Op deze ‘day after’ eerst maar eens de nasleep van de Olympische Spelen. Ik had het er al over op 31 juli in ‘Olympiër’ en op 5 augustus in ‘Demonen’. In dat kielzog schreef Bionext vandaag over ‘Bio in Rio’:
‘“Onze” vlaggendrager bij de Olympische Spelen, Dorian van Rijsselberghe, won afgelopen week goud bij het windsurfen. Een knappe prestatie. Een leuke wetenswaardigheid is dat Dorian graag biologisch-dynamisch eet. Dat vertelde zijn moeder in de NRC van 4 augustus. Geertje van Rijsselberghe: “Voedsel zonder additieven, dat is het beste voor zijn lichaam. Vooral tijdens trainingen en toernooien (...). Hij zorgt goed voor zichzelf.” Dorian is opgegroeid op Sint Donatus, een biologisch-dynamische boerderij op Texel met koeien en akkerbouw. “Dorian zat altijd in de stal, bij de koeien en de stier”, zegt Geertje.
Er zijn meer topsporters die iets hebben met bio. “Gouden” Epke Zonderland gebruikt o.a. biologische spirulina en olie. Olympisch kampioene Nicolien Sauerbreij is erg vóór biologische voeding, omdat daar meer voedingsstoffen inzitten. Oud-schaatser en boerenzoon Erben Wennemars vertelde in het Lekker naar de Boer-magazine: “Biologisch past bij mijn idee van goed, gezond en zuiver leven.” Oud-voetballer David Nascimento speelde door tot zijn 38ste. Op de vraag hoe hij zo lang fit kon blijven antwoordde hij: “Ik eet al jaren biologisch. (...) Het is bewezen dat het de prestaties van een sporter bevordert.”
Wat volstrekt onbegrijpelijk is, is dat de Olympische Spelen sinds jaar en dag gesponsord worden door Coca Cola en McDonalds. De grootste McDonalds vestiging ter wereld staat zelfs in het Olympisch Dorp in Londen. In het fastfoodrestaurant is plek voor 1.500 mensen, in dit geval topsporters... Wat je noemt een slecht signaal. Bijvoorbeeld voor de vele iets te dikke Engelse kinderen die later ook wel Usain Bolt zouden willen worden.
Het schijnt dat de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité heeft getwijfeld over de verlenging van de sponsorcontracten met bedrijven die ongezonde producten verkopen, maar uiteindelijk is hij toch gezwicht voor de bakken met geld.
Een oud-topman van Mc Donalds, Mike Roberts, heeft in elk geval zijn buik vol van de ongezonde snacks. Hij gaat in de komende jaren een nieuwe keten openen met 500 à 1.000 restaurants waar je alleen gezond, duurzaam geproduceerd eten en drinken kunt krijgen. Dát is een krachtig statement.
Over 4 jaar zijn de Spelen in Rio de Janeiro. Dorian en Epke gaan dan vast weer voor goud. Wat voor topprestaties zouden er geleverd kunnen worden als meer atleten biologisch gingen eten? Onze Olympische droom: veel bio in Rio!’
Afgelopen donderdag kondigde Bionext dit ‘Bio-Congres 2012: Duurzaam ondernemend’ aan:
‘Op 10 oktober 2012 – de dag van de duurzaamheid – organiseren Bionext en Triodos Bank het inspirerende Bio-Congres 2012. Het onderwerp: hoe past biologisch succesvol in een breder duurzaamheidsbeleid van een onderneming.
Een grote retailer (de naam houden we nog even voor ons) geeft toelichting op zijn strategie. Datzelfde doen John Halmans van Gulpener, die recent haar biologische bieren assortiment uitbreidde, en Jan Groen van Green Organics, die het afstemmen van het aanbod van AGF op de vraag van retail en verwerkende industrie tot kunst heeft verheven.
Speciale aandacht geeft Peter Klosse aan een van de snelst groeiende deelmarkten: biologische wijn. Niet alleen in het buitenland, maar sinds kort ook in Nederland. Verder: hoe geef je de verduurzaming van de biologische sector vorm en hoe communiceer je het, wat betekent de huidige economische situatie voor financieringsmogelijkheden, en de uitreiking van de penning van verdienste voor de ontwikkeling van de biologische markt. Dit alles in een interessante netwerkomgeving.
Aanvang 13.30 uur
Locatie: Triodos Bank Zeist
Deelnamekosten: € 195,- excl BTW en inclusief borrel. Leden van VBP, BioHuis en Biowinkelvereniging krijgen €50 korting.
U kunt zich aanmelden met dit inschrijfformulier. Er is plaats voor maximaal 200 deelnemers.’
Dit congres valt samen met een ander evenement, blijkens een
aankondiging van de Stichting Prof. Dr. Bernard Lievegoed Fonds, te vinden in ‘Nieuwsbrief
No 39 aan leden en belangstellenden van de Netwerkuniversiteit d.d. 21 juli
2012’ (niet online):
‘Beste mensen,
Graag blikken wij met u vooruit op de periode na de zomer. Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot onze activiteiten?
Het bestuur wil met het in september introduceren van een nieuwe website, een gedegen invulling geven aan de voortgang van De Netwerkuniversiteit en heeft er vertrouwen in hiermee tegemoet te komen aan de NU-leden door nieuwe manieren van actief netwerken te faciliteren.
Medio september wordt de nieuwe website operationeel, echter u kunt in augustus een eerste introductie betreffende het gebruik van deze interactieve website van ons verwachten.
Vervolgens bereiden wij ons momenteel intensief voor op de najaarsconferentie van de Netwerkuniversiteit. Thema hiervoor is gebaseerd op de golfslag die we in de samenleving waarnemen van ontbinden en verbinden. Een razendsnelle informatiestroom over de hele wereld beproeft steeds opnieuw normen en waarden. Eerst nog impliciet, maar straks ongetwijfeld expliciet. Allerwegen wordt gezocht naar verbindende waarden. De conferentie krijgt een open karakter: is tevens toegankelijk voor niet-wetenschappers: belangstellenden en externen die aantoonbare affiniteit hebben met de thematiek.
Om u tijdig te informeren communiceren wij alvast de datum en de titel:
Conferentie: ‘Naar een nieuwe Cohesie – Waarden als bindmiddel voor een coherente samenleving’
Datum: 16 november 2012, 15.00 tot 17.30 uur
Locatie: Triodos Bank
Komend najaar concentreren we ons echter eerst op het congres:
Congres: ‘Duurzame Gezondheidszorg’
Datum: 10 oktober 2012 op de Dag van de Duurzaamheid
Locatie: De Van Nelle Fabriek te Rotterdam
Voor deze bijeenkomst staat de kanteling van het huidige systeem van zorg centraal waarbij de focus zal liggen op de relatie zorgverlener-patient/client. Zowel inhoudelijk als organisatorisch betreft dit event een samenwerking tussen de Iona stichting en De Netwerkuniversiteit. Lees meer op: www.mvonetwerkzorg.nl.
In de volgende nieuwsbrief die overigens aan u gecommuniceerd gaat worden als blog-vorm, zullen wij vermelden hoe u zich op kunt geven voor bovenstaande evenementen. Tevens presenteren we dan een verslag van het symposium wat heeft plaatsgevonden op 7 juni 2012 jl. Dit betrof een bijeenkomst voor het Hoger Onderwijs, onder de naam ‘De Idealen van de Docent’ in samenwerking met VU-Connected.
Voorts behandelen we momenteel twee onderzoeksaanvragen waarover meer in een later stadium.
Met hartelijke groet,
Namens de Netwerkuniversiteit,
Tamara Cop’
Maar dan nu naar het hoofdthema van vandaag, biologisch-dynamische
landbouw. Meestal wordt de vrijdag daarvoor gebruikt; waarom dat is, weet ik
trouwens niet. Nu echter ook op maandag! ‘Groen Kennisnet’ liet namelijk op
woensdag 8 augustus weten dat ‘BD-Vereniging bestaat 75 jaar’:
‘De Vereniging voor Biologisch Dynamische Landbouw & Voeding bestaat 75 jaar. In het jubileumnummer van Dynamisch Perspectief kunt u lezen over het ontstaan en de principes van de biologisch-dynamische landbouw en de vereniging.
Biologisch-dynamische landbouw
Biologisch-dynamische boeren zijn een bijzondere groep mensen, die boeren volgens hun eigen principes. Deze principes gaan nog een stukje verder dan in de 'gewone' biologische landbouw. Duurzaamheid, respect voor de natuur, sluiten van kringlopen en goed omgaan met vee, zijn aspecten van de biologisch-dynamische landbouw die iedereen kan begrijpen. Sommige aspecten zijn lastiger, zoals het gebruik van preparaten en antroposofische gedachtengangen.
Duurzame ontwikkeling
Biologisch-dynamische landbouw is niet ouderwets, al lijkt dat soms wel zo. Terwijl de gangbare landbouw werkte aan hoge producties met kunstmest en chemische bestrijding, ging de biologische en biologisch-dynamische landbouw verder met de ontwikkeling van natuurlijke methoden. Nu duurzaamheid steeds belangrijker wordt, en steeds meer chemische middelen verboden worden, blijken methoden uit de biologische landbouw ook interessant voor de gangbare landbouw. Voorbeelden hiervan zijn mechanische onkruidbestrijding, verhogen van de natuurlijke weerstand van vee, zorg voor de bodem en agrarisch natuurbeheer.
Downloads
Deel van een groter geheel: 75 jaar BD-Vereniging
Dynamisch Perspectief, zomer 2012
BD: inspiratiebron voor vernieuwing
Dynamisch Perspectief, zomer 2012
Jubileumnummer Dynamisch Perspectief
Dynamisch Perspectief, zomer 2012
Links
Website BD-Vereniging
Alle artikelen uit Dynamisch Perspectief in Groen Kennisnet’
Die twee artikelen uit ‘Dynamisch Perspectief’ van deze zomer zijn
alleszins de moeite waard. Daarom laat ook ik die hier volgen. Te beginnen met
‘Kiemplantjes groeien op. BD: inspiratiebron voor vernieuwing’ van Maria van
Boxtel en Ellen Winkel:
‘Er zijn mensen die BD-landbouw ouderwets vinden: terug naar vroeger, zo zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Maar tal van initiatieven die vanuit de BD zijn opgezet, worden door anderen overgenomen. De BD-landbouw blijkt dan een voorloper, een inspiratiebron voor vernieuwing. Bij het 75-jarig jubileum kijken we om ons heen: welke maatschappelijke impuls biedt de biologisch-dynamische landbouw?
Toen Jan Bokhorst in 1973 als bodemkundestudent stage liep op het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid in Haren, ging alle aandacht uit naar kunstmest. Jan moest de resultaten uitwerken van bemestingsproeven: gedurende langere tijd was de invloed van kunstmest en organische mest op bodemvruchtbaarheid gemeten. Hieruit bleek dat vooral op wat langere termijn organische mest belangrijk was voor de bodemvruchtbaarheid. Ook bleek dat alleen kunstmest gebruiken niet goed was. Maar dat paste niet in de visie van het instituut. Afgesproken was dat de typekamer het stagerapport zou uittypen, maar toen de directeur van het op kunstmest gerichte instituut Jan’s rapport had gelezen, had de typekamer er plots geen tijd meer voor. Dit schrijft Jan Bokhorst in een rapport over zijn herinneringen aan 33 jaar landbouwonderzoek op het Louis Bolk Instituut.
De tijden zijn veranderd. In de loop der jaren merkte Jan, dat de belangstelling voor bodemkwaliteit en compost enorm toenam. De interesse voor zijn kennis en ervaring, die hij vanuit onderzoek in samenwerking met BD-boeren had opgebouwd, groeide. Steeds vaker ging hij kuilen graven samen met boeren – zowel gangbare als biologische – om de bodemstructuur en het bodemleven in akker of weide te bekijken. Alle boeren blijken dat heel interessant te vinden: ze krijgen oog voor de waarde van organisch materiaal als voeding voor het actieve bodemleven en als bijdrage aan een goede bodemstructuur. En ze vinden het leuk om zélf te kunnen waarnemen wat de bodem nodig heeft, en niet alleen een bemestingrecept toe te passen dat uit een computer is gerold.
Korte termijn voordeel
Als we terugkijken, zien we het vaker gebeuren: een innovatie lijkt de efficiëntie in de landbouw te verhogen. Maar op langere termijn valt het tegen en blijken er soms zoveel nadelen te zijn, dat de vernieuwing geheel uit de gratie raakt. DDT, methylbromide en veel andere chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen zijn na enkele decennia verboden. Zo is het ook de legbatterij vergaan. Het snavelkappen bij kippen zou eigenlijk in 2011 verboden zijn, zoals in 2001 was besloten, maar de sector heeft dit nog niet voor elkaar gekregen. Het voeren van dierlijk eiwit aan koeien bleek achteraf ook geen goed idee en werd tijdens de BSE-crisis verboden, zodat de omzet van rundvlees van biologische bedrijven – waar dierlijk eiwit in voer al verboden was – enorm omhoog schoot.
Iedere keer lijken de biologische boeren ouderwets, omdat ze niet met een innovatie meedoen. Maar op het moment dat de modernisering tegenvalt, blijken de biologische bedrijven – die zich op hun eigen manier continu doorontwikkelen – opeens heel interessant. Hoe doen die boeren dat eigenlijk? Hoe houden ze het onkruid onder de duim? Welke schoffelapparatuur werkt efficiënt? Hoe krijgen die pluimveehouders het voor elkaar om hun kippen zonder snavelkappen heel te houden? Nu het antibioticagebruik terugmoet, kijkt de gangbare sector opnieuw met belangstelling naar de biologische veehouderij, waar veel minder resistente bacteriën blijken voor te komen. Binnen biologisch loopt BD voorop (zie ook DP2012-2).
Maatschappelijke vernieuwing
De BD-landbouw geeft ook op andere vlakken een impuls aan maatschappelijke vernieuwing. Een voorbeeld is de combinatie van landbouw en zorg. Het aantal zorgboerderijen is de laatste jaren spectaculair gestegen. Waren er in de jaren ’70 enkele heilpedagogische en zorginitiatieven op biologisch-dynamische boerderijen, in 1998 waren er 75 zorgboerderijen, in 2003 bijna 400 en inmiddels ruim 1000.
De initiatiefnemers van zorgboerderijen hebben steeds uitgedragen dat ambachtelijk werk veel te bieden heeft aan mensen met een zorgvraag. Echt werk op een echte boerderij is gezondmakend; mensen met een zorgvraag worden niet beziggehouden met “nutteloze taakjes” of eentonige werkzaamheden als dagbesteding. Agrarische bedrijven bieden daarin veel mogelijkheden. Want het blijkt na jarenlange praktijkervaring op biologisch-dynamische zorgboerderijen dat mensen met een zorgvraag zich prettig voelen in de overzichtelijke en herkenbare omgeving van de zorgboerderij. Ze worden aangesproken op hun mogelijkheden, niet op beperkingen. Ze horen er weer bij en genieten van de ruimte en de regelmaat van het boerenwerk.
Ook de Universiteit van Wageningen heeft nu oog voor deze impuls, die naast vernieuwing in de landbouw – mensen komen terug op het boerenerf – ook vernieuwing brengt in de zorg. Onderzoeker Jan Hassink constateert in het rapport “Waarden van Landbouw en Zorg”: “Maakbaarheid, interventie, beheersbaarheid en controle zijn het overheersende paradigma binnen de zorg. Een andere stroom in de zorg is in ontwikkeling, en die stroom legt de nadruk op de hele mens, het bieden van een gezonde omgeving en het versterken van de gezondheid.” Biologisch-dynamische zorgboerderijen zijn hierbij een belangrijke inspiratiebron. “Landbouw en zorg kan de reguliere zorg inspireren. Veel zorgboerderijen zijn plekken waar veel aandacht is voor aspecten die in de gewone zorg zwaar onder druk staan. Het gaat dan over inspiratie en verbondenheid, aandacht voor de spirituele dimensie, eigen verantwoordelijkheid en maatschappelijk ondernemerschap.”
Natuur en landbouw
Er zijn meer voorbeelden van BD-landbouw als voorloper van maatschappelijke vernieuwing. BD boeren behoren tot de eerste ondernemers die natuur een plek gaven op hun landbouwbedrijven, door hagen te planten of poelen te graven in de jaren dat rationalisatie van de landbouw de norm was. Ook in de samenwerking tussen landbouw en natuurorganisaties, nu veel gebruikelijker, zijn vaak initiatieven genomen door biologische boeren. Nog steeds zien BD-boeren natuur als onmisbaar element op hun bedrijf en verzorgen ze landschapselementen. Gelukkig is biodiversiteit weer een beetje terug als belangrijk thema. Aan het LBI-project Bloeiend Bedrijf, dat als doel heeft de biodiversiteit te vergroten en chemische bestrijding te verminderen, doen driehonderd boeren mee. Zij zaaien bloeiende akkerranden in. Tachtig procent van deze groep boert gangbaar.
Als je door je oogharen kijkt zie je de zaden die de BD landbouw zaait, hier en daar in de maatschappij ontkiemen. De kiemplantjes groeien langzaam en het vereist geduld om ze op te kweken. Maar dan groeien ze opeens hard, zoals in de landbouw en zorg, en blijft de belangrijkste impuls hangen: weten dat je deel uitmaakt van een groter geheel. En weten dat in de landbouw alles samenhangt.
Boer zoekt klant
BD-boer Krispijn van den Dries reed 1 april vanuit de Noordoostpolder met trekker en aanhanger naar Amsterdam en stortte 6000 kg aardappels op de Dam. Hij had nog 600 ton goede kwaliteit aardappels in de bewaarschuur, maar de supermarkt schakelde al over de nieuwe aardappel uit Egypte en omstreken. Het was het startschot van de Pieper Challenge: “Steun de binnenlandse economie, koop rechtstreeks bij uw boer.” En het werkt. Bestellingen via www.krispijn.org stromen binnen. Naast piepers van Krispijn kun je uien van Michiel Vos en peen van Anton van Vilsteren bestellen voor 50 cent per kilo.
Grond vrijkopen
BD-grondbeheer, Loverendale en tal van andere stichtingen zijn in Nederland al langer bezig om grond voor boeren vrij te kopen. Ook in Vlaanderen starten vier initiatiefnemers hiermee, bedoeld voor zowel biologische als reguliere ondernemers. Projectverantwoordelijke Geert Iserbyt, Landwijzer: “We starten ermee omdat toegang tot grond voor nieuwe biologische boeren moeilijk ligt gezien de erg hoge grondprijzen in Vlaanderen. Bovendien krijgt bedrijfscontinuïteit meer kansen als de grondlast kan worden verminderd.” In Frankrijk investeerden burgers via Terre de Liens al voor ruim 25 miljoen euro in de landbouw. In Nederland zijn vooral grote beleggers geïnteresseerd in de stabiele waarde van landbouwgrond, maar met “crowdfunding” gaat het binnenkort misschien snel.
Antibiotica: spieken bij BD boeren
Het veehoudersblad Melkvee Magazine tekende afgelopen herfst de ervaringen op van zeven boeren die bijna of geheel antibioticavrij werken. Ook van veehouder Gerard Keurentjes uit Rutten (Noordoostpolder), die graag “spiekt” bij BD-boeren. Keurentjes werkt al ruim tien jaar antibioticavrij, met hulp van een natuurgeneeskundig middel. Hij vertelt in het gangbare boerenblad: “De koe reinigt zichzelf van binnenuit. Ik had als gangbare boer een tankmelkcelgetal van tegen de 400.000. Met behulp van het natuurlijke middel Microbioticum zat dat na een maand op 150.000. Nou, toen was bij ons de knop wel om. Dat noem ik bewustwording; waar zijn we mee bezig met antibiotica? Je moet de natuurlijke processen benutten. Natuurlijke weerstand van de veestapel, daar draait alles om.”’
En hier komt ‘75 jaar BD-Vereniging. Deel van een groter
geheel’ van Luc Ambagts, Andries Palmboom, Jorien Quirijnen en Ellen Winkel:
‘Al 75 jaar verricht de BD-Vereniging pionierswerk. 75 jaar van studie en zoeken naar verbinding en samenhang, vanuit het bewustzijn dat alleen een gezonde bodem gezonde voeding kan voortbrengen; vanuit het bewustzijn dat alles binnen het boerenbedrijf een samenhangend, levend geheel vormt. Een boerderij is onderdeel van een groter geheel.
Een Dynamisch Portret van de BD-Vereniging laat zich niet schrijven zoals de bedrijfsportretten die meestal op deze pagina’s staan, via een interview met de bedrijfsleider. Als redactie hebben we drie belangrijke aspecten van het verenigingswerk uitgelicht. Albert de Vries vertelt waar hij zich als voorzitter sinds vijf jaar voor inzet. Joke Bloksma laat als coördinator van de BD-beroepsontwikkeling zien hoe waardevol de ontmoetingen tussen boeren zijn en ze kijkt ook naar nieuwe mogelijkheden in de toekomst. Het werk van de preparatengroep wordt zichtbaar in het verslag van een preparatenbijeenkomst op BD-bedrijf Ugoclooster. Daarnaast vertellen drie BD-ers – een dertiger, een zestiger en een negentiger – over wat voor hen waardevol is of was binnen het werk van de BDVereniging.
Ervaringsleren
Albert de Vries is sinds 2007 voorzitter van onze vereniging. In deze functie heeft hij de contacten en banden met de Antroposofische Vereniging (AViN) nauwer aangehaald en samen een nieuw initiatief vormgegeven: de Werkplaatsen op biologisch-dynamische boerderijen, waarbij bezoekers op zoek gaan naar karakteristieken van het bedrijf. Albert ziet, dat er vooral behoefte is aan concrete activiteiten en ervaringen, aan léven in de vereniging. De toegepaste methodiek van ervaringsleren brengt voor boeren en boerinnen vaak heel wezenlijke verdiepingsslagen in het ontdekken van de eigen bedrijfsindividualiteit. Daarom is de aandacht bij de winterconferenties de laatste jaren verschoven naar het onderzoeken van eigen ervaringen. Daar ligt wat hem betreft ook de focus voor verdere ontwikkeling in de toekomst. Het verzorgen van een verenigingscultuur waarbinnen nog meer ruimte komt voor ieder lid om op zoek te gaan naar dat wat specifiek kenmerkend is voor zijn eigen wijze van dynamisch boeren, dáár mag het van Albert de Vries de komende jaren over gaan.
BD-beroepsontwikkeling: praten over dingen die ertoe doen
Sinds zes jaar bouwt Joke Bloksma aan de BD-beroepsontwikkeling en dat doet ze met veel plezier: “Als ik na een bijeenkomst ’s nachts om één uur thuis kom, zit ik nog vol energie. Ik vind het heel bijzonder om bij de gesprekken te zijn, om de blijheid te ervaren van boeren die kunnen praten over de dingen die er echt toe doen. Ze zijn vertrouwd met elkaar, ze zien elkaars geploeter en durven hun worsteling aan elkaar te laten zien.”
Als voorbeeld noemt ze de intervisiegroep Groningen. Bij de deelnemers hing een gevoel van onmacht over de dalende prijzen. Ze voelden zich slachtoffer van de markt en mopperden daarover. Joke: “We hebben toen gekeken naar wat je hier zelf aan kunt doen. Alleen klagen heeft immers geen zin. We stelden de vraag: ‘Waar ligt jouw grens? Wat doe je op het moment dat de groothandel opnieuw tien cent van de prijs afhaalt?’ Het mooie was, dat uit dat gesprek werkbare oplossingen naar voren kwamen. Succesjes van eigen kracht werden uitgewisseld.”
Toen de BD-beroepsontwikkeling werd opgezet, vervulden ervaren boeren de rol van coach. Zij begeleidden de beginnende boeren. Joke: “Wat nu opvalt, is dat ervaren, professionele coaches zich tegen een lage onkostenvergoeding aanbieden om groepen te begeleiden. Dat vind ik heel mooi: burgers schenken tijd aan de ontwikkeling van de BD-landbouw. Daarnaast wordt de begeleiding van boeren mogelijk dankzij de gelden, die de BD-Vereniging krijgt uit schenkingen en legaten. Daar zie je weer hoe de burgerconsument de opbouw van de BD mede draagt.”
De coaches treden ook op als gespreksleider bij de Collegiale Toetsing. “Wat ik binnen die Collegiale Toetsing heel spannend vind,” zegt Joke, “is of het beoordelen werkelijk gaat lukken in de toekomst. In de gewone beroepsontwikkeling beoordelen we elkaar juist niet. Het vraagt nog meer vertrouwen, als je jezelf en je collega’s liefdevol een eerlijk oordeel wilt geven. Dat is een ultieme ontwikkelingsstap. Bij de groep van Geert Iserbyt in Vlaanderen lukt dat al.”
“Wat ik nu zo mooi vind van de BD, is dat we op allerlei vlakken naar alternatieven zoeken. Net zoals we sociale en economische alternatieven realiseren, zo zoeken we nu ook een alternatieve beoordelingsvorm. We proberen iets neer te zetten tegenover de ziekte van deze tijd: het protocol.”
Een vraag die Joke heeft naar de toekomst is: kunnen we zichtbaar maken welke invloed de BD-beroepsontwikkeling heeft op de ontwikkeling van de BD-landbouw als geheel in Nederland. “Dat het voor de individuele ontwikkeling van boeren waardevol is, is helder. Dat is in Dynamisch Perspectief regelmatig in beeld gebracht. Ik wil dit ook voor het geheel zichtbaar maken.”
Preparatengroep: samen preparaten maken
De preparatengroep was eind mei te gast bij BD-bedrijf Ugoclooster bij Bolsward. Luc Ambagts doet verslag van een gezellige ochtend preparatenwerk met een groep boeren uit het noorden:
“Wacht, kijk maar hier,” zegt melkveehouder Henk Brandsma rustig, terwijl hij me plotseling
met zijn linkerarm tegenhoudt. We lopen met zijn negenen door de wei. Hoog bloeiend gras met paardenbloemen en boterbloemen. Zijn bedrijf is een uitgestrekt weidevogelgebied. We zien grutto’s, kieviten en een tureluur. Voor mijn voeten liggen vier kievitseieren in een kuiltje in het gras. Henk had ze gezien, ik niet. “Hij zei al niks. Als een kievit zo stil opvliegt, dan moet er een nest met eieren in de buurt zijn.” De koeien van Henk staan wakker en rustig in de wei: met hoorns, zonder oormerken.
In het najaar hebben we op Ugoclooster – het bedrijf van Henk en Lamkje Brandsma – hoorns met koemest, kamille in een stukje darm en paardenbloemen in darmscheil ingegraven. Op BD-bedrijf De Kompenije bij Drachten was een geschikte vochtige plek voor de koeienschedel met eikenschors. Thomaske Stoffelsma heeft hem meegebracht. Nadat de andere preparaten zijn uitgegraven, gaan we ook met de schedel aan het werk. De schedelbasis laat zich makkelijk losbreken. Daardoor is het vrij eenvoudig de korrels gemalen eikenschors uit de hersenholte te lepelen. Een deel kan zelfs in één keer eruit getild worden, met het vochtig, opgezwollen, halfverteerde hersenvlies eromheen. “Je moet er tegen kunnen,” denk ik, terwijl ik met Jola Meijer van de preparatenwerkgroep de laatste korrels verzamel.
De preparatenwerkgroep is hier te gast. “We helpen graag, maar we zien het liefst dat de boeren zelf initiatief nemen om de preparaten te maken,” vertelt Jola. Die hulp wordt door de boeren zeer gewaardeerd. Het opgraven van de preparaten vraagt zorgvuldigheid. Blauwe paaltjes markeren de plek waar het kamillepreparaat in de grond zit. Uit voorzorg hebben we bij het ingraven in het najaar het preparaat nog afgedekt met een dakpan. Maar Henk is haast te snel met zijn schop. In de zware klei zijn de verteerde, tere bloempjes nauwelijks te onderscheiden van de omringende grond. “Ho stop even,” zegt Jola en met een geoefend oog vist ze de verschillende stukken preparaat ertussenuit.
Er valt veel te bespreken op zo’n samenkomst van boeren. Over de handel als meest gangbare schakel in de hele keten, over de prijs van peen en uien die daalt doordat bioboeren vrij gemakkelijk gangbaar land bij mogen huren. Max van Tilburg heeft dit jaar geen wortelen gezet. “Ik heb meer gras voor mijn koeien. Dat is nu wel mooi.”
Aan het eind van de ochtend verdelen we de oogst. Ieder neemt zijn deel koemest- en compostpreparaat mee. In september zien we elkaar weer.
Ontwikkeling van boer en bedrijf
Terugkijkend op alles wat Jan Diek van Mansvelt (69 jaar) met en voor de BD-Vereniging heeft gedaan, heeft hij de mooiste herinneringen aan “alle ontmoetingen met die hartstikke leuke boeren en boerinnen in binnen- en buitenland; unieke, eigenwijze, creatieve, toegewijde lieden, die niet ophouden zich verder te ontwikkelen en het bedrijf met hen.”
Bij bedrijfsbezoeken, intervisie, studiebijeenkomsten en open dagen zag en hoorde hij hoe ze ervaringen uitwisselden en elkaar inspireerden zonder elkaar te kopiëren. “Je ziet dan hoe de bedrijfsontwikkeling volgt op de spirituele ontwikkeling van de boer of boerin.”
Vanuit zijn weerzin tegen de krampachtige focus op “BD = preparaten + zaaikalender” heeft hij zich altijd verzet tegen te beperkende Demeter-normen. “Boeren die heel goed bezig waren zag ik uit de BD stappen, omdat de normen te star waren. In mijn beleving van de Landbouwcursus heeft Rudolf Steiner dat niet zo bedoeld.” Ruim tien jaar geleden heeft hij daarom “de Mansveltscore” opgezet. Hiermee wilde hij boeren uitnodigen zich verder te blijven ontwikkelen op een vrije, geïnspireerde manier. De methode is door Stichting Demeter overgenomen en uitgewerkt in de vorm van Collegiale Toetsing.
Jan Diek voegt nog iets toe dat hij waardevol vindt: “Ik herinner me dat ik als verenigingslid en als voorzitter altijd het mij mogelijke heb gedaan om ‘alle consumenten’ lid te maken van die BD-Vereniging – en om alle leden tot intensievere consumenten te maken.”
Ontmoeting en inspiratie
Gerlof Pronk (33 jaar) is één van de jonge boeren van zorgboerderij de Naoberhoeve in Drenthe. Hij doet mee aan de “jonge-boeren-groep” van de BD-beroepsontwikkeling, waar de uitwisseling van ervaringen met anderen voor hem heel inspirerend is. “Het kan over van alles gaan. Preparatengebruik is een terugkerend onderwerp. Maar ook: hoe hou je werk en privé gescheiden binnen de boerderijgemeenschap?”
Via de BD-Vereniging doet Gerlof nieuwe ideeën op. Onderwerpen uit Dynamisch Perspectief komen bijvoorbeeld wel eens bij de koffiepauzes ter sprake: “Er stond laatst iets over groenterassen. Je zou wortels en prei met hun rasnaam kunnen benoemen, zoals je bij appels ook over Elstar of Santana praat. Dat is een heel goed idee.”
De laatste twee jaar heeft hij de winterconferenties bezocht. “Voor mij was het thema van 2011, Bedrijfsovername, een schot in de roos, want wij zitten daar middenin. Daar heb ik veel opgestoken.” In 2012 was hij onder de indruk van een oefening met inlevend waarnemen. In tweetallen moest je elkaar bepaalde vragen stellen en luisteren naar wat de ander bewoog. Na een kort gesprekje met iemand die hij nauwelijks kende kreeg hij een tip mee die voor hem waardevol was: “Je komt over als iemand die het allemaal wel weet. Je mag best laten zien dat je nog veel vragen hebt.”
Compost
Addick Land (91 jaar) is één van de oudste BD-ers in Nederland. Voor het antwoord op de vraag welke BD-ervaring voor hem waardevol is geweest, kan hij putten uit zestig jaar ervaring. Addick is overal geweest en onderhield contacten met alle grote BD-namen, ook internationaal. Rond 1950 dreef idealisme hem naar BD. Hij verwierf zich landgoed Kraaijbeek in Driebergen en ging er BD in de praktijk brengen, - zonder al te veel agrarische achtergrond. Terugkijkend op 60 jaar ziet Addick veel tragiek in de BD-beweging, met drama’s op zakelijk en persoonlijk gebied. “Zelf heb ik ook armoede gekend en aan een zijden draadje gehangen. In de moeilijkste tijden heb ik mij het meest verbonden met BD en anthroposofie. De tragiek tartte mijn idealisme, maar kreeg er geen vat op. Het idealisme is de kern, ook nu nog.”
Addick’s ogen gaan twinkelen als het over compost gaat. “Daarin, én in de preparaten, ligt de betekenis van BD”. Toen Michiel Rietveld eind jaren 70 op zoek was naar een locatie voor een BD-Studiecentrum, maakten Addick’s composthopen zo’n indruk, dat de keuze viel op Kraaybeek. Zo staat zijn compost aan de wieg van het latere Kraaybeekerhof.
En de toekomst? “Ik ben erg blij met de huidige aandacht voor bedrijfsopvolging. Teveel heb ik mooie BD-bedrijven zien verdwijnen vanwege opvolgingsproblematiek.”
1937
Op 7 juni 1937 wordt de BD-Vereniging opgericht door tien heren uit de klantenkring van Loverendale. Doel is enerzijds om meer bekendheid te geven aan de BD-landbouw bij een breed publiek, en anderzijds “het idealistisch werk van de producenten” te ondersteunen.
1946
De Vereniging maakt een nieuwe start, nadat zij in de oorlog was ondergedoken vanwege het verbod op antroposofische organisaties. De eerste Vruchtbare Aarde verschijnt en de “studiegroep van practici” gaat van start.
1954
Er wordt een consulentenfonds geopend om te sparen voor een voorlichter. Consumenten(kringen) en de ca. 15 BD-bedrijven dragen bij. Het grootste deel komt via “de broodcent” van Loverendale. Per brood ging 1 cent in de pot.
1964
De BD-Vereniging neemt Rolf ten Siethof in dienst als BD-consulent. Hij is adviseur, controleur, onderzoeker, preparatenmaker en steun en toeverlaat.
1974
Willy Schilthuis wordt de eerste betaalde secretaris en de Vereniging krijgt een secretariaat met een eigen telefoonlijn op tuinbouwbedrijf De Vier Jaargetijden.
1977
Michiel Rietveld en Sjoukje Rijpstra starten het Studiecentrum Kraaybeekerhof als onderdeel van de BD-Vereniging. Eelco Schaap wordt de tweede BD-landbouwconsulent.
1979
Rolf ten Siethof en Eelco Schaap komen in dienst van de Rijksvoorlichtingsdienst. Het landbouwministerie en de BD-Vereniging betalen ieder de helft van de kosten. Er zijn inmiddels ca 150 BD-bedrijven en ca 120 EKO-bedrijven.
Jaren 80
Het aantal bedrijven en de belangstelling voor biologisch groeit. De Vereniging bouwt contacten op met overheid, maatschappelijke organisaties en structuren in het landbouwveld. Het is een zoektocht: een deel van de leden wil brede samenwerking, anderen vrezen dat de principes van de BD daarmee worden aangetast. Vanwege problemen bij de verdeelcentra is er ook een zoektocht naar nieuwe handelsstructuren.
1991-1995
De BD-Vereniging kiest voor verbreding: ledenblad Vruchtbare Aarde richt zich als zelfstandig publieksblad op een bredere doelgroep. Consumentenvoorlichting en belangenbehartiging worden overgedragen aan de nieuwe brancheorganisatie Biologica. Twee bureaumedewerkers verhuizen mee. Skal neemt de controle over. De Vereniging beperkt zich tot certificering van “de D” van BD. De uitgave van de Zaai- en Werkkalender van Maria Thun wordt overgedragen aan uitgeverij Hesperia. Kraaybeekerhof gaat zelfstandig verder.
1992
Na het overlijden van Rolf ten Siethof zet Bernhard Asselbergs de preparatenbereiding voort. Ruim 10 jaar doet hij dat alleen. De huidige preparatengroep – Jola Meijer, Adrie Maas en Willem Bonger – bouwt voort op zijn werk.
1996
De BD-Vereniging begint het project “Coach in bedrijf” om BD-boeren te begeleiden in hun persoonlijke ontwikkeling rond het dynamische aspect in hun werk.
1998
Ledenblad Dynamisch Perspectief verschijnt. Het volgt Verenigingsnieuws op, dat na het 'uitvliegen' van Vruchtbare Aarde gedurende vijf jaar verscheen.
2006
De BD-Vereniging richt Stichting Demeter op vanuit de wens om de certificering en de promotie van het keurmerk in een onafhankelijk orgaan onder te brengen.
2006
“Coach in bedrijf” heeft zich verbreed tot BD-beroepsontwikkeling: naast coaching zijn er intervisie, boerenbezoek en themagroepen bijgekomen.
2010
BD-jong gaat van start als onderdeel van de Vereniging en organiseert activiteiten voor en door jongeren. De samenwerking met de Antroposofische Vereniging wordt nieuw leven in geblazen. Organisaties in het BD-werkveld bundelen hun krachten, o.a. bij de deelname aan de BioVak.’
Dit is echter nog niet alles voor vandaag. Ik moet ook
melding maken van een ANP-bericht dat al op 28 juni onder andere in De
Telegraaf en Trouw stond, ‘Vrij spelen belangrijk voor kinderen’:
‘Kinderen in de groepen 1 en 2 van de basisschool moeten meer en onbekommerd kunnen spelen, zonder dat leerkrachten daar altijd een doel bij stellen. Scholen hebben echter steeds minder oog voor “vrij spel”. Dat concludeert orthopedagoge Louise Berkhout op basis van een onderzoek waarop zij 4 juli promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Taal en rekenen zijn speerpunten in het onderwijs in groep 1 en 2 geworden, terwijl er een afnemende kennis is over het belang van spelen, stelt Berkhout. “Kinderen moeten minstens een paar uur per dag vrij kunnen spelen.”’
Louise Berkhout kennen wij al minstens sinds 1 november
2009, toen zij in ‘Kwaliteitsmeting’
ter sprake kwam als auteur van het hoofdstuk ‘Leren en problemen met leren’ in
‘Ontwikkelingsstoornissen bij kinderen. Medisch-pedagogische begleiding en
behandeling’. Op dezelfde datum van 28 juni bracht de Rijksuniversiteit
Groningen een persbericht uit, getiteld ‘Psychosociale ontwikkeling jonge kinderen gebaat bij meer ruimte voor vrij spel’:
‘Kinderen in groep 1 en 2 van de basisschool zouden meer gelegenheid moeten krijgen om zonder onderbreking te spelen, en zonder dat volwassenen daar een doel bij stellen. Deze conclusie trekt Louise Berkhout uit haar onderzoek waar ze op 4 juli op promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij onderzocht de relaties tussen spel en de psychosociale gezondheid bij jonge kinderen (vier t/m zes jaar). “Mijn advies is om kinderen minstens een paar uur per dag vrij te laten spelen. Taal en rekenen zijn al speerpunten in het onderwijs in groep 1 en 2 geworden, en ik constateer een afnemende kennis over het belang van spelen. Fantasiespel is het oefenen met sociale vaardigheden, en is positief voor het verwerken van life-events,” aldus Berkhout.
Berkhout interviewde 52 leerkrachten van 20 scholen over spel en psychosociale ontwikkeling. Karakteristieke kenmerken van spel zijn: het is plezierig en vreugdevol, kent geen doelen, is spontaan, wordt bepaald door de deelnemers, is niet letterlijk (kan doen-alsof elementen bevatten), heeft een eigen realiteit, is vrij van regels van buitenaf, en roept actieve betrokkenheid op. Voor de psychosociale ontwikkeling achten de leerkrachten van belang dat het kind leert een “zelf” te zijn tussen anderen, communicatieve vaardigheden en sociale cognitie ontwikkelt, en leert door ervaring. De leerkrachten zien spel en de bijdrage ervan aan de psychosociale ontwikkeling van jonge kinderen als een integraal proces.
Spelen in de klas
Berkhout analyseerde het vrije spel van 877 kinderen in de leeftijd van 4-6 jaar, afkomstig uit 47 klassen van 20 scholen. Zij stelde vast dat in kleine groepen met minder dan 16 kinderen meer bewegelijk (motorisch) en fantasiespel werd gespeeld, dan in groepen met meer dan 21 kinderen. Hier deden de kinderen meer kortdurende kunst-en-tafelspelletjes. De klassen waren heterogeen, met kinderen in de leeftijd van 4-6 jaar bij elkaar, wat volgens Berkhout kan bijdragen aan de variatie in het spel. Zij benaderde 87 scholen voor haar onderzoek, waarvan slechts 20 meededen. 'De deelnemende scholen hebben oog voor het belang van spelen. Het is belangrijk om op andere scholen, die minder aandacht geven aan spelen, te onderzoeken hoe emotionele, sociale en cognitieve competenties op een natuurlijke manier geoefend worden,' stelt Berkhout.
Thuis spelen
De relatie tussen spelactiviteiten thuis en de psychosociale gezondheid van 4-jarigen onderzocht Berkhout met behulp van vragenlijsten onder ouders. Uit de gegevens bleek dat jongens meer betrokken zijn bij bewegelijk en constructiespel, en meisjes meer bij fantasiespel en creatieve activiteiten. Bij 95% van de meisjes en 97% van de jongens werden geen psychosociale problemen gemeld. Meisjes met een (sub)klinische score bij aandachtsproblemen speelden minder vaak samen met leeftijdsgenoten en de kwaliteit van het spel was lager dan bij meisjes met normale scores. Een onverwacht resultaat was dat jongens met een (sub)klinische score op het totaal van problemen, vaker samen speelden met anderen dan jongens met een normale score. Berkhout verklaart dit doordat bewegelijk spel en constructiespel minder verbale interactie vragen dan bijvoorbeeld verbeeldend spel.
Ruimte
Dat jongens vaker bewegelijk spel kiezen dan meisjes, roept volgens Berkhout een belangrijke vraag op. “Als jongens voorkeur hebben voor bewegelijk spel, wordt daar op school en thuis voldoende aan tegemoet gekomen? Motorisch spel vereist ruimte, zowel binnen als buiten, en enige tolerantie van volwassenen met betrekking tot beweging en lawaai. In de huidige discussie over het gedrag van jongens wordt vaak gesteld dat zij zich moeten aanpassen aan vrouwelijk normen, zoals een voorkeur voor verbale interactie,” aldus Berkhout. In Nederland is een campagne gestart om het tekort aan leerkrachten op de basisschool aan de orde te stellen. Ook mannen worden geworven. “De overwegingen van mannen om op een basisschool te gaan werken, zijn het bevorderen van motorisch spel voor jongens en het aanbieden van een mannelijk rolmodel. Op basis van de verschillen in spelgedrag tussen jongens en meisjes is dit een wenselijke ontwikkeling,” stelt Berkhout.
Curriculum Vitae
Louise Berkhout (Amsterdam, 1952) studeerde orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam. Zij voerde haar onderzoek uit bij de afdeling Spraak-taalpathologie, KNO, van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) in het kader van onderzoek naar de verschoolsing van het kinderleven. Het onderzoek werd gefinancierd door de Raad voor Hoger Beroeps Onderwijs en een beurs van de Iona Stichting in Amsterdam. Berkhout werkt bij de Hogeschool Leiden als docent psychologie en psychopathologie binnen het cluster Zorg. De titel van het proefschrift luidt “Play and psychosocial health of boys and girls aged four to six.”’
Ik kom hierop, omdat NRC Handelsblad in de afgelopen weekendeditie
van 11 en 12 augustus een uitstekend paginagroot artikel eraan wijdde in het
wetenschapskatern. Maar dat is niet online; op deze manier heb ik er toch
aandacht aan kunnen schenken. Wat ik vandaag zeker ook moet melden, is het
overlijden van Herbert Wimbauer. Vrijdag kwam Michael Eggert met dat bericht,
in ‘Erinnerungen
an Herbert Wimbauer’:
‘Herbert Wimbauer habe ich um 1980 und in den folgenden Jahren nur als Autor seiner typischen Bücher über den Maitreya-Buddha, Boddhisattvas usw gekannt – einen seiner häufigen Vorträge habe ich nie erlebt. Seine Bücher erschienen im Selbstverlag und hatten damals so etwas zum Raunen – eben das, was sie später, bei einiger persönlicher Reife, eher unbekömmlich machte. Später wurde es dann still und stiller um ihn – erst die biografischen Notizen seines Sohnes zeigen auf, dass er im Alter an Demenz litt. Was mir aber auch nicht klar war, ist, was für ein wilder Kerl Wimbauer gewesen ist, ein echter Hippie und Provokateur. Damals war es eben noch möglich, dass solche Querdenker durch die eher spiessige anthroposophische Szene trieben – zwar immer wieder entlassen, mit Gerüchten bedacht und geächtet, aber eben doch vernehmbar (...)
2012 ist Herbert Wimbauer verstorben: “In den letzten Jahren kümmert sich eine gesetzliche Betreuerin um die ‘irdischen Belange’, er siedelt über in ein Pflegeheim ‘Casa Reha’ in Bad Bevensen, wo er, mit den Sterbesakramenten durch eine Pfarrerin der Christengemeinschaft versehen, am 26. Juni 2012 zwischen 4 und 5 Uhr morgens stirbt.”’
Onder het artikel van zijn zoon Tobias staat de karrevracht
aan literatuur die Herbert Wimbauer heeft achtergelaten. Bovendien wordt
melding gemaakt van:
‘Ein weiteres Interview mit einer holländischen anthroposophischen Zeitschrift, besitze ich nicht, da weiss ich nicht einmal den Namen der Zeitschrift. Muss in den frühen 1980ern gewesen sein, ich erinnere mich daran, dass der Interviewer in St. Ulrich uns aufsuchte.’
Dat is het interview in 1987 in Jonas door Mark Mastenbroek
en Jelle van der Meulen, ‘Omdat het moet! De strijd van Herbert Wimbauer tegen
de onbeweeglijkheid in de anthroposofische beweging’. Als ik me niet vergis was
dit in het kerstnummer; ik heb het nog niet kunnen terugvinden, hoewel ik het
niet zo lang geleden weer gelezen heb. Met een beetje geluk komt dat nog.
.
2 opmerkingen:
@Michel
Het staat in het lange bericht er zo even vrijwel onopvallend tussendoor: grond vrijkopen.
‘BD-grondbeheer, Loverendale en tal van andere stichtingen zijn in Nederland al langer bezig om grond voor boeren vrij te kopen. Ook in Vlaanderen starten vier initiatiefnemers hiermee, bedoeld voor zowel biologische als reguliere ondernemers. Projectverantwoordelijke Geert Iserbyt, Landwijzer: “We starten ermee omdat toegang tot grond voor nieuwe biologische boeren moeilijk ligt gezien de erg hoge grondprijzen in Vlaanderen. Bovendien krijgt bedrijfscontinuïteit meer kansen als de grondlast kan worden verminderd.” In Frankrijk investeerden burgers via Terre de Liens al voor ruim 25 miljoen euro in de landbouw. In Nederland zijn vooral grote beleggers geïnteresseerd in de stabiele waarde van landbouwgrond, maar met “crowdfunding” gaat het binnenkort misschien snel’.
Geert Iserbyt noemde je ook al op 4 mei 2009 in ‘Belgische grond’, maar eigenlijk ging het daar meer over preparaten dan over ‘grond’.
‘Grond vrijkopen’ gaat uit van een geheel andere visie dan ‘het geïnteresseerd zijn in een stabiele waarde van landbouwgrond’. Willen grote beleggers echt iets goeds voor de samenleving betekenen dan kunnen ze meewerken aan de meest stabiele waarde van landbouwgrond die denkbaar is en dat is: GEEN WAARDE. Dat wordt bedoeld met ‘grond vrijkopen’.
In de huidige tijd is het van groot belang dat het inzicht dat grond principieel geen koopwaar kan zijn meer en meer gaat doorbreken.
Bronnen o.a.:
Nationalökonmische Kurs GA 340 5e voordracht vanaf pag. 72
in http://fvn-rs.net/index.php?option=com_content&view=category&id=235:ga-340-nationaloekonomischer-kurs&Itemid=17&layout=default
Soziale Ideen – Soziale Wirklichkeit – Soziale Praxis GA 337a
VIERTER STUDIENABEND Stuttgart, 16. Juni 1920 Die Bodenfrage vom Standpunkt der Dreigliederung
http://fvn-rs.net/index.php?option=com_content&view=article&id=3498:vierter-studienabend-stuttgart-16-juni-1920-die-bodenfrage-vom-standpunkt-der-dreigliederung&catid=231:ga-337a-soziale-ideen-soziale-wirklichkeit-&Itemid=17
Betriebsräte und Sozialisierung GA 331 (even zoeken in het pdf-bestand met ‘Grund und Boden) http://fvn-rs.net/index.php?option=com_content&view=category&id=227:ga-331-betriebsraete-und-sozialisierung&Itemid=17&layout=default
Louise Berkhouts connectie met Hogeschool Helicon wordt niet vermeld? Louise is toch een psychologe uit het reguliere circuit die door antroposofen is binnengehaald?
En nu promoveert ze op een onderwerp dat gunstig is voor de antroposofische markt. :-)
Een reactie posten