Mensen die vanochtend naar een lezing van Hans Stolp in de katholieke
kerk in Breda wilden, konden beter thuisblijven, want deze ging niet door. De website
IKON Kerknieuws meldde eergisteren ‘Bisschop verbiedt lezing Hans Stolp’:
‘Donderdag 7 februari zou Hans Stolp op uitnodiging van de RK Parochie Breda Noord een lezing houden in Breda. Op het laatste moment heeft Jan Liesen, de bisschop van Breda, deze lezing plotseling verboden. Meer dan 300 mensen belangstellenden hadden zich aangemeld.
De werkgroep die deze lezing namens de parochie organiseert is een half jaar lang intensief bezig geweest met de voorbereiding. Stolp: “Helaas was het op zo korte termijn niet meer mogelijk een andere locatie te vinden en alle mensen tijdig te waarschuwen. Daarom heeft de werkgroep besloten om de lezing in juni opnieuw te organiseren en dan buiten de officiële kerk om.”
De reden die de bisschop aangeeft is dat Stolp een aanhanger is van het esoterisch christendom. En dat zou strijdig zijn met de kerkelijke leer. Stolp (1942) is pastor en auteur. Hij studeerde theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Behalve theologie bestudeerde hij later de psychologie van G.C. Jung en maakte hij een studie van het esoterische christendom.
Hij schreef inmiddels meer dan 60 boeken, waaronder kinderboeken, dichtbundels en verhalende boeken. Ook begon hij een reeks boeken die de esoterische betekenis van de bijbelverhalen laten zien, onder andere “Jezus van Nazareth” en “Johannes de Ingewijde”. Deze boeken zijn in 2012 door uitgeverij De Heraut opnieuw uitgegeven, nu met de titel: “Esoterisch Bijbellezen”.’
Bron: IKON
Lees de reactie van het Bisdom van Breda’
Over Hans Stolp schreef ik onder andere op 7 en 21 september
2008 in ‘Zondag’ en ‘Paulus’, en op 17 mei 2010 in ‘Spirit’. Het genoemde bericht van het Bisdom van 5 februari
heeft als titel ‘Naar aanleiding van berichtgeving over het niet door kunnen gaan
in de kerk van een inleiding van Hans Stolp’ en luidt:
‘Vandaag bericht dagblad BN/De Stem over het niet doorgaan van een lezing van Hans Stolp in het kerkgebouw van de Franciscusparochie te Breda. Op donderdag 7 februari zou Hans Stolp in de Franciscuskerk te Breda een lezing geven “Sterven en dan...”. Na overleg tussen bisschop Liesen, pastoor-vicaris Wiertz, leden van het pastoraal team en het parochiebestuur is besloten dat de lezing om inhoudelijke redenen geen doorgang kan vinden in het kerkgebouw.
Onderstaande tekst geeft de achtergrond hiervan aan.
Volgens diocesaan beleid kunnen in een kerkruimte naast eredienst selectief andere bijeenkomsten plaatsvinden. Het gaat dan om activiteiten van godsdienstige en pastorale aard, bijvoorbeeld religieuze concerten en geloofsinhoudelijke lezingen. Profane en niet-kerkelijke activiteiten kunnen niet plaats vinden. (Beleidskatern kerkgebouwen, 2009, p. 4)
De parochiële werkgroep die de lezing organiseerde heeft de inleiding als godsdienstige en pastorale activiteit beschouwd. De werkgroep heeft met de beste bedoelingen een bijeenkomst willen organiseren die het oogmerk had een goede bezinning te zijn op het leven na de dood.
In het genoemde overleg van bisschop, pastoor-vicaris, pastoraal team en parochiebestuur is echter gebleken dat uit publicaties van de inleider een inhoud blijkt die niet strookt met wat de Katholieke Kerk voorhoudt. De inleider is niet enkel gespecialiseerd in het esoterische christendom, maar belijdt dit persoonlijk. De inleiding is daarmee te beschouwen als een niet-kerkelijke activiteit, omdat het esoterisch christendom zich beweegt buiten het algemene katholieke geloof zoals de Kerk dit belijdt.
Het parochiebestuur kan de parochiekerk H. Franciscus in Breda Noord hiervoor niet ter beschikking stellen.
Om mensen die de lezing willen bijwonen niet teleur te stellen is gepoogd een andere locatie te vinden. Dit is echter niet meer tijdig gelukt en daarom heeft de pastoor met het parochiebestuur besloten de inleiding af te gelasten.
Zoveel als mogelijk zullen zij die zich hebben aangemeld voor deze dag persoonlijk bericht ontvangen van het niet doorgaan hiervan. Ook door middel van een persbericht, op de website van de parochie en na de vieringen wordt het bericht dat deze dag geen doorgang vindt, gemeld.
De gang van zaken wordt betreurd en het parochiebestuur zal bezien hoe dit in de toekomst kan worden voorkomen.’
Eerder was op de website van Kerknieuws ‘De opkomst van het esoterisch christendom’ te lezen, een bericht van 23 september 2011:
‘Esoterie wint de laatste tijd sterk aan populariteit. Terwijl de term zo’n twintig jaar geleden bij de meeste mensen nog onbekend was, is het nu algemeen bekend. Ook binnen het christendom is de invloed van esoterie te merken. Het esoterisch christendom wint aan aanhangers.
Esoterie houdt in het kort gezegd in dat het godsbesef in onszelf gezocht moet worden. God is niet buiten ons aanwezig, maar in (“eso”) ons. In dat opzicht toon de esoterie veel overeenkomsten met de (christelijke) gnostiek en de twee termen worden dan ook vaak één en dezelfde adem genoemd. Maar terwijl de gnostiek zich voornamelijk baseert op de oud-gnostische literatuur (zoals de geschriften van Nag Hammedi), baseert de esoterie zich vaak op bronnen van jongere leeftijd.
Hans Stolp en Fennie Kruize zijn twee bekende, hedendaagse verkondigers van het esoterisch christendom. Stolp schreef in de afgelopen jaren veel boeken en legde daarmee een leer uit die afwijkt van de christelijke boodschap zoals die in de meeste kerken wordt verkondigd. Kruize kwam in opspraak na haar boek Goddelijke vrijheid, waarmee ze pleit voor meer esoterie binnen de Protestantse Kerk.
Net zoals de gnostiek kent ook de esoterie aanhangers en tegenstanders. De laatste groep ziet in de esoterische boodschap een dwaalleer die afwijkt van de ware christelijke boodschap. Anderen zien esoterie als “zweverige gedachtes”. Maar veel mensen voelen zich juist thuis in de esoterie.
Bron: IKON’
Eergisteren konden we weer genieten van een pennenvrucht van
Bavo van den Idsert, de directeur van Bionext die een uitstekend gevoel voor de
actualiteit heeft en een goede pen. Wat hij schrijft is niet alleen van belang voor
de landbouw, maar voor veel meer sectoren in de samenleving. Leest u ‘Gezond
landbouw- en voedselbeleid bespaart geld en verbetert kwaliteit van leven’ maar
eens:
‘Na decennia van schaalvergroting, centralisering en efficiëntieverhoging blijkt in tal van sectoren dat de grens bereikt is. Banken worden aan banden gelegd om de financiële risico’s niet opnieuw op de belastingbetaler af te wentelen. Scholen gaan decentraliseren om leerlingen weer te leveren waar ze voor komen: goed onderwijs. Bouwfondsen gaan terug naar de basis: woningen bouwen in plaats van speculeren. Het wachten is op een omwenteling in de landbouw- en voedingssector. Met gezonde voeding en agro-ecologische landbouwsystemen kan veel geld worden bespaard en de kwaliteit van leven worden verbeterd. Bovendien is de industriële voedingssector er tot op heden niet in geslaagd om de honger de wereld uit te helpen, terwijl overgewicht explosief toeneemt.
De agrofood business is een sterke sector in Nederland, die al jaren direct achter de VS in de top drie staat van exporterende voedingslanden met een exportwaarde van meer dan 70 miljard euro. Een sector om trots op te zijn, maar ook een sector die zich, net als de banken en scholen voortdurend bewust moet zijn van zijn rol in de maatschappij. Die rol is als volgt samen te vatten: tot in lengte van jaren lekker en gezond voedsel produceren voor de bevolking, met respect voor plant en dier, waarbij de leefomgeving zo min mogelijk wordt aangetast. Grootschalige, intensieve voedselproductie tast de leefbaarheid van de directe omgeving aan, ondermeer door stankoverlast, risico op ziektes bij dieren en mensen en de aantasting van het landschap voor de burger. Duurzaamheid is geen keuze, het is een must.
Integrale benadering
Als we onze leidende positie als voedingsland ook in de komende decennia willen behouden, zullen we échte verduurzaming centraal moeten stellen in het landbouw- en voedselbeleid. Deze beperkt zich niet tot een CO2- of een stikstofberekening, maar is een integrale benadering van dierenwelzijn, bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit, schoon water, balans tussen dierlijke en plantaardige productie, eerlijke prijsvorming van boer tot consument en het terugdringen van de voedselverspilling. Het beleid zou tegelijkertijd gericht moeten zijn op het stimuleren van gezonde eetpatronen.
In de laatste 60 jaar is het Westerse eetpatroon sterk veranderd. Verse producten zijn voor een fors deel vervangen door fastfood en verwerkte producten die rijk zijn aan suiker, vet en zout en arm aan gezonde inhoudsstoffen en vezels. De opkomst van obesitas, diabetes 2 en andere welvaartsziekten worden direct hiermee in verband gebracht. Wereldwijd zijn er meer mensen met obesitas dan ondervoede mensen. Een Amerikaanse studie verwacht dat in de VS bijna 50% van de bevolking in 2030 obees zal zijn als de huidige voedingsgewoonte niet wijzigt; met enorme directe kosten (gezondheidszorg) en indirecte schade (vermindering van productiviteit door ziekte) als gevolg. McKinsey beraamde enkele jaren geleden de directe en indirecte kosten van obesitas in Nederland op 2,5 miljard euro. Met een beleid dat gezonde eetpatronen stimuleert, kun je als samenleving dan ook veel geld besparen.
Evenwicht
Voor de voedselzekerheid op de lange termijn hebben we vruchtbare landbouwgronden nodig. Daarom pleit de FAO in een grootschalig onderzoek uit 2009 voor agro-ecologische landbouw, waarin voedselproductie en behoud van de ecologische waarden met elkaar in evenwicht zijn. Vrij vertaald betekent dit: geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, maar investeren in de vruchtbaarheid van de bodem zoals gebruikelijk is in de biologische landbouw.
Het afgelopen decennium zijn tal van verworvenheden uit de biologische landbouw overgenomen in de zich verduurzamende reguliere landbouw. Naast bodemvruchtbaarheid valt hierbij te denken aan vermindering van pesticidengebruik, verbetering van dierenwelzijn, terugdringen van antibioticumgebruik en het behoud van biodiversiteit. Deze ontwikkelingen worden toegejuicht door een groeiende groep consumenten en zullen in de komende jaren zeker een vervolg krijgen.
Level playing field
De prijs van gezonde voeding uit duurzame landbouw is momenteel fors hoger dan die van conventionele voeding. Dit staat een snelle groei in de weg. De belangrijkste reden van de hogere prijs is dat de duurzaamheidswaarden in de prijs verwerkt zijn. Het beste instrument voor een omslag is het creëren van een level playing field, waarbij de vervuiler betaalt – vergelijkbaar met het nicotinebeleid – of waarbij aantoonbaar gezonde en duurzame producten minder belast worden. Een andere maatregel die van grote invloed kan zijn is vergaande vergroening van de EU landbouwsubsidies, waardoor landbouwbedrijven gestimuleerd worden voeding te produceren die niet ten koste gaat van milieu, dierenwelzijn, bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit en waterkwaliteit. Het betrekken van de consument bij voedselproductie en smaakbeleving zal bijdragen aan bewustere voedingsgewoonten.
Met de koppeling van de beleidsterreinen gezondheid, voeding en landbouw kan miljarden bespaard worden in de gezondheidszorg, neemt de leefbaarheid voor de burger in agrarische gebieden sterk toe en worden tal van maatschappelijke duurzaamheidswensen gerealiseerd. Een win-win-win situatie die snel benut moet worden.’
Ramon De Jonghe maakte me gisteren attent op dit bericht op de
website van de Algemene Onderwijsbond, een mooie aanvulling op wat ik op 1 februari
meldde in ‘Voortgezet’.
De titel is ‘Leerlingaantal vrijescholen voortgezet onderwijs stijgt’:
‘Het aantal leerlingen dat een vrijeschool voor voortgezet onderwijs bezoekt, is de afgelopen vijf jaar gestegen. Met ruim 13 procent, zo blijkt uit de cijfers van OCW. In het primair onderwijs blijven de cijfers achter. Daar is het aantal afgenomen met 1,5 procent.
De stijging in het voortgezet onderwijs van 13,8 procent is sterker dan in het hele voortgezet onderwijs. Daar steeg het met 3 procent. Volgens Leo Stronks, voorzitter van de Vereniging van vrijescholen heeft de stijging meerdere oorzaken.
“Eén daarvan is imago. Wij zaten altijd in het hoekje waar de slagen vallen. Dat hebben we weten om te buigen”, zegt de voorzitter. “We voldoen beter aan de vraag van ouders en de Inspectie van het Onderwijs. Bijvoorbeeld als het gaat over de opbrengsten van rekenen en taal. De Inspectie wil dat goed geregistreerd hebben. Dat doen we nu beter.” Volgens Stronks heeft Nederland een opbrengstencultuur, daar voldoen de vrijescholen nu meer aan. “We zijn geloofwaardiger geworden voor ouders. Zonder dat de waarden van de vrijeschool worden aangetast. Het gaat bij ons niet alleen om kennis, maar ook om sociale en emotionele ontwikkeling.”
Primair onderwijs
In het primair onderwijs zijn van 2008 tot 2011 de leerlingaantallen afgenomen. Pas in 2012 stijgt het leerlingaantal weer absoluut gezien. Stronks: “Het leerlingaantal in het primair onderwijs nivelleert in de jaren. Maar we hebben niet meegerekend dat er drie scholen zijn gesloten.”
Stronks hoopt dat de komende jaren de vraag naar vrijescholen blijft stijgen. “De vraag naar onze waarden neemt wel toe. Het zullen geen nieuwe scholen zijn, maar bijvoorbeeld wel een stroming binnen een bestaande stichting.” Daar is nu al een begin mee gemaakt in Roermond. Een katholieke stichting wil in hun palet ook een vrijeschool onderbrengen.’
Inderdaad. Daarover berichtte AntroVista op 1 februari in ‘Bovenbouw Roermond
van start’. Op de website van ‘Steiner College’ kunnen we lezen over een ‘Informatieavond
Vrije School Voortgezet Onderwijs (Steinercollege)’:
‘Op 29 januari 2013 is er om 19.30 u in College Broekhin een informatieavond voor ouders rondom de opstart van het Steiner College in Roermond. Op deze avond zal nader ingegaan worden op het onderwijsconcept. Het Steiner College wordt een onderdeel van het Broekhin College. Alle belangstellenden zijn van harte welkom. Graag even aanmelden via de website: www.broekhin.nl
Verder kunnen we U laten weten dat het gelukt is om een zeer ervaren bovenbouwleerkracht aan te trekken. De heer Marcel Seelen zal de komende jaren de zorg voor de klassen op zich nemen en zal zich dinsdag 29 januari voorstellen tijdens de informatieavond op Broekhin.
Op zaterdag 2 maart 2013 is de Open Dag van De Vrije School op College Broekhin. De Open Dag begint om 9.30 uur en U treft hier ook de afdeling Bovenbouw aan. De ouders krijgen hier de nodige informatie. Voor de leerlingen is er een proefles.
Het adres voor de informatieavond èn voor de open dag is: Bob Boumanstraat 30-32, 6042 EH Roermond
De Vrije School voor voortgezet onderwijs gaat definitief van start!!!!!! Met ingang van het nieuwe schooljaar 2013-2014 zal het Broekhin College starten met de 7e klas van de Vrije School voor voortgezet onderwijs (het Steiner College). De school leidt kinderen op tot het examen VMBO-T, Havo en VWO’
Ook uit Duitsland komt er bericht over een bijzondere samenwerking, van een ietwat andere aard. Die vindt behalve instemming ook nogal wat tegenstand. Michael Mentzel van ‘Themen der Zeit’
schreef eergisteren over ‘Der
Staat und die Waldorfschule’:
‘Die Diskussion über eine “staatliche Waldorfschule” in Hamburg Wilhelmsburg hat inzwischen auch die großen öffentlichen Medien erreicht. Während Christian Füller in der Taz [1] diesem Thema einiges abgewinnt, schlägt sich der Autor des Beitrags in der Süddeutschen Zeitung [2] eher auf die Seite der entschiedenen Gegner einer solchen Idee.
Die Süddeutsche Zeitung berichtet über einen Lehrer, der versucht, “eine Grundschule zu verhindern.” Es geht um die Waldorfpädagogik, die manchem ein so großer Balken im Auge zu sein scheint, dass sogar eine Petition zur Verhinderung der Initiative initiiert wurde. In der Taz dagegen können wir lesen: “Dabei taugt die Schule als Zukunftsmodell für das Bildungswesen.”
Was ist passiert? In Hamburg Wilhelmsburg wird, so der Plan, demnächst eine – zunächst auf 10 Jahre angelegte – unkonventionelle Schulfusion stattfinden. In dem überwiegend von Migrantenfamilien bewohnten Hamburger Stadtteil wollte eine Initiative eine interkulturelle Waldorfschule etablieren. Daraufhin hatte die Schulbehörde den Vorschlag einer Zusammenarbeit dieser Initiative mit der Wilhelmsburger Grundschule Fährstraße angeregt. Steht da am Ende eine Waldorfschule mit staatlichen Grundschulelementen oder eine Grundschule mit Waldorfelementen? Darüber sprechen die Beteiligten in einer Konzeptionsgruppe und wollen dabei ausgeloten, wie die beiden Schulformen zusammenpassen können und in welcher Weise die unterschiedlichen Elemente in die jeweiligen Unterrichte integriert werden können. So heißt es auf der Webseite der Waldorfschul-Initiative: “Aufgabe der Konzeptionsgruppe ist es, bis März 2013 die Entscheidung des Gesamtkollegiums Fährstraße sowie der gesamten Waldorfinitiative vorzubereiten. Diese sollen Ende März 2013 entscheiden, ob eine dauerhafte Zusammenarbeit zwischen der Waldorfinitiative und dem Kollegium der Schule Fährstraße möglich ist. (...) Es hat sich in dieser Arbeit gezeigt, dass die beiden pädagogischen Ausrichtungen viel gemeinsam haben. So stehen für beide das Kind und die Beziehung des Lehrers zum Kind im Mittelpunkt der Pädagogik. Sowohl die VertreterInnen der Schule Fährstraße als auch die WaldorfpädagogInnen waren positiv überrascht von dem, was sie in der jeweils anderen Schulform erlebten. Besonders die prägenden, konsequent durchgeführten Rituale in der Fährstraße, die ein aufmerksames und ruhiges Unterrichtsklima bewirken, haben uns beeindruckt. Gleichzeitig wurde uns deutlich, welche Herausforderungen es bedeutet, wenn ein hoher Prozentsatz der Kinder aus bildungsfernen Familien mit Migrationshintergrund kommt.” [3]
Für die Kritiker der Waldorfpädagogik jedoch scheint allein schon der Gedanke ein Horror zu sein, vor Grundschulkindern könne ein Waldorflehrer stehen. Die Petition zur Verhinderung dieser Schulfusion wird von etlichen Skeptiker-Blogs unterstützt. Und auch der vom Grafiker zum Waldorf-Werklehrer umgeschulte Andreas Lichte, der sich gern – im Hinblick auf seine Kompetenz in Bildungsfragen – als ausgebildeter Waldorflehrer bezeichnet, sieht schon den Untergang des Abendlandes gekommen, wenn jemand es wagt, das Wort Waldorfpädagogik im Zusammenhang mit allgemeiner Pädagogik in Verbindung zu bringen. Er hatte deshalb in einem bei den Ruhrbaronen erschienenen “Offenen Brief” an den Hamburger Schulsenator Ties Rabe – der diesen Schulversuch befürwortet – seine Sicht auf die Waldorfpädagogik dargelegt und gesagt: “Als ausgebildeter Waldorflehrer möchte ich Sie fragen: Wie will die Behörde für Schule und Berufsbildung Hamburg sicherstellen, dass das Spezifische der Waldorfpädagogik – der anthroposophische Hintergrund – auch in einer Schule in staatlicher Trägerschaft erhalten bleibt?” Diese seltsame Volte nach Lichtescher Spielart und auch die, ob die Behörde für Schule und Berufsbildung Hamburg beabsichtige, “als staatlicher Träger der “Interkulturellen Waldorfschule Hamburg-Wilhelmsburg” die Weltanschauung Anthroposophie weiter zu verbreiten?”, stieß in der Schulbehörde auf wenig Interesse, denn seine Fragen wurden offensichtlich nicht beantwortet. So vermeldete er kurz darauf: “Senator Ties Rabe und sein Pressesprecher Peter Albrecht verweigerten eine Stellungnahme zu meinem offenen Brief vom 3.9.2012.”
Dabei kann man sich leicht durch eigene Anschauung davon überzeugen, dass in den Lehrplänen der Waldorfschulen in Deutschland von einer Weiterverbreitung der Anthroposophie, wie sie von Lichte und anderen suggeriert wird, keine Rede ist und dass sich zudem die immer wieder geäußerte Befürchtung, die Kinder könnten an der Waldorfschule gar mit Anthroposophie in Berührung kommen, wohl in den allermeisten Fällen als eine Fata Morgana erweist. Dass die Grundlagen der Waldorfpädagogik auf der Anthroposphie Rudolf Steiners fußen und diese damit selbstverständlich auch aufzufinden sind, ist kein Geheimnis und macht schließlich auch einen Gutteil des Waldorfschulprofils aus. Gleichwohl wird immer wieder versucht, die Waldorfschule als eine Art Sektenschule zu verunglimpfen, deren Bestreben dahin ziele, anthroposophischen Nachwuchs zu züchten und den Rest der Welt über die wahren Hintergründe im Unklaren zu lassen. Wer aber Eltern unterstellt, sie verstünden nicht, welcher Geist in einer Waldorfschule weht, und sie würden deshalb schnurstracks in eine Sektenfalle stolpern, scheint völlig zu übersehen, dass wir im 21. Jahrhundert leben. Es hat jedoch eher den Anschein, als ob manche Kritiker mit ihrem ständigen Genöle in einer längst vergangenen Zeit leben, in der es eben nicht selbstverständlich war, dass Menschen über ihre Lebensentwürfe und -perspektiven selbst entscheiden.
Bleibt das beliebte Argument, bei den privaten Waldorfschulen würden Steuergelder für eine obskure Esoterik ausgegeben (Zitat SZ: “Kritiker warnen: “Mit Esoterik löst man keine sozialen Probleme.”). Wenn die Fusion tatsächlich zustande kommt, wird die Schule in Wilhelmsburg sicherlich in Gänze vom Staat finanziert. Da mag es durchaus sein, dass die Angst der Kritiker wächst, auch andere Bildungsverantwortliche könnten sich auf solche Ideen einlassen, wenn sich der Schulversuch als erfolgreich herausstellen sollte. Bisher werden die Waldorfschulen in Deutschland zu einem Teil – im Saarland sind es z.B. 70% – vom Staat finanziert, den Rest müssen die Eltern selbst aufbringen.
Dass inzwischen auch manche Elemente, wie sie auch in der Waldorfpädagogik zu finden sind, beispielsweise Fremdprachenunterricht ab der 1. Klasse in NRW, ohne Aufregung und viel Trara in den allgemeinen Schulunterricht Eingang gefunden haben, bemerkt heute kein Mensch mehr und es dürfte wohl auch nicht besonders wichtig zu sein, derlei Dinge besonders hervorzuheben. Es geht um eine sinnvolle und kindgerechte Pädagogik. Und entscheidend wird sein – und daran wäre Pädagogik zu messen – ob sie für die Entwicklung der Kinder förderlich ist oder nicht. Dass die Waldorfschulen hier nicht so schlecht abschneiden, wird – wie das Beispiel Hamburg Wilhelmsburg zeigt – von denen, die über das Wohl und Wehe von Kindern im schulpflichtigen Alter zu entscheiden haben, offensichtlich durchaus realistisch gesehen.
Beim Bund der Freien Waldorfschulen sieht man die Entwicklung ebenfalls positiv. Vorstandsmitglied Hennig Kullak-Ublick gegenüber unserer Redaktion: “Wir sind sehr gespannt, was die Waldorfinitiative und das Kollegium der Schule an der Fährstraße als ihr gemeinsames Zukunftskonzept ausarbeiten. Die bisherigen Gespräche zeigen, dass der Blick auf die Kinder wesentlich mehr Gemeinsames als Trennendes zutage fördert. Hier treffen ja nicht zwei starre Systeme aufeinander, sondern Pädagogen, die ihre Erfahrungen und Gesichtspunkte zusammenführen, um zu sehen, wie sie daraus etwas Neues schaffen können, das zu ihren Kindern passt. Wir unterstützen diese Initiative aus voller Überzeugung. Ob am Ende eine 'Waldorfversuchsschule in staatlicher Trägerschaft' oder etwas anderes dabei herauskommt, wissen wir jetzt noch nicht. Das wird auch davon abhängen, wie viel Autonomie der Schule von Seiten der Schulbehörde zugestanden wird, ob die Lehrerinnen und Lehrer eine Waldorfausbildung durchlaufen, ob es einheitliche Bildungsgänge bis zur zwölften Klasse gibt und wie diese und einige andere Kriterien in den weiteren Gesprächen auf die Wilhelmsburger Verhältnisse abgestimmt werden. Alle bisherigen Gespräche deuten aber darauf hin, dass auf jeden Fall eine interessante Schule dabei herauskommt.”
Rudolf Steiner, das ist bekannt, hatte ein etwas getrübtes Verhältnis zur französischen Sprache. Dieser Umstand wird von Kritikern insbesondere dann ins Feld geführt, wenn es um Steiners angeblichen “Rassismus” geht. Am Ende der damaligen Debatte in der oft zitierten Lehrerkonferenz (vor fast 90 Jahren) wurde entschieden, den Französischunterricht an der Waldorfschule nicht abzuschaffen. Steiner damals pragmatisch: “Über alles weitere wird die Zukunft entscheiden.” Heute, im 21. Jahrhundert, sind wir mittendrin in der – damaligen – Zukunft. Und diese hat es in der Tat längst entschieden. In den allermeisten Waldorfschulen gibt es bis heute ab der ersten Klasse zwei Fremdsprachen: Englisch und Französisch.
[1] Artikel in der Taz
[2] Artikel in der SZ
[3] Waldorfschulinitiative Hamburg Wilhelmsburg’
Nog een bericht uit Duitsland vinden we bij Anthromedia.net,
door Christof Lützel, ‘Pressesprecher/ Leiter Öffentlichkeitsarbeit / Prokurist
GLS’, die eergisteren ‘GLS Bank – Gestärkt in die Zukunft’ meldde:
‘Die GLS Bank verzeichnet einen starken Kundenzuwachs und eine Verdreifachung ihres genossenschaftlichen Geschäftsguthabens.
Ebenfalls verbucht sie gestiegene Kundeneinlagen, eine deutlich erhöhte Kreditnachfrage sowie eine solide Ertragslage.
Bochum. Mit erneut 20 Prozent Wachstum setzt die GLS Bank ihren Weg in die Zukunft fort. “Unsere Bilanzsumme betrug zum Jahresabschluss 2,7 Mrd. Euro”, erklärt GLS Vorstandssprecher Thomas Jorberg. Mit einer Steigerung des Geschäftsguthabens um 61 Mio. Euro auf 93 Mio. Euro haben die Mitglieder der Bankgenossenschaft das Eigenkapital wesentlich gestärkt. Inklusive Rücklagen und Stiller Beteiligungen beträgt das Eigenkapital nunmehr ingesamt 160 Mio. Euro. Damit erfüllt die GLS Bank bereits jetzt die Voraussetzungen für ihr weiteres Wachstum sowie die neuen Eigenkapitalregeln (Basel III).
Gestärkt in die Zukunft.
Im vergangenen Jahr entschieden sich 27.000 Menschen neu für die GLS Bank, das entspricht einem Plus von 23 Prozent. Insgesamt zählt sie derzeit 143.000 Kunden.
Die Kundeneinlagen wuchsen um 20 Prozent auf 2,35 Mrd. Euro. Das Kreditvolumen stieg sogar um 26 Prozent. Im Jahr 2012 finanzierte die GLS Bank soziale, kulturelle und ökologische Projekte sowie Bildungs- und Wohnvorhaben mit einem Gesamtvolumen von 543 Mio. Euro. “Vom Kindergarten über private Baukredite bis hin zur Finanzierung großer regenerativer Energieanlagen setzt sich unsere Kreditvergabe vielfältig zusammen”, erläutert Finanzvorstand Andreas Neukirch.
Über die Wachstums- und Ersatzinvestitionen hinaus investierte die GLS Bank im vergangenen Jahr ca. 2 Mio. Euro in die IT-Infrastruktur. Gleichwohl konnte sie aufgrund einer soliden Ertragslage ihre Risikotragfähigkeit durch entsprechende Erhöhung der allgemeinen Rücklagen stärken. Auch für das Jahr 2013 erwartet die GLS Bank ein Wachstum von 20 Prozent und somit eine Fortsetzung dieser Entwicklung.
Engagiert für einen Systemwandel.
Die GLS Bank ist Gründungsmitglied eines globalen Netzwerks werteorientierter Banken, der Global Alliance for Banking on Values (GABV). Mitglied dieser Allianz sind 21 Banken aus der ganzen Welt, die in den Kern ihrer Geschäftspolitik soziale und ökologische Werte integrieren. Im März ist die GLS Bank Gastgeber und Veranstalter der Jahreskonferenz der GABV in Berlin.
Zur Konferenz mit dem Thema “Change-makers: Wertewandel im Bankensektor” werden Banker, Politiker und Interessierte aus dem gesamten Bundesgebiet eingeladen.
“Wir möchten zeigen und diskutieren, dass Bankgeschäfte, die sich an sozialen und ökologischen Werten orientieren, möglich sind und bereits weltweit wirtschaftlich erfolgreich betrieben werden”, sagt Thomas Jorberg, der im Steering Committee der GABV für Europa verantwortlich ist. “Wir brauchen eine öffentliche Diskussion darüber, wie ein positives Zukunftsbild des Finanzmarktes aussieht und wie es zu realisieren ist. Dazu wollen wir einen Beitrag leisten.”
Ausgezeichnet.
Zum dritten Mal in Folge wurde die GLS Bank in einer großangelegten Umfrage von Börse-Online und n-tv von ihren Kunden zur “Besten Bank” gewählt. Zum Jahresende wurde sie unter 670 Bewerbern aus allen Unternehmensbranchen als “Nachhaltigstes Unternehmen Deutschlands 2012” ausgezeichnet. Beide Preise betrachtet die GLS Bank als hohe Anerkennung aber auch als Verpflichtung für ihre Zukunft.
Die GLS Bank
Die GLS Bank ist die erste sozial-ökologische Universalbank der Welt, die werteorientierte Geldanlagen, Finanzierungen, Beteiligungskapital, Stiftungen und Schenkungen aus einer Hand anbietet. Mit zielgerichtet sozial-ökologischen Investitionen und einer umfassenden Transparenz bietet sie ihren Mitgliedern und Kunden einen dreifachen Gewinn: menschlich, zukunftsweisend, ökonomisch.
www.gls.de’
Interessante Duitstalige berichten kunnen we tegenwoordig ook regelmatig
op de website van het Goetheanum vinden. Zoals gisteren ‘Landwirtschaftliche Tagung “Allianzen für unsere Erde”’ van Wolfgang Held en Sebastian Jüngel:
‘Ob Bienensterben oder wuchernde Bodenpreise – für diese Herausforderungen braucht es weitflächige Kooperationen. Wie man das macht, ist Thema der internationalen Jahreskonferenz der biodynamischen Bewegung am Goetheanum von 6. bis 9. Februar. Mit dabei sind die Schweizer Nationalratspräsidentin Maya Graf, der Träger des Alternativen Nobelpreises Nicanor Perlas, der Mitautor des Weltagrarberichts Hans Rudolf Herren und der Leiter von Ekta Parishad Rajagopal.
Maya Graf wird die Tagung mit einem Grusswort eröffnen. Ihm folgen Einblicke in die Praxis der Allianzenbildung aus unterschiedlichen Ländern und Praxisfeldern. So setzt Nicanor Perlas Impulse auf Grundlage seiner Arbeit auf den Philippinen, Hans Rudolf Herren bringt seine Erfahrungen aus dem Weltagrarbericht ein und Rajagopal berichtet über die Landlosen-Bewegung in Indien. Weitere Dozentinnen und Dozenten geben praktische Hinweise zur Allianzenbildung.
Die Zusammenarbeit umfasst Aufgabenbereiche wie eine bessere Agrarpolitik, Fragen der nachhaltigen Regionalentwicklung, Probleme wie Nutzungsrechte und Eigentumsverhältnisse am Boden und das Bienensterben sowie Themen wie Kompostierung und Ernährung. Dabei geht der Blick auf Gruppierungen der weltweiten Zivilgesellschaft, die ähnliche Anliegen haben und mit denen konkret zusammengearbeitet werden könnte. Für diese Schulterschlüsse ist wichtig, gemeinsame existenzielle Anliegen in den Mittelpunkt zu stellen – zugunsten der Erde.
Programm’
Of ‘Hochschule im Dialog’ eergisteren van Wolfgang Held:
‘Zum siebten Mal kamen Anthroposophen aus Wissenschaft, Kunst und Religion zu einem Kolloquium zusammen, um sich über Perspektiven anthroposophischer Wissenschaft zu verständigen.
Das Treffen wird von Vertretern der Alanus-Hochschule und des Goetheanum organisiert und hatte dieses Jahr als inhaltlichen Schwerpunkt “Beobachtung als Zugang zur esoterischen Dimension der Wirklichkeit”. Die Beiträge mit Diskussion reichten vom Denken über die Beobachtung (Robin Schmidt) über die Voraussetzungen einer lebendigen Erkenntniswissenschaft (Constanza Kaliks) bis zur Beobachtung des anderen Menschen und des anderen Schicksals (Mechtild Ortmann). In welcher Form das Kolloquium eine Fortsetzung findet, ist noch ungewiss.’
En dan hebben we nog dit bericht ‘Verlag am Goetheanum: Biografie über Helene Reisinger’ door Sebastian Jüngel:
‘Im Verlag am Goetheanum ist am 5. Februar 2013 die Biografie über Helene Reisinger erschienen. Geschrieben hat sie die Eurythmisten Angela Locher.
Aus dem Vorwort:
“Ein Versuch, Spuren und Wege, Ereignisse und ‘Erreichnisse’ im Lebenslauf Helene Reisingers aufzusuchen und ihr Wirken im 20. Jahrhundert den an der Eurythmie interessierten Menschen zugänglich zu machen, soll sein, was auf den folgenden Seiten seinen Niederschlag findet. Wir begleiten ein Leben, welches mit der Begegnung der Eurythmie an der Schwelle zu ihrem 19. Lebensjahr seine Bestimmung und im weiteren Verlauf seine Mission findet.
Der Ort ihrer Tätigkeit ist Berlin, und er bleibt Berlin, mit vom Kriege bedingten Unterbrechungen. Ihren künstlerischen Werdegang in jungen Jahren und bis hin zu den reifen Früchten ihres späteren Lebens auf dem Hintergrund der dramatischen Zeitereignisse zu sehen und zu begreifen, ist meinerseits ein Anliegen. Auch dies ist ein Versuch. Er möge als Anregung dienen, sich mit den geschichtlichen Ereignissen des vergangenen Jahrhunderts tiefer, gründlicher vertraut zu machen, als es mir möglich war. Es können sich daraus Perspektiven und Richtlinien ergeben für die weitere Entwicklung der Eurythmie in die Zukunft hinein, wenn es gelingt, als Zeitgenosse in das Zeitgeschehen zu lauschen und daraus seine Antriebe und Inspirationen für das künstlerische Schaffen zu finden, zu empfangen. Dieses wache Lauschen auf geistige Prozesse hinter dem Tagesgeschehen ist eine Fähigkeit, die man von Helene Reisingers Künstlerleben lernen kann.
Sie gehört zu der ersten Generation von Eurythmisten und hat das Schicksal, die intensive schöpferische Entwicklungsphase 1922/23 in Dornach mitzuerleben. Eine Zeit, in der die Eurythmie als Bühnenkunst immer mehr in die Öffentlichkeit tritt unter der strengen Leitung Marie Steiners und der bereichernden schöpferischen Führung und Pflege Rudolf Steiners. Ihre entscheidenden Impulse verdankt sie dieser Zeit.”
Quelle: Helene Reisinger. Ihr Schicksal, die Eurythmie im 20. Jahrhundert, Verlag am Goetheanum 2013’
En vooruit, tot slot een vooruitblik op onze Hokjesman
vanavond om 21.35 uur op Nederland 3. We zijn toe aan ‘Aflevering 5: de autonomen’:
‘Waarin Michael Schaap, alias De Hokjesman, op zoek gaat naar de wereldverbeteraars, de dromers, de activisten die niet lijdzaam toekijken, maar die de wereld willen veranderen. Soms ten koste van zichzelf en anderen: De anarchistische autonome subversieven, die niet hangen aan status en bezit en die geloven in zichzelf en niet in de maatschappij met zijn opgelegde structuren.
Sinds de jaren 60 ontstaat er telkens een nieuwe groep hemelbestormers die met welhaast kinderlijk optimisme de wereld meent te moeten gaan verbeteren óf ervoor kiezen om zich aan die wereld te ontrekken... Daarbij wordt het conflict niet zelden geschuwd... Zo had je in de vorige eeuw provo’s en de kabouters,, vredesdemonstranten en krakers, die fel rebelleerden tegen de leegstand van woningen. Waar zijn die mensen gebleven? Bestaat er nog zoiets als het “linkse actiewezen”?’
En in zijn altijd treffende en hilarische voorbeschouwingen
voor de VPRO Gids, schrijft Hugo Hoes dit keer ‘Zelfvoorzien’. Ja, Onze
Lieve Heer heeft bijzondere kostgangers:
‘“Wat niet mag, kan nog steeds” staat op het T-shirt van de “woonrechtactiviste” op het kraakspreekuur in Amsterdam Oost. Maar waar? Dat zoekt de hokjesman uit in de vijfde aflevering van zijn amusante antropologische veldtocht, en daarin begeeft hij zich onder autonomen. Die zijn zelfs binnen Amsterdam zeldzaam geworden, dus moet de westelijke rafelrand van de stad worden opgezocht en overgestoken. Daar ontdekt hokjesman het adm-complex, een “vrijhaven” vol levenskunstenaars met eigen kleding, feesten en eetgewoonten.
Tot zijn geruststelling zijn die luitjes veganistisch, dus bang om er op het jaarlijkse feest in de grote kookpot te belanden hoeft hij niet te zijn. Voor een goed functioneren van deze vrijplaats hebben de bewoners een groot aantal regels opgesteld. Er wordt veel vergaderd en het sympathieke democratische consensusstreven maakt de besluitvorming traag en stroperig. Vervelend? Ach, het houdt de tijd enigszins buiten de deur. Opmerkelijk is het ongeschreven ballotagesysteem voor nieuwkomers, want de vrijplaats blijkt niet voor iedereen. Er staat een groot hek omheen en aan buitenkant daarvan heeft zicht een bonte verzameling stadsnomaden verzameld. Bevindt zich daar de nieuwe vrijplaats?’
23 opmerkingen:
In ‘der Staat und die Waldorfschule’ is sprake van ene Andreas Lichte en zijn artikelen in de ‘Ruhrbarone’. Hij beweert daarin dat het leerplan van de vrijescholen ‘racisme’ bevat. Ik heb met hem de discussie gezocht, maar hij geeft niet thuis.
Wat ik met hem wilde bespreken staat hier: http://steinerschoolgefocust.wordpress.com/2012/12/29/andreas-lichte-generalisieren-und-hineininterpretieren/
Het is opmerkelijk dat de critici met grote woorden van alles beweren, maar met echte bewijzen komt men niet. In dit opzicht doet Lichte niet onder voor de Jonghe, die met dezelfde aantijging kwam: het vrijeschoolonderwijs als een soort ‘paard van Troje’ waarin Steiners ‘mensheidsontwikkelingsmodel de school wordt binnengeloodst’ (sic).
Ook de Jonghe kan maar niet verder komen dan het tonen van een paar schriftjes van leerlingen die iets onschuldigs over ‘Atlantis’ hebben opgeschreven.
Van het aanbod om op mijn blog nu eens haarscherp te bewijzen waar dat zgn. racisme dan in het vrijeschoolonderwijs zit, maakte de Jonghe – stilzwijgend – geen gebruik.
Wat Steiner over de Franse taal zegt in ‘Die Konferenzen mit den Lehrern’ ziet er – voor mij in ieder geval – bevreemdend uit. Toch was het voor hem geen enkel punt om het Frans als taal in het leerplan op te nemen. Bovendien blijkt, toen dit vak voor het leerplan inhoud werd gegeven, hoeveel Steiner van de Franse literatuur wist en met welke kennis van zaken hij onvoorbereid daarover sprak.
Volgens de Algemene Onderwijsbond is het aantal leerlingen antroposofisch basisonderwijs afgenomen met 1,5%.
(…) Het aantal leerlingen dat een vrijeschool voor voortgezet onderwijs bezoekt, is de afgelopen vijf jaar gestegen. Met ruim 13 procent, zo blijkt uit de cijfers van OCW. In het primair onderwijs blijven de cijfers achter. Daar is het aantal afgenomen met 1,5 procent. (…)
Bron: Algemene Onderwijsbond 06/02/2013
Volgens Leo Stronks - een antroposofische bron die geen cijfers geeft - zou het leerlingenaantal in het antroposofisch basisonderwijs nivelleren in de jaren.
Het zou handig zijn om te weten waarop Stronks zich baseert, maar de cijfers heb ik tot op heden niet gekregen. :-)
Over Atlantis in de antroposofische school
Pieter fantaseert hardop: (...)'Ook de Jonghe kan maar niet verder komen dan het tonen van een paar schriftjes van leerlingen die iets onschuldigs over ‘Atlantis’ hebben opgeschreven.'(...)
Er is wel meer dan schriftjes. Zo schrijft een bekend antroposofisch leraar in 2012: (...)'Atlantis kan voorbij komen tijdens de geschiedenisperiode in klas 5'(...)
Een andere - weliswaar iets minder bekend antroposofisch leraar bij het begin van schooljaar 2010-2011: (...)'De eerste periode zit erop: we hebben geschiedenis gegeven: Atlantis (overgang van mythe naar geschiedenis), India, Perzië, Mesopotamië en Egypte.'(…)
Citaat van een student van de antroposofische lerarenopleiding van Hogeschool Helicon (Vrijeschool Pabo Hogeschool Leiden). Academiejaar 2011-2012:
(...)‘Met geschiedenis krijgen we eigenlijk geen geschiedenis maar antroposofie. Ik heb best wel moeite met deze les juist omdat het geschiedenis heet maar we geen feiten uit de geschiedenis leren. We leren over Atlantis, hoe de mens zich ontwikkeld en verhard heeft (in het begin waren we volgens de antroposofie een soort kwalachtige wezens) en zich over de wereld verspreidde. Hoe de mens dingen leerde zoals de landbouw (dit is ons geleerd door een soort van tovenaars).’(...)
Er is nog meer, o.a. aanwijzingen van Rudolf Steiner aan de leraren van de eerste antroposofische school om er niet voor terug te schrikken om bij kinderen over Atlantis te spreken.
Reactie op artikel Geschiedenisonderwijs op Steinerscholen.com waar vier maanden geleden Pieter Witvliet (weliswaar onder het pseudoniem Joost Alfrik) nog deelnam aan de discussie, maar naar gewoonte niet inhoudelijk reageerde.
En zoals ik nog maar pas geleden al schreef op mijn blog:
'In zijn streven om een school op te richten hanteerde Steiner unieke ethische normen. Zo adviseerde hij zijn leraren dat het nodig was om mensen ‘voor de gek te houden’ (‘eine Nase drehen’).[22] Naar buitenstaanders toe was het – ‘om hen niet voor het hoofd te stoten’ – van belang om, als er werd gesproken over de samenhang tussen de Antroposofische Vereniging en de school, ‘wijsheid aan de dag te leggen’. Er mocht van Steiner ‘niet te sterk de indruk gewekt worden’ dat in de school antroposofie gedoceerd wordt. Nee, ‘niet theoretisch antroposofie doceren’ stond Steiner voor, maar wel ‘de antroposofische waarheden in de school gebruiken’.[23] De antroposofische leer komt echter wel degelijk aan bod in de steinerschool. Een voorbeeldcasus is Atlantis.'
[22] R. Steiner, Konferenzen mit den Lehrern, GA300b, p. 218-219.
[23] R. Steiner, Konferenzen mit den Lehrern, GA 300c, p. 138.
Antroposofische 'waarheden' in de klas
Maar ‘dit meer dan schriftjes’ is van dezelfde kwalititeit of liever het ontbreken daarvan.
Wat zegt ‘Atlantis’. Je gebruikt het steeds als een soort vloek in de Gereformeerde kerk, maar werkelijke inhoud geef je niet.
Jij nog mild, je evenknie Andreas Lichte onbeschaamd, beschuldigen ons van racisme wanneer het woord Atlantis in een klas valt.
Ik vraag je heel concreet: hoe ziet dit racisme eruit.
<>
Dit is de inhoud van zo’n schriftje.
Waar is hier het racisme?
En dan mag je nog een keer:
'Er is wel meer dan schriftjes. Zo schrijft een bekend antroposofisch leraar in 2012: (...)'Atlantis kan voorbij komen tijdens de geschiedenisperiode in klas 5'(...)
Wat vaag en nietszeggend.
Hoe is Atlantis hier voorbijgekomen? En hoe ziet het racisme er hier uit?
De inhoud van het schriftje wilde niet mee:
Tussen Europa en Amerika, waar zich een grote zee bevindt, was ooit een werelddeel Atlantis genaamd. De aarde was nog zachter, de lucht dikker en met nevels doordrongen. Een weelderig plantendek bedekte de bodem.Gedurende lange tijdsfasen ontstonden verschillende mensenrassen, waarvan we de nakomelingen tegenwoordig in de zwarte, rode, gele en blanke volkeren aantreffen.
Toentertijd hadden de mensen nog een zacht vormbaar lichaam. Hun geheugen was sterk, hun verstand echter nog nauwelijks ontwikkeld. Hun spreken had een grote kracht, ze konden de groei van de planten (beïnvloeden) en de wilde dieren temmen. Langzaam werd bij de mens het zelfbewustzijn wakker. Het verleidde velen tot egoïsme en tot het kwaad. Men vergat de goede goden en men diende koningen met toverkracht. Geweldige natuurgebeurtenissen deden Atlanits beven zodat het langzaam in de watervloed zonk.
Wat een gek verhaal. Het lijkt wel of Steiner wordt nagepraat. Precies wat critici beweren: antroposofie op kindermaat.
In je eerste reactie op mijn vragen aan je, moet ik al weer vaststellen dat je geen antwoord geeft.
Of deze tekst in een periodenschriftje geschiedenis 5e klas ‘gek’ is, is nu niet van belang; ik vraag je waar is het ‘paard van Troje’ hier; en bij de vage beweringen die even vage leerkrachten hebben gedaan. Waar is de ‘Mogelpackung’, het ‘racisme op kinderniveau.
Dit is uit het schriftje van de Duitse Lucas-voor Lichte een bewijs voor antroposofie in de klas, dus voor ‘kindgerechter Razzismus’.
Atlantis
Slechts heel moeilijk is de sluier die over de wieg van de mensheid ligt, op te tillen. Onder het water van de grote vloed schijnt iedere herinnering begraven. En toch zijn er mysterieuze berichten, sprookjes en sagen, verhalen die uit het verre verleden opdoemen en van dat verdronken land verhalen waaruit de mens, uit de duisternis van de geschiedenis, langzaam zichbaar geworden is. Als het murmelen van oeroude wateren dringen deze liederen door de nevelsluiers van het vergeten: (er volgt dan een gedicht van Mörike.
Waar is hier jouw paard van Troje?
Pieter, ik zie jou op je blog het volgende stellen:
(…) Een half uurtje racismeles?
Vanaf klas 5 krijgen de leerlingen 2x per jaar een periode geschiedenis van 3 weken, gedurende 5 dagen van 2 uur. Dat zijn voor klas 5 t/m 12 8 leerjaren. 8 jaren van 6 weken van 5 dagen van 2 uur. Dat is 480 uur geschiedenis. Een half uur ‘Atlantis’ Dat is 1/960 deel; dat is 0,1%.
Als, ik zeg als, want op heel veel scholen, is Atlantis al helemaal geen onderwerp, als de kinderen daarover iets van Steiners mededelingen te horen zouden krijgen, dan neemt dat 0,1% van de tijd in die op de vrijeschool aan geschiedenis wordt besteed. (…)
Dit noemt men nu minimaliseren.
Enkele artikels waarin het voorkomen van Atlantis in de leerstof wordt besproken:
Antroposofische waarheden in de klas: Atlantis
Geschiedenisonderwijs
Waldorfschule: Vorsicht Steiner
Infos über Sekten, Kulte und den Psychomarkt: Waldorfschulen
Wundersame Waldorf-Pädagogik oder Atlantis als Bewusstseinszustand
Dit waren de vragen:
waar is jouw paard van Troje; waar is de Mogelpackung; waar is het racisme op kinderniveau
Vrijescholen veranderen en komen tot nieuwe inzichten. Helaas blijven bij sommige mensen bepaalde oude beelden bestaan.
Het geschiedenisonderwijs binnen de vrijescholen is bijvoorbeeld regelmatig onderwerp van gesprek. Voorbeeld hiervan "De canon van de geschiedenis en de
vrijeschool, een handreiking", die in december 2012 verscheen als document bij de Vereniging van Vrijescholen.
Doel van dit document is het geschiedenisonderwijs in de vrijeschool opnieuw te beschrijven.
globaal gerealiseerd. De notitie geeft handreikingen hoe door
het leggen van andere accenten aspecten van de canon binnen het leerplan van de vrijeschool
gerealiseerd kunnen worden.
Specifieke aandacht wordt besteed aan de relatie tussen de ontwikkeling van de leerling en de mogelijkheden die het geschiedenisleerplan in dit opzicht biedt. De onderwerpen
van de canon worden ook in dit licht behandeld.
De Vereniging van Vrijescholen schrijft:"Hoewel de canon geen verplicht onderdeel is van het geschiedenisonderwijs hechten de vrijescholen eraan dat een positie wordt ingenomen. In een politiek klimaat waarin af en toe geluiden doorklinken die de identiteit van de eigen bevolking voor en boven die van anderen plaatsen lijkt een stellingname geen overbodige luxe."
@Geert,
Is er in deze handreiking een plaats ingeruimd voor het antroposofische 'Atlantis'?
Zo ja, waarom en zo nee, waarom niet?
Geert Looyschelder, je hebt het over een oud beeld. Hoe sta jij dan als overkoepelend bestuurder van meerdere vrijescholen tegenover actuele getuigenissen van leraren, leerlingen en ouders m.b.t. wantoestanden in antroposofische scholen?
Bijvoorbeeld het overbrengen van pseudowetenschap aan leerlingen, toedekken van misbruik, het uitsluiten van kritische ouders, enz...?
Als jij als bestuurder weet zou krijgen van misbruik in een van je scholen, zou je daar dan werk van maken om dat op te helderen?
@de Jonghe:
Uiteraard mag je wanneer je maar wilt aan wie wat voor vragen dan ook stellen, maar zou je niet eerst de mijne beantwoorden?
Dit waren de vragen:
waar is jouw paard van Troje; waar is de Mogelpackung; waar is het racisme op kinderniveau?
Of trek ik hier de conclusie dat je daarop niet KUNT antwoorden?
Voor Trojaans Paard, zie gelijknamig subhoofdstuk in Focus op de steinerschool - Onderwijs op maat van wie?
Onder andere Klaus Prange duidt het begrip Mogelpackung in samenhang met de antroposofische school in een artikel op Ruhrbarone. Samenvatting daarvan is hier te vinden: Indoctrinatie
Racisme in de antroposofie en antroposofische scholen wordt al decennia lang aangekaart. Ik heb er zelf hier een en ander over gezegd. Maar Floris Schreve is nog beter geplaatst om daar wat van te zeggen. Lees bijvoorbeeld zijn reeks op zijn blog: 'de antroposofie is racistisch en sektarisch'.
Maar deze links en andere, verwijzen voortdurend naar abstracte gedachtekronkels en hersenspinsels. Nog nooit heb ik 1 concreet feit onder gehad waaruit blijkt dat het vrijeschoolonderwijs racistisch zou zijn of dat je dit uit de pedagogische aanwijzingen van Steiner zou kunnen opmaken.
Die theoretische bouwwerken die ken ik nu wel: nu de praktijk. Waar, wat, hoe.
Dit is een realiteit en laat tevens de belachelijkheid zien van je 'paard van Troje' en Pranges 'Mogelpackung'
http://www.ecswe.net/downloads/activities/WOW-Leaflet-En.pdf
De meeste informatie op mijn weblog komt van mensen die ervaringen hadden met antroposofische instellingen. Getuigenissen uit het dagelijkse leven in de antroposofische beweging.
Je vindt als je deze link aanklikt : een aantal van die getuigenissen opgelijst
En op de weblog Steinerscholen.com vind je in de rubriek getuigenissen ook nog talrijke ervaringen, waarbij ik de meeste van context heb voorzien.
Dat de antroposofische scholen wereldwijd werkzaam zijn sluit overigens geen racisme uit. Het kan even goed een teken zijn van bekeringsdrang. Missionariswerk is van alle tijden. En antroposofen gaan er toch prat op dat ze een missie hebben, niet?
Maar ook deze links zijn opnieuw meer van hetzelfde.
Ze gaan naar je eigen blogs, waarop dus nog nooit een concreet bewijs is geleverd dat het vrijeschoolonderwijs racistisch zou zijn. En daar gaat deze draad over.
Ik kan geen enkele 'getuigenis' vinden van iemand die door zijn of haar vrijeschool 'racistisch' zou zijn geworden, dan wel daar 'racistisch' behandeld zou zijn.
En als dat al zo zou zijn, waar baseerde de betreffende leerkracht zich op. I.p.v. abstracte theorieën te fantasterijen zouden de critici, jij dus ook, gedegen onderzoek moeten doen; gedegen wetenschappelijk onderzoek, i.p.v. gebazel tussen pseudo en quasi.
Dat bewijs lever je niet;levert Lichte niet, Prange niet, Staudenmaier niet om de eenvoudige reden dat er in Steiners pedagogisch werk geen onderwerpen behandeld worden die met 'racisme'in verband gebracht kunnen worden.
En zo lang dit niet concreet bewezen is, blijf je voor mij de 'schriftjesgeleerde' die een 'kreupel paardje van Troje' op de been wil houden.
http://steinerschoolgefocust.wordpress.com/2013/01/29/wat-op-deze-blog-te-vinden-is/
Wat versta jij dan onder 'concreet bewezen', als je getuigenissen, ervaringen en documentatie uit de klaspraktijk ook al niet aanvaardt?
Het is nu eenmaal zo dat de antroposofische beweging vrij goed is in het verbergen van haar intenties door middel van het opstellen van allerlei documenten.
Het was Steiner zelf die deze praktijk is begonnen (zie zijn gesprekken met zijn lerarencollege) en dat vindt vandaag de dag nog steeds doorgang.
Jij kunt dat waarschijnlijk niet zien, omdat je zelf in die beweging zit.
Ondertussen is men weliswaar in Duitsland toch al in de goede richting aan het gaan, want daar begint kritiek op Steiners rassenleer vanuit de antroposofische beweging gestalte te krijgen.
Waarschijnlijk is ook dat je ontgaan. Maar niet getreurd: Michel heeft het in zijn meest recente stuk, Tirannie, aangehaald.
Je kunt je dus even bijlezen en je inzichten bijstellen aan de hand van de laatste berichtgeving m.b.t. het debat over Steiners racistische uitlatingen.
Ofwel blijf je gewoon roepen dat Steiners uitlatingen niet racistisch kunnen zijn.
Ik durf erom te wedden dat je de laatste optie neemt.:-)
--Wat versta jij dan onder 'concreet bewezen', als je getuigenissen, ervaringen en documentatie uit de klaspraktijk ook al niet aanvaardt?--
Ik zei toch: nergens blijkt uit de 'getuigenissen, ervaringen en documentatie iets van racisme in het vrijeschoolonderwijs.
--dat de antroposofische beweging--
de vrije scholen is niet identiek aan antroposofische beweging.
We hebben het hier over het onderwijs
Wij hebben het hier niet over 'racisme en antroposofie', maar over racistische inhoud van het vrijeschoolonderwijs.
Zoals gezegd: daarvoor kan uit Steiners pedagogisch werk niets worden aangedragen.
Pieter,
Ik had er ook om kunnen wedden dat je zou roepen dat in het antroposofisch onderwijs geen racisme voorkomt.
Je hebt de getuigenissen op mijn blog en website niet goed gelezen (als je ze al gelezen hebt, want je kraamt wel vaker allerlei uit zonder je te hebben gedocumenteerd).
Maar iets van een andere site dan, waar alleen al aan de hand van een tekening wordt geïllustreerd hoe in het antroposofisch onderwijs Steiners rassenleer afnemers kent.
Meer recent materiaal m.b.t. racisme in de antroposofische school vind je onder de links die ik hierboven al heb gegeven.
Niet dat ik denk dat je er vanuit jouw denkkader iets verkeerd zal aan zien, want je wierp je eerder ook al op als verdediger van leraren die aan de haal gaan met leerlingen. Was ook niks aan de hand volgens jou.
Een beetje kosmisch racisme kan er waarschijnlijk ook wel bij dan. :-)
Toen Steiner in 1919 de leiding op zich nam van de door Molt gestichte Waldorfschool was net de 1e Wereldoorlog ten einde. Ontzaglijk veel leed was over een groot deel van Midden- en West-Europa uitgestort. Veel puin, ontreddering en sociale wanorde. Steiner getroostte zich bijzonder veel moeite om een nieuwe maatschappelijke orde te stichten waarin deze gruwelen niet meer zouden kunnen voorkomen. In de opkomst van het communisme zag hij het nivellerende spook van het materialisme opdoemen; het einde van de geestelijke vrijheid (zoals we de laatste 50 jaar hebben kunnen waarnemen). Wie zich verdiept in bv, GA 192 ziet hoe arbeiders werden uitgebuit en nauwelijks kans zagen uit ‘hun’ proletariaat te geraken. De werkers van de Waldorf-Astoriafabriek liepen iedere dag langs een middelbare school waar zij niet werden toegelaten toen ze nog de leerlingleeftijd hadden. Steiner stond o.a. een vrij geestesleven voor ogen. Concreet betekende dat voor een school: geen staatsinvloed. In de chaos van na de oorlog bestonden er nog allerlei wetten waar de nog lang niet stabiele overheid van toen in die verwarde en verwarrende tijd het maar mee moest doen. Molt kreeg te maken met wetten uit 1836! Tegen deze achtergrond begon Steiner met de toekomstige leerkrachten. Gezien de enorme maatschappelijke problemen en het grootse ideaal van Molt, vormgegeven door Steiner is het buitengewoon goed te begrijpen dat de onderhandelingen met de overheid maar tot één doel moesten leiden: kunnen doorgaan met het realiseren van de Waldorfschool, dat was met het realiseren van vrij geestesleven, een nieuwe en betere maatschappij.
Dat is de achtergrond van de Jonghes verdichtsel: 'In zijn streven om een school op te richten hanteerde Steiner unieke ethische normen. Zo adviseerde hij zijn leraren dat het nodig was om mensen ‘voor de gek te houden’ (‘eine Nase drehen’).[22]
(dat nu eindelijk eens verwezen wordt naar een exacte vindplaats in de GA 300 die uit 3 delen bestaat (ruim 750 blz.) is al een hele winst in vergelijking met het verleden waarin de Jonghe naar hartenlust het ene citaat na het andere misbruikte voor zijn eigen gelijk zonder de exacte vindplaats te vermelden.
Knullig is dan wel weer dat deze [22] niet in GA 300B, maar in GA 300A staat.
Om heel de context te begrijpen is het nodig ook blz.26 t/m 30 te lezen.
Steiners uitspraak houdt absoluut geen aanwijzing in hoe je met mensen moet omgaan. De suggestie dat daarom antroposofen en/of leerkrachten ook zo met hun medemens om (moeten) gaan is natuurlijk absurd.
Het gebruik ‘unieke ethische normen’ is voor iemand als de Jonghe die zelf op Jezuïtische manier mensen voor de gek hield, toch een opmerkelijke uitspraak.
Gezien tegen welke achtergrond Steiners geciteerde uitspraak werd gedaan, is de uitleg van de Jonghe die van een onnozele.
Op je reactie van 11/2 17.01
Steeds datzelfde patroon: als je je ingebrachte argumentie ontkracht of ontmanteld ziet, word je zurig en gaan je opmerkingen die dan niets meer met het onderwerp te maken hebben richting onder de gordel.
Dat deert mij niet; met Steiners aanwijzingen uit GA 10 bv. lukt het steeds meer om het wezenlijke van het onwezenlijke te onderscheiden.
Bijna onwezenlijk is je link naar die gebeurtenis uit 1996. Het is wel opmerkelijk dat je 16 jaar terug moet om met iets te komen wat dan richting racisme gaat.
Het is wel een interessant fenomeen. Wat de leerkracht hier deed is geen vrijeschoolonderwijs. Nergens geeft Steiner aan dat dit lesstof moet zijn. De leerkracht hier heeft antroposofie gedoceerd en dat is iets wat Steiner absoluut niet wilde. GA 293/15: ‘wij hebben er niets aan onze principes, onze wereldbeschouwing aan de wordende mens te slijten.’
Dat staat op meer dan 20 plaatsen beschreven. Wie dat dan toch doet, gaat buiten zijn boekje.
Een overijverige leerkracht, evenals die van het schriftje met de ‘mini-Akasha-kroniek’.(reactie 7/2/ 21.08)
En die zullen er nog wel meer rondlopen. Maar dit als pars pro toto gebruiken gaat natuurlijk te ver. En als je wilt beweren dat DUS DE vrijeschoolpedagogie racistisch zou zijn, ga je vooroordelend te werk; onwetenschappelijke stemmingmakerij.
In jouw kritiek en ook in die van Lichte is de wens ( om te kunnen bekritiseren) de vader van de verwrongen, in Lichtes geval van de bijna paranoïde, gedachte(n).
Uiteraard zijn niet alle leraren overijverig, net zo min dat ze allemaal racistisch zouden zijn.
Dat hoor je me ook niet zeggen.
Wel zit in Steiners gedachtegoed, waarop de antroposofische school zich baseert, flink wat racisme.
Een beeld zegt soms meer dan duizend woorden.
Een reactie posten