Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

maandag 13 juli 2009

Achterstand

Het lijkt wel hoogzomer en dus komkommertijd; er valt bijna geen barst te beleven op de verschillende antroposofische websites. De meesten geven niet thuis. De Antroposofische Vereniging is nog steeds niet helemaal hersteld van het omzetten op een nieuwe server, lijkt het. Ik krijg met Firefox in ieder geval de meest gekke tekens, al op de homepage. En dat is tot nu toe niet te verhelpen. De vrijescholen zullen wel allemaal aan vakantie toe zijn; de Vereniging van vrijescholen heeft zijn laatste belangrijke update net gedaan, zoals ik op 7 juli nog meldde in Stormlopen’. Maar veel individuele vrijescholen hebben zich de laatste tijd niet onbetuigd gelaten; op YouTube zijn bijvoorbeeld veel voorbeelden te vinden van de nijvere vlijt waarmee de leerlingen hun schooljaar afsloten of anderszins opfleurden. Zo bereikte mij vanuit Dordrecht het volgende bericht:

‘De 6e klas speelde “Arthur, koning voor eens en altijd”, een toneelstuk geschreven door kinderen, ouders en de leerkracht (groep 8). Alle andere vormen van onderwijs hebben de vrijeschool-traditie overgenomen en voeren tegenwoordig eindtoneelstukken, musicals en dergelijke op. Staatssecretaris Dijksma mekkerde daar onlangs nog over. Dat de kinderen na de Cito-toets niet teveel tijd moesten besteden aan eindmusicals, maar vooral ook moesten blijven leren. Nu ligt het eraan wat je opvoert, maar het instuderen van het toneelstuk, waarvan je hier slecht een indruk kunt krijgen, levert veel meer op aan levenslessen dan welke voorbereiding op de Cito-toets ook. Misschien is dit nog een voorbeeld van een typisch stukje overdracht van cultureel erfgoed, waar vrijscholen zo goed in zijn. De opname is niet geweldig – low resolution – maar de ouders waren zo trots dat zij het op Youtube hebben geplaatst.’

Het is een film in veertien delen. De inleiding van de leerkracht, Joep Eikenboom, vormt het eerste. Daarna begint het stuk (zie hier).

Ook de Vereniging voor Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding kent nu hoogstwaarschijnlijk haar komkommertijd. De website is nog altijd niet vernieuwd; hoe lang wordt dat nu al niet aangekondigd? Antroposofische Vereniging, vrijescholen, bd-vereniging; wat hebben we nog meer? De Belgische Antroposofische Vereniging! Maar helaas, nadat ik op 13 april zo lovend was in ‘Ademend’ over haar vernieuwde website, is me gebleken dat ik véél te vroeg had gejuicht. Want sindsdien is daar niets, ik herhaal: werkelijk niets, gebeurd (afgezien van het bijhouden van de agenda). Dus ik vrees dat ik mijn loftuitingen weer zal moeten intrekken. Bij de ‘Actuele berichten’ staat bijvoorbeeld nog altijd:

‘07/04/09
Filosofisch Jongerencafé
Bijeenkomsten voor jongeren elke eerste maandag van de maand. Voor Agenda, lees verder.’

Tsja, dat schiet niet echt op.

De rest van de websites voeren een soort zomerprogramma op: Triodos Bank doet met ‘Mijn geld gaat goed’ aan een promo-actie met het thema ‘Mijn foto wint!’

‘Onze werkwijze is uniek in de wereld. En samen met jou willen we hem graag in beeld brengen. Met een fotowedstrijd die een duurzame samenleving als onderwerp heeft.’

Stuur de vakantiekiekjes maar in. Je kunt een electrische sportwagen winnen (o nee, alleen een ritje erin; het mag natuurlijk niet te veel geld kosten, dan gaat je geld niet meer goed).

Dan de webloggen; wie zijn daar nog actief? Dat kunt u onder andere onderaan zien, bij mijn blogroll (ik moet eerlijk toegeven dat ik het ook nog maar een paar daagjes volhoud, dan treedt ook hier de zomerpauze van een week of drie in). Hugo Verbrugh is weer aan het Van Lommelen. Nu niet flauw doen, hij heeft vandaag heus een behartenswaardige bijdrage, waarin hij uiteenzet waar voor hem de kneep zit. Zo schrijft hij heel mooi, als een soort belijdenis, in dat typische Verbrughse idioom van hem, naar aanleiding van je mag wel zeggen zijn obsessieve belangstelling voor de bijna-dood-ervaringen (BDE):

‘De beste, in feite de enige adequate en wetenschappelijk houdbare beschrijving en uitleg van dit postmortale levenspanorama gaf en geeft nog steeds het mensbeeld dat Rudolf Steiner heeft geformuleerd en dat door zijn leerlingen is en nog steeds wordt uitgewerkt.

Volgens dit mensbeeld leven en functioneren wij in een vierledig zelfbewustzijn. De vier geledingen van dit zelfbewustzijn kunnen getypeerd worden als verwant met resp. de levenloze fysieke materie, het leven van de plant (het “vegetatieve bewustzijn” oftewel het zogenoemde “aetherlichaam” of levenslichaam), het gevoel dat dieren eigen is (het “animale bewustzijn” oftewel het zogenoemde “astraallichaam” of bewustzijnslichaam) en het specifiek menselijke ik-ben-ik-bewustzijn. Tijdens het leven bewegen deze vier geledingen zich in een veelzijdige, dynamische ritmische configuratie tussen lichaam en geest. Dit proces is drieledig. Tussen het fysiek-ruimtelijke lichaam en de niet-materiële en niet-ruimtelijke geest leeft en werkt de ziel; “ziel” is in dit verband een ander woord voor het vierledige zelfbewustzijn. In het lichaam verzorgt de ziel het lichaam in engere, biologische zin (stofwisseling, beweging, handelen; de “onderpool” in het idioom van het antroposofisch mensbeeld), in de geest gebruiken we de ziel om de geest op zich zelf te laten werken (zintuig-bewustzijn, kennis, weten; de “bovenpool” in het idioom van het antroposofisch mensbeeld).

Door het etmaal heen werkt de ritmische configuratie in lichaam, ziel en geest in de twee grote pendelslagen van waken en slapen. Overdag werken de vier geledingen nauw verbonden met elkaar. ’s Nachts is hun verbinding losser. Door die lossere verbinding kunnen we dromen. Door die zelfde verandering in de configuratie van de vier geledingen krijgen we soms inzichten aangereikt die zich overdag, vaak ten gevolge van allerlei huishoudelijke beslommeringen, nog niet konden voordoen. Met de dood wordt de verbinding tussen de vier geledingen definitief verbroken, en worden ze van elkaar geïsoleerd. Een oude esoterische spreuk over wat er met een mens gebeurt, als hij gestorven is, vat dit samen:

  • Terra tegit carnem De aarde bedekt het vlees [fysieke lichaam]
  • Umbra circumvolat tumulum De schaduw [het aetherlichaam] vliegt rond de grafheuvel
  • Orcus habet manes De onderwereld [“louteringsberg”] heeft de ziel [het astraallichaam]
  • Spiritus astra petit De geest [de ik-identiteit] streeft naar de sterren

Deze verbreking van de vier geledingen van zelfbewustzijn verloopt niet in één klap, maar in fasen. In de eerste fase ontstaat een korte herverbinding van uitsluitend het levenslichaam en ik-ben-ik-bewustzijn. De korte herverbinding van deze twee geledingen manifesteert zich dan als het zogenoemde “postmortale levenspanorama”. Je “ziet” je voorbije leven in één allesomvattend tafereel voor je, waarbij “ziet” uitdrukkelijk tussen aanhalingstekens moet staan omdat het niet een visueel proces is, maar een innerlijk schouwen. Wat na de beleving van dit postmortale levenspanorama gebeurt, is een ander verhaal, en blijft hier buiten beschouwing.

Het fenomeen van het postmortale levenspanorama als eerste etappe van het zelfbewustzijn na de dood is wèl bekend. Esoterische leraren, met name Rudolf Steiner, hebben er in detail over gesproken en geschreven en het uitgelegd. Ook buiten de esoterie is het bekend. Ervaringsberichten van mensen die bijna verdronken waren of op een andere manier opeens nabij de dood waren, worden al eeuwen lang doorverteld (Francis Beaufort, de hierboven al genoemd Moritz Benedikt, Albert Heim en anderen). Ze zijn algemeen erkend als waarheidsgetrouw, oftewel er is consensus dat ze veridiek zijn, dat wil zeggen dat de betrokkenen een reële ervaring naverteld hebben.

Uit de beschrijvingen blijkt voorts dat dit levenspanorama op een uniek paradoxale manier “totaliter aliter” (= tegelijk helemaal zó als en tegelijk totaal anders dan) een absoluut intiem subjectieve beleving en tegelijk een even absoluut objectieve ervaring is. Alleen de intersubjectieve component van onze aardse ervaringen, de inbreng van onze verbondenheid met onze medemensen, ontbreekt. In het perspectief van het vierledig zelfbewustzijn kunnen we begrijpen hoe dat komt, namelijk doordat het postmortale levenspanorama exclusief een zaak is van levenslichaam en het ik-ben-ik-bewustzijn. Er is totaal geen inbreng vanuit het astrale, waarin tijdens het aardse leven de relaties met anderen zich afspelen. De beleving van het nabij-de-dood zijn volgens de “erkende” oudere berichten was wat je zou kunnen noemen een “intravitale voorschouw op het postmortale levenspanorama”. Deze “voorschouw” kwam tot stand doordat de verbinding tussen de vier geledingen heel even bijna totaal verbroken werd, zodat ze heel even losser van elkaar functioneerden dan ze ooit eerder deden. Deze veridieke “nabij de dood”-ervaring geeft de berichten erover hun specifieke “flavour”.’

Verbrughs fundamentele kritiek op Van Lommel is nu dat deze geen gebruik wil maken van de hierboven uiteengezette wetenschapsopvatting. Dat is ontkenning van antroposofie als geesteswetenschap. Als antroposofen Van Lommel dan tot overmaat van ramp nu ook nog eens binnenhalen in het Goetheanum (wat de kern is van zijn bericht van vandaag), dan geven zij er zelf blijk van ook helemaal niet in antroposofie als geesteswetenschap te geloven. Het laatste woord natuurlijk tussen aanhalingstekens. Niet alleen Van Lommel gooit er met de pet naar, maar juist ook de antroposofen die beter zouden moeten weten, is Verbrughs opinie. En dan wil er ook nog eens niemand serieus met hem over Van Lommel discussiëren...

Waarbij hij trouwens later op de dag in het commentaargedeelte ook uitvoerig reageert op de uitlatingen van Arie Bos, waarvan ik nog op 6 juli in ‘Afkeer’ verslag deed. Bent u in ieder geval, voordat de zomervakantie echt doorbreekt, bij met het laatste nieuws/de laatste confrontatie. Want wat Verbrugh vandaag over Bos schrijft liegt er niet om. Maar dat komt uiteraard door het bovenstaande ernstige thema. Ik geloof niet dat zij nu nog vrienden zijn.

Tussen twee haakjes/epiloog: Hugo Verbrugh heeft net zijn reactie op Arie Bos van vandaag ook gepost bij mijn genoemde bericht op 6 juli. Dus daar is het nu ook na te lezen.

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)