Zonder veel omhaal kan ik hier ‘Blogspot’ van afgelopen vrijdag 12 juli vervolgen. De website van ‘Voor onze vrijescholen’ meldt:
‘Tussenstand op 15 juli, 14:45 uur. Op dit moment hebben 226 mensen getekend, die samen 243 kinderen vertegenwoordigen. Dat is 41% van alle kinderen op de drie basisscholen.’
Er staat ook deze ‘Reactie brief bestuurder’:
‘Lees hier onze reactie op de brief die de bestuurder op 10 juli verstuurde.’
Aangezien ik die brief van 10 juli vrijdag hier plaatste,
neem ik deze reactie wederom integraal over:
‘Over de brief van de bestuurder
Op 10 juli 2013 stuurde Lizzy Plaschek een brief waarin ze terugblikt op het bijna voorbije schooljaar, en waarin ze een aantal vragen beantwoordt die zouden leven.
Wij vinden het prettig dat de bestuurder communiceert met ouders, want dat is in de afgelopen periode naar onze mening te weinig gebeurd. Helaas vinden we dat de brief geen antwoord geeft op onze zorgen en kritiekpunten. De antwoorden op de vragen verschillen niet van de antwoorden die we al eerder hebben ontvangen, en die antwoorden zijn wat ons betreft onvoldoende. Onze brief en de oproep aan de Raad van Toezicht blijven daarom onverminderd van kracht.
Onderteken hier de oproep aan de Raad van Toezicht
Onze reactie
Hieronder volgt een puntsgewijs antwoord op de brief van de bestuurder. Daarnaast zullen we de komende dagen extra aandacht besteden aan een aantal belangrijke thema's uit deze brief. U kunt nu al lezen over de prognoses van het aantal leerlingen in de komende 15 jaar:
Prognoses van het aantal leerlingen in de komende 15 jaar (daling niet 25%, maar 14%)
Citaat bestuurder:
“Hoewel ik weet dat dit vertrouwen er bij een grote meerderheid van de ouders nog steeds is, werd door een aantal ouders getwijfeld aan de competenties en intenties van mensen die zich de afgelopen jaren hebben ingezet in dit proces. Zo werd er getwijfeld aan inzet en intentie van leden van MR, werkgroepen, directeuren, Raad van Toezicht en mijzelf. Dat doet zeer om redenen van respect en gemeenschap, want ik betwijfel of een gemeenschap groeit door in pamfletten en petities, websites en blogspots op te roepen tot blokkade. Ik voel hierin een neiging tot polariseren en escaleren en zie het als mijn verantwoordelijkheid om naar de rollen te kijken die wij tot elkaar aannemen.”
Onze reactie:
We begrijpen niet waar de bestuurder haar stelling op baseert dat de grote meerderheid van de ouders vertrouwen heeft. Wij zouden dit graag onderbouwd zien. Zeker is nu al dat zij een substantieel deel van de ouders niet mee heeft kunnen nemen in het proces. Wat betreft de polarisatie die gaande is, dat zijn wij met de bestuurder eens. En ook ons doet dat zeer, meer dan de bestuurder zich lijkt te realiseren. Maar ligt de schuld voor deze polarisatie bij de ouders die kritisch zijn op het proces? Polarisatie ontstaat daar waar niet geluisterd wordt. Steeds zien wij terug dat afwijkende, kritische meningen opzij worden geschoven en worden gediskwalificeerd. Leden van de gemeenschap die de moed hebben (gehad) om afwijkende meningen te uiten, krijgen te maken met negatieve kwalificaties. De bestuurder suggereert dat wij twijfelen aan de competenties en de inzet van heel veel mensen die in het proces betrokken zijn geweest. Dat klopt niet, en dat hebben we ook nergens gecommuniceerd. Ons punt is nu juist dat het proces niet goed is geweest. En dan krijg je de situatie dat velen zich met hart en ziel inzetten maar dat de uitkomst toch niet goed is. Dat is voor iedereen pijnlijk.
Bijlage vraag 1: Is het zeker dat met het genomen besluit (van 3 naar 2) de stichting niet alsnog failliet zou kunnen gaan?
In antwoord op deze vraag wordt gesteld dat de kans op een faillissement bij 2 locaties kleiner is dan bij 3 locaties. Dat lijkt ons logisch. Waar het ons om gaat is – en die vraag wordt niet beantwoord – of we failliet gaan als we voorlopig doorgaan met drie locaties. Het antwoord is nee. Om dit te laten zien zullen we binnenkort met een tegenbegroting komen. En de vervolgvraag is dan: gaan we, vanuit onze visie, moeite doen het vrije school onderwijs voor een groot publiek toegankelijk te houden? Of geven we nu al alle moeite op die het verleden is gedaan voor een derde schoollokatie, vanwege onzekere cijfers en onzekere prognoses?
Bijlage vraag 2: Wat lost het besluit om van 3 naar 2 te gaan eigenlijk op?
Dit is een hele belangrijke vraag: Welk probleem wordt met het besluit opgelost? Opnieuw komt er geen helder antwoord. Waarom wordt niet meer ingegaan op de problemen uit de Quick scan?
Er wordt gezegd dat het besluit kwantitatief gezien de scholen in financieel veilig vaarwater brengt, doordat klassen maximaal worden gevuld. Het geeft ons een beetje het gevoel alsof het hier om een legbatterij gaat in plaats van een school, maar op zich klopt het wel. Hoe voller je de klassen maakt, hoe gunstiger het financiële plaatje. Ook hier is de vraag niet of het financieel gunstiger is, maar of het financieel noodzakelijk is. Dat betwijfelen wij en het wordt in de brief wederom ook niet aangetoond.
Daarnaast wordt een nieuw argument genoemd om van 3 naar 2 te gaan: we zouden hierdoor dichter bij elkaar komen te staan. Het is ons niet duidelijk waar dit argument vandaan komt en ook niet waarom het teruggaan naar 2 scholen hierbij zou helpen. Wij zijn het trouwens volledig eens met het streven om dichter bij elkaar te willen staan, daar willen we ons graag voor inzetten.
Bijlage vraag 3: Waarom benadrukt de bestuurder iedere keer dat het besluit om van 3 naar 2 PO scholen te gaan onomkeerbaar is?
Eigenlijk wordt hier gezegd dat het besluit onomkeerbaar is omdat er in de ogen van de bestuurder een mooi proces is doorlopen, en omdat het besluit nu eenmaal is genomen. Dat vinden wij geen sterk argument. Op een besluit kan altijd worden teruggekomen. Waarschijnlijk is het zo dat de bestuurder niet op het besluit terug wil komen. Maar onomkeerbaar is het natuurlijk niet. Wel is het zo dat met de gemeente in gesprek zal moeten worden gegaan over de invulling van het bouwbudget. Maar dit budget zal gewoon beschikbaar blijven als er een ander plan komt dat aan de randvoorwaarden van de gemeente voldoet en dat tijdig wordt uitgevoerd. Terugkeer naar het oorspronkelijke bestedingsdoel (nieuwbouw voortgezet onderwijs) ligt binnen die randvoorwaarden.
Bijlage vraag 4: Waarom heeft de IJssel besloten om “te bewegen”?
Het is niet te begrijpen waarom juist bij dit belangrijke onderdeel geen overleg is geweest met ouders. De communicatie over deze herverdeling is van begin af aan – en nog steeds – onduidelijk en zeer verwarrend. De argumentatie, de uitvoering en de gevolgen zijn zelfs nu nog niet duidelijk.
Bijlage vraag 5: Hoe kijkt de bestuurder zelf aan tegen haar eigen optreden in deze verandering? Ziet ze zelf ook in dat er dingen anders hadden kunnen of moeten gaan?
Het is goed dat de bestuurder de bereidheid uitspreekt op zichzelf te reflecteren. Maar het is dan jammer dat zij zich in de tweede zin alweer beklaagt over de feedback die niet altijd even constructief tot haar komt. Wij hebben dit eerder gehoord; in veel gesprekken die wij met haar hadden, repte zij over ouders die haar niet correct hadden bejegend en die geen oog hadden voor haar drukke werkzaamheden. Dit is ongetwijfeld wel eens voorgekomen, en ook wij vinden dat niet goed.
Het beklag over deze ouders ging vaak gepaard met een compliment aan ons dat wij ons wel correct opstelden. Maar al snel veranderde dat, en kwamen wij in dezelfde positie terecht als de ouders waartegen zij reclameerde.
Bijlage vraag 6: Waarom is de bestuurder niet veel transparanter en maakt zij niet alle informatie openbaar?
Citaat:
“De initiatiefgroep wilde een informatieachterstand inhalen om het besluit van 3 naar 2 te kunnen begrijpen, zo werd gezegd. Ik heb toegezegd om informatie te verstrekken die gebruikt was voor de keuze van het scenario om van 3 naar 2 scholen te komen.”
Onze reactie:
Het is onvolledig wat hier wordt gezegd, je kunt eventueel de gemaakte afspraken er op nalezen. Het ging ons er om dat de onderbouwing van het besluit op tafel zou komen, zodat wij overtuigd zouden kunnen raken van de juistheid van het besluit. Als dat was gebeurd dan zouden wij het besluit mede hebben gedragen en ook hebben uitgelegd naar andere ouders. De stukken die wij hebben opgevraagd achtten wij wel degelijk van belang om de onderbouwing van het besluit te verhelderen. Wat is er eigenlijk op tegen deze informatie te geven wanneer er niets te verbergen valt? Uiteindelijk hebben we maar twee documenten gekregen, en hieruit konden we niet opmaken dat het nodig was een school te sluiten.
Bijlage vraag 7: Klopt het dat de bestuurder een vriendinnetje is van een lid van de Raad van Toezicht en op die manier aan deze baan is gekomen?
De bestuurder geeft hier aan dat zij inderdaad een kennis is van een lid van de Raad van Toezicht en zo aan deze baan is gekomen. Een ieder mag beoordelen wat hij/zij hiervan vindt.
Feit is dat de Raad van Toezicht wat betreft de aanstelling van de bestuurder is afgeweken van eerder gemaakte afspraken met de GMR. De GMR meldt hierover op 11 juli 2013 in een bijlage van het weekbericht: “Op 10 april 2013 ontving de GMR een brief van de RvT met daarin een adviesvraag over hun voorgenomen besluit de bestuurder een vaste aanstelling te geven en af te zien van het opstellen van een profiel en een open sollicitatieprocedure. De GMR heeft hierover negatief geadviseerd, vanwege het ontbreken van een profielschets.”
De informatie die in de reactie van de bestuurder ontbreekt is hoe het op dit moment staat met de contacten tussen de bestuurder en het lid van de Raad van Toezicht. Dit is van groot belang omdat de Raad van Toezicht en het bestuur voldoende afstand tot elkaar moeten hebben om hun rollen goed te kunnen vervullen. De Raad heeft een toezichthoudende rol die alleen effectief kan worden vervuld als er voldoende onafhankelijkheid is ten opzichte van het bestuur. Andersom kan de bestuurder haar rol alleen goed vervullen als de Raad van Toezicht voldoende afstand houdt en zich beperkt tot toezicht houden. Hier wordt echter geen duidelijkheid over gegeven.
De relevantie van de laatste alinea van deze paragraaf begrijpen wij niet goed.
Citaat:
“Na de besluitvorming heeft de bestuurder [naam weggehaald door ons] op de hoogte zijnde van de financiële situatie van de Stichting VSNON, aangeboden om haar interim contract te laten bestaan uit een tijdelijke benoeming. Hierdoor is een substantiële kostenbesparing gerealiseerd t.o.v. een contract met een interim bureau of zelfstandig ondernemer. (BTW en bemiddelingskosten).”
Onze reactie:
Het is goed dat er kosten bespaard worden, maar dit doet niets af aan de vraag of de bestuurder en een lid van de Raad van Toezicht elkaar kenden, en of dat eventueel kwalijk is.
Bijlage vraag 8: Is het verscherpte toezicht van de inspectie nog wel nodig, nu de stichting VSNON in 2012 een positief resultaat van ruim 5 ton heeft behaald?
Het aangepaste financiële toezicht wegens verhoogd risico (dit is de officiële term) staat grotendeels los van de financiële tekorten van de afgelopen jaren en het besluit van 3 naar 2. De bestuurder heeft dit in een eerdere brief van 6 december 2012 ook helder beschreven. Zij maakt daarin duidelijk dat het verscherpte toezicht niet het gevolg is van de financiële tekorten en de (verwachte) daling van de leerlingaantallen. De oorzaak is gelegen in het nieuwe besturingsmodel dat in 2011 werd ingevoerd en de gevolgen daarvan voor het eigen vermogen van de stichting VSNON. Tot 2011 hadden de Stichting VSNON en de Stichting Ondersteuning (die onder meer het vastgoed aan de Dieserstraat beheert) hetzelfde bestuur waardoor de jaarrekeningen bij elkaar werden gevoegd (“geconsolideerd”). Na 2011 kon dat niet meer waardoor plotseling een probleem ontstond met het eigen vermogen. Door onenigheid tussen de bestuurders van beide stichtingen is deze problematiek sindsdien blijven bestaan. Overigens is het laatste woord hier nog niet over gezegd. Er is nog steeds – mits de betrokken bestuurders en toezichthouders hier echt stappen in willen zetten – een goede kans dat de stichtingen opnieuw geconsolideerd zullen worden zoals dat in het verleden ook het geval was. Ook bestaat de mogelijkheid dat de stichting Ondersteuning een deel van haar vermogen zal overdragen aan de stichting VSNON. Kortom, met goede wil en erkenning van zaken die in het verleden mis zijn gegaan, is dit probleem beslist oplosbaar (zonder dat er een school gesloten hoeft te worden).
Bijlage vraag 9: Kan er een derde eerste klas komen?
Citaat:
“Deze discussie willen wij niet voeren.”
Onze reactie:
Wij vinden dit bijzonder teleurstellend.
In de tweede alinea wordt iets gezegd over de financiële risico’s. Wat men vergeet te vermelden is hoe groot de financiële aderlating is als ouders (gezinnen) hierdoor vertrekken (en dat gebeurt).
Bijlage vraag 10: Hoe zit het nu met dat onderzoek naar fijnstof concentraties?
Wij zijn met dit onderwerp bezig en het klopt dat de bestuurder hierover nog niets heeft vernomen. Dit is het gevolg van de snelle opeenvolging van de ontwikkelingen in de afgelopen weken en het daaruit voortvloeiende tijdgebrek. Wij zullen zo snel als mogelijk is een voorstel naar de bestuurder toezenden. Het zal ook op onze website worden gepubliceerd.
Bijlage vraag 11: Blijft er met het besluit om van 3 naar 2 PO scholen te gaan wel voldoende ruimte voor nieuwe leerlingen?
Het antwoord op deze vraag is dus dat er een wachtlijst komt. Over zij-instroom wordt helemaal niets gezegd, daar zal soms geen plek voor zijn. Wij vinden dit geen wenselijke situatie. Willen we wachtlijsten? Willen we klassen met 32 leerlingen?
Bijlage vraag 12: Is het wel echt zo dat de leerlingenaantallen in de toekomst zullen krimpen? Het vrije school onderwijs zit landelijk toch juist in de lift?
Het klopt dat er in de komende 15 jaar sprake is van een daling van de leerlingenaantallen. Een daling echter die in Zutphen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek beduidend kleiner zal zijn dan de cijfers die de bestuurder noemt.
Waar het natuurlijk echt om gaat is of het nu al nodig is om in te grijpen door een school te sluiten. Wij zien daar geen redenen toe. Ook als de leerlingenaantallen dalen, blijven we boven de sluitingsnormen van de gemeente. En er zijn vele voorbeelden van scholen die flink kleiner zijn dan de onze en die toch levensvatbaar zijn. Een goed voorbeeld zijn de scholen die vallen onder Stichting Athena. Het gaat hier om 13 vrije basisscholen, met een gemiddeld aantal leerlingen van 129. De Stichting als geheel is winstgevend.
Daarnaast laat de bestuurder een vertekend beeld zien. Ze kiest de jaartallen 2007 en 2012 en geeft de cijfers inclusief Tobiasgaard. In 2011 is vanwege een incident bijna een hele klas vertrokken en 2007 is precies een jaar met het maximaal aantal leerlingen.
Het vergelijken van de cijfers van PO in 2007 en 2012, dus 643 en 586, geeft een daling van 9%. Vergelijken van de cijfers van 2005 en 2012 voor PO, dus 610 en 586, geeft een daling van 4%. Het is maar net welke cijfers je kiest...
Tabel: leerlingaantallen (bron: jaarverslag 2009, jaarverslag 2011, begroting 2012, rapportage Coresta)
[ga voor tabel en grafiek naar de website, die zijn hier slecht weer te geven, MG]
Bijlage vraag 13: Is de bestuurder zich bewust van het effect dat er van deze onrust uitgaat op ouders en op mensen buiten de vrije school, die hier van horen?
Citaat:
“De verantwoordelijkheid voor de ontstane onrust ligt namelijk bij ons allen.”
Onze reactie:
Wij zijn het hier niet mee eens. De onrust is niet het gevolg van wangedrag van ouders maar van bestuurlijk inadequaat handelen. Wat wij wel als een verantwoordelijkheid voor ons allen zien, is integer en respectvol om te gaan met de ontstane onrust. Om steeds opnieuw met elkaar in gesprek te gaan en te blijven streven naar verbinding.
Bijlage vraag 14: Hoe denken de directeuren en de bestuurder dat zij de huidige onrust op een bevredigende manier kunnen verzachten?
We wachten het af.
Bijlage vraag 15: Wat doen we nu al om de gemeenschapsvorming tussen de drie scholen te versterken?
Gelukkig werken er op alle drie de scholen betrokken leerkrachten die hun werk met hart en ziel doen.
Bijlage vraag 16: Welke rol spelen de MR-en en de GMR in dit proces?
Citaat:
“Wij zouden het als een heel positief effect van het huidige proces beschouwen wanneer meer ouders beseffen dat zij vanuit een MR mee kunnen denken en adviseren over de besluitvorming in de scholen en op stichtingsniveau.”
Onze reactie:
Wij delen dit standpunt.
Bijlage vraag 17: Waarom geen twee eersteklassen op locatie de Zwaan in 2014?
Er wordt hier even kort iets gesteld zonder in te gaan op wat dit voor kinderen en ouders betekent. Wij zouden hier een uitgebreider antwoord verwachten, maar hebben vaker gezien dat de uitwerking van het besluit niet goed wordt doordacht.’
Verder staat op de homepage ook nog:
‘...lees de persoonlijke toelichting van Lex Hemelaar, ouder van de Zwaan.’
Die persoonlijke toelichting luidt als volgt:
‘Toelichting op brief en petitie
Lex Hemelaar, 14 juli 2013.
Beste mensen,
Van verschillende Zwaan ouders heb ik vragen gekregen over wat mij bewogen heeft om de oproep aan de Raad van Toezicht (RvT) te steunen. Ofschoon het meeste in de brief staat, wil ik hieronder graag een persoonlijke toelichting geven.
Ik vind dat er echt iets goed mis is gegaan in het proces en dat de bestuurder daarvoor verantwoordelijk is. Hoe ze ook heet, wie ze ook is en hoe zeer ze haar best heeft gedaan, ik vind dat ze het niet goed heeft gedaan. Het gaat dus niet om de persoon maar om haar functioneren als bestuurder.
De “bottom line” is dat de bestuurder een substantieel deel van de ouders van de drie scholengemeenschap niet heeft mee kunnen nemen in het proces. Daardoor is er niet alleen onvoldoende draagvlak voor het besluit maar ook onvoldoende vertrouwen in de bestuurder. Zo kun je niet verder met het uitvoeren van het besluit en kan de bestuurder ook niet verder met de ouders. Ik vind dat het haar verwijtbaar is, omdat ze niet de goede aanpak heeft gekozen. Dan is er voor mij maar één oplossing: het besluit intrekken en een andere bestuurder aanstellen.
Is er dan een andere aanpak mogelijk die wel succes had kunnen hebben? Ja. Na haar aantreden begin 2012 heeft de bestuurder de RvT al snel geadviseerd het besluit van 3 naar 2 in te trekken. Op een gemeenschappelijke ouderavond heeft ze tegenover alle aanwezigen gezegd dat ze “volop mogelijkheden” zag om drie scholen open te houden. Tegenover de groep De Nieuwe Zwaan verwoorde ze het in maart 2012 als volgt:
“Samengevat is de nieuwe koers van de stichting:
– het voorkeursscenario is dat alle de basisscholen open blijven;
– er is geen scenario dat uitgaat van de sluiting van één van de scholen, ook niet dit najaar;
– er wordt onderzocht of het wenselijk is dat de stichting samengaat met andere stichtingen.
Door een combinatie van kostenreductie/-beheersing en actief werken aan de instroom van nieuwe leerlingen moet het mogelijk zijn drie gezonde vrije basisscholen in Zutphen te behouden.”Bron: Nieuwsbrief De Nieuwe Zwaan, maart 2012 (bestuurder stemde in met de tekst).
Op basis daarvan hief de groep De Nieuwe Zwaan zich op en sprak het vertrouwen uit in de bestuurder. En ook op de andere scholen was iedereen gerust gesteld. Al vrij snel daarna is ze tot de conclusie gekomen dat 3 scholen open houden niet zou kunnen. Uiteindelijk is ze daar pas in het najaar mee naar buiten gegaan en korte tijd later is het besluit genomen. Zijn ouders meegenomen in het besluit? Nee. Een groepje ouders heeft op persoonlijke titel meegedacht en gerekend. De rest is op ouderavonden geïnformeerd en heeft mee mogen praten over scenario’s zonder dat ze voldoende toegerust waren om een goed oordeel te vellen én ervan uitgaande dat drie scholen open houden niet mogelijk zou zijn. Verder heeft ze nagelaten om serieus de optie van aansluiting bij een andere stichting te onderzoeken. Voor de vorm is ze een keer bij Archipel geweest en dat was het. Er is ook geen actieve werving van leerlingen geweest.
Hoe had het anders gekund? Actieve betrokkenheid van ouders betekent dat je ze in de meedenk en vooral meedoe stand moet krijgen. Op het moment dat ze een probleem zag om drie scholen open te houden, had ze de ouders bij elkaar moeten roepen met de simpele oproep: Ik wil graag drie scholen openhouden, hoe gaan jullie mij helpen? Beter nog: Open houden kan, maar dan heb ik dit en dat en zus en zo nodig. Kunnen jullie dat leveren? En dan heb ik het niet alleen over geld, maar over de vele andere dingen die ouders kunnen zoals werving, pr, crowdfunding, beheer, onderhoud, etc.. Pas dan creëer je actieve betrokkenheid, roep je positieve energie op en de spirit van we gaan ervoor.
De bestuurder heeft niet geïnvesteerd in ouderbetrokkenheid, maar heeft vooral in de rekenstand gestaan en is van daaruit ouders gaan informeren. De gevolgen zien we nu in een door ruim 200 mensen getekende petitie (www.vooronzevrijescholen.nl/oproep-rvt). Inmiddels al meer ouders dan 1,5 jaar geleden toen er een brief vanuit De Zwaan naar de Raad van Toezicht ging om het besluit “van 3 naar 2” in te trekken en dit keer vanuit alle drie de scholen. Dat is veelzeggend.
De vorige bestuurder heeft de toekomst puur financieel benaderd. De huidige bestuurder heeft dat ook gedaan, met een heel dun sausje ouderbetrokkenheid erover heen. Dat is een boekhoudkundige, statische benadering die er van uit gaat dat we ons moeten schikken in en aanpassen aan wat prognoses ons zeggen. Ik ben zelf opgeleid als bedrijfseconoom en heb ook lang zo naar zaken gekeken. Maar het is een oude, traditionele top-down aanpak die niet meer van deze tijd is. Er is een grote betrokkenheid van ouders en dat is een gigantisch potentieel aan energie. Door de aanpak van de bestuurder is die energie nu gaan zitten in weerstand of de energie is weg gestroomd uit ouders. Er zijn maar weinig ouders die staan te trappelen om met de uitvoering van het besluit aan de slag te gaan. Ik heb het afgelopen jaar zelf mogen ervaren dat als je positieve energie kunt oproepen er heel veel mogelijk is. Dan ga je zelf werken aan de toekomst en zorg je gezamenlijk ervoor dat je het doel bereikt. Geld is dan niet meer het vertrekpunt, maar de uitkomst: Geld volgt energie.
Verder heeft ze kost wat kost ervoor gekozen om het als stichting alleen te klaren. Ook daar zien we de gevolgen van; de ene na de andere medewerker valt uit en het bestuurskantoor functioneert niet zoals het behoort. Er lagen reële opties voor samenwerking met andere stichtingen waardoor je een solide basis krijgt. Het doorgaan op eigen houtje is een heilloze weg.
Hopelijk draagt de oproep aan de Raad van Toezicht bij aan het maken van een nieuwe start.
Met vriendelijke groet,
Lex Hemelaar
Zwaan ouder en initiatiefnemer voormalige groep De Nieuwe Zwaan’
Ook op de website van ‘Vrije School Nu’ zijn nieuwe
documenten geplaatst; zie ‘Communicatie met Raad van
Toezicht in juli’. Om te beginnen ‘11-7: Reactie Raad van
Toezicht op brief d.d. 6-7’:
‘Geachte heer Koridon,
Zoals eerder aangegeven zou ik bij u terugkomen op het verzoek van uw initiatiefgroep om in gesprek te gaan met de Raad van Toezicht.
Gezien het feit dat een van uw initiatiefnemers, de heer Rik Plakke, enige tijd geleden reeds gecommuniceerd en gesproken heeft met de vice-voorzitter van de Raad en daarin elkaars standpunten zijn besproken, ziet de Raad van Toezicht geen reden voor een nieuwe afspraak.
Tevens kan ik u mededelen dat de Raad van Toezicht recentelijk spreektijd heeft verleend aan 1 andere initiatiefgroep en 1 persoonlijk initiatief, omdat deze nieuw waren en zij daardoor hun standpunten nog niet hadden kunnen mededelen aan de Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht heeft daarom besloten dat zij voldoende op de hoogte is van de ontwikkelingen binnen de school.
Vervolgens wil ik u verwijzen naar de inhoud van een communiqué van de bestuurder van 09 juli 2013 dat via de GMR-leden en de Directeuren PO bij o.a. de ouders terecht zal komen.
Dit communiqué zal ook op de website van de VSNON geplaats worden.
Als laatste kan ik u mededelen dat de Raad van Toezicht gisterenavond een besluit heeft genomen betreffende de positie van de bestuurder en dit volgende week bekend zal maken in een communiqué via de GMR-leden, de MT-leden en de website van de VSNON.
Met vriendelijke groet,
Eef Jordens
Voorzitter RvT.’
En dan deze ‘12-7: Onze reactie op het antwoord
van 11-7’:
‘Geachte Leden van de Raad van Toezicht,
Geachte heer Jordens,
Met verbazing en eerlijk gezegd ook wel teleurstelling hebben wij uw bericht gelezen. Wij zouden de indruk kunnen krijgen dat de Raad van Toezicht sowieso niet van plan is om met ons te spreken, of er is wellicht sprake van onvolledige informatievoorziening binnen de Raad van Toezicht.
Er heeft tot op heden, ondanks meerdere verzoeken, geen gesprek plaatsgevonden met de initiatiefgroep Vrije School Nu en de Raad van Toezicht.
Het gesprek waaraan u refereert, en dat plaatsvond in januari van dit jaar met de heer Plakke, was op uitdrukkelijk verzoek van de bestuurder en de heer Schiphorst een informeel gesprek met de heer Plakke. En dus helemaal geen gesprek met de initiatiefgroep.
Overigens zijn de onderwerpen die we met u willen bespreken andere dan die begin dit jaar speelden.
Tevens ontgaat ons de relevantie van een verwijzing naar de andere zaken. Bijvoorbeeld de verwijzing naar een bericht van mevrouw Plascheck.
Als wij de Raad van Toezicht dringend verzoeken, mede met het oog op de code goed bestuur, om met ons een gesprek aan te gaan dan mogen we er toch vanuit gaan dat we daar een positief antwoord op krijgen.
Hierbij willen bij de Raad van Toezicht nogmaals en dringend vragen om zoals gevraagd voorafgaande aan besluitvorming met ons in gesprek te gaan over zaken die in onze brief geduid zijn. Graag zien wij een uitnodiging tegemoet.
Namens de Initiatiefgroep Vrije SchoolNU
Rik Plakke
Jet Drent
Luciën Koridon
Constantijn Bonebakker
Antoine van der Helm’
Hierna is het natuurlijk een grote overgang naar
Dichtbij-nieuws uit Rotterdam, naar nieuws van een heel ander kaliber. Daar
werd op dinsdag 10 juli dit bekend gemaakt, ‘28e jeugd vakantiepaspoort heeft een record aantal bestemmingen’:
‘Reisleidster Tante Connie heeft vanmorgen op de Rudolf Steinerschool in Rotterdam de 28e editie van het Jeugd Vakantiepaspoort geopend. Samen met de ruim 200 leerlingen van de school telde Tante Connie af van 10 naar 1 waarbij iedereen riep “We gaan op reis!!” Alle kinderen kregen daarna het paspoortje uitgereikt.
Voorpret op het internet
De vakantiepret kan vandaag al beginnen, want de website www.jeugdvakantiepaspoort.nl is online! Daarop kunnen alle Rotterdamse basisschoolkinderen een reiziger aanmaken, foto’s uploaden en reisverhalen schrijven. Het mooiste verslag krijgt een geweldige prijs: een iPad mini.
130!
Het leukste paspoort van de wereld is deze zomer geldig van zaterdag 20 juli t/m zondag 1 september en heeft maar liefst 130 bestemmingen! Spetteren in het zwembad, de leukste musea ontdekken en de tofste attracties zoals Kids Marina en de nieuwste speeltuin in Plaswijckpark. Maar ook de mooiste workshops en lekker snoepen van pannenkoeken en een suikerspin. Er is zóveel te doen!
Sparen maar
Bij elke bestemming zijn er stempels te sparen. Wie tien stempels in het paspoort heeft kan daarvoor maximaal twee waardebonnen kopen voor € 2,50 per stuk en deze inwisselen voor of één kaartje voor het Kerstcircus Ahoy, óf Attractiepark Duinrell, óf Diergaarde Blijdorp.
Geen paspoort?
Vanaf 10 juli is het paspoort ook te koop voor € 2,50 of gratis op te halen met de Rotterdampas. Kijk voor de verkooppunten en meer informatie op www.jeugdvakantiepaspoort.nl.’
Op dezelfde dag had ook Biojournaal vrolijk nieuws met ‘Winnaars van kennisquiz over bio-dynamisch voedsel zijn bekend’:
‘Kerijn Willemse en zijn schoolklas van basisschool De Regenboog uit Eindhoven genieten van ijs met Demeter-keurmerk. Kerijn was één van de 10 winnaars van de quiz over bio-dynamische landbouw en kreeg ijs voor de hele klas.
Kinderen tot 13 jaar konden bij de diverse schappen in de winkels informatie verzamelen over de voorwaarden waaronder bio-dynamische boeren het Demeter keurmerk kunnen verwerven. Deze promotieactie is samen met biologische groothandel Udea tot stand gekomen.
Naast schapinformatie bij de belangrijkste productgroepen met Demeter keurmerk waren er kortingsacties in de winkels en konden klanten via QR-codes naar filmpjes kijken op www.stichtingdemeter.nl.
In de actieperiode die liep van 5 tot en met 18 juni en waar in totaal 129 biologische speciaalzaken aan deelnamen, is de verkoop van producten met Demeter keurmerk volgens Udea flink toegenomen.
Eind september komen er nieuwe promo-acties in een groot aantal speciaalzaken met onder andere medewerking van topkok Pierre Wind.
Kijk voor meer informatie op www.stichtingdemeter.nl.’
Twee dagen later schreef redactrice Lenneke Schot van
Biojournaal over ‘Nieuwe EkoPlaza in Utrecht trekt een jong publiek. De kok staat de hele dag middenin de winkel te koken”’:
‘Vandaag (vrijdag 12 juli) is het een maand geleden dat de EkoPlaza aan de Amsterdamsestraatweg in Utrecht geopend is. Filiaalleider Berlinda van Schaik geeft aan dat de eerste maand erg goed bevallen is en dat alles volgens planning gaat. “Ook trekken we een leuk, jong publiek. Er komen voornamelijk dertigers in onze winkel.”
In de berichtgeving rond de opening werd al benadrukt dat deze biologische supermarkt toonaangevend is voor de formuleontwikkeling die de keten doormaakt. Opvallend zijn de uitgebreide cosmetica-afdeling, de lunchroom en de traiteur. “De kok staat de hele dag lekker te koken. Ze maakt onder meer broodjes, salades en ’s avonds warme gerechten klaar. Dit geeft echt een heel leuk effect, zo middenin de winkel. Ze speelt ook goed in op het weer met de gerechten en gebruikt veel producten die we over hebben. Hiermee bereiken we de doelgroep die voor convenienceproducten gaat.” Ze vertelt dat de lunchroom nog wel extra promotie kan gebruiken. “Hier moeten de klanten nog wat aan wennen.”
Berlinda stond de afgelopen drie jaar aan de leiding van de andere EkoPlaza-vestiging in Utrecht, aan de Twijnstraat. “Ik vind het erg leuk dat ik van begin af aan betrokken ben geweest bij de invulling van deze nieuwe winkel. Ik mocht me overal mee bemoeien en ideeën aandragen. Ook heb ik mijn eigen team kunnen vormen.”
Ze kan inmiddels prima een vergelijking maken tussen de twee bio-supermarkten. “Hier hebben we echt te maken met een middag- en avondpiek. De zondag is ook een normale dag qua drukte. Dat merken de winkels in de hele straat. Daarnaast stellen de klanten hier veel meer gerichte vragen over onder meer voedingssupplementen en natuurlijke cosmetica.” Ze omschrijft de bio-supermarkt aan de Amsterdamsestraatweg als open en licht. Ook is de winkel een stuk groter dan de EkoPlaza aan de Twijnstraat (ongeveer dubbel zo groot).
Voor meer informatie:
Berlinda van Schaik
EkoPlaza Utrecht
Amsterdamsestraatweg 15
3513 AA Utrecht
030 7600990
amsterdamsestraatweg@ekoplaza.nl
www.ekoplaza.nl’
Een dag eerder berichtte BioNext over ‘Grote
belangstelling Duitse media voor Pieperpad’:
‘Op uitnodiging van de Nederlandse ambassade in Duitsland (Berlijn) heeft Bionext deelgenomen aan een Tourismus Dialog. Maar liefst 44 journalisten waren op de bijeenkomst afgekomen. Het thema van de dialoog was de relatie tussen toerisme en de biologische landbouw. Hierbij stond het Pieperpad centraal, een duizend kilometer lange fietsroute van Greenpeace en Bionext langs biologische aardappelboerderijen.
De Nederlandse ambassadeur, de heer Krop – zelf een groot fietsliefhebber – sprak lovende woorden over het intitiatief van Greenpeace en Bionext. “De fietsroute en de biologische landbouw versterken elkaar. Op de fiets doorkruis je prachtige landschappen en onderweg kun je genieten van een heerlijke maaltijd. En wat is er mooier dan het gesprek aangaan met een biologische aardappelteler over de lekkerste aardappelgerechten?” Op de vraag welk deel van de route hem persoonlijk het meest aanspreekt, antwoordde hij zonder aarzelen: “Friesland. Dat is een fantastisch gebied waar je als zeiler en als fietser je hart kunt ophalen. De route voert langs schilderachtige dorpen, langs de mooie friese IJsselmeerkust en door een prachtig weids landschap.”
Na het gesprek met de ambassadeur was er en vragenuur waarbij Jasper Vink van Bionext een nadere toelichting gaf op het Pieperpad, het werk van Bionext en de inspanningen van biologische aardappeltelers om nieuwe rassen te ontwikkelen i.s.m. het bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen. Daarbij noemde hij als voorbeeld de Bionica aardappel, “Nieks Witte”, die mede door Niek Vos is ontwikkeld en die resistent is tegen de gevreesde aardappelziekte phytophtora.
De journalisten toonden zich zeer geinteresseerd in het Pieperpad. Een van hen bleek zelf vroeger bintjes te hebben geteeld (“Zonder fungiciden is het onmogelijk om die aardappel te telen, want vroeg of laat komt de phytophtora.”) Een ander sprak zin verbazing uit over het feit dat er in de deelstaat Brandenburg niet of nauwelijks biologische aardappels verkrijgbaar zijn, terwijl de Egyptische wel in de winkels liggen. Hier lijken kansen te liggen voor het Nederlandse export.
Gezien het succes van de bijeenkomst overweegt de Nederlandse ambassade in het voorjaar van 2014 samen met Bionext en Greenpeace een persreis te organiseren voor Duitse media naar enkele biologische bedrijven langs het Pieperpad.
Bekijk hier alvast een voorproefje van de aandacht in de Duitse media: Reisen Deutschland. Nieuwsgierig geworden naar de route? Kijk op www.pieperpad.nl of bestel de routegids bij Bionext. De route is ook beschikbaar voor GPS, via deze website: www.fietsersbond.nl/fietsrouteplanner/pieperpad.
Het Pieperpad is een initiatief van Greenpeace en Bionext in samenwerking met de werkgroep biologische aardappelen van de NAO.’
Gisteren kwam ‘Nieuwpost Heuvelrug’ met dit nieuws over ‘Triodos
kandidaat-koper H26’:
‘Triodosbank is een van de kandidaat-kopers voor het perceel H26, de boerderij tussen NS-station en snelweg A12 bij Driebergen. Afgaande op de inspraakrondes maakt Triodos een goede kans.
Dat Triodos een van de vijfendertig kandidaten is voor de zeven hectares die de gemeente Heuvelrug wil afstoten wordt bevestigd door de bank zelf, die zich via Join Ontwikkeling heeft laten registreren als kandidaat-koper, een joint venture waarin Triodos grootaandeelhouder is. Triodos wil naast het NS-station een nieuw hoofdkantoor bouwen en nam daartoe eind 2011 al landgoed de Reehorst over. Ook de boerderij en landbouwperceel ten zuiden van de Reehorst gingen daarbij over in handen van Triodos. “De boerderij en landerijen zijn onderdeel van het landgoed en worden daarom integraal meegenomen in visie, beheer en onderhoud dat van toepassing is op het landgoed,” aldus Triodos.
De zeven hectares ten westen van de Reehorst zouden heel goed in hetzelfde integrale plaatje kunnen passen. De boerderij en het land eromheen werden eind negentiger jaren “om strategische redenen” aangekocht door de gemeente Driebergen en staan nu in de verkoop, waarbij de gemeente Heuvelrug inwoners wil laten meepraten over de keuze voor de koper. Donderdagavond was de tweede en laatste inspraakronde, bijgewoond door ongeveer twintig man en een vrouw. Zij kozen nadrukkelijk tegen kopers uit de domeinen horeca, detailhandel of automotive, en voor ontwikkelingen als natuurgebied of landgoed, aangevuld met een bescheiden bezoekerscentrum en kleinschalige ambachtelijke bedrijfjes.
Met die keuze lijken bedrijven als Burgerking, McDonalds, Hoekvervoer en takelbedrijf Hoogenraad definitief afgevallen als kandidaat-kopers. In september volgt een openbare bijeenkomst met kandidaat-kopers die het gebied wel binnen de gestelde kaders willen ontwikkelen, zegt verantwoordelijk wethouder Homan: “Een soort markt van ideeën, waarbij bedrijven elkaar kunnen bevruchten”. Of Triodos – de bank afficheert zichzelf als groen en duurzaam en steunt al veel ambachtelijke bedrijfjes – daarbij kans maakt laat Homan in het midden. “Elke kandidaat heeft zijn voors en zijn tegens, en de pre van Triodos is natuurlijk dat ze er landschappelijk een geheel van zouden kunnen maken. Maar er kunnen ook andere partijen zijn die geweldig mooie invullingen kunnen verzinnen.”’
Dan is er natuurlijk nog Duitstalig nieuws. Na al het
eerdere dat ik er al over gemeld heb, is er nu op de website van het Rudolf Steiner
Verlag dit te vinden over de ‘Kritische Steiner-Ausgabe’:
‘Das Projekt des derzeit in den USA tätigen Literaturwissenschaftlers, Christian Clement einer kritischen Ausgabe der Schriften Rudolf Steiners, die beim Stuttgarter Wissenschaftsverlag frommann-holzboog angekündigt ist, wurde vom Leiter des Rudolf Steiner Archivs, David Marc Hoffmann, eingehend geprüft und dem Rudolf Steiner Verlag als Projekt empfohlen. Der Rudolf Steiner Verlag und der frommann-holzboog Verlag haben sich darauf zu einer Koproduktion dieser Ausgabe entschieden. Band 5 mit den Schriften zur Mystik, Mysterienwesen und Religionsgeschichte wird als erster der insgesamt acht geplanten Bände im August dieses Jahres erscheinen.’
Ronald Richter van het News
Network Anthroposophy Limited (NNA) berichtte gisteren over ‘Anthroposophie im gesellschaftlichen Dialog verwirklichen’:
‘Als Bestandsaufnahme ihres Wirkens war die Tagung “Wie wird der Geist wirksam?” gedacht, die die Anthroposophische Gesellschaft in Deutschland verbunden mit ihrer diesjährigen Generalversammlung Ende Juni in Berlin veranstaltete. Bewusst knüpfte die Gesellschaft damit an ihrer Geschichte an, denn in Berlin hatte 1913 die allererste Generalversammlung stattgefunden. Ronald Richter berichtet.
Nach einem Wort Rudolf Steiners zeigt sich nach hundert Jahren, ob der Impuls der Anthroposophischen Gesellschaft wirksam wird. Gemeinsam sollte dies am historischen Ort der Kultur entdeckt werden, im Kammermusiksaal der Philharmonie, “mittendrin” am Kulturforum am Potsdamer Platz gelegen. Im Rahmen der Tagung fand auch zum zweiten Mal der “Aktionstag Anthroposophie” unter freiem Himmel statt, als Marktplatz der Möglichkeiten für anthroposophische Initiativen.
Anthroposophie, die schon im Namen das Menschsein trage, sollte im gesellschaftlichen Dialog verwirklicht werden, nicht als etwas Exklusives, betonte Generalsekretär Hartwig Schiller bei der Eröffnung der Veranstaltung. In großer Vielfalt wolle man sich an möglichst viele Menschen wenden. Wolf-Ulrich Klünker ergänzte: Man müsse umdenken und sich hineinbegeben in einen Bereich ohne weltanschauliche Grenzen.
In den einleitenden Worten zum Vortrag des amerikanischen Physikers und bekannten Autors Arthur Zajonc erläuterte Schiller, dass Rudolf Steiner den Begriff Anthroposophie als “Bewusstsein vom (eigenen) Menschsein” übersetzt habe. Wie also werde der Geist im individuellen Menschen wirksam, nicht im Blick zum anderen, mit Blick ins Diffuse oder Allgemeine?
Arthur Zajonc sprach über “Geistige Erfahrung im bewussten Erleben”. Er fragte, warum es so schwer sei, die Wirklichkeit des Geistes zu beweisen. Gibt es einen Grund für den unsichtbaren Gott? Für Zajonc bedeutet dieser Zweifel einen direkten Schritt in die Freiheit. Und Freiheit pflege man in der meditativen Lebensaufgabe, um allmählich der Quelle zur geistigen Welt näher zu kommen, jedoch nicht um einen wissenschaftlichen Nachweis zu erhalten. Freiheit müsse auch darin bestehen bleiben.
Zanjoncs Vortrag mündete in eines der Podiumsgespräche des Kongresses. Teilnehmer waren neben dem Vortragenden Constanza Kaliks, der christliche Theologe Michael Bangert, der Zen-Buddhist Tho Ha Vinh und das Vorstandsmitglied der Allgemeinen Anthroposophischen Gesellschaft, Bodo von Plato.
Für Tho Ha Vinh wurde bereits als Teenager die Frage über den Tod zum Ausgangspunkt für Meditation. Heute, Jahrzehnte später, meditiere er, um den Boden zu bereiten für ein neues Menschenbild in Freiheit jenseits ideologischer Vorstellungen. Bodo von Plato stellte die Entwertung der Dinge im Überfluss bei gleichzeitiger Entdinglichung der Welt fest. Dies habe ihn auf die Suche nach einem inneren Leben geführt. Die seelische Not bringe ihn zu innerer Aktivität, trete an die Stelle der Dinglichkeit, um überhaupt noch empfinden zu können, ein tätiges menschliches Wesen zu sein. Dem Austausch über konfessionelle, mit Denkmustern behaftete Grenzen hinweg schlossen sich nachmittags Gesprächsforen zur Meditation an, in denen mit den Teilnehmern der Runde noch einmal intensiv deren unterschiedliche Weltbilder erkundet wurden.
In seinem Vortrag war Arthur Zajonc ganz selbstverständlich von der anthroposophischen Meditationspraxis ausgegangen. In der Öffentlichkeit wird Meditation jedoch eher mit dem Buddhismus oder New-Age-Angeboten dazu in Verbindung gebracht. Auf Nachfrage von NNA nach seinem Vortrag sah Zajonc hier ein Versäumnis der anthroposophischen Bewegung: “Der Grund, warum sich diese jungen Leute für die buddhistische Meditation entscheiden, ist ganz einfach: Wir sind nicht da. Wir sind absent, unerreichbar, einfach nicht da. Überall gibt es in jeder größeren Stadt die Möglichkeit irgendwohin zu gehen, um über Meditation nicht nur zu hören und zu lesen, sondern eine Einführung in die Meditationspraxis in einer Gemeinschaft zu erhalten. Während für unsere Art der Meditation es kaum Möglichkeiten gibt. Jetzt erst finden Veränderungen statt durch ,Meditation weltweit‘ – eine Goetheanum-Initiative. Aber über Jahrzehnte war es so, dass viele Menschen den anthroposophisch-meditativen Weg suchten, wir aber nicht da waren.”
In der Mitgliederversammlung der Gesellschaft, die Bestandteil der Tagung war, referierte Wolf-Ulrich Klünker über Forschung und Wissenschaftlichkeit in der Entwicklung der Anthroposophie.
Eine Aufführung mit dem Titel “Blitzlicht Eurythmie” mit Birgit Hering und Beate Krützkamp aus Kafkas “Grenzgänger” bildete den Abschluss zu den Diskussionsveranstaltungen. Insgesamt trugen die kulturellen Programmteile der Tagung wesentlich zu ihrer Atmosphäre bei. Als Höhepunkt empfanden die Besucher dabei die “Werkstatt Faust”, eine Koproduktion der theaterBurg Rosslau und des Forum Theaters Stuttgart, inszeniert von Jobst Langhans, dem langjährigen Leiter des Michael Tschechow Studios Berlin und der Schauspielschule im Forum Kreuzberg.
Sie verlangte den Anwesenden nach einem langen Tag zwar noch eine mehr als dreistündige Konzentration ab, entschädigte dafür aber mit einer herausragenden Faust-Interpretation, wie sie so heute im Theater eher nicht zu sehen ist. (Siehe dazu auch NNA-Bericht.)
Weitere thematische Veranstaltungen der Tagung widmeten sich der Zivilgesellschaft und der Medizin. Referent beim Thema Zivilgesellschaft war der Stifter des alternativen Nobelpreises Jacob von Uexküll. (NNA berichtet.) Tief berührt verließen die Besucher das letzte Podium über die ethischen Fragen von Transplantation und Organspende. Hier hatte Wolf-Ulrich Klünker mit den Ärzten Matthias Girke und Harald Matthes vom Gemeinschaftskrankenhaus Havelhöhe, Ralf Schindler von der Berliner Charité sowie dem Münchner Kinderarzt Georg Soldner diskutiert. Als “prägnanter Punkt” blieb aus Girkes Vortrag das Wort einer “Transzendentalen Obdachlosigkeit” in Erinnerung, der ursprünglich von Georg Lukács stammt. Für Klünker bezeichnet sie unter anderem den Bereich zwischen Krankheit, Organen und Therapie.
Girke stellte in seinem Vortrag die zentrale Frage, ob Organtransplantation Folgen haben könne für das nachtodliche Bewusstsein. Klünker schloss daran an: Was passiert eigentlich nachtodlich, wenn zwei Menschen am selben Organ partizipieren? Er vertrat die These, dass die gemeinsame Teilhabe an der Ätherik, also der Lebenskräfteorganisation durch transplantierte Organe, ein Weg der Entwicklung sein könne, der die Menschen möglicherweise weiterbringe.
Anthroposophie bezeichnete Klünker als ein Projekt ab dem 20. Jahrhundert, das einen menschenkundlich-spirituellen und zugleich wissenschaftlichen Ansatz entwickle, um die “Transzendentale Obdachlosigkeit” zu überwinden.
Im Interview mit NNA zeigte sich Generalsekretär Hartwig Schiller abschließend zufrieden mit der Tagung, es sei eine Kunstform gebildet worden, in der “Impuls und Form in Übereinstimmung” waren, denn: “Das ist das scheinbare Paradox, dass Verschiedenheit gemeinschaftsfähig ist und Anpassung und Gleichmacherei gerade nicht gemeinschaftsfähig sind. Das berührt das Geheimnis des Ichs.” Dieses Wort würde sehr häufig verwendet, aber hier meine es eine Qualität, die “ bis zu dem durchstößt, was uns alle verbindet – eben das Gemeinsame des Geistes”.’
Ook kritische geluiden, maar dan schriller, zoals elke week
in zijn internet-column, wederom afgelopen donderdag in ‘Von
der Nachwuchsproblematik’, de ‘Inmedia+ // Bewegungsmelder-Kolumne von
Ramon Brüll’:
‘17.000 Mitglieder hatte die Anthroposophische Gesellschaft in Deutschland noch vor wenigen Jahren; rund 15.000 sind es heute. Keine Frage, die Leute sterben weg. Der “Goethe-Zweig” der Anthroposophischen Gesellschaft in Frankfurt am Main hatte letzte Woche zu einem offenen Gesprächsabend über die Probleme derselben eingeladen, zu Gast war Hartwig Schiller, Generalsekretär der Landesgesellschaft. Aufs Tapet kamen Fragen der Finanzierung (welcher Teil der Mitgliedsbeiträge bleibt vor Ort, welcher geht an die Landesgesellschaft, welcher ans Goetheanum nach Dornach), Organisationsfragen (brauchen wir neben den örtlichen “Zweigen”, der Landesgesellschaft und dem Goetheanum noch Regionalverbände, die sogenannte Arbeitszentren?), die Kritik an der Mammutbiografie Rudolf Steiners von Peter Selg in der anthroposophischen Presse (die erwartungsgemäß in eine Journalistenschelte mündete), die Frage, warum die Gremien sich in der Auseinandersetzung von Sergej Prokofieff und Judith von Halle so vornehm zurückhalten und nicht zuletzt die Nachwuchsfrage. In der Tat, schaute man sich im Raum um, waren auch dann keine “Jüngeren” vertreten, wenn man diese als unter 50-Jährige definiert. Dieser Zweig hat ein Nachwuchsproblem, und das dürfte andernorts ähnlich aussehen.
Schiller wusste glänzend die Probleme zu relativieren (manchmal auch: von ihnen abzulenken), wodurch, wider Erwarten, auch bei den heiß umstrittenen Fragen kaum Emotionen aufloderten. Im Gegenteil: Differenzen wurden ausgesprochen und es war Raum, die jeweilige Gegenposition sachlich zur Kenntnis zu nehmen. Die Kritik an Peter Selg durch Vorstandsmitglied Wolf-Ulrich Klünker zum Beispiel sei nichts Neues und die Anthroposophische Gesellschaft in Deutschland habe dennoch mit einem “nicht unwesentlichen finanziellen Druckkostenbeitrag” die Veröffentlichung ermöglicht. Auf die Frage, warum denn die Jugendlichen “nicht zu uns kommen” antwortete Schiller meisterhaft, es gebe ja positive Signale, wie etwa der Erfolg des wiederbelebten Jugendseminars in Stuttgart (mit 24 Teilnehmern) oder das Engagement einer Gruppe von Junganthroposophen, die die nächste Mitgliederversammlung vorbereiten wollen. Ein Seufzer, Zufriedenheit im Saale. Angesichts der Themenvielfalt dieses Abends kommt mir der Begriff Nabelschau in den Sinn.
Merkwürdig: Da sieht sich ein ganzer Saal voller, mit Verlaub: älterer Menschen mit der Tatsache konfrontiert, dass die Jugendlichen “nicht zu uns kommen” und keiner stellt sich die Frage, ob das nicht auch mit der traditionellen Arbeitsweise zu tun haben könnte, die im Wesentlichen darin besteht, jeden Mittwochabend im immer gleichen Kreis zusammenzukommen, Steiner zu referieren oder einen Vortrag eines der Beteiligten anzuhören, einen Wochenspruch vorzulesen, vielleicht ein Totengedenken durchzuführen und dann wieder nach Hause zu gehen.
Nun meine ich nicht, dass man das ändern sollte. Die Beteiligten sind ja zufrieden mit ihrer “Zweigarbeit”, die allein dadurch legitimiert ist. Ich meine aber sehr wohl, dass man aufhören sollte, dies als die einzig mögliche Art anzusehen, wie man Anthroposophie leben kann. Man könnte alternativ auch die Antworten erst suchen, nachdem die Frage in der praktischen Arbeit in einer der vielen Einrichtungen aufgetaucht ist. Man könnte sich die Köpfe heiß reden über die Existenz oder Nicht-Existenz der motorischen Nerven, die Realität von Atlantis oder den Unterschied des morphogenetischen Feldes und der Gruppenseele einer Tiergattung (und zwar ohne erst Mitglied zu werden). Man könnte ein halbes Semester lang mit Feuerglut von Steiners Philosophie der Freiheit schwärmen, um das Buch dann in eine Ecke zu pfeffern, nachdem man sich davon überzeugen ließ, dass der Autor Kant nicht verstanden habe. Man könnte pfeifen auf eine Mitgliedschaft (zur Förderung der Geistigen Forschung) und mit ebensolcher Ernsthaftigkeit den Schulungsweg antreten. Man könnte süchtig vor Begeisterung im stillen Kämmerlein Dutzende von GA-Bänden verschlingen und sich zugleich vorbehalten, jederzeit auf Marx, Freud oder Tatort umzusteigen.
Auch so und in noch vielfältigerer Art und Weise wird Anthroposophie gelebt, ohne “Trauschein”, aber in inniger Verbindung. Auch das darf man im übertragenen Sinne Anthroposophische Gesellschaft nennen. Reduziert man diese jedoch auf das, was man mit einem Begriff aus der theosophischen Zeit “Zweig” nennt, dann hat diese Gesellschaft tatsächlich ein Nachwuchsproblem und keine Zukunft: Die Steiner-Häuser (einschließlich Goetheanum) werden mangels zahlender Mitgliedschaft nicht mehr finanzierbar sein und am Ende ist keiner mehr da, der das letzte Totengedenken zelebrieren kann – während Rudolf Steiner “draußen” inzwischen wie selbstverständlich als Inspirationsquelle für Kultur und Wissenschaft gilt.
Das eigentliche Problem ist nicht der fehlende Nachwuchs, sondern die Vereinnahmung Steiners durch seine Schülerschaft.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten