Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

maandag 18 augustus 2008

Meer bd

Voordat ik begin, eerst over de foto. Rechts het World Port Center van Foster and Partners (1995-2000), het 124 meter hoge hoofdkantoor van het Gemeentelijk Havenbedrijf. Het langgerekte gebouw in het midden is woontoren Montevideo van F.M.J. Houben (Mecanoo) uit 1999-2005, de hoogste van Nederland. En het vreemdgevormde lage, horizontale gebouw daar links van is dan Las Palmas. Hierover citeer ik voor het gemak Wikipedia:

Las Palmas is een voormalig werkplaatsengebouw in Rotterdam (Wilhelminapier) van de rederij Holland Amerika (Holland-Amerika Lijn), gebouwd tussen 1951 en 1953 naar een ontwerp van het Rotterdamse architectenbureau Van den Broek en Bakema (1910-1985).

Ontstaan
Tijdens het bombardement van Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog werd ook een groot deel van de Wilhelminakade getroffen. Na de oorlog gaf de rederij Holland Amerika opdracht voor nieuwbouw van haar panden. Een aankomsthal en loodsen waren het resultaat. De laatste van deze wederopbouwpanden van de rederij was het werkplaatsengebouw. Dit gebouw, bekend als Las Palmas, werd in 1953 in gebruik genomen. Naast werkplaatsen voor vervaardiging van scheepsonderdelen huisvestte het gebouw ook opslagplaatsen.

Betere toekomst
Het hoofdkantoor van de Holland-Amerika Lijn verhuisde in 1977 naar Seattle aan de Amerikaanse westkust. In de voorgaande twee decennia organiseerde de rederij vooral cruises, maar eind jaren ‘70 bood Amerika een betere toekomst. Vanaf 1984 stond het oude hoofdkantoor, tegenwoordig bekend als Hotel New York, aan de Wilhelminakade te koop. Veel panden van de Holland Amerika Lijn zijn door de gemeente Rotterdam gekocht. Las Palmas is jarenlang als opslagruimte gebruikt.

In ere hersteld
Vanaf 2001 – tijdens Rotterdam 2001, Culturele hoofdstad van Europa – werden delen van Las Palmas in gebruik genomen als tentoonstellingruimte. Een jaar later opende ook Club Las Palmas zijn deuren voor feesten waar internationaal en nationaal bekende deejays de avonden vulden.
Vanaf 2005 is Las Palmas gesloten voor een grootschalige verbouwing en renovatie, naar een ontwerp van Benthem Crouwel Architecten. Naast enkele architectenbureaus en projectontwikkelaar OVG biedt Las Palmas vanaf 2007 onderdak aan het Nederlands Fotomuseum, cursusinstituut SKVR Beeldfabriek, LP II, ruimte voor stedelijke cultuur en het gelijknamige restaurant van Herman den Blijker.

Nog meer Ton Baars vandaag. Ondanks de kritische kanttekening die Barbara gisteren plaatste bij het bericht over de bijzondere leerstoel biologisch-dynamische (bd-) landbouw die Ton Baars nu al bijna drie jaar in Witzenhausen bekleedt. Dat is natuurlijk prima, vooral als zoiets aanleiding geeft tot kwaliteitsverbetering. Overigens is het hierbij goed om te weten dat zijzelf ook werkzaam is als hoogleraar, namelijk in ‘Agrar/Forstwissenschaften’ aan een ‘Hochschule für Wirtschaft und Umwelt’ in Baden-Württemberg (onder Stuttgart).

Ik ga dus door op het thema biologisch-dynamische landbouw (maar nu weer helemaal in het Nederlands), eerst door een interview met Ton Baars hier weer te geven, dat ik geschreven heb voor de special ‘Biologisch, en dan... biologisch-dynamisch’ van Motief, maandblad voor antroposofie in februari 2005 (blz. 46-47). Ik had het al eerder kort over deze special, op 3 juli, in ‘Zien’, toen naar aanleiding van de foto’s die Iwan Baan daarvoor gemaakt heeft. Hierna zoom ik in op zijn proefschrift, waarover hij het in dit interview heeft.

Ton Baars, hoogleraar bd-landbouw: ‘Bd is reuze actueel’
Wat is wetenschappelijk waar van de bewering dat er duidelijk verschil is tussen biologisch en biologisch-dynamisch (bd)? Ton Baars, jarenlang hoofd van de onderzoeksafdeling veehouderij van het Louis Bolk Instituut, is de juiste man om deze vraag voor te leggen. Per 1 maart van dit jaar [2005, MG] is hij benoemd als bijzonder hoogleraar bd-landbouw aan de faculteit voor ecologische – dus biologische – landbouw in Witzenhausen, onderdeel van de Universiteit van Kassel.

De ecologische faculteit in Witzenhausen kent zeventien hoogleraren, twaalf van hen hebben bodem en plant als vakgebied. Het is bijzonder dat juist een Nederlander is uitgekozen om de eerste leerstoel bd-landbouw te bezetten; Baars’ deskundigheid op dierlijk gebied zal hier zeker hebben meegespeeld. De leerstoel van Baars wordt gedurende zes jaar door meerdere Duitse antroposofische fondsen gefinancierd. Zestig procent van de studenten aan de ecologische faculteit in Witzenhausen loopt hun leerstage op een bd-bedrijf. Met name door deze animo werd de leerstoel in het leven geroepen.
Als hoogleraar krijgt hij onder meer de taak om het gesprek vanuit de bd-landbouw met de gangbare wetenschap op gang brengen. Zijn promotie in 2002 – ‘Verzoening tussen holistische en reductionistische onderzoeksmethoden’ aan de Wageningen Universiteit – ging over dit thema.

Bd is een leefstijl
‘Mijn uitgangspunt van het onderzoek bij het Louis Bolk is altijd geweest om onderzoek te doen samen met boeren die streven naar een kwalitatieve landbouw. Daar zitten uiteraard ook vele boeren uit de biologische landbouw bij. Wat kwaliteit is, hangt echter van je wereldbeeld af.’ De kwaliteitskenmerken die vaak in Nederland voor bd worden genoemd – ‘een gesloten stofkringloop op de boerderij of koeien met horens’ – zijn voor Baars niet van doorslaggevend belang. ‘Dat kom je beide in Duitsland ook op biologische bedrijven tegen.’ Zijn er dan wel harde wetenschappelijke verschillen aan te wijzen? ‘Toch wel. Neem het Zwitserse FiBL-onderzoek naar de lange termijn effecten tussen bd, biologisch en gangbaar. Onder meer in het kristallisatie-onderzoek komen verschillen naar boven. Maar bd is voor mij meer dan “eko plus preparaten”’, zegt Baars. ‘Met bd heb je met een leefstijl te maken, er zit zo veel meer omheen: landbouw en zorg voor de medemens, een andere wijze van grondbezit en financiering zoals op de Pergola bedrijven, een andere relatie met de consument. Met name in Duitsland zie je veel meer woongemeenschappen die een bedrijf runnen, dat niet hun persoonlijk eigendom is.’

Respect en eigenwaarde
‘Bd is de meest holistische vorm van landbouw. Dat heb ik in mijn proefschrift uitgewerkt. Wetenschapsfilosofisch zijn er wel degelijk principiële verschillen tussen biologisch en bd. De discussie loopt over de invulling van holisme en reductionisme en die speelt zich op drie gebieden af: methodisch (keuze voor een wetenschappelijke werkwijze), epistemologisch (bekeken vanuit de wetenschapstheorie) en ontologisch (waar de werkelijkheidservaring en het denken samenkomen). Het laatste is het echte pijnpunt, daar scheiden zich de geesten, omdat dit doorwerkt in hoe je over de wereld denkt. Hoe is de wereld samengesteld? De meeste wetenschappers (en ook de biologische landbouw) kiezen uiteindelijk voor een materialistisch, dus een reductionistisch wereldbeeld: de wereld om ons heen is niet meer dan stoffen. Dat er levenskrachten zijn, daar wil men niet aan. Terwijl inzicht in levenskrachten, het hanteren in de dagelijkse praktijk en het onderzoeken ervan met nieuwe methoden, cruciaal is, wil je verder komen met de bd.’
‘Door dit besef brengt met name de bd nieuwe, interessante gezichtspunten en begrippen, maar ook nieuwe onderzoeksmethodieken zoals de fenomenologie en de kristallisatiemethode. Voor mij zelf vertaalt zich dit onder meer in begrippen die beginnen met het woord “zelf”, zoals in “zelfmedicatie” en “zelfregulatie”. Die krijgen hun echte invulling als je leeft met het idee dat plant en dier wezens zijn. Zij zijn meer dan alleen een zak met toevallige genen, waar je maar ongestraft aan kunt manipuleren. Het woord “zelf” vertaalt zich ook in het begrip “bedrijfsindividualiteit”, een typisch bd-begrip, waar je te maken krijgt met vragen over de identiteit en eigenwaarde: de waarde van zichzelf uit. Die begrippen verwijzen naar het wezenlijke, het wezen, en vormen een brug naar de maatschappij. Respect voor het andere, het wezenlijke van bodem, plant en dier in zijn waarde laten. Dat is reuze actueel en wetenschappelijk worstelt men er enorm mee waarom en hoe dit te doen.’
‘Waarom willen er zoveel studenten in Duitsland met bd aan de slag? Omdat deze nieuwe generatie op zoek is naar andere waarden; zoals respect, heelheid, identiteit en eigenwaarde. In dat opzicht kan ik met mijn nieuwe hoogleraarschap een brandpunt van onderzoek vormen.’
Michel Gastkemper

Ter verduidelijking was bij het interview deze tekst in een kader toegevoegd:

Wat is kristallisatie?
De sensibele kristallisatiemethode is een kwalitatieve, beeldvormende onderzoeksmethode die rekening houdt met het holistische aspect van de natuur en de mens. Van een bepaalde stof wordt een kristallisatiebeeld gemaakt, waarin zich iets kenmerkends hiervan uitdrukt. De kristallisatie komt tot stand door een koperchloride-oplossing toe te voegen aan bijvoorbeeld een extract van een plant dat in water is opgelost. Laat men het mengsel uitkristalliseren op een vlakke glasplaat, dan ontstaat een specifiek en reproduceerbaar kristallisatiebeeld. Deze koperchloride-kristallisatiemethode is ontwikkeld door Ehrenfried Pfeiffer.

De genoemde dissertatie van Ton Baars heeft als titel ‘Reconciling scientific approaches for organic farming research’ en bestaat uit twee delen. ‘Part I: Reflection on research methods in organic grassland and animal production at the Louis Bolk Institute, The Netherlands’ en ‘Part II: Effects of manure types and white clover (Trifolium repens) cultivars on the productivity of grass-clover mixtures grown on a humid sandy soil’. Hij verdedigde dit proefschrift met succes op 11 december 2002 aan de Wageningen Universiteit. Uit de (Nederlandstalige) samenvatting haal ik het volgende (zie blz. 191-192):

‘Biologische landbouw en het onderzoek ernaar komen aan het einde van de jaren negentig snel uit hun isolement. De overheid heeft voedselveiligheid en biologische landbouw tot speerpunt gemaakt van haar beleid (LNV, 2000). De eens “alternatieve” groep van biologische boeren evenals de onderzoekers van het Louis Bolk Instituut zijn nu deelgenoot geworden in het veld van geïnteresseerde en belangrijke actoren. Naar verwacht kan de onderzoekservaring die het Instituut heeft opgedaan een belangrijke bijdrage leveren wanneer nieuwe spelers het “innoverende toneel van de biologische landbouw” betreden.

In deze dissertatie staat dan ook de volgende vraag centraal: wat is het bijzondere aan het landbouwkundig onderzoek wanneer dat de intentionele ontwikkeling van de biologische landbouw wil ondersteunen? En meer specifiek, welke benaderingen, ontwerp en methoden worden gebruikt voor dergelijk onderzoek? Om deze vraag te beantwoorden heeft de auteur de methodische aspecten van zeven voorbeeldprojecten (case studies) geanalyseerd. Elk project belicht een deel van de onderzoeksbenadering van het Louis Bolk Instituut.

In de bespreking van deze voorbeeldprojecten wordt slechts beperkt ingegaan op de agronomische resultaten. Er is een belangrijke uitzondering, namelijk het project “mestaanwending en keuze van klaverrassen voor een biologisch geteelde grasklaver zode op zandgrond”. De technische resultaten van dit project waren gebaseerd op de traditionele onderzoeksopzet bestaande uit experimenteren, analyseren en modelleren. Deze zijn opgenomen in deel 2 van de dissertatie. Het is gebruikt om het belang van een dergelijke multidisciplinaire onderzoeksbenadering te laten zien voor de biologische landbouw. In deel 1 zijn de methodische aspecten van dit project bediscussieerd met betrekking tot de gekozen onderzoeksmethode.
De samenvatting hieronder heeft verder alleen betrekking op deel 1. [De samenvatting van deel II is te vinden op blz. 329, MG]

In hoofdstuk 1 beschrijf ik de persoonlijke veranderingen die ik doormaakte, nadat ik in het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw in aanraking kwam met de biologische landbouw en specifiek de biologisch-dynamische landbouw. Zo’n persoonlijke uiteenzetting is hier op zijn plaats, omdat ik in deze dissertatie drie niveaus van reflectie hanteer. Ik was (1) zelf actief betrokken in de voorbeeldprojecten, maar ik wilde (2) ook de waarnemer zijn van mijn eigen onderzoekstraject en de technische en agronomische resultaten die zijn behaald. Tenslotte was ik (3) een waarnemer op meta-niveau, toen ik de reflectie deed van de gehele onderzoeksstrategie zoals die geïllustreerd is door de diverse voorbeeldprojecten heen.

Net als de biologische boeren tijdens hun omschakelingproces, beleefde ook ik de biologische landbouw als een nieuw paradigma. Veranderingen in het denken deden zich voor zowel op epistemologisch, ontologisch en methodisch gebied samenhangend met discussies over de tegenstellingen holisme versus reductionisme en positivisme versus constructivisme. Mijn eigen wetenschappelijke positie kan uiteindelijk het beste omschreven worden als een “radicale holistische onderzoeksstrategie”. Dit betekent, dat alle organisatieniveaus van het levende belangrijk zijn en onderzocht moeten worden door aandacht te geven aan de nieuwe, additionele waarden van elk hoger niveau. Ook is het leven te complex om gereduceerd te worden tot slechts fysische en chemische wetmatigheden. Ik ga ervan uit dat ook niet-stoffelijke krachten aanwezig zijn als een holistisch kenmerk van het leven, waar in termen van oorzakelijkheid rekening mee kan worden gehouden. Met name dit laatste punt komt voort uit mijn persoonlijke antroposofische levensvisie.’

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)