Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

maandag 9 januari 2012

Curatele

Met behulp van Matthijs heb ik nu eindelijk het faillissementsverslag van de Zonnehuizen door de curator gevonden (hij is beduidend slimmer dan ik). Dat verslag maakt veel duidelijk; we weten nu (bijna) precies hoe het zit. In ieder geval op dit moment.

Maar eerst even het laatste nieuws, namelijk van CNV Publieke Zaak, ‘Medewerkers Zonnehuizen willen duidelijkheid’:
‘Medewerkers van zorginstelling Zonnehuizen willen duidelijkheid. De leden van CNV Publieke Zaak zijn op dit moment niet massaal bereid actie te voeren. “De rek is er uit en medewerkers willen duidelijkheid”, zegt CNV Publieke Zaak bestuurder Karin Kasper.

“Medewerkers hebben het gevoel dat de goede zorg niet meer gewaarborgd kan worden. Dit signaal komt luid en duidelijk over. De werkgever mag blij zijn met zulke betrokken medewerkers. Ik heb onze leden gevraagd of ze in actie willen komen, maar ze willen liever duidelijkheid.”

Overname

Maandagavond 9 januari hebben de bonden een gesprek met de curator en de interim bestuurder van Zonnehuizen. Dan wordt waarschijnlijk ook bekend of Zonnehuizen overgenomen gaat worden. CNV Publieke Zaak wil de curator en de bestuurder tot maandagavond de tijd geven en voor die tijd geen acties organiseren.

“Doel is altijd geweest een zo goed mogelijke doorstart, waarin zoveel mogelijk personeel wordt meegenomen en waarbij de zorg wordt gewaarborgd. De cliënten mogen er geen last van ondervinden”, zegt Karin Kasper. Of het onroerend goed wordt meegenomen vindt Karin Kasper van ondergeschikt belang. “Voor CNV Publieke Zaak is het belangrijker dat er zoveel mogelijk banen blijven.”

Als vanavond bekend wordt dat Zonnehuizen niet wordt overgenomen, dan worden er acties georganiseerd. “Dan is het geduld op en moet de stem van de medewerkers gehoord worden”, aldus Karin Kasper.’
En hier is dan dat fameuze faillissementsverslag, gevonden op de website van ‘De Advocaten van Van Riet’, het advocatenkantoor van curator Marie-José Cools. Zij heeft het verslag ook ondertekend, gedateerd 30 december 2011. Het staat onder ‘Publicaties’, dan ‘Faillissementsverslagen’, vervolgens zoeken onder ‘u-z’. Daar vindt u uiteindelijk als voorlaatste ‘Zonnehuizen, Stichting 29-12-2012 download [1221.73 Kb]’ (die datum klopt overigens niet, want het was nog in 2011 en niet in 2012, dat duurt nog een jaar), met de volgende inhoud:

SURSÉANCE/FAILLISSEMENTSVERSLAG 1 (openingsverslag) 29 december 2011

STICHTING ZONNEHUIZEN
11/69 S, 11/599 F

Gegevens onderneming: STICHTING ZONNEHUIZEN, statutair gevestigd te Zeist en kantoorhoudende te (3704 HB) Zeist aan de Utrechtseweg 69

Surseancenummer: 11/69 S

Periode: 29 november tot en met 26 december 2011

Faillissementsnummer: 11/599 F

Datum van uitspraak: 27 december 2011

Rechter-Commissaris: mr R.J. Verschoof

Curator: mr M.J. Cools

Activiteiten onderneming:

Een instelling verstandelijk gehandicaptenzorg voor Kind & Jeugd en Volwassenen.
Een erkend LSK-school voor (voortgezet) speciaal cluster IV onderwijs.
Een regionaal en landelijk werkend kinder en jeugd psychiatrisch ziekenhuis.
Een multifunctioneel centrum voor jeugdigen met de combinatie van een verstandelijke beperking en gedragsproblematiek.

Omzetgegevens:

Zorg:
2009: € 86,2 miljoen
2010: € 80,4 miljoen

School:
2009: € 6,2 miljoen
2010: € 6,5 miljoen
2011: realisatie tot en met september Zorg en School: € 69,7 miljoen

Personeel gemiddeld aantal: 2290 (1369,2 Fte) per ultimo 2010
2300 (circa 1500 Fte) per surseancedatum

Verslagperiode Surseance: 29 november tot en met 26 december

Faillissement: 27 december tot en met 28 december

Bestede uren in verslagperiode Surseance: 874:09 uren

Bestede uren in verslagperiode Faillissement: PM

In het onderstaande verslag wordt de door RECOFA voorgeschreven indeling gevolgd. Daar waar nummers zijn overgeslagen zijn de daarop betrekking hebbende onderwerpen niet van toepassing in het faillissement of reeds afgewikkeld en is daarover in eerdere verslaglegging bericht.


1. Inventarisatie


1.1 Directie en organisatie

De Stichting Zonnehuizen, hierna: ‘de Stichting’ of ‘Zonnehuizen’, is een landelijk werkende organisatie voor geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor kinderen, jeugdigen en volwassen. Zonnehuizen werkt vanuit een antroposofische inspiratie.

Zonnehuizen heeft vier officiêle toelatingen van respectievelijk een centrum voor GGZ-jeugd, een instelling voor Gehandicaptenzorg met daarbinnen twee Orthopedagogische BehandelCentra (OBC), een landelijk Multifunctioneel Centrum voor jeugdigen met duale problematiek en een school voor speciaal cluster IV onderwijs.

De kernactiviteiten van Zonnehuizen betreffen een mix van de volgende toelatingen voor en/of functies van:
– een landelijk werkend kinder- en jeugd psychiatrisch ziekenhuis met een centrale kliniek;
– een landelijk werkend Multifunctioneel Centrum voor jeugdigen met een combinatie van een (licht) verstandelijke beperking en ernstige psychiatrische problematiek;
– poliklinieken (GGZ-jeugd en VG), dagklinieken (GGZ-jeugd) en ambulante voorzieningen (GGZ-jeugd en VG) op meerdere locaties;
– een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs;
– kinderdagcentra (VG en MCG) op diverse locaties;
– kleinschalige woonvormen op meerdere locaties;
– woon- en werkgemeenschappen op meerdere locaties (volwassenen);
– logeerhuizen op meerdere locaties;
– arbeidsgerichte leerwegen en voorzieningen voor arbeidstraining op meerdere locaties;
– zorg boerderijen op meerdere locaties;
– een opleidings-/onderzoeksafdeling met opleiding tot AVG-arts i.o., GZ-psycholoog, psychotherapeuten, SPW4, SPH-stageplaatsen en dergelijke;
– een expertisecentrum op het snijvlak van de GGZ-jeugd, GHZ en SO.

Zonnehuizen is werkzaam in 7 provincies, met erkenningen in negen WZV-regio’s (regio’s Wet Ziekenhuis Voorzieningen).

Per ultimo 2010 heeft Zonnehuizen een klinische/intramurale capaciteit van 884 plaatsen, extramurale zorg aan 2688 cliënten met een totaal van 2290 medewerkers (1369,2 Fte). Het exploitatiebudget bedroeg toen € 89 miljoen. De medewerkers van Zonnehuizen werken hoofdzakelijk in loondienst. Op enkele specifieke gebieden worden externe krachten ingezet.

De kind- en jeugdzorg van Zonnehuizen kent een brede productportfolio, een landelijke spreiding en een combinatie van de doelgroepen LVG, VG en GGZ en GGZ/LVG.

De kind- en jeugdzorg krijgt met regelmaat vragen van kinderen en jeugdigen die elders al vele trajecten hebben doorlopen zonder het gewenste resultaat. De aanpak van Zonnehuizen in de begeleiding en behandeling van deze kinderen en jeugdigen blijkt in die gevallen veelal wel succesvol. Mede door de complexiteit van de doelgroep zijn de behandelingstrajecten bij Zonnehuizen kind en jeugd relatief intensief en langdurig.

Zonnehuizen Volwassenen biedt zorg- en dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking enlof gedragsproblematiek. Alle woon-, werk- en behandelvormen in de volwassenzorg ontwikkelen zich in de context van woon-werkgemeenschappen. De woon-werkgemeenschappen liggen in de provincies Gelderland, Overijssel, Limburg en Noord- Brabant.

De volwassenenzorg biedt met name zorg binnen de VG en SGLVG. De locatie Elivagar biedt tevens zorg en dienstverlening binnen de GGZ.

De directie wordt gevoerd door de Raad van Bestuur die bestaat uit een zelfstandig bevoegd bestuurder, de heer C.J.V.L. Laurey, die met ingang van 16 juni 2011 als bestuurder ad interim is  aangesteld door de Raad van Toezicht/Commissarissen, welke raad vijf leden kent, waarvan vier zijn aangetreden op 16 mei 2011 en een op 15 augustus 2011, na aftreding van de voormalige Raad van Toezicht.

Zonnehuizen wordt bestuurd via een Raad van Toezicht-model. In praktijk betekent dit dat het bestuur van Zonnehuizen wordt gevormd door een één-hoofdige Raad van Bestuur, op wiens functioneren toezicht wordt gehouden door een Raad van Toezicht. De taakverdeling tussen Raad van Bestuur en Raad van Toezicht is ingericht conform de zogeheten ‘Zorgbrede Governance Code’ en de daaruit voortvloeiende aanbevelingen en gebruikelijke regelingen. De Raad van Bestuur draagt de eindverantwoordelijkheid voor de organisatie als geheel en bepaalt het strategische meerjarenbeleid voor de gehele organisatie, dat door de Raad van Toezicht dient te worden goedgekeurd.

Structuur van het concern

De rechtsvorm van Zonnehuizen is een stichtingsvorm, opgericht in 1931. De naam •Stichting Zonnehuizen• is op 1 januari 2008 ontstaan uit de fusie tussen Stichting Zonnehuizen Kind en Jeugd te Zeist en Stichting Bronlaak-Heimdal te Oploo.

Stichting Bronlaak-Heimdal is in 2003 ontstaan uit een fusie tussen Bronlaak en Heimdal. Op 1 januari 2007 heeft Bronlaak-Heimdal door middel van een activa-passiva transactie zorg activiteiten te Heerlen overgenomen onder de naam De Corisberg.

Per 1 augustus 2008 is met terugwerkende kracht per 1 januari 2008 aan Stichting Zonnehuizen door een fusie toegevoegd de Stichting Elivagar te Roggel en de Stichting Ondersteuning Elivagar, eveneens te Roggel. Op 1 januari 2009 volgde een volledige juridische fusie tussen Stichting Zonnehuizen en Stichting BellisGroep, met Zonnehuizen als verkrijgende stichting waarbij naam noch statuten zijn gewijzigd.

1.2 Winst en verlies

Winst en verlies Stichting Zonnehuizen (enkelvoudig)
    Per 31-12-2009:     €     613.117,00 (winst)
    Per 31-12-2010:     -/- € 18.282.722,00 (verlies)
Per ultimo september 2011: -/- € 5.900.000,00 (verlies)

Geconsolideerd met:
Stichting Kapitaal Stichting Zonnehuizen
Stichting Lommerlust
Stichting De Dijckhof
Stichting Steunfonds Bronlaak-Heimdal
Beheerstichting Michaêlshoeve
    2010:     -/- € 18.350.812,00 (verlies)

1.3 Balanstotaal

Stichting Zonnehuizen enkelvoudig:
    Per 31-12-2009:     € 75.013.815,00
    Per 31-12-2010:     € 66.927.537,00
    Per ultimo 31-10-2011:     € 67.200.000,00

Geconsolideerd:
Per 31-12-2009    € 83.196.946,00
Per 31-12-2010    € 74.756.025,00

1.3 Lopende procedures

Voor zover bekend zijn er geen lopende procedures door of tegen de Stichting aanhangig gemaakt.

1.5 Verzekeringen

De Stichting beschikt over een reguliere verzekeringsportefeuille waaronder een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. Vooralsnog worden de verzekeringen gecontinueerd in verband met het feit dat curanda intramurale zorg verleent, welke bedrijfsactiviteiten niet kunnen worden gediscontinuêerd totdat van overname van die activiteiten sprake zal zijn.

1.6 Huur/Verhuur

Huur

Stichting Zonnehuizen heeft aanmerkelijk onroerend goed in eigendom, doch huurt daarnaast circa 79 panden voor een totale huursom van € 3.6 miljoen per jaar. Als gevolg van het faillissement zullen de huurcontracten kunnen worden opgezegd met een opzegtermijn van 3 maanden.

Verhuur

Met medewerkers van de Stichting zijn contracten afgesloten inzake huisvesting. Daarbij treedt de Stichting als verhuurder op. De looptijd is afhankelijk van het dienstverband en de vergoeding is gebaseerd op het landelijk puntensysteem. Het betreft dienstverbanden voor onbepaalde tijd, waardoor het huisvesting voor langer dan vijf jaren betreft. Met de huurinkomsten is globaal jaarlijks € 200.000,00 gemoeid.

1.7 Oorzaak faillissement

Het onderstaande is ontleend aan de toelichting die de curator van het bestuur en de Raad van Toezicht heeft ontvangen. De curator heeft zich in de afgelopen verslag periode voornamelijk beziggehouden met de continuïteit van de zorg, het zoeken naar een adequate overnamekandidaat, het behoud van werkgelegenheid en het beperken van de schade voor stakeholders en crediteuren.

Het onderstaande kan slechts gelden als een eerste indruk van de curator omtrent de oorzaak van het faillissement.

De organisatie van Zonnehuizen is voortgekomen uit diverse fusieprocessen, waarvan de grootste in 2008 met Bronlaak-Heimdal en de laatste op 1 januari 2009 met de Stichting Bellisgroep. De fusies, die hadden moeten leiden tot een efficiencyslag op het gebied van de overhead, heeft het tegendeel opgeleverd. Volgens het huidige bestuur en de Raad van Toezicht was sprake van ongebreidelde groei zonder adequaat integratieplan. De managementinformatie was, aldus de bestuurder ad interim, ondeugdelijk en de organisatie werd uitsluitend gestuurd op de binnenkomende kasstromen.

Dit heeft in 2009 geresulteerd in een operationeel verlies van € 4 à € 5 miljoen, dat werd ‘opgevangen’ met het vrij laten vallen van de onderhoudsreserve voor de gebouwen.

Volgens het voormalige bestuur zou in 2010 een operationeel verlies zijn geleden van € 6 à € 7 miljoen.

In werkelijkheid werd een verlies geleden van ± € 18,4 miljoen. Volgens het concept jaarverslag 2010 is het resultaat in negatieve zin beïnvloed door een gebrek aan interne sturing en door een flink aantal mutaties en afboekingen met een eenmalig karakter. In het voorjaar 2011 zijn het bestuur en de Raad van Toezicht afgetreden met het oog op de ontstane financiële en bestuurlijke situatie.

In juni 2011 is een herstelplan (fase 1) uitgewerkt en vastgesteld dat moest leiden tot een structurele positieve exploitatie in 2012. De Ondernemingsraad en de Centrale Cliëntenraad hebben positief geadviseerd over dit herstelplan. Tevens is in september 2011 een akkoord bereikt met vakbonden over een addendum bij het vigerende sociaal plan. In het late najaar van 2011 werd een herbezinning op de strategie gestart. Het doel van deze herbezinning was te komen tot een lean and mean organisatieopzet met minder overhead, minder managementlagen en minder locaües. Dit moest de inrichting en aansturing aanmerkelijk vereenvoudigen. De herbeziening leidde tot een herstelplan fase 2.

Teneinde de vermogens- en liquiditeitspositie te verbeteren is de volledige vastgoedsituatie in kaart gebracht. In overleg met het College Sanering Zorg zijn besluiten voorbereid met betrekking tot het behoud danwel afstoten van vastgoed. Dit had moeten leiden tot een liquiditeitseffect van € 10 miljoen en een boekwinst van € 6 miljoen in 2011. Verdere maatregelen tot verkoop of sale and lease back voor de komende jaren waren in voorbereiding en zouden gefaseerd ten uitvoer worden gebracht.

Zover heeft het niet mogen komen. Hoewel de bestuurder ad interim op nationaal niveau naar samenwerkingsvormen en overnemende partijen heeft gezocht, zijn serieuze onderhandelingen afgesprongen op enkele bottle necks van de Zonnehuizen, te weten:

1. de mate van achterstallig onderhoud van het vastgoed;
2. de kosten van achterstallig onderhoud van het vastgoed;
3. de vraag of het vastgoed in eigendom dient te worden gewaardeerd op basis van onderhandse verkoopwaarde op de onroerend goed markt, danwel op basis van de kasstromen die inde gebouwen kan worden gerealiseerd (zie hierover meer onder 3.1);
4. reorganisatiekosten personeel;
5. aanpassingskosten ICT;
6. crediteurenstand.

Onderhandelingen over overname going concern ketsten af. Dit noopte het bestuur en de Raad van Toezicht tot het aanvragen van surseance van betaling.

Het past de curator niet in dit stadium een oordeel te vellen over de kwaliteit van het (voormalig) bestuur. Dit vergt nader onderzoek. Uiteraard zal in dat kader hoor en wederhoor worden toegepast.


2. Personeel


2.1 Aantal ten tijde van faillissement

Ten tijde van de surseance waren volgens de administratie van de stichting circa 2300 medewerkers in dienst, te weten 1500 Fte.

Gedurende het jaar 2011 is voor een aantal werknemers ontslag gevolgd op basis van een sociaal plan dat door de vakbonden werd goedgekeurd.

De totale loonsom in 2009: € 70 miljoen
De totale loonsom in 2010: € 74 miljoen

2.2 Aantal in jaar voor faillissement

2290 (1369,2 Fte) per ultimo 2010.

2.3 Datum ontslagaanzegging

Na verkregen machtiging van de rechter-commissaris heeft de curator bij brief van 28 december 2011 de arbeidsovereenkomsten aan alle (mogelijk nog) bij curanda in dienst zijnde werknemers opgezegd.

Tijdens de surseanceperiode is reeds overleg met het UWV gevoerd in verband met de overname van de salarisverplichtingen.

Zorg

De zorgactiviteiten zijn voor hun geldstroom aangewezen op het Ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport).

In de maand december hebben de medewerkers, afgezien van de normale salarisbetaling, recht op een eindejaarsuitkering. Met deze salarisronde inclusief eindejaarsuitkering is voor de Zorg (exclusief Onderwijs) € 4.6 miljoen netto gemoeid.

Omdat het UWV de administratieve handling niet tijdig gereed kreeg, is tijdens surseance een deel van het salaris ter grootte van globaal de eindejaarsuitkering voldaan en heeft de bewindvoerder op instigatie van het UWV een lening gesloten bij een reguliere bankinstelling, waarvan de terugbetaling door het UWV is gegarandeerd mits met het bedrag van de lening uitkeringen aan het personeel worden gedaan die overeenkomen met hetgeen waartoe het UWV uit hoofde van artikel 61 WW verplicht is. Aldus zal in de eerste of tweede week van januari 2012 het restant (van het salaris en de eindejaarsuitkering) over december 2011 kunnen worden uitgekeerd aan het personeel.

School

De Schoolactiviteiten vallen onder het Ministerie van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). Met ingang van de maand december is via de Inspectie van OCW een fonds aangeboord waardoor de salarissen van die werknemers zijn veiliggesteld.

Een en ander op voorwaarde dat de geldstromen buiten de Zonnehuizen om liep. Hiermee hebben het bestuur en de bewindvoerder ingestemd.

Afgezien van personeel in vaste dienst, is sprake van:
– 0-uren contracten;
– ZZP’ers;
– interimmers;
– uitzendkrachten.

Werkzaamheden:
Na surseancedatum zijn door het bestuur personeelsbijeenkomsten georganiseerd, waarin een toelichting is gegeven op de status quo. Vervolgens zijn de bonden geïnformeerd, waarna na 14 dagen opnieuw personeelsbijeenkomsten door de vakbonden en de OR zijn georganiseerd, waarbij ook het bestuur en (een vertegenwoordiging van) de bewindvoerder aanwezig waren om toelichting te geven op de toen geldende stand van zaken en de toekomstperspectieven.

Met de OR is op wekelijkse basis contact onderhouden in het Crisisberaad. Voorts is namens de bewindvoerder van dag tot dag contact gehouden met de afdeling HR van de Stichting om zich voordoende problemen het hoofd te bieden en is het overleg met het UWV opgestart voor de overname van de salarisverplichtingen.


3. Activa


3.1 Beschrijving

De bedrijfsgebouwen en terreinen staan in de conceptjaarrekening per 31 december 2010 op de balans voor ruim € 50 miljoen.

De onroerende zaken zijn belast met hypotheken van respectievelijk ING, BNG, ABN-AMRO, Triodos Bank, Rabobank, PGGM en Pensioenfonds De Schelde. Hierover meer onder 3.3.

Ten aanzien van de aantallen onroerende zaken wordt in dit verslag volstaan met de opmerking dat het handelt om de volgende zorgclusters met meerdere onroerende zaken in de omgeving of op hetzelfde terrein:

Bronlaak te Oploo
Overkempe te Olst
Stenia te Zeist
Veld heim te Zeist
Michaêlshoeve te Brummen
Verdandi te Loenen
en de Corisberg in Zuid-Limburg.

Waardering

Als hiervoor onder 1.7 vermeld vormt de waardering van het vastgoed van de Zonnehuizen een bottle neck voor overnemende partijen. Daarvoor zijn diverse redenen aan te wijzen. De onroerende zaken hebben een zorgbestemming.

Sinds 2009 is in de zorg sprake van een transitiefase voor de bekostiging van de materiele vaste activa, die tot dat moment in aanmerking kwamen voor integrale nacalculatie.

Dat tot voor kort bestaande, in beginsel risicoloze. bekostigingssysteem, wordt vervangen door een systeem van prestatiebekostiging. Kapitaalslasten moeten voortaan gedekt worden via een component in de integrale tarieven. Hierdoor ontstaan nieuwe risico’s voor het vastgoed, zoals exploitatierisico’s (leegstand, onderbezetting), boekwaarderisico’s (marktontwikkeling) en het risico van afwaardering bij exploitatieverliezen (impairment).

Afschrijvingstermijnen werden voorheen op de economische levensduur gebaseerd conform de oude bekostigingstechniek. Echter, met de invoering van de Normatieve Huisvesting Component (NHC) uit hoofde van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (WMG) heeft de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA) beleidsregels vastgesteld met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Deze NHC is een productieaebonden normatieve vergoeding voor (vervangende) nieuwbouw en instandhouding. Deze vergoeding bestaat uit een geïndexeerde jaarlijkse bijdrage die voldoende is om, over de gehele levenscyclus van een nieuwbouw AWBZ voorziening, rente, afschrijvings- en instandhoudingsuitgaven bij een bezettingspercentage van 97% en bij een vastgestelde investeringsnorm te dekken. Voor bestaand onroerend goed zoals dat van de Zonnehuizen is sprake van een overgangsregeling, waardoor de NHC in een periode van acht jaar wordt ingevoerd in vijf eerste treden van 10%, vervolgens een trede van 20% en vervolgens twee maal een trede van 15%. De invoering van de NHC en de afbouw van het oude regime van kapitaalslastenvergoeding op basis van zorgzwaartepakketten zet de waarde van onroerend goed onder druk.

Als gevolg van deze overgangsregeling NHC zijn diverse aanvliegroutes voor de waardering van het onroerend goed mogelijk, hetgeen onzekerheid omtrent die waardering met zich meebrengt.

3.2 Verkoopopbrengst

Hiervan is (nog) geen sprake.

3.3 Hoogte hypotheek

Door de hiervoorgenoemde financiers zijn leningen onder hypothecair verband verstrekt.

Deze banken hebben in 2011:
– twee keer een liquiditeitsimpuIs gegeven van in totaal € 6,5 miljoen
– afgezien van de opbrengst van de verkoop uit een vastgoed object
– de aflossingsverplichting opgeschort.

Tegenover de hiervoorbedoelde liquiditeitsimpuis is aan dit samenstel van banken een recht van eerste hypotheek op alle onroerende zaken verleend, waardoor de reeds langer bestaande individuele hypotheekrechten zijn opgeschoven naar tweede in rang.

De verstrekte hypotheekrechten strekken tot zekerheid voor de terugbetaling van de leningen aan de banken die een totaal van ruim € 60 miljoen bedragen.

3.4 Boedelbijdrage

(Nog) niet aan de orde.

Werkzaamheden:
In de eerste dagen na de surseance is een bespreking belegd met alle betrokken financiers/banken teneinde de bestaande problematiek rond de waardering van het onroerend goed te bespreken en te vernemen welke oplossing zij voorstonden. Alternatieven naast verkoop in de vorm van verhuur, ingebruikgave, etc. zijn de revue gepasseerd en doorgerekend.

De Stichting had reeds voor surseance een registeraccountant, specialist in vastgoed in de zorg, ingeschakeld om de diverse waardeberekeningen te vervaardigen.

3.5 Beschrijving

De bedrijfsmiddelen bestaan uit:
– inventaris;
– computerhardware/ICT;
– apparatuur en overige bedrijfsmiddelen.

3.6 Verkoopopbrengst

(Nog) niet van toepassing.

3.7 Boedelbijdrage

Niet van toepassing.

3.8 Bodemvoorrecht fiscus

Ten tijde van het faillissement is sprake van een achterstand in de loonheffing van € 1,5 miljoen. Het bodemvoorrecht van de fiscus wordt gerespecteerd.

Werkzaamheden:
De bedrijfsmiddelen van curanda zijn geïnventariseerd en getaxeerd.
Vervolgens is uitgezocht hoe de eigendomsverhoudingen zijn en zijn de crediteuren aangeschreven met het verzoek hun beroep op reclame, eigendomsvoorbehoud, retentierecht etc. kenbaar te maken. De mailing aan de crediteuren is kort na de verlening van de voorlopige surseance verzonden. Namens de bewindvoerder heeft Van Beusekom de inventarisatie verricht. Na datum faillissement is opnieuw een mailing verzonden aan alle crediteuren.

Voorraden/onderhanden werk

3.9 Beschrijving

Voorraden

De voorraden bestaan uit voedingsmiddelen, medicijnen en levende have (koeien, varkens, geiten, schapen op de door curanda geëxploiteerde boerderijen.

Onderhanden werk

Het onderhanden werk bestaat uit de reeds verrichte productie uit hoofde van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de ZorgVerzekeringsWet (ZVW). Daarnaast wordt het speciaal onderwijs gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (primair onderwijs). Op basis van de verrichte productie worden de daar tegenoverstaande vergoedingen ontvangen van de zorgverzekeraars en de Zorg kantoren (AWBZ). Per 30 november 2011 bedroeg het onderhanden werk € 4.859.706,54. Na aftrek van de inmiddels daarop betaalde voorschotten door Agis, Achmea, CZ en Uvit resteert een netto onderhanden werk van € 2.064.876,54.

Diagnose behandelingscombinaties (DBC’s) worden opgebouwd gedurende de behandeling van de cliënten en afgerekend aan het eind van een behandeling. Financieel betekent dit dat er onderhanden werk (OHW DBC) ontstaat, dat aan het einde in een factuur uitmondt (DBC-factuur). In de praktijk betekent dit dat Zonnehuizen ruim € 4 miljoen moet voorfinancieren. Met een aantal zorgverzekeraars is daarom een overeenkomst financiering Onderhanden Werk gesloten. Zorgverzekeraars financieren in dat geval (een deel van) het Onderhanden Werk. Op grond van deze regeling hebben zorgverzekeraars op het moment van surseance de voorfinanciering teruggevorderd en voor zover dit niet is gelukt, die financiering verrekend met openstaande facturen.

Daarnaast is er in algemene zin onzekerheid bij de verzekeraars ontstaan, omdat gedurende de surseance is gebleken dat het OHW al ruim een jaar ruim € 1 miljoen te laag wordt gepresenteerd door een rekenfout in de software. Hoewel een hoger OHW gunstig is voor de Stichting, omdat de verzekeraars minder risico lopen in hun voorfinanciering, draagt deze rekenfout bij aan het beeld dat cijfers niet kloppen, hetgeen zorgverzekeraars huiverig maakt de voorfinanciering te continueren.

3.10 Verkoopopbrengst

(Nog) niet van toepassing.

3.11 Boedelbijdrage

Niet van toepassing. Het onderhanden werk is niet verpand aan de banken.


4. Debiteuren


4.1 Omvang debiteuren

Per 24 november 2011 bedroeg de debiteurenstand € 1.658.601,05, waarvan € 866.794,81 ouder dan 90 dagen.

Voor zover thans bekend, zijn de debiteuren niet aan de banken verpand, hoewel die wel het recht hebben om debiteuren aan zich te laten verpanden. De verpandingsovereenkomsten zijn gesloten onder het oude regime, d.w.z. zonder catch all-clausule en zonder verpandingsvolmacht. De verpandingslijst van november 2011 is niet (tijdig) geregistreerd.

4.2 Opbrengst

(Nog) niet van toepassing.

4.3 Boedelbiidrage

Niet van toepassing.

Werkzaamheden:
De voorschotbetalingen door de Zorgkantoren uit hoofde van de AWBZ zijn tijdens de surséance gecontinueerd op voorwaarde dat het bestuur en de bewindvoerder garandeerden dat die bevoorschotting uitsluitend ten goede zou komen aan de continuïteit van de zorg.

In verband met de hiervoor onder 3.9 vermelde rekenfout blijven zorgverzekeraars zitten op gelden die aan de Stichting toekomen uit hoofde van onderhanden werk of debiteuren. De financieel directeur van de Stichting tracht hierover nadere afspraken met de zorgverzekeraars te maken, zodat het betalingsverkeer kan worden vlotgetrokken.


5. Bank/zekerheden


5.1 Vordering van bank

Als hiervoor vermeld zijn vijf banken bij de Stichting betrokken, die gezamenlijk in het voorjaar van 2011 een aanvullend rekening-courantkrediet hebben verstrekt van € 6,5 miljoen. De vorderingen van de banken luiden als volgt:

Bank – Bedragen in €

BNG – 13.389.960,58
ING – 21.101.233,27
Rabobank – 4.161.943,74
ABN-AMRO – 15.714.919,51
Triodos – 6.074.392,03
RGG – 1.800.371,00

subtotaal – 62.242.820,13
Af: ongebruikte kredietruimte – 2.328.341,00

TOTAAL – 59.914.479,13

Te vermeerderen met rente en kosten vanaf surseancedatum (29 november 2011)

5.2 Leasecontracten

De verplichtingen uit hoofde van leasecontracten bedragen per jaar:
    kopieermachines     € 232.374,00
    auto’s     € 341.833,00

5.3 Beschrijving zekerheden

Als zekerheid voor de kredietfaciliteit hebben de banken de navolgende zekerheden bedongen van de Stichting:
– bankhypotheek;
– een positieve/negatieve hypotheekverklaring;
– negatieve pledge/pari passu-verklaring;
– verpanding van de bedrijfsuitrusting;
– stamverpanding boekvorderingen;
– verpanding van huurpenningen;
– een garantie van de Staat der Nederlanden.

De beoordeling van de geldigheid van bovengenoemde zekerheden is nog niet afgerond. De zekerheidstukken zijn opgevraagd en worden in het kadaster geverifieerd.

Als hiervoor gesteld, is er geen pandrecht op onderhanden werk en debiteuren en zal het voorrecht van de fiscus op bodemzaken worden gerespecteerd.

5.4 Separatistenpositie

Zie 5.3.

5.5 Boedelbijdragen

Voorafgaand aan haar inspanningen ten behoeve van de banken, bij voorbeeld in het kader van te transporteren onroerende zaken, zal de curator afspraken maken over de daarmee gemoeide kosten en de vergoeding daarvan aan de boedel.

5.6 Eigendomsvoorbehoud

Alle bekende crediteuren zijn daags na het verlenen van de voorlopig verleende surseance aangeschreven. Na intrekking van de surseance en uitspraak van het faillissement zijn de crediteuren opnieuw aangeschreven op 29 december 2011. De crediteuren zijn uitgenodigd eventueel beroep op eigendomsvoorbehoud kenbaar te maken, zodat zij in de gelegenheid kunnen worden gesteld de aan hen toebehorende zaken te komen afhalen of om deze zaken te verkopen aan de partij die de exploitatie mogelijk uit de boedel overneemt. Ter gelegenheid van het uitspreken van het faillissement d.d. 27 december 2011 is een afkoelingsperiode van twee maanden opgelegd.

5.7 Reclamerechten

Ook voor dit recht geldt dat de crediteuren zijn uitgenodigd hierop een beroep te doen voor zover van toepassing. Tot op heden is hierop geen beroep gedaan.

5.8 Retentierechten

Hierop is tot op heden geen aanspraak gemaakt.

Werkzaamheden:
De curator heeft contact opgenomen met de banken en de crediteuren. Tijdens de surseanceperiode zijn aan crediteuren garanties verleend voor de door hen in de surseanceperiode te verrichten leveranties/diensten. In een vroeg stadium is met de banken overleg gepleegd omtrent hun separatistenpositie en de wijze waarop zij wensen dat de bewindvoerder/curator daarmee omgaat.


6. Doorstart/voortzetten


6.1 Exploitatie/zekerheden

Afgezien van inventarisatie en taxatie van de bedrijfsmiddelen en de voorraden, heeft een valuator de door een doorstarter te realiseren business case doorgerekend, derhalve zonder reorganisatiekosten en zonder schuldeisers. Voorts zijn ter vergelijking de gepubliceerde resultaten van vergelijkbare zorgaanbieders en de door hen gerealiseerde bruto marge in kaart gebracht.

Op basis van de aangetroffen activa en de door de Stichting behaalde resultaten, omzetten en marges is een informatiememorandum opgesteld, teneinde geïnteresseerde partijen relevante informatie te verschaffen. Daarin zijn naast overzichten van de aangetroffen activa (onroerende zaken, inventaris, overige bedrijfsmiddelen, voorraden, debiteuren, onderhanden werk) ook gegevens opgenomen met betrekking tot het aantal personeelsleden, de salariskosten en overige kerngegevens.

Diverse partijen hebben onder geheimhouding het informatiememorandum ontvangen. Omdat de bewindvoerder/curator aan de Zorgkantoren heeft gegarandeerd dat de bevoorschotting op de productie uitsluitend zou worden aangewend voor de continuering van zorg, heeft de bewindvoerder zich genoodzaakt gezien de geïnteresseerde partijen een bijdrage te vragen voor de kosten van het samenstellen van het bidbook, nu daarvoor ook vele externe partijen zijn ingeschakeld, waaronder de bij de Stichting werkzame interimmers op de financiële afdeling. Van geïnteresseerden in een integrale overname is een bijdrage van € 10.000,00 gevraagd en ontvangen. Van partijen die geïnteresseerd waren in delen van de organisatie tot drie locaties is € 5.000,00 gevraagd en ontvangen. Van de ruim 40 belangstellende partijen is aan 13 ervan een bidbook toegezonden. De bewindvoerder is met diverse partijen in overleg getreden.

Vanwege het feit dat een volledige overname niet mogelijk was op de termijn die de bewindvoerder voor ogen stond, terwijl de voldoening aan de lopende verplichtingen niet meer integraal kon worden zekergesteld, heeft de bewindvoerder met instemming van bestuurder de rechtbank op 27 december 2011 verzocht de surseance van betaling in te trekken en heeft de rechtbank het faillissement van de Stichting uitgesproken.

6.2 Financiële verslaglegging

Volgt nader.


7. Rechtmatigheid


7.1 Boekhoudplicht

Volgens de huidige bestuurder ad interim en de huidige Raad van Toezicht voldeed de boekhouding bij hun aantreden in het voorjaar van 2011 niet aan de eisen die daaraan mogen worden gesteld. Bij aantreding van de huidige Raad van Toezicht zouden de leden te horen hebben gekregen dat het boekjaar 2010 break even zou zijn geëindigd. In een later stadium is dit aangepast in een verlies van € 4 à € 5 miljoen. Nog later is uit het jaarrapport gebleken dat in 2010 een verlies is geleden van € 18 miljoen.

De curator zal haar eigen oordeel (laten) vormen, doch neemt de stellingname van de huidige bestuurder ad interim en Raad van Toezicht serieus.

7.2 Depot jaarrekeningen

Nader onderzoek volgt.

7.3 Goedk. Verkl. Accountant

Nader onderzoek naar de rol van de accountant is geïndiceerd.

7.4 Stortingsverplichting Aandelen

Niet van toepassing.

7.5 Onbehoorlijk bestuur

Zal nader worden onderzocht.

7.6 Paulianeus handelen

Zal nader worden onderzocht.


8. Crediteuren


8.1 Boedelvorderingen

PM

8.2 Pref. vord. van de fiscus

Minstens € 1.6 miljoen wegens loonheffing.

8.3 Pref. vord. van het UWV

PM

8.4 Andere pref. crediteuren

Vaststaat dat bij diverse werknemers een stuwmeer aan overwerkuren bestaat dat ouder is dan de 13 weken voorafgaand aan faillissementsdatum waarin het sociale vangnet van de WIN voorziet.

8.5 Aantal concurrerende crediteuren

Meer dan 600.

Efficiency door middel van centrale inkoop is niet ingevoerd. De meeste locaties behielden hun decentrale leveranciers.

8.6 Bedrag concurrente crediteuren

Ruim € 4 miljoen.

8.7 Verwachte wijze van afwikkeling

Over de wijze van afwikkeling kunnen nog geen mededelingen worden gedaan.


9. Overig


9.1 Termijn afwikkeling faillissement

Het faillissement is twee dagen oud en over de termijn van afwikkeling kan nog geen mededeling worden gedaan.

9.2 Plan van aanpak

De curator overlegt met diverse partijen omtrent overname, waarvan één in een vergevorderd stadium en bovendien voor de integrale exploitatie van de zorg. In dat kader wordt nauwgezet overleg gepleegd met de belanghebbenden. Daarnaast heeft de curator zeer regelmatig contact met de Zorgkantoren omtrent het waarborgen van de continuïteit van zorg voor alle cliënten, ook in de opzegtermijn en de Inspecties voor de Gezondheidszorg en het Onderwijs. Gestreefd wordt naar een doorstart in de komende zes weken van de opzegtermijn van het personeel.

Voor het geval dit niet mocht slagen binnen die termijn, moet worden voorkomen dat een vacuüm ontstaat, waardoor de zorg niet kan worden gegarandeerd. Hierover vindt overleg met de Zorgkantoren plaats. In dat kader zij vermeld dat reeds in de surseanceperiode een situatie dreigde te ontstaan waarin civiele rechten botsen met de Zorgverzekeringswet en de AWBZ. Ter toelichting: In de week voor de salarisronde ontstond onrust onder het personeel en diengevolge de cliënten en vrees voor niet betaling van de eindejaarsuitkering en het salaris. Deze onrust kon niet of nauwelijks met rationele argumenten, inhoudende dat het UWV de betalingsverplichting zo nodig zou overnemen, worden weggenomen. Daarbij komt dat de Stichting Zonnehuizen, die in het recente verleden fusie na fusie heeft doorgemaakt, een aantal inspraakorganen kent waaronder de Cliëntenraden (d.w.z. ouders en vertegenwoordigers van de cliënten) die die fusies niet hebben omarmd en de huidige situatie aangrijpen om zich uit de fusie los te maken en terug te keren naar zelfstandigheid. De Cliëntenraad Volwassenen heeft met het daartoe door de bewindvoerder en de bestuurder ter beschikking gestelde (wettelijk verankerde) budget een advocaat ingeschakeld die vervolgens de Tweede Kamer, de Minister, de Staatssecretaris, de NZA, de Zorgkantoren en de Inspecties voor de Gezondheidszorg trachtte te mobiliseren tot ingrijpen van overheidswege. Uit vrees dat de zorg niet kon worden gecontinueerd, hebben de Zorgkantoren, waarmee overigens een zeer constructief overleg bestaat, in die week aangekondigd dat zij voornemens waren uit hoofde van hun wettelijke verplichtingen een ander aan te wijzen dan de Stichting Zonnehuizen om de zorg te continueren. Als gezegd, dreigden hierdoor twee wettelijke regelingen. te weten die van de Faillissementswet tegenover de ZorgVerzekeringsWet en de AWBZ met elkaar te botsen. Daarbij speelt het onroerend goed een grote rol. De zorgactiviteiten vinden immers grotendeels plaats in gebouwen die het eigendom zijn van de Stichting en de Overheid zou derhalve – indien zij haar voornemen in daden zou omzetten – de eigendomsrechten van de Stichting met voeten treden en de boedel daarmee voor de keus zetten tussen de continuïteit voor de zorg enerzijds en wanprestatie plegen tegenover de hypotheekhouders anderzijds. Bovendien zou door het binnentreden van een andere zorgaanbieder het onderhandelingstraject voor overname om zeep worden geholpen, omdat het andere aanbieders kopschuw zou maken wanneer één van de collega zorgaanbieders inmiddels binnen zou zijn. Door middel van tussenkomst van de Landsadvocaat is dit voorkomen, in die zin dat men de bewindvoerder en de bestuurder de gelegenheid heeft gegeven het biedingsproces voor maximaal vier weken te doorlopen, mits een snel faillissement zou volgen waardoor de salarisverplichtingen zouden worden overgenomen door het UWV. Mocht het onverhoopt zo ver komen dat van overname geen sprake kan zijn binnen de hiervoorgenoemde opzegtermijn van zes weken, dan zal wellicht een rechterlijke uitspraak moeten volgen omtrent de vraag of de boedel gehoor dient te geven aan de dan te verwachten vraag van de Zorgkantoren om een te goeder naam en faam bekend staande collega zorgaanbieder de zorg te laten uitvoeren in de panden van curanda. Het behoeft geen betoog dat de curator er alles aan doet om deze situatie te voorkomen.

9.3 Indiening volgend verslag

Het volgende verslag zal worden ingediend per ultimo maart 2012.

Utrecht, 30 december 2011

(ondertekend met:)

M.J. Cools,
curator

De Advocaten van Van Riet B.V.
Postbus 85207
3508 AE Utrecht
tel. 030 – 263 50 94
fax 030 – 263 50 95
e-mail: cools@VanVanriet.nl
.

15 opmerkingen:

Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Anoniem zei

60 miljoen euro bankvorderingen?

Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Adri zei

Wat een toepasselijke foto Michel, bij dit wederom trieste bericht.

Groet,

Adri

Michel Gastkemper zei

Ja, het is de laatste van binnen in het Musée de Cluny. Meer lukte me niet. Hierna gaan we weer naar buiten. En komen zelfs even langs de Sorbonne (zonder dat ik het wist).

Frans Wuijts zei

Beste Matthijs,

1) Mijn achternaam spel je met 'uij' in plaats van 'uy'.
2) Ik voel me overvoerd door het meeste dat je hier schrijft. Ik scrol er over heen en pik er zo nu en dan iets uit op, vooral als het (soms) aansluit bij de thema's die Michel hier op zijn blog aansnijdt.
3) Welke krachten tracht je hier 'samen te bundelen'?

Zo eerst maar even, anders verglijd ik in een 'mer à boire'.

Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Frans Wuijts zei

Je vat het positief op! Proost!

Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)