Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

zaterdag 26 juli 2008

‘De eerste new age-beweging’

Dit is wel een heel toepasselijk plaatje bij dit onderwerp. En ik heb het niet eens speciaal uitgezocht, het is gewoon de achtste foto op rij die ik die ochtend gemaakt heb. We kijken in de richting van het oosten (jawel!) en zien daar in de verte (u kunt op de foto klikken, dan ziet u het beter) ‘De Hef’, de oude spoorbrug van Rotterdam over de Maas, die allang niet meer in gebruik is en daarom altijd omhoog staat, om eventueel scheepvaartverkeer (het bevindt zich namelijk niet boven de hoofdstroom van de rivier) door te kunnen laten.

Vraag me niet hoe het kan. Maar het gebeurt gewoon. Ik kan wel zeggen hoe het gegaan is. Namelijk zo.

Ik keek eens naar wat oude stukken die ik in het verleden heb geschreven (in de periode tussen 4 oktober 2006 en 9 maart 2007 om precies te zijn) voor de rubriek AntroBoulevard van AntroVista. Een soort voorloper van dit weblog dus. Ze zijn tegenwoordig niet meer in te zien, dus speelde ik met de gedachte om, als ik eens weinig tijd zou hebben, zo’n oude tekst hier opnieuw te plaatsen.

Zo keek ik naar mijn eerste bericht van destijds, geplaatst op 4 oktober 2006, met als titel ‘Judas en antroposofen’:

‘Sinds deze zomer is John van Schaik, katholiek én antroposoof (een redelijk zeldzame combinatie), hoofdredacteur van Bres, het eerbiedwaardige tijdschrift met een veertigjarige geschiedenis op het gebied van vrij denken. Het oktober-novembernummer gaat over het pas ontdekte Evangelie van Judas. De eerste Engelse vertaling werd dit voorjaar door National Geographic, die alle rechten op dit evangelie bezit, ingeluid met een documentaire op haar eigen televisiekanaal, daarmee een wereldwijde mediacampagne lancerend.

Van Schaik schrijft: “Enige jaren geleden werd tot ieders stomme verbazing het Evangelie van Judas gevonden. Dat een dergelijk evangelie er moest zijn geweest, wisten we al van kerkvader Irenaeus uit de tweede eeuw. Het evangelie blijkt een geheel ander beeld van Judas te geven dan het ons bekende uit de Bijbelse evangeliën. Judas blijkt zomaar de grootste ingewijde van Jezus de Verlosser te zijn.”

Van Schaik vraagt zich af: “Is na Maria Magdalena het beeld van Judas aan revisie toe?” Om vervolgens uit te roepen: “Judas als de grootste ingewijde van Jezus!? Het zal toch niet waar zijn!”

In zijn nieuwe tijdschrift komen verschillende mensen uit de school van professor Gilles Quispel (die heel vertrouwd met antroposofie, maar beslist niet eenkennig was) hierover aan het woord: Hans van Oort, Annine van der Meer, Jacob Slavenburg en John van Schaik zelf. Prof.dr. Hans van Oort (met wie ook een interview is opgenomen) verzorgde de wetenschappelijke Nederlandse vertaling met toelichting van het evangelie van Judas, verschenen bij Uitgeverij Ten Have. Deze werd op 16 september gepresenteerd tijdens een symposium in Driebergen. De genoemde auteurs leverden een bijdrage aan dit symposium, die nu hun plek in deze Bres-uitgave hebben gevonden.

Zij en nog enkele anderen schilderen diverse aspecten van de apostel Judas, zoals die door de nieuwe vondst bekend zijn geworden. Van Schaik stelt zich daarbij de vraag of Judas nu inderdaad zo’n grote ingewijde is geweest. Deze Bres 240 moet de lezer in staat stellen zich een eigen oordeel te vormen.’

Nu was ik nieuwsgierig hoe het er momenteel voor staat, met John van Schaik (ik heb hem destijds, in oktober 2002, voor Motief geïnterviewd), en bij Bres Magazine. En of ik deze uitgave nog kon terugvinden. Maar nee, dat bleek te lang geleden, helaas. Ik zocht in het menu naar vorige uitgaven, maar kwam niet ver. Hooguit van vier nummers terug waren nog wat inhoudsopgaves en voorwoorden te lezen. Alleen het huidige nummer gaf enige inhoud prijs, dat wil zeggen, niet de hele artikelen, maar slechts het begin.

Dus toeste ik ‘240’ in (het eerste nummer dat Van Schaik verzorgde en waaraan ik refereerde). En wat kreeg ik? Zowaar de inhoud van nummer 247 voorgeschoteld (met andere nummers is me dat, ook na enig zoeken, niet gelukt). Maar dit is wel een heel interessante aflevering, met als thema: ‘De eerste new age-beweging’ en ondertitel ‘Vrijmetselaars, theosofen, antroposofen, rozenkruisers van 1900 tot heden’. Nergens meer te krijgen natuurlijk (hooguit in een bibliotheek), en misschien wordt dit binnenkort wel van de site afgehaald, wie weet. Dus reden genoeg om het begin van de meest boeiende bijdragen hier over te nemen (hoewel de mogelijkheid bestaat dat via Google cache oude webpagina’s toch bewaard blijven, maar daar ga ik niet op gokken). In zijn voorwoord schrijft hoofdredacteur John van Schaik:

‘Aan het einde van de negentiende eeuw duiken – om het zo te zeggen – uit alle hoeken en gaten van Europa en Amerika esoterici op. Van het keizerlijk hof in Rusland tot in Den Haag. Van New York tot Berlijn. En al die esoterici herkennen elkaar in één ding: de cultuur is veel te materialistisch geworden. Helena Petrovna Blavatsky wordt zelfs door haar mathatma’s naar Amerika gestuurd om daar het spiritisme – als een vorm van materialisme – te bestrijden. Spiritisme is dus geen esoterie. Al deze esoterici hebben contact met elkaar en wisselen ervaringen uit. Het liefst sturen ze elkaar allerlei gewichtige oorkonden en charters toe waarin ze elkaar bevestigen in niet-reguliere vrijmetselaarorden. Vrijmetselarij en esoterie horen nu eenmaal bij elkaar, al zullen lang niet alle reguliere vrijmetselaars het hiermee eens zijn. Men kan aan het einde van de negentiende eeuw rustig spreken van een ‘eerste new age-beweging’, die zich op alle levensgebieden doet gelden. Bijvoorbeeld in de kunst. Wist u dat onze eigen Mondriaan zonder de invloed van theosofie zijn schilderijen waarschijnlijk niet zou hebben geschilderd? Natuurlijk komt de esoterie niet zomaar uit de lucht vallen. Zij heeft vele wortels in het oude Europa. Zo had bijvoorbeeld onze eigen Willem van Oranje belangrijke esoterici als raadgever, iets wat koningin Juliana eeuwen later zwaar aangerekend werd.

Waar zijn al die esoterici en de bewegingen die zij gesticht hebben, zoals de theosofie, de antroposofie en de rozenkruisers, eigenlijk gebleven in de twintigste eeuw? Aan al deze wetenswaardigheden, ontwikkelingen en vragen proberen we in deze Bres aandacht te besteden. Wij wensen u veel leesplezier.’

Marty Bax, kunsthistorica en gepromoveerd op de relatie tussen theosofie en kunst vanaf circa 1850, schrijft over:

‘De moderne theosofie en de kunst rond 1900. Streven naar het hogere

Aan het einde van de jaren zestig van de twintigste eeuw groeide in kunsthistorische kringen, zowel in Nederland als in het buitenland, het besef dat de theosofie een essentiële inspiratiebron is geweest voor veel vooroorlogse avant-gardekunstenaars. Dat was een grote ontdekking, want de kunstkritiek werd na de oorlog met name bepaald door een formalistische, anti-ideologische stijl. Verwijzingen naar esoterische inspiratie waren taboe. Maar de invloed van de westerse esoterie op de kunst is vanaf circa 1880 groot geweest, groter dan men nog steeds wil inzien, aldus auteur Marty Bax: “Het is niet overdreven om te zeggen dat de moderne kunst, zoals wij die definiëren, niet was ontstaan als esoterische kunstenaars zich er niet mee hadden bemoeid.”
In haar boek Het web der schepping legt Marty Bax op overtuigende wijze de esoterische wortels bloot van Nederlandse kunstenaars rond 1900.

In Nederland is met name de Theosofische Vereniging de motor geweest van allerlei nieuwe ontwikkelingen in de kunst. De moderne theosofie onderscheidt zich van andere westerse esoterische stromingen door de integratie van oosterse denkbeelden in haar leer, vooral het idee van “karma”. Het ledental van de vereniging in Nederland was niet groot, maar de propaganda was intensief en doeltreffend. Uit de theosofische beweging zijn ook allerlei nieuwe richtingen en organisaties ontstaan – zoals de gemengde vrijmetselarij in Nederland, de Antroposofische Vereniging in Duitsland, de levensfilosofie van Krishnamurti (1895-1986) – die in de meeste gevallen van invloed op de kunst zijn geweest. In het kort beschrijf ik hier de invloed van de theosofie op de kunstnijverheid en architectuur enerzijds en de beeldende kunst anderzijds, tussen circa 1895 en 1920.

De Vahânaloge
In 1896 richtte een aantal theosofische architecten en kunstnijveren in Amsterdam een loge op, die als de “kunstenaarsloge” de geschiedenis is ingegaan: de Vahânaloge. De architecten Karel de Bazel (1869-1923) en Mathieu Lauweriks (1864-1932) waren hiervan de bezielende leiders. De Bazel ontwierp onder meer het kantoorgebouw van de Nederlandsche Handel-Maatschappij aan de Vijzelstraat in Amsterdam (bekend als gebouw De Bazel), maar ook de wieg van prinses Juliana in 1909. De Vahânaloge werkte nauw samen met de Haarlemse en de Haagse loges, die ook mede door kunstenaars waren opgericht. Maar juist de Vahânaloge ontwikkelde zich tot het nationale zenuwcentrum van kunst.

De naam Vahâna, Sanskriet voor “voertuig” of “vehikel”, was niet zomaar gekozen. De leden van de loge zagen het kunstwerk – als een materieel voorwerp met een bepaalde vorm en structuur – als een “voertuig” waarin allerlei onzichtbare kosmische wetmatigheden tot uitdrukking kwamen.

(Het volledige artikel bevat 2566 woorden)’

Wim Leys, die lezingen geeft over diverse esoterische onderwerpen en cursussen over de geschiedenis van de filosofie, schrijft over:

‘Wat hebben theosofie en vrijmetselarij gemeen? “Hopelijk ontstaat er een hernieuwde belangstelling voor elkaars geestelijke werk”

Onder de zoekers naar geestelijk inzicht die aangetrokken werden tot de Theosophical Society bevonden zich ook veel vrijmetselaars. Ze constateerden tot hun verbazing dat Madame Blavatsky – naast haar grote kennis van religies, filosofie, de klassieke oudheid en esoterie – heel veel wist over de geheimen van de vrijmetselarij, meer eigenlijk dan zijzelf! Gevraagd naar de oorzaak hiervan, ze was immers vrouw en lid van geen enkele loge, vertelde zij over de bibliotheek van haar grootouders waar zij als kind uren doorbracht. Dit was oorspronkelijk de bibliotheek van haar overgrootvader, prins Pavel Dolgorukiii, de vader van Helena’s grootmoeder van moeders kant. Bovendien kregen Helena Blavatsky’s grootouders regelmatig bezoek van prins Alexander Golitsyn, een vrijmetselaar met een grote esoterische kennis, bij wie ze met haar vragen terecht kon. Nog een belangrijke uitspraak van Madame Blavatsky hieromtrent was: “Oude en moderne vrijmetselarij zijn een verplichte studie voor iedere oosterse occultist.”

Helena Petrovna Blavatsky (1831-1891) vertelde dat er in India al eeuwenlang, onafhankelijk van het Westen, een oosterse vrijmetselarij bestond. Ze bezigde het begrip vrijmetselarij vaak in de ruime zin van het woord. Volgens haar was de moderne vrijmetselarij weliswaar in 1717 ontstaan, maar de oude vrijmetselarij stamde uit de antieke mysteriën, meer dan tweeduizend jaar geleden, en uit deze de eerste christelijke ritualen van de jonge kerk in de eerste eeuwen van onze jaartelling. Ze staafde deze bewering onder meer met de uitspraak van Paulus in 1 Corinthiërs 3:10 waarin hij aangeeft een “meesterbouwer” te zijn, en de uitspraak van Ovidius, die Medea beschrijft als gaande “met arm, borst en knie ontbloot, de linkerschoen met afgetrapte hak”. De oude mysteriën, en dus de oervrijmetselarij, waren volgens haar te traceren tot in Atlantis en zelfs tot het “derde wortelras”, Lemurië, miljoenen jaren geleden – om het in Bijbelse woorden te zeggen: “vanaf Adams val”.

Madame Blavatsky sprak herhaaldelijk haar voorkeur uit voor “het oude en oosterse” boven het “moderne en westerse”. Ze vond het Westen in spiritueel opzicht ietwat gedegenereerd. “Het vergeten woord” van de vrijmetselarij, althans voor wat de esoterische kennis betreft, was volgens haar de oude oosterse wijsheid, die zij opnieuw naar het Westen bracht in de vorm van theosofie. In de eerste New Yorkse jaren bespraken de oprichters nog de mogelijkheid de theosofie als hogere graad binnen de vrijmetselarij op te nemen, maar toen de Society snel begon te groeien zag men in dat men op eigen kracht verder moest. In 1888 breidde Blavatsky de Society uit met een “Esoteric Section”.

(Het volledige artikel bevat 3025 woorden.)’

Govert Snoek, die promoveerde op een onderzoek naar de rozenkruisers in Nederland in de eerste helft van de zeventiende eeuw, schrijft over:

‘Opkomst en wederopstanding: de rozenkruisers in Nederland. De vroege rozenkruisers konden zich niet vinden in de intolerante lutherse kerk en zochten naar een innerlijk beleefd christendom

De eerste geschriften van de rozenkruisers kwamen begin zeventiende eeuw naar Nederland en genoten een grote bekendheid. Veel “vooraanstaande burgers” sympathiseerden met het gedachtegoed van deze esoterische beweging. De interesse kwam echter niet uit de lucht vallen. Al in de zestiende eeuw kende Nederland een “esoterisch netwerk”, waarvan een aantal leden nauwe betrekkingen met Willem van Oranje onderhield. Dit netwerk was als het ware de voedingsbodem voor de boodschap van de rozenkruisers. Hoe zag dit “esoterisch netwerk” eruit en hoe overleefden de rozenkruisers de Verlichting?

Prins Frederik Hendrik (1584-1647), de enige zoon van Willem van Oranje en Louise de Coligny, wordt in 1625 stadhouder in de Nederlanden. Op 11 juli 1630 verleent hij een zekere Johannes Torrentius (1589-1644) op voorspraak van koning Karel I van Engeland gratie. Torrentius is een Nederlandse schilder en na zijn gratie wordt hij hofschilder van Karel I. De aanklacht tegen Torrentius was godslastering, aldus lezen we bij een schilderij van hem in de catalogus het Rijksmuseum. Maar wat er niet bij staat is dat Torrentius een rozenkruiser is. In 1624 stelt het Hof van Holland een onderzoek naar hem in. De onderzoeksopdracht luidt:
“Ons is ter handen gesteld dit bijgaande examen over de onbekende en nieuwe broederschap van degenen die zich laten noemen La roze Croix.”

Anderhalf jaar later komt het Hof met haar bevindingen. Daarvoor hebben zij onder meer Leidse professoren in de theologie geraadpleegd. In het rapport wordt Torrentius genoemd als “een van de principaelsten” van de “seckte den Roose Cruce”. Kennelijk heeft deze sekte veel invloed op belangrijke politieke en culturele lieden in Nederland. Er bestaat namelijk een spotprent van de hoofdpersonen (zie afbeelding). Naar alle waarschijnlijkheid zien we Joost van den Vondel, Constantijn Huygens, Torrentius dus, Roemer Visscher (1547-1621), zijn dochter Maria Tesselschade Visscher (15941649), Theodoor Rodenburg (1580-1643) en Pieter Cornelisz Hooft (1581-1647). In de tekst onder de gravure staat onder meer:
“Alwaer de broederschap vergaert van ’t roode kruis”. Al met al een niet gering gezelschap, allen behorend tot de Muiderkring. Er is haast maar een conclusie mogelijk: de rozenkruisers zijn goed vertegenwoordigd in Nederland in de Gouden Eeuw.

(Het volledige artikel bevat 2181 woorden.)’

Tot slot schrijft ook de hoofdredacteur zelf, John van Schaik dus, over:

‘Rudolf Steiners kritiek op de reguliere vrijmetselarij rond 1900. Vrijmetselarij: niet meer dan een ernstig spel?

Volgens de inaugurator van de antroposofie, Rudolf Steiner (1861-1925), hebben de vrijmetselaarsrituelen en -symbolen oorspronkelijk een diep occulte betekenis. De huidige vrijmetselarij is nog maar een schaduw van wat ze ooit geweest is. De rituelen en symbolen komen voort uit de oude voorchristelijke mysteriescholen, maar daar weet de vrijmetselarij niets meer van, meent Steiner. Het is niet veel meer dan een ernstig spel, waardoor vrijmetselaars weliswaar veel humane doelen nastreven – men wil een beter mens worden –, maar met de oorspronkelijke occulte betekenis heeft het niet veel meer te maken. Toch hebben mensen behoefte aan ernstige rituelen. Ook esoterici. En dus moeten we gebruikmaken van bestaande vrijmetselaarsrituelen die we vervolgens vullen met de oorspronkelijke, occulte inhoud. Maar omdat de reguliere vrijmetselarij geen gevoel meer heeft voor de diepere bronnen, moeten we eigen loges oprichten en de bestaande rituelen op een eigen manier inrichten en vormgeven, waardoor er meer recht wordt gedaan aan de oorspronkelijke betekenis. Aldus Rudolf Steiner en zo ongeveer alle esoterici rond 1900.

Aufklärung en Erleuchtung
En zo ontstaat er in de esoterische kringen aan het einde van de negentiende eeuw een waaier aan zogenaamde irreguliere vrijmetselaarordes, ter onderscheiding van de bestaande reguliere vrijmetselarij. De reguliere vrijmetselarij wordt in Nederland vertegenwoordigd door de Orde van de Vrijmetselarij van het Grootoosten der Nederlanden. De reguliere vrijmetselarij staat veelal in de traditie van de Verlichting, de Aufklärung. Rond 1800 zijn er bijvoorbeeld in Wenen twee grote concurrerende vrijmetselaarordes. De ene heet Zur Wahren Eintracht, waarvan in die tijd zo ongeveer alle invloedrijke politieke personen in het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije lid zijn. De andere heet Zur Gekrönten Hoffnung. Zur Wahren Eintracht is “de enige loge die van alchemistische beroeringen is vrijgebleven”, schrijft een tijdgenoot. In Zur Gekrönten Hoffnung worden de meer occulte rituelen gepraktiseerd. Zij streven naar Erleuchtung. Twee keer verlichting dus: maar Aufklärung is iets heel anders dan Erleuchtung. Erleuchtung is veel meer verlichting in de innerlijke betekenis. Mozart was lid van Zur Gekrönten Hoffnung. Zijn opera Die Zauberflöte zit vol esoterisch vrijmetselaarsgedachtegoed. De geschiedenis laat echter zien dat de Aufklärung-vrijmetselarij “gewonnen” heeft en dat het esoterische gedachtegoed in de vrijmetselarij goeddeels verdwenen is.

(Het volledige artikel bevat 1250 woorden.)’

Interessant is ook nog de pagina met meer informatie over verschillende van de genoemde organisaties (sommige links zijn verouderd, maar dat weten de trouwe lezers van dit weblog al, pint u me daar dus niet op vast):

‘Theosofie
De Theosofische Vereniging in Nederland (TVN) maakt deel uit van de internationale Theosophical Society, waarvan het hoofdkwartier sinds 1882 gevestigd is in Adyar, India. Enkele jaren na H.P. Blavatsky’s dood splitste de Theosophical Society zich in twee organisaties: de Society die H.S. Olcott en Annie Besant volgde in Adyar, en de Society die W.Q. Judge volgde, met haar internationale hoofdkwartier in Californië. In Nederland heten zij respectievelijk de TVN (www.theosofie.nl) en het Theosofisch Genootschap
(Pasadena): www.theosofie.net.

Antroposofie
Vanuit de antroposofische beweging in Nederland is een breed scala aan maatschappijvernieuwende initiatieven ontstaan. Zowel over deze initiatieven als over de geschiedenis en het gedachtegoed van de antroposofie kunt u op de site www.antrop-ver.nl terecht.
Zie verder ook www.antrovista.com, de gids voor antroposofisch Nederland en www.antropozorg.nl, de site van de Federatie Antroposofische Gezondheidszorg.

Rozenkruisers en martinisten
www.lectoriumrosicrucianum.nl is de homepage van de Internationale School van het Gouden Rozenkruis ofwel het Lectorium Rosicrucianum. Met links naar geschiedenis, symboliek, leer en doelstellingen, leerlingschap, literatuur en activiteiten. Via de website van de Bibliotheca Philosophica Hermetica (www.ritmanlibrary.nl) is zeer veel literatuur over de geschiedenis van de esoterische bewegingen te vinden.
www.amorc.org is de internationale site - met Nederlandse link - van de Rozekruisers Orde AMORC, de Aloude Mystieke Orde Rosae Crucis, met informatie over doel, werkwijze en geschiedenis van de orde.
De link “De weg van het Martinisme” geeft informatie over de Traditionele Martinisten Orde, waarmee AMORC geaffilieerd is. Dit is een “inwijdende orde en een school van moreel ridderschap, waarvan de basis voornamelijk berust op de joods-christelijke mystiek. Het is een broederschap die zowel openstaat voor mannen als voor vrouwen”.

Vrijmetselarij
www.vrijmetselarij.nl is de officiële website van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. U vindt hier uitgebreide documentatie over de uitgangspunten en achtergronden van de vrijmetselarij en informatie over de loges. www.nggv.nl is de website van de Nederlandse Grootloge der Gemengde Vrijmetselarij. Deze loge is zowel voor mannen als vrouwen toegankelijk.
Hetzelfde geldt voor de Nederlandse Federatie van de Internationale Orde der Gemengde Vrijmetselarij Le Droit Humain (www.droit-humain.org).
Op www.stichtingovn.nl (stichting ter bevordering van wetenschappelijk Onderzoek naar de geschiedenis van de Vrijmetselarij in Nederland) is eveneens veel informatie over de geschiedenis van de vrijmetselarij te vinden.

Algemeen
Op www.esswe.org, de Engelstalige website van de European Society for the Study of Western Esotericism, vindt u (wetenschappelijke) achtergrondinformatie over westerse esoterie. Verder ook veel informatie over opleidingen, publicaties en activiteiten.
Aan de Universiteit van Amsterdam is het mogelijk om de masteropleiding Mysticism and Western Esotericism te volgen. Deze opleiding is ook parttime te volgen. Zie www.studeren.uva.nl en klik op “Masterprogramma’s”.’

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)