Biojournaal meldt vandaag:
‘Bavo van den Idsert (directeur Bionext) heeft het volgende opiniestuk geplaatst op de website van Bionext’.
Helaas is dat tot op heden nog niet het geval, het meest actuele bericht is van 1 november. [Update 21.05 uur: ik heb blijkbaar niet op zitten letten de laatste tijd, want precies een week geleden, op maandag 29 oktober, verscheen al ‘Gezond, eerlijk en duurzaam met agro-ecologische landbouw en voeding’.] Maar dat maakt niet uit; dankzij Biojournaal
komen we zijn opinie zo ook te weten, en die liegt er niet om:
‘Hoera, steeds meer mensen ontdekken duurzaamheid. Zelfs mensen die tot nu toe het woord niet eens konden spellen, zoals de heer Livestro in de Volkskrant van 19 oktober. Alleen, de definitie wordt zo verhaspeld en hineininterpretiert dat duurzaamheid opeens erg goed past bij de eigen vastgeroeste ideeën en belangen. Zo krijgt oud en achterhaald beleid opeens kans op een tweede leven. Vanaf begin september woedt een hevige discussie over de definiëring van duurzaamheid en gezondheid ten aanzien van landbouw en voeding. Het tandem Dijkhuizen-Fresco staat op de barricade voor de intensieve landbouw onder het mom van het voeden van de wereldbevolking. En de plofkip zou nog duurzaam zijn ook. Oud-politici als Ormel (CDA) en Livestro (VVD) ondersteunen deze zienswijze en vragen om een radicale keuze van de nieuwe regering ten gunste van de intensieve landbouw. Volgens Ormel is de plofkip nog gezonder ook, omdat ze nooit buitenkomt.
Je vraagt je af waarom verstandige mensen onzinnige dingen zeggen. Plofkip gezond? Even de antibiotica en de ESBL-bacteriën vergeten? De wereldbevolking voeden? Als de intensieve landbouw en levensmiddelenindustrie de afgelopen 50 jaar niet in staat is geweest de honger de wereld uit te helpen, dan gaat dat de komende 50 jaar ook niet lukken. Om de doodeenvoudige reden dat dit helemaal het doel is niet van de levensmiddelenindustrie en hun aandeelhouders: die willen boven alles geld verdienen. In het Westen bereikt 50% van wat geteeld wordt de mond niet; wel de afvalbak. Er is dus voedsel genoeg. Zelfs zoveel dat we ons er klem aan eten.
Half september verscheen een alarmerend Amerikaans rapport. Hierin wordt becijferd dat in 2030 50% van de Amerikaanse bevolking obesitas heeft. De obesitasgerelateerde gezondheidskosten zullen toenemen van 19 miljard naar 63 miljard per jaar. De economische schade van obesitas gaat oplopen naar 500 miljard dollar. Burgemeester Bloomberg van New York haalt zich de woede van de levensmiddelenindustrie op de hals in zijn strijd tegen de oversized literbekers frisdranken in bioscopen. Dat laat zien dat omzet belangrijker is dan gezondheid. Sommige bedrijven zullen hun verantwoordelijkheid wel willen nemen, maar de markt is een tredmolen waar ze niet makkelijk uit kunnen. Toch zijn het fundamenteel ombuigen van het voedingsgedrag, de manier waarop we de voedselmarkt werkt, en objectieve voorlichting en educatie van de consument en de gezondheidszorg, essentieel om op een ander spoor te komen. Proberen óns voedingspatroon als norm te propageren voor toekomstige generaties en ontwikkelingslanden en daarop de oplossingen te baseren, is niet alleen een vorm van wetenschap-onwaardig denken maar ronduit onverantwoordelijk.
Misschien past de Nederlandse wetenschappers iets meer bescheidenheid en veel meer toekomstvisie. Het is bepaald niet hosanna voor de westerse eetstijl, zoals de immer stijgende gezondheidskosten aantonen. Veel beter zou het zijn om onze kennis over de ontsporing van ons eetgedrag om te zetten in vernieuwend landbouw- en voedingsbeleid. Dáár hebben we de wetenschap voor nodig. Gebaseerd op natuurlijk evenwicht in de landbouw en gezonde voeding op het bord.
Het zijn onze vanzelfsprekendheden die moeten veranderen om gezond, duurzaam en eerlijk te eten. Om te beginnen met normale prijzen voor de boer, wat ook in Nederland bepaald geen vanzelfsprekendheid is. Vanuit een landbouwsysteem dat balans houdt tussen productie en ecologie. Duurzaam gaat niet alleen over energieverbruik, zoals Fresco & Co ons voorhouden, maar ook over bijvoorbeeld biodiversiteit, schoon water, bodemvruchtbaarheid, diervriendelijkheid, uitputting van grondstoffen, grondgebruik in ontwikkelingslanden voor ons veevoer, fair trade en natuurlijke kringlopen. Ook dat bepaalt onze kwaliteit van leven. Als we kunnen voorkomen dat ook de opkomende economieën massaal overschakelen op onze ziekmakende snackcultuur en wij ook zelf de oorzaken ervan inzien en daarnaar handelen, dan kan de echt duurzame agro-ecologische landbouw, zoals biologische landbouw, met gemak de wereldbevolking voeden.
Bavo van den Idsert
Directeur Bionext’
Mooie vondst: Fresco & CO! Biojournaal laat in dit kader
vandaag ook de stem van bd-boer Wouter Kamphuis horen, in ‘Wouter Kamphuis reageert op uitspraken Louise Fresco: “Verdere industrialisering landbouw zal niet de oplossing bieden”’:
‘Wouter Kamphuis heeft in de pakketbrief van het biologisch-dynamisch tuinbouwbedrijf ’t Leeuweriksveld uit Emmen het onderstaande stukje geschreven over Louise Fresco: “Landbouwwetenschapper Louise Fresco heeft onlangs een boek gepubliceerd, getiteld ‘Hamburgers in het paradijs’ en naar aanleiding daarvan komt ze op dit moment veel in de publiciteit. Ik heb het boek nog niet gelezen, maar ik wil toch op een paar punten reageren die in de recensies en interviews met haar telkens genoemd worden, en die mij raken: Fresco koestert de moderne Nederlandse landbouw als ‘één van de laatste maakindustrieën die ons land nog rijk is’. Landbouw als maakindustrie? Denk daar eens even op door: aarde, plant en dier worden volledig ondergeschikt gemaakt aan menselijke belangen en uitsluitend als dingen gezien, die we volledig naar onze hand mogen, nee als gevolg van de economische concurrentie moeten zetten.”
“Landbouw is, denk ik, iets wezenlijk anders dan industrie. Ik zou het meer omschrijven als: het verzorgen van het leven van planten, dieren en de aarde zelf, uit dankbaarheid voor het feit dat wij óns leven, ons hele bestaan aan de aarde, de planten en de dieren te danken hebben... Dat dit verzorgingswerk vervolgens weer voedsel voor ons oplevert, is meer een gelukkige bijkomstigheid...”
“Fresco ziet de moderne industrielandbouw als een succesverhaal. Nooit in de geschiedenis zijn wereldwijd zoveel monden gevoed als nu, en nooit in de geschiedenis waren zoveel mensen vrijgesteld van de noodzaak om in de landbouw te werken. Zonder twijfel waar. Maar ook nooit in de geschiedenis waren er zoveel mensen die honger leden (meer dan één miljard) terwijl er tegelijkertijd zoveel voedsel verspild werd (30-40% van de wereldvoedselproductie gaat verloren; er is dus nu al meer dan voldoende om iedereen te voeden...) Niet verdere industrialisering van de landbouw zal de oplossing bieden, maar een nieuwe eigendomsvorm, die de boer in staat stelt om weer werkelijk verzorger van de aarde te worden.”
Wouter Kamphuis
Voor meer informatie: www.leeuweriksveld.nl’
Op 1 november maakte de website van Bionext bekend dat het ‘Aantal
bio-producten in supermarktschap sterk toegenomen’ is:
‘Supermarkten spelen in op de groeiende vraag naar biologische producten. Gemiddeld liggen er nu 141 producten in het schap, een toename met 22 procent ten opzichte van 2011. Dit blijkt uit de Ekotellingen die vandaag bekend zijn gemaakt (zie www.ekotellingen.nl). PLUS is winnaar van de tellingen met gemiddeld 365 biologische producten in het schap. Bij PLUS kun je als bio consument dus elke dag iets nieuws proberen. Biologische speciaalzaken, zoals de EkoPlaza’s en de Natuurwinkels, zijn overigens niet meegenomen in de tellingen. Het assortiment is daar nog vele malen groter.
De halfjaarcijfers van de Monitor Duurzaam Voedsel 2012 lieten onlangs een forse omzetgroei zien in het duurzame, faire en diervriendelijke segment van 23,4%. Van al het “duurzame voedsel” is bijna de helft gecertificeerd biologisch. Bavo van den Idsert, directeur Bionext: “Kennelijk maakt biologisch veel verwachtingen waar van al die mensen die op zoek zijn naar lekker, diervriendelijk, duurzaam en gezond voedsel. Dat is een enorm compliment voor de biologische boeren en de bereiders die zich elke dag in zetten voor een smakelijk en puur product.”
In de komende jaren wil de biologische sector de verwachtingen van de consument nog beter inlossen, door extra duurzaamheidsinspanningen te doen bovenop de Europese regelgeving voor biologische voeding en landbouw. Hierbij valt te denken aan het verder terugdringen van het energie- en watergebruik, afbreekbare verpakkingen, logistiek en sociale aspecten.’
Hoe staat het eigenlijk met de Natuurwinkels? Ook hierover
had Biojournaal een bericht, op 30 oktober, getiteld ‘Overleg over toekomst GooodyFooods. Wessanen Benelux legt focus op één franchiseformule: Natuurwinkel’:
‘Wessanen Benelux, de grootste leverancier van biologische voeding in de Benelux, scherpt haar strategie aan om in de toekomst nog beter in te kunnen spelen op marktontwikkelingen.
De biologische markt is een groeiende markt waarin Wessanen Benelux een voorname plek inneemt als totaalleverancier. Om een sterke speler in deze zich snel ontwikkelende markt te blijven, brengt Wessanen Benelux focus aan om slagvaardiger te kunnen blijven opereren.
Wessanen Benelux heeft hierbij besloten zich te richten op één franchiseformule, namelijk Natuurwinkel. Een sterke winkelformule die al twintig jaar bestaat en met de onlangs ingezette refresh operatie, klaar is voor de toekomst. In goed overleg wordt samen met de GooodyFooods ondernemers gekeken naar de toekomst van deze franchiseformule.
Met een breed assortiment biologische droge kruidenierswaren en versproducten is de onderneming de grootste totaalleverancier in de Benelux. Met sterke eigen merken als Zonnatura, De Rit en Ekoland, en (exclusieve) distributiemerken levert Wessanen Benelux dagelijks aan zowel supermarkten als natuurvoedingswinkels. Zo maakt Wessanen Benelux biologisch bereikbaar voor iedere consument.
Franchiseformule Natuurwinkel
Natuurwinkels bieden het ruimste assortiment eerlijke, biologische producten, binnen een eigentijdse en inspirerende winkelomgeving. De Natuurwinkel richt zich op een brede doelgroep. Naast een loyale groep van biologisch bevlogen consumenten voelen ook lichtgroene en nieuwe consumenten zich thuis in de Natuurwinkel, juist omdat ambachtelijkheid wordt gecombineerd met eigenheid en eigentijdsheid.
Bevlogen en passievolle ondernemers vormen samen met de natuur de basis voor de Natuurwinkel-formule. De formule gelooft dat de beste producten van de natuur en de eigenheid van de lokale ondernemer samen zorgen voor een eigentijdse, inspirerende en persoonlijke winkel.
Over Wessanen Benelux Wessanen Benelux brengt met 30 jaar ervaring een totaal assortiment van biologische voeding op de markt. Dit doet zij enerzijds door sterke eigen merken neer te zetten, zoals Zonnatura, De Rit, Ekoland, LunaeTerra, Molenaartje en Whole Earth. Anderzijds opereert Wessanen Benelux als groothandel voor supermarkten en natuurvoedingswinkels. Wessanen Benelux exploiteert tevens de eigen franchiseformule Natuurwinkel. De eigen merken van Wessanen zijn te vinden in nagenoeg alle 460 natuurvoedingswinkels en in alle grote supermarkten in Nederland. Natudis, Foodprints en Kroon Biologische Verswaren zijn onderdeel van Wessanen Benelux. Wessanen Benelux maakt op haar beurt onderdeel uit van Royal Wessanen nv.’
Exit GooodyFooods dus. Ach, als ik nu toch bezig ben met
exits, mogen deze berichtjes er ook nog wel bij. Op 4 september lieten we boer
Willem bij het tv-programma ‘Boer zoekt vrouw’ (en in zijn geval dus ‘boer
zoekt man’) achter in ‘Kuip’, toen hij 57 brieven had gekregen. Sindsdien is er wel het een en ander gebeurd. Bij 11 september lezen we op de website van dit programma: ‘Deze mannen gaan met Willem op
dagdate’:
‘Boer Willem is met tien briefschrijvers op speeddate geweest. Uit deze tien heeft hij vijf heren gekozen die hij graag beter wil leren kennen op de dagdate. Dat zijn Klaas, Eelco, Jacob, Jurjen en Ed geworden.’
Op 12 september was het ‘De mannen van Willem hebben zin in
de dagdate’:
‘Jurjen: “Na zo’n hele lange speeddate hoop ik dat we volgende week iets actiefs gaan doen.” Jacob: “Lekker bewegen en dan iets wat voor Willem niet gewoon is.” Ed: “Ja, en waar wij hem dan doorheen moeten slepen.”’
Op 13 september volgde ‘Waar gaat de dagdate van Willem
heen?’
‘Willem gaat met zijn vijf favoriete briefschrijvers op dagdate. De boer gaat met zijn mannen ijzer bewerken. Je ziet het zondag 16 september om 20.20 uur op Nederland 1.’
Op 14 september toonde een video ‘Hoe
kijkt Ed terug op zijn ontmoeting met Willem?’
‘Ed was één van de vijf mannen die met boer Willem op dagdate is geweest. Hier eindigde het avontuur voor Ed, want hij werd niet uitgenodigd om te komen logeren op de boerderij. Hoe kijkt Ed terug op zijn ontmoeting met Willem?’
Op 16 september was het de vraag: ‘Wie
komen er logeren op de boerderij?’
‘De boeren zijn met vijf briefschrijvers op dagdate geweest. Slechts drie mannen of vrouwen kunnen komen logeren volgende week. Wie zien we terug op het erf? (...)
Voor Willem was de dagdate een belangrijke dag. Het lijstje wat hij in zijn hoofd had voordat hij aan deze dag begon, zag er toch wel even wat anders uit op zijn moment van kiezen. Uiteindelijk worden het Klaas, Jurjen en Jacob die volgende week op zijn zorgboerderij komen logeren.’
Dezelfde dag was deze video te zien: ‘Willem
nodigt drie mannen uit op zijn boerderij’. Op 21 september gevolgd door ‘Willem
verheugt zich op de logeerweek’:
‘Willem ontvangt vandaag Jacob, Jurjen en Klaas voor de logeerweek. Deze boer kijkt erg uit naar hun bezoek en denkt dat de heren zich goed zullen vermaken op zijn bedrijf.’
Een week later, op 28 september, werd ons deze ‘Kijk
rond op Willems zorgboerderij’ gegund:
‘Boer Willem geeft een rondleiding over het erf. Hij werkt bij een gemengd biologisch dynamische zorgboerderij in Gelderland.
Hoe werkt het?
Houd je muis ingedrukt, versleep het beeld en bepaal zo zelf wat je ziet. Alleen op een desktop kun je optimaal gebruik maken van deze 360 graden camera.’
We maken een sprong van ruim twee weken, want 15 oktober
stond in het teken van ‘Willem
en de mannen maken een avondwandeling’:
‘Jacob heeft de boerderij verlaten en Willem heeft alleen Jurjen en Klaas nog te logeren. Na een dag hard werken gaan de heren ’s avonds nog even een wandeling maken.’
Op 18 oktober was er een ‘Interview
met Jacob’:
‘Jacob heeft afgelopen zondag de boerderij van Willem verlaten. Fans konden vervolgens vragen stellen aan hem. Wij legden een selectie aan hem voor.’
Op 26 oktober was het volgende slachtoffer bekend: ‘Jurjen
blikt terug op de logeerweek bij Willem’:
‘Willem koos afgelopen zondag voor Klaas en dat betekende dat Jurjen de boerderij moest verlaten. Iets wat hem niet koud liet, want Jurjen begon aardig gesteld op Willem te raken. Hij vertelt hoe hij zijn Boer zoekt Vrouw-avontuur beleefd heeft en hoe het nu met hem gaat.’
Het laatste wapenfeit was op 1 november, ‘Interview
met Jurjen’:
‘Afgelopen zondag heeft Willem de knoop doorgehakt en voor Klaas gekozen. Jurjen verliet de boerderij, waarna fans van Boer zoekt Vrouw vragen aan hem konden stellen. Wij legden een selectie aan hem voor, zijn antwoorden lees je hier.’
Die rondblik op de bd-zorgboerderij met een 360 graden
camera brengt me op een eerder item met panoramafoto’s. Weet u nog van ‘Zien’ op 3 juli 2008? Nee, natuurlijk niet. Maar ik wel! Ik
was pas twee maandjes met deze weblog bezig. Ik had het over bd-landbouw en
fotomateriaal daarbij:
‘Als we dan toch naar ouder materiaal aan het kijken zijn, dan weet ik nog wel wat. En dat is dan echt speciaal. We schrijven het begin van het jaar 2005, of eigenlijk, de winter van 2004. Iwan Baan heeft destijds een fotoreportage gemaakt voor een speciale uitgave van Motief over biologisch-dynamische landbouw. Dat weet ik nog heel goed, want daar was ik nauw bij betrokken. Hij kwam me toch met mooie foto’s aanzetten! Maar dat wist ik eigenlijk wel, want hij is wat je noemt een topfotograaf. Kijk maar eens op zijn website, wat hij allemaal doet en voor wie hij werkt.
Gelukkig heeft hij een groot aantal van die foto’s voor Motief ook op zijn website gezet. En daarmee is de bd-landbouw prachtig in beeld gebracht. Je kunt er naar blijven kijken. Ik zal er verder niet veel over zeggen. Alleen dat dit nog maar in de winter was. Kun je nagaan hoe het er in de andere seizoenen uit kan zien.’
Wat wil het toeval nu? Nou ja, natuurlijk helemaal geen
toeval. Gisteravond om tien uur verscheen dit bericht van Mirjam Remie op de
website van NRC Handelsblad, ‘Nederlandse
fotograaf Iwan Baan over zijn veelbesproken New York Mag cover’ (u moet
vooral op de link klikken, dan komt er iets heel bijzonders tevoorschijn):
‘Morgen ligt-ie pas in de winkel, maar deze adembenemende cover van New York Magazine is virtueel de wereld al rond gegaan. Op Twitter kunnen de oh’s en ah’s niet op. De veelbesproken foto is afgelopen woensdag gemaakt door de Nederlandse fotograaf Iwan Baan. Hij vertelt aan nrc.nl hoe de foto tot stand kwam.
Zo ziet dat er dus uit, the city that never sleeps in duisternis gehuld, schreef Mashable. Door de stroomuitval als gevolg van orkaan Sandy is een groot gedeelte van New York geheel donker – zo’n zevenhonderdduizend mensen zitten nog zonder stroom. De gevolgen daarvan zijn op de foto goed te zien: een door licht en duisternis gescheiden New York.
eckspeck Patrick Eckert “The City and the Storm” – Wow, this week’s NY Magazine cover. Just wow. http://t.co/jfIwSqmX 12 uur geleden
RichMartell Rich Martell Amazing cover of NY magazine... http://t.co/tQLafuS7 11 uur geleden
‘Toevallige samenloop van omstandigheden’
De foto kwam tot stand door een toevallige samenloop van omstandigheden, vertelt Iwan Baan aan de telefoon vanuit Haïti. Gewoonlijk zit hij om de twee à drie dagen op een andere plek in de wereld, maar toen hij vorige week zondag in New York landde had hij voor het eerst in maanden pas een week later een vlucht. Hij had dus even de tijd in de stad waar Sandy flink zou huishouden.
“Het was een vreemde ervaring, in een donker Manhattan te zitten zonder communicatie. Dinsdag was het heel stil in Manhattan. Er was nauwelijks verkeer; er was geen openbaar vervoer en er waren geen taxi’s. Alle bruggen en tunnels waren dicht, je kon niet weg. Er waren alleen lopende mensen op straat.”
Baan had een auto gehuurd. Uit voorzorg, vertelt hij, want de vooruitzichten waren vrij ernstig. Die zou hij woensdagochtend kunnen ophalen, maar bij het verhuurbedrijf zeiden ze dat ze nog maar één auto hadden, die bovendien tweeduizend dollar par week kostte. De prijzen schoten omhoog, maar Baan stapte toch in de taxi naar JFK airport, waar de auto zou staan. “Het duurde 3,5 uur om daar te komen. Alles stond vast.” In de loop van de middag kreeg hij na veel onderhandelen de auto mee.
“Tien minuten later belde New York Magazine op. Ik werkte wel vaker voor ze. Ik had ze twintig seconden aan de lijn en toen viel de verbinding weg. Ik verstond alleen iets met een helikopter. Toen dacht ik: ja, dat moet ik doen.”
Baan vliegt voor zijn werk een aantal keer per jaar over Manhattan. Zodoende wist hij een piloot te regelen die wilde vliegen (na wat gedoe – de enige beschikbare piloot zat op Long Island, ver van New York).
“We hebben een klein uur boven New York gevlogen. Het was doodstil in de lucht, waardoor we heel hoog boven de stad konden vliegen. Ik kon van 2,5 kilometer foto’s maken. Daardoor hadden we een zinnig perspectief, waardoor je de scheiding tussen licht en donker heel goed kunt zien. Ik wist zeker dat het een van die foto’s zou worden, het was zo bijzonder om boven de stad te vliegen. Maar ik wist niet dat de foto zo’n impact zou maken.”
treybarrineau Trey Barrineau Breathtaking NY Mag cover of a darkened Manhattan after #sandy http://t.co/BubZKQYK 2 uur geleden
New York Magazine twijfelde niet
Ook New York Magazine hoefde niet lang na te denken over de keuze van de coverfoto. Maar dit nummer maken was allerminst gemakkelijk, schrijft het blad in een redactioneel. Het tijdschrift bleek niet voorbereid op een orkaan zoals Sandy; de redactie ligt in het gedeelte van New York dat zonder stroom kwam te zitten en ook back-up servers in New Jersey waren moeilijk bereikbaar.
De eerste uitdaging was het traceren van redactieleden, de ochtend nadat Sandy met geweld over de stad raasde. Daardoor zaten sommige redactieleden zonder telefoon en zonder internet. Uiteindelijk is er in een geïmproviseerde redactieruimte in 72 uur een tijdschrift gemaakt. Gelukkig was er één aspect dat niet moeilijk was.’
Als ik het over NRC Handelsblad heb, kan ik ook wel over
nrc.next beginnen. Of beter: ‘next.checkt:
“De Triodos Bank investeert het geld duurzaam”’. Dat deed Wilmer Heck
tenminste op 29 oktober, over deze bewering van ‘De
bank op de eigen website’:
‘“Half waar”, was vorige week de conclusie over de claim door de ASN Bank dat het geld van spaarders en beleggers duurzaam wordt geïnvesteerd. Bijna vanzelfsprekend kwam er daarna een verzoek binnen, van Francis Herbers uit Nijmegen, om ook de duurzaamheid van concurrent Triodos Bank te onderzoeken. Die bank claimt het geld van spaarders en beleggers eveneens duurzaam te investeren. next.checkt bekijkt dus of dat waar is.
Interpretaties
“Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die voorziet in de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties te beperken om in hun eigen behoeften te voorzien.” Dat is althans duurzaamheid volgens de Verenigde Naties. Maar de ASN Bank gebruikt een bredere definitie, waar ook een ideaal als een wapenvrije wereld en respect voor de mensenrechten onder vallen. Ook bij de investeringen door de Triodos Bank bekijken we daarom of die in bredere zin als “duurzaam” kunnen worden beschouwd.
En, klopt het?
Van de 2,8 miljard euro aan Triodos-kredieten kwam volgens het jaarverslag over 2011 het grootste deel terecht in de sectoren “milieu” (49 procent), “sociaal” (28 procent), “cultuur” (12 procent), “gemeente” (6 procent) en “overig” (5 procent).
Bij milieu gaat het om investeringen in duurzame energie, duurzaam vastgoed, natuurvoeding, biologische landbouw, natuurbehoud en milieutechnologie (bijvoorbeeld kringloopbedrijven). Onder sociaal vallen sociale woningbouw, zorginstellingen en integratieprojecten voor mensen met een handicap.
Via cultuur kunnen onderwijsinstellingen, culturele centra, meditatiecentra en religieuze groeperingen rekenen op financiering.
De oprichters van de Triodos Bank lieten zich eind jaren zeventig onder andere inspireren door de antroposofie en gedachten over de rol van geld door filosoof Rudolf Steiner. Meditatie speelt een belangrijke rol in de antroposofie en ook de alternatieve geneeskunde kan in de sector “sociaal” rekenen op steun van de Triodos. De bank investeert onder meer in Weleda, producent van antroposofische en homeopathische medicijnen.
Van de vijf procent van het geïnvesteerde spaargeld onder “overig” gaat een deel naar particuliere “duurzame” hypotheken. Voor Nederland houdt dat in dat tijdens het adviesgesprek over de hypotheek het verduurzamen van de woning ter sprake wordt gebracht. In België worden hypotheken verstrekt voor duurzame huizen of woningen met een laag energieverbruik.
Over de duurzaamheid van de in Nederland verstrekte hypotheken valt dus te twisten, maar die maken slechts een klein percentage uit van het totaal geïnvesteerde bedrag. Investeringen in meditatiecentra of homeopathische geneesmiddelen vindt misschien ook niet iedereen duurzaam. Maar in het algemeen kan volgens ons worden gesteld dat het geld van spaarders bij de Triodos Bank duurzaam wordt geïnvesteerd.
Duurzamer dan bij de ASN Bank bijvoorbeeld, waar bijna de helft van het spaargeld door moederbedrijf SNS Bank wordt gebruikt om er doodnormale hypotheken van te verstrekken. Dat woog zwaar in het oordeel over de ASN, omdat bij die bank veel meer wordt gespaard dan belegd. Bij de Triodos Bank is dat anders. In de 20 beleggingsfondsen van de bank hebben beleggers 2,1 miljard euro gestoken. Dat is meer dan in de fondsen bij de ASN (1,3 miljard euro) en komt in de buurt van het bedrag dat de Triodos Bank met vooral spaargeld investeert (2,8 miljard euro).
Een belangrijke vraag is dan ook hoe het met de duurzaamheid van de Triodos-beleggingsfondsen staat. Het antwoord is: over het algemeen goed. Het geld wordt onder andere belegd in microfinanciering, duurzame energie, biologische landbouw, culturele instellingen en duurzaam vastgoed. Er is maar één sector waar vraagtekens bij te stellen zijn. Triodos Bank biedt ook de mogelijkheid te beleggen in beursgenoteerde ondernemingen via de vier Triodos Sustainable Funds. Daarin hebben beleggers 415 miljoen euro geïnvesteerd. De fondsen kopen aandelen van bedrijven als Nokia, BMW, Unibail Rodamco (vastgoed), Coca Cola, Google, ING en Rabobank. Dit zijn bedrijven die in hun sector bovengemiddeld presteren op sociaal- en milieubeleid.
Maar op de duurzaamheid van deze ondernemingen valt toch vaak nog wel wat aan te merken. Dat blijkt als we kijken naar de twee Nederlandse banken in de portefeuille, ING en Rabobank. Die worden door de Eerlijke bankwijzer, van onder andere Milieudefensie, Amnesty International en Oxfam Novib, beschouwd als de “hogere middenmoters” ten opzichte van hun internationale concurrenten. Dat neemt niet weg dat de ING ondermaats scoort op “dierenwelzijn”, “gezondheid” en “klimaatverandering” en investeert in enkele omstreden wapenbedrijven. De Rabobank scoort onvoldoende op “dierenwelzijn”, “gezondheid” en “natuur”.
Conclusie
Het spaargeld wordt door de Triodos Bank over het algemeen duurzaam geïnvesteerd. Er zijn vraagtekens te stellen bij de duurzaamheid van de in Nederland verstrekte hypotheken, maar die maken slechts een klein percentage uit van het totaal geïnvesteerde bedrag. Investeringen in meditatiecentra of homeopathische geneesmiddelen vindt misschien niet iedereen duurzaam, maar ook hier gaat het, verhoudingsgewijs, om bescheiden bedragen. Ook de beleggingsfondsen investeren meestal duurzaam. Alleen de vier fondsen die aandelen kopen van beursgenoteerde bedrijven scoren wat minder goed. Zij investeren bijvoorbeeld in banken als de ING en de Rabobank. Die scoren internationaal gezien wel bovengemiddeld op duurzaamheid, maar volgens de Eerlijke bankwijzer valt er nog heel wat te verbeteren. Al met al beoordelen wij de bewering van de Triodos Bank dat het geld van spaarders en beleggers duurzaam wordt geïnvesteerd als grotendeels waar.’
Nou, dat is duidelijke taal. Dan heb ik vandaag tot slot nog
een ander financieel bericht. We schrijven woensdag 24 oktober, op de website
van de NOS is te lezen dat een ‘Terpdorp bij Meppel te koop’ is:
‘In Nederland staat het grootste deel van een dorp te koop of te huur. Het is in Hamingen, een terpdorp bij Meppel. Het gaat om drie vroegere boerderijen en een school. Ze worden momenteel gebruikt voor de eerste opvang van verslaafden. De betrokken zorgorganisatie verhuist eind maart naar een andere locatie. Eigenaar Non Nobis is via een advertentie op zoek naar een nieuwe eigenaar of huurder.
Veel reacties
Non Nobis geeft de voorkeur aan huurders, maar als dat niet lukt wordt alles te koop aangeboden voor 1,35 miljoen euro. Volgens de huidige eigenaar zijn er al veel reacties gekomen op de advertentie. Non Nobis is niet bang dat verkoop moeilijk wordt door de malaise op de huizenmarkt. “Wat we te koop aanbieden, is natuurlijk iets heel unieks. En voor een instelling is het natuurlijk een kans die je maar eens in je leven krijgt.”
Het bestaan van Hamingen wordt het eerst genoemd in geschriften uit 1486. Op dit moment telt het terpdorp zes gebouwen waar veertig mensen wonen.’
Er is ook een audiobestand bij dit bericht, ‘Dorp te koop:
1,4 miljoen’:
‘Een groot deel van het kleine dorpje Hamingen, vlak bij Meppel, staat in één keer koop. Jaap de Boer van Non Nobis is eigenaar van de vier gebouwen die te koop staan.’
De naam Non Nobis doet meteen een belletje rinkelen. Die
organisatie werd al op 8 juli 2009 genoemd in ‘Overname’, maar kwam uitvoeriger aan bod op 18 oktober 2010
in ‘Niet voor ons’. Ook de naam Hamingen is vertrouwd: ik moet
onmiddellijk denken aan ‘Kunt u ons de weg naar Hamingen vertellen?’, de reportage
van Jacoline Vlaander in Motief nr. 32 van juli-augustus 2000 over ‘Arta –
verslavingszorg op antroposofische grondslag’:
‘Arta is het enige antroposofische afkickcentrum in Nederland. In 1971 opgericht, heeft het in de loop van de tijd successen geboekt die ook in het niet-antroposofische circuit opvallen. Alleen die mensen worden geholpen, is de filosofie, die zelf willen én volhouden. “Een karmisch eindexamen” noemt een van de bewoners zijn verblijf op Arta. “Als ik hier goed doorheen kom, ben ik geslaagd.”’
Op 24 oktober meldde het Dagblad van het Noorden, ‘Hamingen, mysterieus dorp bij Meppel in de verkoop’:
‘Hamingen staat te koop, een rustiek terpdorpje in het Staphorster veld, dicht bij Meppel. Vier strak onderhouden boerderijen zijn al vele jaren in gebruik als onderdak voor verslaafden. Maar de Lievegoed Zorggroep, die de panden huurt van de ideële stichting Non Nobis, verhuist in 2014 naar een nieuwe accommodatie in Appelscha.
Non Nobis wil de boerderijen met erven (die bijna het complete dorp uitmaken) het liefst verkopen of verhuren aan “woongroepvorminge initiatieven”. Maar ook particulieren komen in beeld. De vraagprijs voor de vier boerderijen bedraagt 1.350.000 euro.
Morgen een uitgebreide reportage in Dagblad van het Noorden over een bijzonder dorpje.’
Op 2 november volgde ‘Enorme belangstelling voor koop/huur dorp Hamingen’:
‘Honderden belangstellenden hebben zich gemeld voor het dorp Hamingen dat bijna in zijn geheel te koop staat. “Een onvoorstelbaar grote interesse”, zegt Jan Willem Andriessen, directeur van Redres.nl, erfgoedspecialist in de verkoop van bijzondere projecten.
Woongroepen, afkickklinieken en woongemeenschappen uit het hele land staan aan de poort van Hamingen. Een dorp dat een paar weken geleden nog een nagenoeg anoniem bestaan leidde in het Staphorster land, een paar kilometer van Meppel.
Lees er meer over in Dagblad van het Noorden van zaterdag.’
Al op 24 oktober wist het Algemeen Dagblad meer
bijzonderheden te melden in ‘Nederlands dorp te koop, vraagprijs: 1,35 miljoen’:
‘De stichting Non Nobis, die onroerend goed beheert voor ideële organisaties, biedt een bijna compleet dorpje te koop aan. De rustieke buurtschap Hamingen, in de Overijsselse gemeente Staphorst, gaat over de toonbank voor 1,35 miljoen euro, zo meldde de stichting woensdag. De koper krijgt er drie boerderijen plus erf, een wat moderner pand en een fraaie moestuin voor terug. Optioneel in de aanbieding: 6 hectare landbouwgrond.
Non Nobis zet de buurtschap in de etalage omdat de huidige huurder, een zorggroep die verslaafden opvangt, in 2014 vertrekt. “In één klap komen de meeste huisnummers van Hamingen vrij”, zegt Jaap de Boer van de stichting. Het dorpje is al eeuwen oud en ligt op een terp, om het te beschermen tegen het wassende water van het Meppelerdiep.
De Boer realiseert zich dat het in crisistijd niet eenvoudig is om een buurtschap in zijn geheel aan de man te brengen. “Maar een potentiële koper krijgt een kans die hij nooit meer krijgt.”’
Het best geïnformeerd was echter Eelco Kuijken van het
Reformatorisch Dagblad, die op 27 oktober schreef over ‘Hype Hamingen om halve waarheid: dorp niet helemaal te koop’:
‘“Normaal gesproken zie je hier alleen mensen op zondagmiddag als het mooi weer is. Moet je nu eens kijken.” Het complete dorp zou te koop zijn. De halve waarheid, verzonnen door een creatieve makelaar, zorgt voor een hype.
Een inwoner van Hamingen, een terpgehucht van zes boerderijen in de noordpunt van de gemeente Staphorst, kijkt de enige straat in. Er staat een fotograaf, een camper stopt, fietsers stappen af.
Makelaar Harry Spans van het bedrijf Het Betere Boerenerf uit Nieuwleusen bracht het verhaal als marketingstunt de wereld in toen hij de opdracht kreeg vier van de zes panden op de terp Hamingen te verkopen. Spans is gespecialiseerd in woonboerderijen. Vier van de zes is bijna alles en dus bedacht hij de slogans “Dorp te koop” en “Dorp te huur”. Hij maakte er zelfs een website bij: www.dorptekoop.nl.
Vorig jaar haalde de makelaar ook al het nieuws toen hij een koe schonk aan iedereen die een boerderij kocht. Media wisten niet hoe snel ze naar Hamingen moesten komen. Het gehucht beleefde de drukste week in zijn 525-jarig bestaan. Wie wil er geen burgemeester worden van zijn eigen dorp?
De werkelijkheid is minder spectaculair dan de krantenkoppen doen vermoeden. Het verhaal is namelijk maar half waar. Hamingen, een oeroude terp bij het Zwarte Water, telt officieel zes boerderijen en eigenlijk horen er nog twee huizen bij die net niet op de terp staan. Vier panden staan te koop, samen voor 1.350.000 euro.
In Hamingen is al ruim dertig jaar Arta Zorg, sinds 2000 Lievegoed Zorggroep, gevestigd. Op de terp worden veertien verslaafden op antroposofische wijze opgevangen in drie woonboerderijen en een huis. Hier brengen ze de eerste weken van hun afkickprogramma door.
De opvang van verslaafden vertrekt in 2014 naar Ravenswoud in Friesland. De panden voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd. Ook renovatie is te duur en dus verhuist Lievegoed over twee jaar, waardoor de gebouwen vrijkomen. “We wilden graag hier blijven, maar dan moeten de panden opgeknapt worden en daarover werden we het niet eens met de eigenaar”, zegt manager van Lievegoed, Harold Dijkgraaf.
Lievegoed Antroposofische Zorg huurt de vier gebouwen van de Stichting Non Nobis. Zij schakelde Harry Spans uit Nieuwleusen in, die de marketingstunt van zijn leven verzon. Non Nobis (niet voor ons) beheert en verhuurt onroerend goed aan instellingen die op een maatschappelijk verantwoorde wijze een betere samenleving nastreven. Lievegoed voldoet aan deze eis. Aan toekomstige huurders of kopers wordt die eis overigens ook gesteld.
Dijkgraaf, die al jaren met verslaafden in Hamingen werkt, verbaast zich over alle heisa. “Terwijl het feitelijk onzin is. Ik lees verhalen waarvan ik bijna van mijn stoel val. Feit is dat wij vertrekken en dat er vier panden te koop staan die gezamenlijk worden aangeboden.” Dijkgraaf is helemaal niet zo blij met alle aandacht. Zijn cliënten hebben rust nodig. “Gisteren stonden er cameraploegen en journalisten voor de deur. Gelukkig werden we van tevoren ingelicht.”
Harry Spans wrijft zich ondertussen in zijn handen. De media doken massaal op zijn verhaal. Betere en goedkopere reclame is er niet. “Vier van de zes huizen staan te koop”, nuanceert de makelaar. “We dachten: hoe kunnen we deze objecten in deze moeilijk tijd zo goed mogelijk in de markt zetten? De slogan ‘Dorp te koop’ werkt, want we worden platgebeld.”
Twee van die gegadigden zijn Bert van der Zee en zijn vrouw Herma Kamp uit Leeuwarden. Ze parkeren donderdagmiddag hun busje in Hamingen en wandelen door het rustieke gehucht. Afgekomen op het nieuws. “We zijn van re-integratiebureau B&P Request en zijn op zoek naar panden om te huren. Het is hier prachtig.”
Autochtone Hamingers staan niet te juichen bij de hype. “We hebben hier ons bedrijf en we zitten niet te wachten op deze heisa. Het gaat allemaal wat ver. Wij wonen hier ook en we zijn niet te koop”, meldt een inwoonster. “Verder heb ik geen commentaar.”
Een andere buurvrouw kan er wel om lachen. “Mijn man was kwaad, want ook wij zijn niet te koop. Maar nu denken we: Ach, waait wel over.”’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten