Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

maandag 19 november 2012

Gestript


Het is natuurlijk flauw om zo te beginnen, maar ik kan de verleiding niet weerstaan. De oplettende lezertjes zal het niet ontgaan zijn dat vorige maand de Toonderbiografie is verschenen. Er was meer dan voldoende publiciteit over, inclusief de bekende Toonderismen. Bij De Bezige Bij vinden we dit:
‘Marten Toonder is het indringende levensverhaal van een van de meest eigenzinnige en vernieuwende kunstenaars van na de oorlog.

Alles aan en van Marten Toonder heeft minstens twee gezichten of kanten. Hij is schrijver en tekenaar, kunstenaar en zakenman, Nederlander en Ier, kluizenaar en acteur, realist en magiër, de argeloze en de slimme, een open en een gesloten boek. Toonder is archaïsch en modern, een allemansvriend en een niemandsvriend, een tovenaar en een kruidenier, rechtlijnig en dubbelzinnig. Toonder is zowel Kwetal als professor Sickbok, zowel heer Bommel als Wammes Waggel.

Over leven en werk van Marten Toonder, de oervader van het Nederlandse stripverhaal, schreef Wim Hazeu een schitterende biografie waarin werkelijk alle facetten van Toonder aan de orde komen.

Isbn: 978 90 234 7318 3, aantal pagina’s: 640, gebonden, nur: 321, prijs: € 29.90’
En bij ‘Toondertijd’ (blad en website van de ‘MTCV’, wat dat ook moge betekenen; ‘Marten Toonder curriculum vita’ of zoiets) is er aandacht voor ‘Presentatie Marten Toonder biografie’:
‘Op 11 oktober 2012 werd in het Letterkundig Museum niet alleen de tentoonstelling “Marten Toonder: een dubbel denkraam” geopend, ook werd in een bomvolle aula de langverwachte Marten Toonder biografie van Wim Hazeu gepresenteerd. Ruim zes jaar heeft de heer Hazeu hier aan gewerkt. Het is een doorwrochte biografie van 735 pagina’s geworden, onderbouwd met 1139 noten. Bijgaand ziet u de presentie door Wim Hazeu. In de komende Toondertijd (verschijnt december) kunt u de integrale tekst hiervan lezen. De biograaf geeft momenteel diverse lezingen in het land. De MTVC houdt hier de Toonderjaar agenda (mede) actueel.’
Ik mag dan ook wel meteen aandacht vragen voor de ‘Bommelglossy’, waar tevens een leuke website van is. Ik breng maar even in herinnering dat ik hier eerder aandacht aan Toonder heb besteed, en met reden. Ik noem bijvoorbeeld ‘Fantasie’ op 1 mei 2009 en ‘Michaelshoeve’ op 14 juli 2011. In het eerste bericht kwam ook stripblad Eppo ter sprake, en laat die nu net vorige week zijn honderdste nummer beleefd hebben. Bladmanager Isabel Vermeeren schreef op woensdag 14 november, naar aanleiding van een originele veilingsactie, ‘Ruim 18.000 euro voor KiKa’:
‘Tijdens de presentatie van het 100ste nummer van Eppo in Paradiso maakte hoofdredacteur Rob van Bavel de opbrengst van de succesvolle cameo veiling voor KiKa bekend. KiKa ambassadeurs Rien Schimmel en Peter Faber namen een cheque in ontvangst van € 18.683,00. Een enorm bedrag dat dankzij de cameo veiling, die samen met Catawiki werd georganiseerd, was ingezameld.

Bij de presentatie waren alle stripmakers en winnaars van de cameo veiling aanwezig, die flink in het zonnetje werden gezet met het behaalde resultaat. Op het feestje dat volgde op de presentatie waren de felicitaties dan ook niet van de lucht en gingen de stripmakers graag op de foto met de gulle gevers. De speciale Eppo met daarin alle gastoptredens van de cameo winnaars ligt vanaf donderdag 15 november in de winkel, en is ook te bestellen via onze shop.’
In het tweede bericht kwam in de reacties Paul Hellmann ter sprake, en laat die nu net ook schrijven in de hiervoor genoemde ‘Bommelglossy’. Kortom, de wereld is klein. Want een medewerker van Eppo, Ger Apeldoorn, komt ook voor in een bericht van Michael Minneboo van 1 september, waarin deze schrijft:
‘In het krantje Den Haag Centraal staat een beeldfeuilleton Van Gogh in Den Haag getekend door Teun Berserik en geschreven door Ger Apeldoorn en Feico Hoekstra.’
Die is inmiddels verschenen, zo blijkt uit dit nieuws uit Den Haag van 12 november, ‘Stripboek over Haagse jaren Vincent van Gogh’:
‘Op 16 november 2012 verschijnt het boek “Vincent van Gogh, de vroege jaren” van Teun Berserik. Dit stripboek gaat over de beginjaren van Van Gogh als kunstenaar in Den Haag. Voor dit boek deed Teun Berserik grondig onderzoek naar de vroege periode uit het leven van Van Gogh. Hij laat zien hoe de beginnende schilder doorzette, hoe hij worstelde om zijn eigen stijl te vinden, en hoe de eerste tekenen van krankzinnigheid zichtbaar werden.

Over Teun Berserik

Teun Berserik is schilder en illustrator. Hij werkt voor verschillende educatieve uitgeverijen. Daarnaast maakte hij tekeningen en strips voor onder meer Kuifje, Taptoe, Sjors & Sjimmie, het Museon en het Legermuseum.

Boekpresentatie

De presentatie van het boek is op maandag 12 november 2012 om 19.00 uur bij Boekhandel Paagman. Het eerste exemplaar wordt overhandigd aan Benno Tempel, directeur van het Gemeentemuseum Den Haag.’
Op de website ‘Oogenblik’ (tevens van De Bezige Bij, zul je net zien) vinden we onder meer dit naar aanleiding van ‘Boekpresentatie Vincent van Gogh’:
‘Op 16 november verschijnt bij uitgeverij Oog & Blik

Vincent van Gogh
De vroege jaren
door Teun Berserik

Vincent van Gogh. De vroege jaren toont Van Goghs beginjaren als kunstenaar in Den Haag. Zijn eerste schilderlessen krijgt hij van zijn neef Anton Mauve, die hem introduceert bij zijn collega’s van de Haagse School. Als hij een affaire begint met een van zijn modellen raken zijn leven en werk nog meer met elkaar verweven. Ondertussen moet hij steeds vaker een beroep doen op de gulheid van zijn broer Theo, want het lukt hem maar niet van zijn werk te leven.’
En hoe zit het dan met Teun Berserik, waar kennen wij hem van? Van de Rudolf Steiner Vertalingen:
‘Illustraties (vrij naar de bordschetsen van Rudolf Steiner) door Teun Berserik.’
En dat in heel wat boeken. De wereld is klein, ik schreef het al. Goed, genoeg gestript zo. Een ander thema. In ‘Slavernij’ op vorige week maandag 12 november had ik het voor het laatst over het succesvolle bd-congres in De Rode Hoed. De dag daarop verscheen in Biojournaal ‘Bert van Ruitenbeek kijkt terug op jubileumcongres met zeer divers publiek: “Relevantie van BD-landbouw wordt steeds duidelijker”’. Lenneke Schot schreef:
‘Bert van Ruitenbeek, directeur van Stichting Demeter, kijkt met een goed gevoel terug op het jubileumcongres dat op donderdag 8 november in de Rode Hoed in Amsterdam gehouden is. Het congres ter gelegenheid van 75 jaar BD-Vereniging trok een zeer divers publiek. “De meest gehoorde reactie is dat de deelnemers het enorm stimulerend vonden dat er zoveel mensen op het congres af zijn gekomen. Dit geeft energie en kracht”, aldus Bert.

De bijna 280 congresdeelnemers waren afkomstig uit alle schakels van de keten. Onder hen waren boeren, telers, handelaren, verwerkers, onderzoekers en consumenten. “De grote belangstelling toont aan dat de BD-landbouw een sterke beweging is die echt iets te vertellen heeft.”

Tijdens het congres werd volgens Bert aangetoond hoe krachtig de BD-beweging is en wat er in de afgelopen jaren allemaal uit voortgekomen is. “Duidelijk is dat de BD-landbouw vanuit haar integrale, holistische manier van werken, van grote betekenis kan zijn voor de samenleving waar specialistische kennis steeds vaker tot excessen leidt, omdat men de inzet van die kennis en technologie niet meer bekijkt vanuit de effecten op het geheel.”

Bert benadrukt dat de BD-landbouwers elke keer weer laten zien dat het een methode is die werkt. De resultaten op het gebied van bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit en het sluiten van kringlopen zijn hier voorbeelden van. En denk bijvoorbeeld ook aan het laagste antibioticaniveau binnen de landbouw.

Volgens Bert wordt de relevantie van biologisch-dynamische landbouw steeds duidelijker. “De wetenschap weet ondanks al haar kennis nog heel weinig over de essentie van het leven en levenskrachten. De BD-landbouw gaat uit van ordenende krachten in de natuur, ook al zijn die vanuit de bestaande wetenschappelijke kennis niet meetbaar. Onze boeren durven op hun eigen waarnemingen en intuïtie te vertrouwen en boeken daarmee uitstekende resultaten. Conclusie: wat werkt is waar. Goed voedsel kan alleen uit een samenhangend systeem komen dat uitgaat van ritmes, samenhang en balans. Dat bleek uit de bijdrages van alle sprekers. De gangbare landbouw is doorgeschoten in beheersingsmodellen die ondanks alle inzet van kunstmest en chemie langzamerhand onbeheersbaar blijken te zijn.”

Stichting Demeter communiceert sinds kort de boodschap “Leven begint met Demeter”. “Onze centrale belofte is: ‘wij voegen vitaliteit toe in alle facetten van het proces vanaf het stimuleren van bodemleven, groei, afrijping, naar voedsel voor mensen’. We tonen ook door de fotokeuzes een wat eigentijdser beeld richting de consument.”

Tijdens het congres is ook geopperd om letterlijk het gezicht van de BD-landbouwer op producten te tonen. Bert ziet daar wel iets in. “Dit is niet heel vernieuwend, maar ik ben het ermee eens dat meer transparantie en het vertellen van het verhaal achter het product meerwaarde geeft. Wel blijft de kwaliteit van het product essentieel. Als het niet lekker is, is het ook meteen over. Het gaat om de combinatie tussen kwaliteit, uitstraling en het verhaal erachter.”

Bekijk hier de fotoreportage van het jubileumcongres.

Voor meer informatie:

Bert van Ruitenbeek
Stichting Demeter
06 20731016
Bert@stichtingdemeter.nl
www.stichtingdemeter.nl
Nu verscheen er op vrijdag 16 november deze interessante en opmerkelijke bijdrage van hoofdredacteur Dick Veerman van Foodlog, ‘Kunnen kabouters pragmatisch zijn?
‘Vorige week vierde de Biologisch-Dynamische beweging van Nederland zijn 75-jarig bestaan. De beoefenaren van de Biologisch-dynamische landbouw worden soms geridiculiseerd vanwege hun geloof in kabouters en natuurkrachten. Toch zou wat ze ontwikkeld hebben en doen wel eens relevant kunnen zijn voor de toekomst. Alles hangt af van de status van die kabouters: zijn ze echt of domweg een naam voor het onbekende dat ook de wetenschap erkent?

De bijeenkomst vond plaats in de Amsterdamse Rode Hoed. Er werden verschillende lezingen gehouden. Ikzelf mocht het avondprogramma modereren en probeerde een gedachte uit op de zaal. Ik denk dat biologisch-dynamisch belangrijk is omdat het een experimentele vorm van landbouw is. Waar onze kennis tekort schiet, moet je slim zijn en heel pragmatisch experimenteren. Ik vertelde dat ik “BD” – zoals de praktizeerders zelf zeggen – net zo zie als het beoefenen van de geneeskunde. Voor veel behandelwijzen is geen wetenschappelijke onderbouwing. Dat is niet erg, want ze worden toegepast omdat ze werken. Het “waarom” is minder belangrijk dan het “dat”. De filosoof in me kon het niet nalaten op te merken dat voor mij de kabouters die BD’ers soms menen te zien gewoon een naam zijn voor iets dat nog geen verklaring heeft. Toch moeten ze wel veronderstellen omdat we weten dat we iets over het hoofd zien. Net zoals dokters die weten dat een behandeling werkt en in welke context, terwijl ze niet precies kunnen vertellen waarom.

Tijdens de middag hield emeritus hoogleraar ecologische landbouw Eric Goewie een lezing over de wetenschappelijkheid van BD. Hij betoogde dat landbouw niet te vangen is in een wetenschappelijk laboratorium en dat het belang van BD zit in zijn benadering van landbouw in zijn verschillende contexten. In mijn taal: waar wetenschap tekort schiet, komt een contextueel pragmatisme de boer en wetenschapper te hulp om toch tot verstandige protocollen te komen en die steeds verder te ontwikkelen.

Goewie, die werd wegbezuinigd door de WUR, stelde zijn lezing in de vorm van een artikel beschikbaar.

De discussie rond de biologisch-dynamische landbouw lijkt veel op die rond de voedingswetenschappen. We zijn systemen van miljoenen factoren die systemen van nog veel meer factoren eten. En al die factoren interacteren in steeds wisselende contexten. Ze zorgen voor zoveel verschillende zogenaamde “hogere orde effecten” – en zelfs hogere orde effecten van hogere orde effecten – dat het onbegonnen werk is om ze in kaart te brengen. Die processen hangen weliswaar af van basale natuurkundige en (bio)chemische wetten, maar zijn volstrekt afhankelijk van altijd weer unieke contexten. Voedingswetenschappers die alles bewezen willen hebben (zoals bijvoorbeeld Martijn Katan) voor ze kennis willen toepassen, bestrijden de “gelovigen” (variërend van diëtisten, paleo's tot natuurvoedingsdeskundigen) die zeker menen te weten wat ze niet kunnen weten, maar waarvan ze wel weten dat het werkt. Soms is dat terecht, soms is dat onterecht. Jammer genoeg valt niet te meten hoe vaak. Vandaar het hele probleem.

Leven is zo complex dat we er maar heel weinig van kunnen weten, terwijl we er toch mee om moeten gaan. We leven nu eenmaal en moeten ons eten maken in samenwerking met de natuur. De natuur zal het worst zijn of we haar kennen of niet, ze doet gewoon haar ding. In onze pogingen om met haar te leren omgaan, zijn wetenschappers tegen de “gelovigen” komen te staan. Dat is jammer, want de laatsten proberen alleen maar pragmatisch te zijn. Ze zijn alleen zo suf om vol te houden dat ze echte kabouters zien, anders zouden ze versleten worden voor heel praktische lieden want wetenschap kan – dat is rekenkundig aan te tonen – bijna niks weten. Toch?

Daar zit ’m de crux, hield ik de zaal voor, als Biologisch-dynamisch relevant wil zijn voor de toekomst. Een paar dagen later las ik een interview met WUR-professor Oene Oenema; het is hieronder opgenomen. Het gaat over de kern van de Biologisch-dynamische gedachte: hoe houden we de bodem gezond in productie?

Oenema, geen kabouterkijker of dromer, geeft het toe: we weten te weinig. Ook zijn WUR-collega Bindraban zegt dat bij herhaling. Volgens beide professoren moet er meer onderzoek gedaan worden. En ze hebben gelijk. Tevens moet er meer geëxperimenteerd worden, want onderzoek levert niet genoeg kennis op om verstandig te kunnen handelen.

Vandaar mijn vraag: als je nou die kabouters een schop onder hun kont geeft, zou Biologisch-dynamisch dan ook voor mensen als Oenema en Bindraban niet heel relevant kunnen zijn? Ik durf het ook wel stellender te zeggen: echte kabouters staan de toekomst van biologisch-dynamisch in de weg.

Lees onderstaand interview met Oenema en houd het bovenstaande in gedachten. Het interview verscheen afgelopen weekend in de printeditie van Nieuwe Oogst.’
De lezing van Eric Goewie is interessant, maar die komt wel een volgende keer. Ik zoom in op de reacties die ook heel vermeldenswaard zijn. Giedo de Snijder, ‘kaasmaker en kaasaffineur’, begon vrijdagmiddag:
‘De Waarheid is een Koe, schreef de Kabouter Roel van Duyn in 1982. Een pleidooi voor een kleinschalige, op menselijke maat gesneden voedseleconomie, gebaseerd op oeroude relaties tussen mensen en dieren, mensen en planten en tussen dieren en planten onderling. Kabouters kunnen het weten ... :)’
Dick Veerman reageerde:
‘Giedo, daar maak je nou een grapje van, maar ik ben bloedserieus: als BD ervoor kiest “Steinerisch” te blijven kabouteren, wordt het ingehaald door de werkelijkheid. Dat zou oerdom zijn, want het heeft wat te bieden als je er “doodgewoon” wetenschapsfilosofisch naar kijkt: het is een praktische manier van met onbekenden in landbouw omgaan en daar iets van maken wat béter en wél kan. Als de beweging ervoor kiest zichzelf te marginaliseren: mij best. Het is tijd voor een 21e eeuwse landbouw over de sektarismen heen.’
Hendrik J. Kaput op zijn beurt schreef:
‘Giedo, Kabouter Roel boerde, na ja boerde, in Veele vlak bij mijn schoonouders. Of hij ook maar iets van landbouw begrepen heeft waag ik ernstig te betwijfelen. Oeroude relaties, de landbouw is nog heel jong en op arme zandgronden behoorlijk problematisch.’
Zaterdagnacht constateerde Dick Veerman tot zijn verbazing bij zijn eigen reactie:
‘Evenveel rode als groene duimen bij #2. Dat intrigeert me. Zijn de roden en de groenen bereid tot een stemverklaring? Voor wie het wil weten: ik sta meer dan welwillend open voor de grote bijdragen die BD aan de landbouw heeft geleverd. Sterker nog: ik erken en verdedig ze als ze worden afgedaan als onzin.’
Piet Keijzer reageerde:
‘De tijd van de kabouters heb ik niet meegemaakt. Ik heb dus niet per se een aversie hier tegen. Ik zie wel in mijn eigen beroepsveld (tuinbouw, China) dat er veel meer inspiratie te halen is uit de biologische landbouw dan uit de gangbare landbouw. Telen in de grond, bemesten met dierlijke mest en plantaardige compost, de invloed van seizoenen, afwisseling van vruchtgroentes met bladgewassen, etc, etc.

Waar ik weinig van weet, maar wat me wel aanspreekt is het product met een “ziel”. Ik merk in mijn eigen kennissenkring dat men altijd enthousiast is voor onze producten als je met passie vertelt wat je aan het doen bent. Ik kan niet inschatten hoe BD ligt in de “markt”. Daarom is dit een zeer interessante draad.’
Peter Jens mengde zich zondagochtend in de discussie:
‘Dick #5, ik gaf zelfs 2 groene duimpjes. Ik ben fan van de BioDynamische beweging. Ik weet niet of Steiner enig benul had van landbouw, of gewoon een slimme spreker was. Zijn eerste speech over landbouw in 1924 was laat in zijn leven en ik geloof nummer 2996 in zijn reeks speeches over van alles en nog wat. Ik denk dat het echte begin van de BD landbouw er al veel eerder moet zijn geweest en dat Steiner “jumped on their bandwagon”. Vergeet niet dat het na-oorlogse Duitsland door een krankzinnige Vrede van Versailles veroordeeld, of verdoemd, of gedoemd was, tot pastoralisatie. Dus was het ook maar beter om de oude landbouwvormen weer te promoten.

Ik maak me sterk dat de luisteraars naar de eerste landbouwspeech van Steiner de echte pioniers waren en Steiner een sausje (of contactalibi?) werd... en sausjes kunnen soms de tand des tijds niet goed doorstaan. Ik hoor graag van de rode duimpjes.’
Giedo de Snijder reageerde als volgt:
‘Begin jaren ’70 stopte ik mijn scheikunde opleiding aan de universiteit. Ik kon me gevoelsmatig meer vinden in de (organische) scheikunde buiten de Unief dan in het labo. Die zat immers overal: natuur, land- en tuinbouw... Ik begon BD literatuur te lezen en kwam zo terecht bij de Maria Thun zaaikalender. Zaaien en planten volgens de stand van de maan. Dat inspireerde me en op een dag begon ik erover tegen mijn vader. Mijn vader was een eenvoudige arbeider met generaties tuindersbloed in zich en waar ik dacht dat hij me vierkantig ging uitlachen met iets dat aardig rook naar spirituele flauwekul, vertelde hij me dat dit allesbehalve nieuw voor hem was, want dat hij zich goed herinnerde dat zijn grootvader en vader daar ook rekening mee hielden. Geen van hen kwam ooit, in dat verloren boerengat tegen Brussel, in aanraking met Steiner en BD. En toch. Er is praktische kennis en er is wetenschap...

Dick slaat in #1 de nagel op de kop met “een praktische manier van met onbekenden in de landbouw om te gaan”. Mijn #1 reactie laat klaarblijkelijk het tegendeel vermoeden, maar ik draag de BD landbouw(ers) een warm hart toe. Omdat het veel meer in zich draagt dan de NPK landbouw en zelfs de NPK bio clone. Het heeft een holistischere benadering van hoe (landbouw)cultuur te bedrijven “met” de natuur. Het kaboutersausje zou het niet zeggen, maar BD is minder gefossiliseerd dan de ons hedendaags bekende systemen. Het geeft zich over aan de zoektocht naar wat werkzaam is, naar begrijpen van wisselwerkingen, krachten en energieën waarvoor ons modern rationeel denken nog steeds te klein is.

BD durft verder te kijken dan haar neus lang is, in andere sectoren wordt dat als iets positiefs onthaald. De BD landbouw heeft “ziel”, en al is dat vandaag jammer genoeg verworden tot een vervaagd filosofisch begrip, het is een fundamentele driver voor “verbonden” (onder)nemen.’
Hendrik J. Kaput reageerde zondagmiddag hier weer op met:
‘Giedo, ik wil er niet over zeiken en het zou me ook heel wat waard zijn indien we in de landbouw op een praktische manier eerst eens met de bekenden om zouden weten te gaan, maar Steiner presenteert zijn kennis als echte wetenschap. I doubt. Met het toenemen van mijn kennis van agrosystemen kwam bij mij de overtuiging dat deze arrogante haast fascistische gedachte niet de mijne was.

Die kalender(van Maria Thun?) zat in de hoofden van mijn voorouders op zo’n strenge manier dat dit de steeds latente spanning (stress) van ze verklaard. Althans zo zie ik dat. Elk facet van een bepaalde arbeid in de diverse getijden werd er door bepaald. Dat moest ook wel, je kon niet, nooit te laat zijn, elk aspect van de landbouw werd dan door de natuur genadeloos afgestraft. Af en toe geheel niet leuk voor een opgroeiend kind die in dat keurslijf werd gedouwd. Ik heb vaag gezien hoe jij daar mee omgaat, be my master, petje af.’
Dick Veerman voegde zich bij hem:
‘Ik heb een soortgelijke ervaring als Giedo. Toen ik – stadse jongen, hoewel geboren in een dorp tegenover een meent – in Frankrijk te maken kreeg met een grote verwilderde tuin kreeg, tikte een oude buurman me op de vingers. “Dat moet je nu niet doen”. Ik was aan het snoeien.

Hij vertelde hoe het moest en ik herkende het als “Steiner”. Alsof ik van niets wist, vroeg ik hem van wie hij dat geleerd had. “Van mijn vader”. En van wie had die het dan? “Van zijn vader”. En van wie hadden al die vaders het? “Het is de kennis die generaties lang verzameld is en die we allemaal binnen onze families doorgeven”. Sommigen bleken het net wat anders te doen dan anderen. Dat lag aan hun “terroir”, hun ervaringen en hun specifieke gaven om er het beste van te maken.

Nadat ik hem had laten vertellen, vroeg ik Eloi Sabatier, mijn buurman, of hij ooit van Rudolph Steiner had gehoord. Nog nooit. Een Duitser? Nou nee, dat al helemaal niet. Ik ben toen verder in de buurt gaan vragen. Thierry Navarre, een wijnboer en -maker van mijn eigen leeftijd die heel bewust teelt en wordt geroemd om zijn verfijnde wijnen, vertelde me dat hij op latere leeftijd ontdekte dat hij principes van de biodynamische landbouw toepaste. Niet alleen in zijn wijngaard, maar ook in zijn moestuin. Geleerd van zijn vader, grootvader et ainsi de suite. Hij komt uit een familie van mensen die bekend staan om hun “groene vingers”. Misschien is hij daarom wel een van de zeer weinigen in Frankrijk die nog pre-phylloxera wijnstokken heeft.

Eric Goewie vertelde me na afloop van de debatavond dat er de nodige Zuid-Amerikaanse boeren zijn die BD-boeren. Ik vertelde hem toen bovenstaand verhaal en gaf daarbij mijn vermoeden: BD is niet “Steiner”, maar een verfijnd ontwikkelde pre-wetenschappelijke traditie (logisch: eten is een eerste levensbehoefte). Vermoedelijk is er ook in China veel “BD” terug te vinden. Het heeft alleen niets met Steiner te maken, maar wel alles met Steiners bronnen (en het mag knap heten dat hij die bij elkaar heeft gekregen!): de traditie die begin 21e eeuw al door kreeg dat landbouw meer is dan wat Giedo beschrijft als “NPK”.

In het verslag dat Demeter van de bijeenkomst maakte staat zo’n beetje dat ik het begrip Levenskrachten zou onderschrijven. Dat doe ik niet. Ik denk wel dat wetenschap zijn onbekende niet moet ontkennen en zich moet realiseren dat de life sciences onmogelijk alle (bovendien ook nog eens contextuele) hogere orde effecten kunnen kennen. Het mysterie is dat wat we niet kunnen kennen, maar wat wel werkt. Maar daarom zijn het nog geen krachten van een andere orde dan we zelf zijn. Anders geformuleerd: het mysterie is niet zo mysterieus. Netzomin als de werking van aspirine (wilgenbast!) die we pas sinds kort kennen, maar al decennia nemen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Het mysterie dwingt wel respect af, vooral voor diegenen die ermee om weten te gaan.’
De tot nu toe laatste reactie kwam gisteravond van Giedo de Snijder:
‘Hendrik, mijn twee oudste kinderen hebben van in de papschool tot ergens in hun middelbare school Steineronderwijs gelopen. Je moet mij de met momenten anthroposofische dictatuur niet leren kennen. Ik heb er genoeg ambras mee gehad. Maar dat staat los van wat onze gasten via het dagdagelijks gebeuren meekregen en tot vandaag zelf als zeer waardevol ervaren: ontwikkeling van het gevoelsleven, van een fijne besnaardheid om naar de wereld te kijken, respect...

BD landbouwers zijn en blijven in de eerste plaats boeren. Voor wat hun omkadering ervan maakt, hebben zij weinig ogen of tijd. Het zijn mensen die met hun voeten op de grond staan, die bewust kiezen om met de dingen om te gaan zoals ze er mee omgaan. Zij behoren niet tot een bepaalde groep van bio-opportunisten, nl. degenen die meer naar de letter dan naar de geest handelen omdat hun handelen nu helemaal niet voortvloeit uit bezieling.

Hendrik, ik heb veel respect voor je (niet alleen historische) kennis van de landbouw, je verbondenheid met je streek, de boerenmensen en de landbouw waarin en waarmee je bent opgegroeid. Het heeft je gemaakt wie je bent en moest je zo ver niet van me vandaan wonen, kwam ik met jouw goedkeuren elke zondagmorgen bij je langs. Die “ge-aarde” gesprekken zouden me deugd doen.

Jij hoeft je petje voor mij niet af te doen. En wat ik in mijn moestuin doe, komt niet van mezelf. Ik heb het meegekregen, ik onderhoud en koester het.’

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)