Onderwijs is als vanouds een hartenaangelegenheid van deze krant. Ik heb er hier al vaker over bericht. Op 6 januari verscheen het laatste artikel van Harriët Salm in een serie van vier, getiteld: ‘Mijn kind moet naar de basisschool’:
‘Ouders van kinderen van bijna vier jaar staan voor een belangrijke keuze: naar wat voor basisschool stuur ik mijn kind? Trouw-redacteur Harriët Salm gaat verschillende soorten basisscholen af om te laten zien hoe onderwijstheorieën in de praktijk werken.’
Zij schreef niet alleen vier artikelen, maar ging er met camera en microfoon langs. Dat leverde vier filmpjes van rond de zes minuten op, waarin de in de artikelen geciteerde personen hun uitspraken ‘live’ voor de camera doen. Na reportages over het Jenaplanonderwijs, het Daltononderwijs en het Montessori-onderwijs, is op 6 januari de beurt aan het vrijeschoolonderwijs. De verslaggeefster gaat op bezoek bij de Michaëlschool in Leeuwarden. Het uitgangspunt is duidelijk om informatie te bieden en voors en tegens tegen elkaar af te wegen. Je moet eigenlijk alle vier filmpjes bekijken en alle vier artikelen lezen, dan pas krijg je een goed totaalbeeld en daarmee vergelijkingsmateriaal.
Over het vrijeschoolonderwijs worden geen opmerkelijke nieuwe zaken bericht, die hier onverwijld weergegeven zouden moeten worden. Het opvallendst zijn misschien nog wel de reacties. Een bekende van deze weblog blijkt de eerste te zijn geweest die reageerde: Ramon De Jonghe uit Leuven. Hij schrijft:
‘Ik kan nogal wat kanttekeningen plaatsen bij de steinerscholen, maar daar is dit tekstkadertje te klein voor. De directrice in het filmpje vind ik eigenlijk de indruk wekken dat ze niet zeker is van wat ze zegt. Ze lijkt weinig achtergrondkennis paraat te hebben. Het is zoeken naar woorden. Uiteindelijk levert ze ook het bewijs dat ze zomaar wat aan het vertellen is door te stellen dat de resultaten van steinerschoolonderwijs beter zijn dan die van het reguliere. Uit een onderzoeksrapport (2007) van onderwijsinspectie is namelijk het tegendeel gebleken. Eén steinerschool op drie blijkt zwak tot zeer zwak te presteren. Verder: leuke reportage.’
Jules Wehberg uit Amersfoort dient hem onmiddellijk van repliek:
‘Er wordt in het artikel weinig ingegaan op het waarom der dingen. Wat niet wegneemt dat het een goed leesbaar artikel is. De zwakke resultaten van vrijescholen (in 2007 waren 14 van de 50 zeer zwakke scholen in Nederland vrijescholen) ontstonden met name omdat veel vrijescholen niet instaat bleken hun zeer eigen en persoonlijke vorm van evalueren en toetsen helder te communiceren met de inspectie. Veel vrijescholen hebben hierop actie ondernomen en de toestingscultuur drastisch gewijzigd. Hierdoor wordt er beter gedocumenteerd en gecommuniceerd met de inspectie. Ook werd in een aantal gevallen de schoolleiding vervangen.’
Patrice uit Elst, ‘een tevreden vrijeschoolouder na 15 jaar werkzaam geweest te zijn in het regulier onderwijs’, reageert ook al snel:
‘Op dit moment “presteren” de Vrijescholen beter dan reguliere scholen. Het is uw interpretatie dat mevrouw Prins niet zeker is met wat ze zegt en weinig achtergrondkennis paraat heeft en zoekt naar woorden. Mijn ervaring is dat vrijeschoolleraren juist zeer veel “in huis” moeten hebben. Er worden echter geen “kant en klare” lessen vanuit een lesmethode gebruikt. Zo blijft de vrijeschool voortdurend in beweging.’
Hetty van Rijn, de leerkracht die in het artikel en op het filmpje figureert, gaat hier vier dagen later nog nader op in:
‘Als leerkracht op de Vrije School gebruik ik inderdaad methoden, dit is om extra te kunnen oefenen op het gebied van rekenen, taal, begrijpend lezen, schoonschrijven en topografie. Het gebruik van methoden is totaal geen mythe, maar juist heel handig en overal bekend bij ouders en betrokkenen. Het hoofdonderwijs, waar alle nieuwe onderwerpen worden aangeboden, blijft eigen ontwerp van de leerkracht. En inderdaad vind ik daarmee elke dag opnieuw “het wiel” uit. Want geen klas is hetzelfde. En dat vind ik juist het mooie. Ramon, laat al je kanttekeningen bij de Vrije School eens weten via www.jufhetty.web-log.nl. Ik ben oprecht geïnteresseerd.’
Juffie Van Rijn heeft woord gehouden, want op haar weblog schreef zij al op 6 januari: ‘Kijk even mee in mijn klas... en geef je mening’. Hierin verwijst zij naar het artikel en het filmpje op de website van Trouw. Prompt reageerde Ramon De Jonghe:
‘Ik reageerde al op het artikel in Trouw, waarop je me liet weten dat ik met de kanttekeningen die ik bij steinerscholen maak, hier wel eens op bezoek mocht komen. Laat me nu zeggen dat ik niet van plan ben om op dit leuke weblog, want dat is het toch, de minkanten van steinerschoolonderwijs wil exposeren. Als ik ergens te gast ben, wil ik me ook wel aanpassen aan de gang van zaken. Maar dat neemt natuurlijk mijn kanttekeningen niet weg. Mochten die je interesseren, kan je altijd op mijn site kijken. URL heb je ondertussen. Ik waarschuw je alvast dat ik een scherpe pen heb en dat ik op mijn site de problemen waarmee steinerscholen kampen extra in de schijnwerpers zet. Dat wil niet zeggen dat ik niet wil erkennen dat op steinerscholen ook heel veel goede dingen gebeuren. Ik denk dat je weblog dat al voor een deel aantoont. Ik wens je veel succes met je leerlingen.’
De volgende dag had Hetty van Rijn eens op zijn website rondgekeken. En gaf ze het volgende mooie commentaar, regelrecht uit de praktijk:
‘Het is zonder meer goed dat je kritisch bent. Als Vrije School leerkracht heb ik op verschillende Vrije Scholen gewerkt en gemerkt hoe verschillend het er aan toe kan gaan op de ene of de andere school. Dit heeft te maken met de mensen die er werken, niet om wat Steiner en naaste medewerkers hebben geschreven. Hoe gaan de leerkrachten om met de ideeën van Steiner, met elkaar, de kinderen, de ouders? Ik denk dat je de realiteit te kort doet door te generaliseren, althans zo komt het over.
Ik werk nu al jaren op een Vrije School in een team dat zelf-kritisch durft te zijn, waar veel gelachen wordt, waar men hardop durft te twijfelen aan een bepaalde aanpak, waar kinderen mogen worden wie ze zijn, waar je als leerkrachten elkaar durft aan te spreken, En natuurlijk is het niet perfect, dat is het nergens. Maar er is elke dag weer groeiruimte.
Dit is voor mij één van de allerbelangrijkste aanwijzingen van Steiner: dat een leraar steeds weer zijn zelfopvoeding ter hand neemt. Een leerkracht die steeds weer zichzelf beetpakt om de dag terug te blikken om te zien waar nog iets ligt, welke nieuwe goede gewoonten nodig zijn, hoe je je klas of een individueel kind verder kunt helpen is een leerkracht die zelf leerling durft te zijn. Als je op die manier de werken van Steiner leest dan kom je nooit op het idee om zaken letterlijk over te nemen, want dan lees je met je hart.
Voor mij werkt Steiner zo: vanaf mijn vierde wilde ik juf worden en in de loop der jaren zag ik voor me hoe dat er uit zou zien. Pas toen ik bijna klaar was met de PABO kwam ik er achter dat de school van mijn dromen al was uitgevonden: de Vrije School! Ik lees Steiner’s werken dus “vindend” en niet “zoekend.”
Misschien is het voor jou ook eens interessant bij Vrije Scholen op bezoek te gaan waar het wel goed werkt, juist met je kritische blik houdt je jezelf dan ook scherp. Hartelijke groet van Hetty’
2 opmerkingen:
Onderhoudende reportage over de Vrije Scholen, maar ook wat clichématig. Is veelal een prima vorm van onderwijs, die inderdaad soms op een wat vertekende manier uit de onderzoeken van de Inspectie naar voren komt. Dat kan aan de betreffende Vrije School liggen, want uiteraard heb je in die onderwijsrichting ook minder goed functionerende scholen, echter op de wijze van toetsing van de Inspectie valt ook het nodig af te dingen. Niet alleen Vrije Scholen kunnen daarover meepraten.
Een prima ontwikkeling is dat leerlingvolgsystemen in Vrije Scholen steeds verdergaand worden ingevoerd. In het verleden ontbrak het daar wel eens aan.
Wat mij betreft heeft het Vrije Schoolonderwijs voldoende potentieel voor de 21e eeuw, waarbij een gezonde portie lef van onderwijsgevenden belangrijk is. Onderwijs vraagt immers om doorontwikkeld te worden.
Hallo Michel,
Fijn dat je er weer bent. Ik heb natuurlijk juf Hetty ook een tegenreactie op haar reactie gegeven, want ik was het niet helemaal met haar eens dat ze zei dat ik generaliseerde. Ik maak namelijk wel degelijk onderscheid tussen dé steinerscholen en individuele steinerscholen. Maar lees het anders zelf maar na.
(...) Hallo Hetty,
Volgens mij heeft de manier van werken in een school zowel te maken met de theoretische achtergrond als met de praktische kant. Op welke manier mensen op een school invulling geven (of mogen geven) aan die theorie bepaalt natuurlijk veel.
Wat generaliseren betreft. Vergeet niet dat er een verschil is tussen een individuele school en een scholengroep. Over het laatste heb ik het. Mij is het alsnog onmogelijk iedere school van de 600 wereldwijde steinerscholen te kennen. Ik hoef die ook niet allemaal te kennen om te weten dat er verschillende gradaties zijn, gaande van zeer zwak tot uitmuntend. Bovendien: als ik vandaag zeg dat op steinerscholen voetballen taboe is, komt morgen wel iemand zeggen: ‘Hé wacht eens, bij ons op school is een leraar die…’
Op de duur kan een mens eigenlijk niks meer zeggen, begrijp je.
Wanneer individuele scholen van één bepaald onderwijsnet steeds maar weer dezelfde problemen blijven opleveren, dan komt generaliseren vanzelf. Die problemen komen zo vaak voor dat het begint op te vallen en dan komen die uiteindelijk samen als algemeen probleem. Dat is natuurlijk zonde voor die scholen waar het wel goed gaat, maar dat hebben ze dan, vind ik, aan hun zusjes te danken, niet aan degene die generaliseert. Hogervorst, toch nog altijd een antroposoof, generaliseert in de laatste Driegonaal de vrijescholen al aan de hand van voorbeelden van gesignaleerde problemen in één school.
Dat Steiner er leraren op wees om aan zelfopvoeding te doen…klopt. Maar hoe zit het in de praktijk? Doen globaal genomen steinerschoolleerkrachten aan zelfopvoeding? Want dan moeten ze naar zichzelf kijken. Ken je het meest voorkomende beeld dat mensen die de steinerschool kennen van een steinerschoolleerkracht hebben?
En ik hoop dat in jullie school die openheid waarover je spreekt er is, want dan kan er heel goed onderwijs ontstaan. Ik ben al in steinerscholen op bezoek geweest waar ik de indruk had dat men meer met onderwijs dan met Rudolf Steiner ‘verkopen’ bezig was. Ik heb dat als positief ervaren. Verder ben ik ook al in steinerscholen geweest waar hier en daar iemand liep buiten de schoolgemeenschap ook nog een heel leven had. Ik denk dat die mensen de zaak kunnen redden.
Misschien ben jij een van die mensen.
Groet
Ramon (...)
Een reactie posten