Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

woensdag 8 juli 2009

Overname

Een dezer dagen is ook op de website van Hogeschool Helicon het jaarverslag over 2008 verschenen. We kunnen dit nu mooi vergelijken met de situatie van een jaar geleden, zoals ik die weergaf op 28 september 2008 in ‘Hogeschool Helicon’. Het nieuwe jaarverslag over 2008, getiteld ‘Inspirerend opleiden – Geïnspireerd leren’, biedt net als de vorige een onthullende inkijk in het reilen en zeilen van deze hogeschool. Ook dit wordt voorafgegaan door een voorwoord van de voorzitter College van Bestuur, Chris Wissenburg. Zo schrijft hij op bladzijde 5:

‘In 2008 heeft voor de hogeschool centraal gestaan de voorwaarden te scheppen waaronder zelfstandig voortbestaan mogelijk is. Het verkrijgen van verlenging van de accreditatie van de opleidingen heeft daarin een grote rol gespeeld. Hoewel nog niet alle formele besluiten van de NVAO ontvangen zijn, is de verwachting dat dit met de uitstekende visitatierapporten van de NQA lukt.’

Dat dit wel goed zit, kon ik melden op 25 juni in ‘Heilpedagogie’. Maar er zijn volgens Wissenburg ook andere dingen:

‘Toch stemt dit jaarverslag niet onverdeeld positief. De hogeschool heeft al enige jaren te maken met een daling in de studentenaantallen en de daarmee samenhangende bekostiging. Daarnaast stijgen de noodzakelijke uitgaven om een kwalitatief hoogwaardige hogeschool te kunnen zijn. Dit leidt in 2008 en de jaren daarna onvermijdelijk tot exploitatietekorten.’

Dat is niet zo best. We zullen verderop in het jaarverslag zien hoe men daarmee denkt om te gaan. Chris Wissenburg laat nu alvast weten dat men dat, na een lange carrière op de hogeschool, in de toekomst zonder hem zal moeten doen:

‘Dit is het laatste jaarverslag dat onder mijn leiding tot stand is gekomen. In januari 2010 verlaat ik als voorzitter van het College van Bestuur de hogeschool. Ik heb vele jaren met plezier gewerkt aan de hogeschool, eerst als docent, daarna als opleidingsdirecteur en de laatste jaren als bestuursvoorzitter.’

Op bladzijde 9 wordt nader ingegaan op de visitaties. Hogeschool Helicon bestaat eigenlijk uit drie opleidingsafdelingen: de lerarenopleiding basisonderwijs (pabo voor vrijeschoolonderwijs), de opleiding docent dans/euritmie en de opleiding docent muziek. Deze laatste is nog in de zeer prille opbouwfase.

‘Het verslagjaar 2008 heeft voor de hogeschool grotendeels in het teken gestaan van de voorbereidingen op de visitatie van de drie opleidingen door de NQA, die in het najaar van 2008 plaatsvonden. Deze voorbereidingen hebben een groot deel van de tijd en de focus van het CvB [College van Bestuur, MG] in beslag genomen. In het begin van 2008 heeft het CvB het noodzakelijk geoordeeld dat externe expertise werd aangetrokken om de kans op het welslagen van de visitatie te vergroten, vooral bij de Odm [afkorting voor de opleiding docent muziek, MG]. Dit besluit heeft geleid tot extra, niet begrote uitgaven voor de hogeschool. De kosten van accreditatie kwamen uit op € 180.000. De visitaties zijn bij de drie opleidingen zeer goed verlopen. De NVAO heeft in april 2009 positief besloten op de aanvraag voor de Opleiding docent dans/euritmie. Het CvB is ervan overtuigd dat voor de zomer de NVAO ook positief zal besluiten op de accreditatieaanvragen voor de twee andere opleidingen. De inzet van de extra ondersteuning heeft het beoogde effect gehad.’

Over het voortbestaan van deze opleiding docent muziek (Odm) wordt even later gemeld:

‘Het CvB heeft geoordeeld dat de Odm dient te blijven bestaan ondanks het geringe aantal studenten (totaal 8 op 1 oktober 2008) en het financiële tekort dat bij deze opleiding hierdoor ontstaat. Daarmee handhaaft het CvB het besluit uit 2007, dat toen onder sterke druk van de RvT, MR, medewerkers en studenten is genomen. Het tekort voor de Odm was begroot op € 172.000 en is uiteindelijk € 202.000 geworden, mede door de inzet van de externe expertise voor de visitatie. De reden van het laten voortbestaan van de opleiding is dat het CvB voldoende potentie in de opleiding ziet. Daarnaast heeft het CvB besloten de opleiding naar Den Haag te verhuizen. De vestiging in hetzelfde pand als de Opleiding docent dans/euritmie dient te leiden tot intensieve samenwerking tussen beide kunstvakopleidingen, waardoor de kwaliteit van beide opleidingen verbetert wordt en de kosten kunnen worden gereduceerd. Voor beide opleidingen geeft dit nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden.’

Direct daarna komen de financiën aan bod:

‘De begroting van 2008 laat een tekort zien van € 120.000. Het CvB heeft geoordeeld dat het in 2008 niet mogelijk was om zoveel te bezuinigen dat het tekort kon worden weggewerkt. De grootste uitgavenpost van de hogeschool bestaat uit personele kosten. Bij dergelijke kleine opleidingen leiden bezuinigingen in de personeelssector tot het wegvallen van gehele functies. De hogere eisen die aan de kwaliteit van onderwijs en ondersteunende processen worden gesteld vroegen zelfs om extra investeringen in personeel. Bovendien betaalt de hogeschool uiteindelijk zelf de uitkeringskosten, indien de ontslagen medewerkers geen passend werk vinden. Door een strakke uitgavendiscipline en bezuinigingen op de materiële posten is het CvB er wel in geslaagd het gerealiseerde tekort uit te laten komen op € 174.000, mede door de hogere kosten van externe expertise ten behoeve van de accreditaties en een op te nemen voorziening voor gratificaties en jubileumuitkeringen. Het CvB zal dit tekort ten laste brengen van het eigen vermogen, dat hierdoor eind 2008 nog € 1.658.848 is.

De begroting voor 2009 vertoont een tekort van € 165.000. De meerjarenramingen laten ook voor 2010 en 2011 een tekort zien van in totaal € 620.000. Het CvB wil dit tekort opvangen door de inzet van het eigen vermogen. In 2009 moet duidelijk worden of de voorwaarden aanwezig zijn dat vanaf 2012 de hogeschool weer in een zodanig gezonde financiële situatie terechtkomt dat zelfstandig voortbestaan mogelijk is. Het primaire streven van het CvB blijft ook in 2009 de hogeschool zelfstandig te laten voortbestaan.’

Daarop volgt echter meteen deze verstrekkende mededeling:

‘Het CvB sluit echter niet zijn ogen voor de realiteit dat deze kans klein is. Daarom wordt in 2009 een traject gevolgd, waarbij met een aantal partijen in het hoger beroepsonderwijs gesprekken worden gevoerd over de overname van (een gedeelte van) de hogeschool. Daarbij is de pabo de opleiding die het gemakkelijkste ondergebracht kan worden en de Opleiding docent dans/euritmie de lastigste. Bij deze gesprekken staan de handhaving van de eigen identiteit en het specifieke beroepsperspectief centraal. Dit alles betekent dat 2009 voor de hogeschool een buitengewoon belangrijk jaar wordt.’

Op dezelfde bladzijde 10 worden ook de resultaten van de studentenwerving geschetst. Die zijn bepaald niet gunstig te noemen:

‘Het CvB zag zich in 2008 net als de jaren hiervoor geconfronteerd met een verder dalend aantal studenten. Daarom heeft dit punt hoge prioriteit gekregen. Voor de precieze instroomgegevens verwijs ik u naar de overzichten elders in het jaarverslag. Vooral de pabo lijdt, evenals andere pabo’s in Nederland, onder het negatieve imago van het basisonderwijs en de lerarenopleidingen, en daarbovenop ook onder het negatieve imago van het vrijeschoolonderwijs zoals dat in de media verschijnt. Dit alles heeft een negatieve invloed op het studiekeuzegedrag van studenten. De hogeschool heeft de expertise van een gespecialiseerd bureau ingeschakeld om de werving van de opleidingen door te lichten en aanbevelingen te doen. Voor de Odd/e en de Odm heeft dit geleid tot promotiemateriaal met een meer eigentijdse uitstraling. Dat lijkt zich te vertalen in een grotere belangstelling van potentiële studenten. Voor de pabo heeft dit geleid tot de aanbeveling zich meer te richten op de markt van mbo-afgestudeerden. De opleiding zal een plan ontwikkelen waarin dit wordt uitgewerkt.’

Dan is er nog het item van een nieuwe directie en een nieuw bestuur:

‘Het CvB is van mening dat de kwaliteitsverbetering en verdere groei en bloei van de hogeschool moet plaatsvinden in de opleidingen. Daarom heeft het CvB veel tijd en energie gestoken in de procedure om te komen tot nieuwe opleidingsdirecteuren voor de pabo en de Opleiding docent dans/euritmie. Voor de pabo is al een nieuwe directeur benoemd. Het CvB verwacht hiervan een kwantitatieve en kwalitatieve impuls voor de sturing van de opleidingen. De nieuwe opleidingsdirecteuren maken geen deel meer uit van het CvB.

Omdat de huidige voorzitter van het CvB per 1 januari 2010 vertrekt, ontstaat ook in het CvB een vacature. Tevens is nu al duidelijk dat een van de andere leden in 2010 nog slechts in deeltijd beschikbaar is en per 1 januari 2011 zal vertrekken. Het CvB en de RvT [Raad van Toezicht, MG] buigen zich over de vraag van een verdere uitwerking van het bestuursmodel en het profiel van de nieuwe voorzitter. Het CvB is van mening, dat een en ander samenhangt met een verdere uitwerking van het governancemodel voor de hogeschool. Als dit alles gereed is, zal de hogeschool zoeken naar nieuwe leden van de RvT.’

Vervolgens wordt op bladzijde 11 eerst nog een keer teruggekeken op de samenwerkings- en afstemmingsproblematiek met het eigen veld, voordat het probleem met de Raad van Toezicht ter sprake komt:

‘Het CvB meent dat het beleid van de hogeschool gericht op zelfstandig voortbestaan slechts succesvol kan zijn indien er intensief wordt samengewerkt met de Vereniging van vrijescholen als brancheorganisatie. Voor de positionering van de hogeschool is het van groot belang dat het beleid van de hogeschool is afgestemd op het werkveld waarvoor primair wordt opgeleid. Daarnaast versterkt de hogeschool haar positie door het beleid van de hogeschool af te stemmen met een aantal andere partners in het speelveld van vrijescholen, zoals de Begeleidingsdienst voor vrijescholen en de pedagogische sectie van de Antroposofische Vereniging in Nederland.

Een en ander heeft te maken met het nog steeds bestaande enigszins negatieve imago van de hogeschool in het veld van vrijescholen. Dit imago is gebaseerd op ervaringen van jaren geleden. Het lukt de hogeschool dit imago te verbeteren door in intensieve contacten met het werkveld te laten zien, dat de afgelopen jaren veel gedaan is aan kwaliteitsverbetering en -bewaking.

Het CvB heeft zich samen met de vorige leden van de RvT gericht op het vinden van nieuwe leden van de RvT. In de loop van 2007 zijn 4 nieuwe leden tot de RvT toegetreden, waarmee een volwaardige RvT van 5 leden was ontstaan. De kwaliteitsimpuls die verwacht werd van de nieuwe leden van de RvT, is van korte duur geweest. Vier van de vijf leden zijn aan het eind van 2008 teruggetreden, omdat de leden van de RvT het onderling niet eens konden worden over wat de grenzen zijn tussen bestuur en toezicht.

De RvT heeft deze onenigheid steeds beschouwd als een interne kwestie. Daardoor heeft het CvB geen tijdige rol kunnen spelen in het eventueel oplossen van dit meningsverschil. Hierdoor bestaat de RvT tijdelijk uit één lid. Statutair is ook met één lid sprake van een rechtsgeldige Raad van Toezicht. Het CvB heeft samen met de RvT besloten dat eerst de governancecode nader uitgewerkt wordt, voordat nieuwe leden worden benoemd. In 2009 moet de RvT uitgebreid worden met een aantal nieuwe leden.’

Dat is ook al niet best. Een ongeluk komt nooit alleen, denk je dan onwillekeurig. Op dezelfde bladzijde wordt ook teruggekeken op ‘Huisvesting incl. afwikkeling kwestie Non Nobis’:

‘Adequate huisvesting is voor goed kwalitatief onderwijs van groot belang. Voor de vestiging in Zeist is het CvB al een aantal jaren bezig met een eventuele verhuizing naar Amersfoort. In het beschikbaar komen van het betreffende pand is in 2008 geen vooruitgang geboekt. In 2009 is het pand eindelijk verkocht aan een vastgoedmaatschappij, van wie de hogeschool in principe ruimte wil huren. De onderhandelingen hierover zullen naar verwachting in de tweede helft van 2009 gaan plaatsvinden. Daarnaast onderzoekt het CvB in 2009 ook andere huisvestingsmogelijkheden en de verkoopmogelijkheden van het huidige pand. De reden hiervan is dat het huidige pand onvoldoende mogelijkheden biedt tot hbo-onderwijs anno 2009. De kosten voor een verbouwing en het op termijn wegwerken van achterstallig onderhoud aan het pand zijn groot. Daarom oordeelt het CvB dat het raadzamer is te zoeken naar andere huisvesting.

Voor de vestiging in Den Haag heeft de hogeschool getracht in 2007 extra ruimte te verwerven. Dat is niet doorgegaan, omdat het CvB te weinig garanties voor continuïteit en huurprijs in het conceptcontract van de verhuurder vond. In 2008 is met de potentiële verhuurder Non Nobis een regeling getroffen voor de gemaakte kosten. Tegelijk is het huidige pand aan de Riouwstraat, waarvan de hogeschool huurder is, veranderd van eigenaar. De hogeschool heeft voor dit pand nu te maken met een verhuurder die de hogeschool goed gezind is. Zoals hiervoor al gemeld, zal in 2009 uitvoering worden gegeven aan het besluit om de Odm naar Den Haag te laten verhuizen.’

Was de vorige eigenaar, voor zover ik weet de Antroposofische Vereniging in Nederland, dan een verhuurder die de hogeschool niet goed gezind was? Zie ook mijn bericht ‘Huisvesting’ op 19 mei. Hoe dan ook, er staat veel op het spel inzake de toekomst van Hogeschool Helicon:

‘Gelet op de continuïteit en het zelfstandig voortbestaan heeft de Raad mede op basis van de beleidsnotitie Bruggenhoofd Onderwijsvernieuwing intensief overleg gevoerd met het CvB over de toekomstperspectieven van de hogeschool. Afgesproken is dat uiterlijk eind 2010 een definitief besluit dient te worden genomen over de vraag of Hogeschool Helicon in zijn geheel of in gedeelten zelfstandig kan blijven bestaan. In verband hiermee zal volgend jaar de Opleiding docent muziek gaan verhuizen van Zeist naar Den Haag in de locaties van de Opleiding docent dans/euritmie.’

Dat is dus alles bij elkaar nogal wat. Ook dit zal ik met argusogen blijven volgen.

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)