Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

zondag 5 september 2010

Sigaretten

Precies drie maanden geleden, op zondag 6 juni in ‘Cross-over’, maakte ik attent op de website ‘Peripatos’ van Annemarie Sijens. Vandaag ben ik daar weer eens langsgegaan en zie daar dit onder ‘Nieuws’ staan (het bericht is niet gedateerd, dus ik weet niet wat er met ‘deze week’ wordt bedoeld):

‘Sinds medio augustus 2009 werk ik als interim-directeur op de Vrije School Michaël in Emmen, met de opdracht om te werken aan een bloeiende, eigentijdse vrijeschool met een gezond leerlingenaantal. Hieronder staan de belangrijkste nieuwsberichten van de afgelopen maanden.

Start schooljaar Vrije School Michaël

Deze week is de Vrije School Michaël met negen nieuwe leerlingen gestart. Naast instroom van kleuters stapten er ook vijf kinderen van andere scholen over. De boodschap die deze kinderen en hun ouders uitdragen is: “Dit is een leuke school”. Dat is in ieder geval wat er bij onze leerlingen, hun ouders en het team overkomt. We hebben nu 50 leerlingen. De onverwacht snelle groei van het leerlingenaantal is nog niet het gevolg van onze nieuwe folder. Die is pas in de laatste schoolweek verspreid. Een digitale versie van deze folder vindt u hier. Hij is ontworpen door Henk van Beilen van Atelier Abel, www.atelierabel.nl.

Identiteit van vrijescholen

In het zomernummer van “De Koerier”, schoolkrant van de Vrije School Michaël Emmen, verscheen het bijgaande artikel over de identiteit van vrijescholen. Van eind 2007 tot begin 2009 werkte ik in opdracht van de Vereniging van Vrijescholen aan een notitie over de identiteit van het vrijeschoolonderwijs. De afgelopen paar jaar heb ik verschillende vrijescholen bij het versterken van hun identiteit begeleid.’

Aha, daar is die notitie weer! Daar had ik het voor het laatst op 13 mei in ‘Interim’ nog over. Ik kon er echter niet volledig aan komen. Nu dus nog niet, maar wel een artikel van de auteur zelf op basis van die notitie. Dat artikel neem ik hierbij graag over:

‘Identiteit van vrijescholen

Rond 1900 zien we een groot aantal vernieuwingsbewegingen in het onderwijs. Eén daarvan is de vrijeschoolbeweging. Dit artikel beschrijft een belangrijk kenmerk van vrijescholen: het “ademende” of kunstzinnige onderwijs.

Aan het einde van de 19e eeuw bewaarden schoolmeesters en juffen nog met harde hand de orde in hun klas. Het straffen van kinderen was daarbij hun belangrijkste instrument. De charismatische Nederlandse onderwijsvernieuwer Jan Ligthart had hier heel andere ideeën over. Hij vond dat de lichte toverstok van de persoonlijkheid van grotere invloed was dan een stevige tik met de roe. Opvoeding was voor hem een kunst, waarbij begrip van en meegevoel met het kind centraal stonden. Daarmee propageerde hij een “hartepedagogiek”, waarbij de persoonlijkheid van de opvoeder doorslaggevend was voor het pedagogische welslagen. De intuïtie van de opvoeder sloeg hij hoger aan dan het gebruik van vaste methodes. Vanaf 1885 geeft Jan Ligthart het onderwijs aan kinderen uit een Haagse volksbuurt op zijn eigen manier vorm. Zijn inzichten waren revolutionair en hadden nationaal en internationaal invloed. Een greep uit zijn repertoire lijkt nu gewoon, maar was indertijd baanbrekend:

– spreek hoofd, hart en handen van je leerlingen aan.
– probeer als opvoeder van je fouten te leren
– zorg voor orde en gezag
– concentreer het onderwijs in projecten
– ieder kind is uniek en moet zichzelf kunnen zijn
– aan de opvoeder: heb lief!

Deze opvattingen vinden we in meer of mindere mate in alle vernieuwingsbewegingen van na 1900 terug. In vrijescholen, Montessorischolen en in Daltonscholen. Inspireerden de verschillende vernieuwers elkaar of werden ze door dezelfde tijdgeest doordrongen? Feit is dat de bovenstaande ideeën het hele onderwijsveld hebben beïnvloed. Dit betekent natuurlijk niet dat alle onderwijsstromen identiek en daarmee inwisselbaar zijn. Iedere onderwijsvernieuwer kan een inzicht immers op zijn eigen manier uitwerken en er andere ideeën aan toevoegen. Daardoor ontstaat er een gevarieerd onderwijslandschap en valt er voor ouders iets te kiezen. In het vervolg van dit artikel concentreer ik me op het unieke karakter van vrijescholen. Wat maakt hen zo bijzonder?

De eerste Freie Waldorfschool

In 1919 stichtte Emil Nolt, directeur van de Waldorf-Astoria-sigarettenfabriek in Stuttgart, de eerste Waldorfschool. Wat deze school uniek maakte, was het feit dat de pedagogiek gebaseerd was op het mensbeeld van de filosoof Rudolf Steiner. Emil Nolt had hem gevraagd om de inrichting en de leiding van de school op zich te nemen. Vlak voor het schooljaar begon, gaf Rudolf Steiner zijn leraren een stoomcursus “Algemene menskunde als basis voor de pedagogie”. Aan de vooravond van deze cursus vertelde hij zijn team hoe belangrijk de stichting van de Waldorfschool voor de hele cultuur was. Hij ging ervan uit dat ieder kind een levensplan heeft en dat zijn opvoeders hem helpen om dit plan te ontdekken en later ook te verwerkelijken. Daardoor wordt de cultuur steeds met nieuwe krachten verrijkt en verandert de samenleving. Sommige mensen leveren hier een heel grote, anderen een bescheiden bijdrage aan. Verschil is in dat opzicht goed. De samenleving heeft kunstenaars, wetenschappers en ambachtslieden nodig! In de spreuk die leraren ’s morgen spreken, blijkt duidelijk dat ze zich in dienst willen stellen van het zich ontwikkelende kind.

Uit de geestelijke wereld is dit kind tot u neergedaald.
Gij zult zijn wezen tot klaarheid brengen. Van dag tot dag. Van uur tot uur.

Als ze een goede pedagoog wilden worden, moesten de leraren volgens Rudolf Steiner een levendige belangstelling ontwikkelen voor alles wat er in de wereld gebeurt. Hun blik moest regelmatig van de klas naar de wereld gaan en vice versa. Waarom vroeg hij hen dat? Bij het zoeken naar een antwoord merkte ik dat deze ritmische beweging van de aandacht van binnen naar buiten de basis vormt van het hele vrijeschoolonderwijs.

In- en uitademen

Rudolf Steiner gaat uit van reïncarnatie. Zoals we in de lerarenspreuk zien, daalt het zich reïncarnerende kind uit de geestelijke wereld af naar de aarde. Dit naar de aarde afdalende deel van het kind noemt Rudolf Steiner de geestziel. Op aarde wordt het lichaam van het kind voorbereid. Bij de jonge mens zijn geestziel en lichaam nog niet goed met elkaar verbonden. Het is dan ook de taak van de opvoeder om een harmonische verbinding tussen geestziel en lichaam tot stand te brengen. Hierbij speelt de ademhaling in al zijn metamorfoses een belangrijke rol. In essentie komt dit ademhalingsproces neer op een afwisseling van concentratie (inademen) en expressie (uitademen). Het maken van moeilijke sommen vraagt bijvoorbeeld concentratie en stilte. Dat houdt een kind natuurlijk niet de hele dag vol! Het is belangrijk dat hij daarna weer mag uitademen. Dat kan bijvoorbeeld door ruimte in te lassen voor beweging, voor een mooi verhaal of voor kunstzinnige expressie. Deze afwisseling tussen concentreren en ontspannen is in het hele vrijeschoolondewijs te zien. In de dagopbouw, de kringloop van het jaar, het periode-onderwijs, het nachtleren en in de afwisseling van vakken die concentratie vergen en vakken waarin het kind zich weer met zijn omgeving kan verbinden. Rudolf Steiner noemt dit ademend of kunstzinnig onderwijs. Met de ene activiteit laat de opvoeder de geestziel meer in het lichaam doordringen. Met de andere activiteit brengt hij het lichamelijk organisme meer in de geestziel. Zo leert het kind op een harmonische manier lichaam, ziel en geest met elkaar te verbinden.

Vrijeschoolonderwijs brengt balans

Tijdens onze vorige studiedag hebben de leraren met elkaar de in- en uitademing gekarakteriseerd. Daarbij bleek al snel dat inademing en uitademing elk hun eigen kwaliteiten en eenzijdigheden hebben. In de onderstaande kolommen staan er een paar genoemd.

Uitademen Inademen
zielegeest lichaam
buiten, verbinding, zomer – binnen, isolement, winter
improviseren ordenen
hooggevoelig geconcentreerd
korte spanningsboog – lange spanningsboog
enthousiasme trouw
kunst, willen, alpha – wetenschap, denken, betha

Om eenzijdigheden te voorkomen, is het belangrijk om een balans tussen in- en uitademing te zoeken. Met een paar voorbeelden wil ik dat verduidelijken. Bij een jazzmusicus ligt het accent duidelijk op de uitademing. Hij moet immers goed kunnen luisteren. Samen met zijn vrienden speelt hij er lustig op los. Energie en enthousiasme spatten ervan af. Ze spelen al improviserend en hun muziek is iedere keer nieuw. Met alleen de uitademing is hij er echter niet. Wil hij zijn geld met optredens verdienen, dan moet hij ook afspraken kunnen maken en nakomen. Dat zijn juist weer kwaliteiten die bij de tweede kolom horen!

Voor een wetenschapper zijn concentratie en het vermogen informatie te ordenen belangrijke vaardigheden, die bij de inademing horen. Zou onze wetenschapper zich alleen maar op haar studie concentreren, dan loopt zij het risico dat haar blik vernauwt. Vernieuwers in de wetenschap vinden hun inspiratie vaak als ze juist niet achter de studieboeken zitten. Onder de douche, tijdens een wandeling op het strand, of werkend in de tuin. Tijdens hun ontspanning dus! De meest interessante wetenschappers waren bovendien vaak zowel wetenschapper als kunstenaar. Denk maar aan Goethe, Leonardo da Vinci of meer recent Ervin Laszlo.

Uit deze twee voorbeelden blijkt dat een harmonieuze afwisseling tussen in- en uitademing kennelijk belangrijk is. Een kind dat heeft geleerd hoe hij zich moet concentreren, is later in staat zijn doelstellingen te realiseren. Of deze doelstellingen ook creatief en vernieuwend zijn, hangt vooral af van zijn vermogen zich ontspannen met zijn omgeving te verbinden. Een leerling die in- en uitademing in balans heeft, ontwikkelt zich tot een volwassene die liefdevol en verantwoordelijk in het leven staat en een oorspronkelijke bijdrage aan de samenleving kan leveren. Ik vermoed dat dit Rudolf Steiner bij de oprichting van de eerste Waldorfschool voor ogen stond. Hierin schuilen het belang en de kracht van het vrijeschoolonderwijs.

Annemarie Sijens in De Koerier, juni 2010

Het woord “Freie” betekende “vrij van overheidsbemoeienis”. Dit vinden we ook terug in de door Abraham Kuijper opgerichte “Vrije Universiteit” en in de Nederlandse vrijescholen.’

Ik denk dat Annemarie Sijens twee mensen door elkaar heeft gehaald: Emil Nolde was de expressionistische Duitse kunstschilder, terwijl Emil Molt als directeur van de Waldorf-Astoria sigarettenfabriek besloot tot de oprichting van de eerste vrijeschool in 1919, zoals zij beschrijft, in de eerste plaats voor de kinderen van zijn eigen personeel.

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)