We bevinden ons hier dus al een aantal dagen in de benedenkerk van de Sainte-Chapelle. De rijk met edelstenen versierde medaillons waren een lust voor het oog. Wikipedia vertelt meer over deze kerk, en dat mag ik nu weleens aanhalen, dan snapt u beter wat u ziet:
‘De Sainte-Chapelle is een kapel op het Île de la Cité in Parijs. De kapel is tussen 1243 en 1248 gebouwd in rayonnant gotische stijl. Destijds vormde de Sainte-Chapelle de hofkapel van het koninklijk paleis van Lodewijk IX, waar niets meer van overgebleven is.
Lodewijk IX had in 1239 de doornenkroon uit handen van de keizer van Constantinopel verworven (dit kostte hem meer dan de bouw van de Sainte-Chapelle) en verwierf in 1241 nog enkele andere relikwieën, waaronder een fragment van het heilig Bloed, de heilige Lans en het ware Kruis van Christus. Voor deze relieken liet hij de Sainte-Chapelle bouwen. Tegenwoordig wordt de kapel omringd door het Palais de Justice.
Het gebouw bestaat uit een beneden- en een bovenkapel. De benedenkapel werd gebruikt als parochiekerk voor het paleispersoneel, terwijl de bovenkapel bedoeld was als privékapel voor de koning en zijn gevolg. De benedenkapel (Chapelle Basse) maakt de indruk van een crypte met zijn geringe hoogte van 6,6 meter, ondanks de blauwe en gouden kleuren op het plafond. Na het nemen van een wenteltrap komt men in de bovenkapel (Chapelle Haute). Deze kapel heeft zeer grote glas-in-loodramen (samen ca. 670 m²) die de bijbelse historie illustreren. Het binnenvallende licht zorgt voor een mozaïek van kleuren. Veel van deze ramen dateren uit de 13e eeuw. In de 15e eeuw werd de voorgevel vernieuwd met een groot roosvenster.
Tussen 1841 en 1867 werd de kapel volledig gerestaureerd onder leiding van Viollet-le-Duc. Onder andere werd de cederhouten torenspits, la flèche, in 1853 door Lassus op de kerk gezet. Deze is voorafgegaan door vier andere torenspitsen.’
Het is geen beste foto, maar dit is het plafond van de benedenkerk. Morgen zullen we in de bovenkerk gaan kijken.
Dit wordt een vervolgbericht. De afgelopen week kon ik het al merken aan de meer dan normale bezoekcijfers voor ‘Biosfeer’, dat ik een jaar geleden schreef, op 23 maart 2010. Wat mocht daar wel de reden voor zijn? Dat bericht ging over de nieuwe samenwerking tussen Biosfeer en EkoPlaza, die op dat moment leidde tot 23 gezamenlijke winkels. Jos Kamphuys speelde daarin een grote rol; op 18 maart dit jaar moest ik in ‘Humus’ zijn vroege overlijden op 58-jarige leeftijd melden. De samenwerking tussen EkoPlaza en Udea (de overkoepelende houdstermaatschappij van Biosfeer) heeft in de tussentijd een grote vlucht genomen. Aan het stuk tekst over de geschiedenis die ik vorig jaar van de website van EkoPlaza overnam, is een nieuw gedeelte toegevoegd. Nu staat er als meest recente ontwikkeling:
‘In 2010 wordt samenwerking gevonden met Heleen en Jos Kamphuys waardoor Biosfeer partner wordt in EkoPlaza.
Als initiatiefnemer van EkoPlaza draagt Jos nog dagelijk zijn streven uit waarin we met EkoPlaza biologische levensmiddelen bereikbaar proberen te maken voor iedereen. Zeker in de grote vestigingen in Bussum en vooral Den Haag (dat tevens de grootste biosuper van Nederland is!) lukt dat voortreffelijk. De schaalgrootte van Biosfeer zal ons helpen biologische producten goedkoper in te kopen en daardoor voor meer mensen bereikbaar te maken.
De betrokkenen kennen elkaar sinds 1990 toen Jos, snel samen met Heleen, DIS Natuurtopper overnam en de eerste Natuurwinkel franchiser werd. Een winkel die het mogelijk maakte in Bussum, zeker voor die tijd, een grote biosuper te openen. In die tijd ontstonden de plannen voor iets vernieuwends met biologische levensmiddelen, iets voor het grotere publiek. Uiteindelijk is dat EkoPlaza geworden. Met name de biosuper in Den Haag van bijna 1.100 m2 is voor Nederlandse begrippen een unieke stap waarmee EkoPlaza een mooi vlaggenschip heeft.
Met respect voor elkaars capaciteiten willen we dit winkelbedrijf waarin inmiddels de nodige families participeren tot dé keten van Nederland maken.
In elke EkoPlaza kan de consument iedere dag stemmen met zijn vork en zo een duurzamere wereld dichterbij brengen.’
En nemen we er de pagina met ‘Nieuws’ bij, dan wordt het allemaal nog concreter. In chronologische volgorde, onderaan begonnen:
In de Twijnstraat waar we al jarenlang een samenwerking hebben met Jos Fliers van Ekodrome, is de eerste Utrechtse vestiging van Biosfeer gekomen. Het veel grotere pand op nummer 46 tegenover Ekodrome waarin voorheen de Expert was gevestigd, is donderdag 20 mei [2010, MG] onder de formule “EkoPlaza” geopend.
In Den Haag is de Natuurwinkel aan de Theresiastraat 113 gesloten. Gelukkig is verderop in de straat een nieuwe EkoPlaza geopend op nummer 292.
Deze EkoPlaza is aan de andere kant van het kruispunt, maar nog steeds in de Theresiastraat, gevestigd (ter hoogte van de bibliotheek waar vroeger een AH gevestigd was). De winkel is bijna 3x zo groot waardoor we een mooi breed assortiment kunnen aanbieden. De opening van deze vijfde EkoPlaza was, na een stevige verbouwing, donderdag 2 juni 2010 een feit.
Het pand is gehuurd, de voorbereidingen zijn in volle gang. Eind oktober [2010, MG] zal de 25e vestiging van Biosfeer aan de AJ Ernststraat 665 een feit zijn.
De vloerkleur, koelingen, stellingen, koelingen, diepvriezers en routing zijn bepaald. Nu nog de schappenplannen uitwerken en we kunnen gaan bestellen!
In Tilburg hebben we de natuurvoedingswinkel De Paardebloem van André Sools overgenomen. We hebben aan de Schouwburgring 563 een pand gehuurd waar een volledig nieuwe, grotere EkoPlaza zal worden gerealiseerd. André zal ons nog enige tijd blijven ondersteunen zodat alle bestaande klanten met de juiste zorg zullen worden omringd. Voor de medewerk(st)ers ontstaat de kans zichzelf in de grotere winkel verder te ontplooien. Voor de consument komt een van de grootste biologische assortimenten van Noord Brabant met een heerlijk bijpassende authentieke versbeleving steeds dichterbij!
Naast Geert-Jan zal Kees van der Zande als winkelbegeleider onze organisatie versterken.
In 2011 zullen we gaan franchisen. De voorbereidingen zijn in volle gang op wederom transparante wijze en in samenwerking met een aantal ondernemers die zullen toetreden tot onze organisatie. We maken hierbij tevens bekend dat Geert-Jan Smits onze formule manager wordt.
Anders dan in een aantal media wordt beweerd, zal EkoPlaza niet gaan werken met het principe van shop-in-shop. Enige jaren geleden is deze activiteit overgedragen aan Eco Supershop. Sindsdien is er geen enkele bemoeienis van EkoPlaza meer geweest.’
Na maanden van voorbereiding is de nieuwe stijl van EkoPlaza vandaag voor iedereen zichtbaar. Direct vanaf de opening is het druk en met veel blije consumenten die verheugd zijn over de komst van onze winkel. De komende weken zullen we de winkel “finetunen”.
Een eerste indruk kunt u krijgen door de foto’s te bekijken bij de AJ Ernststraat – Amsterdam die onder het kopje “Vestigingen” bovenaan deze pagina zichtbaar zijn.
De eerste dagen is er gratis koffie met gebak, zijn er veel euroknallers en kunnen mensen met een stickervel kortingsstickers plakken.
Vandaag, maandag 13 december, is EkoPlaza geopend aan de Schouwburgring 563. Klanten van de Paardebloem reageren enthousiast, maar we zien gelukkig ook heel veel nieuwe klanten voor wie we biologische producten nu bereikbaar maken.’
Gaan we naar die aangeprezen pagina met ‘Vestigingen’, dan lezen we:
‘Hieronder treft u een overzicht van onze EkoPlaza vestigingen. Een aantal vestigingen draait nog onder de vlag van de Natuurwinkel, maar dit zal de komende tijd veranderen totdat binnenkort alle vestigingen echt EkoPlaza zijn! Klik op een marker en de contactgegevens verschijnen aan de rechterkant in beeld.
De vestigingen waar onze formule nieuwe stijl het meest zichtbaar is, zijn de geheel nieuwe EkoPlaza’s in de AJ Ernststraat 665 te Amsterdam Buitenveldert en de Schouwburgring 563 te Tilburg.
Eind mei [inderdaad, 2011, MG] verwachten we een eveneens volledig nieuwe EkoPlaza aan de Binnenweg te Rotterdam te openen.’
Dus hier in Rotterdam worden we er binnenkort ook mee verblijd. Maar dat is toch niet de reden dat er momenteel op deze weblog zo nijver wordt gezocht naar dat bericht van vorig jaar over de samenwerking met Udea? Het antwoord is heel eenvoudig. Dagblad Trouw komt vandaag met het nieuws naar buiten. Helaas niet op de website (misschien komt dat nog). Op pagina 3 wordt het nieuws al aangekondigd – de krant in zijn compacte vorm gebruikt de pagina’s 2 en 3 eigenlijk als aanvullende voorpagina’s. Onder de kop ‘Natuurwinkeliers lopen over’ schrijft Kees de Vré over ‘Onvrede over beleid van grootste biologische winkelketen’. Kees de Vré heb ik hier al vaker aangehaald; zie ‘Demeter-helden’ op 30 mei 2009, ‘Cateren’ op 17 augustus 2009 en ‘Groenpassage’ op 17 september 2009. Vooral ‘Jumbo’ op 31 maart 2010 ging op het probleem in dat vandaag ook centraal staat. Voor de volledigheid: ook op 10 februari van dit jaar citeerde ik hem in ‘Ganzenhoedster’. Nu schrijft hij:
‘Een al langer sluimerend conflict in de biologische winkelsector is tot uitbarsting gekomen. Natuurwinkel, de grootste biologische winkelketen van Nederland, ziet 40 van zijn 55 franchisenemers vertrekken. Dat gebeurt, zo zeggen enkele winkeliers, uit onvrede met het monopolistische gedrag van groothandel Natudis, eigenaar van Natuurwinkel. De 40 winkeliers hebben een eigen inkoopcombinatie opgericht onder de naam Byond Bio.
De directe aanleiding voor de onenigheid zouden de hoge marges zijn die Natudis voor zichzelf rekent. Natudis, dat merken voert als Ekoland, Akwarius, De Rit en Molenaartje, beheerst zo’n 70 procent van de markt voor verpakte biologische producten.
Op de achtergrond speelt echter een meer principieel verschil van mening. Natudis is sinds vijf jaar eigendom van het beursgenoteerde voedingsconcern Wessanen. Met de komst van Wessanen in de biologische sector verschijnt een ander soort mensen op het toneel. “Meer gefocust op omzetten en geld verdienen”, aldus een van de winkeliers. “Ze kunnen wel een biologisch product samenstellen, maar dat is de buitenkant. Het gaat ons ook om de bezieling die in zo’n product zit, het verhaal erachter. Wij hebben onze klanten voor ogen, zij de aandeelhouder.”’
Na al het voorgaande kijken we hier niet vreemd meer van op. In het katern ‘De verdieping’ op bladzijde 8 en 9 werkt Kees de Vré dit verder uit. ‘De biosector floreert én valt uiteen’ heet het daar. Natuurwinkelier Henk Vos uit het Groningse Haren verklaart bijvoorbeeld:
‘Onze winkels worden omgebouwd tot EkoPlaza, de keten van Udea. Het is voor het eerst dat wij biologische winkeliers in staat zijn om onze eigen inkoop te organiseren. Dat is echt een doorbraak. We hebben nu zelf de regie, treden voor het eerst zelf in contact met grondstoffenleveranciers en gaan eigen huismerken voeren onder de naam EkoPlaza en Healthy Planet.’
Even verderop wordt directeur Erik Does van Udea aan het woord gelaten. Hij bevestigt de overstap van zo’n 40 Natuurwinkeliers naar zijn EkoPlaza:
‘“Het kan zelfs nog oplopen naar 50. Het is echter niet alleen een principieel conflict. Het gaat ook om marges.” Zonder Natudis te noemen, legt Does uit dat in de biologische sector elke schakel een faire beloning krijgt voor zijn inspanningen. “Dat hoort ook bij onze waarden. Bij deze nieuwe bundeling van krachten blijft er niets achter in de groothandel. Daardoor kunnen de prijzen in de winkel fors omlaag, voor sommige producten als bij voorbeeld conserven en diksap met wel 30 à 40 procent. Dat is goed voor de consument en wij kunnen met EkoPlaza prima concurreren met de grote supermarkten.”
Does zag in zijn huidige EkoPlaza-winkels het aantal klanten in het afgelopen jaar behoorlijk toenemen. “Met wel 10 procent. Steeds meer mensen kopen biologisch. Dat is onze missie. De eerste EkoPlaza stamt van vijf jaar geleden. Sinds vorig jaar april is Udea eigenaar en werkt het bedrijf samen met EkoPlaza-winkeliers om de keten verder uit te bouwen. De overstap van minstens veertig Natuurwinkeliers betekent een stevige impuls. We hebben nu de schaalgrootte om steeds efficiënter te gaan werken. Voor de zomer hebben we alles omgebouwd en hebben we vijftig filialen. Dat moet in vijf jaar uitgroeien naar honderd.”’
Dat geloven wij graag. Vervolgens voert Kees de Vré onderzoeker Udo Prins van het Louis Bolk Instituut voor biologische landbouw ten tonele; dat had hij vorig jaar in ‘Jumbo’ ook al gedaan. Deze ziet al enige tijd dat grote, niet-biologische bedrijven zich storten op de biologische markt:
‘“Zelfs Unilever doet er nu aan mee met zijn biologische soepen, terwijl ze vroeger die biologische markt negeerden als te onbetekenend. In de zuivel is grote jongen Campina al jaren eigenaar van biologische melkfabriekjes als Ecomel. De biologische slagersketen De Groene Weg is een volle dochter van VION, het grootste vleesconcern van Europa en een bedrijf dat ook veel bulk verwerkt. Dat gaf ook veel onderling gemor. Dat is heel herkenbaar.”
Volgens Prins kan het twee kanten opgaan. “De sector neemt zelf weer de teugels in handen en gaat de normen streng handhaven of zelfs verhogen. Of de verwatering zet door onder invloed van grote concerns. De samenleving zal het antwoord geven. Er moet natuurlijk wel een markt zijn voor strenge normen. Anderzijds zie je in de voeding een grote hang naar echtheid. Dat heeft te maken met onvrede over de grootschalige manier van voedsel telen en verwerken. Men wil terug naar lokale bronnen, naar authentieke streekproducten en naar directe contacten tussen producent en consument. Dat is een behoorlijke stroming en niet per se biologisch. Biologisch kan zich zo positioneren dat het wordt gezien als de koploper van die beweging.”’
Kees de Vré vat in een apart kader de situatie samen in de volgende waarschuwende woorden:
‘Volgens de Britse consumentenorganisatie Which? hebben veel consumenten er geen weet van dat biologische en fairtrademerken vaak eigendom zijn van multinationale ondernemingen. Een Which?-enquête van eind januari laat zien dat tussen de 74 en 96 procent van de Britse consumenten niet bekend is met de grote namen achter tien van de bekendste “koosjere” merken. Zo is zoetwarengigant Mars eigenaar van Seeds of Change, een biologisch zaadbedrijf, heeft Coca-Cola een bedrijf in biologische sappen en Pepsi er een in biologische snacks. Het in Engeland bekende Green&Blacks, een bedrijf dat chocoladerepen maakt met ingrediënten van biologische en fairtrade-oorsprong, is eigendom van de Amerikaanse voedingsgigant Kraft.
Een en ander hoeft elkaar niet te bijten. Een grote moeder kan de ethische dochter juist voorzien van de nodige gelden en logistieke ondersteuning om biologische en/of fairtradeproducten een grotere klantenkring te bezorgen. Toch wringt het bij velen als een omstreden fastfoodconcern als McDonald’s in sommige staten in het noordwesten van de VS biologische fairtradekoffie schenkt. Of als Dean Foods, een grote Amerikaanse zuivelaar, biologische melk aanbiedt die afkomstig is van immense boerderijen van wel 5000 koeien die de wei nooit zien.
In Nederland is de biologische slagersketen De Groene Weg inmiddels eigendom van VION. Dat is ook een Nederlands bedrijf, de grootste slager van Europa en leverancier van bulkproducten. Uit onvrede daarmee heeft de helft van de 28 aangesloten groene slagers de organisatie verlaten.’
3 opmerkingen:
En daarom koop ik bij voorkeur (biologisch) lokaal, zoals yoghurt van De Hondspol en groente&fruit bij de boerenwinkel in de buurt.
Al een aantal jaren erger ik mij als consument aan het feit dat een deel van de winst van biologische producten in de zakken van de directie van Wessanen verdwijnt. Onveranderlijk waren de verslagen van de jaarvergaderingen van dit bedrijf in NRC Handelsblad negatief en gekleurd door ruzies van de directie om geld. Nooit en te nimmer heb ik als consument ook maar iets kritisch hierover gelezen in de "biologische" en "antroposofische" media, zoals bijvoorbeeld de berichten van de BD vereniging. De hyprocrisie van het voeren van antroposofische letters van BD producten door Akwarius, een van de eerste BD groothandels en nu onderdeel van Wessanen is wat mij betreft nooit aan de kaak gesteld. De reden: "dat hoeven de consumenten allemaal niet te weten" en: "dat dat is te moeilijk voor ze" en: "daar zijn ze toch niet in geinteresseerd". Dat biologisch / BD niet los gezien kan worden van de sociale aspecten, waaraan vooral ook de prijsvorming onlosmakelijk is verbonden, wordt door de sector helaas vaak nog als iets van 85 jaar geleden gezien. Gelukkig heeft Trouw nu wel de koe bij de horens gevat. Het werd tijd. Bravo !!
Wat wel ontzettend jammer is voor mij als klant, is dat sinds de overgang van Natuurwinkel naar Ekoplaza in Delft het assortiment en de produktkeus zo ongeveer gehalveerd is. De klant wordt zo als gewoonlijk niets gevraagd. Heel jammer dat merken als Het Blauwe Huis en De Rit enz. in Delft niet meer te krijgen zijn.
Een reactie posten