 november was getiteld ‘Informatieavond op 9 december’:
‘Op maandag 9 december organiseren we van 20:00 tot 22:00 in de grote zaal van de IJssel een informatieavond. Op deze avond, waarvoor we je bij deze van harte uitnodigen, zullen we onze bevindingen presenteren van de afgelopen maanden. Belangrijk onderwerp zal onze alternatieve begroting zijn, waarmee we laten zien dat het openhouden van drie basisscholen in onze visie goed mogelijk is. Na onze presentatie krijgt het bestuur de gelegenheid te reageren.
Nadrukkelijk vermelden we dat dit een algemene avond is. We nodigen daarom ook de leerkrachten, het bestuur, het managementteam, de medezeggenschapsraden en verder iedereen die interesse heeft van harte uit om te komen.
GMR Vergadering
Op dinsdag 26 november hebben we aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad al een toelichting gegeven op onze alternatieve begroting. Tijdens het eerste deel van deze vergadering was ook een afvaardiging van het bestuurskantoor aanwezig (waaronder de bestuurder). In de vergadering ervoeren wij een kloof tussen de benadering van het bestuur en onze benadering. Het betoog van de bestuurder gaf ons het gevoel dat de situatie erg ingewikkeld is, dat de druk hoog is, dat er weinig mogelijk is, dat er veel gevaren op de loer liggen en dat het te danken is aan het harde werken van het bestuur dat de situatie heel langzaam verbetert. Wat daarbij opviel was dat de bestuurder weinig concreet werd en geen inhoudelijke voorbeelden gaf.
Wij denken dat het niet nodig is om bang te zijn. Wij zijn voor een positieve benadering en zien daar alle reden toe. Zo bereikte ons vandaag het bericht dat de leerlingaantallen van de vrije scholen landelijk gezien opnieuw zijn gestegen (ook in het basisonderwijs). Wij zijn voor het benutten van de kracht van de scholen die er nu zijn. Die houding is niet naïef maar gebaseerd op grondig onderzoek. Er hoeft geen school gesloten te worden. We staan niet op de rand van de afgrond. Integendeel, het is onze overtuiging dat ook onze scholen kunnen groeien wanneer het verhaal van de vrije school goed wordt gebracht.
Nieuw elan
Wat nodig is, is nieuw elan vanuit een erkenning van wat in het verleden niet goed is gegaan. Wij geloven in de helende werking van openheid en zelfreflectie. Laten we met de huidige kennis en met een open geest opnieuw met elkaar kijken naar wat het beste is voor onze scholen. Met de algemene informatieavond op maandag 9 december hopen we daar een bijdrage aan te leveren.
Mocht je mensen kennen die mogelijk geïnteresseerd zijn (b.v. andere ouders of de leerkracht van je kind), zou je hen dan op de bijeenkomst willen attenderen?
Heb je vragen of opmerkingen? Check www.vooronzevrijescholen.nl of neem contact op door deze e-mail te beantwoorden. Je hoort zo snel mogelijk van ons.
Met vriendelijke groet,
Namens de samenwerkende groepen initiatiefnemers van de Zwaan, de Berkel en de IJssel,
Barend Gerretsen, Fred Leffers, Koen van der Hauw, Ronald van ’t Hul, Stijn van der Ree
P.S. Wist je dat...
– Het bestuur op 6 november heeft gereageerd op onze tegenbegroting;
– Wij twee dagen later in een uitgebreide reactie hebben laten weten dat wij de tijd die het bestuur neemt voor het (laten) nagaan van onze goed gedocumenteerde tegenbegroting veel te lang vinden;
– Er twee weken later een nogal heftige reactie van de bestuurder kwam;
– Wij in ons antwoord hebben aangegeven wat in onze ogen de oorzaken van de onrust zijn en de bestuurder hebben uitgenodigd voor de informatieavond.’
U heeft van mij nog het derde bericht vandaag in Biojournaal
tegoed over biologisch-dynamische landbouw en voeding. Daartoe reken ik ‘Vernieuwde en vergrootte EkoPlaza Texel heropend’:
‘Op vrijdag 29 november heropende in Den Burg op Texel een volledig vernieuwde en vergrootte EkoPlaza, voor iedereen die hier nog eens op vakantie gaat met recht een winkel om samen trots op te zijn.
Op Texel hadden Peter en Hannie te maken met een door de gemeente opgelegde verordering dat hun verhuurder het volledig pand brandwerend moest bekleden. Dit vanwege de brand die in het naastgelegen pand in het verleden ook bij de EkoPlaza schade had aangericht. Deze aanschrijving heeft EkoPlaza vanuit de gemeente in overleg met de verhuurder kunnen gebruiken om de hele winkel te verbouwen, uit te breiden naar 200 vierkante meter en volledig opnieuw in te richten.
In minder dan drie weken heeft het volledige project zich voltrokken. Terwijl de winkel gesloten was hadden klanten de mogelijkheid om hun bestelling via de webshop te bestellen.
Voor meer informatie: www.ekoplaza.nl’
En een wat ouder bericht, van vorige week in Biojournaal, is dit van 28 november, ‘Bedrijfsleiders Estafette bezoeken Zonnemaire en Boomgaard Ter Linde’:
‘Woensdag 27 november zijn de Estafette-bedrijfsleiders op excursie geweest. De reis begon bij biologische bakkerij Zonnemaire. Ze kregen onder meer uitgelegd hoe bladerdeeg gemaakt wordt. Dit is te zien op deze foto die op de Facebook-pagina van Estafette geplaatst is.
De bedrijfsleidersdag eindigde bij bio-dynamisch fruitteeltbedrijf Boomgaard Ter Linde in Zeeland. De bedrijfsleiders kregen uitleg over hoe de appelen gesorteerd worden voordat ze naar onder andere naar de Estafette-winkels gaan. Alleen de mooiste mogen door. De appelen met schade worden verwerkt tot bijvoorbeeld sap en de echt lelijke appelen gaan naar de koeien.
Voor meer informatie: www.zonnemaire.nl en www.boomgaardterlinde.nl’
Van dezelfde dag in hetzelfde medium is dit mooie verhaal ‘BD-melkveehouders Jan en Connie Rutte lichten koeienmelkproces toe in blog’:
‘Biologisch-dynamische melkveehouders Jan en Connie Rutte schrijven regelmatig een blog voor de website van Zuiver Zuivel. Op hun bedrijf in Zaandam houden ze ongeveer 75 melkkoeien met bijbehorend jongvee en stieren. Dit keer gaat de blog over het melken van de koeien:
Koeien melken
Eén van de dingen die dagelijks terugkomen op een melkveehouderij is natuurlijk het melken. ’s Morgens en 's avonds moet dat gebeuren, 7 dagen per week en 365 dagen per jaar.
Het wordt nog wel eens gevraagd of we dat met de hand doen. Nou, dat tijdperk is wel voorbij. Hoewel het nog geen 50 jaar geleden is dat het nog werd gedaan. Zowel mijn vader als mijn schoonvader molken vroeger met de hand, gezeten op een melkkrukje. Toen molken ze natuurlijk geen 60 koeien maar het was wel hard werken. Alles werd met de hand gedaan op de boerderij. En het landwerk werd met paard en wagen en met de plat gedaan. Een plat is het Westzaanse woord voor praam. In dit waterrijke gebied werd die ook heel veel gebruikt.
Wat het melken betreft, nu doet de melkmachine dat. Wat niet betekent dat je er niks meer voor hoeft te doen, integendeel. Op de oude boerderij stonden de koeien in een grupstal. Als er gemolken moest worden moest je van koe naar koe met het melkstel. En bij elke koe door de knieën, je bleef er wel lenig bij.
Negen jaar geleden zijn we hier komen wonen. Toen is alles nieuw gebouwd, het huis, de schuur en de stal. Om te melken staat Jan nu in een melkput. Die is precies op zijn werkhoogte gebouwd, zodat hij goed bij de uiers van de koeien kan om te melken.
De koeien komen aan een kant binnen en staan dan aan elke kant van de put op een rij. Er kunnen aan beide kanten 6 staan. Het is een zogenaamde visgraatmelkstal. De koeien staan een beetje schuin met hun koppen naar de muur. Daardoor kun je makkelijk bij het uier om het melkstel eronder te hangen. Dat gaat allemaal vrij snel. En als een koe “uit” is, als er geen melk meer uit komt, dan gaat het melkstel er vanzelf af. Dat is de automatische afname. Dat was er vroeger ook niet, dan moest men zelf aanvoelen wanneer een koe uit was. Wat melken betreft zijn we er hier wel op vooruit gegaan. Er is in de loop der jaren wat automatisering betreft, ook in de melkveehouderij, heel veel veranderd. Er zijn zelfs, al jaren, melkrobots. Mijn broer heeft vorig jaar een melkrobot aangeschaft. Het is indrukwekkend om te zien hoe zo’n robot werkt.
Een vooruitgang bij ons is dat we een paar jaar geleden een krachtvoerdoseersysteem in de melkstal hebben. Daarmee worden de koeien in de melkstal biks gevoerd. Daarmee worden ze dan als het ware de melkstal ingelokt, ze vinden biks namelijk erg lekker, daar willen ze wel voor komen. Voordat we dit systeem hadden moesten we de koeien elke keer de melkstal in jagen. Bij de eerste rondjes kwamen ze nog wel vanzelf binnen maar daarna was dat wel over. Ze moesten dan even geholpen worden. Dat kostte heel veel tijd. Nu is dat gelukkig anders en duurt het melken niet meer zo lang als voorheen. Zo'n melkinstallatie vergt ook het nodige onderhoud. Daarvoor hebben we een onderhoudsabonnement afgesloten met de dealer van de melkinstallatie. Dan komt er eens per jaar een monteur voor een rigoureuze onderhoudsbeurt. Alles wordt uit elkaar gehaald, nagekeken en gekeurd. Wat niet meer goed is wordt vervangen. Dit wordt allemaal grondig gedaan en dat moet ook. Je moet namelijk geen problemen krijgen als je aan het melken bent. Als dat wel gebeurt is het meestal op een dag dat het net niet goed uitkomt, zoals met kerst of iets dergelijks. Dan kun je gelukkig wel de dealer bellen die dan de monteur stuurt die dan dienst heeft. Gelukkig gebeurt het niet zo vaak, juist vanwege het goede onderhoud en kunnen we gewoon lekker blijven melken.
Voor meer informatie: www.zuiverzuivel.nl’
Gisteren berichtte Biojournaal over ‘Biologische garantieprijs december: 51,50 euro’:
‘De FrieslandCampina biologische garantieprijs van december 2013 bedraagt 51,50 per 100 kilo melk. De biologische garantieprijs ligt hiermee 2,00 euro boven het niveau van november 2013 (49,50 euro).
De stijging van de biologische garantieprijs wordt veroorzaakt door te verwachten hogere biologische melkprijzen van de referentiebedrijven door prijsstijgingen in Nederland, Duitsland en Engeland en een correctie op de te lage inschatting van de biologische garantieprijs in november. De vetprijs bedraagt in december 5,32 euro per kilo (november 2013: 5,36). De eiwitprijs bedraagt 8,97 euro per kilo (november 2013: 8,35).
De biologische garantieprijs over geheel 2013 bedraagt 46,58 euro.’
Het is een hele ontwikkeling, gezien ook ‘Melk’ op
21 september 2009... Nog even wat anders, namelijk ‘De kracht van de geefsector’, in dit artikel ‘Niet economisch denken, maar ecologisch doen’:
‘De crisis is geweldig. Althans, voor de fondsenwereld. Dat stelt Ignaz Anderson, directeur van de filantropische stichting Iona. “Mensen ontdekken dat ze altijd uit zijn geweest op zoveel mogelijk rendement. Nu gaan ze steeds meer met elkaar ondernemen. Hun insteek is niet alleen meer financieel, maar vooral ook sociaalmaatschappelijk.”
Anderson juicht deze ontwikkeling toe. Hij ziet dat de economische crisis de ethische, sociaalmaatschappelijke en duurzame concepten versterkt die al vanaf de jaren tachtig in opkomst zijn. Iona stimuleert deze integrale ontwikkeling. De stichting financiert maatschappelijke initiatieven van derden en zet eigen projecten op.
Verantwoordelijkheid door vermogen
Binnen de thema’s waarop Iona actief is, van landbouw en onderwijs tot gezondheidszorg en architectuur, gaat gemeenschapsdenken een steeds grotere rol spelen. Dat is hard nodig, vindt Anderson. “Onze noodzakelijke transitie gaat van economisch risicodenken in een zorgsamenleving naar ecologisch verantwoordelijkheid nemen in een participatiesamenleving. Mensen nemen geen verantwoordelijkheid meer omdat ze een bepaald rendement verwachten, nee: ze nemen verantwoordelijkheid om de zaak zelf. Pas in tweede instantie kijken ze naar het financiële rendement.” Verantwoordelijkheid nemen kan op verschillende manieren en met verschillende vormen van kapitaal. Anderson spreekt van kapitaal of “vermogen”. “Kapitaal is meer dan alleen geld: het gaat ook om betrokkenheid, om potentie, om dingen die uiteindelijk op wat voor manier dan ook van waarde kunnen zijn. Dat kun je uitdrukken in geld, maar ook in bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Je hebt zulke vermogens nodig om te kunnen vernieuwen. Dát is geven. Hoewel geefgeld natuurlijk niet overbodig is. De culturele sector heeft het bijvoorbeeld vaak nodig voor start-ups. Door te geven draag je verantwoordelijkheid voor al die dingen die anders niet tot stand zouden komen.”
Publiek-private samenwerking
Daarvoor zijn ooit de vermogensfondsen ontstaan, vervolgt de Ionadirecteur. “Stichtingen zijn nodig om thema’s op de publieke agenda te zetten waaraan nog niet voldoende aandacht wordt besteed. De overheid kan aan die initiatieven bijvoorbeeld subsidie verstrekken of ze op een andere manier ondersteunen. Publiek en privaat versterken elkaar, elk vanuit zijn eigen handelingskader. De overheid moet zich bijvoorbeeld houden aan het gelijkheidsbeginsel en ieders stem horen, terwijl fondsen vanuit het vrijheidsbeginsel risico’s kunnen nemen en vrij zijn in hun keuze voor een bepaalde doelgroep. Het publieke is absoluut een kracht, zeker in het vergroten en versterken van initiatieven, maar het private vangt de veelkleurigheid in de samenleving. – Uit het convenant ‘Ruimte voor geven’, in 2011 door de overheid en filantropische sector ondertekend, blijkt dat het “geefveld” de vele mogelijkheden voor publiek-private samenwerking herkent en erkent.”
Sociaal rendement
Platforms als dat van Kracht in NL brengen alle stakeholders van maatschappelijke initiatieven samen, van overheid tot fonds en van kennisinstelling tot ondernemer. “Als succesvolle ondernemers iets willen terugdoen voor de samenleving kunnen ze dat doen in de vorm van een fonds, bijvoorbeeld op naam van de Ionastichting. Het rendement van geef geld wordt pas op langere termijn zichtbaar, maar het gaat in de geefwereld niet primair om financieel rendement: sociaal rendement is waar het om draait. Initiatiefnemers moeten schenkers in een vroeg stadium bij hun initiatief betrekken en verbindingen leggen. En schenkers hoeven hun investeringen niet terug te verdienen, omdat dat afbreuk doet aan hun eigenlijke doel: het maatschappelijke veld verrijken.”
Lees ook “Ruimte voor geven”, het convenant tussen het kabinet en de sector filantropie.’
Een ander geluid komt van de Antroposofische Vereniging,
blijkens ‘Over de stand van de contributies in november 2013’ op de website van
deze vereniging:
‘Een vereniging is voor haar voortbestaan afhankelijk van de contributies van haar leden. Dit geldt uiteraard ook voor de Antroposofische Vereniging. Over het algemeen zijn haar leden heel gemotiveerd om bij te dragen, omdat het belang van deze vereniging vaak de reden is om lid te worden en te blijven.
Penningmeester Rodim van Es kon in oktober berichten dat meer leden dit jaar al (een deel van) hun contributie hadden betaald dan vorig jaar, toen 800 leden op 1 oktober nog niets hadden overgemaakt. Dit jaar was de stand “al” per 1 september “slechts” 700 leden die nog niet betaald hadden.
Echter, het totaal ontvangen bedrag was tot dan toe lager dan voorgaande jaren. Het verschil was de maanden ervoor toegenomen en per 1 september opgelopen tot bijna € 60.000. Vorig jaar was het bedrag aan ontvangen ledenbijdragen op dat moment € 568.774. De voorgaande jaren waren daarmee vergelijkbaar, maar dit jaar was het bedrag € 508.843. De penningmeester vroeg zich af hoe dit verschil te verklaren zou zijn. En ook of dit goed of slecht nieuws was.
Inmiddels is hier meer over bekend, mede dankzij de reactie van enkele leden. Ook is de achterstand in de contributies minder geworden. Er is nog wel een verschil ten opzichte van vorig jaar: per 1 november was het € 589.649 ten opzichte van € 626.518 in 2012.
Voor de vermindering en het uitstellen van de bijdragen is nog geen sluitende verklaring. De reacties spraken van een slechtere financiële positie en van een andere verdeling van het schenkingsbudget. Daarnaast ook van het verlagen van de gebruikelijke steunbijdrage naar de normbijdrage. Met onder meer als reden irritatie over het “steeds weer met een steunbijdrage moeten helpen oplossen van het probleem, dat ontstaat als andere leden niet hun verantwoordelijkheid nemen en te weinig bijdragen (uitgezonderd de mensen, die het echt niet kunnen betalen).”
Hetzelfde lid gaf ook aan niet te kunnen instemmen met het (financiële) beleid van het hoofdbestuur van de internationale Algemene Antroposofische Vereniging in Zwitserland, wat eveneens aanleiding was om de bijdrage te verminderen. De penningmeester kan hier niet ingaan op de toelichting die het betreffende lid hierbij gaf. Hij komt echter in de toekomst graag een keer terug op de (financiële) verhouding tussen de Antroposofische Vereniging in Nederland en de Algemene Antroposofische Vereniging.
Penningmeester Rodim van Es wil de leden bedanken die de moeite namen om te reageren. Zij krijgen van hem nog persoonlijk bericht. Hij wenst alle leden toe dat zij de vereniging kunnen blijven steunen.’
Maar men doet daar ook andere dingen, zoals het bericht ‘Grondsteenconferentie AViN in januari 2014 met thema “Ken jezelf”’ vermeldt:
‘De Grondsteen is het geestelijke fundament van de antroposofische vereniging. Steiner spreekt over “de vaste bodem” waarop we kunnen staan, en een “licht” waarmee we ons handelen richting kunnen geven. Gezamenlijk aan de Grondsteen werken is gezamenlijk de bodem waarop we geestelijk staan, verstevigen en begaanbaar maken.
Natuurlijk kunt u ook zonder zo’n eigen inbreng gewoon deelnemen aan een van de groepen die zich aan het begin van de conferentie vormen.
Ken jezelf
Toen Rudolf Steiner tijdens de Kerstbijeenkomst van 1923 de Grondsteen gaf, sprak hij over het vernieuwen van het oude mysteriewoord Ken jezelf. De vernieuwing van dit woord lichtte hij toe door het korte Ken jezelf te differentiëren en het uit te breiden tot: “O mens, ken jezelf in het weven van je wezen in geest, ziel en lichaam.” Dit is in de Grondsteen verder uitgewerkt in het verschijnen van de drieledige mens. Drie maalklinkt in de spreuk “Mensenziel!” Vervolgens klinkt hoe de mensenziel drievoudig in het lichaam leeft, welke drie oefeningen daarmee samenhangen en wat door het oefenen de toekomst van de mens kan zijn. Zo wordt het oude mysteriewoord Ken jezelf door de Grondsteen vernieuwd. Eenieder kan op basis van eigen inzicht ermee aan het werk.
De vormgeving van de Grondsteen is zo dat we niet alleen de drieledige mens kunnen denken, maar ook, door verdieping en meditatie, de werkelijke mens kunnen gaan ervaren of waarnemen. Dat is een subtiel en zoekend proces, waarin steeds meer licht valt op de werkelijkheid waarin we leven. Het is de bodem van de antroposofische beweging, die voortdurend in wording is. Daarbij kan de Grondsteenspreuk helpen: “De juiste bodem, waarin we de huidige grondsteen moeten leggen, de juiste bodem, dat zijn onze harten in hun harmonisch samenwerken, in hun goede, met liefde doordringen wil om samen het antroposofische streven door de wereld te dragen.”
Hieraan kan ieder van ons een eigen bijdrage leveren. Ieder verenigingslid dat deze spreuk een warm hart toedraagt of er meer over wil weten, is van harte welkom.
Programma vrijdag 10 januari
19.00 – Ontvangst met koffie
19.45 – Welkom door Auke van der Meij
19.50 – De Grondsteenspreuk klinkt
20.00 – Bezinning en uitwisseling “Welke vraag leeft nu in jou m.b.t. de grondsteenspreuk?”
20.15 – Open ruimte en vorming van de verschillende werkgroepen
20.40 – Eerste bijeenkomst in de werkgroepen en de “open ruimte”
21.20 – De Grondsteenspreuk in euritmie
21.40 – Einde van avondprogramma
Programma zaterdag 11 januari
09.30 – Ontvangst met koffie
10.00 – Voordracht door Frans Lutters, “Ken jezelf”
10.30 – Samenspraak o.l.v. Frank Oele
10.45 – Werkgroepen
12.30 – Lunchpauze
13.45 – Werkgroepen
15.00 – Theepauze
15.30 – Samenspraak o.l.v. Frank Oele
15.45 – De Grondsteenspreuk in euritmie
16.00 – Afsluiting
Werkgroepbegleiders: Hilda Boersma, Ghiti Brinkman, Rik ten Cate, Lili Chavannes, Koop Daniëls, Janneke Doeksen, Clarine Campagne, Anneke Kraakman, Hanneke de Leeuw, Hans Lap, Jana Loose, Frans Lutters, Ineke Lutters, Marleen Matthijsen, Mario Matthijsen, Auke van der Meij, Hugo Pronk, Jaap van de Weg en Madeleen Winkler
Spraak: Frank Oele en Manjo Joosten
Euritmisten: Theo Ruys, Saskia Doekes, Maria Pedro, Ondine Gordijn, Christa Koelman en Annet Cranendonk
Andere locatie, minder kosten
De Grondsteenconferentie vindt plaats in het gebouw van de Stichtse Vrijeschool in Zeist, Socrateslaan 24. De aanmerkelijk lagere kosten maakt het hopelijk voor zoveel mogelijk leden mogelijk om deel te nemen.
Aanmelden
Aanmelden kan via het onderstaande formulier of schriftelijk:AViN, Boslaan 15, 3701 CH Zeist, uiterlijk 18 december o.v.v. Grondsteenconferentie 2014, plus uw naam en adres.
Plaats: Stichtse Vrije School, Socrateslaan 24, Zeist.
Deelnemersbijdrage: €65,- (inclusief lunch). Hogere bijdragen zijn welkom. Betaling na ontvangst van deelnamebevestiging.
Als de prijs een onoverkomelijk bezwaar is, kunt u contact opnemen met het secretariaat.’
Tot slot dit bericht van Robertine Romeny op de website van
‘Het Boekblad’ op 14 november, ‘Lemniscaat-oprichter Marijke Boele van Hensbroek overleden’:
‘Op 93-jarige leeftijd is vorige week Marijke Boele van Hensbroek-Reesink overleden. Samen met haar man, Jean Louis Boele van Hensbroek, richtte zij vijftig jaar geleden uitgeverij Lemniscaat op.
“Mijn moeder was 44 jaar, toen zij met mijn vader uitgeverij Lemniscaat oprichtte”, vertelt Jean Christophe Boele van Hensbroek, huidige uitgever van Lemniscaat. Ze hadden samen negen kinderen. “We hadden de doelgroep in huis.” Zijn vader was 53 jaar en had een goede baan bij Unilever, maar hij wilde iets moois in de wereld zetten. Ze hadden een passie voor het mooie boek.
Lemniscaat was een van de eerste uitgeverijen die mooie prentenboeken uitgaf, voor 7,90 gulden per stuk. Hun leus was: “Het mooiste maak je voor kinderen”. Ze brachten kinderboeken met een sterke kunstzinnige en een literaire kant. Dat was in 1963 vernieuwend, want de algemene houding was toen “ach het is maar voor kinderen”. Na prentenboeken volgden boeken met verhalen, jeugdboeken en daarnaast filosofie en psychologie.
Marijke Boele van Hensbroek, die economie had gestudeerd, deed de redactionele kant van de uitgeverij. “Mijn moeder werkte als redacteur vanuit huis. Ze deed de kinderboeken en de psychologie. Mijn ouders waren allebei sterk geëngageerd. Het waren de jaren zestig. Mijn ouders wilden geen toeschouwers zijn, maar spelers. We discussieerden over van alles en nog wat. Vaak zaten we met veel mensen om de grote tafel te praten: illustratoren, schrijvers, vrienden en wij kinderen.”
Hoe zou Jean Christophe haar karakteriseren? “Wat mij bijblijft is haar bevlogenheid en de open gastvrije sfeer bij ons thuis. Iedereen was welkom. Ze inspireerde schrijvers en illustratoren. Het ging informeel toe. Ze tekenaars legden hun originelen bij ons op grote tafel. En ze dronken er als het even kon graag een wijntje bij.”
Marijke Boele van Hensbroek (26 november 1919 - 6 november 2013) is gisteren in Brummen gecremeerd.’
Bij Uitgeverij Lemniscaat verscheen van Bernard Lievegoed in 1969 ‘Organisaties in
ontwikkeling’ en in 1976 ‘De levensloop van de mens’, die bijna wel als
bestsellers mogen worden betiteld. Hij was bevriend met Jean Louis Boele van
Hensbroek (en misschien ook wel betrokken bij de oprichting van Lemniscaat). ‘Boele van Hensbroek, J. L. (01.01.1911 - 26.12.1999 Rotterdam)’ staat
in ieder geval vermeld in de ‘Personenliste – Forschungsstelle Kulturimpuls’ op de
website hiervan met:
‘Biographien Dokumentation der Forschungsstelle Kulturimpuls. Hier finden Sie Biographien, Bilder, biographische Daten, Bibliographien zu über 1300 Personen, die die Geschichte der Anthroposophie im 20. Jahrhundert geprägt haben.’
Afgelopen zaterdag schreef Thomas de Veen in NRC Handelsblad (niet online) in ‘Ze vond dat kinderen de mooiste boeken verdienen’ een necrologie van Marijke
Boele van Hensbroek:
‘Op de uitgeverij liet Marijke zich zelden zien. Ze was geen kantoormens, maar werkte altijd. De villa aan de lommerrijke Rotterdamse Vijverlaan was het terrein van haar man Jean Louis, medeoprichter van uitgeverij Lemniscaat. Hij leidde de uitgeverij op zakelijk gebied, terwijl Marijke vanuit huis werkte aan de redactie en begeleiding van de boeken. Aan de keukentafel ontving ze schrijvers en illustratoren, denkers en vrienden. Daar voerden ze politieke, maatschappelijke en literaire discussies, terwijl de negen kinderen zorgden dat het er nooit stil was.’
Ook hier wordt zoon Jean Christophe aan het woord gelaten
oer zijn ouders en de uitgeverij:
‘Het was de overtuiging van Jean Louis en Marijke dat kinderen de allermooiste boeken verdienden, met aandacht en zorg gemaakt. “Dus prentenboeken niet met één steunkleurtje, maar volledig in kleur.” En ze hadden de overtuiging dat de boekenmakers geen toeschouwers van de samenleving moesten zijn, maar deelnemers. Lemniscaats interesse voor de antroposofie – die de uitgeverij nog steeds hardnekkig aankleeft – was maar van korte duur, benadrukt Jean Christophe. “Mijn moeder is misschien beïnvloed door het ontwikkelingsgerichte mensbeeld, maar bij de antroposofen voelde ze zich niet thuis. Engagement stond centraal, maar niet vanuit één overtuiging. We maken geen boeken voor één club of religie.”’
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten