Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

vrijdag 23 juli 2010

Beladen

Verrassing! Ja, werkelijk. Had ik net gedacht dat de vrijeschoolbeweging geniet van de welverdiende rust tijdens deze zomervakantieperiode en dat er daarom in die hoek momenteel bijzonder weinig gebeurt, blijkt de weblog van de Vereniging van vrijescholen gisteren opeens een nieuwe bijdrage te hebben (de vorige was van 13 januari, inderdaad een hele tijd geleden, zie ook ‘Werkplaats’ op 6 januari). Het staat al meteen aangekondigd op de pagina met ‘Actueel’ op de website van deze vereniging:

‘Serie gesprekken op film. Kijk op ons weblog!
De Vereniging van vrijescholen maakt een serie gesprekken met kopstukken uit het vrijeschoolonderwijs en aanverwante kinderopvang. De serie is getiteld Het huiswerk is nog niet klaar.

Interessant voor velen, noodzakelijk wat de Vereniging betreft, omdat sommige van die kopstukken in de nadagen van hun leven zijn. De eerste drie afleveringen van Het huiswerk is nog niet klaar een gesprek tussen Leo Stronks, de huidige voorzitter van de Vereniging van vrijescholen en Rudolf Mees. Lees meer...

Via de link word je geleid naar de weblog, waar wordt vervolgd met:

‘Rudolf Mees is medeoprichter van de Triodosbank, was lid van de raad van bestuur van ING-bank, maakte deel uit van de PO-raad en bekleedde tal van bestuursfuncties in het vrijeschoolonderwijs. Hij was onder andere voorzitter van de Vereniging van vrijescholen.

Nu deel 1, Leo Stronks praat met Rudolf Mees. Deel 2 en 3 volgen medio augustus. De serie is ook als PODCAST te downloaden.’

Wat je te zien krijgt is een film van 27 minuten waarin twee heren met elkaar in gesprek zijn. Of liever, waar vooral Rudolf Mees aan het woord is. Hij heeft dan ook een lange geschiedenis met de vrijeschoolbeweging. Uitgangspunt bij dit gesprek is een notitie die hij schreef op 28 november 1967 over ‘Enkele uitgangspunten over de mogelijke organisatievorm van de Vrije School Beweging in Nederland’ (op 1:30). Het was drie à vier jaar na de start van de kleuterschool. Over deze notitie stelt hij nu:

‘In hoofdlijnen geeft die een vraagstuk weer waar we nog steeds met zijn allen mee bezig zijn. Het huiswerk is nog niet klaar.’
En:
‘Dat is een troostrijke gedachte voor een Vereniging van vrijescholen.’

Verderop in het gesprek zegt Rudolf Mees:

‘We praten vaak over de vrijheid van onderwijs, daarbij denkende aan onze eigen vrijescholen. Terwijl als je daarover praat, het een onderwerp is dat je voor het hele onderwijs moet kunnen laten gelden.’ (8:20)

‘Mijn schoonvader, Arnold Henny, hamerde er vaak op: de vrijeschoolbeweging is niet alleen een pedagogische beweging, het is een sociaal-pedagogische beweging. Het is door Rudolf Steiner bedoeld als een begin van een oplossing voor het sociale vraagstuk. Het sociale vraagstuk is in eerste instantie een pedagogisch, een opvoedkundig vraagstuk, vervolgens is het tevens een gezondheidsvraagstuk en ten slotte ook nog een voedingsvraagstuk.’ (10:00)

Verantwoordelijk voor deze film zijn dezelfde Jorrit de Bruin en Kleis Kemperman van JKTV Producties die eerder de MichaëlConferentie 2008 van de Vereniging van vrijescholen versloegen in een film van achttien minuten (zie Brandpunt’ op 11 maart 2009). Zij tekenen voor camera en montage, terwijl de redactie en inhoudelijke begeleiding in handen is van Pieter Verhage van Cquenz, en de eindredactie bij Leo Stronks zelf ligt.

Een interessante bijdrage vandaag ook bij de Vitatas wetenswaardigheden, getiteld ‘Effect van biologisch eten op de gezondheid’:

‘Het Louis Bolk Instituut (LBI) doet al jaren onderzoek naar de relatie tussen biologische voeding en gezondheid. In de studie “biologisch, gezonder” waarin de gezondheid van biologisch en gangbaar gevoerde kippen werd geobserveerd en het KOALA onderzoek bij kinderen, waarin het effect van biologisch en gangbaar eten onderzocht wordt, is al aangetoond dat de natuurlijke weerstand bij biologische voeding hoger is. Het KOALA onderzoek heeft ook al aangetoond dat kinderen die biologisch eten minder allergieën ontwikkelen. Maar hoe zit het met mensen die omschakelen van gangbaar naar biologisch eten? Ervaren zij een effect op hun eigen gezondheid? Die vraag heeft het LBI via internet voorgelegd aan 565 mensen die de afgelopen jaren biologisch zijn gaan eten. Maar liefst 75% van de deelnemers aan het onderzoek ervaren minimaal één en vaak meerdere gezondheidseffecten. Ze noemt de helft van de deelnemers dat ze een betere algemene gezondheid en weerstand hebben gekregen. Zo zijn minder vaak ziek dan vroeger en als ze ziek zijn duurt het korter. Een kwart zegt zich fitter en energieker te voelen. Ruim 20% geeft aan dat ze beter in hun vel zitten, vrolijker zijn en ervaren positieve gevoelens door de omschakeling naar biologische voeding omdat ze hiermee bijdragen aan een betere wereld. Andere gezondheidseffecten die genoemd worden zijn een verbeterde werking van het maag-darmsysteem, een betere conditie van de huid en vermindering van allergische klachten.

Geen geringe oogst, maar toch mag biologische voeding zichzelf niet gezonder noemen dan gangbare voeding. Want ja, wat is precies gezond en hoe meet je dat de verbetering het gevolg is van de biologische voeding? Vanuit de reguliere voedingshoek wordt altijd volgehouden dat er geen verschil is tussen biologisch en gangbaar: het gaat om de totale leefstijl. Toch zijn er wel verklaringen ten gunste van biologisch. Enerzijds zijn er verschillen in voedingswaarden tussen biologische en gangbare producten (bio bevat meer antioxidanten, meer vezel en meer droge stof, en minder schadelijke stoffen, zoals residuen). Anderzijds verandert de keuze van producten bij een overstap naar biologisch: meer vers en minder kant-en-klaar.

Meer onderzoek blijft noodzakelijk, maar het feit dat 3 van de 4 mensen die naar biologisch overstappen, zich gezonder voelt, zegt natuurlijk veel.’

Overigens is het Louis Bolk Instituut nog altijd op zoek naar een nieuwe directeur-bestuurder. Zo staat sinds 24 juni deze ‘Vacature bestuurder LBI’ op de website:

‘Voor de opvolging van de huidige bestuurder a.i. zoekt het Louis Bolk Instituut voor 4 tot 5 dagen per week een Directeur/Bestuurder. Kernkwaliteiten: visie, bindend vermogen, overtuiging, senioriteit, van vele markten thuis. Affiniteit met duurzame landbouw, gezondheidszorg en voeding noodzakelijk.

Lees de vacaturetekst of download het profiel.

In de vacaturetekst lezen we ook de hiervoor gestelde termijn:

‘Solliciteren op de vacature kunt u door voor 16 augustus 2010, een brief met motivatie, aangevuld met CV te richten aan de directeur/bestuurder a.i. de heer drs. B.R.A. Gijzel, bij voorkeur per e-mail, of per post naar: Louis Bolk Instituut, Hoofdstraat 24, 3972 LA Driebergen.’

Als derde en laatste voor vandaag ga ik weer eens buurten bij de ‘Middernachtszon’ van Hugo Verbrugh. Dat doe ik niet zo vaak als zou kunnen, zijn weblog staat immers voor iedereen makkelijk toegankelijk hier helemaal onderaan op mijn ‘blogroll’. Maar nu dus een uitzondering, want Verbrugh geeft de Antroposofische Vereniging in Nederland (door hem met AViN afgekort) een opmerkelijk advies:

‘...het zou overweging verdienen dat het bestuur van de AViN opnieuw een commissie instelt om het vraagstuk van de rassen te bespreken en het resultaat in het publiek debat te brengen’.

Hij beargumenteert dit op de volgende, hem kenmerkende wijze:

‘In de NRC H van afgelopen vrijdag stond op de Opiniepagina een artikel van Simon Kuper met een strekking die ik goed kan gebruiken als aanleiding voor een commentaar dat ik al lang kwijt wil.

Het gaat over rassen (in verband met mensen, wel te verstaan), in het bijzonder het zwarte, en met name over hoe dit thema binnen de antroposofie leeft. De directe aanleiding voor het artikel is het voetbal in Zuid Afrika en wat daar nu daarna komt.

Simon Kuper is een erkende deskundige inzake dit onderwerp. Uit Wikipedia haal ik: “Kuper (1969) werd geboren in Oeganda als zoon van de Zuid-Afrikaanse antropoloog Adam Kuper. Na verschillende omzwervingen over de wereld vestigde het gezin zich in 1976 in Leiden, waar zijn vader een aanstelling kreeg aan de universiteit. Simon Kuper groeide op in Leiden maar verhuisde op zijn zestiende naar Londen. Kuper, zelf van Joodse komaf, schreef verschillende boeken over de rol van voetbal tijdens de Tweede Wereldoorlog in het algemeen en AFC Ajax in het bijzonder. Hij heeft uitvoerig onderzoek gedaan naar het Joodse karakter van Ajax, en concludeerde dat Ajax voor de Tweede Wereldoorlog wel degelijk een club met een Joods karakter was wat betreft de fans. Naast Engels schrijft Kuper ook in het Nederlands, onder meer voor Hard Gras en Vrij Nederland. In het Engels schrijft hij onder meer voor de Financial Times. Anno 2009 woont hij met zijn gezin in Frankrijk.”

De titel van zijn artikel was “Het was het WK van de zwarte trots,” met als inleiding “Afropessimisten kregen ongelijk – Economisch levert een WK niets op voor het gastland. Maar er is wel winst. Die zit in ontastbaarheden zoals trots en verbondenheid.”

De passage die mij in het bijzonder trof luidt: “Vorige maand veranderde er iets. Ik zag het toen mijn werkgever, de Financial Times, vijf slimme Zuid-Afrikanen rond een keukentafel verzamelde om de impact van het WK op hun land te bespreken. Alle vijf waren geboren critici ... Maar op één punt bleven de vijf steeds hameren: trots. ‘Ik denk dat specifiek zwarte mensen trots zijn’, zei de zwarte schrijver en academicus William Gumede. ‘Sorry dat ik het woord “zwart” gebruik, maar er is een element van trots: het WK wordt succesvol in elkaar gezet en je kunt zeggen dat het vooral zwarte mensen zijn die het in elkaar zetten. Zelfs als je geen baan hebt, als je geen huis hebt, zelfs als de nieuwe transportinfrastructuur jou niet bedient, dan is er toch dat gevoel van eerbied eromheen.’”

Voor zover ik me kan herinneren is dit de eerste keer dat ik het woord “zwart” inzake de huidskleur van mensen in verband met hun andere kenmerken zo uitdrukkelijk en duidelijk lees. Het bracht me in herinnering dat we in Nederland in februari 1996 een immense rassenrel in verband met de antroposofie hadden. Christoph Wiechert, destijds vice-voorzitter van de Antroposofische Vereniging in Nederland was in een radio-interview door enkele journalistieke hooligans die in het kader van de Humanistische Omroep werkten op een uiterst kwalijke manier onderuit gehaald en met grote deskundigheid was in Nederland de boodschap erin geramd dat de antroposofische beweging een racistische leer zou zijn.

Gedachtig aan Goethe die in de Faust de duivel Mephisto laat zeggen “ik ben een deel van die kracht die altijd van alles wil dat verkeerd is maar die via een soort morele omstulping vaak toch nog iets goeds bewerkstelligt” stelde het bestuur van de AViN een commissie in om deze beerput leeg te maken. Vier jaar later kwam deze commissie met een van de meest gedegen werkstukken die ik ooit over een moeilijk onderwerp onder ogen heb gekregen: “Antroposofie en het vraagstuk van de rassen” (2000, ISBN 9080559318; 720 bladzijden, relatief klein lettertype). Het is het perfecte voorbeeld hoe je vanuit de antroposofie en het werk van Steiner een actueel onderwerp in de publiciteit moet brengen.

Met recht en reden kregen de commissie en het bestuur van de AViN waardering voor dit werk. Het voordien vaak gehoorde verwijt van racisme wordt nu alleen nog vernomen van de kant van het soort kritikasters die als antwoord op de vraag waar de grootste frietenkraam ter wereld is zeggen “op de grens van Nederland en Frankrijk”, ha ha.

Maar intussen zijn we tien jaar verder. Het vraagstuk van de rassen is niet alleen een zaak voor de antroposofie. Er wordt anders over gedacht, gesproken (en gezwegen), geschreven, gepubliceerd, gedebatteerd dan tien jaar geleden. De antroposofie duikt in dit debat eigenlijk nooit meer op. Dat is jammer.

Zoals van ongeveer alles geldt waar Rudolf Steiner over geschreven en gesproken heeft, is een deel van wat hij heeft gezegd achterhaald of zelfs onjuist en een deel nog steeds (of zelfs nu pas) actueel, geldig, van belang, waar, juist. Over rassen staan in verschillende transcripten van zijn voordrachten rare en nog ergere opmerkingen. Die zijn allemaal door de commissie adequaat besproken. Maar in veel andere van zijn teksten staan passages over het vraagstuk van de rassen die niet onjuist of achterhaald, maar juist nog steeds (of zelfs nu pas) actueel, geldig en zo voort zijn. Ook daaraan besteedde de commissie aandacht, maar daarvan kwam weinig of niets naar buiten – ten onrechte.

Het klinkt misschien vermetel wanneer ik, als zomaar één van de ruim vierduizend leden van de AViN zo’n voorstel doe als ik nu ga doen, maar het zou overweging verdienen dat het bestuur van de AViN opnieuw een commissie instelt om het vraagstuk van de rassen te bespreken en het resultaat in het publiek debat te brengen, met bij voorkeur een aantal leden van de vorige commissie erin. Het artikel van Kuper documenteert dat het kairos is, dat de tijd daarvoor “rijp” is: de geest van de tijd vráágt om zo een werkstuk.

De woorden van Mephisto “ik ben een deel van die kracht die altijd van alles wil dat verkeerd is maar die via een soort morele omstulping vaak toch nog iets goeds bewerkstelligt” zijn mijn eigen vertaling van het antwoord dat Mephisto geeft als Faust hem vraagt wie hij is: Ein Theil von jener Kraft, Die stets das Böse will und stets das Gute schafft.’

Is er vooruitgang in de wetenschap, is er vooruitgang in de antroposofie? Dat zou een mooi onderzoek zijn, zeker op zo’n beladen thema.

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)