Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

zondag 13 juni 2010

Aanbevelingen

Het weekend van ‘Lekker naar de boer’ loopt ten eind. Tot nu toe heeft alleen De Telegraaf er een kort bericht over, ‘Biologische boeren zetten deuren open’:

‘Ongeveer 65.000 mensen hebben zaterdag en zondag een bezoek gebracht aan een van de 175 biologische boerderijen die dit weekeinde de deuren openzetten voor publiek. Dat schatte een woordvoerder van de organisatie Biologica, platform voor biologische landbouw en voeding, zondag na afloop.
De boerderijen lieten de bezoekers kennismaken met alle facetten van het bedrijf. Naast rondleidingen waren op sommige boerderijen ook markten georganiseerd of proeverijen en kinderactiviteiten.
De zegsman sprak van een “geslaagde dag. Het weer werkte ook mee.”’

Bij de foto is echter het volgende onderschrift geplaatst:

‘Op het land van Biologisch Dynamisch akkerbouw- en tuinbedrijf de Lepelaar in ’t Rijpje (St. Maarten) werd dit weekend onkruid verwijderd.’

Biologisch-dynamische landbouw in De Telegraaf! Dat vormt mooie publiciteit. En voor deze weblog is het ook mooi, want dit bericht hier betekent dat het vermeld wordt naast het artikel op de website van deze krant. Gisteren meldde ik nog het zevenhonderdste bericht in ‘Zevenhonderd’ en de tachtigduizendste keer dat een bezoeker hier vandaag of morgen langs zal komen. Dat kan met deze verwijzing dan opeens hard gaan...

Dan kan ik nog melding maken van een bericht op de website van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg. Eergisteren werd namelijk op ‘Antroposana Actueel’ dit bericht geplaatst, getiteld ‘Antroposofische zorg kostenbesparend’:

‘Met het recente onderzoek van Kooreman en Baars onder 150.000 Azivo-verzekerden is het vermoeden, dat antroposofische zorg kostenbesparend is, eindelijk wetenschappelijk bewezen. Patiënten die al langer ervaren hadden dat de door hen gewenste zorg kostenbesparend is, zien zich hiermee in het gelijk gesteld.

Gemiddeld 15% is de complementaire zorg goedkoper gebleken dan reguliere zorg. In de leeftijdscategorie van 75+ bedraagt de besparing op antroposofische zorg zelfs 25%. Significant!

Dit onderzoek levert een belangrijke bijdrage aan het streven naar kostenbeheersing in de zorg.

Lees meer:
Persbericht Antroposana 10-6-2010.pdf
Azivo_kostenvergelijking_8-6-2010.pdf
Summary onderzoek Kooreman en Baars.pdf
Artikel De Volkskrant 8-6-2010.pdf
Artikel Medisch Contact 8-6-2010.pdf

Ik meldde dit onderzoek hier al op dinsdag 8 juni in ‘Resultaat’. Maar bij Antroposana vindt u nu dus nog meer gegevens. En het persbericht van afgelopen donderdag (de eerste link hierboven) is getiteld ‘Grote kostenbesparing door antroposofische zorg’ en gaat zo:

‘De antroposofische gezondheidszorg is in veel opzichten kostenbesparend in vergelijking met de reguliere zorg. Met recent wetenschappelijk onderzoek is aangetoond dat dit vermoeden van Antroposana, landelijke patiëntenvereniging antroposofische gezondheidszorg, klopt.

Onderzoekers prof. Peter Kooreman, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit van Tilburg, en drs. Erik Baars, lector antroposofische gezondheidszorg aan Hogeschool Leiden, hebben aangetoond dat de kostenbesparing bij complementaire zorg gemiddeld 15% is ten opzichte van de reguliere zorg. Hiervoor is een verkennend onderzoek uitgevoerd onder 150.000 verzekerden van zorgverzekeraar Azivo. Dit onderzoek betreft antroposofische gezondheidszorg, homeopathie en acupunctuur.

De kostenbesparingen zijn het hoogst bij patiënten in de leeftijd van 75 jaar en ouder bij praktijken van antroposofisch werkende huisartsen. In de antroposofische gezondheidszorg wordt door ouderen € 400 per kwartaal minder gedeclareerd dan in de reguliere zorg, een besparing van maar liefst 25%. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door minder gebruik van reguliere geneesmiddelen en minder doorverwijzingen naar ziekenhuizen. Waar de reguliere zorg gemiddeld € 1337 per verzekerde van 75 jaar en ouder kost, is dit voor antroposofische zorg slechts € 1088.

Het is niet dat deze patiënten onvoldoende zorg krijgen. Patiënten van een complementair werkend huisarts hebben zelfs een iets hogere levensverwachting dan patiënten van reguliere huisartsen. Volgens de onderzoekers worden de verschillen veroorzaakt door ander gedrag van zowel patiënt als arts. Veelal gaan patiënten met een ernstige of chronische ziekte op zoek naar een behandeling, waarbij ze zelf iets aan hun gezondheid kunnen bijdragen. Juist deze groep patiënten komt vaak terecht bij een complementair werkend arts. Het aanspreken van het zelfherstellend vermogen van patiënten speelt hierbij een belangrijke rol. Of deze patiënten bewuster kiezen moet uit gedetailleerder vervolgonderzoek blijken, maar lijkt wel de hypothese.

Antroposana is verheugd over de resultaten van dit spraakmakende onderzoek. Dit onderzoek levert een belangrijke bijdrage aan het streven naar kostenbeheersing in de zorg. Hieruit blijkt dat ook in financieel opzicht een brede interesse in het veld van de antroposofische gezondheidszorg gerechtvaardigd is.

Patiënten, die al langer ervaren hadden dat de door hen gewenste zorg kostenbesparend is, zien zich hiermee in het gelijk gesteld.

Antroposana zal meewerken aan de verspreiding van de resultaten en conclusies van dit onderzoek en pleit er voor dat dit resultaat breder vertaald wordt; zowel in het bestaande zorgaanbod als in de ziektekostenverzekering.

Meer informatie over het onderzoek en Antroposana vindt u op www.antroposana.nl.
Lia Kemerink
directeur Antroposana’

Interessant is in dit kader het bericht van 31 mei over ‘Besparing in de zorg’ dat bij ‘Antroposana Actueel’ hier meteen onder staat:

‘Er wordt niet altijd doelmatig gewerkt in de zorg. Het komt voor dat onderzoeken dubbel worden uitgevoerd en mensen ervaren dat zij zonder noodzaak voor een vervolgafspraak naar een arts moeten.

Dat zijn resultaten uit de meldactie “Zuinig met Zorg” van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF), waarin zestienhonderd deelnemers hun inzichten gaven over mogelijke besparingen in de gezondheidszorg.

Klik op onderstaande link om het rapport te lezen (PDf in nieuw venster).
rapport meldactie zuinig met zorg.pdf

In dit goed leesbare rapport van twintig pagina’s is veel lezenswaardigs te vinden. Ik geef de laatste drie (de pagina’s 17 tot en met 19) van ‘Rapport meldactie Zuinig met Zorg NPCF 2010’ hier integraal weer, met daarin ‘Conclusies’ en ‘Aanbevelingen’:

‘5. Conclusies

Uit de meldactie blijkt dat de deelnemers veel ervaringen kunnen melden waarbij in de curatieve zorg kosten bespaard kunnen worden. Een behoorlijk deel, 14% van de deelnemers, heeft vaak meegemaakt dat de zorg onnodig of inefficiënt was, ruim de helft van de deelnemers (58%) heeft dit soms ervaren.

5.1 Patiënten ervaren onnodige consulten

Ongeveer 5% heeft vaak ervaren onnodig terug te moeten komen bij een zorgverlener. Nog eens 20% heeft dit soms ervaren. Wanneer gevraagd wordt naar ervaringen van anderen geeft 20% van de deelnemers aan ervaringen van anderen te kennen met onnodig terugkomen bij een zorgverlener.

Uit de ervaringen komen een aantal signalen naar voren:
– Door middel van zelfmanagement van patiënten zou het voor een deel van de chronische patiënten niet nodig zijn om regelmatig een bezoek te moeten brengen aan een arts.
– Herhaalrecepten kunnen prima via telefoon en/of e-mail worden afgehandeld. Dat geldt ook voor controleafspraken waarbij alleen mondelinge informatie (“kort praatje”, “eetgewoonte checken”) wordt uitgewisseld.
– Voor een deel van de patiënten is het niet duidelijk waarom een controlebezoek aan een arts nodig was. Mogelijk waren sommige bezoeken die hier zijn vermeld wel nodig, alleen was dat bij de patiënt niet duidelijk. Communicatie van zorgverlener naar patiënt is hierbij van groot belang.

5.2 Dubbele handelingen in de zorg

Er worden regelmatig dubbelen handelingen in de zorg ervaren. 5% ervaart dit vaak, 26% geeft aan soms dubbele handelingen te hebben ervaren. 17% van de deelnemers kent (ook) ervaringen van anderen met dubbele handelingen in de zorg. Uit ervaringen komen de volgende signalen naar voren:
– Er worden regelmatig onderzoeken en diagnostische handelingen dubbel gedaan. Diagnostische informatie lijkt vaak gekoppeld te zijn aan de zorgverlener in plaats van aan de patiënt. Het delen van diagnostische informatie tussen zorgverleners biedt mogelijkheden voor besparingen in de zorg.
– Patiënten krijgen te maken met een gebrek aan afstemming tussen artsen en daardoor versnipperde, tekortschietende diagnostiek. Beter overleg door zorgverleners onderling, zal de zorg voor mensen met comorbiditeit kunnen verbeteren en de kosten hierbij kunnen verminderen.

5.3 Doorverwijzing door zorgverleners kan efficiënter

Doorverwijzing in de zorg kan efficiënter. 4% van de deelnemers heeft vaak ervaring waarbij doorverwijzing efficiënter had gekund. Iets meer dan een kwart van de deelnemers (26%) dit soms ervaren. Een op de vijf (20%) van de deelnemers kent (ook) ervaringen van anderen waarbij zorg efficiënter had gekund.
– Belangrijkste signaal is een gebrek aan communicatie tussen zorgverleners. Hierdoor moeten patiënten regelmatig bij twee verschillende zorgverleners op consult komen, terwijl overleg tussen deze zorgverleners net zo goed of zelfs een betere oplossing was geweest.
– Uit de ervaringen komt de indruk naar voren dat er ook hier weinig met patiënten zelf wordt overlegd.
– Eigen regie en zelfmanagement kan ook hier een manier om kosten in de zorg te besparen. Wanneer patiënten beter worden geraadpleegd en meer worden betrokken in de gedachtegang van een zorgverlener, kan efficiënter worden doorverwezen.

5.4 Onnodige of onnodig dure zorg: medicijnen en taakdelegatie

Bij de vraag naar ervaringen met onnodige zorg of medicijnen geeft 4% van de deelnemers aan dit vaak te hebben ervaren en 21% van de deelnemers heeft soms ervaring met onnodige zorg of medicijnen. Onnodig dure zorg heeft 4% van de deelnemers vaak ervaren, en 14% van de deelnemers heeft dit soms ervaren. Nog eens 17% van de deelnemers kent ervaringen van anderen met onnodige zorg en 8% geeft aan ervaringen van anderen te kennen met onnodig dure zorg of medicijnen.

Belangrijkste signaal: veel deelnemers geven aan medicijnen mee te krijgen die ze lang niet allemaal kunnen gebruiken. Door beter en efficiënter voor te schrijven kan mogelijk veel geld worden bespaard.

5.5 Mogelijkheden om uitgaven in de zorg te verminderen

Bij de stellingen met de mening over mogelijke oplossingen voor besparingen in de zorg, komt “betere afstemming in de zorg” als belangrijkste oplossing naar voren. 77% van de deelnemers is het hier helemaal mee eens, nog eens 19% een beetje. Dit is nagenoeg de hele groep deelnemers.

Bij de andere oplossingsmogelijkheden zijn de meningen meer verdeeld.
– Goedkope geneesmiddelen wordt door driekwart (76%) van de deelnemers als goede oplossing beschouwd voor een verlaging van de kosten in de zorg. Slechts 20% is het hier niet mee eens.
– Ook vermindering van het inkomen van artsen in de zorg is volgens een groot deel van de deelnemers wel een oplossing voor tekorten in de zorg: tweederde (68% ) van de deelnemers is het hier (een beetje) mee eens. Een kwart van de deelnemers is het hier echt niet mee eens.
– Iets meer dan een derde van de deelnemers (39%) vindt het een oplossing als de premie voor de zorgverzekering ieder jaar verder omhoog zou gaan.
– Verhoging van de eigen betalingen heeft weinig draagvlak: slecht 18% geeft aan dat dit mogelijk een oplossing is. 80% is het hier niet mee eens.

De discussie in de media over de vraag of je zorggebruikers zelf kunt laten opdraaien voor de kosten die ze maken als gevolg van ongezond gedrag, heeft geleid tot drie stellingen over dit onderwerp.

Iets meer dan de helft van de deelnemers (53%) vindt dat mensen die kosten maken als gevolg van ongezond gedrag, deze kosten (in meer of mindere mate) zelf moeten gaan betalen. 22% is het hier echt niet mee eens.

Zorgverleners mogen eisen dat een patiënt meedoet aan een “gezond leven programma”, vindt 58% van de deelnemers. 29% van de deelnemers vindt dat een zorgverlener dit niet mag eisen.

Een zorgverzekeraar die een soortgelijke eis stelt aan verzekerden, krijgt minder bijval van de deelnemers. 38% van de deelnemers geeft aan dat een zorgverzekeraar als voorwaarde voor acceptatie mag eisen dat een verzekerde meedoet aan een “gezond leven programma”. Bijna de helft van de deelnemers (47%) vindt dat een zorgverzekeraar dit niet mag eisen.

6. Aanbevelingen

Uit ervaringen van patiënten blijkt dat er vanuit patiëntenperspectief veel mogelijkheden zijn voor besparingen in de zorg en dat veel patiënten zeker bereid zijn hieraan mee te werken. De meldactie geeft aan dat in de curatieve zorg regelmatig inefficiëntie wordt ervaren door patiënten. Bijvoorbeeld onnodige afspraken, dubbelingen, onnodige behandelingen en slecht afgestemde zorg. Inefficiënte zorg is onnodig duur maar leidt ook tot verlies van kwaliteit. Dat betekent dat er doelmatigheidswinst in de zorg mogelijk is waarmee tegelijkertijd kwaliteitswinst wordt geboekt.

In april 2010 zijn de brede heroverwegingen verschenen met daarin mogelijkheden voor onder andere bezuinigingen in de curatieve zorg. Voorstellen van ambtenaren en politiek gaan vaak in de richting van een kleiner verzekerd pakket en een hogere eigen bijdrage van patiënten.

Anders dan de adviezen van ambtelijke werkgroepen, signaleren ervaringsdeskundigen dat een sterk verbeterde organisatie van de zorg prioriteit moet hebben. Het is niet verantwoord om deze besparingsmogelijkheden te laten liggen. Ze verdienen een prominente plaats in alle bezuinigingsvoorstellen.

6.1 Veranderingen in de organisatie van de zorg noodzakelijk

Onderlinge afstemming tussen zorgverleners en het delen van (diagnostische) informatie zijn belangrijke voorwaarden om te komen tot meer doelmatigheid. Patiënten schatten “betere afstemming tussen zorgverleners” in als meest geschikte manier om kosten te besparen.

Dubbele diagnostiek moet voorkomen worden. Hierbij is het wel noodzakelijk dat dubbelingen in behandelingen niet helemaal te vermijden zijn, mede door het handhaven van veiligheidsmarges.

Ook moet er meer aandacht komen voor onderlinge consultatie: “betere communicatie tussen zorgverleners is goedkoper dan twee consulten”. Bovendien wordt voorkomen dat de patiënt van het kastje naar de muur wordt gestuurd en dat diagnostiek versnipperd plaatsvindt.

De ervaringen geven aan dat het loont om in de zorg kritischer te kijken naar het gebruik van richtlijnen. Er is reden voor meer dialoog hierover, zowel in de kring van zorgverleners als tussen zorgverleners en patiënten.

6.2 Regie bij de patiënt

Patiënten willen meer regie over de zorg die ze nodig hebben. Door de groeiende groep chronische patiënten, kan ook dit een behoorlijke kostenbesparing opleveren in de zorg. Bijvoorbeeld doordat de patiënt meer zelf doet (zelfzorgdossier). Ondersteuning hoeft niet altijd plaats te vinden door een arts. Taakdelegatie naar (specialistisch) verpleegkundigen kan mogelijk en gewenst zijn. Bijkomend voordeel is dat de patiënt zelf meer regie in handen krijgt en beter grip krijgt op het leven met een aandoening. Meer inzicht in de eigen situatie levert vaak betere naleving van voorschriften en adviezen en betere preventie waardoor gezondheidswinst geboekt wordt en ook kosten bespaard kunnen worden. Hiermee kan tevens de eigen verantwoordelijkheid van zorggebruikers wordt vergroot.

E-mailconsulten en telefonische consulten zijn in sommige gevallen een goed alternatief voor reguliere consulten. Patiënten geven aan dat een dergelijk alternatief goed mogelijk is als het gaat om herhaalrecepten of controleconsulten waarbij alleen korte mondelinge informatie uitgewisseld wordt.

Het verhogen van de eigen regie van patiënten vergroot waarschijnlijk de eigen verantwoordelijkheid van patiënten en levert daarmee meer besparing op dan het vergroten van het de eigen betalingen. Nog afgezien van het feit dat met name de groep mensen met een chronische aandoening de dupe zal worden van de verhoging van eigen betalingen.

6.3 Goedkope medicijnen is wenselijk

Over medicijnbeleid en de inkomsten van apothekers was het afgelopen jaar veel te doen. Uit de gemelde ervaringen blijkt dat patiënten best bereid zijn om goedkopere medicijnen te gebruiken en zelf mee te denken over de hoeveelheid medicijnen die nodig is. De regels en protocollen staan dit meedenken nogal eens in de weg. Bijvoorbeeld standaard grote hoeveelheden preventieve pijnmedicatie of een probeermedicijn meteen voor drie maanden meegeven, geeft aan dat er niet altijd goed wordt nagedacht over de efficiëntie. Patiënten kunnen medicijnen niet terugbrengen naar een apotheek en ervaren flinke verspilling die niet nodig was geweest.’

Die conclusies en aanbevelingen kan iedere zorgverlener dus in zijn zak steken.

2 opmerkingen:

Adri zei

Ha Michel,

Ik geloof dat ik nog 63 keer moet klikken om de 80.000 bezoeker te zijn. Dat ga ik toch maar niet doen.
Wel wil ik je er al vast mee feliciteren. En met je berichtgeving over de kostenbesparing van Antroposofische medicijnen zal het vast wel snel gaan. Dat moet toch de aandacht trekken!?

Groet,

Adri

oebele zei

Op 11 mei om 12.17uur kwam er op de weblog GeenStijl.nl een bericht hierover. Onder het motto nieuws is amusement komt er een scheld-karikatuur van (niet-)antroposofische zorg.
Ik volg deze blog veel en het valt mij op dat er altijd reaguurders op deze berichten zijn die het er niet mee eens zijn of het nuanceren.
Ook antroposofie in de pers.
Maar jou blog Michel lees ik eerst. Groeten en gefeliciteerd, Oebele

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)