Het nieuws van vandaag is te vinden bij LSG Rentray, ‘Verscherpt Toezicht Zonnehuizen Kind & Jeugd opgeheven’:
‘Zonnehuizen sluit het jaar mooi af. Er is door alle medewerkers veel werk verzet sinds de doorstart in januari. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen want het verscherpt toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is opgeheven.
Zonnehuizen kan terugkijken op een bijzonder jaar. Een jaar dat sterk in het teken heeft gestaan van de continuïteit van zorg. Een jaar waarin met zijn allen heel hard is gewerkt. De kwaliteit van zorg is goed. Dat bleek al in juli. Na het faillissement was het vastgoed in een deplorabele staat. De kwaliteit van de gebouwen is nu ook op een acceptabel niveau. In 2013 blijven wij werken aan een omgeving die aandacht en betrokkenheid uitstraalt.
Over Zonnehuizen
Zonnehuizen Kind & Jeugd en Onderwijs biedt zorg, behandeling en onderwijs aan kinderen en jongeren met een complexe hulpvraag en meervoudige problematiek. Antroposofie is daarbij een inspiratiebron. Zonnehuizen is verbonden aan LSG-Rentray. Onze gezamenlijke missie is om samen met kinderen, jongeren, hun ouders en collega-organisaties te werken aan de ontwikkeling van een betekenisvol bestaan. Zie www.zonnehuizen.nl voor meer informatie.
Het volgende bericht is zojuist op de website van IGZ (www.igz.nl) geplaatst.
Verscherpt toezicht Zonnehuizen Kind en Jeugd opgeheven
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heef het verscherpte toezicht op de Zonnehuizen Kind en Jeugd volledig opgeheven. Tijdens de periode van verscherpt toezicht zijn daadwerkelijke verbeteringen gerealiseerd. De veiligheid is verbeterd en er zijn maatregelen genomen om de medicatieveiligheid en de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen te verbeteren. De Raad van Bestuur is “in control” en de inspectie heeft er vertrouwen in dat Zonnehuizen Kind en Jeugd actief blijft werken aan de kwaliteit en veiligheid.
De inspectie stelde op 10 januari 2012 verscherpt toezicht in op alle locaties van de voormalige Zonnehuizen voor een periode van zes maanden. Half juli werd het verscherpt toezicht opgeheven maar voor de locatie Zonnehuizen Kind en Jeugd werd het verlengd vanwege zorgen op het punt van de huisvesting. Deze voldeed volgens de IGZ niet aan de eisen.
De inspectie heeft verschillende voortgangsrapportages ontvangen van de Raad van Bestuur over de verbeteracties. Daarnaast legde de inspectie aangekondigde en onaangekondigde bezoeken af. Ook sprak met de cliëntenraad, met de bijzondere ondernemingsraad en met de Raad van Bestuur in combinatie met de directie.
De inspectie stelt vast dat de veiligheid van de woongebouwen is verbeterd. De installatietechnische en bouwkundige staat van de gebouwen zijn op orde gebracht. Ook is de organisatie van de bedrijfshulpverlening verbeterd. De cliënten zijn weliswaar nog steeds gehuisvest in verouderde gebouwen, maar de veiligheid van de woongebouwen is nu zichtbaar verbeterd en voldoende gegarandeerd.
De IGZ zal Zonnehuizen Kind en Jeugd in de komende maanden opnieuw bezoeken.’
Hugo Verbrugh maakt zich sinds afgelopen maandag 24 december
bij ‘De Ster Online’ in Kralingen (Rotterdam) zorgen over het ‘Eeuwfeest
Antroposofie – een merkwaardig non-event’:
‘Aanstaande vrijdag, 28 december, zal het precies honderd jaar geleden zijn dat de Antroposofie officieel in de wereld kwam. Op instigatie van de Oostenrijkse filosoof Rudolf Steiner (1861-1925) werd toen in Keulen de Antroposofische Vereniging, de Anthroposophische Gesellschaft, opgericht. Een kleine terugblik is op zijn plaats.
Steiner was zich als kind bewust geworden van bijzondere vermogens die wij anno 2012 vaak aanduiden als grensoverschrijdende ervaringen of paranormale belevingen. Hij had daar werk van gemaakt en was al doende op de esoterie, de leer van het zogenoemde occulte gekomen. Tegelijk had hij natuurwetenschappen gestudeerd en zich een grondige kennis van de filosofie en van de wetenschap van zijn tijd eigen gemaakt. Als rondreizend filosoof en esoterisch leraar had hij daarna veel weerklank gevonden, eerst vooral in het Duitse taalgebied, later in praktisch alle landen van Europa. Kort na 1900 werd hij zelfs de number one in continentaal Europa van de Theosophical Society.
In 1912 gaf hij een nieuwe draai aan de theosofie. Hij noemde die voortaan “antroposofie”. Aanleiding was de rumpus (ophef. Red.) die in de theosofische beweging was ontstaan in verband met de jonge hindoe-jongen Jiddu Krishnamurti. Sommige theosofen zagen in hem de nieuwe incarnatie van Christus, en dat vond Steiner Unfug, een onwelvoeglijke gedachte. Op 28 december richtte hij daarom met enkele anderen de Anthroposophische Gesellschaft op. Die werd binnen de kortste keren een succesvol internationaal netwerk. Binnen dit netwerk maakte Steiner van de antroposofie een zó hecht filosofisch systeem dat hij nu wereldwijd de meest gelezen filosoof van de 20e eeuw is.
Zo’n eeuwfeest zou aanleiding kunnen zijn tot enige herdenking, maar daar is bitter weinig van te merken. Dat is opmerkelijk want binnen de antroposofische beweging zijn heel wat mensen niet wars van zulke herdenkerij. Op 27 februari 2011 was het anderhalve eeuw geleden dat Rudolf Steiner werd geboren, en toen waren er allerlei initiatieven om rond die datum in het publieke debat aandacht te vragen voor de antroposofie en Rudolf Steiner. Veel heb ik er toen weliswaar niet van gemerkt, althans in Nederland, maar in het (deels voormalige) Duitstalige gebied van Midden-Europa, waar Steiner vooral gewerkt heeft, is wel wat leven in de brouwerij geweest. Een of andere speciale trein, de Rudolf Steiner Express, reed in de loop van een week van Keulen via Berlijn, Rostock, Stuttgart, Dornach-Arlesheim [bij Bazel; daar staat het Goetheanum, waar het internationale centrum van de antroposofische beweging is gevestigd] en Wenen naar Kraljevec [nu in Kroatië, de geboorteplaats van Steiner]. Daarna werd alles weer stil.
Voor het nakende eeuwfeest lijken nog minder mensen warm te lopen. Dáár heb ik tot het moment dat dit stukje naar De Ster moest helemaal niks van gemerkt. Zo’n totale veronachtzaming van wat mij toch een belangrijk historisch moment lijkt, riekt naar de befaamde zonde der nalatigheid. Om iets goed te maken, vraag ik er hier even aandacht voor.
Ik doe dat vooral met het bijgevoegde plaatje. Het illustreert twee aspecten van Steiner. Ten eerste was hij ook de inspirator voor de Christengemeenschap, een “beweging tot religieuze vernieuwing” die in 1922 werd opgericht, en nu in ruim 300 gemeenten in ruim 30 landen actief is. Ten tweede heeft hij naam gemaakt als inspirator voor nieuwe, vaak “organisch” genoemde architectuur.
De illustratie toont de Michaelkerk van de Christengemeenschap in Rotterdam aan de Lumeystraat in Blijdorp, in 1964-1966 gebouwd door Henk Hupkes. Omdat het dezer dagen ook kerstmis is, leek dit me wel een geschikt plaatje.
Hugo Verbrugh’
Nou moe? Hugo Verbrugh leest ‘Antroposofie in de pers’ blijkbaar
niet, of niet goed. Ik heb namelijk uitgebreid verslag gedaan van die
herdenking van het anderhalve eeuwfeest van Steiners geboorte. Eindeloos
eigenlijk: te veel om op te noemen. En wat de treinreis betreft, op 24 februari
2011 begon die in Keulen in ‘Op reis’
met overnachting in München, op 25 februari gevolgd door ‘Op de
rails’ (na veertien uur werd Kraljevec in Kroatië als bestemming bereikt,
tussenstop in Graz, Oostenrijk), 26 februari ‘Aardbeving’
(tussenstop in Neudörfl en Brunn am Gebirge, onder Wenen, in de hoofdstad werd
overnacht), de dag suprême 27 februari ‘Einddoel’
(namelijk Wenen) en uiteindelijk op 28 februari van dat jaar ‘Aankomst’,
dat wil zeggen: terugreis naar Keulen. Geen Rostock natuurlijk, zoals Verbrugh
abusievelijk meent, want dat ligt helemaal in het noorden van Duitsland. Ook geen Berlijn, Stuttgart of Dornach-Arlesheim. De wens is vast de vader van de gedachte; maar je
kunt ook niet alles op zo’n reis... Op 15 december meldde ik in ‘Hokjesman’ over het voornemen van de VPRO om een serie
documentaires uit te zenden, waarbij ook de gemeenschap van antroposofen aan
bod komt. Inmiddels is daar meer over bekend (over die serie bedoel ik). Ik heb
een persbericht van de VPRO gevonden (op de website van ‘Herrie’, die blijkbaar
de pers- en mediacommunicatie van dit programma verzorgt), waarin dit staat te lezen:
‘Aflevering 1: Volendammers
Uitzending: donderdag 10 januari, 21.30 uur, Nederland 3
Gefascineerd door de heersende hokjesgeest gaat programmamaker Michael Schaap (bekend van de documentaire De Viagraman) op veldonderzoek binnen de leefwereld van aansprekende Nederlandse subculturen. Hoe verhouden mensen binnen een hechte gemeenschap zich tot elkaar en hoe staan zij ten opzichte van buitenstaanders? Wat wordt als afwijkend gedrag gezien? Wat is er nodig om uit de groep te stappen of te worden gestoten? Met een knipoog naar de klassieke volkenkundige, gestoken in driedelig pak met strik, ontleedt de Hokjesman de mens als groepsdier.
Aflevering 1: Volendammers
Volendammers staan naast Jan Smit, vis en harde werkers ook bekend om de “Volendammer hul”. Dit ouderwetse hoofddeksel is in het buitenland het symbool voor Nederland vanwege Frau Antje, het Hollandse kaasmeisje. Volendammers weten uitstekend hoe ze hun zogenaamde authenticiteit kunnen exploiteren, ook al heeft kaas niets met Volendam te maken. Iedere bezoeker kan zich op de Dijk in oud-Volendamse sferen laten vastleggen in klederdracht. Dit is dan ook wat programmamaker Michael Schaap doet wanneer hij zijn eerste schreden in het voormalige vissersdorp zet. Maar hoe dringt hij werkelijk door tot de in zichzelf gekeerde Volendamse aard?
Michael Schaap is een “jas”, het Volendamse woord voor mensen van buiten. En een buitenstaander blijf je altijd, weet de enige Surinaamse schilder uit Volendam hem te vertellen. Hij trouwde dertig jaar geleden met een Volendamse maar ervaart nog altijd dat hij er niet echt bij hoort. Zijn schilderswerkzaamheden verricht hij vooral in het Gooi, buiten het territorium van zijn Volendamse collega’s en dorpsgenoten.
Volendammers zijn gek op hun dorp, maar ook gek op nieuwe spullen. Als de buren iets nieuws hebben dan willen zij het ook. Dit fenomeen “mo’k ook he” is typisch Volendams. De hang naar nieuw maakt dat de sloophamer in Volendam niet wordt geschuwd. De meeste karakteristieke vissershuisjes hebben inmiddels plaatsgemaakt voor nieuwbouw. Want de Volendammer hecht meer aan modern gemak dan aan historische dorpsgezichten.
Als vissersdorp is Volendam op sterven na dood. Het einde van de Zuyderzee Visserij is bijna in zicht. Niet kapot gemaakt door de Volendammers zelf maar door de strenge regulering van de overheid. Het handjevol vissers dat nog de zee opgaat bezint zich op een nieuwe toekomst met vaartochtjes voor toeristen.
De veerkracht van Volendammers is groot. In plaats van te vissen, werken de meeste mannen tegenwoordig in de bouw. Om hun kracht en perfectionisme te ervaren, gaat Michael Schaap mee met de bouwvakkers die in de vroege ochtend massaal het dorp verlaten. Ze zijn de beste werkers van Nederland, zeggen ze met volle overtuiging, want als een Volendammer iets doet dan doet ie het goed. Of het nou gaat om coke snuiven, muziek maken, sporten of werken, ze willen in alles de beste zijn. Of zoals een bewoner uit het naburige Edam het verwoordt: “Volendammers gaan voor goud.”
De Hokjesman waagt zich acht afleveringen lang in het milieu van De Volendammers (10 januari), De Molukkers (17 januari), De Boeren (24 januari), De Adel (31 januari), De Autonomen (7 februari), Het Korps Mariniers (14 februari), De Antroposofen (21 februari) en De Socialisten (28 februari).
Binnen de groepen die hij onderzoekt kijkt hij nadrukkelijk naar geschreven en ongeschreven wetten, regels, codes en taboes. Zijn doel is niet alleen het blootleggen van de geheimen van de betreffende gemeenschap. Hij wil ook lering trekken uit de mogelijke kwaliteiten van de kliek; uit de omgangsvormen, de handigheidjes en de overlevingsstrategieën. Wie de Hokjesman volgt op zijn safari in eigen land ontdekt de rimboe in zichzelf.’
Ook van die tweede aflevering is er al een persbericht:
‘De Hokjesman: Molukkers (afl. 2)
De woede blijft....
De Nederlandse Molukkers, trots krijgervolk in verbanning, vormen een hechte gemeenschap. De heimwee naar het land van oorsprong bindt hen, samen met de woede over wat hun is afgenomen en de kracht die ze putten uit hun eergevoel. Op hun motorfietsen voelen ze zich de dappere strijders van weleer, die met hun verschijning respect afdwingen. Michael Schaap lift met ze mee, in zijn zoektocht naar het wezen van de woede die hen drijft.
Tijdens de politionele acties streden de Molukkers in het KNIL aan de kant van Nederland, dat na WOII de heerschappij in voormalig Nederlands-Indië probeerde te herstellen. Ze waren dienstbare bondgenoten, in de veronderstelling dat de Nederlandse belofte van een vrije Molukse staat hun zou bieden wat ze wilden. Maar Nederland, dat internationaal geen steun kreeg in het streven de kolonie te behouden, hield zich niet aan zijn woord. Onder leiding van Soekarno bleef de republiek Indonesië onafhankelijk en de Molukkers werden als collaborateurs gezien. Nederland haalde hen naar hier en bracht hen onder in kampen. Het zou tijdelijk zijn maar de situatie duurt nu al zestig jaar. Pogingen om de claim op een vrij Zuid-Molukken en de belofte van Nederland onder de aandacht te brengen, escaleerden in de jaren zeventig met gewelddadige treinkapingen bij De Punt en Wijster.
Teruggaan naar de kampong aan de andere kant van de wereld gaat niet meer, maar de geuren en kleuren uit hun land van oorsprong als ook de onzichtbare energie van de Stille Kracht werken door in het heden, samen met de kracht die ze putten uit eergevoel. Ze zijn besmet met het nostalgievirus en heimwee die vreet aan hun ziel. Het helpt ze niet te functioneren in onze nuchtere wereld.
Op hun motorfietsen voelen ze zich de dappere strijders van weleer, die met hun verschijning respect afdwingen en zo hun eergevoel bevredigen. Michael Schaap rijdt mee in een bonte stoet van honderden Molukkers op motoren om in Limburg en Brabant geld op te halen ten behoeve van de Molukse zaak. De lange optocht eindigt in Kamp Vught. Dit voormalige SS-kamp is het laatste kamp waar nog Molukkers wonen. Het leven hier herinnert aan hun eigen militaire achtergrond. De voormalige appelplaats van de Nazi’s vormt met een grasveld, speeltuin en buurthuis, het centrum van de gemeenschap. Zijn ze zich bewust van het gruwelijke verleden van dit kamp? En waarom willen ze hier in hemelsnaam blijven wonen? Schaap, wiens vader tijdens de Tweede Wereldoorlog in kamp Vught gevangen zat, probeert dit te begrijpen.
Niet alleen de oudere bewoners houden vast aan heimwee en nostalgie. Ook de jongeren klampen zich vast aan oude verhalen en symbolen, zoals te zien is aan een hernieuwde tatoeagecultuur. Hoewel de kennis van hun cultuur door de gemengde huwelijken minder wordt, voelen ze zich sterk verbonden met hun land van herkomst en blijft de woede als het gaat om verlies van hun erfgoed en het leed dat hun is aangedaan.
17 januari, ca. 21.30, Nederland 3’
Ja, hoe zullen antroposofen dan straks afgeschilderd gaan
worden? We zullen het gauw weten, 21 februari is niet ver. Tot slot wil ik nog
even terugkeren naar ‘Antenne’ op 30 april 2011, waarin niet alleen nogmaals 150
jaar Rudolf Steiner aan bod kwam, maar ik in het hoogste landsbelang ook
berichtte over de essentiële missie van de geheimste agent van Nederland,
Hendrik IJzerbroot. Die was namelijk in 2010 blijven steken in zijn langlopende
project van ‘De Daddy Vinci Code’. Vandaag lees ik in de nieuwste Eppo dat
vanaf het eerste nummer van het komende jaar deze missie zijn voltooiing zal
vinden. Eindelijk zal na drie jaar het Vaderland dan toch nog gered worden – hopelijk
geen seconde te laat, maar precies op tijd, juist in deze penibele crisistijden...!
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten