Het is weer een ongelooflijke lawine aan nieuws; ik ben
benieuwd of ik dat allemaal in dit ene bericht zal kunnen persen. De vorige
keer was dan ook bijna een week geleden, ‘Appelsap’
op vrijdag 24 januari. Zoals altijd veel vrijeschoolnieuws, ze zijn duidelijk
booming. Veel filmpjes ook. Maar ik begin met de superbe reportage van Ian
Johnson in The New Yorker deze week, gedateerd 3 februari, ‘Letter from Chengdu.
Class consciousness. China’s new bourgeoisie discovers alternative education.’
Die begint zo:
Nog meer Noord-Holland in ‘Dichtbij.nl’ van 27 januari, met ‘Open dag Waterlandschool’:
De Amsterdamse televisiezender AT5 wist op vrijdag 24
januari dat ‘Ouders
staan te springen voor vrijeschool in Noord’:
Vandaag kwam er ook een nieuwsbrief van dit initiatief uit:
Het blijkt een film van bijna een half uur (23:56 om precies te zijn) met meningen over en visie op het vrijeschoolonderwijs. Met onder anderen Annemarie Ehrlich, Edmond Schoorel, Geert Looyschelder, Leon Henkes, Lili Chavannes, Jan Alfrink, Tonnie Brounts, Rob van der Meijden en Femke Hermans. Niet iedereen is even goed te verstaan; eruit springen wat mij betreft kinderarts Edmond Schoorel, oud-inspecteur Leon Henkes, en de leerkrachten Jan Alfrink en Rob van der Meijden. Pas bij de aftiteling op het einde wordt aangegeven vanuit welke functies mensen spreken (er wordt één naam vergeten en een ander verkeerd gespeld, een beetje pijnlijk).
Ik moet er altijd nog op terugkomen. Maar dus niet vandaag. Van
Brooklyn tot Honululu is al meer dan ver genoeg.
‘In 1994, Harry Huang and his wife, Zhang Li, were running Lily Burger, a tiny backpacker restaurant on the banks of the Jin River, in Chengdu, the capital of Sichuan Province. The city wasn’t yet the sprawling metropolis of seven million that it is today, and many people still lived in the picturesque wooden houses of the old town. A thousand miles southwest of Beijing, Chengdu was a refuge from China’s big coastal cities, and a gateway to Tibet.
One day, an Australian couple came to the restaurant. The man, thin and ascetic, with piercing eyes, started talking about an idealistic education system that had been introduced in Central Europe in the early twentieth century. Emphasizing the need to help children develop as individuals, it was based on ideas of reincarnation, free will, and individuality. After four days, the couple left, encouraging Harry and Li to stay in touch.
Harry kept thinking about what the Australians had said. For Chinese of his generation—he was born in 1968—it was an unsettled time. In the nineteen-eighties, there had been a sense of great political optimism. After the death of Mao and the end of the Cultural Revolution, the broad-based reforms of Deng Xiaoping had made the future of China seem open. The crushing of student protests in 1989 ended these hopes, and the energy of the Tiananmen generation was diverted into other avenues, such as entrepreneurship. Harry graduated from college in 1992, and roamed China, unsure of what to do with his life. He settled in Chengdu after he met Li, who was an elementary-school teacher there. The Australians’ visit held out the possibility of a goal less self-centered than making money. And their educational philosophy seemed enticing. Li’s job had left her frustrated by the rigid methods and rote learning of Chinese education...
Subscribers can read the full version of this story by logging into our digital archive. You can also subscribe now or find out about other ways to read The New Yorker digitally.’
Verder komen we dus niet, zonder te betalen. Maar dat kunt u
rustig doen, want dan krijgt u een zespaginaverhaal met een brede scoop over de
vrijeschoolontwikkeling in China. Met op het eind ook nog een kort gastoptreden
van Nana Göbel en Christof Wiechert. Overigens zijn er al eerder deze week bij The New Yorker foto’s geplaatst die bij deze reportage horen, ‘A Waldorf School
In China. January 27, 2014. Posted by Genevieve Fussell’:
‘Waldorf’s rise challenges Western assumptions about Chinese “tiger mothers” bullying their children into becoming robotic overachievers. A growing number of parents are reconsidering the merits and the dangers of the system.
In this week’s issue of the magazine, Ian Johnson writes about the spread of Waldorf education in China. He spent time with Harry Huang and his wife, Zhang Li, who started the Chengdu Waldorf School after becoming frustrated with the rigidity of the Chinese educational system. The school, which opened in southwestern China in the fall of 2004, now has more than three hundred students, and a five-year waiting list; thanks in large part to Huang and Li, the Waldorf model is “quickly becoming one of the most influential countercultures” in China.
The movement was founded by the Austrian mystic Rudolf Steiner, who “believed that children should be guided slowly out of what he termed ‘the etheric world,’ where they existed prior to birth, and that education should engage first the hands, then the heart, then the brain,” Johnson explains. “Waldorf-educated children play a lot when they’re young, and often don’t learn to read until second or third grade.” The Waldorf curriculum “reflects Steiner’s belief that an individual’s development mirrors a civilization’s, so the early years include lots of creation myths and fables.”
Carolyn Drake took photographs of the Chengdu Waldorf School. Though Johnson notes that one class he visited “lurched from crisis to crisis,” Drake was struck by the tranquility that permeated the classrooms. “Everything looked so pink and soft and comfortable inside,” she told me. “I remember being amazed by how much drawing and knitting the kids were doing, and how good they were at it. To these Waldorf kids, using a paintbrush was as easy as brushing your teeth.”’
Nu ik toch zo wereldwijd bezig ben, kan ik ook meteen melding
maken van een videokanaal bij Youtube met ‘Waldorf Schools and Kindergartens
Worldwide’ van ‘FreundeWaldorf’, oftewel ‘Die Freunde der
Erziehungskunst’ (de organisatie van Nana Göbel). Gisteren maakte weekblad ‹Das Goetheanum› hier op
Facebook melding van:
‘Präsenz – Die Freunde der Erziehungskunst haben eine Sammlung von 39 Videos zusammengestellt, welche die verschiedensten Waldorfschulen weltweit portraitieren: Von den Lakota bis Honululu und von Brooklyn bis Montevideo.’
En inderdaad, we vinden er:
‘International Waldorf Schools and Kindergartens, based on Rudolf Steiner’s educational concept.’Goed, en dan de Nederlandse berichten en filmpjes. ‘Rudolf Steiner College Haarlem VWO HAVO MAVO’ heeft gisteren dit filmpje van 4 minuten en 13 seconden geplaatst. Het begint met de RTL-uitzending van ‘EditieNL’ op 2 december 2013, waar ik de dag daarna, 3 december in ‘Soildiers’, op attent had gemaakt. Maar zonder dat je het merkt of dat het duidelijk wordt aangegeven, gaat het filmpje blijkbaar over in een eigen maaksel, waar later nog steeds fragmenten uit EditieNL doorheen gemonteerd worden. Ook dat gebeurt zonder bronvermelding, en dat kan eigenlijk niet, dat hoort niet. Het is gewoon een promotiefilmpje, geen journalistiek product van RTL. Kijkt u zelf maar.
Nog meer Noord-Holland in ‘Dichtbij.nl’ van 27 januari, met ‘Open dag Waterlandschool’:
‘Maak kennis met uitdagend basisonderwijs
Op zaterdag 1 februari organiseert de Waterlandschool een Open dag. De Waterlandschool is één van de 71 vrijescholen voor basisonderwijs in Nederland.
Vrijeschoolonderwijs kenmerkt zich vooral door de brede aandacht voor de ontwikkeling van het kind. Naast een sterke cognitieve basis is er ook veel ruimte voor de sociaal-emotionele en motorische aspecten. Vrijescholen noemen dat leren met hoofd, hart en handen. Tijdens de open dag worden ouders uitgebreid geïnformeerd over de uitgangspunten en kunnen zij kennis maken met de manier waarop de Waterlandschool het onderwijs inricht.
www.waterlandschool.nl
Reigersbek 2-4 Purmerend’
‘Er staan al maar liefst 350 kinderen op de wachtlijst voor een vrije school in stadsdeel Noord die er nog niet eens is.Zoals je van een televisiezender mag verwachten, is er een filmpje bij.
Honderden ouders hebben het initiatief genomen om ook in hun stadsdeel een vrije basisschool op te richten. Nu is zo’n school er alleen nog Zuid.
Een vrije school biedt antroposofisch onderwijs, met veel ruimte voor expressie. “In een zin ga je ervan uit dat kinderen al hier met talenten op aarde komen en dat het aan de leraar is die ten volle te benutten”, wordt uitgelegd.
Het is nog onbekend waar de vrije school in Noord moet komen.’
Vandaag kwam er ook een nieuwsbrief van dit initiatief uit:
‘Beste ouders en geïnteresseerden in Vrijeschool Amsterdam-Noord,
We bevinden ons in een spannende, cruciale fase! In deze nieuwsbrief kondigen wij een aantal stappen aan die we op korte termijn hopen te zetten:
1. Startplan voor dependance van Geert Groote School 2
2. Schoolgebouw
3. Officieel inschrijven leerlingen en besluitvorming bestuur
4. Informatiebijeenkomsten en kennismaken op Geert Groote School 2
5.Ter info: Lezing over euritmie
1. Startplan voor dependance van Geert Groote School 2
Er wordt momenteel door de initiatiefgroep op een constructieve manier samengewerkt met: Ruud van Velthoven (dagelijks bestuurder van de Geert Groote Scholen 1&2 en Vrije School Parcival), Sascha Holthaus (schoolleider van de Geert Groote School 2 ) en stadsdeel Noord.
Men verwacht op korte termijn (februari-maart) het startplan klaar te hebben om in Amsterdam-Noord een dependance van de Geert Groote School 2 op te richten, die in augustus 2014 van start zal gaan. De belangrijkste eerste stappen zijn nu: de toezegging voor een schoolgebouw en het verkrijgen van officiële inschrijvingen van leerlingen.
2. Schoolgebouw
Stadsdeel Noord is de afgelopen maanden op zoek gegaan naar huisvesting voor de nieuwe school. Er zijn een aantal opties onderzocht door Ruud van Velthoven en Sascha Holthaus. Op dit moment heeft het stadsdeel een pand op het oog. Het streven is om hierover in februari uitsluitsel te geven. Hopelijk hebben we dus zeer binnenkort (in februari) goed nieuws! Over de locatie kunnen we nu nog niets zeggen, maar zo mogelijk wordt er uitgegaan van een centraal in Noord gelegen en goed bereikbare locatie.
3. Officieel inschrijven leerlingen en besluitvorming
Zodra de locatie definitief is, gaan we zo snel mogelijk starten met het officieel inschrijven van de leerlingen voor de nieuwe school. Dit zal dus ook al in februari zijn! Voor deze inschrijvingen geldt de procedure zoals bij alle basisscholen in Amsterdam: inschrijven kan vanaf de leeftijd van 2 jaar.
Het bestuur en de MR van de Geert Groote School zullen op basis van deze inschrijvingen een definitief besluit nemen of het dependance-plan doorgang kan vinden. Na het definitieve besluit van bestuur en MR, worden de inschrijvingen dan omgezet in officiële inschrijvingen. Deze cruciale stap staat gepland om genomen te worden ca. begin tot midden maart 2014.
Let op: voor de leerlingen die in schooljaar 2014-2015 zullen starten zal vanwege de tijdsplanning een korte inschrijfduur gelden van slechts ca. drie weken!
NB: aan alle ouders van kinderen die kunnen starten in augustus 2014 én ouders van kinderen die gedurende het schooljaar 2014-2015 vier jaar worden (en gedurende het jaar instromen in de kleuterklas): Wees dus alert in februari, en houd onze berichtgeving in de gaten! Hoe meer kinderen er van dezelfde leeftijd worden ingeschreven hoe groter de kans dat er een klas voor hen gestart kan worden! Er volgt zeer binnenkort (februari) een e-mail waarin we iedereen uitnodigen zijn kind(eren) officieel in te schrijven. Alle inschrijvingen zullen door de administratie van de Geert Groote School 2 worden verwerkt en bevestigd.
4. Informatiebijeenkomsten/kennismaken met de Geert Groote School 2
In februari staan er twee informatiebijeenkomsten gepland voor ouders die interesse hebben in de nieuwe vrijeschool in Amsterdam Noord. De bijeenkomsten vinden plaats op de Geert Groote School 2. Tijdens deze bijeenkomsten zal het plan voor de dependance in Amsterdam-Noord worden gepresenteerd, en krijgt u informatie over het vrijeschoolonderwijs op de Geert Groote School. U kunt vragen stellen, kennismaken met schoolleider Sascha Holthaus en met de werkwijze en de sfeer op de Geert Groote School 2.
U bent van harte uitgenodigd om zich hiervoor aan te melden!
De twee informatiebijeenkomsten hebben hetzelfde inhoudelijke programma en zijn bedoeld voor ouders, gelieve geen kinderen meenemen.
Dag en tijd:
Donderdag 13 februari 20.00-21.30 uur
Zaterdag 15 februari 11.00-12.30 uur
Locatie:
Geert Groote School 2,
Fred Roeskestraat 82
Amsterdam
Aanmelden vóór 7 februari a.s. via info@vrijeschoolamsterdamnoord.nl
5. Ter info: lezing “Euritmie op school”
Op de vrijeschool wordt veel aandacht besteed aan de gehele ontwikkeling van het kind. Niet alleen het leren vanuit het hoofd staat centraal, maar ook het lekker in je vel zitten en het je creatief kunnen uitdrukken zijn belangrijke waarden. Onderdeel van het onderwijs gericht op het hele kind is de euritmie. Euritmie is een bewegingskunst waarin elementen van de taal en van de muziek zichtbaar worden gemaakt in bewegingen en gebaren.
In deze lezing gaat euritmiste en euritmietherapeute Jill Meulmans in op de inhoud van euritmie en op de vraag waarom euritmie in het vrijeschoolonderwijs zo belangrijk is.
Om een goed beeld te krijgen van de werking van euritmie, gaan we ook zelf aan de slag. Aan de hand van een aantal basisoefeningen kunt u ervaren wat het zichtbaar maken van klank via uw lichaam met de mens doet. Het wordt aangeraden om schoenen met zachte zool of dikke sokken mee te nemen. (Of euritmieschoenen voor wie deze heeft)?
Datum: 19 februari
Tijd: van 20:00 uur tot 21:30 uur (inloop vanaf 19:30)
Adres: Van der Pekstraat 1, 1031 CN Amsterdam?
Aanmelden lezing: a.brinkhuijsen@gmail.com
Kosten: vrijwillige bijdrage
Met vriendelijke groeten,
Initiatiefgroep Vrijeschool in Amsterdam-Noord.’
We zakken af naar het zuiden en komen dan deze ‘Nieuwsbrief Vrijeschool VO Delft’ tegen:
‘We zijn trots en blij dat het Grotius College het initiatief voor voortgezet vrijeschool onderwijs in Delft omarmd heeft. Naast het reguliere mavo-havo-vwo en het tweetalig vwo komt er nu ook een Vrijeschool afdeling (vsa) binnen het Grotius.
De openheid en het enthousiasme waarmee het voorstel om in Delft een afdeling voor vrijeschools onderwijs op te zetten werd ontvangen, was hartverwarmend. De gesprekken met vertegenwoordigers van de MR en de schoolleiding (afdeling Juniusstraat 8) de heer Van den Bosch en Vesseur waren bijzonder constructief en gaven de initiatiefgroep alle vertrouwen dat bij een inbedding bij het Grotius College de vrijeschoolse identiteit gewaarborgd kan blijven. Dit wordt nog eens versterkt door het meedenken van de Vrije School VO Den Haag.
In de praktijk betekent dit, dat de VSA ook een fysieke plek krijgt aan de Juniusstraat 8. Behalve een vast klaslokaal kunnen de 7e klas(sen) ook gebruik maken van het gymlokaal en ruimtes voor kunstzinnige vorming. Pauzes worden gezamenlijk met de andere klassen gehouden in de aula.
Bezoek de open dagen
Op zaterdag 25 januari is de open dag van het Grotius College (klik hier voor meer informatie). De initiatiefgroep van de VSA is dan ook aanwezig in een lokaal en kan u meer informatie geven over het vrijeschool onderwijs.
Op zaterdag 1 februari houdt de VSA een eigen open dag op Vrije School Widar, de Meesterstraat 2 (klik hier voor meer informatie). U kunt dan kennismaken met het vrijeschool onderwijs, een les bijwonen en de sfeer proeven van de Vrije School.
In februari worden nog een extra avond en middag georganiseerd. Houdt onze website in de gaten voor data en tijden.
open dag vrijeschool VO Delft 1 februari
De open dagen komen snel dichterbij. Op zaterdag 1 februari is iedereen welkom op Widar, de basisschool vrijeschool, de Meesterstraat 2 in Delft.
Van 10.00 tot 13.00 uur verzorgen we volgende activiteiten:
– presentatie samenwerking met middelbare school en vrijeschool onderwijs.
– proefles periodeonderwijs, kenmerkend voor het vrijeschool onderwijs
– zingen en muziek maken
– handvaardigheid
Verder zijn er informatiestands voor alle vragen. Ook zijn er leerlingen aanwezig van de vrijescholen uit de regio om vragen te beantwoorden.
Van harte welkom!
www.vrijeschoolvodelft.nlinfo@vrijeschoolvodelft.nl
Nelleke Guequierre, 015 21 21 451
Contactadres: Gershwinlaan 6, 2625 NA DELFT’
We zoeken het ‘Apeldoorns Stadsblad’ van 28 januari op en
signaleren ook daar een ‘Extra kleuterklas vrije school’:
‘Het leerlingenaantal op de vrije scholen in Nederland groeit. Een trend die ook in Apeldoorn zichtbaar is.
“In januari is op vrije school De Vijfster een extra kleuterklas geopend om aan de groeiende vraag te voldoen voor plaatsing van nieuwe leerlingen in de kleuterklassen. Ouders zien vaak de meerwaarde van vrije scholen vanwege de aandacht voor de brede ontwikkeling van de leerling”, aldus directeur Annika Braak.
Zaterdag 1 februari vanaf 11 uur houdt De Vijfster aan de Texandrilaan een open dag. Alle klassen zijn te bezoeken, er kan lesmateriaal worden bekeken en er zijn leerkrachten en ouders aanwezig om vragen te beantwoorden. Daarnaast is ook de kinderopvang te bezoeken, zowel Juffie Maartje peuteropvang als kinderopvang De Kleine Beer en BSO De Hobbit van Christoforus.
Info: www.vijfster.nl.’
Dan is er nog deze ‘Visie op de toekomst van het vrijeschoolonderwijs’, gevonden op de website van de ‘Vereniging van
vrijescholen’, een week geleden geplaatst, op 23 januari:
‘De video is gemaakt ter gelegenheid van de overdracht van het voorzitterschap van Leo Stronks van de vereniging van vrije scholen op 11 oktober 2013.’
Het blijkt een film van bijna een half uur (23:56 om precies te zijn) met meningen over en visie op het vrijeschoolonderwijs. Met onder anderen Annemarie Ehrlich, Edmond Schoorel, Geert Looyschelder, Leon Henkes, Lili Chavannes, Jan Alfrink, Tonnie Brounts, Rob van der Meijden en Femke Hermans. Niet iedereen is even goed te verstaan; eruit springen wat mij betreft kinderarts Edmond Schoorel, oud-inspecteur Leon Henkes, en de leerkrachten Jan Alfrink en Rob van der Meijden. Pas bij de aftiteling op het einde wordt aangegeven vanuit welke functies mensen spreken (er wordt één naam vergeten en een ander verkeerd gespeld, een beetje pijnlijk).
Vandaag is het donderdag en dan is het bijna vaste prik dat
de Vereniging van vrijescholen een persbericht op haar website plaatst. Dat is
ook vandaag het geval, namelijk met ‘Vrije School Den Haag ontvangt Europese koepel van vrijescholen’:
‘Op vrijdag 17 januari 2014 verwelkomden de Vrije School Den Haag en de Vereniging van vrijescholen het gezelschap van de Europese koepel van verenigingen van vrijescholen, de ECSWE.Dit is heel fijn, om op zo’n heldere manier eindelijk iets meer te vernemen van die ECSWE-organisatie, waarvan anders alleen onduidelijke aankondigingen en persberichten in het Engels waren te vinden. Die trouwens nu allemaal zijn weggehaald. Dus blijkbaar wil men ook hier anders mee omgaan. Heel goed!
De ECSWE, European Council for Steiner Waldorf Education, verbindt 26 nationale vrijescholen-verenigingen en vertegenwoordigt daarmee 712 scholen en 147.000 leerlingen in heel Europa. Markant detail is dat Nederland op de tweede plaats komt, na Duitsland, als het gaat om de leerlingenaantallen en het aantal scholen. Op Nederlandse scholen volgen ruim 22.000 leerlingen vrijeschoolonderwijs. Daarmee is Nederland in Europa goed voor een aandeel van bijna 15%.
In de meeste landen in Europa worden vrijescholen ook wel Waldorfscholen of Steinerscholen genoemd.
ECSWE-vergaderingen
Drie keer per jaar organiseert de ECSWE een meerdaagse bijeenkomst, waarin de Council vergadert en de vertegenwoordigers van andere landen kennismaken met de bijzonderheden en onderwijsomstandigheden van het betreffende gastland. De ECSWE-bijeenkomsten zijn bedoeld om van elkaar te leren, de landen te verbinden, de dialoog te voeren en het vrijeschoolonderwijs in heel Europa te versterken. Dat er veel belangstelling is van organisaties die betrokken zijn bij het vrijeschoolonderwijs in Nederland wordt bevestigd door de ruime vertegenwoordiging op de internationale bijeenkomst.
Dit jaar verzorgde Nederland als gastland een kijkje in de keuken van de vrijeschool.
Een kijkje in de Hollandse keuken
De gasten worden ontvangen op de oudste vrijeschool van Nederland. De Vrije School Den Haag, opgericht in 1923, vierde het afgelopen jaar nog haar 90-jarig bestaan.
Als muzikale opmaat van het programma zingt het koor de gasten toe. In het Engels, zodat iedereen ook de tekst kan volgen. De gasten in de zaal zingen mee en stellen zich in hun eigen taal voor aan de nieuwsgierige leerlingen, die zichtbaar onder de indruk zijn van de grote verscheidenheid in de zaal.
Artho Jansen (bestuurslid), Leo Stronks (dagvoorzitter) en Rian van Dam (voorzitter) verzorgen namens de Vereniging van vrijescholen de officiële start van het programma. Het eerste deel van het programma staat in het teken van het onderwijsbestel en de plaats van vrijeschoolonderwijs daarin.
Facts & Figures
In de presentatie van Rian van Dam komen een aantal kengetallen naar voren, waaruit blijkt dat de vrijeschool in Nederland de afgelopen jaren met betrekking tot leerlingenaantallen een trend van groei vertoont. Ook tonen de cijfers aan dat er bij de vrijeschool iets verandert in de doorstroom van het primair naar het voortgezet onderwijs. Een steeds groter aantal leerlingen uit het regulier primair onderwijs vervolgt zijn opleiding op een vrijeschool in het voortgezet onderwijs. Tegelijkertijd zijn er ook minder vrijeschoolleerlingen die in zowel het primair als het voortgezet onderwijs kiezen voor een vrijeschool. Een opmerkelijke tendens die ook vanuit Europa met interesse wordt gevolgd.
In Den Haag staat de oudste vrijeschool van Nederland die werd opgericht in 1923.
“Wij geven kwalitatief onderwijs”
De beide schoolleiders van de Vrije School in Den Haag, Niels Schieman (primair onderwijs) en Elard Pijnaken (voortgezet onderwijs) spreken de gasten toe. Zij vertellen over hun eigen ervaringen, over de vrijeschool in Nederland, de bestuursstructuur en het onderwijs zelf. Niels Schieman, vertelt een persoonlijk verhaal met als vertrekpunt de vrijeschool. Vervolgens de wereld in om via omzwervingen weer op de vrijeschool terug te komen. Nu niet als leerling, maar als schoolleider. Verheugd was hij over het onderwijs dat hij terugvond: een kwalitatieve focus op de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen, maar belangrijker nog is de ruimte voor creativiteit en de persoonlijke ontwikkeling.
“I’ll tell you what that is; it is the love for each and every child that destiny brings to our schools.”
Nederland vreemde eend in de bijt
In het tweede deel biedt het programma veel ruimte voor dialoog, waarbij de ECSWE–leden steeds weer geïnteresseerd zijn in het systeem. Hoe werkt het nu eigenlijk in Nederland? Want de vrijescholen maken, in tegenstelling tot de meeste vrijescholen in andere Europese landen, deel uit van een onderwijsbestel dat bekostigd wordt door de overheid. Dat betekent dat vrijescholen, net als reguliere scholen, moeten voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen die door de overheid worden gesteld. Vanuit Europa komen er dan vragen omhoog over het borgen van de identiteit. Is er nog wel voldoende ruimte voor de eigen onderwijsmethodiek? En waarom zijn er van die ingewikkelde bestuursstructuren nodig?
De Nederlandse delegatie legt uit dat de vrijescholen in Nederland het afgelopen decennium een kwaliteitsslag hebben gemaakt. Daar past een professionele bestuursstructuur bij, die juist ruimte moet creëren voor de kwalitatieve invulling die de vrijescholen voor ogen hebben, namelijk de brede ontwikkeling van het kind. Deze bestuurders zorgen ervoor dat de identiteit van de vrijeschool een duidelijke plaats heeft in algemene onderwijsbestel. Op dat terrein worden gesprekken gevoerd met de betrokken overheidsinstanties. Daarbij zal altijd een dynamiek optreden tussen de zaken die je op orde moet hebben en de ruimte die je kunt nemen voor de eigen invulling van het onderwijs.
Richard Landl, voorzitter ECSWE
De voorzitter van de Europese Council, Richard Landl, is verheugd met de belangstelling vanuit Nederland. In het bijzonder omdat Nederland een relatief groot aandeel heeft binnen de Europese verhoudingen. Dan is het belangrijk om naar elkaar te kijken, van elkaar te leren, maar ook om opbouwende vragen te stellen.
Landl legt uit dat de ECSWE-organisatie op dit moment een transitie doormaakt. Vanuit een organisatie die voorheen sterk centraal geleid werd, is men nu op zoek naar nieuwe vormen waarin meer ruimte wordt gecreëerd voor samenwerking. Voor de ECSWE als orgaan gaat dat om het inrichten van de organisatie en het nemen van verantwoordelijkheden. Ook wordt er naar het externe netwerk in Europa gekeken. Daar moeten keuzes worden gemaakt. Waar worden we actief, wie zijn onze partners en waar kunnen we een rol van betekenis spelen? Dit is de ECSWE-agenda voor de komende tijd.
De volgende bijeenkomst van de ECSWE staat gepland van 16 t/m 18 mei 2014 in Cluj in Roemenië. Later dit jaar, in september, staat een bijeenkomst gepland in België. Meer informatie over de European Council kunt u vinden op de website.
Op de ECSWE-bijeenkomst van 17-01-2014 waren vertegenwoordigers aanwezig uit Tsjechië, Slowakije, Roemenië, Hongarije, Noorwegen, Zweden, Denemarken, België, Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië en Nederland.’
Is er nog wat anders dan vrijeschooolnieuws, vraagt u zich
ongetwijfeld af. Jawel, maar ik wil toch eerst nog wat interessante Duitstalige
berichten aanhalen. Zoals deze bij de eerder genoemde Freunde der
Erziehungskunt, ‘NEU:
Chemie Reader für Waldorflehrer jetzt online verfügbar’.
‘Die Chemie ist eine Wissenschaft, die jeden einzelnen täglich betrifft: ob Gesundheit, Krankheit, Medizin, Ernährung, zahlreiche technische Aspekte, Weltklimafragen oder Raumfahrt, die Einsatzmöglichkeiten der Chemie bergen viele Chancen und Risiken. Das Anliegen von Waldorfpädagogik ist es, jungen Menschen Kenntnisse in dieser wichtigen Naturwissenschaft zu verschaffen.
Verschiedene Studien belegen, dass Waldorfschüler und insbesondere Waldorfschülerinnen ein ausgeprägtes Interesse an naturwissenschaftlichen Fächern bekunden und dass die zweitgrößte Gruppe der Waldorfschul-Absolventen naturwissenschaftliche Berufe wählt . Das ist heute alles andere als selbstverständlich, denn es scheint vielen jungen Menschen schwerzufallen, einen Zugang zu den Naturwissenschaften, insbesondere zur Chemie zu finden.
Bei einer Waldorflehrer-Chemiefortbildung in Moskau, im Frühling 2010, entstand die Idee, der internationalen Waldorfschulbewegung ein Handbuch zur Vor- und Nachbereitung des Unterrichtes zur Verfügung zu stellen. Der nun veröffentlichte Reader richtet sich explizit an Anfänger. Diese sollen einen Leitfaden erhalten, der ihnen hilft, den Chemieunterricht an einer Waldorfschule aufzubauen oder in einer Situation zu übernehmen, in der ihnen wenig Hilfe von außen zur Verfügung steht. Im Reader kommen Autoren zu Wort, die den Chemieunterricht in Waldorfschulen von 1919 bis heute geprägt haben. Alle Artikel im Reader sind gründlich redigiert worden, um wissenschaftlich auf dem neuesten Stand zu sein.
Dieser Reader ist nicht dazu geeignet vollständig im Unterricht übernommen zu werden. Vielmehr soll er Anregungen liefern, die jeder einzelnen Lehrkraft helfen, ein eigenes Lehrkonzept zu entwickeln und den Reader-Inhalt an die entsprechende Unterrichtssituation anzupassen. Wir wünschen eine angeregte Lektüre und möchten Herrn Dirk Rohde zur erfolgreichen Umsetzung dieses umfangreichen Projektes beglückwünschen.
Deutsche Version des Readers
English Reader, Spanish Reader, Russian Reader’
Het maandblad Erziehungskunst bespreekt ook een ‘Sachbuch’:
‘Die Lebensform Waldorfschule – wissenschaftlich betrachtet
Von Frank Steinwachs, Januar 2014
Die Waldorfpädagogik wird schon seit langem systematisch und empirisch erforscht. Sie verliert einerseits den Nimbus der geheimnisvoll erfolgreichen Alternative und ist andererseits aber auch keine Blackbox mehr für unreflektierte Projektionen pseudokritischer Aufklärer. Und diesem Umstand wird der vorliegende Aufsatzband mehr als gerecht. Der Band bietet nicht nur eine Idee und eine Absichtserklärung, er ist auch eine historische und aktuelle Reflexion, eine Bilanz, ein Einblick in Forschung und Praxis sowie die kritische Selbstbetrachtung eines pädagogisches Konzeptes und Phänomens, das inzwischen weltweit verbreitet ist.
Das Konzept versucht dem großen (Lebens-)Raum Unterrichten und Waldorfschule gerecht zu werden und macht deutlich, dass Unterrichten nicht einfach nur intelligentes Informationsdesign und Karriere-Coaching ist. Der Band schlägt den Bogen von den Wurzeln in der Dreigliederungsbewegung und der Autonomie der Waldorfschulen (Zech) über die schulspezifische Sozial- und Rentenversicherung (Breusin/Steigmann-Lindner zu den Hannoverschen Kassen), das Berufsbild des Lehrers (Wiechert; Keller/Loebell; Riegler u.a.m.), die interkulturelle Pädagogik (Redzic/Schmelzer), die Lehrerausbildung (Loebell; Sommer), die internationalen Perspektiven (Wiechert/Barz; Sagvosdkin) bis hin zur akademischen Erforschung der Waldorfpädagogik, der Unterrichtsqualität und der Elternperspektive (Barz; Lieberwein; Landl). Der Aufsatzband stellt eine gelungene und erfrischende Schnittstelle zwischen dem Wissenschaftsbetrieb und der Lebensform Schule dar. Den Autoren ist eins klar: Wissen kann nur produktiv sein, wenn es lebendig ist und den Adressaten substanziell betrifft. Und die Adressaten sind in diesem Fall Fachkollegen, Lehramtsstudenten und Seminaristen sowie Interessierte und Eltern, die mehr wissen wollen.
Heiner Barz (Hrsg.): Unterrichten an Waldorfschulen: Berufsbild Waldorflehrer: Neue Perspektiven zu Praxis, Forschung und Ausbildung, kart., 358 S., EUR 39,99, Springer VS, Wiesbaden 2013’
En deze bespreking:
‘Pädagogischer Eros
Von Albert Schmelzer, Januar 2014
Das Buch kommt im rechten Augenblick,besteht doch in der jüngeren Zeit die Gefahr, dass die pädagogische Beziehung unter Generalverdacht gerät. Die Herausgeber Jochen Krautz und Jost Schieren betonen in ihrer Einleitung die Notwendigkeit, Persönlichkeit und Beziehung als »grundlegende Dimension der Pädagogik neu zu akzentuieren und im theoretischen wie praktischen Verständnis zu vertiefen«. Die anthropologischen Grundlagen werden gelegt durch Beiträge von Thomas Fuchs über die Interpersonalität als Medium der frühkindlichen Entwicklung, von Harald Schwaetzer über die Persönlichkeit als Akteur eines Erkenntnisprozesses, der sich zu einer »Begegnungseinsicht« verdichten kann, und von Bernhard Schmalenbach, der die Bedeutung der Gesten in Pädagogik und Heilpädagogik zeigt.
Es folgen Texte von Rainer Dollase und Heiner Ullrich mit empirischen Befunden, die auf die Bedeutung der Lehrerpersönlichkeit und der Lehrer-Schüler-Beziehungen hindeuten. In diesem Zusammenhang weist Charlotte Heinritz auf ein Desiderat der Lehrerbildung hin, das im Allgemeinen zu wenig Beachtung findet: die Notwendigkeit, die eigenen Schulerinnerungen so aufzuarbeiten, dass sie nicht als unreflektierter Ballast mitgeschleppt werden.
Gabriele Weigand, Jochen Krautz und Volker Ladenthin stellen pädagogische Konzeptionen zur Personalität vor und was sich daraus an didaktischen Forderungen ergibt. Eine Brücke zwischen Erziehungswissenschaft und Waldorfpädagogik schlägt Jost Schieren, indem er die vom Lehrer zu realisierende Fach-, Methoden- und Sozialkompetenz mit den von Rudolf Steiner beschriebenen Lehrerqualitäten des Mutes zur Wahrheit, der Phantasiefähigkeit und der seelischen Verantwortlichkeit in Beziehung setzt. Der vierte Teil der Veröffentlichung mit Beiträgen von Christof Wiechert, Michael Felten, Alfred Burger, Rainer Winkel und Arthur Brühlmeier befasst sich mit der pädagogischen Praxis. Wiechert stellt, anknüpfend an Rudolf Steiner, dar, wie die pädagogische Beziehung notwendig asymmetrisch ist und sich entsprechend der Altersstufe wandelt. Aber auch die anderen Beiträge begeistern durch ihre Praxisnähe. Ein gelungenes Buch – unbedingt lesenswert.
Jochen Krautz, Jost Schieren (Hrsg.): Persönlichkeit und Beziehung als Grundlage der Pädagogik, brosch., 278 S., EUR 39,95, Beltz Juventa, Weinheim und Basel 2013’
Op 23 januari maakte Bionext ‘Webwinkel
De Korenmaat gekozen tot Favoriete Biowinkel 2014’ bekend:
‘Op de BioVak in Zwolle zijn de winnaars bekendgemaakt van de publieksverkiezing “Favoriete Biowinkel”. De eerste plaats ging naar De Korenmaat, een biologische webwinkel in Zeist. De verkiezing is een initiatief van Bionext en de Biowinkelvereniging.
Een klant van De Korenmaat vatte als volgt samen waarom dit de terechte winnaar is: “Alles leverbaar, gemakkelijk online bestellen en op vrijdagmiddag afhalen met een prettige babbel met winkeliers die we & die ons inmiddels kennen!” De tweede plaats ging naar De Natuurwinkel Solidare in Tilburg, de derde plaats was voor Natuurvoedingswinkel Ieme in Borger.
Naast het ruime assortiment in biologische voeding scoorden alle winnaars goed op het geven van informatie over de kwaliteit en herkomst van de producten. Een goede uitleg van het personeel is wat de winkel volgens de klanten speciaal maakt.
De prijzen werden overhandigd door Arjan Nijdam, voorzitter van de Biowinkelvereniging. Volgens Nijdam is het een waardevolle onderscheiding omdat de stemmen direct afkomstig zijn van de klanten.’
Lenneke Schot van Biojournaal maakte hier op 24 januari ook
melding van, in ‘Webwinkel De Korenmaat is Favoriete Biowinkel 2014’:
‘De eerste editie van de publieksverkiezing “Favoriete Biowinkel” is gewonnen door De Korenmaat, een biologische webwinkel in Zeist. Dit werd bekendgemaakt tijdens de BioVak in Zwolle. De tweede plaats ging naar Solidare Natuurvoeding in Tilburg. En de derde plaats was voor de in Borger gevestigde Natuurvoedingswinkel De Ieme. Deze winkel vierde vorig jaar haar 35-jarig bestaan.
Arjan Nijdam, voorzitter van de Biowinkelvereniging, overhandigde de prijzen en gaf voorafgaand aan de uitreiking nog wat toelichting: “Er zijn in totaal 1518 stemmen uitgebracht op 270 verschillende winkels. Vorig jaar vielen bij de vakjury vooral de grote winkels in de smaak. Dit jaar blijken juist de kleine winkels populair te zijn onder de klanten.”
De Korenmaat
De Korenmaat werkt volgens een speciaal systeem. De winkeliers bestellen enkel wat klanten nodig hebben. En de boodschappen worden vervolgens thuisbezorgd of klaargezet. De klanten moeten dus laten weten wat ze nodig hebben en dan zorgt De Korenmaat dat deze producten geleverd worden. Klik hier voor een Biojournaal-interview met Ruud Banus, die al sinds 1996 bij De Korenmaat werkt.
Ruud reageerde na afloop van de uitreiking als volgt: “Het is bijzonder om op deze manier gewaardeerd te worden door de klant. Wij zijn van mening dat de consument nu aan zet is en zij kunnen dankzij ons concept hun stem laten horen. Bij ons staat de binding tussen klant en winkelier voorop.”
Voor Solidare Natuurvoeding nam Els Pijpers de prijs in ontvangst. In de nabijgelegen stand van Biojournaal vertelde ze heel blij te zijn met de prijs. “Ik had sowieso al niet verwacht dat we in de top 3 zouden eindigen. Het mooiste van deze prijs is dat ik nu alle reacties van de klanten te zien zal krijgen.”
Toelichting
De verkiezing is een initiatief van Bionext en de Biowinkelvereniging. In het officiële persbericht wordt gemeld dat naast het ruime assortiment in biologische voeding scoorden alle winnaars goed scoren op het geven van informatie over de kwaliteit en herkomst van de producten. Een goede uitleg van het personeel is wat de winkel volgens de klanten speciaal maakt.
Een klant van De Korenmaat vatte als volgt samen waarom dit de terechte winnaar is: “Alles leverbaar, gemakkelijk online bestellen en op vrijdagmiddag afhalen met een prettige babbel met winkeliers die we & die ons inmiddels kennen!”
Voor meer informatie: www.mijnfavorietebiowinkel.nl’
Diezelfde dag schreef Lenneke Schot ook over ‘De Bolster wint Ekoland Innovatieprijs 2014’ (wat ik trouwens vorige week in ‘Appelsap’
al kort meldde):
‘De Bolster is woensdagavond tijdens de BioVak uitgeroepen tot winnaar van de Ekoland Innovatieprijs biologische landbouw 2014. De prijsuitreiking op het horecaplein werd drukbezocht. Het biologisch-dynamische zaadteelt- en veredelingsbedrijf won hiermee 1500 euro. De tweede prijs (750 euro) ging naar De Mèkkerstee en de derde prijs 250 euro naar GAOS. Dit prijzengeld is ter beschikking gesteld door de Rabobank. De bank wil hiermee innovatieve koplopers in de agrarische sector ondersteunen.
De jury van de Ekoland Innovatieprijs biologische landbouw 2014 bestond uit Jan van Beekhuizen, Jan Bokhorst, Maria van Boxtel, Jan Jonkman, Geertje Schlaman en Kees van Veluw. De eerste prijs werd dus toegekend aan Bart, Elly en Frank Vosselman en Patrick Hoogendoorn van De Bolster. De juryleden gaven de onderstaande motivatie voor de uitverkiezing van De Bolster:
“De biologische teelt behoefte heeft aan eigen zaadvaste rassen in veel teelten. Door de vermeerdering van zaden voor moestuinders uit te breiden naar gerichte veredeling voor professionele telers, is De Bolster uitgegroeid naar een succesvol veredelingsbedrijf. De Bolster veredelt belangrijke biologische gewassen als pompoen, maar waagt zich ook aan meer gebruikelijke gewassen als tomaat; met eigen, biologisch, veredelingswerk. Met een nieuw rasveredelingsconcept Family Inter Cross variety voegt De Bolster een waardevolle techniek toe aan de biologische veredeling. Ze durven het op te nemen tegen veel grotere zaadveredelingsbedrijven. Dit alles tezamen maakt De Bolster de terechte winnaar van de Ekoland Innovatieprijs 2014.”
Voorafgaand aan de uitverkiezing gaf Frank al aan hoe mooi hij het vindt om de zaden van een klein bedrijf op de Veluwe overal op de wereld tegen te komen.
De tweede prijs werd dus toegekend aan familie den Hertog van zorg- en geitenboerderij De Mèkkerstee. Hierover zeggen de juryleden: “De Mèkkerstee voorop loopt in de zorg als maatschappelijke onderneming: de landbouw draagt bij aan de financiering van de zorg. De cliënten, kunnen starten in een rustig hoekje en uitgroeien tot een ‘publieksbaan’: de combinatie van landbouw, recreatie, inpakwerk en winkel biedt alles. De handige inrichting voor landbouw, cliënten en bezoekers is een voorbeeld voor andere multifunctionele ondernemingen. De smaakvolle kazen vinden gretig aftrek; De Mèkkerstee vernieuwt met smaak, Jersey koemelk en ijs. De christelijke en nuchtere, ‘eilandse’ mentaliteit legt een solide en warme basis onder het bedrijf. Dit maakt het mogelijk zorg voor de medemens van hoge kwaliteit te blijven bieden, ook in een tijd van bezuinigingen in de zorg. Dit alles tezamen maakt dat De Mèkkerstee met stip op de tweede plaats is geëindigd voor de Ekoland Innovatieprijs 2014.”
Jos Jeuken en Ellen Krul van biologisch-dynamisch akkerbouwbedrijf GAOS eindigde op de derde plaats. De jury: “GAOS een veelzijdig teeltbedrijf is, dat uitstekend de bedreiging van een spoorlijn heeft omgebogen in een kans: veengrond verrijkt de akkers en een natuurzone vol kunstwerken biedt burgers een nieuwe blik op de landbouw. Alle unieke kunstwerken geven een heldere verbinding tussen landbouw, natuur en de mens. Ook in de afzet zoekt GAOS de verbinding met de burgers, onder andere door de succesvolle Hofwebwinkel. GAOS draagt in belangrijke mate bij aan zaadveredeling voor de biologisch-dynamische landbouw. Met alle vernieuwingen blijkt dat GAOS de kunst verstaat om voor ’t peloton uit te lopen en de mens een nieuwe blik op de landbouw te bieden. Daarom is GAOS de terechte winnaar van de derde prijs van de Ekoland Innovatieprijs 2014. Kom ook kijken naar de kunstwerken!”
Kijk voor meer informatie op de websites van de bedrijven:
De Bolster - www.bolster.eu
De Mèkkerstee - www.atcdemekkerstee.nl
GAOS - www.gaos.nu’
Eergisteren kwam De Stentor met ‘Landelijke interesse voor Ubuntuplein Zutphen’:
‘Voor het Ubuntuplein op Noorderhaven in Zutphen bestaat interesse vanuit het hele land. De antroposofische woon-werkgemeenschap is een van de grootste initiatieven voor collectief particulier opdrachtgeverschap. Het Ubuntuplein is een woon-werkgemeenschap met een antroposofisch sausje, bestaande uit tweehonderd nieuwbouwwoningen op Noorderhaven, direct achter het station in Zutphen. Al tien jaar wordt er achter de schermen aan het project gewerkt, maar nu is het zover: op korte termijn wordt duidelijk of het bijzondere nieuwbouwwijkje er definitief komt.’
Men had blijkbaar gesproken met de toekomstige bewoners
Trees Schrijvers, Henny Hage, Hugo Versteeg en Dorothee Nijland.
‘Opvallend: de interesse is bovenregionaal. “Dat is toch mooi”, zegt toekomstig bewoonster Henny Hage. “Mensen uit heel Nederland beseffen dat we hier in Zutphen met iets bijzonders bezig zijn. We hebben een lijst met geïnteresseerden en daar staan mensen op uit onder meer Maastricht, Rotterdam, Alkmaar, Groningen en Amsterdam. Gek genoeg komt het gros van de belangstellenden niet uit Zutphen, maar van buiten deze regio.”
Lees een uitgebreid interview met toekomstige bewoners van het Ubuntuplein in de Stentor van dinsdag 28 januari...’
Dan even iets heel anders. Op 27 januari maakte ‘Dr.Hauschka
Nederland’ op Facebook dit bekend:
‘Misschien heb je hem al gezien: onze nieuwe website. Met onder andere een handige zoekfunctie voor producten, goede tips en verzorgingsadviezen, mooie achtergrondverhalen en foto’s. Ook onze webwinkel is vernieuwd en je kunt gemakkelijk Dr. Hauschka verkooppunten vinden. Wij zijn trots op het resultaat! Wat vind jij ervan? https://www.dr.hauschka.com/nl_NL/’
Inderdaad, heel mooi! Mijn aandacht wordt getrokken door dit
verhaal over ‘Elisabeth Sigmund’:
‘Elisabeth Sigmund (geboren op 25 oktober 1914 in Wenen, gestorven op 20 december 2013 in Albershausen) was de grondlegger van Dr. Hauschka Cosmetica. Al vroeg in haar leven sloot zij cosmetica in haar hart. Ze volgde na haar middelbare schooldiploma in 1939 een opleiding tot Schoonheidsspecialiste bij de cosmeticafabrikant To Kalón in Wenen.
Daarna verbleef Elisabeth drie maanden in Parijs voor een opleiding in een cosmeticalaboratorium en werkte ze voor het Weense cosmetica-instituut Pessl. Zij was het echter niet eens met de conventionele behandelingsmethoden. Daarom verliet ze het instituut. Dit was het beginpunt van haar eigen cosmeticalijn en schoonheidsbehandelingen.
Leergierigheid
Elisabeth Sigmund deed haar hele leven uitgebreid literatuuronderzoek over de antroposofische geneeskunde, heilzame planten en in het bijzonder naar cosmetisch werkzame planten. In de nationale bibliotheek en de universiteitsbibliotheek van Wenen kreeg zij toegang tot oude medische werken. Hierin vond zij uitgebreide informatie over huidaandoeningen en informatie over heilzame planten. Deze kennis gebruikte zij om een eigen cosmeticalijn te ontwikkelen.
De oorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd Elisabeth Sigmund opgeroepen als verpleegkundige in Berlijn. In 1945 verhuisde zij naar Rudolstadt in Thüringen, waar zij tot 1947 in het “Schillerhäuschen” op de Schlossberg woonde. Na tussenstations als Berlijn en Salzburg, emigreerde zij in 1948 met haar man naar Stockholm in Zweden.
Zweden en India
In de periode tussen 1952 en 1955 kreeg Elisabeth Sigmund van de Zweedse koning de toestemming om een cosmetisch instituut te openen. Zij richtte de “Salon voor de verzorging van de schoonheid” op. In het Zweeds: “Salong för Skönhetstsvård”. Tot haar klantenkring behoorden naast vrouwen, ook mannen, zoals de pastoor en de arts. In haar salon ontwikkelde zij voor het eerst haar eigen cosmetica, die een harmoniserend effect had op de huid. Ze bleef de formules van de producten doorontwikkelen. Ook werkte ze de lymfestimulatietechniek uit, nadat zij in Kopenhagen kennis had gemaakt met Dr. Vodder en zijn lymfedrainage-methode.
In 1955 bracht Elisabeth Sigmund voor het eerst een bezoek aan WALA in Eckwälden. Haar nieuwsgierigheid was gewekt nadat haar man goede ervaringen had opgedaan met WALA geneesmiddelen. Ook een Zweedse student vertelde haar indrukwekkende verhalen over WALA. Daarop besloot Elisabeth ingrediënten te bestellen bij WALA, die zij met groot succes aan haar cosmetica toevoegde.
Van 1961 tot 1962 maakte zij een studiereis naar India, waar zij onder andere de ‘neem’plant leerde kennen.
Een brief
In 1963 ontving Elisabeth Sigmund een brief van Dr. Rudolf Hauschka. Hierin vroeg hij haar naar ideeën voor een nieuw soort cosmetica, passend bij de filosofie van WALA. Na haar antwoord nodigde hij haar spontaan uit voor een bezoek aan Eckwälden. Na weken van intensief werkoverleg, volgde het gezamenlijke besluit om een cosmeticalijn te ontwikkelen. Van 1963 tot 1967 deelden Elisabeth Sigmund en Rudolf Hauschka hun kennis over de cosmetica en de geneesmiddelenproductie. In samenspraak met medische en farmaceutische medewerkers, ontstond de cosmeticalijn. Uitgangspunt was het ontwikkelen van een cosmeticalijn die de eigen activiteit van de huid ondersteunt.
De producten werden eerst uitgebreid getest alvorens zij in 1967 op de markt werden gebracht.
Kennis doorgeven
In 1969 verhuisde Elisabeth Sigmund naar Eckwälden. Sindsdien gaf zij haar kennis graag door en adviseerde zij WALA op het gebied van de producten en de schoonheidsbehandelingen van Dr. Hauschka.
Lees hier een interview met Elisabeth Sigmund.’
Ik kan het natuurlijk niet laten ook dat hier over te nemen. Het interview is getiteld ‘De mens heeft twee schoonheden’:
‘Elisabeth Sigmund is één van de grondleggers van Dr. Hauschka Cosmetica en heeft de Dr. Hauschka schoonheidsbehandelingen ontwikkeld.
In een tijd waarin vrouwen voor de huidverzorging alleen water en harde zeep gebruikten, ontwikkelde Elisabeth Sigmund producten voor natuurlijke cosmetica, die de basis vormden voor de producten van Dr. Hauschka Cosmetica van WALA. Zij ontdekte de kalmerende werking van wondklaver en ontwikkelde een bijzonder concept voor de schoonheidsbehandeling, die tegenwoordig over de hele wereld door Dr. Hauschka Therapeuten wordt toegepast.
Interview: K. Hartmann
Elisabeth Sigmund werd in 1914 in Wenen geboren. Na de middelbare school studeerde zij medicijnen, maar moest haar studie door een ernstige ziekte afbreken. In 2012, ze was toen 98 jaar oud en nog steeds een mooie vrouw, vertelde ze vol enthousiasme over haar leven.
Waarom hebt u na uw afgebroken studie voor de cosmetica gekozen?
“Toen ik na mijn genezing voor een kuur naar de Oostenrijkse Alpen afreisde, had ik alle tijd om na te denken. Mijn gedachten gingen steeds weer richting cosmetica, het ‘stiefkind’ van de medische wetenschap. Destijds werden al wel baden en massages voor de lichaamsverzorging toegepast. Maar een gezichtsverzorging en decoratieve cosmetica werden als ijdel beschouwd. In de rust van de natuur heb ik toen besloten dat ik mij aan de cosmetica wilde gaan wijden.”
Dat was in die tijd een moedige beslissing...
“Ja, ik wist bovendien zeker dat mijn cosmetica anders zou zijn dan de conventionele preparaten en behandelingen. De term cosmetica – wat versieren betekent – is gebaseerd op het Griekse werkwoord kosmein (ordenen, harmoniseren). Na mijn terugkeer in Wenen behaalde ik mijn eerste diploma voor schoonheidsspecialiste. Uiteindelijk ben ik volledig voor de vernieuwing van de cosmetica gegaan, vooral van de gezichtsverzorging. Ik deed onderzoek, ik studeerde, ik mengde en roerde. Geleidelijk vulde ik zowel de toilettafel van mijn moeder, als van onze gehele kennissenkring met ‘Elisabeth-cosmetica’. Toch twijfelde ik of de gezichtsverzorging wel mijn roeping was.”
En hoe hebt u deze vraag opgelost?
“Het antwoord kwam in 1938. Toen kwam het boek van Rudolf Steiner ‘De kunst en haar wereldmissie’ uit.* Hij schrijft daarin: ‘...de schoonheid ... is als woord familie van het schijnende, wat schoonheid in zich draagt schijnt. Dat wil zeggen dat haar innerlijk naar de oppervlakte wordt gebracht. Dat is immers het fenomeen schoonheid. Zij verbergt zich niet, maar toont haar innerlijk naar de buitenwereld. Mooi is datgene wat het innerlijk in zijn uiterlijke vorm naar buiten brengt...’ Als ik deze zinnen niet had gelezen, zou ik geen schoonheidsspecialiste zijn geworden. Door deze zinnen snapte ik mijn roeping en wist ik dat ik volgens zijn visie op ware schoonheid wilde handelen.”
Na de oorlog in 1948 verhuisde Elisabeth samen met haar man van Wenen naar Zweden en opende in Stockholm haar schoonheidssalon. Op een dag wandelde een Zweedse student naar binnen, die in Duitsland een vakantiebaan had gehad bij WALA. Dat betekende een grote verandering voor Elisabeth: “Hij vertelde zo boeiend over de ervaringen die hij daar had opgedaan, dat ik vervolgens verschillende ingrediënten bij WALA bestelde. Bij wijze van proef voegde ik deze ingrediënten aan mijn cosmeticaproducten toe. Dat was de geboorte van de cosmetica van Dr. Hauschka.”
Een belangrijk ingrediënt in Dr. Hauschka producten is de wondklaver. U hebt ontdekt dat deze plant geschikt is voor de cosmetica. Hoe is dat gegaan?
“Begin jaren ’50 was ik op een Zweeds eiland aan het dagdromen. Tussen al het groen op het eiland bloeide ook de kleine rode klaver. Plotseling dacht ik aan de zeldzame wondklaver, de Anthyllis. Ik had het gevoel dat ik dit verder moest onderzoeken. Via een tuinder kon ik een plant in mijn bezit krijgen. Ik werkte met de bladeren van de Anthyllis in verschillende producten en testte deze in mijn schoonheidssalon op klanten. De klanten werden beloond: naar acne neigende huid, vroegtijdig verouderde huid en vochtarme huid – al deze huidbeelden reageerden positief en keerden terug naar een normaal huidbeeld. Deze heilzame kracht van de Anthyllis is uniek.”
Hoe is de samenwerking met WALA ontstaan?
“In 1955 heb ik een kort bezoek aan WALA gebracht. In 1962 kwam – geheel onverwacht – een brief van WALA met de vraag of ik ideeën had voor een cosmeticalijn, die paste bij de visie van WALA. De ideeën die ik in mijn praktijk in Zweden had opgedaan, beschreef ik in een uitgebreide antwoordbrief. Dr. Rudolf Hauschka nodigde me uit en in die zomer vertrok ik naar Eckwälden. Ik werd hier vol enthousiasme ontvangen: ‘Sinds uw brief houd ik van u,’ zei Dr. Hauschka. Daarna werkten wij weken onafgebroken samen met een WALA-team. In 1967 kwamen de door ons ontwikkelde cosmeticaproducten op de markt.”
Bent u tevreden met wat u hebt bereikt?
“Jazeker, maar de mogelijkheden van cosmetica zijn niet oneindig. Niet alle rimpels en oneffenheden in het gezicht zijn met de beste verzorging glad te smeren. Maar je ziet dat de huid wordt verzorgd. Ieder mens heeft twee schoonheden – een innerlijke en een uiterlijke schoonheid.”
*. Rudolf Steiner. Geist und Ungeist in der Malerei – Tizians “Himmelfahrt Mariä”. Dornach, 9 juni 1923. In: Vorträge über Kunst. GA 291. Dornach: Rudolf Steiner Verlag 1991; p. 180-181.’
Op de website van het Goetheanum is in de rubriek ‘Aus dem
Leben am Goetheanum’ onder de datum van 27 januari ‘Medizinische Sektion: Sektionsleiterin Michaela Glöckler zur Organtransplantation’ te vinden:
‘Michaela Glöckler, Leiterin der Medizinischen Sektion am Goetheanum, plädiert dafür, Organtrans-plantationen im Zusammenhang individueller Schicksalswege und -entscheidungen zu beurteilen. Außerdem kündigt sie eine repräsentative Darstellung aus Sicht der Anthroposophischen Medizin an.
In der Wochenzeitung “Das Goetheanum” Nr. 4/2014 plädiert Michaela Glöckler “primär und unabdingbar” für den freien Entscheid beim potenziellen Spender und Empfänger. Sie stellt aber auch unmissverständlich fest, dass Hirntod nicht gleichzusetzen ist mit dem Tod des Organismus, sondern dass es sich dabei um ein Organversagen (des Gehirns) handelt. Ohne intensivmedizinische Maßnahmen führe das Organversagen früher oder später zum Tod des ganzen Organismus.
Glöckler macht deutlich, dass die Spende eines lebenswichtigen Organs den definitiven Tod des Spenders besiegelt. Da diese Todesart jedoch für den Empfänger des Organs eine neue Lebenschance bedeutet, sind mit dem Entscheid im Falle eines irreversiblen Hirnversagens, Spender zu werden, oder einer ausweglosen Situation, Organempfänger zu werden, intime Schicksalsfragen verbunden. Sie erfordern den Gewissensentscheid der Betroffenen. Glöckler: “Wie man das Sterben [des Organ-spenders] begleitet, wie und ob der Empfänger eines Organs sein neues Leben wie eine ‘zweite Geburt’ erlebt und seine Biografie in diesem Sinne fortsetzt, sind zugleich Kernfragen einer spirituellen Medizin, aber auch menschlicher Kultur.”
Darüber hinaus informiert Michaela Glöckler über den Stand der Transplantationsmedizin und legt anhand statistischer Daten offen, wie selten – im Vergleich zu den jährlichen Sterbezahlen in einem Land – der Tod durch irreversibles Hirnversagen mit anschließender Organentnahme ist.
Michaela Glöckler betont, dass auch der Arzt aufgefordert ist, “seinen individuellen Weg und Gewissensentscheid zu finden”. Die spirituelle Ethik der Anthroposophischen Medizin und deren medikamentöse Möglichkeiten hält sie für geeignet, einen konstruktiven Beitrag zur Transplantationsmedizin zu leisten.’
Dan maakte weekblad ‹Das Goetheanum› vandaag op
Facebook ‘AnthroposoWie?’ bekend:
‘Der Meister macht die Übung
Öffentliche Tagung und MV der Deutschen Landesgesellschaft vom 19. bis 22. Juni in Stuttgart. – Die geistige Welt erschließt sich im heutigen Sinne nicht mehr durch Offenbarungen. Sie zeigt sich da, wo Menschen aus freien Stücken von sich aus eigene Schritte gehen. Welche Schritte sind das? Die Tagung ist ein Versuch, eine Einladung, gemeinsam zu üben, was im zukünftigen Sinne menschlich und menschheitlich ist: Den Geist ernst zu nehmen – soweit wir es eben können. Wir üben nicht nur für uns, sondern für uns in der Welt. Wenn dieser Zusammenhang sichtbar und erlebbar werden kann, ist ein wesentliches Anliegen der Tagung gelungen. Wir wollen es einfach mal versuchen ... Michael Schmock/CC’
‘MV’ betekent ‘Mitgliederversammlung’, oftewel
ledenvergadering. Ik wil ook nog even melding maken van de ‘Rudolf Steiner Bibliothek. Zentralbibliothek der Anthroposophischen Gesellschaft in Deutschland’, te vinden in het ‘Rudolf Steiner Haus Stuttgart’, oftewel bij de
‘Anthroposophische Gesellschaft – Arbeitszentrum Stuttgart’:
‘Die Rudolf Steiner Bibliothek verfügt über einen umfassenden Bestand an anthroposophischer Literatur, der durch Sachworterschließung im Onlinekatalog und ebenso über alle modernen Recherchemittel erschlossen werden kann.
Die meisten Bücher sind gegen eine Gebühr von 1 Euro pro Buch und Monat (ermäßigt 0,50 Euro) zu entleihen, Kinder und Jugendbücher sind gebührenbefreit. Auch zum Lesen und Arbeiten in unserer Bibliothek laden wir herzlich ein.
Hier geht es zur Buch- und Zeitschriftensuche in unserem Online-Katalog...’
Naar ik begrepen heb, kan hier tegen geringe kosten om een
scan van artikelen, bijvoorbeeld in tijdschriften, gevraagd worden. Reuze
handig dus. Dan heb ik nog economisch nieuws, ‘GLS-Bank trotzt erneut dem Branchentrend’, door ‘NNA-Korrespondentin Cornelie Unger-Leistner’, op 28
januari gepubliceerd bij News Network Anthroposophy Limited (NNA):
‘Deutschland birgt noch ein erhebliches Potential für ethisch-ökologische Geldanlagen: Mit durchschnittlich 2000 neuen Kunden pro Monat war die Bochumer GLS-Bank daher auch 2013 weiter auf Erfolgskurs. Dies wurde auf ihrer Bilanzpressekonferenz in Frankfurt deutlich.
“16 Millionen Bundesbürgern äußern in Umfragen, dass sie ökologisch-soziale Geldanlagen bevorzugen. Daher ist nicht damit zu rechnen, dass sich unser Kundenzustrom abschwächt,” betonte der Vorstandssprecher der GLS-Bank, Thomas Jorberg, vor Journalisten. Erstmals überschritt die Bilanzsumme der Bank im Geschäftsjahr 2013 die 3-Milliarden-Euro-Marke, die GLS-Bank hatte damit ein Plus von 19% zu verzeichnen.
Im Juni feiert die Bank ihr 40jähriges Bestehen unter dem Motto “Geschichten, die Zukunft schreiben.” Eine Reihe von Auszeichnungen wie der Preis “Nachhaltiges Unternehmen Deutschlands” 2012 oder der internationale Award “Sustainable Bank of the Year” 2013 zeugen von der öffentlichen Anerkennung, die die Bank mittlerweile erhält.
Betrachtet man die gesamte Branche, so führt das ethisch-ökologische Bankwesen mit den 165.000 GLS-Kunden in Deutschland allerdings eher noch ein Nischendasein. In der Lebensmittelbranche beispielsweise haben die Bioprodukte inzwischen einen Marktanteil von vier Prozent erobert. “Man wechselt seine Bank eben nicht so selbstverständlich, wie man Biowaren einkaufen geht”, meinte Jorberg dazu .
Zugeschaltet zur Pressekonferenz war auch die Bochumer Zentrale der Bank. Dort legte Vorstandsmitglied Andreas Neukirch die Ergebnisse des Geschäftsjahrs 2013 vor. Dabei zeigte sich, dass die GLS-Bank aufgrund ihres stetigen Wachstums erneut einen Bilanzgewinn von zwei Prozent vorweisen kann. Mit dieser stabilen Ertragslage unterscheidet sie sich deutlich von anderen genossenschaftlich organisierten Banken oder den Sparkassen, die über Ertragsrückgänge klagen.
Die Erwartungen an das laufende Geschäftsjahr sind vor diesem Hintergrund optimistisch, man geht davon aus, dass es ähnlich wie das vergangene verlaufen wird. 2013 waren die Kundeneinlagen der GLS-Bank um ca 20% auf 2,82 Mio. Euro gestiegen. Die Bilanzsumme betrug zum Jahresende 3,24 Mrd. Euro. Das Eigenkapital der Bank beläuft sich auf insgesamt 197 Mio Euro.
Auf dieser Basis konnte die GSL-Bank 2013 neue Kredite mit einem Volumen von insgesamt 551 Mio. Euro vergeben. Den größten Bereich bilden die regenerativen Energien mit einem Anteil von 37,9 Prozent an den Neukrediten, 22,4% der Gelder wurden für Behinderteneinrichtungen, Gesundheit und Leben im Alter vergeben. Dieser Bereich hatte im Vergleich zum Kreditbestand die größte Zunahme zu verzeichnen. 17,5% der Darlehen flossen in Wohnprojekte und Baufinanzierungen, 14,1% in die ökologische Landwirtschaft und in die Biobranche – beide Bereiche blieben in einem ähnlichen Rahmen wie der Bestand. Geringer fiel der Anteil der Neudarlehen im Bereich Schulen und Kultur aus mit 8,1%.
Der Schulbereich war der Ausgangspunkt für die Tätigkeit der GLS-Bank im Jahr 1974 gewesen, erläuterte Vorstandssprecher Jorberg bei seinem kurzen Rückblick auf die Geschichte der Bank. Den Anfang hatten die Eltern der Freien Waldorfschule in Bochum-Langendreer gemacht, als sie eine sinnvolle Geldanlage suchten. Hinzugekommen sei dann mit dem Dottenfelder Hof die ökologische Landwirtschaft, für die meisten Bürger in den 70er Jahren noch “etwas ganz Exotisches”, so Jorberg. Auch die Zustände auf dem Finanzmarkt seien damals, verglichen mit heute “paradiesisch” gewesen. 1988 habe die GLS-Bank dann die erste Windkraftanlage auf einem Bauernhof finanziert.
Daran wurde auch deutlich, welche enorme Entwicklung sich im Bereich der regenerativen Energien seither vollzogen hat: 25% beträgt heute ihr Anteil im Netz. “Dies ist eine Entwicklung, die man so nicht erwarten konnte”, meinte Jorberg. Auf Nachfrage von Journalisten ging er dann auch auf die drohende Insolvenz des Windparkbetreibers PROKON ein, die derzeit in den Medien für Schlagzeilen sorgt. Bei der GLS-Bank hat dies schon zu besorgten Kundenanrufen geführt. Auch die GLS-Bank hat als Geldanlage Genussrechte im Angebot, die PROKON offenbar zum Verhängnis geworden sind.
Den Fall PROKON müsse man sich “sehr genau ansehen”, meinte Jorberg. Meist sei es so, dass nicht das Instrument der Finanzierung , sondern seine Nutzung zum Problem werde. Die Genussscheine, die die GLS-Bank anbiete, seien im Gegensatz zu PROKON nicht kurzfristig kündbar und sie bezögen sich auch auf Bestandsanlagen, also Windparks, die bereits in Betrieb seien. Dem Ruf nach mehr Verbraucherschutz als Konsequenz aus der drohenden Pleite von PROKON erteilte Jorberg jedoch eine Absage: “Ohne die Investitionen von zigtausenden Privatleuten hätte es die Entwicklung im Bereich der regenerativen Energien nicht gegeben.” Insgesamt hielten sich die Ausfälle in diesem Bereich auch bisher in Grenzen. Bei einer sich entwickelnden Technik müsse aber jedem Investor klar sein, dass es hier Risiken gebe. “Das ist keine Sparanlage”, betonte Jorberg.
2013 hat die GSL-Bank erstmals auch einen Aktienfonds aufgelegt. Er unterliege “den bewährten und strengen Nachhaltigkeits- und Transparenzstandards”, hieß es auf der Pressekonferenz. Investitionen in Rohstoffe sowie Devisenspekulationen sind ausgeschlossen. Die GLS-Bank veröffentlicht jeweils, in welche Papiere der neue Fonds investiert. Im ersten Monat wuren bereits 13,5 Mio Eur. im Fonds angelegt.
Eine weitere Frage der anwesenden Journalisten galt den Risiken, die für die Geldanlagen der GLS-Bank möglicherweise von der derzeitigen, eher restriktiven Engergiepolitik der Bundesregierung ausgehen. Hier äußerte Jorberg die Befürchtung, dass die Energiewende insgesamt ins Stocken gerate: “Um unser Geschäft mache ich mir keine Sorge, wohl aber um die Energiewende insgesamt,” sagte er. Es sei fraglich, ob die gesteckten Ziele erreicht würden. Allerdings gebe es um die Vorschläge der Bundesregierung auch noch “heftige Diskussionen.”
In einer ausführlichen Stellungnahme zum Thema Energiewende, die bei der Pressekonferenz in Frankfurt verteilt wurde, macht Jorberg vor allem die “Formierung von Partikularinteressen” durch verschiedene Lobbygruppen dafür verantwortlich, dass die Energiewende derzeit “substanziell gefährdet” wird. Die Energiewende stehe für eine nachhaltige Wirtschaftspolitik, durch die der Mittelstand gestärkt und neue Absatzmärkte erschlossen würden. Langfristig könne der Wohlstand Deutschlands nur mit regenerativen Energien aufrecht erhalten werden, die Energiewende sei daher “eines der wichtigsten, wenn nicht das wichtigste Gesellschafts- und Industrieprojekt” derzeit, argumentiert Jorberg.
Ihr 40jähriges Geschäftsjubliäum wird die GLS-Bank anlässlich ihrer Generalversammlung am 13. und 14. Juni in Bochum begehen, die diesmal in einem größeren Rahmen abgehalten wird. Rund 3000 Kunden und Mitglieder werden erwartet, außerdem prominente Gäste wie Bundestagspräsident Norbert Lammert, Ex-Bundespräsident Horst Köhler, Starköchin Sarah Wiener und dm-Gründer Götz Werner.
Links: www.gls.de
In Verbindung stehende News:
Weitere Erfolge für GLS Bank - 30.06.2013 15:30
Ein positives Zukunftsbild des Finanzsektors entwerfen - 05.02.2013 18:06
GLS-Bank erhält Deutschen Nachhaltigkeitspreis - 28.12.2012 17:57’
Vandaag is het donderdag, en is er voor het eerst dit jaar
weer een ‘Kolumne “Gut gebrüllt”’ van Ramon Brüll verschenen. Alleen is die nu
ergens anders te vinden:
‘Die Kolumne “Gut gebrüllt” finden Sie ab sofort im Rahmen der Info3-Website unter folgender Adresse: http://www.info3-magazin.de/category/gut-gebruellt/’
De titel luidt ‘Von
geschlossenen Grenzen und verschwindenden Zügen’:
‘Es wird etwa zehn Jahre her sein. Kraljevec bei gleißender Sommerhitze. Das “Geburtshaus” Rudolf Steiners – wenn auch die Geister darüber streiten, ob es das wirklich ist. Ein Bauernpaar, das nach dem Rechten schaut, Gästen geduldig Auskunft gibt und nebenbei – oder vorrangig? – in einem riesigen Kupferkessel über dem offenen Feuer im Garten tiefrote Tomaten eindickt. Die Gegend wirkt freundlich und fruchtbar, die Felder in säuberliche Kleinparzellen eingeteilt – das alles hebt sich wohltuend von der ansonsten von Kahlschlag geprägten, großflächigen Landwirtschaft in der Region ab. Eher einsam und etwas abseits vom Dorf das Stationsgebäude, wo Vater Steiner, soviel ist sicher, 1861 Dienst tat. Schnurstracks die eingleisige, nicht elektrifizierte Strecke nach Ungarn, der Grenze zu, wie in ein Niemandsland. Der Schienenstrang lässt vermuten, dass wenigstens ab und zu noch ein Zug fährt, zwischen dem Rost glänzt abgewetztes Eisen. Wird hier je wieder, wie zu K.u.K.-Zeiten, ein Zug von Budapest an die Adria rollen? Oder zurück?
Wir waren damals mit dem Auto unterwegs. Auf dem Weg nach Norden hätte sich der Grenzübergang bei Mursko Središće angeboten, um von Kroatien, zu dem Donji Kraljevec heute gehört, über eine Brücke nach Slowenien zu gelangen. Seit dem Zerfall Jugoslawiens hatten sich die ehemaligen Bundesstaaten abgeschottet, befestigten Grenzen, wo noch wenige Jahre zuvor die Menschen ungehindert von der einen zur anderen Teilrepublik wechseln konnten. Die Abgrenzungsmanie hatte sich noch verschlimmert, als einige Staaten der EU beitreten durften, andere dagegen “Drittland” wurden.
Grenzen haben mich schon immer fasziniert, schwer passierbare noch mehr, und sowohl mein geographisches Interesse als auch meine romantische Ader kamen ins Spiel, als ich wenige Kilometer weiter westwärts auf der Karte eine Fähre über den Grenzfluss Murr ausmachte. Kurz schien es, als würde die Fähre tatsächlich nur auf der Karte existieren: Kein Wegweiser, kein Schild, nichts wies auf ihre reale Existenz hin. Den Weg, nicht viel mehr als ein Feldweg, fanden wir nur auf gut Glück, etwas hangabwärts fahrend, dem Fluss entgegen. Zu meiner Freude lag da wirklich ein Konstrukt, das als Fähre durchgehen konnte. Aus zwei Ruderboten zusammen gezimmert, darüber ein paar Bohlen, gerade groß genug, ein einziges Auto zu tragen. Ein Radfahrer war soeben von der anderen Seite übergesetzt worden. Das Gefährt wurde mit einem Stahlseil, das stromaufwärts irgendwo in der Mitte des Flusses befestigt war, auf Kurs gehalten und bewegte sich, von einem Ruder in die gewünschte Richtung gezwängt, ausschließlich durch die Strömung des Flusses.
Am Ufer ein paar Männer, deren einzige Tätigkeit darin zu bestehen schien, in regelmäßigen Abständen einen Kasten Bier tief in einen kühlen Brunnen hinab zu lassen und bei Bedarf auch wieder hoch zu ziehen. Einer der Männer sprach etwas Deutsch: “Fahrt verboten.” Etwas anderes hatte ich bei dem Anblick auch nicht erwartet und, ehrlich gesagt, war ich angesichts dieses nicht wirklich Vertrauen einflößenden Gefährts darüber nicht mal enttäuscht. “Dort anderer Staat”, fügte mein Gegenüber noch an, und zuckte vielsagend die Schultern. “Grenze zu”, ergänzte er noch, ohne auch nur eine Spur von Feindseligkeit in seiner Stimme. “Wozu ist denn die Fähre da?”, traute ich mich zu fragen. “Na ja, die Menschen wollen rüber, arbeiten, Fabrik.”
Die Logik leuchtete mir ein. Die Fähre ist für die Menschen da, die über den Fluss wollen. Der kann ja nichts dafür, dass die Mächtigen der Welt ihn in ihrer eigenen nationalen Verblendung zur Grenze ernannt haben. Blieb nur noch die Frage, ob die Logik auch für ein deutsches Auto mitsamt Passagieren gilt. Dann aber, und jetzt war ich doch erstaunt, ging ein anderer auf die Fähre vor, bedeute uns, behutsam mit dem Auto zu folgen. Und wenige Minuten später waren wir, von Zoll und Polizei unbemerkt, in dem “anderen Staat” angekommen. Irgendeinen Obolus schien der Fährmann nicht zu erwarten. Ich gab ihm dennoch einfach den gesamten Inhalt meines Geldbeutels, meine letzten kroatischen Münzen, die ich in Slowenien ohnehin nicht mehr hätte brauchen können. Gut für den nächsten Kasten Bier. Inzwischen, das verrät mir heute das Satellitenbild von Google-Maps, wurde an dieser Stelle eine Brücke mitsamt Grenzstation gebaut, wohl kurz vor dem Zeitpunkt, an dem Kroatien der EU beigetreten war und die Grenzkontrolle auch offiziell abgeschafft wurde.
An diese Episode musste ich denken, als mein Kollege Jens Heisterkamp erzählte, er würde Pfingsten mit dem neuen “Kulturgutexpress” von Salzburg über Graz und Maribor, das Slowenische Marburg, nach Kraljevec fahren – “an einer stillgelegten Bahnstrecke”. Stillgelegt? So wie inzwischen die Fähre? Da schimmerte doch vor zehn Jahre noch blankes Eisen? Mein Geographenblut fing zu pochen an. Ich sah im Geiste wieder diesen Schienenstrang, der nach knapp 20 Kilometern an die ungarische Grenze im Osten und nach knapp 30 Kilometern im Westen an die slowenische Grenze stößt. War 2011 nicht auch der Rudolf Steiner Express nur bis Čarkovec gekommen und dort vom Rost, einer niedergelassenen Schranke oder verschlafenen Zöllnern an der Weiterfahrt gehindert worden? Kein Zug nach nirgendwo – und die fleißigen anthroposophischen Reiseplaner orientieren sich am Fahrplan von 1861? Moment! Angenommen, unsere Kulturgutexpress-Planer sind in Steiners “Lebensgang” nicht fündig geworden, so hilft doch immer noch, zweite Wahl, die Reiseauskunft der Schweizerischen Bundesbahn. Dorthin surfen kann auch ich. Das Ergebnis ist – okkult. Es zeigt eine einzige Verbindung an: um 17:58 Uhr. Der Zug kommt von Zagreb, fährt weiter nach Kotoriba – und kommt nicht zurück! Wo er wohl bleibt? Verschlucken mystische Nebel dort an der ungarischen Grenze jeden Tag einen ganzen Zug? Und schicken die in Zagreb immer wieder einen neuen los?
Zu Ihrer Beruhigung sei festgehalten, dass laut Fahrplanauskunft der kroatischen Eisenbahn fünfmal am Tag in beiden Richtungen ein Zug von und nach Kraljevec und Kotoriba fährt. Die Gleise scheint es also wohl doch noch zu geben, der Nebel sich nur über die westlichen Fahrpläne gelegt zu haben. Die Mysterien am Hauptbahnhof von Kraljevec aber wären auch so eine Reise wert! Wenn Sie zudem das umfangreiche deutsch-österreichisch-kroatische Tagungsprogramm an Steiners Geburtsort interessiert, können Sie am 6. Juni 2014 anlässlich des 90-jährigen Bestehens der biologisch-dynamischen Landwirtschaft schon ab Salzburg in den Kulturgut-Rudolf-Steiner-Express einsteigen. Am 9. Juni fährt dieser Zug wieder zurück. Garantiert!
Mehr Informationen zum Sonderzug: www.kulturgutexpress.com’
Aldaar vinden we deze informatie:
‘Der RST 153 Kulturgutexpress fährt zu Pfingsten 2014
Er startet am Freitag den 6.6.2014 in Salzburg und fährt über Graz und Maribor bis nachDonji Kraljevec.
Dort findet mit den Passagieren und den Gästen vor Ort eine gemeinsam gestaltete Pfingsttagung: “Im Zentrum Landwirtschaft” statt.
Am Montag den 9.6.2014 geht’s dann wieder zurück bis nach Salzburg.
Einsteigen bitte! Fahrkarten ab sofort hier’
En dan tot slot het woord weer een keer aan Christian
Clement van de ‘Rudolf
Steiner: Schriften - Kritische Ausgabe. SKA’ (zie ook ‘Wiel’ op zondag
10 november 2013), die vandaag op Facebook schreef over:
‘Abwehrreaktionen
Eine Reihe von Zeitgenossen empfindet das Projekt einer Kritischen Ausgabe der Schriften Rudolf Steiners offensichtlich nicht als Zeichen der Aktualität dieses Denkers, sondern als Angriff auf ihr Verständnis Steiners als eines jenseits aller Kritik stehenden Propheten und Eingeweihten. Dies wirkt auf den Betrachter umso skuriller als die Behandlung Steiners in der SKA, nach wissenschaftlichen Maßstäben, ausserordentlich affirmativ ist (bis dahin, dass ein Kritiker ihren methodischen Zugang selbst als “anthroposophisch” charakterisierte).
Der konsequente Versuch, Anthoposophie von wissenschaftlicher Seite aus Ernst zu nehmen, löst also mehr Verunsicherung aus als die bisher übliche Ignorierung oder Desavouirung Steiners von Seiten der Wissenschaft. “Clement ist weit gefährlicher als Zander”, bringt Willy Lochman diese Haltung symptomatisch auf den Punkt. Denn hier trete nicht ein ehrlicher Gegner auf, sondern ein “Wolf im Schafspelz” (Lochmann) und “trojanisches Pferd” (Thomas Meyer). Und so richtet sich konsequenterweise der konzentrierte Eifer dieser Zeitgenossen auch nicht gegen bestimmte Deutungen oder Argumente, sondern gegen die moralische und wissenschaftliche Integrität des Herausgebers und das – in ihren Augen – “unmögliche” und “verräterische” Kooperation zwischen frommann-holzboog und dem Rudolf Steiner Verlag.
Während also Anthroposophie als solche offenbar in der Gegenwart angekommen ist und kräftig auf diese einwirkt, reagieren diese Anthroposophen darauf mit Bedauern, Verärgerung und Furcht. Verständlich sind solche Reaktionen nur, wenn man weiß, wie sehr die Identifikation vieler Anthroposophen mit Steiner und seinem Werk weltanschaulichen und sogar religiösen Charakter hat. Instinktsicher spüren diese Autoren, dass eine Anthroposophie, die in der Mitte der Gesellschaft angekommen ist, sich nicht mehr in das Gefängnis exklusivistischer Deutungen sperren lässt. Und so bietet sich in bemerkenswertes Schauspiel, welches einen tiefen Einblick in die innere Verfasstheit der anthroposophischen Szene vermittelt, die anscheinend an einem Scheideweg angekommen ist und sich entscheiden muss, ob sie die Integration in die allgemeine Kulturentwicklung sucht oder sich weiterhin durch Beharren auf eine exklusive Weltanschauung von derselben abkapseln will.
Im Folgenden finden sich Dokumente von Pietro Archiati, Thomas Meyer, Irene Diet, Wilfried Hammacher, Willy Lochmann, Iris-Astrid Kern, Holger Niederhausen, Reto Andrea Savoldelli, Marcel Frei, Arnold Sandhaus u. a.
https://byu.academia.edu/ChristianClement/Abwehrreaktionen’
.