Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

woensdag 1 februari 2012

Molen

Het is even betrekkelijk rustig geweest rond de Zonnehuizen. Donderdag 26 en vrijdag 27 januari had ik het er voor het laatst over, in ‘Transitie’ en ‘Laan’. Maar gisteravond is het weer aan komen zwellen, wat de media vandaag opnieuw over elkaar heen doet vallen, en feitelijk nog wel met oud nieuws. Want dit alles meldde ik al op 26 januari. Het gaat over het verdwenen zak- en kleedgeld van de cliënten, waar iedereen nu uiterst verontwaardigd over is. Terecht natuurlijk. Maar, zoals de staatssecretaris vandaag in een nieuwe brief uitlegt, zo is nu eenmaal de wet. Voordat ik dit alles documenteer, eerst nog wat ander nieuws. Om te beginnen ‘Afscheid van voorzitter’, zoals gisteren gemeld door Dichtbij.nl, Regio Groot Alkmaar, met als bron: De Duinstreek. Het gaat overigens om nieuws dat ik al op 6 oktober 2011 aankondigde in ‘Bijzonderheid’. De mooie verschrijving in het begin, ‘Van der Molen’, wordt later door de ongenoemde auteur zelf gecorrigeerd:
‘Tijdens een receptie in de grote zaal van Scorlewald aan de Valkenlaan in Schoorl hebben tallozen afscheid genomen van Marinus van der Molen. Hij was lange tijd voorzitter van de Raad van Bestuur van de Raphaëlstichting.

Van der Meulen gaat vandaag, woensdag 1 februari, met pensioen. Hij heeft een lange staat van dienst achter de rug. Deze begon tweeëndertig jaar geleden (1980) toen hij als afgestudeerd ontwikkelingspsycholoog werd aangenomen als groepsleider bij Scorlewald. In latere functies wist Marinus mensen aan zich te binden en te stimuleren.

Zijn vacature wordt ingevuld door Remco Bakker (38). Hij komt uit de verstandelijk gehandicaptenzorg en heeft veel ervaring met antroposofische zorg. De laatste drie jaar was Bakker directeur bestuurder van Orion, een antroposofische zorgaanbieder in Rotterdam, die zich sterk maakt voor inclusie en sociale vernieuwing. Met Pim Blomaard zal Remco de tweehoofdige, collegiaal werkende Raad van Bestuur gaan vormen.’
Dan lees ik op de website van het Ita Wegman Verlag over een flinke vertraging. Dat was al zo op 25 oktober 2011 in ‘Familiekudde’:
‘ik moet ook een uitstel melden van het al lang verwachte boek van Peter Selg over Rudolf Steiner.’
Dat is nu opnieuw het geval. Het wordt geen januari (die maand is inderdaad al verstreken), maar zelfs november 2012. Dat is geen klein beetje meer, maar bijna een heel jaar. Verder is dit ook nog van belang, op de website van het Euritmie Impresariaat Nederland, over het ‘Boek over de geschiedenis van de euritmie in Nederland’:
‘Begin 2005 is concreet het initiatief genomen om een boek te realiseren over de geschiedenis van de euritmie in Nederland. Door de jaren heen is van tijd tot tijd veel materiaal verzameld. Pas in de tweede helft van 2011 kwam het onderzoeksproces in een stroomversnelling. Het jaar 2012 staat geheel in het teken het onderzoek af te ronden en het boek samen te stellen. Op deze pagina’s willen we u bij het proces betrekken. Dagelijks wordt een dagboek bijgehouden. [zie: dagboek]
Ook zullen we van tijd vragen stellen in de hoop dat er mensen zijn die antwoorden weten. [zie: vragen]
Imke Jelle van Dam’
We lezen daar:
‘Voorlopige hoofdstukkenindeling
De geschiedenis van de euritmie in Nederland

Deel I: historisch overzicht
Inleiding: Eind 19de, begin 20ste eeuw als bedding voor de anthroposofie en de eurythmie
Hoofdstuk 1: Peggy Kloppers-Moltzer, pionier voor de eurythmie in Nederland
Hoofdstuk 2: De geboorte van de eurythmie
Hoofdstuk 3: Onafgebroken oefenen tijdens de eerste wereldoorlog
Hoofdstuk 4: In de openbaarheid vanaf 1919
Hoofdstuk 5: Opvoeringen in februari 1921 in Hilversum, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag
Hoofdstuk 6: Ontstaan van de heileurythmie in 1921
Hoofdstuk 7: Ontstaan van de Nederlandse Eurythmie in 1922
Hoofdstuk 8: Opvoeringen in november 1922
Hoofdstuk 9: Periode 1923 tot 1929. Oprichting Hollandsche Eurhythmie-groep
Hoofdstuk 10: Periode 1929 – 1940. Aanzet tot het oprichten van een eurythmie-opleiding in Den Haag
Hoofdstuk 11: Moeilijke jaren voor de eurythmie tijdens de tweede wereldoorlog
Hoofdstuk 12: de periode 1945 tot 1969. Overwinnen van verdeeldheid onder eurythmisten
Hoofdstuk 13: De periode 1969 – 1989. Bloeiperiode met internationale voorstellingen
Hoofdstuk 14: De periode 1989 – 2012. Vrijheidsdrang leidt tot nieuwe zoekrichtingen
Hoofdstuk 15: Chronologie van openbare voorstellingen

Deel II: Personen, groepen, organisaties
Hoofdstuk 16: Biografieën
Hoofdstuk 17: Euritmiegroepen
Hoofdstuk 18: Bijzondere producties
Hoofdstuk 19: Euritmie opleidingen in Nederland
Hoofdstuk 20: Verenigingen en Stichtingen

Deel III: Achtergronden
Hoofdstuk 21: Deelgebieden van de euritmie
Hoofdstuk 22: De media
Hoofdstuk 23: Financiering door de jaren heen
Hoofdstuk 24: Overige thema’s’
Ook mooi is dit ‘Dagboek 2012’:
‘3 januari 2012: Vele stapels ongeordend materiaal, waaronder krantenknipsels en programma’s op jaar gesorteerd en in overeenkomstige archiefmappen geplaatst.
4 januari 2012: Verdergegaan met al het materiaal te ordenen.
5 januari 2012: Dagboeken vanaf 1947 van Elise (Liselot) Roeters van Lennep doorgenomen. Kwam interessante notities tegen over Daffi Niederhäuser, Lea van der Pals en Marie Savitch.
6 januari 2012: Verdergegaan met de dagboeken. Interessante notities over Else Klink, Aleida Hofstede Crull en Corrie de Beaufort gevonden.
7 januari 2012: Er staat een biografie van Elise Roeters van Lennep in Motief. Deze biedt een kader waarin ik de aanvullende informatie die de euritmie betreffen in kan passen.
8 januari 2012: Opnieuw in de ontstaansgeschiedenis van de heileuritmie gedoken. Nederland speelt daar een rol in. Ook eindelijk na maanden zoeken een tekst gevonden van een euritmiste van het eerste uur, die vertelde dat (de Amsterdamse) Mieta Waller aanwezig was bij de eerste euritmiecursus in september 1912 aan Lory Smits. Dit was de ontbrekende schakel. Mieta Waller is steeds in de buurt of aanwezig geweest bij alle belangrijke momenten in de ontwikkelingsgeschiedenis van de euritmie tijdens het leven van Rudolf Steiner!
9 januari 2012: Vele foto’s uit de inboedel van Elise (Liselot) Roeters van Lennep uitgezocht. Diverse gescand om mee te nemen naar Den Haag om mensen te vragen welke euritmisten erop staan.
10-14 januari 2012: dagelijks onderzoek in de archieven van de Antroposofische Vereniging in Den Haag gedaan. Uit de periode 1960 tot 1997 1.000 kopieën gemaakt om thuis in Zwolle te gaan lezen, ordenen en schiften. Vandaag (14 januari) hulp gekregen van een oudere euritmiste bij het identificeren van euritmistes op foto’s van 50 jaar geleden.
15 januari 2012: vele honderden kopieën op datum in mappen gedaan.
16 januari 2012: Een toegankelijke tekst over de pedagogische euritmie uit een vrije school boek uit het jaar 1927 overgenomen. Vervolgens een heldere tekst over het leerplan voor klas 1 t/m 12 overgenomen uit het weekblad Vrije Opvoedkunst uit 1933. Voorts de rest van de 1.000 kopieën in mappen ondergebracht.
17 januari 2012: Geprobeerd details te vinden over de biografieën van Alice Pracht-Loudon, Rie Lewerenz-Brouwer en Isabelle de Jaager. Ook ruggespraak gehouden met Cara Groot uit Dornach. Ze hebben alle drie de Nederlandse nationaliteit. Zo ook Daffi Niederhäuser-de Jaager en Lea van der Pals.
18 januari 2012: Een brief van Werner Barfod ontvangen over een boeiende ontmoeting met dichter Roland Holst in 1973, als aanvulling wat Liselot Roeters van Lennep in haar dagboek heeft geschreven.
19 januari 2012: Alle elementen verzameld die de inleiding voor het boek zullen vormen.
20 januari 2012: Verder gegaan met het werken aan de inleiding. Daarbij heb ik ook uniek materiaal gebruikt uit een brief van een antroposofe van het eerste uur, Johanna Hart Nibbrig-Moltzer aan Rudolf Steiner.
21 t/m 23 januari 2012: verdergegaan met het vervolmaken van de inleiding van het boek,
24 t/m 26 januari 2012: Gewerkt aan van hoofdstuk 1 over Peggy Kloppers-Moltzer, pionier voor de eurythmie in Nederland. Voorts nieuwe aanvullingen in de biografie van Aleida Hofstede Crull verwerkt.
27 januari 2012: een proef lay-out gemaakt van het hoofdstuk over Peggy Kloppers, om een idee te krijgen hoe het boek eruit kan komen te zien.
28 en 29 januari 2012: materiaal bij elkaar gezocht om hoofdstuk 2 over de geboorte van de eurythmie te kunnen schrijven.
30 januari 2012: verder gegaan met Hoofdstuk 2 over de geboorte van de eurythmie.’
Tot slot zijn er deze ‘Vragen’:
‘Kunt u ons op de een of andere wijze van dienst zijn, stuur dan een e-mail naar het Euritmie Impresariaat of bel 038 452 4524 (eventueel antwoordapparaat; dan bellen we u terug).

1. Wie kan ons helpen aan een foto van Elisabeth Knottenbelt uit de jaren 50, 60, 70?
2. Wie kan iets vertellen over de euritmiste Alice Pracht-Loudon, ook wel Sissy (of Cissy) Pracht of Cissy Loudon genoemd?
3. Op 15 december 1911 is in Berlijn een oprichtingsvergadering voor de Stiftung für theosophische Art und Kunst op initiatief van Rudolf Steiner. Hij nodigt daartoe verschillende mensen uit waaronder Mieta Waller. Honderd jaar na dato heeft Virginia Sease er een boek over geschreven. Wie heeft het gelezen en zou in drie tot vijf zinnen de kern kunnen samenvatten? Het feit is daarom interessant om zijdelings in het boek te vermelden, omdat later op die dag aan Steiner een vraag is gesteld die uiteindelijk tot de geboorte van de eurythmie heeft geleid.’
Goed, dan terug naar de Zonnehuizen. Eergisteren meldde Robbie Kammeijer van De Nieuwsbode Zeist ‘Klap valt bij secretariaat en administratie’:
‘Voor 431 personeelsleden van Zonnehuizen is vrijdag 10 februari hun laatste werkdag. Zij raken na de overname van de failliete Zeister zorginstelling werkloos. Ongeveer twintig van hen verleenden directe zorg aan de cliënten.

“Er is vooral geschrapt in de staffuncties en facilitaire functies”, weet Mariëtte Vos-Lambooy, directeur van het jeugdzorg- en onderwijsgedeelte van Zonnehuizen. Het gaat dan bijvoorbeeld om medewerkers van het secretariaat en de financiële administratie.

Nieuw contract

“Het overgrote deel van het personeel dat zorg verleent heeft een nieuw contract aangeboden gekregen”, aldus Vos-Lambooy. “Maar er zijn ook in het zorgproces banen verloren gegaan.”

Piet Driessen, plaatsvervangend voorzitter van de Ondernemingsraad (OR), spreekt van “hoogstens twintig stuks.”

Effecten

Volgens Charles Laurey, oud-bestuurder van de zorginstelling, hebben de ontslagen zeker effect op de directe zorg. “In een enkel geval krijgen cliënten een andere leerkracht of teamleider.”

Eind 2011 werd Zonnehuizen failliet verklaard. Door wanbeleid van het voormalig bestuur was er sprake van een miljoenenschuld. Ook was er teveel personeel in dienst, omdat tijdens fusies niet was gewerkt aan de efficiency binnen de zorginstelling. Na het faillissement kregen alle 2300 personeelsleden hun ontslag aangezegd, nu is duidelijk dat 431 medewerkers definitief op zoek moeten naar een nieuwe baan.

Ziekmeldingen

Voor de ontslagen werknemers is vrijdag 10 februari hun laatste werkdag. Volgens OR-voorzitter Driessen zijn de meeste medewerkers tot die tijd gewoon aan het werk. “We hebben er alle begrip voor als medewerkers dat niet op kunnen brengen, maar er is slechts een klein aantal ziekmeldingen”, aldus Driessen.

Onder de werknemers die mogen blijven is de rust weergekeerd volgens Driessen. “Zij zien in dat dit de enige juiste oplossing is om de zorg te kunnen handhaven. De werknemers hebben door de overname weer lucht gekregen”, weet hij. “Onderling deelt het personeel veel met elkaar. Ik dacht dat de rek er een keer uit moest zijn, maar ze zijn erg krachtig.”’
Gisteren liet Robbie Kammeijer in hetzelfde medium hierop volgen ‘Cliënten raken 50.000 euro kwijt’:
‘Bij het faillissement van Zonnehuizen is anderhalve ton verdwenen. Geld dat eigendom is van jonge cliënten. Oud-bestuurder Charles Laurey richt een stichting op: “Een jas voor Sterre en Tobias”, om de kinderen hun geld terug te geven.

“Het is te triest voor woorden.” Oud-bestuurder Charles Laurey noemt het verdwijnen van de spaarpotjes van de kinderen “het meest schrijnende gevolg van het faillissement”.

Nieuwe kleren

De spaarpotjes zijn weg, dus kunnen er geen kleren meer gekocht worden voor de kinderen. Ook zijn er al paardrijlessen afgezegd. “De kinderen mogen niet de dupe zijn van het faillissement”, aldus Laurey. “Je kunt hen toch niet uitleggen dat hun zakgeld weg is?”

Geld van ouders

Twee weken geleden al uitte een werknemer in deze krant de vrees dat het geld van de onder toezicht gestelde jongeren weg is. Nu blijkt dat jarenlang sparen definitief voor niets is geweest. Geld van ouders, familieleden en voogdijstichtingen is weg.

Fondsen

Via de curator is het verdwenen geld terug te krijgen, maar Laurey wil daar niet op wachten. Op persoonlijke titel heeft hij de stichting “Een jas voor Sterre en Tobias” in het leven geroepen.

Met leden uit de ondernemings- en cliëntenraad gaat hij fondsen, Rotaryclubs en overheden aanschrijven om de spaarpotjes van de kinderen weer gevuld te krijgen. Het geld wordt dus in een aparte stichting ondergebracht. Dat was voorheen niet het geval. “Er had sprake moeten zijn van gescheiden geldstromen”, aldus Laurey. “Maar dat is wijsheid achteraf.”

Lever een bijdrage

Uw bijdrage is welkom op Rabobank 345 200 918 tnv Notaris Smal (derdenrekening): ovv “Een jas voor Sterre en Tobias”.’
RTV Utrecht pakte dit gisteravond snel op, in ‘Spaarpotjes kinderen Zonnehuizen naar schuldeisers’:
‘Spaargeld van kinderen die werden opgevangen door zorginstelling Zonnehuizen is opgeëist door schuldeisers. De kinderen komen daardoor met lege handen te staan.

Ook ouders en familieleden stortten jarenlang geld op de spaarrekening van hun kind. Het gaat om ongeveer 150.000 euro aan spaargeld van de jonge cliënten dat moet worden afgestaan. “De spaarpotjes zijn weg”, weet oud-bestuurder Charles Laurey.

Hij noemt de gang van zaken erg triest en de interim-directeur heeft daarom de aparte stichting “Een jas voor Sterre en Tobias” opgericht om kinderen hun geld terug te geven. Het eerste geld is afgelopen weekend al gestort op de rekening 345200918.

Mogelijk is via de curator het geld ook terug te krijgen, maar dat gaat lang duren, denkt Laurey.’
Verontwaardiging natuurlijk alom. Gisteravond laat volgde De Telegraaf met ‘Schuldeisers willen spaargeld’:
‘Het spaargeld van kinderen die werden opgevangen door zorginstelling Zonnehuizen is opgeëist door schuldeisers.

Dat meldt RTV Utrecht. Het gaat om ongeveer 150.000 euro aan spaargeld. Oud-bestuurder Charles Laurey noemt de gang van zaken “erg triest”.

Laurey hoopt dat het spaargeld nog via de curator terug te krijgen is. Intussen is er wel een stichting opgericht waar mensen geld kunnen geven voor de kinderen. Zonnehuizen, een zorginstelling in Zeist, werd eind vorig jaar failliet verklaard.’
Maar net als 10 januari in ‘Tweehonderdduizend’ maakte De Telegraaf gebruik van een ANP-bericht zonder dit erbij te vermelden. Want de eerstvolgende was Het Parool, met een gelijkluidend bericht. Ook de Volkskrant en het AD volgden meteen gisteravond. Carolien Stam van Zorgvisie stelde gisteren daarentegen een ander onderwerp centraal, ‘Problemen voor medewerkers Zonnehuizen’:
‘“Wij signaleren onregelmatigheden bij de ontslagselectie en nieuwe aanstellingen van medewerkers bij de doorgestarte Zonnehuizen.” Dat stelt Abvakabo FNV-bestuurder Sengul Sozen. Zij verwerpt de beschuldiging van curator Marie-José Cools dat het optreden van de vakbond de onderhandelingen over de doorstart heeft doorkruist.

“Ons bereiken signalen dat bij de ontslagrondes de managers selecteren op ziekte en stressbestendigheid,” aldus Abvakabo-bestuurder Sengul Sozen. De vakbondsbestuurder verwerpt verder de aantijging van de curator van Zonnehuizen dat “de verontwaardiging en gezochte publiciteit door de vakbonden te betreuren is,” omdat het speelveld bij de doorstart daardoor is beperkt met als gevolg dat er met minder partijen onderhandeld kon worden. Curator Marie-José Cools schrijft dit in het verslag inzake het faillissement van de stichting Zonnehuizen.

Actiecomités

“Grote onzin, niet op feiten gebaseerd,” aldus vakbondsbestuurder Sozen. Volgens haar heeft de vakbond juist meegewerkt de opgelaaide emoties onder het personeel te beperken. “Tijdens voorlichtingsbijeenkomsten van mevrouw Cools en het UWV werd door het personeel meerdere malen het woord ‘staking’ in de mond genomen. Er werden spontaan actiecomités opgezet. Wij hebben juist de mensen gemaand tot rust, om een gunstige situatie voor een doorstart te creëren.”

Onbekendheid

Curator Marie-José Cools schrijft in haar faillissementverslag dat: “de strijdvaardige houding van Abvakabo FNV en de onbekendheid met de regels bij een faillissement opvallend is.” Zij schrijft dit mede toe aan de “relatieve onbekendheid van een faillissement in zorgsituaties”. Sozen: “Ik heb in het overleg met de curator gezegd dat mensen vanuit een morele verantwoordelijkheid wekenlang in crisis door hebben gewerkt. Dan mag je als vakbond pleiten voor goede afspraken voor medewerkers bij een doorstart. Dat is onze rol.”

Schandalige praktijken

Met de nieuwe directeuren van Zonnehuizen heeft Abvakabo inmiddels overleg gehad over de transitie van het personeel naar de nieuwe situatie. “Ze wilden dat we een afsprakenlijstje tekenden, maar wij kunnen daar niet achter staan. Een van onze belangrijkste eisen is dat er objectieve en meetbare selectiecriteria worden toegepast voor ontslagaanzeggingen. Wij horen nu al schandalige praktijken, ook over de nieuwe arbeidsovereenkomsten die worden afgesloten met het personeel dat blijft. Bijvoorbeeld dat de werkgever eenzijdig de arbeidsovereenkomst kan wijzigen. Therapeuten die ontslagen worden en als zzp’er terug kunnen komen. Of medewerkers die er in salaris op achteruit gaan.”

Sociaal Plan

De vakbond koerst op een sociaal plan voor het personeel: “Deze twee nieuwe ondernemers moeten gewoon de CAO hanteren. De wettelijke regeling zegt dat er bij een reorganisatie een sociaal plan nodig is.”’
Hetzelfde onderwerp komt voornamelijk ook aan bod in de vandaag gepubliceerde ‘Beantwoording Kamervragen over stand van zakenbrief stichting Zonnehuizen’:
‘Antwoorden van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (VWS) op vragen van de algemene commissie voor Jeugdzorg over haar stand van zakenbrief van 23 januari 2012 over de stichting Zonnehuizen.’
In dit 14 pagina’s tellende document schrijft de staatssecretaris het volgende:
‘Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen die gesteld zijn bij het schriftelijk overleg van 26 januari 2012 jl. over de stand van zakenbrief inzake stichting Zonnehuizen.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

1
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld …………. 2011

In de algemene commissie voor Jeugdzorg bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over haar stand-van-zakenbrief van 23 januari 2012 inzake de Stichting Zonnehuizen (2012Z00976).

De op 26 januari 2012 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de staatssecretaris bij brief van …….. 2012 toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,
Arib

De griffier van de commissie,
Teunissen

Inbreng VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de stand van zaken bij de Stichting Zonnehuizen. Zij betreuren het dat patiënten, ouders en werknemers in onzekerheid hebben gezeten over de toekomst en voor een deel nog zitten. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

In de brief geeft de staatssecretaris heel duidelijk aan dat de continuïteit van de zorg aan de bewoners is gewaarborgd. Ook houdt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) verscherpt toezicht op de kwaliteit van de zorg in de periode van zes maanden na de overname. Deze leden onderschrijven de uitspraak van de staatssecretaris dat het voortbestaan van een instelling de verantwoordelijkheid is van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht, terwijl de overheid een taak heeft bij het waarborgen van de zorg voor patiёnten. Voor de leden van de VVD-fractie is het daarom van het grootste belang dat de continuïteit en kwaliteit van de zorg niet in het gedrang komen. Uit de brief van de staatssecretaris concluderen zij dat de continuïteit gegarandeerd is, en de kwaliteit scherp in de gaten wordt gehouden.

Desondanks is er een vervelende situatie ontstaan voor medewerkers en bewoners. Kan de staatssecretaris aangeven of het klopt dat circa 18% van de medewerkers van de Stichting Zonnehuizen hun baan gaat verliezen, zoals in het NRC van 25 januari 2012 wordt vermeld? Waar doelt de curator op als zij in het NRC van 25 januari 2012 stelt: “doordat de vakbonden recentelijk de publiciteit zochten, werd de situatie bij Zonnehuizen zo nijpend dat er niet genoeg tijd meer was om alle geïnteresseerde partijen een eerlijke kans te geven in het biedingsproces”. Graag ontvangen zij een nadere duiding.

Specifiek ten aanzien van de kleed- en voogdijgelden hebben de leden van de VVD-fractie nog een aantal vragen. Voorlopig is niet duidelijk of, en hoeveel, geld de patiënten terug kunnen krijgen nu zij schuldeiser van de Stichting Zonnehuizen zijn geworden. Kan de staatssecretaris aangeven hoe groot het bedrag aan kleed- en voogdijgelden was dat op een rekening van de Stichting Zonnehuizen stond? Is dat inderdaad 150.000 euro, zoals in het NRC van 25 januari 2012 wordt gemeld? Zijn er andere regelingen waar de curator gebruik

2
van kan maken om het bedrag aan kleed- en voogdijgelden alsnog terecht te laten komen bij de patiënten, en het doel dat de Stichting met dit geld had?

De leden van de VVD-fractie zijn het met de staatssecretaris eens dat voorkomen moet worden dat een dergelijke situatie zich in de toekomst nogmaals voordoet. Welke concrete stappen kan de staatssecretaris hierin nemen? Kan er een verbod komen op het storten van kleed- en voogdijgelden op rekeningen van de instelling waar zij behandeld worden? Zo ja, welke zijn de voor- en nadelen van een dergelijke maatregel? De leden van de VVD-fractie vragen in hoeveel gevallen het op dit moment voorkomt dat dergelijke gelden van patiënten op een rekening van een zorginstelling zijn ondergebracht, waarmee het risico bestaat dat deze gelden meegenomen worden bij een faillissement? Om welke bedragen gaat het dan? Zijn de patiënten in deze gevallen door de betreffende instellingen (inmiddels) op de hoogte gebracht van het mogelijke risico dat zij lopen?

Inbreng PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris over de stand van zaken bij de Stichting Zonnehuizen en willen haar nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de PVV constateren dat er door de aanstaande overname een groot aantal banen op de tocht staan. Kan de staatssecretaris het aantal verdwijnende arbeidsplaatsen becijferen nu overnamepartners bekend zijn?

Inbreng CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de stand van zaken bij de Stichting Zonnehuizen. Zij spreken net als de staatssecretaris hun waardering uit voor de medewerkers van Zonnehuizen die zich ondanks alle onduidelijkheid zijn blijven inzetten voor de zorg en de cliënten. De staatssecretaris geeft aan dat het faillissement is aangevraagd, waarna twee partijen met de curator zijn overeengekomen om de activiteiten van de Stichting Zonnehuizen over te nemen. De leden van de CDA-fractie hebben enkele opmerkingen en vragen over de stand van zaken.

De staatssecretaris wijst er op dat door de overname van de activiteiten van Zonnehuizen door LSG-Rentray en de GroepWinter de continuïteit van de zorg gewaarborgd is. De IGZ heeft vanaf de dag van de overname verscherpt toezicht voor zes maanden ingesteld, om toe te zien op de continuïteit van zorg. De leden van de CDA-fractie vragen wat dit verscherpte toezicht in deze situatie inhoudt, en onder welke voorwaarden dit verscherpte toezicht na zes maanden al dan niet wordt verlengd.

LSG-Rentray neemt de zorg voor de jeugdigen en het onderwijs op zich, en de Groep Winter wordt verantwoordelijk voor de zorg aan volwassenen. De leden van de CDA-fractie vragen de staatssecretaris hoe deze scheiding van activiteiten in de praktijk zal uitwerken.

De overnemende partijen nemen het onroerend goed van Zonnehuizen in eerste instantie niet over. Er is een protocol overeengekomen met als doel binnen twee jaar alsnog tot verwerving van het vastgoed te komen. Uit het openbare openingsverslag van de curator blijkt dat dit met onzekerheid omtrent de waardering van het onroerend goed te maken heeft. Deze onzekerheid komt volgens het verslag door de transitiefase die met de invoering van de Normatieve Huisvesting Component te maken heeft. Voor bestaand vastgoed zoals dat van de Zonnehuizen is sprake van een overgangsregeling van een periode van acht jaar, startend in

3
2009. De leden van de CDA-fractie vragen een toelichting van de staatssecretaris op de oorzaken van de onzekerheid omtrent de waardering van het onroerend goed van de Zonnehuizen. Aangezien de transitiefase tot na 31 december 2013 duurt vragen deze leden ook of te voorzien is dat deze onzekerheid ook de komende twee jaar een belemmering blijft voor overname. De leden van de CDA-fractie vragen wat het voor de continuïteit van de zorg zou betekenen als LSG-Rentray en/of de Groep Winter niet binnen twee jaar tot overname van het onroerend goed overgaan. Deze leden vragen ten slotte of het overeengekomen protocol betekent dat het onmogelijk is dat een andere partij zich aandient die het onroerend goed overneemt.

De staatssecretaris geeft in haar brief een toelichting op het bericht dat ten gevolge van het faillissement kleed- en voogdijgelden van cliënten niet meer ten goede kwamen aan deze cliënten. De leden van de CDA-fractie vragen of er gegevens bekend zijn over het aantal gedupeerde cliënten, en of het bekend is om hoeveel geld het gaat. De staatssecretaris geeft aan dat het gaat om geld dat afkomstig is van voogdijinstellingen die het geld namens de cliënten op de rekening van de Stichting Zonnehuizen hebben gestort. Deze leden vragen of cliënten de schade kunnen verhalen bij deze voogdijinstellingen. Zij vragen ten slotte of de voogdij van cliënten gevaar loopt, of heeft gelopen, nu cliënten niet meer bij hun geld kunnen komen. Zo ja, wat betekent dit voor de continuïteit van de zorg? Zo nee, waar is de voogdij dan van betaald? Deze leden vragen of er cliënten van Zonnehuizen zijn (geweest) die door het faillissement zelf voor de kosten van de voogdij hebben moeten opdraaien.

De leden van de CDA-fractie vragen of de staatssecretaris kan aangeven welke afspraken bewindsvoerders en de Stichting Zonnehuizen over de zak- en kleedgelden gemaakt hebben. Kan het zo zijn, zo vragen deze leden, dat op basis van de afspraken met de bewindvoerders de kleedgelden nooit eigendom van Stichting Zonnehuizen zijn geweest en dat er daardoor in dit geval sprake zou kunnen zijn van ongerechtvaardigde verrijking? Wat betekent dit voor de oplossingsrichting die de staatssecretaris schetst door kleedgelden voortaan op een andere rekening te beheren?

Inbreng SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de brief over de stand van zaken Zonnehuizen, en de beantwoording van verschillende schriftelijke vragen over het faillissement, de overname en het ontslag van medewerkers bij Zonnehuizen. De leden van de SP-fractie vinden dat de Kamervragen niet voldoende beantwoord zijn, en verzoeken de staatssecretaris om nadere antwoorden nog mee te sturen met de beantwoording van dit schriftelijk overleg.

Deze leden constateren dat de overheid bij het faillissement beweert geen rol te hebben, maar wel betrokken is bij de gevolgen van uitstel van betaling aan schuldeisers door Zonnehuizen. In het tweede faillissementsverslag lezen deze leden: “Het is in Nederland niet vaak voorgekomen dat een zorginstelling failliet ging en de overheid geen fonds heeft opengestelde om de gevolgen daarvan op te heffen/ te verzachten.” Op welke wijze heeft de staatssecretaris zich ingespannen om de omstandigheden voor het personeel te verachten, wat ten goede komt aan de continuïteit en kwaliteit van zorg, waar de overheid voor verantwoordelijk is? Daarnaast vragen deze leden of de staatssecretaris bij onverhoopte faillissementen in de toekomst wèl een fonds wil openen om de gevolgen voor het personeel te verzachten. Waarom is er voor bijvoorbeeld het personeel en de cliënten geen fonds geopend om de

4
financiële schade die zij lopen door het faillissement, dat buiten hun schuld plaatsvindt, te verzachten? Erkent de staatssecretaris dat het een politieke keus is geweest om niets te doen? Verder willen deze leden weten hoe vaak er contact is geweest met de Landsadvocaat en belanghebbenden (zorgkantoren, mogelijk IGZ/NZa) over de in het tweede faillissementsverslag beschreven botsing van belangen. Is het juist dat, vanwege het probleem van gebruiksrecht van panden waarop een hypothecaire verplichting rust, er niet eerder een andere aanbieder de uitvoering van de zorg heeft overgenomen? Kan de staatssecretaris de Kamer informeren over de adviezen die de Landsadvocaat heeft gegeven? Wil de staatssecretaris een uitgebreide analyse geven van de botsende wetten bij een faillissement van een zorginstelling, en ook aangeven welke wettelijke verplichting voor gaat?

Het is bijzonder vervelend voor alle betrokkenen dat een dag na kerst het faillissement is uitgesproken. De leden van de SP-fractie zijn het met de staatssecretaris eens, wanneer zij stelt dat een faillissement alleen maar verliezers kent. De vraag blijft daarom bij deze leden leven waarom de staatssecretaris en de IGZ niet eerder hebben ingegrepen. Zij verwachten hier uitgebreide uitleg over.

De leden van de SP-fractie zijn tevreden dat de staatssecretaris zich inspant om maatregelen te treffen, zodat in de toekomst het kleed- en voogdijgeld van mensen die afhankelijk zijn van zorg niet meer aangewend kan worden voor een faillissement. De vraag rijst echter bij deze leden waarom eenzelfde inzet van de staatssecretaris niet wordt benut om het geld van de huidige gedupeerden terug te krijgen. Het is onacceptabel dat geld van zorgvragers verdwijnt in een faillissement. De leden van de SP-fractie vragen de staatssecretaris met klem alles in het werk te stellen om het kleed- en voogdijgeld voor kinderen en volwassenen terug te krijgen.

De leden van de SP-fractie vragen de staatssecretaris een overzicht van het totaal aantal ontslagen bij de voormalige Zonnehuizen, uitgesplitst naar sectoren en overhead. Zij willen weten hoeveel mensen een aanbod hebben gehad en hoeveel niet. Ook willen zij weten hoeveel mensen die een aanbod hebben gehad geconfronteerd zijn met een verslechterd contract, in die zin dat er minder uren of minder salaris is aangeboden.

Tevens willen de leden van de SP-fractie graag weten wat de criteria zijn om mensen geen dienstverband aan te bieden. Is het waar dat mensen die ziek zijn geweest, zwanger zijn of op zijn gekomen voor hun arbeidsrechten geen contract krijgen aangeboden?

Daarnaast willen de leden van de SP-fractie een toelichting wat het betekent als de staatssecretaris schrijft dat “het overgrote deel van het primaire personeel” wordt overgenomen. Om hoeveel mensen primair personeel gaat het dan, en waarom gaan die medewerkers in loonschaal (schalen) terug, als zij zo gewaardeerd worden voor hun inzet? De staatssecretaris stelt dat er ruim 40 belangstellende partijen waren voor een overname van Zonnehuizen. De vraag of er daadwerkelijk met alle overnamepartijen is gesproken is onbeantwoord gebleven. De leden van de SP-fractie vragen de staatssecretaris nogmaals deze vraag te beantwoorden, en er een toelichting op te geven.

Erkent de staatssecretaris dat, wanneer er 5.000 tot 10.000 euro wordt gevraagd voor het gebruik van een bidbook, dit een drempel opwerpt voor geïnteresseerden? De leden van de SP-fractie vragen waarom het gebruik van een bidbook zo duur moet zijn. Zij hebben begrepen dat er aan 13 kandidaten een bidbook is toegestuurd. De vraag die bij hen opkomt is of er tussen de 27 geïnteresseerden die niet betaald hebben voor het bidbook potentiële kandidaten zaten.

5
Gezien het bovenstaande heeft de huidige stichting dus 65.000 à 130.000 euro kunnen verdienen aan het bidbook. Zij vragen of dit bedrag klopt, of er winst is gemaakt op het bidbook, en wat er met het binnengekomen geld is gebeurd. Is dit geld aangewend om de zorgvragers hun verloren geld terug te geven?

Voorts vragen de leden van de SP-fractie of dergelijke situaties met een duur bidbook gebruikelijk zijn in de zorgsector, en of de staatssecretaris dit een wenselijke situatie vindt. Zou het niet beter zijn om bij de verkoop van (delen van) een zorginstelling openbaar te laten geschieden, zodat alle mogelijke overnamekandidaten en -initiatieven kans krijgen om zich te melden? Zo neen, waarom niet?

De staatssecretaris stelt dat LSG-Rentray en Groep Winter alleen de activiteiten overnemen van Stichting Zonnehuizen. Deze leden vragen de staatssecretaris om uitleg over de onzekerheid van de waardering van de panden, wat er nu precies is afgesproken ten aanzien van het vastgoed en wat de afspraken zijn over de huurconstructie. Tevens vragen zij of er panden die gebruikt worden voor onderwijs afgestoten gaan worden.

De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over de gevolgen van het afstoten van vastgoed. Daarom vragen zij of bewoners gedwongen zullen moeten verhuizen als gevolg van het afstoten van vastgoed of het opzeggen van huurcontracten. Op welke wijze(n) gaan de staatssecretaris en LSG-Rentray en Groep Winter de continuïteit en kwaliteit van zorg en onderwijs in dit verband waarborgen?

Is het waar dat er gebruiksrecht is geregeld voor de komende twee jaar? Zo ja, wat gebeurt er dan over twee jaar? Moeten de nieuwe zorgverleners in de tussentijd nieuwe panden gaan zoeken voor hun cliënten? Hoe wordt voorkomen dat er een nieuw probleem ontstaat met vastgoed voor de organisaties die de doorstart maken?

Deze leden vragen waarom het “aanmerkelijk onroerend goed”, zoals de curator stelt in haar verslag van 23 januari jl., niet verrekend is in het faillissement.

De leden van SP-fractie zijn geschokt om in het tweede faillissementsverslag te lezen dat de nieuwe leden van de Raad van Toezicht in de veronderstelling werden gebracht dat het boekjaar 2010 “break even” zou zijn geëindigd, maar dat gebleken is dat er een tekort is van 18 miljoen euro. De leden van de SP-fractie zijn tevreden dat de curator onderzoek gaat doen naar mogelijk wanbestuur. Wel vragen zij wie dat betaalt? Wanneer de curator dit onderzoek doet, worden de kosten van het onderzoek dan uit de failliete boedel betaald? Zo ja, welke gevolgen zal dit hebben voor (kleine) schuldeisers? Is de staatssecretaris bereid het onderzoek naar de oud-bestuurders en hun (mogelijke) persoonlijke aansprakelijkheid te vergoeden? Zo neen, waarom niet?

De leden van de SP-fractie vragen de staatssecretaris om een reactie op de passage over de fusies waaruit Zonnehuizen is ontstaan: “De fusies die hadden moeten leiden tot een efficiencyslag op het gebied van de overhead, heeft het tegendeel opgeleverd.” Welke les trekt de staatssecretaris uit deze conclusie van de curator?

De leden van de SP-fractie zijn ook geschokt over de passage over het personeel. “Ten tijde van het faillissement is er sprake van een achterstand in de loonheffing van 1,5 miljoen euro.” Verderop wordt gesteld dat het bedrag „minstens 1,6 miljoen‟ euro is. Deze leden willen graag weten op welke wijze voorkomen wordt dat de medewerkers, die geen schuld hebben aan het faillissement, hier nadeel van ondervinden, nu of in de toekomst.

6
De leden van de SP-fractie vragen waarom de medewerkers in de zorg niet, en de medewerkers in het onderwijs wel een eindejaarsuitkering hebben gekregen. Is deze situatie inmiddels recht getrokken? Voorts zijn deze leden verbaasd te lezen dat “het UWV de administratieve handeling niet tijdig gereed kreeg”, en vragen hoe dat voor kan komen als het personeel in zo‟n onzekere situatie zit. Ook vragen zij of alle medewerkers, die geen schuld hebben aan het faillissement, inmiddels al hun volledige salaris hebben ontvangen. Gelet op bovenstaande punten van zorg kunnen de leden van de SP-fractie zich niet voorstellen dat de staatssecretaris niet alles in het werk zal stellen om de onderste steen boven te krijgen, in het belang van de betrokken zorgvragers, hun naasten en de medewerkers. De staatssecretaris stelt onderzoek te doen naar de rollen van de externe toezichthouders in deze casus. Deze leden vragen de staatssecretaris wanneer dit onderzoek gereed zal zijn, en of in het onderzoek ook de eigen rol en die van de IGZ wordt meegenomen. Zij verzoeken de staatssecretaris om een toelichting.

Tevens vragen zij wanneer duidelijk wordt of de voormalige bestuurder en de Raad van Toezicht aansprakelijk gesteld kunnen worden. Zij verzoeken de staatssecretaris de Kamer van alle uitkomsten van onderzoeken rondom de Zonnehuizen te informeren.

Inbreng GroenLinksfractie

De leden van de GroenLinksfractie hebben met belangstelling kennis genomen van de brief met daarin de stand van zaken bij de Stichting Zonnehuizen.

De overname van de activiteiten van de Stichting Zonnehuizen is betrekkelijk snel gegaan. Voor de leden van de GroenLinksfractie staat niet zozeer de snelheid, maar wel de continuïteit van zorg voorop. De staatssecretaris stelt dat de continuïteit van zorg met de overname gewaarborgd is. Kan zij daarbij ook garanderen dat de cliënten zo min mogelijk van de overname zullen merken? De leden van de GroenLinksfractie horen graag op welke manier erop wordt toegezien dat er inderdaad sprake is van continuïteit van zorg, en de inrichting van de zorg op basis van het behoud van het antroposofische gedachtegoed.

Deze leden begrijpen dat informatie over de onderhandelingen over overname via de curator te verkrijgen zijn, maar vragen de staatssecretaris naar haar kijk op de gang van zaken. Is zij tevreden met deze uitkomst? Deze leden hebben over de overname nog enkele vragen. Het resultaat van de onderhandelingen is dat de zorg van de failliete stichting wordt overgenomen door, en verdeeld onder twee overnemende partijen. De leden van de GroenLinksfractie vragen waarom er niet gekozen is voor één partij die de zorg als geheel overneemt. Ook wordt er in de brief niet ingegaan op de bedrijfsvoering na overname. Klopt het dat (een deel van) de Stichting Zonnehuizen nu wordt voortgezet als BV De Seizoenen? Betekent dit dat het maken van winst in de langdurige zorg (AWBZ) mogelijk gaat worden?

Continuïteit van zorg, maar ook de positie van de medewerkers van de Stichting Zonnehuizen, is belangrijk voor de leden van de GroenLinksfractie. Een groot deel van de medewerkers dat betrokken is bij het primaire proces zal door de overnemende partijen in dienst worden genomen, maar ook een deel niet. Weet de staatssecretaris om welke functies, en hoeveel medewerkers, dit gaat? Deze leden hebben al eerder aangegeven dat zij vrezen dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de zorg, wanneer de cliënten niet meer verzorgd worden door bekende en vertrouwde medewerkers. Zij ontvangen hierover graag een reactie.

7
Dat dit faillissement alleen verliezers kent, wordt wel duidelijk uit de berichten over de kleed- en voogdijgelden die in het faillissement zijn meegenomen. Het gaat hier immers niet om geld van de Stichting Zonnehuizen zelf, maar geld dat voor de cliënten apart op een rekening is gezet om bijvoorbeeld kleding te kopen of te sparen. De leden van de GroenLinksfractie begrijpen dat het niet mogelijk is om tijdens het spel de regels te veranderen, en ondersteunen de plannen van de staatssecretaris om te kijken hoe dat in de toekomst voorkomen kan worden. Zij vinden dat alles op alles gezet moet worden dat deze mensen hun geld terug krijgen. Wordt er nog wel gezocht naar een oplossing voor deze mensen?

Reactie staatssecretaris

De VVD-fractie vraagt of het klopt dat 18% van de medewerkers van Zonnehuizen hun baan verliezen. Ik kan uit het faillissementsverslag opmaken dat ten minste 1025 Fte van de totaal 1500 Fte een vast dienstverband zonder proeftijd aangeboden zullen krijgen conform de toepasselijke CAO. Dit komt erop neer dan ten minste 68% van de medewerkers hun baan behouden.

De VVD-fractie vraagt om een nadere duiding van uitspraak van de curator over het handelen van de vakbonden. De curator is verantwoordelijk voor het proces van de overname en uitspraken daarover. De curator moet zich hierover verantwoorden aan de rechter-commissaris. In het faillissementsverslag, dat openbaar is, zie www.vanvanriet.nl, geeft de curator op pagina 9 en 10 aan dat er veel onrust was onder het personeel, ondanks de dagelijkse communicatie. De curator wijt dit aan de relatieve onbekendheid van de consequenties van faillissement in zorgsituaties.

De curator stelt dat “Met name de verontwaardiging bij de vakbonden en de door hen gezochte publiciteit de urgentie om tot doorstart te komen heeft doen toenemen. Dit was enerzijds begrijpelijk vanuit de zorgen om de cliënten en het personeel, maar anderzijds voor de boedel te betreuren omdat gaandeweg de tijd en gelegenheid ontbrak om een level playing field voor de overname te creëren en met meerdere partijen te onderhandelen.”

Over het oordeel dat de curator over de situatie heeft gegeven, kan ik niet oordelen. Dat is haar afweging op basis van haar kennis geweest. Ik snap wél dat de situatie voor bonden nieuw is en dat het voor personeelsleden heel onzeker is en dat zowel bonden als personeel zich inspanden om het beste resultaat vanuit medewerkerperspectief te bereiken.

Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit en continuïteit van zorg gewaarborgd bleef, heb ik tijdens het AO op 22 december 2011 gezegd dat ik vind dat de IGZ bij een faillissement onmiddellijk een één op één relatie met de instelling moet onderhouden. Tussen het AO en het faillissement heeft de IGZ het intensief toezicht voortgezet. Sinds het moment van faillissement heeft de IGZ dagelijks contact gehad met de Stichting Zonnehuizen. Op 10 januari heeft de inspectie verscherpt toezicht ingesteld bij de Stichting Zonnehuizen in verband met mogelijke extra risico’s voor de kwaliteit en continuïteit van zorg door de overname. Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor continuïteit van zorg, ben ik blij dat er nu duidelijkheid is voor de cliënten en dat een groot deel van het personeel in het primaire zorgproces zijn baan kan behouden.

De VVD-fractie vraagt of de hoogte van het bedrag aan kleed- en voogdijgelden dat in het faillissement wordt meegenomen klopt en of de curator van andere regelingen gebruik kan

8
maken waardoor het kleed- en voogdijgeld alsnog terecht komt bij de patiënten. Ik heb bij Zonnehuizen navraag gedaan over de hoogte van het kleed- en voogdijgeld en begrepen dat het vermelde bedrag in NRC correct is. De curator kan geen gebruik maken van andere regelingen om deze cliënten te bevoordelen. Uitgangspunt van het faillissementsrecht is de gelijkheid van schuldeisers. De curator zou in strijd met de wet handelen als zij één crediteur zou bevoordelen ten opzichte van een andere, ook als dit in de samenleving wordt ervaren als onrechtvaardig.

Ten slotte vraagt de VVD-fractie welke concrete stappen ik kan nemen om dergelijke situaties met kleed- en voogdijgeld in de toekomst te voorkomen. Ik zal op korte termijn in gesprek gaan met brancheorganisaties en cliëntenorganisaties over de vraag hoe we kunnen voorkomen dat dit nog een keer voorkomt. Ik zal hierbij ook voogdijinstellingen betrekken, omdat in dit geval (een deel van) het geld door hen op de rekening van Zonnehuizen is gestort. Op deze manier wil ik, via voorgenoemde organisaties, ook cliënten op de hoogte stellen van de risico’s. Ik zal ook in gesprek treden met banken om hen te vragen welke oplossingen zij zien en welke rol zij daarbij voor zichzelf zien. Ik zal het door u voorgestelde verbod ook tijdens dit gesprek aan de orde stellen. Een verbod is echter een zware maatregel. Ik verwacht dat de oplossing op een eenvoudigere en snellere manier kan worden bewerkstelligd. Onder andere door aandacht te besteden aan dit onderwerp en door een (simpele) oplossing aan te dragen. Waar ik aan denk, is bijvoorbeeld dat het voogdij- en kleedgeld van cliënten niet op een rekening van de instelling wordt beheerd, maar op een andere rekening. Ik verwacht dat uit de gesprekken met brancheorganisaties, cliëntenorganisaties en banken nog meer ideeën komen om in toekomst te voorkomen dat kleed- en voogdijgeld in de failliete boedel valt. Ik zal u informeren over de uitkomsten van deze gesprekken. Ten slotte vraagt u hoe vaak dit voorkomt en om welke bedragen het gaat. Ik beschik niet over deze informatie maar ik zal dit ook bespreken met brancheorganisaties en cliëntenorganisaties.

De PVV-fractie vraagt of ik het aantal verdwijnende arbeidsplaatsen kan becijferen. Ik kan uit het faillissementsverslag opmaken dat ten minste 1025 Fte van de totaal 1500 Fte een vast dienstverband zonder proeftijd aangeboden zullen krijgen conform de toepasselijke CAO. De CDA-fractie vraagt wat het door de IGZ ingestelde verschept toezicht inhoudt en onder welke voorwaarden dit verscherpt toezicht al dan niet kan worden verlengd. Verscherpt toezicht houdt in dat de inspectie vaker dan gebruikelijk aangekondigd en onaangekondigd op inspectiebezoek gaat, periodieke voortgangsrapportage met risicoanalyses en verbeterresultaten eist, meldingen met hoge prioriteit behandelt en regelmatig spreekt met de ondernemingsraad en de cliëntenraad.

Omdat een overname in het algemeen risico’s met zich mee kan brengen voor de kwaliteit en continuïteit van zorg, heeft de IGZ besloten verscherpt toezicht in te stellen om de effecten van de overname nauwlettend te kunnen volgen ten aanzien van de kwaliteit, de veiligheid en de continuïteit van de zorg. Het verscherpt toezicht is voor zes maanden ingesteld. Wanneer de IGZ geen aanwijzingen heeft dat de situatie verbetert, kan zij besluiten om verscherpt toezicht te verlengen.

De CDA-fractie vraagt hoe de scheiding van activiteiten in de praktijk uit zal werken, nu er twee overnamepartners zijn. Het is primair aan de overnemende partijen om de zorg op een verantwoorde en kwalitatief goede wijze in te richten. De inspectie heeft verscherpt toezicht ingesteld om de effecten van de overname nauwlettend te kunnen volgen ten aanzien van de

9
kwaliteit, de veiligheid en de continuïteit van de zorg. Zij zal dus een vinger aan de pols houden en daarbij nadrukkelijk volgen of de splitsing geen negatieve gevolgen heeft voor de kwaliteit en continuïteit van zorg.

De CDA-fractie vraagt een toelichting op de oorzaken van de onzekerheid omtrent de waardering van het onroerend goed bij Zonnehuizen. Hiernaast vraagt de CDA-fractie naar de gevolgen voor de continuïteit van zorg wanneer niet binnen twee jaar het vastgoed wordt overgenomen. De overgangsregeling is duidelijk en kan geen reden zijn voor de onzekerheid omtrent de waardering van het onroerend goed. De onzekerheid vloeit voort uit het feit dat de gegarandeerde kapitaallastenvergoeding (geleidelijk) wordt afgeschaft. Dat heeft consequenties voor de waarde en waardering van het onroerend goed. Ik heb begrepen dat partijen daar binnen de korte beschikbare tijd niet uit kwamen. Vandaar dat men heeft afgesproken daar meer tijd voor te nemen. De gebouwen blijven dus in de boedel. Er is afgesproken dat de overnemende partijen de rente en aflossing blijven betalen.

Onderdeel van de afspraak is dat overnemende partijen allereerst bepalen welke gebouwen ze nodig denken te hebben voor de zorgverlening. Gebouwen die niet meer nodig zijn zullen door de curator verkocht worden. Met deze opbrengst zal de curator de schuldeisers betalen. Over de financiering van de gebouwen die wel nodig zijn voor de zorgverlening zullen banken, overnemende partijen en de curator overeenstemming moeten bereiken. Het is ook aan de curator om te bepalen of en wanneer derde partijen de kans krijgen om te bieden op het onroerend goed.

De CDA-fractie vraagt naar het aantal gedupeerde cliënten en de hoogte van het bedrag. Volgens berichtgeving in de media[1] gaat het om 500 gedupeerde kinderen en een bedrag van € 150.000. Zonnehuizen heeft dit ook bevestigd. Het gaat om geld dat afkomstig is van voogdijinstellingen, familieleden en van kinderen zelf. Het is geld dat in vertrouwen aan de instelling is overgemaakt. Ten slotte vraagt de CDA-fractie of de voogdij van cliënten gevaar loopt bij het ontbreken van deze gelden. Zonnehuizen heeft aangegeven dat de voogdij niet in gevaar is.

Ten slotte vraagt de CDA-fractie of de bewindvoerders en de stichting Zonnehuizen afspraken hebben gemaakt over de zak- en kleedgelden. Mij is niet bekend dat de bewindvoerder afspraken heeft gemaakt over de kleed- en voogdijgelden. Dit heeft dan ook geen effect op de geschetste oplossingsrichting die ik met de cliëntenorganisaties en brancheorganisaties ga verkennen.

De SP-fractie vraagt of de regering een fonds zal oprichten om de gevolgen van het faillissement voor het personeel bij Zonnehuizen te verzachten en of een dergelijk fonds wordt opgericht bij een toekomstig faillissement. Ik zal geen fonds oprichten om eventuele schade voor het personeel te vergoeden bij faillissementen. Het UWV begeleidt deze mensen bij het vinden van een nieuwe baan. Daarnaast bestaat er in Nederland een goed sociaal vangnet voor mensen die hun baan verliezen. Ik hoop oprecht dat de mensen die niet in dienst kunnen komen bij de overnemende partijen snel een nieuwe baan vinden en gezien de toenemende vraag naar zorgpersoneel heb ik er ook vertrouwen in dat zij die baan zullen vinden.

De SP-fractie vraagt hoe vaak er contact is geweest tussen de Landsadvocaat en belanghebbenden (zorgkantoren, mogelijk IGZ/NZa) over de in het tweede

[1] NRC Handelsblad, ‘Ook de bewoners zijn hun geld kwijt’, 25 januari 2012

10
faillissementsverslag beschreven botsing van belangen. Ten tijde van de overname heeft het zorgkantoor contact gehad met het advocatenkantoor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn. Dit advocatenkantoor heeft het zorgkantoor geadviseerd maar niet in de hoedanigheid van Landsadvocaat. De inhoud van dergelijke adviezen is mij niet bekend en is een zaak tussen het zorgkantoor en zijn advocaat.

Verder vraagt de SP-fractie of de pand- en hypotheekrechten het vinden van een overnamekandidaat bemoeilijkt hebben. Uit het faillissementsverslag maak ik op dat de banken geen toegang zouden willen verlenen tot de panden waar hypotheek op berustte als een nieuwe aanbieder zich opwierp om de continuïteit van zorg voort te zetten in die gebouwen. Hierdoor is besloten tot een tweejarige gebruiksovereenkomst.

De SP-fractie vraagt waarom de regering en de IGZ niet eerder hebben ingegrepen. Instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor de continuïteit van hun instelling. Ik heb gehandeld in overeenstemming met de lijn zoals de minister en ik uiteen hebben gezet in de brief “waarborgen voor continuïteit van zorg” van 27 april 2011. De IGZ heeft, op mijn verzoek, voorafgaand en na het faillissement intensief toezicht gehouden op de kwaliteit van zorg en ik heb mij ervan verzekerd, dat het zorgkantoor een plan B had opgesteld om de continuïteit van zorg te kunnen waarborgen.

De SP-fractie vraagt de regering met klem om alles in het werk te stellen om het kleed- en voogdijgeld terug te vragen. Zoals ik hierboven beschreven heb, bestaat die mogelijkheid helaas niet, maar ik zet mij in om deze situatie in de toekomst te voorkomen.

De SP-fractie vraagt om een gedetailleerd overzicht van het totaal aantal ontslagen, welke arbeidsvoorwaarden zijn afgesproken en welke selectiecriteria zijn gebruikt bij het aannemen van personeel. Verder vraagt de SP-fractie wat het betekende toen ik schreef dat het overgrote deel van het primaire personeel wordt overgenomen, om hoeveel personen dit gaat en onder welke arbeidsvoorwaarden.

Een gedetailleerder overzicht van de ontslagen dan staat in het faillissementsverslag kan ik u niet geven. Ik beschik niet over deze informatie en ik treed niet in de relatie tussen werkgever en werknemer. Ik kan uit het faillissementsverslag opmaken dat ten minste 1025 Fte van de totaal 1500 Fte een vast dienstverband zonder proeftijd aangeboden zullen krijgen conform de toepasselijke CAO. Mijn uitspraak dat het overgrote deel in het primaire proces behouden zou worden is gebaseerd op uitspraken van de overnemende partijen.

De SP-fractie vraagt of de curator daadwerkelijk met alle geïnteresseerde partijen gesproken heeft. De curator heeft aangegeven gesproken te hebben diverse partijen. Het zoeken van overnamekandidaten is de verantwoordelijkheid van de curator. Ik heb daar geen rol bij.

De SP-fractie vraagt waarom een bidbook zo duur moet zijn en of dit mogelijk geïnteresseerden afschrikt. Ik kan deze vraag niet beantwoorden, ik ken immers de geïnteresseerden niet en ken hun beweegredenen evenmin.

De SP-fractie vraagt wat er met het geld gebeurt dat is verdiend met het bidbook en of er winst is gemaakt. Het is mij niet bekend of de curator winst heeft gemaakt op het bidbook. Het geld dat wordt verdiend met het bidbook komt in de failliete boedel van Zonnehuizen. De curator kan hier dus onder andere de kosten die zij maakt voor de afwikkeling van het

11
faillissement van betalen en het geld kan een bijdrage leveren aan het betalen van de schulden van Zonnehuizen.

De SP-fractie vraagt of het gebruikelijk en wenselijk is dat een dergelijk bidbook wordt opgesteld. Het opstellen van een bidbook is gebruikelijk bij faillissementen en is noodzakelijk om partijen geïnteresseerd te maken om de instelling over te nemen. Het uitspreken van een faillissement gebeurt openbaar. Ook de naam van de curator wordt openbaar gemaakt. Geïnteresseerde partijen kunnen dus weten tot wie ze zich moeten wenden.

De SP-fractie vraagt om uitleg over de onzekerheid van de waardering van de panden. De curator geeft een verklaring voor de onzekerheid over de waardering van het onroerend goed. Kort gezegd komt haar verklaring erop neer dat instellingen vroeger een gegarandeerd budget hadden voor rente en aflossing (integrale nacalculatie). Sinds 2009 geldt hoe meer productie, hoe meer inkomsten voor rente en aflossing, maar ook hoe minder productie hoe minder inkomsten voor betaling van rente en aflossing (productiegebonden normatieve vergoeding) en dus geen garantie meer. Die nieuwe financieringssystematiek heeft, volgens de curator, gevolgen voor de prijs die overnemende partijen bereid zijn te betalen. Deze verklaring laat ik voor rekening van de curator. Ik wil eraan toevoegen dat het feit dat er een verschil is tussen de boekwaarde, de marktwaarde en de hypotheekwaarde wellicht een rol speelt bij de onzekerheid.

De curator schrijft dat overleg met alle partijen erin geresulteerd heeft dat de overnemende partijen een gebruiksrecht krijgen gedurende een periode van twee jaar. Daar staat tegenover dat de overnemende partijen de integrale rente en aflossingsverplichtingen overnemen gedurende die twee jaar.

De huur van gehuurde panden wordt opgezegd, zo schrijft de curator, tenzij de overnemende partijen aangeven er nog drie maanden gebruik van te willen maken.

Welke gebouwen zullen worden afgestoten is op dit moment nog niet bekend. Er wordt door de curator een inventarisatie gemaakt op basis waarvan verder gesproken wordt.

De SP-fractie vraagt om te voorkomen dat bewoners moeten verhuizen bij de verkoop van vastgoed. Er is op dit moment geen sprake van verhuizing. Zoals ik uit het verslag van de curator opmaak zullen de overnemende partijen nog zeker twee jaar gebruik maken van de huidige gebouwen. Verder vraagt de SP-fractie wat er gebeurt wanneer het gebruiksrecht afloopt. Het is op dit moment niet mogelijk om op deze vraag antwoord te geven. Daarvoor neemt men twee jaar de tijd. Ik ga ervan uit dat partijen tot een adequate oplossing komen en daarbij de cliënten betrekken.

De SP-fractie vraagt waarom het “aanmerkelijk onroerend goed” niet verrekend is in het faillissement. Al het eigendom van Zonnehuizen wordt meegenomen in het faillissement, ik kan dan ook niet opmaken uit het faillissementsverslag dat het aanmerkelijke onroerend goed niet is meegenomen in het faillissement.

De SP-fractie vraagt wie het onderzoek betaalt dat de curator naar wanbestuur doet en of de overheid bereid is deze kosten te vergoeden. De curator wordt inderdaad betaald uit de boedel. Uiteraard wordt onderzocht of een mogelijke aansprakelijkheidsstelling en schadevergoeding opweegt tegen de kosten die worden gemaakt bij deze procedure. De curator probeert op deze manier zoveel mogelijk terug te betalen aan de schuldeisers. Het is niet aan mij om een onderzoek naar mogelijke persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders of toezichthouders te vergoeden. Dit is een private aangelegenheid.

12
De SP-fractie vraagt welke les kan worden getrokken uit de conclusie van de curator over fusies bij Zonnehuizen. Het is hier in deze casus wederom duidelijk geworden dat niet alle fusies positieve effecten hebben. Het is echter niet mogelijk en niet juist om op basis van de casus Zonnehuizen te concluderen dat alle fusies een negatief effect hebben. Om bestuurders goed te laten nadenken over een fusie introduceert dit kabinet dan ook een fusie-effectrapportage.

De SP-fractie wil weten hoe voorkomen kan worden dat medewerkers nadeel ondervinden van het feit dat de werkgever een achterstand had met het betalen van de loonheffing. De verplichting om loonheffing te betalen aan de belastingdienst geldt voor de werkgever, die het op zijn beurt inhoudt op het loon van de werknemer. Wanneer de werkgever niet betaalt aan de Belastingdienst bekent dit niet dat de werknemer dit aan de Belastingdienst moet betalen.

De SP-fractie wil weten waarom medewerkers geen eindejaarsuitkering hebben gekregen en of zij inmiddels hun volledige salaris hebben ontvangen. Uit het faillissementsverslag maak ik op dat het personeel hun volledige salaris en de eindejaarsuitkering hebben ontvangen.

De SP-fractie vraagt wanneer de overheid het onderzoek naar de rollen van de externe toezichthouders in de casus Zonnehuizen gereed heeft en of bij dit onderzoek ook de eigen rol en de rol van de IGZ wordt meegenomen. U kunt de voorlopige resultaten van dit onderzoek in mei van mij verwachten. Ik zal in dit onderzoek het handelen van de IGZ, de NZa en het zorgkantoor meenemen.

Ten slotte vraagt de SP-fractie wanneer er meer duidelijkheid kan worden verschaft over het aansprakelijk stellen van de voormalige raad van bestuur en raad van toezicht. Dat is aan de curator, het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer de curator hier meer over weet. Dit zal blijken uit volgende faillissementsverslagen en mogelijke juridische procedures. Bij het sturen van het bovenstaande onderzoek kan ik u informeren over de stand van zaken met betrekking tot het aansprakelijk stellen van de voormalig raad van bestuur en raad van toezicht door de curator.

De GroenLinksfractie vraagt of ik kan garanderen dat cliënten zo min mogelijk merken van de overname en op welke manier kan worden toegezien of er inderdaad sprake is van continuïteit van zorg en de inrichting van zorg op basis van het antroposofische gedachtegoed. Ik kan niet uitsluiten dat cliënten er iets van zullen merken dat de zorg is overgenomen. Wel zullen de overnemende partijen uiteraard zo min mogelijk overlast willen veroorzaken voor de cliënten. Het zorgkantoor blijft toezien op de continuïteit van zorg, waarbij zo veel mogelijk wordt aangesloten op de wensen van de cliënten met betrekking tot de inrichting van de zorg.

De GroenLinksfractie vraagt naar mijn mening over de gang van zaken. De curator is verantwoordelijk voor de gang van zaken en moet zich daarover verantwoorden aan de rechter-commissaris. Ik kan daarover niet oordelen. Wel kan ik iets zeggen over de uitkomst. Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor continuïteit van zorg, ben ik blij dat er nu duidelijkheid is voor de cliënten en voor het personeel. Deze casus toont de noodzaak aan van een fusie-effectrapportage en van goed bestuur.

De GroenLinksfractie vraagt zicht af waarom gekozen is voor twee partijen en niet voor één bij de overname van Zonnehuizen en vraagt of winstuitkering in de AWBZ nu mogelijk is

13
door de oprichting van de BV De Seizoenen. De keuze voor twee partijen in plaats van één partij is een keuze die de curator heeft gemaakt gegeven de omstandigheden, kennelijk bood dit een betere uitkomst. Het klopt inderdaad dat een deel van de Zonnehuizen wordt voortgezet als de BV De Seizoenen. Dit betekent geenszins dat er sprake is van winstuitkering in de intramurale AWBZ, dit is namelijk niet toegestaan op grond van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi).

De GroenLinksfractie vraagt hoeveel personeel wordt overgenomen en om welke functies het gaat. Ik kan uit het faillissementsverslag opmaken dat ten minste 1025 Fte van de totaal 1500 Fte een vast dienstverband zonder proeftijd aangeboden zullen krijgen conform de toepasselijke CAO.

Ten slotte vraagt de Groenlinksfractie of er nog wel gezocht wordt naar een oplossing voor de mensen wiens kleed- en voogdijgeld in de failliete boedel valt. Zoals ik hierboven beschreven heb is er helaas geen mogelijkheid om het geld terug te vragen, maar ik zet mij in om deze situatie in de toekomst te voorkomen.’

Update 15.45 uur:

Dit mag natuurlijk helemaal niet, maar ik doe het toch, vanwege de nieuwswaarde. Net als hierboven aangehaald, zullen de andere media in een later stadium NRC Handelsblad vast weer volgen. De papieren editie van vanmiddag meldt namelijk onder ‘Kortkolom economie’ op bladzijde 27 als eigen nieuws ‘Overname zorggroep Zonnehuizen: 6,1 mln’:
‘De nieuwe eigenaren van de zorggroep Zonnehuizen hebben iets meer dan 6 miljoen euro voor de antroposofische instelling in Zeist betaald. Voor de inventaris hebben zorgondernemer Loek Winter en de jeugdzorginstelling LSG Rentray 3 miljoen overgeboekt. Voor de goodwill telden ze ook circa 3 miljoen neer en ten slotte betaalden ze nog 140.000 euro voor de voorraden. Dat bevestigt curator Marie-José Cools, die de boedel van de in december failliet gegane zorginstelling afwikkelt. Eerder liet Winter weten dat overname hem samen met LSG Rentray 15 miljoen euro kostte. In dat bedrag zit ook de financiering van het werkkapitaal, het verschil tussen omzet en kosten, zegt Winter desgevraagd. Zonnehuizen (880 bewoners, 2.700 cliënten en 2.300 werknemers) maakte per 1 januari een doorstart. De instelling biedt psychische hulp aan jongeren en verstandelijk gehandicapten. Het is voor het eerst dat de overheid een zorginstelling in nood niet wilde redden. Ongeveer 400 werknemers verliezen definitief hun baan.’

Update 2 februari, 21.10 uur:

Relevant voor het onderwerp is nog dit nieuws van vanavond van RTV Utrecht, ‘Curator Zonnehuizen: spaargeld was al weg’:
‘Spaargeld van kinderen die in de failliete zorginstelling Zonnehuizen wonen, is waarschijnlijk verdwenen. Curator Marie-José Cools zegt dat geld er al niet meer was toen ze aantrad.

De vorige bestuurders hebben het spaargeld van de kinderen op dezelfde rekening gezet als die waar de facturen van werden betaald. En die rekening was leeg toen het faillissement werd uitgesproken.

De kinderen en hun ouders kunnen wel een claim indienen, maar volgens de curator gaan de belastingdienst en het UWV voor op andere schuldeisers. Ze geeft de kinderen dan ook weinig kans dat ze hun spaargeld terugzien.

Honderden kinderen zijn nu de dupe. Bij elkaar hadden ze ruim anderhalve ton gespaard. Interim-bestuurder Charles Laurey vindt het zó sneu voor de kinderen, dat hij een stichting heeft opgericht om geld in te zamelen. Het eerste geld is afgelopen weekend al gestort op rekening 345200918 van de stichting “Een jas voor Sterre en Tobias”.’

Update 3 februari, 16.15 uur:

Skipr meldde een half uur geleden ‘Curator weerspreekt beslaglegging kleedgeld’:
‘Bij het faillissement van de Zonnehuizen is geen beslag gelegd op spaar- en kleedgelden van cliënten. Dat stelt curator Marie José Cools in een schriftelijke verklaring.

In schriftelijke verklaring aan de Tweede Kamer liet staatssecretaris Veldhijzen van Zanten van Volksgezondheid in januari weten dat de curator beslag had laten leggen op een onbekend bedrag aan kleed- en voogdijgelden afkomstig van honderden cliënten. De bedoelde gelden waren in beheer van voogdijinstellingen die deze namens de cliënten op een rekening van de Stichting Zonnehuizen hadden gestort.

Onjuist

Curator Cools stelt nu dat deze weergave onjuist is. Door of namens de curator is geen beslag gelegd, zo stelt Cools. Volgens Cools had de betreffende op de surseancedatum een negatief saldo. Direct na haar aanstelling heeft Cools de Zonnehuizen opgedragen geen facturen meer te sturen aan de voogdijinstellingen voor het zak- en kleedgeld voor de maanden november en december 2011. “Daarmee is erger voorkomen”, stelt Cools.’
Inderdaad is onder de link, op de website van de curator, het volgende met datum donderdag 2 februari 2012 te lezen:
‘Reactie curator Zonnehuizen over berichtgeving “Zak – en kleedgelden kinderen de Zonnehuizen”

In diverse media is onlangs bericht over het beslag dat de curator van de Zonnehuizen zou hebben gelegd op de spaar- en kleedgelden van honderden uit huis geplaatste kinderen van de Zonnehuizen. De curator, mr Marie José Cools, laat weten dat deze berichtgeving feitelijk onjuist is en dat zij daarvan afstand neemt. Door of namens de curator is geen beslag gelegd.

Gelden voor de kleding zijn op een rekening gestort die op de surseancedatum rood stond en waarvan geen betalingen meer konden worden gedaan. Direct na haar aanstelling heeft de curator de Stichting Zonnehuizen opgedragen geen facturen meer te sturen aan de voogdijinstellingen voor het zak- en kleedgeld voor de maanden november en december 2011. Daarmee is erger voorkomen.’

6 opmerkingen:

fridus zei

Waarom vullen de banken die bewonerspot niet gewoon even vraag ik mij af...150.000 euri is een schijntje toch? De wet mag dan wel zo in elkaar zitten, maar onrechtmatig is het. Soms moet de wet aangepast worden (of naar de hand gezet)
Ook de voormalige bestuurders zouden enige goodwill terug kunnen winnen door hun bonussen en oprotpremies in het fonds van Laurey te storten....

Anoniem zei

Laten we nu niet dhr. Laurey als weldoener bestempelen in deze. Hij is m.i. nalatig geweest in deze situatie. Dhr. Laurey had ten tijde van surseance er aan moeten denken om deze gelden veilig te stellen ipv nu goede sier te maken met zijn stichting!

Matthijs H. zei

Een bankrekening van een bewoner b.v.Henk of Ingrid staat op naam van de betreffende locatie, die is de bankrelatie aangegaan.
Dus b.v.rekening: Bronlaak.
voor Henk of Ingrid.
Adres enz.

Intern is een financiële medewerker primair verantwoordelijk voor het beheer.
In de praktijk is dat de betreffende EindVerantwoordelijke(E.V.) van de unit, woonhuis.
Die beheert de rekening, soms samen met de bewoner als die talent heeft voor cijfers.
De ouders/verwanten kunnen een kopie van het bankafschrift krijgen of in het huis meekijken.

In goede tijden is dit handig, immers zo kan geen geld ongewenst verdwijnen er is een dubbele check extern ouders/verwanten intern de financieel medewerker namens de instelling.

Tot faillissement optreedt dan valt de bankrekening 'in handen van de curator' en hoort bij de failliete boedel.

Een curator werkt zuiver met feitelijke gegevens en zal zich niet op eigen gezag gelden voor de boedel toe eigenen en beheert zakelijk de boedel.
Immers dit is het vak en zij weet dat dit proces nog tal van molens doorgaat en het haar reputatie kost.

In de praktijk kan een rekening niet zomaar leeglopen door deze constructie, er zijn 4 betrokken, zorgvrager, ouder/verwanten, eindverantwoordelijke, interne verantwoordelijke.
"Doornroosje-syndroom"?

Mogelijk bestaan er nog andere constucties, deze is mij bekend.

Michel Gastkemper zei

De eerstvolgende vraag wordt: wie zijn bedoeld met ‘de vorige bestuurders’ die ‘het spaargeld van de kinderen op dezelfde rekening (hebben) gezet als die waar de facturen van werden betaald’? Ik neem aan dat het hier gaat om facturen van openstaande rekeningen van de Zonnehuizen. Blijkbaar wordt niet interimbestuurder Laurey bedoeld, kun je uit het voorgaande opmaken. Is dan de vorige bestuurder hiervoor (eind)verantwoordelijk? En als hij het niet is, wie dan wel? Het komt zo wel erg dicht in de buurt van fraude. Dit zal dan ook in het juridisch onderzoek meegenomen moeten worden.

Matthijs H. zei

De curator heeft op de jouw bekende site inmiddels het verslag gestelde datum 24 januari af.
In het oorspronkelijke eerste verslag heeft zij cursief ingevoegd, de stand van 19 januari 2012 ingevoegd.
Het eerste verslag 27 t/m 29 december 2011, kostte haar 606.46 uren.

In deze tijd had ik een mooi bericht voor Michel kunnen typen, lekker lang en uitvoerig!

http://vanvanriet.nl/sites/vanvanriet.nl/files/documents/Zonnehuizen,%20Stichting_0.pdf

Michel Gastkemper zei

Beste Matthijs,
Ja, die update van het faillissementsverslag ken ik; deze meldde ik op 24 januari in ‘Recontructie’. Het gaat je trouwens goed af op je eigen weblog, er begint al aardig wat tekening in te komen. Vooral ‘BEELDVORMING over column's in concept’ en ‘KRITIKER’ vond ik interessant.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)