Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

woensdag 21 maart 2012

Integratiefase


Er zijn soms van die dingen die geen nadere verklaring behoeven. Zoals deze ‘Algemene informatie’:
‘DeSeizoenen helpt mensen met een ontwikkelingsstoornis zich naar volle vermogen te ontplooien. We werken vanuit een antroposofische inspiratie. Dat betekent dat we uitgaan van de gezonde kant van het individu en ons richten op diens mogelijkheden, talenten en wensen. Op basis daarvan werken we aan de beperkingen die de individuele ontwikkeling in de weg staan.

Mission Statement DeSeizoenen

DeSeizoenen is een zorgorganisatie die diensten verleent en voorzieningen ter beschikking stelt op het gebied van zorg, leven en werken voor cliënten met een verstandelijke beperking, meervoudige handicaps en/of gedragsproblematiek. DeSeizoenen doet dit vanuit een antroposofische mensvisie, waarbij ontplooiing en welbevinden van cliënten centraal staat en de gemeenschap van bewoners-cliënten, vertegenwoordigers, medewerkers en vrijwilligers een essentiële rol speelt. Het streven is hierbij om de kwaliteit van zorg, wonen, werken en vrije tijd voor cliënten en medewerkers op een hoog niveau te brengen en te houden en tegelijkertijd de kosten van de organisatie structureel binnen de perken te houden, zodanig dat de continuïteit van de instelling nimmer (meer) in gevaar komt.

Het logo

Het logo is ontworpen door Melroy Bisel. Ouders hebben gekozen voor dit specifieke logo, dat is geïnspireerd op het klaverblad model dat Bernard Lievegoed in zijn boek “Organisaties in ontwikkeling, zicht op de toekomst” gepresenteerd heeft. Als je naar dit logo kijkt valt het vooral op dat het transparant is: je kan hier doorheen kijken. Daarnaast zijn er regenboog kleuren in verwerkt, de complementaire kleuren uit de kleurencirkel van Oswald. De vier Seizoenen komen terug in de punten van de Lemniscaten, blauw voor winter, groen voor lente, geel voor de zomer, en het rood voor de herfst.

Bernard Lievegoed was als ervaringsdeskundige, organisatiedeskundige en visionair jarenlang op zoek naar het oplossen van de vraag: “hoe blijven organisaties vitaal”. Hij zag dat beginnende initiatieven gebaseerd waren op de vitaliteit van de pioniers. Hun initiatief ontstond door hun passie en overtuiging, en in direct contact met hun klant ontwikkelden zij zich in tijd en omvang. Maar hij zag ook dat deze vitaliteit langzamerhand wegstroomde naar gelang de pionierorganisatie groter werd en langer bestond. De ooit pionierende organisatie ontkwam er niet aan om de kwaliteit en continuïteit van zijn processen te gaan borgen. Hierdoor raakte de betrokken medewerkers steeds meer vervreemd van hun werk en werd de organisatie naar binnen gericht – het contact met de klant verminderde.

Bernard Lievegoed zag dat deze fase ondanks alles wel noodzakelijk was in het voortbestaan van de organisatie. Maar dat het van het grootste belang was om door deze fase heen te ontwikkelen naar de integratiefase. In deze integratiefase worden de kwaliteiten van zowel de pioniersorganisatie, namelijk het initiatiefkracht en de hieraan gekoppelde vitaliteit, als die van de borgende fase, met elkaar in evenwicht gebracht. Dan ontstaat er een organisatie die in nauwe afstemming op de klant en de medewerker, innovatief en slagvaardig is. Deze organisatie is georganiseerd naar het klaverblad model.

DeSeizoenen kiest met haar logo voor de opdracht om de gemeenschappen met haar activiteiten te leiden naar de integratiefase. Wij geloven dat wij met elkaar de visie, de kennis en de passie bezitten om in harmonie met de noodzaak tot (centraal) organiseren en systematiseren de organisatie innovatief en slagvaardig te houden of krijgen. Hierin doet zij op elke medewerker en betrokkene het appél om de handen uit de mouwen te steken en met geloof in de eigen kunnen, de vitaliteit weer in de organisatie terug te brengen. Het bestaansrecht van de woon-werkgemeenschappen is gebaseerd op het bieden van op de antroposofie geïnspireerde zorg dat maximaal voldoet aan alle maatschappelijke eisen van goed zorgverlenerschap. Alles staat ten dienste van deze opdracht. De directie van DeSeizoenen neemt de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een slanke, effectieve organisatiemodel die met zo min mogelijk kosten, deze opdracht dan ook maximaal faciliteert.

Informatie

Locaties
Ook de rest van de tekst op deze website is in dezelfde heldere en duidelijke stijl opgesteld. Het lijkt dat ze daar goed bezig zijn bij DeSeizoenen. Vandaag ook nieuws in verband met die andere tak: de Zonnehuizen als onderdeel van LSG-Rentray:
‘Brief van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (VWS) aan de Tweede Kamer over zak- en kleedgelden van voogdijkinderen die verbleven bij de inmiddels failliete Stichting Zonnehuizen.’
Deze brief is vandaag bijna overal in het nieuws, met een flinke scheut opluchting. In de ‘Kamerbrief over zak- en kleedgelden Zonnehuizen’, gedateerd op 20 maart, staat het volgende:
‘Geachte voorzitter,

In mijn brief van 23 januari 2012 heb ik u geïnformeerd over zak- en kleedgelden van voogdijkinderen die uit huis geplaatst zijn en verbleven bij Stichting Zonnehuizen toen die stichting failliet ging. Deze gelden stonden op een rekening van Stichting Zonnehuizen en zijn daardoor terechtgekomen in het faillissement. Praktisch betekent het dat deze kinderen niet meer bij hun geld kunnen en schuldeiser geworden zijn, zo schreef ik op 23 januari 2012.

Voor de goede orde meld ik u dat de continuïteit van zorg voor deze kinderen niet in gevaar is gekomen. Het zorgkantoor heeft de continuïteit van zorg gewaarborgd door de productieafspraken met Stichting Zonnehuizen tijdens het faillissement te continueren en over te zetten op de overnemende partijen. De zorg van Stichting Zonnehuizen is door Groep Winter (volwassenen) en LSG Rentray (jeugdigen) overgenomen.

Omdat ik de ontstane situatie voor deze kinderen erg schrijnend en onwenselijk vond en zij onder voogdij staan, heb ik uitgezocht waar het precies om gaat. Uit nader onderzoek blijkt dat de betrokken kinderen in totaal gedupeerd zijn voor ongeveer 150.000 euro. Dit geld is uit twee bronnen afkomstig:

1) zak- en kleedgeld en geld voor “bijzondere kosten” voor voogdijpupillen dat door de bureaus jeugdzorg als voogdijinstelling op de rekening van Stichting Zonnehuizen is gestort;

2) geld gestort door ouders, familie of anderen voor zakgeld of voor kleding van deze kinderen.

Er wordt nog nader uitgezocht in welke verhouding deze twee bronnen hebben bijgedragen aan de bedragen op de rekeningen die in het faillissement terecht zijn gekomen.

In eerdergenoemde brief kondigde ik aan mij te zullen inspannen om zeker te stellen dat kinderen niet nogmaals de dupe zijn van een dergelijke situatie waar zij part noch deel aan hebben. Over de resultaten daarvan zal ik u binnenkort nader informeren. Te denken valt daarbij aan een verzoek aan alle bureaus jeugdzorg om na te gaan of er nog steeds geld gestort wordt op “niet-veilige” rekeningen en hier verandering in te brengen.

Daarmee hebben de betrokken kinderen het geld dat hen toekomt en dat ze hard nodig hebben echter nog niet terug. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en ik vinden dat de voogdijpupillen niet de dupe mogen worden van fouten of onzorgvuldigheden van anderen. Daarom stellen wij ons eenmalig garant voor de zak- en kleedgelden die deze kinderen toekomen. Omdat de overnemende partij bereid is de benodigde middelen voor te schieten kunnen de kinderen en/of hun wettelijke vertegenwoordigers per direct weer over de hen toekomende middelen beschikken. De kinderen en hun wettelijke vertegenwoordigers zullen hierover geïnformeerd worden.

Hoogachtend,
mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

de Staatssecretaris van Volksgezondheid,Welzijn en Sport, mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner’
Als we dan ook nog even gaan buurten bij de website van Zonnehuizen, dan zien we dat die al aardig gestript is. Op de homepage lezen we, onder het logo en ‘Zonnehuizen, kind & jeugd en onderwijs’:
‘Nieuws
16 februari 2012: Lancering Ditisjeugdzorg.nl

Kind & Jeugd
Logeren

Onderwijs

Nieuws
Zonnehuizen helpt mensen met een ontwikkelingsstoornis zich naar volle vermogen te ontplooien. We werken vanuit een antroposofische inspiratie. Dat betekent dat we uitgaan van de gezonde kant van het individu en ons richten op diens mogelijkheden, talenten en wensen. Op basis daarvan werken we aan de beperkingen die de individuele ontwikkeling in de weg staan.

Volwassenzorg
De activiteiten van Zonnehuizen zijn gesplitst. De activiteiten van kind & jeugd en onderwijs vallen onder LSG-Rentray en gaan verder onder de naam Zonnehuizen Kind & Jeugd en Onderwijs. Voor meer informatie over LSG-Rentray, klik hier.

De zorg voor volwassenen valt onder de Groep Winter en gaat verder onder de naam DeSeizoenen. Meer informatie over Volwassenen, vindt u op www.deseizoenen.org.’
Het was me ontgaan, maar dankzij de website van het centrum voor zorg, begeleiding en wonen van kinderen en volwassenen met een verstandelijke of meervoudige handicap in Groningen, Ilmarinen, weet ik nu dat twee maanden geleden de ‘Boekpresentatie, afsluiting van het jubileumjaar’ was (omlijst met foto’s):
‘Op 19 januari 2012 begon het feest voor Ilmarinen intern om 10.00 uur met alle zorgvragers en medewerkers in de zaal. Ellen Mulder, Directeur Zorg, vertelde het verhaal hoe het boek Samen smeden tot stand is gekomen.

In 2011, het jaar van het 25-jarig bestaan, is er op veel manieren stilgestaan bij dit heuglijke feit, onder andere door de opvoering van de Kalavala (“het Ilmarinen epos”) door de zorgvragers en de medewerkers, een symposium, het vieren van het Pinksterfeest wat dit jaar viel op de Stichtingsdag van Ilmarinen. Er is een bijzonder kunstwerk gemaakt waaraan zorgvragers, ouders en medewerkers hebben samen gewerkt.

In de zee van deze mooie ideeën is ook de gedachte gegroeid om een jubileumboek te maken. Aanvankelijk was de gedachte om dit boek te maken voor intern gebruik, maar naarmate de inhoud groeide, werd de gedachte om het boek officieel te laten uitgeven sterker. En zo is het ook gelopen.

Uitgeverij SWP heeft het boek uitgegeven en zo komt het dat de prachtige verhalen door en voor onze zorgvragers voor iedereen te lezen zijn.

In de middag komen de gasten van buiten. Abdessamad, Remco, Herman Jan en Jade en hun families zijn ere-gasten. Het jublieumboek Samen smeden wordt officieel aangeboden aan mevrouw Piety Groeneveld en Jade Muller. Mevrouw Groeneveld is voor Ilmarinen dé contactpersoon in de onderhandelingen met het Zorgkantoor. Jade is een van de zorgvragers die haar verhaal vertelt, laat vertellen in het boek.

Ellen Mulder biedt namens Ilmarinen het boek aan aan Piety Groeneveld. De auteurs en de vertellers worden in het zonnetje gezet als dank voor het vele werk wat er is verricht. En dan als afsluiting nog langs de klassen, het winkeltje van de werkplaatsen, het boek kopen of gewoon aan de soep met een broodje.

Samen smeden is te koop in de winkel. Er zijn nog een honderdtal boeken te koop in Ilmarinen. Prijs € 18,90 ISBN 978 90 8850 303 0’
‘Samen smeden
Werken met verhalen uit de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking
ISBN: 9789088503030
144 pagina’s
Prijs: € 18.90

Samen smeden biedt u een kijkje achter de schermen in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.

Centraal in Samen smeden staan de verhalen rond vier zorgvragers (cliënten bij Ilmarinen). Zij zijn niet of nauwelijks in staat om het eigen verhaal aan de buitenwereld te vertellen. Hiervoor hebben ze anderen nodig die hun stem willen zijn. Er zijn twee groepen mensen die dicht bij hen staan en ervaring hebben met het “lezen” van (het gedrag van) de zorgvragers. Enerzijds de ouders, anderzijds de medewerkers van de zorgorganisatie. Zorgvragers, ouders en familie en de medewerkers van de organisatie werken dagelijks samen. Deze samenwerking wordt ook wel de gouden driehoek genoemd. De narratieve benadering maakt ook de impuls tot wederzijds ontwikkelen zichtbaar en het leren dat van een échte ontmoeting uitgaat. Delen van representatieve werkverhalen biedt aanknopingspunten voor het (h)erkennen van de behoeften van de zorgvrager en dus... voor het leveren van zorg op maat.

Na de verhalen wordt de (antroposofische) praktijk die uit de verhalen op licht verbonden met de dynamische kwaliteitszorg zoals die wordt gehanteerd vanuit de kernwaarden: verbinden, ontmoeten, ontwikkelen en organiseren. Er wordt ook ingegaan op de verschillende ontwikkelingsfasen van lerend werken en hoe de kracht van een verhaal daarbij behulpzaam kan zijn.

Dit boek daagt begeleiders, therapeuten, artsen, psychologen en studenten op dit gebied uit om met elkaar in dialoog te gaan over de kwaliteit van de zorg en hoe het ook anders kan. Daarnaast is het boek zeker ook een aanrader voor familierelaties en vrienden van mensen met een verstandelijke beperking.

Gea Koren en Maria Ratering houden zich bezig met vraagstukken rond mens- en organisatieontwikkeling. Hun specialiteit is: “Van werkverhalen, leerkansen maken!”

Ook een jubileum in Eindhoven, zoals het Eindhovens Dagblad gisteren meldde in ‘JEK presenteert kunst jubilerende Vrije scholen’:
‘Leerlingen van de Vrije scholen in Eindhoven exposeren hun kunstwerken in de jongerenruimte van De Krabbedans. Dat doen ze om te vieren dat de Vrije Scholen Eindhoven 40 jaar bestaan. De leerlingen van De Regenboog, het Novalis College en de Vrije School Brabant openen samen met leerkrachten de expositie “Omzien naar de toekomst”. Dat gebeurt vrijdag 23 maart om 16.00 uur in de expositieruimte JEK (Jongeren en Kunst).

De scholen laten op deze manier zien wat ze te bieden hebben aan kunstonderwijs. Binnen het onderwijs van de Vrije School neemt kunst een bijzondere plaats in. Dagelijks en wekelijks wordt er door alle klassen, van kleuters tot achttienjarigen, getekend, geschilderd en gemusiceerd. Daarnaast krijgen de leerlingen nog vakken als handwerken, handenarbeid en toneel.’
In ‘Veertig jaar vrijeschool Eindhoven: reünie’ laat de website van de Antroposofische Vereniging in Nederland vandaag ook weten wat er ophanden is:
‘Meer dan veertig jaar geleden werd in Eindhoven het initiatief genomen om een vrijeschool te starten, de eerste beneden de rivieren. De allereerste locatie was een halletje tussen twee lokalen van een andere school. Inmiddels zijn er verschillende onder- en bovenbouwen, een Tobiasschool en een Ambachtelijke Bovenbouw. Op 14 april is er een reünie voor oud-leerlingen, -medewerkers en -ouders. Zie www.vrijeschoolbrabant40jaar.nl
Ander nieuws is in Ede te vinden. Een zekere ‘Wim’ meldt in ‘Ede Stad’ vandaag in een lang, ook inhoudelijk verhaal ‘Vrije School wordt De Vuurvogel’. Ik sluit niet uit dat het meeste uit de schoolgids of van de website afkomstig is, maar ik heb dat niet nagekeken:
‘De Vrije School Ede begint aan een nieuwe fase in zijn bestaan. De meer dan dertig jaar geleden opgerichte school gaat met ingang van zaterdag 31 maart verder als De Vuurvogel. De in Ede geboren tekstschrijver en cabaretier Hans Dorrestijn zal de nieuwe naam en het nieuwe logo die dag onthullen. Dat gebeurt tijdens de open dag, die de school aan de Nachtegaallaan 49 in Ede dan vanaf 10.00 uur houdt.

Schoolleider Herman Dreef geeft een verklaring voor de nieuwe naam. “Het unieke en de bijzondere eigenschappen van de Vuurvogel of de Feniks zijn een metafoor voor het bijzondere dat in ieder kind schuilt. Bij ons op school blijft ‘Worden wie je bent’ het uitgangspunt. Daarbij werken we vanuit de antroposofie van grondlegger Rudolf Steiner. Maar verder gelden voor onze school dezelfde normen als voor alle andere basisscholen.”

In de Schoolgids gaat Dreef nog nader in op het onderwijs op zijn ongeveer tachtig leerlingen tellende school: “Omdat het in het leven om veel meer draait dan rekenen en taal alleen, leer je op een Vrije School veel meer dan dat. Zorgen voor elkaar, bijvoorbeeld. Of aandacht hebben voor cultuur en betrokken zijn bij de maatschappij. Want naast de ontwikkeling van je verstand, is het net zo belangrijk dat je je gevoel ontwikkelt en leert om zelfstandig bezig te zijn. Op onze school leer je om je hoofd, hart en handen te gebruiken. Op een Vrije School leer je voor het leven.”

De Vuurvogel

Op 20 december 1979 is de Vrije School Ede opgericht en ruim 32 jaar later is deze school getransformeerd De Vuurvogel en kan deze school net als de Vuurvogel beginnen aan een nieuwe levenscyclus.

Gevoed door de historie en de inhoudelijke achtergronden van het vrijeschoolonderwijs wil De Vuurvogel haar leerlingen graag de mogelijkheid geven zich te ontwikkelen tot vrij denkende, warm voelende en zelfstandig handelende mensen, passen in deze maatschappij. “Worden wie je bent” blijft daarbij het uitgangspunt.

Visie

Achtergrond vrijeschoolonderwijs

Vrijescholen worden samen met onder meer de Montessori-, Jenaplan- en Daltonscholen geschaard onder het “traditioneel vernieuwingsonderwijs”. Deze scholen hebben, in een tijd dat de overheid niet zozeer nadacht over “hoe” het onderwijs vorm moest krijgen, een eigen visie op onderwijs ontwikkeld. Het waren mensen uit de onderwijspraktijk die het onderwijs vernieuwden. Veelal waren zij ontevreden over het feit dat het onderwijs uitsluitend op cognitieve kennis gericht was en dat de leerling op de docent gericht was in plaats van andersom. Eén van die mensen was de grondlegger van de antroposofie: Rudolf Steiner.

Rudolf Steiner ontwikkelde in het begin van de twintigste eeuw een pedagogiek die uitgaat van de grondgedachte dat de mens zich ontwikkelt op verschillende niveaus, namelijk het denken, het voelen en het willen. In het vrijeschoolonderwijs gaat het niet alleen om het verwerven van kennis “met het hoofd” maar ook om het verwerven van kennis “met het hart” en “met de handen”. Op de vrijeschool hebben we de overtuiging dat een kind de leerstof pas echt opneemt als het zich er daadwerkelijk mee kan verbinden als het aansluit bij zijn of haar beleving.

Aan het eigene van ieder kind wordt ruimte gegeven, zodat het in deze wereld ook zijn eigen levensmotieven kan realiseren. We doen dat door enerzijds het eigene van de kinderen te behouden, zodat ze echt kind kunnen zijn, anderzijds door de kinderen in aanraking te brengen met allerlei fenomenen: ambachten, politiek, geschiedenis, kunst en techniek. Naast het respect voor het wezen van ieder kind werken we aan de sociale vorming en wel zo dat ieder kind leert om in een gemeenschap en in een groep te kunnen samenwerken. Op deze manier worden leerlingen geactiveerd tot zelfstandig handelen en denken.

Juist tegenwoordig is de zelfstandige leerling een belangrijk uitgangspunt in het onderwijs. Sinds de oprichting van de eerste vrijescholen, is het onderwijsconcept van de vrijescholen meegegroeid en aangepast aan de wensen en behoeften van de tijd. Traditionele vormen zijn in de loop van de jaren veranderd en zullen in de toekomst verder veranderen. Maar de achterliggende gedacht is nog springlevend: motiveer het kind om nieuwsgierig te zijn, laat kinderen de dingen zelf onderzoeken en ervaren.

Worden wie je bent

“Worden wie je bent”, dat is onze missie en dat doen we door onderwijs te geven voor hoofd, hart en handen, waarden de gebieden, denken, voelen en willen op een gelijkwaardige manier in het kind worden aangesproken. U vindt het terug in het dagelijks onderwijs. Wij geven de kinderen een brede ontwikkeling en bieden een leeromgeving aan, waarin ieder kind zijn eigen talenten kan ontwikkelen. De ervaringsgerichte aanpak geeft elke individuele leerling daarin de ruimte en helpt hen zich op een eigen wijze te verbinden met de opgedane kennis.

De school kenmerkt zich door een sterke structuur en een stevig dag- en jaarritme. Sfeer, rust en ritme bieden de kinderen veiligheid en een goede leer- en ontwikkelingsmogelijkheid. Een goed en doordacht leerplan zorgt voor een rijke inhoud van het onderwijs en een doorgaande lijn in het leerproces. Er is veel aandacht voor vaardigheden als rekenen en taal. Door periodeonderwijs is verdieping in de vakken mogelijk. Het is tevens uitdagend en biedt vele ervaringsmogelijkheden. Kunstzinnig onderwijs zoals tekenen, schilderen, muziek, euritmie, handenarbeid, handwerken en toneel zijn een verrijking voor ieder kind. Jaarfeesten worden intens en stijlvol gevierd. De zelfstandigheid van de kinderen bevorderen is voor de school vanzelfsprekend, daarbij rekening houdend met de leeftijd van het kind.

Voor onze school gelden dezelfde normen als voor alle andere basisscholen. Wij voldoen aan de kerndoelen, gebruiken toetsen uit het Cito-leerlingvolgsysteem en nemen een landelijk genormeerde eindtoets af (niet de Cito-eindtoets, maar de NIO en het drempelonderzoek), bij de overstap van de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Het ontwikkelende zelfstandig handelen en denken geeft onze leerlingen een extra stevige basis in het voortgezet onderwijs en daarna.

Hoofd, hart en handen

In de kleutertijd en eigenlijk in de gehele periode van 0 tot 6 of 7 jaar staat de lichamelijke ontwikkeling van het kind centraal; de groei en de motoriek. Door veel te spelen en te bewegen, door een regelmatige dagindeling, door liedjes en een opgewekte sfeer wordt het kind “baas in eigen lichaam”. Het is ook daarom dat de Vrijeschool veel waarde hecht aan de kleuterklas, die kinderen helpt de stappen in de goede volgorde te zetten. Ook hier wordt de basis voor het rekenen en de taalontwikkeling gelegd, maar wel zodanig dat het kind zich met de stof kan en wil verbinden. Geen achterstand, maar een gezonde opbouw, die uiteindelijk tot minimaal dezelfde resultaten leidt als in het reguliere onderwijs.

Na de periode tot 6, 7 jaar tot in de puberteit, komen de psychische kwaliteiten meer op de voorgrond. Het kind beleeft zichzelf en de omgeving dan in hoge mate in zijn gevoelens. Daarom sluit de leerkracht met het onderwijs allereerst aan bij het gevoelsleven van het kind. Dat gebeurt als het kind voor iets “warm” kan lopen, er enthousiast voor wordt. Door de lesstof beeldend te brengen en een sfeer te scheppen, waarin kunstzinnigheid en de kinderlijke belevingswereld een belangrijke plaats innemen, worden fantasie en voorstellingsvermogen gestimuleerd. Ook de manier van denken en willen worden aangesproken. Wat het kind weet, is minder belangrijk dan hoe het kind denkt. Elk kind heeft de aanleg om origineel, creatief en probleemoplossend te denken. Het is aan de leerkracht om samen met de ouders dat vermogen te behoeden en te verzorgen.

Samenvatting

Op de Vrijeschool De Vuurvogel wordt gestreefd naar een ontwikkeling van kinderen en jonge mensen tot zelfstandig oordelende en vrij denkende mensen, die in staat zijn een eigen bijdrage te leveren aan de samenleving van de toekomst. De leerstof is geen doel op zich maar levert een bijdrage aan deze ontwikkeling. Het leerplan is gebaseerd op de antroposofische menskunde waarin verschillende leeftijdsfasen, per jaar en verdeeld over periodes van zeven jaar, worden onderscheiden. In de leerstof worden thema’s behandeld die aansluiten bij de ontwikkelingsstap die in een bepaald jaar gedaan wordt. Leerlingen worden door het brede aanbod aangesproken in hun denken, voelen en handelen. Er worden zoveel mogelijk 'poorten' naar de wereld geopend, zodat de jonge mens zijn eigen wegen en doelstellingen kan vinden en kan worden wie hij in aanleg is.

Wie we zijn?
– Een kleinschalige school waar elke leerling gezien wordt
– Een school vrijeschoolonderwijs, toetsen en resultaten
– Een school met een duidelijke structuur en veiligheid
– Een school waar zorg en passend onderwijs zijn voor alle leerlingen
– Een school waar veel aandacht is voor kunst en cultuur
– Een school met onderwijs voor hart, hoofd en handen
– Een school waar kinderen daadwerkelij’
En hier eindigt het inderdaad. Er ontbreekt iets, en dat is onbevredigend, zeker bij zo’n doorwrocht verhaal.
.

3 opmerkingen:

Frans Wuijts zei

In een klein boekje uit 1987 (een uitgave van de Vereniging ter bevordering van de Heilpedagogie) met als titel ‘Over instituties van het geestesleven’ schrijft Bernard Lievegoed, de grondlegger van de Zonnehuizen, o.a. het volgende:
‘Door het N.P.I. , het Nederlands Pedagogisch Instituut voor het bedrijfsleven (later NPI Instituut voor organisatieontwikkeling van het bedrijfsleven), is meer dan 30 jaar de organisatie-ontwikkeling binnen het (economische) bedrijfsleven onderzocht. Het zou een tragische misvatting zijn, als de daar gevonden wetmatigheden ook zouden worden toegepast op instituten van het geestesleven en groeperingen van het omgangsleven’.
Daarna geeft hij de verschillen en overeenkomsten weer die opdat de rode draad die door de volgende hoofdstukken van dit boekje loopt, kan worden vastgehouden.
Zowel de conceptie van de ontwikkelingsfasen van organisaties (de pioniersfase, de differentiatiefase en de integratiefase) als ook het model van de functies van een organisatie in de integratiefase (het ‘klaverbladorganisatiemodel’) zijn als het ware ‘afgelezen’ van organisaties in het economische leven.
De klaverbladorganisatie is volgens Lievegoed niet op te vatten als een nieuw organisatieschema voor instituties van het geestesleven, zoals Vrije Scholen en heilpedagogische instituten en eveneens niet voor groeperingen van het omgangsleven.

Michel Gastkemper zei

Beste Frans,
Dit was je honderdste reactie, gefeliciteerd!

In 1988 kwam een tweede, herziene druk (manuscriptdruk) van dit kleine boekje van 48 pagina’s. Lievegoed vervangt daarin de termen pioniersfase, differentiatiefase en integratiefase voor organisaties in het geestesleven in initiatieffase, groeifase en bloeifase.

Een citaat: ‘De meest bruikbare juridische vorm voor een instituut van het geestesleven is de stichting, deze heeft geen economisch doel.’

Op dezelfde bladzijde 10 vind ik ook dit:
‘In de bloeifase wordt een labiel evenwicht gehanteerd tussen:
– geestelijke doelstellingen
– samenhang van de mensen
– economische en technische hulpdiensten.
Hier wordt blijvend de middenweg geoefend tussen de principiële puristen of fundamentalisten en de compromisbereide “practici”.’

Frans Wuijts zei

Aangezien alle goede dingen in drieën bestaan, is dat ook hier het geval.

Voor het economisch leven spreekt Lievegoed over ORGANISATIES die kunnen worden onderscheiden in productenorganisaties, dienstverlenende organisatie en professionele (advies)organisaties Deze brengen respectievelijk producten, diensten en ideeën/ontwerpen/adviezen voort. Zij hebben doorgaans rechtspersonen als NV en BV’.

Volgens Rudolf Steiner kunnen slechts materiële producten KOOPWAAR zijn. Wijkt men daarvan af door onder andere grond, arbeid, kunstobjecten, vastgoed e.d. ook tot koopwaar te maken dan worden ziekteverwekkers in de samenleving resp. het economisch leven geïmplanteerd. We kunnen dat alom waarnemen in deze tijd.

Voor het omgangsleven spreekt Lievegoed over GROEPERINGEN (zoals politieke groeperingen en bijvoorbeeld ook de Antroposofische Vereniging) met de VERENIGINGSVORM als rechtspersoon en voor het geestelijk-culturele leven over INSTITUTIES met de STICHTINGSVORM als rechtspersoon.

Jan Saal heeft daar indertijd een brochure over geschreven die een praktische leidraad kan zijn voor initiatieven die voor de keuze van een rechtspersoon staan. Heeft een initiatief een ideële doelstelling met een specifieke ideële identiteit dan is de stichting daartoe – ook volgens hem -het meest geëigend.

Er kunnen met deze rechtspersonen ook ‘slimmigheden’ worden uitgehaald, zoals in het geval van de PVV. Volgens de Kieswet moeten politieke partijen verenigingen zijn, willen ze kunnen worden geregistreerd. Een vereniging bestaat uit leden. In het geval van de PVV zijn er twee leden, namelijk de leden Geert Wilders en de Stichting Groep Wilders die slechts één bestuurslid heeft, te weten Geert Wilders zelf. Het laat zich raden dat op ‘un momento dado’ (Cruijff) het leven zelf zal terugslaan.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)