Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

zaterdag 14 januari 2012

Voedselketting

Op dinsdag 10 januari, een dag die hier volledig in beslag werd genomen door de ontwikkelingen bij de Zonnehuizen (zie ‘Tweehonderdduizend’) kwam het Louis Bolk Instituut met het persbericht ‘Integrale aanpak voedselketen bepleit door Wetenschappelijke Raad”:
‘De Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding pleit voor een “integrale aanpak van de duurzame voedselketen”. Het feit dat duurzame landbouw en gezonde voeding vaak los van elkaar worden aangepakt, is niet effectief. Dat blijkt onder meer uit de problemen met antibiotica-resistente bacteriën in de veehouderij die tot in ziekenhuizen menselijke slachtoffers hebben veroorzaakt.

Vandaag heeft de Raad het rapport met aanbevelingen en een onderzoeksagenda gepresenteerd tijdens een persbijeenkomst in Utrecht en het persbericht verspreid.

Over de Raad

Voorzitter Edith Lammerts van Bueren en lid Machteld Huber zijn beiden werkzaam als senior onderzoekers bij het Louis Bolk Instituut. In deze onafhankelijke denktank (die in 2010 is opgericht) zijn verder Peter Blom, Klaas van Egmond, Theo Jetten, Ludwig Lauwers, Ben van Ommen, Anton van Vilsteren, Wouter van der Weijden, Herman Wijffels en Akke van der Zijpp actief als lid.’
Het genoemde persbericht is gedateerd op 11 januari en heeft als titel ‘Duurzame voedselketen vergt integrale aanpak’:
‘Duurzame landbouw en gezonde voeding staan beide hoog op de maatschappelijke agenda, maar worden vaak los van elkaar aangepakt. Dat is niet effectief, zoals onder meer is gebleken bij de problemen met antibiotica-resistente bacteriën die in de veehouderij zijn ontstaan en tot in ziekenhuizen menselijke slachtoffers hebben gemaakt. De Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding bepleit daarom een integrale aanpak en presenteert daarvoor ideeën en een nieuwe onderzoeksagenda.

Volgens de Raad is een belangrijke oorzaak van de problemen met landbouw en voeding dat samenhang en relaties in de landbouw en voedingssector verstoord zijn geraakt. Sociale relaties tussen consument en voedsel, en tussen consument en boer zijn verloren gegaan. Ook de ecologische relaties tussen mens, gewas, vee en ecosysteem zijn verarmd. Dat komt onder meer doordat de voedselketen is opgesplitst in schakels en iedere speler gespecialiseerd is in één schakel of aspect, zonder zicht te hebben op het geheel. Zo is een systeem van “georganiseerde onverantwoordelijkheid” ontstaan.

Momenteel werkt weliswaar elke schakel in de keten aan verduurzaming, maar dat hoeft nog geen duurzame keten op te leveren. Er worden bijvoorbeeld nauwelijks verbanden gelegd tussen voedselkwaliteit en bodemecologie. Bodems zijn niet zelden “ondervoed” in termen van micro-organismen, organische stof en sommige micronutriënten en dat doet aan het eind van de voedselketen afbreuk aan de productkwaliteit. Ook wordt bij het verbeteren van dierenwelzijn nog onvoldoende aandacht besteed aan andere aspecten in de veehouderij zoals milieu en biodiversiteit.

Volgens de Raad is er behoefte aan een integrale aanpak. Integraal in drie opzichten: a) zowel sociale en economische als ecologische duurzaamheid, b) gericht op alle schakels van de keten, en c) zowel de productie (landbouw) als de consumptie (voeding). Centraal in deze aanpak staat dat voedsel weer een zichtbare verbinding met zijn agro-ecologische en sociale omgeving krijgt, zodat relaties en samenhangen worden hersteld. Voedselproductie moet uit de anonimiteit worden gehaald en weer een gezicht en een verhaal krijgen, zoals geldt voor “echt” voedsel uit de eigen regio. De lineaire voedselketen moet plaatsmaken voor een circulaire voedselketting, waarbij consument en producent weer met elkaar communiceren en zich verantwoordelijk voor elkaar voelen. Dat kan resulteren in sociaal draagvlak, maar ook in meer (bio)diversiteit, risicovermindering en -spreiding, herstel van kringlopen, en uiteindelijk een betere voedselkwaliteit.

De Raad wil een integrale aanpak van duurzame landbouw en gezonde voeding bevorderen omdat zij dit ziet als de enige weg naar een duurzame voedselketen. Omdat hiervoor nieuwe kennis nodig is, heeft de Raad als eerste stap een onderzoeksagenda opgesteld die is gericht op het begrijpen en verbeteren van de agro-ecologische, sociale en maatschappelijke relaties die hierbij een rol spelen.’
Op komst is de BioVak volgende week, ‘Welkom op de jubileum-editie BioVak 2012 in het IJsselhallencomplex – Zwolle’:
‘De vakbeurs BioVak beleeft in januari 2012 haar vijfde editie. Het is de belangrijkste Nederlandse beurs van en voor de biologische sector. BioVak is er voor iedereen die zich interesseert voor duurzame landbouw en voedselkwaliteit vanuit de biologische visie. In Zwolle is de gehele keten aanwezig: van boer tot detailhandelaar, van producent tot horeca- en cateringondernemer.

Op de beursvloer treft u aan: landbouwmachines, veevoer, meststoffen, zaaizaad en poot- en plantgoed, agf-, zuivel- en vleesproducten, wijn, droogwaren en biologische cosmetica.

Tijdens vakbeurs BioVak worden verschillende workshops, presentaties en praktijkrondleidingen gehouden. Bovendien is er aandacht voor proeverijen, demonstraties, innovaties en onderlinge kennisuitwisseling. BioVak is uitgegroeid tot een evenement waar collega’s elkaar ontmoeten en waar belangrijke contacten worden onderhouden en gelegd.

BioVak 2012 vindt plaats op:
woensdag 18 januari 14.00-22.00 uur
donderdag 19 januari 11.00-21.00 uur’
Ook de biologisch-dynamische landbouw en voeding is aanwezig:
‘In 2011 was op de Biovak voor het eerst een compleet plein over de biologisch-dynamische landbouw ingericht: het Demeterplein.

Ook voor 2012 werken Stichting Demeter, Warmonderhof en de BD-Vereniging samen aan een presentatie van de biologisch-dynamische landbouw op de Biovak. Op deze beurs voor de biologische landbouw komt een plein waarop “alles en iedereen die wat met BD heeft” zich kan presenteren.

Het plein zal functioneren als een ontmoetingsplek met een uitgebreid programma van workshops en korte activiteiten.

Stichting Demeter, Warmonderhof en de BD-Vereniging treden op als trekkers van het project. Zij nodigen andere partijen uit om deel te nemen. Belangstellenden kunnen zich ook zelf bij hen melden. Door de samenwerking is het mogelijk een breed scala aan BD invalshoeken op de Biovak te presenteren.’
Bij BioNext hebben intussen ook ontwikkelingen plaatsgevonden, getuige het Biojournaal op 23 december 2011 met ‘Bionext benoemt Bavo van den Idsert als directeur’:
‘De Raad van Toezicht van Stichting Bionext heeft onlangs Bavo van den Idsert benoemd als directeur. Hij is in mei van start gegaan op interim-basis bij Bionext met als voornaamste opdracht om de nieuwe ketenorganisatie een vliegende start te bezorgen in 2011 en een solide basis te leggen voor 2012.

In beide opdrachten is hij – samen met het team – geslaagd. Bionext staat na ruim een half jaar op de kaart en heeft een stevige verbinding kunnen leggen met alle stakeholders, van boer tot en met winkelondernemer.

De eerste uitdagingen zijn goed opgepakt, zoals het leiding geven in geval van calamiteiten (EHEC et cetera), het verwerven van gerelateerde projecten, het versterken van bestaande projecten en de afstemming van de samenwerkingsstructuur met de ketenpartijen. De verzelfstandiging van de ketenorganisatie heeft vorm gekregen en er ligt een goed gekeurde begroting en jaarplan voor 2012. Ook financieel zijn belangrijke stappen gezet: er is fors bezuinigd op organisatiekosten en de inkomsten konden worden gestabiliseerd waardoor Bionext 2011 positief zal afsluiten. Bionext heeft het vertrouwen van de stakeholders gewonnen en kan daarop voortbouwen in 2012.

De Raad van Toezicht feliciteert Bionext en Bavo met zijn aanstelling.’
De succesvolle samenwerking van verschillende partijen blijkt ook uit een verslag op de website van Biokennis van 9 december 2011, met de titel ‘Biologische landbouw: meervoudig onverzadigd duurzaam’:
‘Op het congres “Biologische landbouw – innoveren met ambitie” op dinsdag 6 december hebben zo’n 130 deelnemers samen teruggekeken op acht jaar kennisontwikkeling en vooruit geblikt naar de toekomst en de ambities van de biologische landbouw. Het programma bood informatieve verhalen en workshops, maar ook ruimte voor ontmoeting en uitwisseling, waar de deelnemers dankbaar gebruik van maakten.

De afgelopen jaren is er intensief samengewerkt tussen de biologische sector en de kennisinstellingen Wageningen UR en Louis Bolk Instituut (LBI). Het ministerie van LNV en later EL&I ondersteunde dit onderzoek financieel. Janny Gooijer (EL&I, Directie Agrokennis), Bavo van den Idsert (Bionext) en Frank Wijnands (Wageningen UR) gaven elk hun kijk op deze manier van samenwerken en de effecten van deze aanpak in het onderzoek en in de praktijk.

Praktijkverhalen

Dagvoorzitter Uli Schnier gaf streng maar speels leiding aan de discussie die ontstond na elke spreker en nodigde de tweede helft van de ochtend de deelnemers uit voor een workshopreeks. Hier werden in een kleinere setting verhalen verteld over de innovaties die de afgelopen jaren hebben opgeleverd en hoe praktijk en onderzoek daarvoor hebben samengewerkt. De onderwerpen varieerden van de opfok van biologische legkippen, veredeling voor de biologische teelt, verpakkingen, bodembeheer tot nieuwe stalsystemen voor familiekuddes. De praktijkervaringen gaven weer aanleiding tot verhalen van de deelnemers en genoeg stof tot praten tijdens de scharrellunch met diverse biologische hapjes en drankjes.

Ons Eten

Onder het motto “Minder is meer” startte het middagprogramma met twee sprekers. Mac van Dinther, “eetjournalist” van de Volkskrant, heeft onderzoek gedaan naar de ontstaansgeschiedenis van de ingrediënten voor een echte Hollandse maaltijd: tomaten(soep), varkensvlees, aardappels, sla, zuivel en schreef hierover het boek “Ons Eten”. Hij vertelde zijn gehoor over de levens van de varkens Ada en Eva, die hij had gevolgd. Ada is opgegroeid op een gemengd biologisch bedrijf. Als biggetje had ze stro in het mesthok, toen ze groter was kon ze naar buiten lopen en werd “volwassen” in een mesthok met 2,5 m2 ruimte voor haarzelf. Eva komt van een gangbaar varkensbedrijf. Haar moeder stond in een beperkt kraamhok op roosters en als tiener groeide ze op in met een biggenstal met 120 soortgenoten. In het mesthok had ze 0,8 m2 tot haar beschikking. Zowel Ada als Eva eindigden op dezelfde slachtlijn van de VION in Groenlo. Tot zijn verbazing en die van zijn medeproevers konden ze geen verschil proeven in de karbonades van Ada en Eva.

Voor zijn project heeft hij in de keuken gekeken bij de grootste (Unox) en de kleinste soepfabriek van Nederland. Hij bezocht twee aardappeltelende buurmannen in de Flevopolder; de een volgens de biologische en de ander volgens gangbare principes. Hij bekeek hoe sla voor AH en hoe sla voor de biologische supermarkt wordt geteeld en hij verdiepte zich in de zuivelbereiding voor het merk Campina en voor Zuiver Zuivel. Hij constateerde de tegenstellingen grootschalig of ambachtelijk en natuur of productie. Hij kwam tot de slotsom dat al ons eten wordt gemaakt door mensen. Volgens hem moeten biologisch en gangbaar elkaar niet zien als vijanden, maar als bondgenoten. Ook stelde hij dat de consument geen onschuldige, willoze afnemer is, maar deel uitmaakt van het proces. Zijn slogan: “Verbeter de Wereld, Koop goed voedsel”.

Maatschappelijke bijdrage

Henk Gerbers, voorzitter van de stichting Merkartikel Bio+, nam onlangs de prijs in ontvangst voor het merk met de grootste maatschappelijke bijdrage van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI). Deze prijs verbaasde Henk zelf ook, temeer omdat Bio+ samen met Becel en Campina genomineerd was. Henk vertelde hoe het merk producenten en retailers wil verbinden om het biologische product beschikbaar, herkenbaar en betaalbaar te maken voor de consument. Door samenwerkingen voor een periode van drie jaar af te sluiten met biologische boeren is vanaf 2004 een groeiend assortiment van Bio+ merkartikelen ontstaan. Eerst alleen met verse producten als eieren, melk en zuivelproducten, maar het assortiment bevat ondertussen ook droge kruidenierswaren. Het merk is uitgegroeid tot een hip en eigentijds merk en blijkt de light-user van biologische producten aan te spreken. Hij vertelde dat consumenten van Bio+ het merk vaak ervaren als het eigen biologische merk van hun supermarkt, terwijl het bij meerdere supermarkten wordt verkocht. Kopers van Bio+ blijken biologisch vaak te associëren met lekker. Het merk richt zich nu onder andere op duurzame verpakkingen. Verpakking blijkt een irritatiefactor en speelt een rol bij de aankoop van biologische producten.

Backstage

Naar aanleiding van de voordracht van Henk Gerbers ontstond een discussie over het gewenste tempo van omschakelen van boeren op biologisch. Henk hoopte op een dialoog tussen boeren en verwerkers om tot een verantwoord tempo te komen. De vraag uit de markt speelt daarbij een bepalende rol volgens Henk. Hij constateert dat de vraag naar biologisch blijft groeien, ondanks de huidige “recessie”. Backstage werd met beide middagsprekers nagepraat en ontstonden er soms pittige discussies, in het geval van Mac van Dinther over de haalbaarheid van de slogan “2x meer met 2x minder”, over de bitterheid bij gangbare collega’s en het effect van transparantie van je bedrijf.

Ambities

Aan het einde van de middag kwamen alle deelnemers nog eens plenair bij elkaar en gaven enkelen een reactie op de dag. De bezoeker van de Belgische Boerenbond vond het erg interessant om te kijken en te leren “wat er in Nederland aan het gebeuren is”. Hij hoopte er zeker zaken uit te kunnen halen voor de Vlaamse situatie. Chris Koopmans van het Louis Bolk Instituut bedankte iedereen voor zijn of haar inbreng in de afgelopen tien jaar en constateerde dat de beoogde kraamkamerfunctie van biologisch goed is benut. Hij benadrukte vooral om door te gaan met werken vanuit verbinding die volgens hem de sleutel is tot succes.

Directeur van Bionext Bavo van den Idsert vatte de ambities voor de toekomst voor biologisch samen als doorgaan met het streven naar de kampioen van de duurzame meerkamp. Hij vindt de slogan “meervoudig onverzadigd duurzaam” van toepassing op de biologische sector.

Alle deelnemers gingen naar huis met diverse publicaties die allemaal te vinden zijn op de website www.biokennis.nl.’
Bij Biokennis ook dit bericht van eergisteren, naar aanleiding van de komende BioVak, over ‘Compost reduceert broeikasgassen’:
‘De CO2 footprint geeft inzicht in hoeveel broeikasgassen worden uitgestoten bij een bedrijf, een evenement of tijdens een productieproces. Naast het uitstoten van broeikasgassen (CO2, methaan, e.a.) kan biologische landbouw ook koolstof vastleggen. Verantwoord composteren levert hierbij een bijdrage.

De CMC-composteringsmethode (Controlled Microbial Composting) levert een zeer hoogwaardige biologische humuscompost welke het bodemleven voedt en de bodembiodiversiteit vergroot. Een grotere bodembiodiversiteit verhoogt de biologische weerbaarheid van het systeem waardoor ziekten minder kans krijgen zich te ontwikkelen! Bodem met een goede structuur houdt meer water vast en zorgt ervoor dat in droge gebieden minder irrigatie plaatsvindt. De productie van compost draagt vaak ook bij aan de reductie van het sterke broeikasgas methaan. Soil & More International is een bedrijf dat composteringsprojecten ontwikkelt en verkrijgt hiermee emissierechten welke verkocht kunnen worden aan bedrijven die klimaatneutraal willen opereren.

Door de berekening van de CO2 footprint van een bedrijf of product geeft Soil & More inzicht hoeveel broeikasgas er worden uitgestoten en hoe deze vermeden kunnen worden. Onvermijdbare emissies kunnen worden gecompenseerd door de aanschaf van Soil & More’s emissierechten. Soil & More werkt op dit vlak onder andere samen met Weleda dat naast een klimaatneutrale bedrijfsvoering ook een groot deel van haar lichaamsverzorgingsproducten klimaatneutraal aanbiedt. Ook de BioVak is dit jaar klimaatneutraal door samenwerking met Soil & More. De CO2 uitstoot van BioVak bedraagt ongeveer 200 ton. Soil & More zal hiervoor in Egypte zo’n 210,000 kg compost maken in samenwerking met zijn lokale partner Sekem.’
Tot slot wil ik, net als gisteren, nog een keer wijzen op het radioprogramma ‘BNR Gezond’, dat vanochtend ging over ‘Hoe hard lacht de toekomst De Zonnehuizen tegemoet? BNR Gezond, 14 januari’:
‘Ze gingen failliet maar werden gered door zorgondernemer Loek Winter en LSG Rentray. De zorginstellingen van De Zonnehuizen die in het hele land gehandicapten huisvesten en scholen, maken een doorstart. Naar verwachting raakt een derde van het personeel zijn baan kwijt. Hoe zonnig is de toekomst?’
In het programma zorgondernemer Loek Winter en Rentray-bestuursvoorzitter Frank Candel, plus SP-Tweede Kamerlid Renske Leijten, die in een half uurtje vertellen hoe zij de toekomst zien. Het is daar in zijn geheel terug te luisteren. Wordt wat zij beschrijven de nieuwe toekomst van de heilpedagogie en sociaaltherapie in Nederland? In dit kader is ook uitermate interessant wat er op de website van Amerpoort te vinden is over:
‘Christophorus
Duinweg 35, 3735 LC, Bosch en Duin

Dit is wat deze locatie biedt

Aan de rand van het Panbos in Bosch en Duin wonen ongeveer negentig kinderen en jongvolwassenen met een verstandelijke beperking. In tien bijzondere huizen, met een warme sfeer. Ze krijgen de zorg en aandacht die ze verdienen. Ze kunnen zich ontwikkelen, zoals elk mens dat wil. In Amersfoort heeft Christophorus nog twee woningen voor jongvolwassenen. In een minder groene omgeving, maar met dezelfde sfeer. Veilig en vertrouwd. De jongeren voelen zich er thuis.

Ruimte

Het zijn geen standaardhuizen waarin de kinderen en jongeren wonen. Sommige woningen verraden in hun architectuur een andere kijk op het leven. Ze zijn niet strak en functioneel, maar staan in hun vormen wat dichter bij de natuur. Dat geldt zeker ook voor de inrichting. Daar domineren de zachte, natuurlijke tinten. Het meubilair is van duurzaam materiaal. Er is aandacht voor detail, voor de menselijke maat.

Ritme

De menselijke maat klinkt ook door in het ritme van de dag. Elke dag telt herkenbare momenten, waarbij bewoners en begeleiders even stilstaan. Aan het begin of aan het eind, of rond de – biologische – maaltijden. Zo heeft ook de week een eigen ritme, net als het jaar. De kinderen en jongeren beleven de gang van de seizoenen letterlijk, omdat op een van de tafels in de woning de vormen of vruchten van de jaargetijden staan uitgestald. Ze vieren de feesten van het jaar, van Kerst en Pasen tot Sint Jan en het Michaëlfeest. Het ritme biedt ze herkenbaarheid en houvast.

Traditie

De grote aandacht voor ruimte en ritme vloeit voort uit de traditie waarin de woningen van Christophorus staan, de antroposofie. Deze kijk op de mens en het leven, ontwikkeld door Rudolf Steiner (1861-1925), werkt door op veel terreinen, van architectuur tot onderwijs. Ook op het gebied van zorg en begeleiding van kinderen met een verstandelijke beperking hebben Steiner en – na hem – anderen waardevolle inzichten ontwikkeld.

Kern

Een belangrijk uitgangspunt van Christophorus is dat een kind met een beperking, net als elk ander kind, een gezonde kern in zich heeft. Begeleiders houden daar voortdurend rekening mee. Zij richten zich vooral op het eigene, het individuele van elk kind. Ieder mens is immers uniek. Zoals een van de managers zegt: “We vragen ons altijd af: wie is het kind dat voor ons staat? We zien zijn gedrag, we zien beperkingen, maar uiteindelijk gaat het om de vraag: wie is de mens daarachter? Een kind mag misschien autistisch zijn, maar het is veel meer dan dat. Een kind heeft een naam.”

Ontwikkeling

Ontwikkeling is de essentie van het leven. Dat geldt voor ieder mens, dus ook voor kinderen en jongeren die bij Christophorus wonen of hun dag besteden. Ontwikkeling gaat het best in een huiselijke, vertrouwde omgeving. Christophorus besteedt daarom veel aandacht aan een goed opvoedkundig klimaat. Begeleiders en andere deskundigen scheppen de voorwaarden, waardoor kinderen en jongeren zich veilig voelen en zo goed mogelijk kunnen ontplooien. Ze doen dat zorgvuldig en respectvol. Zij kunnen immers ook wat van de ander leren.

Woningen van Christophorus

Bosch en Duin

Op het groene, rustieke terrein in Bosch en Duin heeft Christophorus tien woonhuizen voor kinderen en jongvolwassenen. Voor een deel zijn dat karakteristieke villa’s uit het begin van de vorige eeuw, voor een deel later gebouwde panden met een geheel eigen architectuur. Egelantier is het huis waarmee in 1953 Christophorus van start ging. Het is volgens begeleiders het “oerhuis”. Er wonen jongeren en jongvolwassenen met een matige verstandelijke beperking.

Christophorus begon ooit als gemeenschap, waar kinderen met een beperking en begeleiders gezamenlijk woonden. Die praktijk bestaat inmiddels niet meer. Maar de achterliggende gedachte is nog steeds voelbaar op het terrein en in de woningen. Zoals in Demetrius, met matig beperkte kinderen en jongeren die veel verzorging nodig hebben. “Er zit iets rustigs en iets veiligs in het pand”, zeggen de ouders. Ze voelen nog steeds dat de bewoners van het terrein en hun begeleiders een soort gemeenschap vormen.

De jongeren in Cantecleer hebben extra begeleiding in verband met hun complex gedrag. Hun villa, die een beetje lijkt op die van Pipi Langkous, ligt een eind van de weg af. Verderop wonen in Franciscus jonge en in Andreas iets oudere kinderen met een licht verstandelijke beperking. De kinderen en jongeren in Nachtegaal hebben een uiteenlopende zorgvraag.

In Talander en Kasper wonen kinderen en jongeren met een ernstige verstandelijke beperking, gecombineerd met een lichamelijke en soms een zintuiglijke beperking. Ze zijn allemaal zeer kwetsbaar. De jeugdige bewoners van Erabel zijn juist zeer mobiel en bewegelijk. In Balthasar tenslotte woont weer een divers samengestelde groep kinderen en jongeren, met uiteenlopende beperkingen en leeftijden.

Amersfoort

De woningen van Christophorus dragen kleurrijke namen, waarin de traditie van de organisatie doorklinkt. Dat geldt ook voor de nieuwste woningen, die niet op het bosrijke terrein van Bosch en Duin liggen, maar in de Amersfoortse wijk Vathorst: Difresco en Tiuri. In beide huizen wonen jongvolwassenen, met een lichte tot matige beperking, die begeleid worden in hun verdere groei naar zelfstandigheid.

De jongvolwassenen doen in de woningen allerlei sociale en praktische vaardigheden op. Ze leren rekening met elkaar te houden en op tijd naar hun werk te gaan, maar ook wassen en strijken. Alles is erop gericht dat ze zoveel mogelijk hun eigen leven kunnen vorm geven. Of, in de woorden van de manager: “Bij alles is ons doel: wat erin zit, moet er ook uit komen.”

Dagbesteding bij Christophorus

Diezelfde positieve houding kenmerkt de begeleiders die jongeren een zinvolle dagbesteding bieden op enkele kleinschalige plekken in Bosch en Duin. De meeste jongeren gaan overdag naar school. Ze hoeven daarvoor niet ver op stap, want op hetzelfde terrein heeft De Meerklank twee locaties voor speciaal (voortgezet) onderwijs geïnspireerd op de antroposofie. Leerlingen van vier tot twintig jaar kunnen hier terecht. De Meerklank is een veilige leerplaats met veel toezicht en aandacht voor kinderen.

Daarnaast biedt het terrein in Bosch en Duin enkele kleinschalige voorzieningen, waar kinderen en jongeren hun eigen mogelijkheden – en onmogelijkheden – kunnen ontdekken. Sommigen leren er vaardigheden waarmee ze later aan het werk kunnen.

Jongvolwassenen die van buitenlucht houden, zijn te vinden in de Tuin. Ze maaien het gras of spitten een stuk grond om. Ze verbouwen er groente: zaaien, wieden, opbinden, oogsten. Of ze verzorgen de kippen. Met elkaar creëren ze iets moois. En op natuurlijke wijze krijgen ze het ritme van de seizoenen mee. Ze voelen de aarde, ze horen de bladeren ritselen en ruikende bloemen. En als het regent, gaan ze even schuilen in de grote kas.

Jongeren die liever hun kunstzinnige kwaliteiten willen ontwikkelen, kunnen terecht in het Kompas. Schilderen, boetseren, hout bewerken – het kan allemaal. Maar ook een cake bakken of muziek maken. Net als de jongeren in de Tuin, leveren hun leeftijdgenoten in het Kompas met hun producten een bijdrage aan de feesten van het jaar.

Er zijn ook kinderen en jongeren van Christophorus die hun dagbesteding vinden in kinderdagcentra Onder één Dak en De Blauwe Vogel, natuurboerderij De Brink of arbeidscentrum De Wissel. Dit zijn allemaal locaties van Amerpoort in de regio.

Gezondheidscentrum Christophorus

De kinderen en jongeren kunnen met medische vragen en klachten terecht bij Gezondheidscentrum Christophorus, gelegen op het terrein in Bosch en Duin. Een betrokken team van artsen, verpleegkundigen en therapeuten staat voor hen klaar. Ook hier klinkt de eigen identiteit van Christophorus door. De medische zorg en de therapieën zijn gebaseerd op het antroposofische mensbeeld. De medewerkers realiseren zich bij alles dat het kind meer is dan zijn lichaam.

Sinds 1953

Christophorus werd in 1953 opgericht. In 2010 fuseerde de organisatie met Amerpoort, een organisatie voor dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking in de provincie Utrecht en ’t Gooi. Daarmee verdween echter niet de antroposofische identiteit van Christophorus. Integendeel, Amerpoort en Christophorus koesteren die. Zo maakt Christophorus nog steeds deel uit van de internationale Camphill beweging.’

Update 22.05 uur:

Ik heb het voorgaande nog niet afgerond en gepubliceerd, of ik ontdek dit bericht van Tonnie Vossen bij Omroep Brabant over ‘Bronlaak krijgt directie DeSeizoenen’:
‘Bronlaak in Oploo wordt het hoofdkantoor van de nieuwe instelling DeSeizoenen. Dat ontstond na de overname van de Zonnehuizen dat eind vorig jaar failliet ging. Onder DeSeizoenen is alle zorg aan verstandelijk gehandicapte volwassenen van de voormalige Zonnehuizen ondergebracht.

Zorgondernemer Loek Winter maakte zaterdag tijdens een drukbezochte bijeenkomst op Bronlaak voor medewerkers en ouders bekend dat de directie zich in Oploo gaat vestigen. Behalve uit Winter bestaat die directie uit Philipp Jan Flach en Peter Lensselink.

Samen trokken zij eerder al het noodlijdende IJsselmeerziekenhuis uit het slop. Het drietal liet zaterdag weten dat het aantal ontslagen als gevolg van de overname op Bronlaak beperkt zal blijven. Ontslagen vallen er vooral bij de ondersteunende diensten.’

8 opmerkingen:

Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Anoniem zei

Dag Matthijs,

Wat een goed initiatief van jou Matthijs, om mensen samen te brengen ,ik ben daar een groot voorstander van.
Het lijkt me wel wat kort dag, elkaar zo snel te ontmoeten.
Misschien is het goed dat Michel een ruime voor aankondiging doet voor de meeting die je voorstelt .

Een van de krachtigste toespraken van onze vorstin, overigens.

Ik hoop er dat een ontmoeting gaat plaats vinden, er zal vast verrassend veel zijn wat ons samenbindt.Waar we van opvatting verschillen, kunnen we begrip en respect opbrengen voor elkaar. Dat zou mijn intentie zijn voor een samenkomst.

Anoniem zei

Als Michel te vinden is voor een samenkomen 'in real life', irl zoals dat op internet wordt genoemd, wil ik daar wel bij zijn.

Ik hoor het wel of Michel ergens een datum kan prikken en of dat dan uitkomt met mijn agenda.

Michel Gastkemper zei

Ik vraag me af wie ik dan tref...

Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Matthijs H. zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Anoniem zei

Matthijs is wat mij betreft wel beslissend. Waarom? Omdat hij geen blad voor de mond neemt, wel echt spreekt. Vind ik eerlijk gezegd voor een antroposoof een hele uitzonderlijke eigenschap. Maar ben misschien nog niet genoeg antroposofen tegengekomen?

Maar Michel is zo te zien niet enthousiast om samen te komen.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)