Opgepast! Dit bericht doet een zwaar beroep op uw
oordeelsvermogen. Voor de gevolgen van uw oordeel kan ik niet instaan. Ik ga
het hebben over een congres dat precies een maand geleden plaatsvond. Er is een website van, waarop de bedoeling en inhoud van dat congres uitvoerig uit de
doeken wordt gedaan. Waar dat congres over ging? Misschien mag ik dat om te
beginnen illustreren met het verhaal van een van de sprekers, zoals dit daar in een reader te vinden is (op bladzijde 13 en 14). Voor ons geen onbekende, de
arts Madeleen Winkler uit Gouda namelijk, en haar verhaal past dan ook goed op
deze weblog ‘Antroposofie in de pers’. Alleen al gezien de titel ‘Integrative
medicine in de praktijk van een antroposofische huisarts’:
‘Antroposofische geneeskunde wordt in Nederland al negentig jaar uitgeoefend, als integrative medicine “avant la lettre”. Als antroposofisch huisarts werk ik vanuit de NHG-standaarden voor de huisarts [NHG: Nederlands Huisartsen Genootschap, MG], maar integreer daarin mijn waarnemingen van deze mens als uniek individu. Het antroposofisch mensbeeld geeft een aantal blikrichtingen die nog een andere kijk geven op wat je aan een patiënt kunt zien.
Een ervaren huisarts blijkt in de eerste tien seconden van het consult in een zogenaamde “flash diagnose” al ongeveer te weten waar het bij deze patiënt omgaat. In anamnese en onderzoek wordt deze hypothese dan nauwkeurig geverifieerd.* De antroposofisch huisarts doet dat ook, maar stelt daarbij direct ook een antroposofische diagnose. Daarbij kijkt hij naar de lichamelijke en psychosociale symptomen, maar ook hoe het met de vitaliteit zit en wat deze aandoening nu voor deze mens op dit moment in zijn biografie betekent. Waar liggen mogelijkheden voor ontwikkeling? Een infectieziekte verloopt bij kinderen meestal heftig, fel en kort, bij volwassenen is dat heel anders en bij bejaarden zien we vaak een meer bedaard beeld.
De NHG-huisartsenstandaarden worden zo toegepast dat meestal naast de standaardtherapie ook een antroposofisch geneesmiddel en of therapie wordt aangeboden, speciaal gericht op het specifiek individuele van deze patiënt. Als patiënten de standaardtherapie niet willen, worden mogelijke gevolgen, complicaties en bijwerkingen besproken.
Bij lagere luchtweginfecties is bekend dat bij slechts 30% een bacterie gevonden wordt, bij 30% een virus en bij 40% is geheel geen verwekker aantoonbaar. Anderzijds vertellen veel patiënten met een lagere luchtweginfectie dat ze niet verbaasd zijn ziek te zijn geworden, omdat ze al langer “niet lekker in hun vel” zaten. Wanneer dat passend is, schrijf ik een antibioticum voor. Wanneer de patiënt aangeeft als het ware een nieuwe instap in zijn leven te willen maken en de tijd te willen nemen om het natuurlijk beloop met ondersteuning van antroposofische middelen aan te gaan, dan gaan we in gesprek, intensiveer ik de controles en schrijf een antroposofisch, gehomeopathiseerd middel voor. Ook uitwendige wikkels rond de borstkas met bijvoorbeeld thijmolie zijn dan weldadig. Door de lokale warmte wordt het weefsel extra doorbloed en kan het eigen afweerapparaat intensiever zijn werk doen. Op ieder moment kan toch een antibioticum gestart worden. Het gaat deze patiënt niet alleen om het bestrijden van zijn symptomen, maar ook om in zijn leven een volgende stap te zetten. Dat vraagt begeleiding, zorgvuldige controle en nabehandeling.
Behandeling van hypertensie is een vorm van symptoombestrijding. We willen de bloeddruk onder bepaalde veilige waardes hebben, zodat de kans op hart- en vaatziektes zo laag mogelijk is. Maar waarom heeft iemand hoge bloeddruk? Geen twee mensen zijn hetzelfde. Bekend is dat de antihypertensiva bij maar 30% van de mensen werkzaam zijn en dus ontkomt bijna niemand aan een tweede of zelfs derde middel. Door nauwkeurig te kijken naar wat voor mens iemand is, kan antroposofische therapie naast de antihypertensiva helpen dat minder medicatie voorgeschreven hoeft te worden. En dat is precies waar veel patiënten om vragen. Enerzijds zijn er mensen die blozend en “vol” voor je zitten en een “bloeiende stofwisseling’ hebben. De circulatie lijkt eerder te lijden onder “te veel vulling”. Daar kun je de medicatie, bewegingstherapie of kunstzinnige therapie op richten. Anderen zijn meer bleek, “geknepen” en lijden onder psychische stress of hebben atherosclerotische bloedvaten. Zij zijn de mensen die goed reageren op uitwendige behandeling, massage of baden. Voor alle twee de types geldt dat je het gezonde van de circulatie kunt stimuleren met ritmische oefeningen, therapieën en medicatie.
Het huisartsenvak is een heerlijk veelzijdig vak. We zien acute ziektes, kleine kwalen, begeleiden chronische zieken en terminale patiënten. Voortdurend moet je schakelen van hele praktische zaken, zoals een ingreepje, een incisie en het inbrengen van een spiraal, naar luisteren naar grote psychische problemen, soms geruststellen en dan weer uitsluiten van ernstige aandoeningen, maar ook begeleiden bij life events. Vanuit de brede veelomvattende levensvisie van de antroposofie kun je als arts aansluiten op de leefwereld van de patiënt en veel bijdragen op het gebied van zingeving. De patiënt kun je helpen coping strategieën te ontwikkelen om met de aandoening die hij heeft om te gaan.
Patiënten van een antroposofisch huisarts bij wie kanker wordt ontdekt kunnen, als zij dat willen, naast de gebruikelijke operatie, bestralingen of chemotherapie, ook behandeling met maretakpreparaten krijgen. Er is een toenemende evidence dat maretak de kwaliteit van leven vergroot, de overlevingsduur verlengt en in bepaalde gevallen de tumorgroei ook remt (zie www.mistel-therapie.de). Maretak groeit als een parasiet in de boom. Hij gedraagt zich als een tumor. Anderzijds blijkt hij stoffen te bevatten die de tumorgroei remmen.
In het lichaam van ieder mens ontstaan dagelijks kankercellen. Ons afweersysteem herkent ze als kwaadaardig en vernietigt ze. Net zoals misbaksels in een fabriek van de lopende band worden verwijderd. Wanneer er een kwaadaardig gezwel tot ontwikkeling komt, dan is dat een teken dat onder andere het afweersysteem niet optimaal gefunctioneerd heeft. Maretakpreparaten stimuleren het afweersysteem, waardoor meer afweercellen in het bloed verschijnen. Cellen hebben een natuurlijke levensduur, waarna ze vanzelf dood gaan: apoptose. Kankercellen zijn cellen die dat veel minder blijken te doen. Maretakpreparaten blijken dit apoptoseproces bij kankercellen te bevorderen.
Ook de lichaamstemperatuur kan iets stijgen. Patiënten die een maretakpreparaat gebruiken, gaan meestal beter slapen, eten en voelen zich vitaler. Patiënten met cytostatica of bestraling krijgen vaak uitwendige therapie. Hierbij worden alle tastorgaantjes aangesproken door de gehele huid met olie in te smeren. De patiënten hebben vaak minder last van bijwerkingen en worden minder moe. Wie oncologische therapie ondergaat, krijgt als het ware de mogelijkheid tot een tweede leven. Hij gaat immers niet dood. Biografische gesprekken kunnen helpen zicht te krijgen op het eigen leven tot nu toe. Waar sta ik nu met de kanker? Een passend verder levensperspectief kan worden gevonden.
* T. de Jongh en A.van Ruijven, Huisarts en Wetenschap 43, 2000’
Ik denk dat ik straks ook nog even de andere lezingen voorstel
(die zijn wat minder uitvoerig geboekstaafd), maar eerst het persbericht dat
kort na of op de dag zelf van het congres moet zijn uitgebracht. Dat is
getiteld:
‘Mensen willen geïntegreerde zorg en daarmee kunnen kosten worden bespaard
Dit zijn de belangrijkste conclusies van het congres Heel de mens, Integrative Medicine in de praktijk, dat op 4 oktober gehouden is en dat georganiseerd werd door alle organisaties die zich in Nederland bezighouden met integrale geneeskunde.
Mensen willen dat hun arts kennis heeft van zowel regulier als complementair
Tijdens het congres werd een onderzoek [1] gepresenteerd, waaruit blijkt dat 92% van de ondervraagde patiënten wenst dat de huisarts het initiatief neemt om hen te informeren over de mogelijkheid van complementaire behandelwijzen. Zelfs bij de groep respondenten die géén gebruik maakt van deze behandelwijzen, wil 74% dat de huisarts hen ook wijst op de mogelijkheid van complementaire zorg.
Ook uit eerdere onderzoeken blijkt dat de meeste mensen willen dat hun arts op de hoogte is van zowel reguliere als complementaire mogelijkheden, hen daarin adviseert en zo nodig doorverwijst. [2]
Huisartsen die ook complementaire geneeskunde toepassen, besparen kosten
Prof. Peter Kooreman en lector Erik Baars publiceerden in 2011 een onderzoek [3] waaruit bleek dat huisartsen die zich na hun reguliere opleiding hebben geschoold in complementaire geneeswijzen (antroposofie, homeopathie of acupunctuur) veel goedkoper werken dan hun collega’s die dat niet deden. De zorgkosten zijn gemiddeld ongeveer 15 procent lager. Dat komt door zowel minder medicijnen als minder ziekenhuisopnames.
Ook de huisartsen onder de sprekers gaven duidelijke cijfers waaruit bleek dat zij aanzienlijk goedkoper werken dan gemiddeld.
Integrale geneeskunde
Integrale geneeskunde is klantgericht. De arts is daarbij de coach die zich vooral richt op de gezondheid en de (genees)kracht van de patiënt, onder het motto “gezondheid stimuleren zover het kan, ziekte bestrijden als dat nodig is”. Hierbij worden de best passende methodes van zowel de reguliere als de complementaire geneeskunde ingezet, afhankelijk van de wens van de patiënt, de kennis en ervaring van de arts/therapeut en het wetenschappelijk bewijs dat voorhanden is.
Op deze manier wil integrale geneeskunde zo goed mogelijk voldoen aan de eisen voor Evidence Based Medicine (EBM). Uiteraard moet er nog veel onderzoek worden gedaan om bij alle indicaties aan te tonen wat de beste methode is.
Aanbevelingen
1. Meer onderzoek naar de effectiviteit en kosten van integrale geneeskunde
2. Meer voorlichting en scholing aan artsen over integrale geneeskunde
[1] M.C. Jong, L. van de Vijver, M. Busch, J. Fritsma, R. Seldenrijk, Integration of Complementary and Alternative Medicine in Primary Care: What do Patients want? Patient, education and counseling
[2] PA van Dijk et al., Onderwijs over complementaire behandelwijzen in de medische opleiding. In: Tijdschrift voor Medisch Onderwijs, 27(4):191-202 (2008)
[3] Peter Kooreman, Erik W. Baars: Patients whose GP knows complementary medicine tend to have lower costs and live longer. Eur J Health Econ, 27 May 2011’
Op de homepage van de congreswebsite staat als kerngegevens onder
meer vermeld (die ook zijn te vinden op de website Artsennet):
‘Datum: 4 oktober 2012
Tijd: 12.30-21.00 uur
Plaats: Domus Medica, Utrecht
Doelgroep: alle artsen
Boodschap: het vergroten van het inzicht in Integrative Medicine*; wat betekent de integrale visie in de geneeskunde voor de patiënt, voor de arts, voor de ziektekostenverzekeraar en voor de overheid?
* Definition of Integrative Medicine: Integrative Medicine is the practice of medicine that reaffirms the importance of the relationship between practitioner and patient, focuses on the whole person, is informed by evidence, and makes use of all appropriate therapeutic approaches, healthcare professionals and disciplines to achieve optimal health and healing [Developed and Adopted by The Consortium of Academic Health Centers for Integrative Medicine (Verenigde Staten)].’
Als je dit zo leest, denk je dat het wel goed zit allemaal.
En ik kan nog wel even doorgaan, zoals ik eerder aankondigde, met de
samenvattingen van de verhalen van de andere sprekers, zoals die in de congresreader zijn opgenomen, als ‘Toelichting lezingen’:
‘Ines von Rosenstiel: Inleiding Integrative Medicine
Ines von Rosenstiel is kinderarts en een van de pioniers van Integrative Medicine in Nederland. Zij zal in haar inleiding een levendig beeld schetsen van de ontwikkeling van Integrative Medicine in de Verenigde Staten en in Nederland.
De op deze dag gedeelde visie bindt mensen en geeft richting aan plannen tot vernieuwing. Integrative Medicine sluit naadloos aan bij de huidige trends in de maatschappij, zorgt voor betere prestaties en is een bron van energie.
Ines is samen met Karlien Bongers de dagvoorzitter van het congres.
Resie Moonen en Madeleen Winkler: Twee praktijkverhalen
Resie Moonen
Tijdens haar voordracht zal Resie Moonen ingaan op hoe ze de integrale benadering in het algemeen en de homeopathie in het bijzonder toepast in haar huisartsenpraktijk en in de consultatieve praktijk. Hoe is de aanpak qua diagnostiek en hoe is de afweging, in samenspraak met de patiënt, voor welke therapie er gekozen wordt? Hoe wordt de therapie geëvalueerd en gebeurt de opvolging van de behandeling? Als de tijd het toelaat, zal ze hierbij een casus als voorbeeld gebruiken. Tevens komt aan de orde voor welke indicaties er d.m.v. RCT’s evidence is, dat homeopathie effectief is en veilig gebruikt kan worden. Ook zal zij kort ingaan op de PACH opleiding, zoals die op het moment plaatsvindt in Utrecht en wat artsen na één of meerdere jaren opleiding aan kennis en vaardigheden beschikken die ze kunnen inzetten in hun praktijk.
Madeleen Winkler [haar verhaal heb ik al geplaatst en sla ik hier dus over, MG]
Ruth Seldenrijk: De hele mens
’t Is een omvattende titel, maar ook politici, overheidsfunctionarissen en zorgverzekeraars zouden zich de hier ontwikkelde manier van denken moeten eigen maken. Ik orden in vijf stappen een relaas aan feiten die dienen als heuse denkduwtjes.
1. Mensen zoeken en vinden geneeskunst
Er is namelijk een spanningsveld tussen geneeskunde en geneeskunst: Wetenschap veralgemeniseert. Kunst individualiseert. De grondprincipes van de geneeskunst staan in verband met een mensvisie. Maar moeten we daarbij uitgaan van een vier- of een driedimensionaal mensbeeld? Die mensvisie heeft te maken met hoe het komt dat iemand lichamelijke en / of psychische symptomen kan krijgen en hoe je kunt omgaan met desintegratie van de persoon. Vooral in de benadering van de zieke mens komt de ziel van de geneeskunst tot uiting (holistische benadering). Wij patiënten verliezen onze gezondheid als ons zelfherstellend vermogen tekort schiet.
2. Hippokrates en integrale geneeskunst zonder show
Het Hippokratische begrip van de geneeskunst hangt samen met de benadering van het geheel als harmonisch verband, met de Griekse schoonheidszin. De keus voor de minst opzienbarende weg bereikte Hippokrates (460-370 v. Chr.) vooral in zijn therapeutische beginselen. In zijn praktijk maakt Hippokrates zorgvuldig onderscheid tussen het genezen vanuit tegenmiddelen én het genezen vanuit gelijkende middelen. Om historisch zuiver te zijn, kunnen we beter spreken over de Hippokratische eed dan over de eed van Hippokrates. De Hippokratische eed geeft in zes punten de voornaamste directieven voor het gedrag van de arts. Als we de eed als een geheel bezien, ontkomen we niet aan de indruk dat hij is gegrond op eerbiediging van het menselijk leven van het begin tot het einde.
3. Levenbeschermende zorg en belangrijke patiënten uit de eerste eeuwen
Als we die worsteling met de dood kwijtraken, vervallen we in een monsterlijke perversiteit. Onschendbaarheid van het leven van de ‘hele mens’ als basis van de samenleving. Op minstens vier aandachtsgebieden zijn er in die nieuwe artseneed mogelijk conflicterende verwoordingen. In de palliatieve zorg gaat het om totale zorg voor de “hele mens”: lichamelijk, psychisch/emotioneel, sociaal en spiritueel/geestelijk. Bij Joannes Chrysostomus (± 345-407) lezen we een kernachtige uitspraak over preventie en medicijnen. Uit een andere homilie blijkt zijn waardering voor medisch ingrijpen tijdens ziekte. De Engelse arts prof. dr. Richard Horton (hoofdredacteur The Lancet) stelt dat in het hart van de moderne geneeskunde een leugen zit. Dat de begintijd van de geneeskunde niet met de huidige is te vergelijken, heeft mede te maken met een belangrijke cultuuromslag aan het eind van de Middeleeuwen (strijd tussen nominalisme en realisme).
4. Patiënten zijn zuinig op hun leven vanuit substantiële rationaliteit
De “hele mens” kan niet leven bij alleen (natuur)wetenschap en techniek. De functionele rationaliteit van de moderne westerse cultuur parasiteert op een de oudere, integrale en substantiële rationaliteit. De gezondheidszorg is een sector die allereerst wordt bepaald door waarderationeel handelen en niet door instrumenteel of doelrationeel handelen. In zijn wet van 1865 koos Jan Rudolf Thorbecke (1796-1872) één opleiding uit de toen twaalf mogelijke artsenopleidingen. Desondanks is de helft van de Nederlanders chronisch ziek. Gelukkig zijn die elf alternatieve artsenopleidingen niet allemaal ter ziele gegaan.
5. Terug bij en naar Hippokrates
De geciteerde kerkvaders denken in lijn van Hippokrates. Zij laten een duidelijk standpunt zien tegenover medische behandeling van ongeneeslijk zieken (hoge kosten, een beperkt resultaat en de kans op complicaties). Graag verwijs ik naar een vierjarig wetenschappelijk onderzoek vanuit het PPCG naar een duurzame gezondheidszorg (geïntegreerde aanpak voor chronische gewrichtsklachten en allergie). Het patiëntenperspectief – het meer rekening houden met de patiënt – is een belangrijk onderwerp voor het beter doen functioneren van de gezondheidszorg. Het lijkt mij wijs dat de alom geroemde Hippokrates over de artsenschouder blíjft meekijken.
Wilna Wind: Patiëntenperspectief
De NPCF [Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie, MG] komt op voor de belangen van alle patiënten en consumenten in de gezondheidszorg. Ze werkt aan een betere zorg vanuit het perspectief van de patiënt. Het patiëntenperspectief wil zeggen: het meer rekening houden met de patiënt. Dat is toch een belangrijk onderwerp voor het beter doen functioneren van de gezondheidszorg? Is het niet van belang dat professionals rekening houden met de situatie van de zorgvrager?
De NPCF staat voor eigen regie. Voor kwaliteit van leven. Voor goede zorg op maat. Wilna wil graag in gesprek met u over wat goede zorg nu precies is en voor wie. Mensen verschillen, hebben andere antwoorden op “levensvragen”.
Als je met de zorg te maken krijgt, is informatie van groot belang. Daarom streeft de NPCF naar meer openheid in de zorg en naar een meer “mensgerichte” benadering, waarbij de individuele levensvragen aan de orde kunnen komen. Juiste informatie voor de patiënt is daarbij essentieel. Als patiënt mag je weten wat kwaliteit in de zorg is en wat je op dit punt mag verwachten van je behandelaar.
Waar kun je terecht voor de juiste zorg, als het misgaat in de behandeling? Onvoldoende communicatie kan leiden tot slechte zorg en doet afbreuk aan het vertrouwen in een goede en veilige zorg.
Bas Bloem: Participatory health: een nieuwe rol voor zorgverleners en patiënten
Samenvatting voordracht Prof.dr. Bas Bloem
De Nederlandse gezondheidszorg staat meer dan voorheen voor enorme uitdagingen. Een radicale kanteling in onze benadering van ziekte en gezondheid is noodzakelijk om ook voor toekomstige generaties een goede kwaliteit van zorg te behouden, tegen een betaalbare prijs. In mijn voordracht zal ik ingaan op een aantal wezenlijke onderdelen waarop de zorg zich zal moeten aanpassen: een nieuwe rol voor professionals; een nieuwe rol voor patiënten en hun naaste omgeving; en een alternatieve vorm van financiering, die samenwerking bevordert in plaats van belemmert.
Rogier Hoenders: Integrative Medicine in de psychiatrie: wetenschappelijk onderzoek en praktische toepassingen
In de lezing zal toegelicht worden hoe integrative medicine kan worden toegepast in de psychiatrie. Rogier Hoenders doet dit aan de hand van een serie artikelen die de basis vormen van zijn promotieonderzoek: de integratie van complementaire en alternatieve geneeswijzen in de psychiatrie op basis van wetenschappelijk onderzoek naar veiligheid en effectiviteit. Tevens illustreert hij dit met voorbeelden uit de praktijk van het centrum integrale psychiatrie van Lentis.
Peter Kooreman: Duurzame gezondheidszorg; wat betekent IM voor de kosten van de gezondheidszorg?
Op de aanwijzingen dat IM kostenbesparend werkt valt nog wel het een en ander af te dingen. Overtuigender onderzoek vraagt een betere en meer uitvoerige verzameling van gegevens en een meer onderzoeksgerichte attitude van zorgprofessionals.
Arine Vlieger: De rol van suggestie en andere niet specifieke factoren bij het zelfgenezend vermogen
In de laatste jaren is er toenemende aandacht voor de niet specifieke effecten in een behandeling die een rol spelen in het genezingsproces. Onderzoek heeft aangetoond dat vele factoren van belang zijn, zoals verwachtingen van de patiënt, suggestief taalgebruik, empathische houding van de therapeut en allerlei contextfactoren, zoals het therapeutische ritueel. Het optimaliseren van deze factoren komt niet alleen de individuele patiënt ten goede, maar ook de steeds duurder wordende gezondheidszorg in het algemeen. In deze lezing zal ingegaan worden op een aantal van deze factoren.
Fred Wiegant: Stimuleren zelfherstel door milde stress; een analyse op cellulair niveau
Het gaat om verstoorde en herstellende cellen waarbij specifieke hersteleiwitten hun werk uitoefenen. Deze herstelprocessen worden door milde stress gestimuleerd/ondersteund. Zo kunnen koorts, plantenextracten en stoffen die volgens het similiaprincipe worden toegediend, ontregelde cellen in hun “zelfherstel” en in hun adaptieve capaciteit ondersteunen.
Ton Nicolai: Integrative Medicine – ontmoetingsplaats van regulier en complementair – verschillen als belemmering of voordeel?
Is integratie van reguliere en complementaire geneeskunde die zijn gebaseerd op zulke verschillende paradigma's in de praktijk wel verenigbaar? Kunnen artsen zoveel kennis en ervaring in reguliere en een complementaire geneeswijze hebben dat ze die op hoog niveau kunnen combineren? Kent een arts die in de reguliere geneeskunde en zelfs in Integrative Medicine is opgeleid de therapeutisch mogelijkheden van andere geneeskundige systemen als homeopathie, Ayurveda of TCM? Is volledige integratie eigenlijk wel mogelijk of streven we naar een vreedzaam naast elkaar bestaan in een pluralistisch gezondheidsstelsel?
Karlien Bongers: Samenvatting van het congres
Roelant en Madeleine de Vletter-Wulff: Samen gevat – een speelse samenvatting van het congres’
Ziet er best mooi uit, vindt u niet? Als u de kwalificaties van de verschillende sprekers wilt weten, of ook die van degenen die de workshops hielden, hoeft u alleen maar verder in de
reader of ook op de website te kijken. Maar waarom deed ik in het begin nu een
beroep op uw oordeelsvermogen? Dat is geen overbodige luxe, als u weet wat er
rondom dit congres gebeurde. U bent vast bekend met die club van oude verstokte
mannen en een paar vrouwen, de Vereniging tegen de Kwakzalverij: die is hier in
het verleden vaak aan bod geweest. Je zou verwachten dat die nog maar weinig
invloed heeft in het huidige zorglandschap. We zijn allemaal
vooruitstrevend, niet waar; we kijken niet achteruit en houden geen rekening
met achterblijvers en remmers. Maar dit blijkt in werkelijkheid toch een
tikkeltje anders te liggen. Al op 27 juni schreef Broer Scholtens, een van de
nieuwe mensen achter de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, onder
‘Nieuws’ over ‘Vaag IM-congres moet accreditatiepunten inleveren’:
‘Het accreditatiebureau ABAN heeft de zes accreditatiepunten, die waren toegekend voor het congres Heel de Mens. Integrative Medicine in de praktijk ingetrokken. Dit IM-congres wordt op 4 oktober gehouden in Utrecht.
“Er is een fout gemaakt binnen de KNMG [‘Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst’, MG], de procedurefout is hersteld”, zo heeft de commissie ABAN, mede namens de KNMG, eind juni laten weten aan het bestuur van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK). De vereniging schreef half juni een brief over de afgegeven zes accreditatiepunten aan de commissie ABAN, het centrale loket voor het aanvragen van medische accreditaties. “Het congres is een aanfluiting voor de medische wereld in Nederland”, aldus Catherine de Jong, voorzitter van de VtdK in de brief. “Het aanhoren van voordrachten van sprekers die hun medische en wetenschappelijke wortels verloochenen, holt het systeem van accreditatie van medische nascholing uit. Breng daarom het aantal accreditatiepunten terug tot 0.”
Op het congres zullen lezingen worden gehouden door “onder anderen antroposofen, of wel artsen met vreemde ideeën, en door homeopathie-aanhangers”, aldus De Jong. Eén van de congressprekers is Ines von Rosenstiel, kinderarts in het Slotervaart Ziekenhuis in Amsterdam. De VtdK heeft Von Rosenstiel in 2010 geroyeerd als lid vanwege haar geloof in onder meer aromatherapie, muziektherapie en babymassage.
Er is een procedurefout gemaakt, erkent de commissie ABAN. “ABAN is een samenwerkingsverband tussen de accreditatiecommissies van ruim dertig erkende specialismen op het gebied van algemene nascholing (gezondheidsrecht, medische ethiek, zorgstelsel, e.d.)”, schrijft de commissie. “Afgesproken is dat de ABAN geen bijeenkomsten op het gebied van complementaire en/of alternatieve geneeskunde mag accrediteren, omdat dergelijke bijeenkomsten inhoudelijk controversieel zijn.”
De zes per ongeluk toegekende accreditatiepunten voor het congres Heel de Mens zijn daarom ingetrokken. “De aanbieder van deze bijeenkomst is hierover bericht”, schrijft de commissie ABAN. Desondanks meldde de website van het congres eind juni nog steeds dat met het congresbezoek zes accreditatiepunten zijn binnen te halen.’
U ziet het meteen: er woedt nog altijd een fikse strijd,
die met allerlei machtsmiddelen wordt uitgevochten. Vlak voordat het congres
begon, op 2 oktober, vond de aloude secretaris Frits van Dam het nodig zijn
gewicht nog eens in de strijd te werpen met ‘Uniek: een comité van aanbeveling voor kwakzalverscongres integratieve geneeskunde’:
‘Op 4 oktober is in Utrecht het congres over integratieve geneeskunde, Heel de mens. Integrative Medicine in de praktijk, een lezingendag met de meester Kackadoris genomineerde Rogier Hoenders als één van de adviseurs. Wij hebben er op de website al eerder over geschreven. De Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) heeft in juni een beroep gedaan op de accreditatiecommissies van de KNMG en de medisch specialisten verenigingen hier geen accreditatiepunten voor te geven.
Eind juni heeft het accreditatiebureau ABAN de zes accreditatiepunten, die waren toegekend voor het congres Heel de Mens, ingetrokken. “Er is een fout gemaakt binnen de KNMG, die procedurefout is hersteld”, zo heeft de commissie ABAN, mede namens de KNMG, laten weten aan het bestuur van de vereniging.
Dit besluit is vervolgens herroepen. De congrescommissie heeft namelijk opnieuw een aanvraag tot accreditatie ingediend. Na het doorlopen van de juiste procedure zijn er – helaas – alsnog accreditatiepunten (zes) verleend voor cluster 1. Er gaan, uniek genoeg, leden van de accreditatiecommissie in Utrecht visiteren om te kijken of het congres accreditatiepunten waard is (geweest).
Het ABAN is het centrale loket voor het aanvragen van accreditatie van algemene nascholing voor alle erkende specialismen. In Cluster 1 zitten: huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde, artsen voor verstandelijk gehandicapten. Een brief van de VtdK is inmiddels onderweg naar de desbetreffende instantie binnen het KNMG met een verzoek om opheldering.
De internistenvereniging NIV heeft de eerder afgegeven accreditatiepunten wel definitief ingetrokken. “Integratieve geneeswijzen vallen niet onder het internistisch vak”, laat de voorzitter van de NIV-accreditatiecommissie weten aan Medisch Contact. De symposiumorganisatoren hebben vol onbegrip een brief aan de NIV geschreven.
Wie nog twijfelt of het hier echt een kwakzalverscongres betreft, hoeft slechts de kwalifikaties van de werkgroepleiders te bekijken. Het zijn er zestien: vier homeopaten, zes antroposofen, vier artsen die zich als integrative dokters etaleren, één natuurarts en één wat onduidelijke Belgische psychiater.
De zes afgegeven punten vormen een lelijke smet op het blazoen van het doorgaans goed functionerende accreditatiesysteem. Een accreditatiecommissie die nascholing voor artsen beoordeelt en een dergelijk full blown alternatief congres wil accrediteren, moet zich diep schamen. Net als artsen die op zo’n congres hun punten willen halen.
Het congres is nog in een ander opzicht uitzonderlijk. Het is niet eerder voorgekomen dat voor een medisch congres een comité van aanbeveling wordt ingesteld. Zo’n comité is een groep van sleutelfiguren, bekende Nederlanders die hun naam aan een non-profit organisatie verbinden. Dit doen zij om het draagvlak van het desbeteffende congres te verbreden. In het rijtje “bekende” Nederlanders voor dit congres vinden we de usual suspects zoals de antroposoof en oud-directeur Huib van den Doel van de Nationale Ziekenhuisraad, Jan van der Greef, de kruidenprofessor van TNO en de gepensioneerde alternatieve kinderchirurg René Severijnen. Verder staan op de lijst wereldverbeteraar Herman Wijffels van het CDA en professor Ivan Wolffers van de Vrije Universiteit.’
Dit was natuurlijk nog niet genoeg om deze mooie gooi naar
Integrative Medicine onschadelijk te maken. Op 26 oktober werd de
gepensioneerde oud-voorzitter Cees Renckens (voorheen werkzaam als gynaecoloog aan
het Westfriesgasthuis in Hoorn, waar een oud-collega van hem van een grove nalatigheid met de dood tot gevolg wordt verdacht) weer eens van stal gehaald om stevige nazorg te bieden. De nieuwe mensen bij deze vereniging zijn daartoe klaarblijkelijk te weinig in staat. Dit deed hij door het paardenmiddel van het zwaaien met een ander oud en heel vertrouwd machtsmiddel; dit keer namelijk gericht op de sponsors (ook nogal
doorzichtig; over de inhoud gaat het natuurlijk niet), in ‘Hoe alternatieven van Integrative medicine ABN als sponsor binnenhaalden’:
‘Op 4 oktober vond in de Domus Medica te Utrecht het eerste grote Nederlandse congres Heel de mens over “integrative medicine” (IM) plaats.
Er trad een keur aan homeopathische maar voornamelijk antroposofische sprekers en werkgroepleiders op, terwijl de Nijmeegse neuroloog Bas Bloem de enige reguliere spreker was en die leek daar verdwaald. Tegenover de media stelde hij, na de ophef over zijn meedoen, dat hij de IM slechts ten dele omarmde en dat hij zich kritisch zou uitlaten.
Er was een lange lijst met sponsors, welke werd aangevoerd door ... ABN AMRO en dus niet Triodos, zoals u wellicht verwachtte. Naast de ABN AMRO sponsorden de volgende bedrijven het congres: Heel (Duitse fabrikant van kruidenmiddelen), Orthica (fabrikant van orthomoleculaire megadoses vitamines en antioxidanten), Weleda (fabrikant van antroposofische middelen en gezondheidsproducten), Alfytal (multimineraalformules en meer orthomoleculaire preparaten), VSM (homeopathiefabriek), Bonusan (Franse homeopathie producent), Lamberts (“responsible nutrition”), Sanopharm (“systemische enzymtherapie” en meer onzin), de antroposofische boekhandel Merlijn, Vital Cell Life (verbonden aan het zeer omstreden laboratorium European Laboratory Nutrition te Bunnik) en Hart Focus (“Slanker met je hartritme” etc.).
Het bestuur van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) richtte zich tot Zalm, president-directeur van ABN AMRO, met de vraag hoe zijn bank in dit gemankeerde en alternatieve gezelschap terecht was gekomen. Ook wilden wij weten om welk bedrag het was gegaan en of de bank in de toekomst vaker alternatieve genezers zou gaan sponsoren.
Wij werden prompt bijgepraat door de heer Bart Jan Thole, hoofd medische relaties van ABN AMRO. Hij was erg blij met onze brief en was er duidelijk “ingetrapt”, zoals hij stelde. Het zal in de toekomst niet meer voorkomen en het was maar om een klein bedrag gegaan, een bedrag dat hij ons echter niet wilde verklappen. Hij is zelf geen arts en had niet direct doorgehad om welke omstreden club het hier was gegaan. In de vijf jaar dat hij voor zijn bank de medische relaties verzorgde, was hij nooit eerder gecorrigeerd, zoals nu door ons. Het was een leerproces voor hem geweest. Als verklarende c.q. verzachtende omstandigheden noemde hij vier argumenten.
Het symposium vond plaats in de Domus Medica, een gebouw waar ook de KNMG is gevestigd en talrijke medisch-wetenschappelijke verenigingen. Dat boezemde de heer Thole vertrouwen in.
Ook het optreden van Bloem versterkte hem in het idee dat het hier om serieuze geneeskunde ging. “Wij doen wel eens vaker wat met professor Bloem en het is een erg leuke man”, aldus de wakkere ABN-medewerker.
Daarnaast had het wel geholpen dat diverse mensen uit de symposium-organisatie klant bij ABN AMRO waren. Namen mocht hij uiteraard niet noemen.
Zeer geïmponeerd was hij ook geweest door al die nette mensen, die in het Comité van Aanbeveling hadden plaatsgenomen. En inderdaad zou een oppervlakkige lezer bij namen als Dr. H.G. (Huib) van den Doel, oud-directeur Nationale Ziekenhuisraad, prof. Dr. Jan van der Greef, wetenschappelijk directeur TNO en aanhanger Chinese geneeskunde, prof.dr. H.E. (Henriëtte) van der Horst, hoogleraar huisartsgeneeskunde van het VU medisch centrum, Amsterdam, Dr. Bas Leerink, lid van de raad van bestuur van Menzis, prof. drs. M.H. (Rien) Meijerink, voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, dr. René Severijnen, voorheen kinderchirurg Nijmegen, prof. dr. Jaap Sijmons, hoogleraar patiëntenrechten in Utrecht, prof. dr. H.H.F. (Herman) Wijffels, hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke veranderingen, Universiteit van Utrecht en prof. dr. I. N. (Ivan) Wolffers, schrijver/arts/buitengewoon hoogleraar “Gezondheidszorg in ontwikkelingslanden”, Vrije Universiteit in Amsterdam denken dat het om een mainstream groep mensen gaat uit de gezondheidszorg. Dat er maar weinig artsen en geen enkele praktiserend medicus bij zaten, dat was Tholen geheel ontgaan.
Gedane zaken nemen geen keer, maar de ABN AMRO, die zal een volgende keer zeker niet meer sponsoren, dat werd ons plechtig verzekerd. De kans dat de toezegging van ABN AMRO om het kwakzalverscongres te sponsoren ook nog had geholpen om andere sponsors over de streep te trekken, zoals Thole zelf suggereerde, is daarbij ook mede gewogen.’
Als u dit nu allemaal leest, weet u intussen hoe de vork in
de steel zit. En dat we nog lang niet klaar zijn met de gezondheidszorg in
Nederland. En vooral niet met werkelijke kwaliteitsverbetering en het
patiëntgerichter maken ervan. Het lijkt alsof heel andere belangen nog steeds voorgaan.
.
2 opmerkingen:
Dag Michel,
Dank weer voor deze boeiende update.
Hartelijke groet,
Adri
Ja, zo kom je nog eens wat te weten, niet?
Een reactie posten