Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

maandag 21 november 2011

Fenomenologie


AntroVista maakte gisteren het overlijden van Tom van Gelder bekend:
‘Op 16 november is Tom van Gelder (1953) plotseling overleden. Hij was al jaren ernstig ziek, maar het ging hem de laatste tijd juist heel goed.

Tom van Gelder was als bioloog opgeleid aan de universiteiten van Leiden en Wageningen. Na zijn studie heeft hij gewerkt in de natuurbescherming bij Staatsbosbeheer. Tegelijkertijd bekwaamde hij zich in de fenomenologie, o.a. bij het Louis Bolk Instituut.

Van 1989-2009 gaf hij les op de BD land- en tuinbouwopleiding Warmonderhof.

Een indruk van zijn werk kunt u krijgen op zijn omvangrijke website over fenomenologie, die hij in 2010-2011 ondanks zijn ziekte publiceerde. De inhoud is een weerspiegeling van zijn onderwijs en is in wisselwerking met de studenten ontstaan.

Fenomenologie: Waarnemen, fenomenologie, driegeleding van mens en zoogdieren, embryologie. www.dynamisch.nu/feno/1introductie.html
Voor de special van Motief nr. 82 van februari 2005 over biologisch-dynamische landbouw, ‘Biologisch, en dan... biologisch-dynamisch’, mocht ik Tom van Gelder interviewen. De titel van het interview luidde ‘De bd is een loot van de antroposofie’:
‘Boeren hebben het niet gemakkelijk in Nederland, maar volgens Tom van Gelder is het nog steeds leuk om boer te worden. Daarvoor heb je geen grote zak met geld nodig; creativiteit is het belangrijkste, aldus de docent biologie van Warmonderhof. Tijdens zijn studie biologie in Wageningen deed hij onderzoek naar bd-preparaten en tegenwoordig is hij coördinator van de landbouwsectie van de Antroposofische Vereniging. ‘Antroposofie geeft inzicht in en hulp aan bd-boeren hoe zij tot levenskrachtige voeding kunnen komen. Antroposofie is de bron van bd.’

‘Antroposofie is inzicht hebben in wat meer is dan alleen materie, in het geestelijke van de materie. Ik probeer mijn studenten bij te brengen hoe ze dit waar kunnen nemen. Ik stel hun vragen over leven en het levende: wat is dat? En is bewustzijn alleen uitdrukking van materie of is het meer dan dat? De grondlegger van de antroposofie, Rudolf Steiner, beschreef diverse methoden om het levende te leren waarnemen. Antroposofie geeft inzicht in en hulp aan bd-boeren hoe zij tot levenskrachtige voeding kunnen komen. De fysieke kant van deze levenskrachten uit zich in voeding ondermeer in smaak, kleur en geur.’

Wat is levenskracht?
‘Bijvoorbeeld datgene wat planten doet groeien en bij elkaar houdt. De materie op zichzelf valt altijd naar beneden en valt uiteen. Levenskracht gaat hier tegenin, kan een organisme opbouwen en verheft materie de lucht in. Bij een boom bijvoorbeeld gaat de levenskracht tegen de zwaartekracht in en houdt de vorm intact. Die kracht leeft ook in een dier en een mens. Als zij gewond zijn, laat de levenskracht ze herstellen. Het zorgt voor de integriteit van levende organismen, houdt die in stand. Mensen voeden zich niet alleen met materie, maar ook met levenskracht.

Dit alles speelt een belangrijke rol voor de aarde, het landschap, de bodem, het landbouwbedrijf en zelfs de mest. Alles in de omgeving van de plant gezond maken, en dus ook de plant zelf, dat is bd. Gezondmaking is het in gesprek brengen van het aardse, materiële met de kosmos.’

Wat is kosmos?
‘In de eerste plaats de hele sterrenwereld: maan, planeten en sterren. Planten reageren op zon en maan en de maan is van invloed op eb en vloed. Maar de kosmos is ook gewoon hier; alles wat niet-materieel is, maar geestelijk, is een deel van de kosmos. Het geestelijke is op alle niveaus aanwezig. Als voorbeeld kan ik weer de levenskracht noemen, maar bijvoorbeeld ook elementenwezens. Het geestelijke en fysieke is één wereld, ze lopen door elkaar heen. Zo kun je spirituele ervaringen opdoen, bijvoorbeeld energieën waarnemen of herinneringen die op bepaalde plekken hangen, maar ook overledenen, elementenwezens of engelen ervaren.’

Is dat geen inbeelding?
‘De keren dat ik het meemaakte, was het geen inbeelding. Voor de andere aanwezigen gold dat ook en dat waren landbouwers die met beide benen op de grond staan. Dit geldt trouwens voor de hele antroposofie: dat het je meer brengt naarmate je sterker op de aarde staat. Niemand weet precies wat levenskracht inhoudt, hoewel iedereen wel een idee heeft. Dit kom je zowel bij boeren als bij consumenten tegen. Je kunt het leren kennen door waar te nemen hoe het zich uit in de wereld, zowel via het fysieke uiterlijk van de gestalte van plant en dier, als ook rechtstreeks.’

Hoe doe je dat?
‘Ik zie voor me hoe we tussen nu en tien jaar tijd levenskracht direct leren waarnemen; in andere woorden “in etherische vorm”. Dat kan volgens mij op dezelfde manier als bij het waarnemen van natuurwezens, namelijk door met aandacht contact te maken met planten en dieren en zo hun levenskracht waar te nemen. Ik ben ervan overtuigd dat dit kan.

Mijn taak als sectiecoördinator binnen de Antroposofische Vereniging is mensen bij elkaar te brengen die dit kunnen of hier wat van in huis hebben en dat met elkaar uitwisselen. Het is ook nodig voor de bd-landbouw om zich verder te ontwikkelen en zich te profileren ten opzichte van biologische landbouw.’

Welke rol kan de Antroposofische Vereniging hierin spelen?
‘Die heeft tot nu toe een kleine rol gespeeld. Er is bijna geen band tussen bd-boeren en de Antroposofische Vereniging, hoewel die mogelijkheid al lang bestaat. In Steiners tijd noemden zij zich “antroposofische boeren”, om redenen die mij onbekend zijn werd dat later “bd-boeren”. Door de maatschappelijke druk zijn bd-boeren tegenwoordig vooral bedrijfsmatig bezig en doen zij weinig met antroposofie. Ze weten er wel veel van, maar de praktisch toepasbaarheid is niet groot.

De grote vraag van boeren is hoe zij levenskracht kunnen gaan zien, welke kenmerken het heeft. Dezelfde vragen hebben zij bij het “astrale” en de dieren. Binnen de Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap van de Antroposofische Vereniging kan hieraan gewerkt worden. Binnen de antroposofie bestaan methoden om hier inzicht in te krijgen. Ik ben als landbouwcoördinator bezig met het inrichten van studiegroepen, om mensen bij elkaar te brengen rond deze thema’s. De Antroposofische Vereniging kent 4.400 leden die intensief proberen om contact te krijgen met de geestelijke wereld. Ieder doet dat op zijn eigen gebied en met een eigen interesse. Veel van die kennis is praktisch toepasbaar te maken. Antroposofie heeft immers, of beter gezegd, is een onderzoeksweg.’

Kun je een voorbeeld geven van die onderzoeksweg?
‘Je kunt denken aan de meditatieve of de fenomenologische weg. Bij de laatstgenoemde kom je vanuit de fysieke waarneming tot een beeld van de werkingen die daarachter zitten, het niet-aardse. Kijk naar de gestalte van een eik, welke beweging zit er in de vormen van die boom? Een hoekige beweging, waar soms stukken uit zijn gebroken, vooral bij de oudere exemplaren. Met zijn donkere en hoekige gestalte staat hij krachtig in het landschap. Vanuit deze karakteristiek kun je tot een gebaar van de eik komen: standvastig en krachtig. Als je dit hebt waargenomen, stel je het innerlijk aandachtig voor, geconcentreerd, gedurende vijftien minuten. Vervolgens laat je het opgebouwde beeld weer verdwijnen. Dan kan er een beeld ontstaan van het wezen van de eik dat je ziel geraakt heeft. Dat beeld kan allerlei vormen aannemen: een ridder, een kasteel of nog iets anders. Bij verschillende mensen ontstaan verschillende beelden, dat is heel persoonlijk. Maar als je ze naast elkaar zet en ziet wat daarin leeft, dan vind je een overeenstemming, iets van het hogere wezen van die eik. Kijk je nu opnieuw, dan staat hij er beter bij en lijkt hij vitaler, lichter. Alsof hij is veranderd, alsof je inspanning ook iets met de boom heeft gedaan.’

‘Met leerlingen kom ik zo soms tot verrassende ervaringen. Dat iemand opmerkt: “Deze tak was er gisteren nog niet”. Dingen die je eerst niet zag, vallen je ineens op.’

‘Ik zou willen voorkomen dat bd-bedrijven weer gangbaar worden. Daarom neem ik graag het misverstand weg dat je als boer veel geld nodig hebt. Voor wie initiatiefrijk is, is er heel veel werkgelegenheid. Daarbij wordt er voor bd-boeren veel georganiseerd, in de bd-vereniging, voor werkgroepen enzovoorts. Het is heel leuk om bd-boer te zijn!’
Tom van Gelder kwam hier eerder ter sprake op 29 augustus 2008 in ‘Warmonderhof’ en driemaal vorig jaar, op 24 juli, 21 oktober en 2 december 2010, respectievelijk in Onthoornen’, Maanknoop’ en Afzetgroei’.

Op 12 november berichtte ik over ontwikkelingen bij vrijeschool ‘De Zwaan’ in Zutphen. Naar mij vandaag is gebleken, heeft men om het tij te keren een eigen website online gezet. Titel: ‘Vrije school de Nieuwe Zwaan’:
‘Deze website is een initiatief van een groep ouders die de vrije school De Zwaan willen behouden. Onder de werktitel De Nieuwe Zwaan onderzoeken wij de mogelijkheden om de school open te houden, door de school los te maken van de huidige stichting. Ons uitgangspunt is goed onderwijs voor onze kinderen in een warme omgeving. Dat vinden we bij De Zwaan. Daarom zetten we onze positieve energie in om te onderzoeken of De Zwaan kan voortbestaan: voor de kinderen, met de ouders, met de leerkrachten en in de gebouwen van de locatie Valckstraat. Daar willen we voor gaan. Er is heel veel te winnen. De Zwaan is een prachtige school en is dat meer dan waard.

De Nieuwe Zwaan is een reactie op het besluit van het bestuur van de Stichting Vrije Scholen Noord en Oost Nederland (NON) om de primair onderwijs locatie De Zwaan per 1 augustus 2012 te sluiten. Het besluit houdt in dat de drie primair onderwijs vrije scholen in Zutphen, te weten De Zwaan, De Berkel en De IJssel, worden samengevoegd tot twee scholen. De locatie van De Zwaan aan de Valckstraat wordt opgeheven.

Het karakter van De Berkel en De IJssel verdwijnt en de twee blijvende schoollocaties krijgen een nieuwe identiteit. Een toelichting op het besluit vind je op www.vsnon.nl. Ruim honderd ouders hebben hun onvrede met het besluit verwoord in een brief aan de Raad van Toezicht. Deze brief vind je hier.

De initiatiefgroep De Nieuwe Zwaan voelt zich verbonden met het initiatief om een Oudervereniging op te richten. De Oudervereniging wordt opgericht in reactie op het besluit tot sluiting van De Zwaan. Binnenkort wordt duidelijk op welke wijze de oudervereniging gaat functioneren.’
Er is van alles op deze website te vinden, hij is behoorlijk compleet. Onder ‘Communicatie’ is de genoemde brief van de ouders geplaatst:
‘Brief dd 14112011 van ouders aan Raad van Toezicht

de Stichting de Vrije School N.O.N
T.a.v. de voorzitter van de Raad van Toezicht, de heer E. Jordens
Tengnagelshoek 9a
7201 NE Zutphen

Zutphen, 14-11-2011.

Geachte heer Jordens,
Woensdag 9 november j.l. werden wij, ouders van Vrije School De Zwaan, tijdens een extra algemene ouderavond geïnformeerd over het voorgenomen besluit van de bestuurder van de stichting om PO locatie De Zwaan aan het einde van dit schooljaar te sluiten en gevraagd om als ouders – in een te vormen spiegelgroep – mee te denken over de transitie van 3 naar 2 vrije scholen PO in Zutphen.

Als ouders van De Zwaan voelen we verbijstering, woede en bezorgdheid. Niet alleen door de aard van het voorgenomen besluit, maar misschien nog wel meer door:
– de wijze waarop het voorgenomen besluit door de bestuurder gepresenteerd werd (koel, afstandelijk, defensief);
– het feit dat de bestuurder geen antwoord kon of wilde geven op reële vragen van ouders;
– het ontbreken van een lange termijn visie, strategie en meerjarenbegroting voor de stichting als geheel, waarbinnen dit voorgenomen besluit door ons als ouders begrepen kan worden;
– het feit dat er door de bestuurder/het bovenschools management niet geanticipeerd is op de maatschappelijke trends (krimpregio en stagnatie op de huizenmarkt), die sinds 4 jaar tot teruglopende leerlingenaantallen leiden, en nu het leidende motief lijken te zijn voor het sluiten van één van de drie locaties in Zutphen;
– het feit dat we als ouders niet eerder geïnformeerd zijn over de (dreigende) impact van de teruglopende leerlingenaantallen en de financiële tekorten die daardoor zijn of dreigen te ontstaan;het feit dat we als ouders niet eerder betrokken zijn bij het bedenken, ontwikkelen en overwegen van alternatieve oplossingen;
– de termijn waarbinnen de bestuurder dit voorgenomen besluit wil uitvoeren, een termijn die onvoldoende ruimte laat voor een zorgvuldig proces en weloverwogen besluitvorming voor de vorming van 2 nieuwe gezonde schoolgemeenschappen met een eigen identiteit, waar het merendeel van de ouders en kinderen van de huidige drie scholen zich mee willen verbinden.

De presentatie van de bestuurder heeft ons er niet van kunnen overtuigen:
a) dat het noodzakelijk is om de transitie te maken van 3 naar 2 vrije scholen PO in Zutphen;
b) dat het sluiten van locatie De Zwaan daarbij het beste alternatief is en
c) dat het noodzakelijk en mogelijk is om die transitie voor de start van het nieuwe schooljaar te maken.

Naar aanleiding van het voorgenomen besluit van de bestuurder en de presentatie op woensdag 9 november jl. hebben enkele ouders van De Zwaan het initiatief genomen om een oudervereniging op te richten. Het doel van deze oudervereniging i.o. is het bundelen van de positieve en creatieve energie van ouders om in het belang van onze kinderen tot de best denkbare oplossing uit deze (financiële) crisis te komen.

Een eventuele transitie van 3 naar 2 vrije basisscholen in Zutphen vraagt ons inziens niet alleen om managementkwaliteiten en een brede deskundigheid, maar juist ook om bezielend leiderschap en geloofwaardigheid van het team dat die transitie moet leiden. Naar aanleiding van de presentatie van de bestuurder op woensdag 9 november jl. betwijfelen wij ten zeerste of hij over voldoende leiderschapskwaliteiten beschikt om het ingrijpende veranderingsproces dat blijkbaar noodzakelijk is om tot een in alle opzichten duurzame gezonde gemeenschap van scholen te komen succesvol te leiden. Vandaar dat wij ons in deze brief direct tot u als Raad van Toezicht richten.

Onze concrete vraag aan u is om de bestuurder een pas op de plaats te laten maken, subiet terug te komen op het voorgenomen besluit om PO locatie De Zwaan met ingang van het komende schooljaar te sluiten en te kiezen voor een open, participatief proces met ouders én leerkrachten over de toekomst van de drie scholen. Een grote groep ouders staat klaar om mee te doen als alle opties open liggen. Trek daar een jaar voor uit en neem eind 2012 een besluit.

Natuurlijk zijn we gaarne bereid om deze brief mondeling toe te lichten.

Mede namens:’
En dan volgen er vele namen van ouders van kinderen op Vrije School De Zwaan, plus steunbetuigingen van enkele ouders van kinderen op Vrije School De IJssel en De Berkel.

Tot slot van vandaag heb ik een soort vervolg op wat ik op 26 juli 2008 schreef in ‘De eerste new age-beweging’, op 13 december 2008 gevolgd door ‘Lauweriks’. In beide berichten was Marty Bax, kunsthistorica en gepromoveerd op de relatie tussen theosofie en kunst vanaf circa 1850, de aanbrengster. Vandaag dus het vervolg, want er blijkt sinds 18 november een weblog te bestaan, ‘Bax Art Concepts & Services’. Maar voordat ik daarnaar overschakel, eerst het verkorte persbericht. Dat geeft alvast in kort bestek de belangrijkste punten:
‘Since 1996 art historians Marijo Ariëns, Marty Bax, Andréa Kroon and Audrey Wagtberg Hansen have drawn attention to esoteric symbolism in art through both individual and joint projects.They met in 1996 via ARIES, an interdisciplinary study group on western esotericism, and its later international successor, ESSWE. Younger art historians have since studied at the Chair for the History of Hermetic Philosophy and Related Currents in Amsterdam, whose interdisciplinary approach will further broaden the boundaries of the art historical field of study.

In 2006 Bax and Kroon worked together on the exhibition and publication concept Verborgen werelden. Esoterische stromingen in de kunst, 1800-1940 (later: Geheim!). We envisioned an exhibition introducing an overview of various esoteric currents, their history and key figures, and exploring how specific art currents and artists had soaked up and expressed these influences. The proposal was picked up by the Van Gogh Museum, the Singer Museum and Boom/SUN publishers, but budgetary matters prohibited the cooperation from materializing.

Accepting that Holland might be too small, we approached the large European museums in 2007 with the more internationally orientated concept The Initiated Artist. Art & Western Esotericism, 1800-1940, which was actively supported by international experts in the field of study, the Amsterdam University Press and the Iona Foundation. Museum managements responded with enthusiasm, but felt an overview of esoteric currents was too “complex” a subject to draw large visitor numbers.

It is very satisfying to see that the Musée d’Art Moderne et Contemporain in Strasburg has recently opened the amazing exhibition L’Europe des Esprits ou la fascination de l’occulte, 1750-1950. Of course it is somewhat bittersweet to see that this exhibition is in many ways identical to the concept which we circulated in 2007, but the subject is now firmly “on the map” in the public and professional sphere, and is drawing large numbers of visitors.

We have had a tremendous amount of fun playing a part in  putting art and esotericism on the map, together with many others, and we can happily consider a joint objective achieved.

So for us, this is the right moment to close the chapter on “art & western esotericism” for a while and focus on other lacunas in art history. We will still be able to apply all the expertise gained, but will explore and invest in other, fresh, interdisciplinary research paths. And of course we already have new and exciting exhibitions plans on offer.

En dit leidt inderdaad tot het uitgebreidere relaas (inclusief illustraties) met de titel ‘Art & Western Esotericism: from rejected knowledge to blockbuster’:
‘From 1996 onwards, Dutch art historians Marty Bax, Andréa Kroon and Audrey Wagtberg Hansen have realized various projects aimed at drawing attention to the relationship between “art & western esotericism”. Because our goals have largely been realized, we feel the time has come to focus on other lacunas in our knowledge of art history. This column therefore marks the end of our joint “lobby” for this fascinating subject.

Art and religion are closely related. Like the main world religions, lesser known religious currents have also provided artists with inspiration. Freemasonry, spiritualism, theosophy and anthroposophy for instance, were relevant to the development of modern art. Within the academic Study of Religions, these organisations are seen as part of western esotericism: an umbrella term for a group of related currents, which date back to the gnosis of Antiquity, the hermetic philosophy of the Renaissance and the ‘occult’ sciences (alchemy, magic, astrology).

During the 19th century the progress of industry and science went hand in hand with the process of secularisation; people no longer found the answers to life’s big questions in their traditional (Christian) faith, and turned to new religious, philosophical and ideological currents. Around 1900 especially the intellectual avant-garde found itself attracted to the organizations like freemasonry and theosophy. Esoteric symbolism found its way to the arts through the work of these members. The membership of esoteric currents by artists and its relevance to their work was openly mentioned in (Dutch) newspapers at the time. Joséphin Péladans occult Salons de la Rose + Croix lay fresh in art critics memories; Piet Mondriaans interest in theosophy was widely known; and architect Karel de Bazel made the headlines with this design for the temple of his masonic lodge in The Hague.

The start of World War II marked a sudden end to this openness. The Nazi regime ordered the abolishment of many esoteric organisations and confiscated their buildings and possessions. The Nazis also directed an intensive propaganda campaign against freemasonry and related organisations, insinuating they were part of a Jewish (“Zionist”) conspiracy. Fear of persecution prompted many families, including artists, to destroy their membership papers and other documents between 1940 and 1945.

After the war, esoteric organisations were “damaged” on many levels: after enduring years of negative propaganda and the loss of many members in the violence of war, they now faced a long judicial process to regain the rights to their buildings and property from the Dutch government. This may explain why they chose to prioritize internal matters, instead of seeking the public eye and try to counteract prejudices. This allowed many misconceptions, sown by the Nazi regime, to endure in the collective subconscious. Because artists archives had been cleansed of “sensitive” documents, the post war generation of art historians often failed to recognize the influence of esoteric currents.

During the second half of the 20ste century, the term “esoteric” was increasingly associated with New Age consumer fads. For many art historians this was a reason to shun the subject. They did not want the intellectual genius of an admired artist to be  blemished by highlighting his or her woolly interest in the esoteric or the occult.

Other complex factors also played a role in this process. Here lies an interesting PhD-project into rejected knowledge, waiting for a student to pick it up. Whatever the precise cause, while esotericism could count on the attention of the art World before the war, the subject was largely ignored by the art historical field after 1945.

The 1960s saw the foundation of the first academic chair for the study of western esotericism at the university of Paris. The interest in the subject by art historians was rekindled in the 1970s, stimulated by publications by Sixten Ringbom (The Sounding Cosmos. A Study in the Spiritualism of Kandinsky and Abstract Painting, 1970) and Robert Pincus Witten (Occult Symbolism in France: Joséphin Péladan and the Salons de la Rose + Croix, 1976). Within art history, esotericism was mainly viewed within the context of the decadent fin-de-siècle and the subject was touched upon in exhibitions on broader themes like religion and spiritualism, mental illness or outsider art. Examples are: Zeichen des Glaubens. Religiöse Tendenzen in der Kunst des 20. Jahrhunderts (Stuttgart 1980); The Spiritual in Art: Abstract Painting 1890-1985 (Den Haag 1986-87); Okkultismus und Avantgarde. Von Munch bis Mondrian 1900-1915 (Frankfurt am Main 1995); Im Reich der Phantome. Fotografie des Unsichtbaren (Mönchengladbach 1997), en Kunst & Wahn (Wenen, 1997).

While historians of religions had supplied clear definitions, art historians kept confusing terms like “spiritualism”, “spiritism”, “mysticism”, “occultism” and “esotericism”. The “family tree” of esoteric currents and their influence on specific currents in art remained unclear, especially to the exhibition public. Conclusions were drawn without consulting the historical archives of the relevant esoteric organizations and the enlightening correspondence by artists contained within these archives was missed. A strong citation culture amongst art historians meant, that misunderstandings would be perpetuated instead of being corrected.

The foundation of chairs for western esotericism at European universities, such as the Chair for the History of Hermetic Philosophy and Related Currents in Amsterdam, gave a strong impulse to interdisciplinary research from the end of the 1990s onwards. But the interest of Dutch art historians kept lagging behind international developments.

Art historians Marijo Ariëns, Marty Bax (previously involved in The Spiritual in Art), Andréa Kroon and Audrey Wagtberg Hansen met in 1996 via ARIES, an interdisciplinary study group on western esotericism, and its later international successor, ESSWE. We have since drawn attention to esoteric symbolism in art through both individual and joint projects.

Examples are: the conference Kunst en Westerse Esoterie. Een traditie in de kunst van de 17de eeuw tot heden (Van Gogh Museum, 1999); the start of the OVN foundation, its research projects and conferences including Masonic & Esoteric Heritage. New Perspectives for Art and Heritage Policies (Dutch National Library, 2005); research into the esoteric interests of Helene Kröller-Müller (Kröller-Müller Museum, 2002-03); and exhibition on artist and theosophist Henri Verstijnen (1882-1940) (Assen/Den Haag 2006-2007); the exhibition Holy Inspiration. Religion and Spirituality in Modern Art (Amsterdam 2008); and the city guide Geheim Den Haag. Vrijmetselaarstempels en andere esoterische gebouwen in Den Haag rond 1900 (Nieuwe Haagsche, 2011).

Bax published a dissertation on theosophy and art (Het web der schepping. Theosofie en kunst in Nederland van Lauweriks tot Mondriaan, SUN 2006), while Ariens’ dissertation explores the influence of esotericism on Picasso and the Surrealists (De wangen van de Macroposophus. Een nieuwe interpretatie van het schilderij “Les Demoiselles d’Avignon” van Pablo Picasso). Kroon expects to finish her dissertation on The role of Dutch freemasons in the cultural and commercial exchange with Asia, 1735-1852 in 2012.

While in the 1990s we were “lonely callers in the desert”, as the Dutch saying goes, younger art historians have since studied at the chair for Hermetic Philosophy in Amsterdam, whose  interdisciplinary approach will further broaden the boundaries of the art historical field of study. Meanwhile, many esoteric organisations have opened up and digitalized their historical libraries and archives, making more and more sources accessible for art historians. The TheArtArchives are now also online, providing international access to an important primary source.

Apparently it takes a long time for new perspectives and research results from academic circles to filter down to the daily practices of the art world. Exhibitions like The Perfect Medium. Photography and the Occult (New York, 2004) and Das Bauhaus und die Esoterik (Hamm/Wurzburg 2005) broke little new ground. Other museums passed up on potential box office hits.

In 2006 Bax and Kroon worked together on the exhibition and publication concept Verborgen werelden. Esoterische stromingen in de kunst, 1800-1940 (later: Geheim!). We envisioned an exhibition introducing an overview of various esoteric currents, their history and key figures, and exploring how specific art currents and artists had soaked up and expressed these influences. The proposal was picked up by the Van Gogh Museum, the Singer Museum and Boom/SUN publishers, but budgetary matters prohibited the cooperation from materializing.

Accepting that Holland might be too small, we approached the large European museums in 2007 with the more internationally orientated concept The Initiated Artist. Art & Western Esotericism, 1800-1940, which was supported by international experts in the field of study, the Amsterdam University Press and the Iona Foundation. Museum managements responded with enthusiasm, but felt an overview of esoteric currents was too “complex” a subject to draw large visitor numbers. However, several exhibitions were organized shortly after, which discussed esotericism in “safe” terms, such as spiritualism and artists networks. Examples are: Schilders van de Ziel. Symbolisme in Frankrijk (Laren 2007); Traces du Sacré (Parijs/München 2008); Holy Inspiration. Religion and Spirituality in Modern Art (Amsterdam 2008); Albert von Keller. Salons, Séancen, Secession (Zürich 2009) and Geheimgesellschaften. Wissen Wagen Wollen Schweigen (Frankfurt 2011).

It is very satisfying to see that the Musée d’Art Moderne et Contemporain in Strasburg has recently opened the amazing exhibition L’Europe des Esprits ou la fascination de l’occulte, 1750-1950. This exhibition is finally offering the beautiful overview of esoteric currents and their key players, for which we have pleaded for so long. It also distinguishes terms like spiritism and occultism which were confused before, and points out precisely which developments in modern art and the creation of which individual art works were stimulated by esoteric networks. It is very satisfying to see that the Musée d’Art Moderne et Contemporain in Strasbourg has recently opened this amazing exhibition.

Of course it is somewhat bittersweet to realize that this exhibition is in many ways identical to the concept which we circulated internationally in 2007, but the subject is now firmly “on the map” in the public and professional sphere, and is drawing large numbers of visitors. No doubt a Dutch museum will soon dare to follow the example.

By now, western esotericism is recognized as an integral and important aspect of art history.

We have had a tremendous amount of fun playing a part in that process, together with many others, and can happily consider this a joint objective achieved.
So for us, this is the right moment to close the chapter on “art & western esotericism” for a while and focus on other lacunas in art history. We will still be able to apply all the expertise gained, but will explore and invest in other, fresh, interdisciplinary research paths. And of course we already have new and exciting exhibitions plans on offer. Any takers?’
Een mooi overzichtsbericht. Op de paar kleine foutjes na, waaraan je kunt zien dat Nederlanders deze tekst hebben geschreven: the 20ste century, (Wenen, 1997)’ en (Parijs/München 2008)’. Maar dat mag geen naam hebben.
.

1 opmerking:

R. van Dijk zei

Interessant, het interview met Tom van Gelder. Uit zijn interview is het opvallend dat iemand die zich (hoofdzakelijk) bezighield met zo'n bij uitstek aardse zaak als landbouw toch eigenlijk veel spiritueler is dan de grote filosoof Hugo Verbrugh.
Bovenaan in de weblog van Van Gelder staat een mooie Steinerspreuk, die ik binnenkort waarschijnlijk ook op mijn weblog zal zetten.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)