‘Geen twijfel mogelijk bij natuurcafé La Porte bij station Driebergen-Zeist: alle etenswaar, voor restaurant én maaltijdservice, komt van een biologische groothandel.’
Dat is het fotobijschrift bij een paginagroot artikel vandaag in Trouw, op pagina 3. Het is van Kees de Vré en heeft als titel ‘“Biologisch” zie je niet aan buitenkant. Gebrek aan regelgeving en controle geeft cateraars ruimte om te sjoemelen’.
Natuurcafé La Porte kwam hier al eens eerder voorbij, op 28 oktober 2008 in ‘Stationsrestauratie’. Dus valt het op als dit, met een paginabrede foto van Maarten Hartman, in de krant staat. De foto staat overigens ook op de website, maar is daar een stuk minder indrukwekkend, zo klein als hij hier is geplaatst (en ook niet te vergroten blijkt te zijn). Maar dan het artikel zelf. Dit wordt als volgt ingeleid:
‘Uit eten in biologische restaurants wordt almaar populairder. Ook bedrijfskantines schotelen hun bezoekers steeds vaker hapjes en drankjes van biologische makelij voor. Maar wie controleert of alle producten echt biologisch zijn?’
Kees de Vré meldt dat biologisch eten buiten de deur vorig jaar met bijna honderd procent is toegenomen. Vooral bij de overheid gaat het hard. Een lucratieve business zou je zeggen, die onherroepelijk ook kapers op de kust brengt. Wie gaat dat controleren? Skal zou de aangewezen instantie kunnen zijn, maar daar ontbreken de middelen hiervoor. Er zijn zelfs geen regels voor vastgesteld. Dan is het lastig controle uit te oefenen.
‘Zelfs de Polen hebben het beter voor elkaar.”
Dat zegt Raymond Hertong, directeur van BioZorg, de enige Nederlandse producent van biologische kant-en-klaar-maaltijden. Directeur Peter Janssen van Peter Pan Catering, een van de eerste biologische cateraars, meldt dat de Taskforce marktontwikkeling biologische landbouw wel een soort kwaliteitskeurmerk voor de horeca voorbereid:
“Er komen bronzen, zilveren en gouden bedrijven. Die zijn goed voor respectievelijk 40, 60 en 80 procent biologisch.”
De aanstichter van het artikel blijkt het vaktijdschrift ‘Biofood Magazine’ te zijn,
‘het onafhankelijke vakblad in de Benelux voor de biologische levensmiddelensector.’
Dat schreef eind juni over dit thema en liet dit van een persbericht vergezeld gaan, ‘Biologisch product zonder onafhankelijke controle in catering’. Dit persbericht is niet te vinden op ‘biofoodonline.nl’, maar wel op de website van agf.nl, ‘Hét branchemedium voor de AGF-sector’ (AGF staat voor Aardappelen, Groente, Fruit), gedateerd 26 juni:
‘In de out of home sector neemt biologische consumptie met grote hoeveelheden toe. De voortrekkersrol van de overheid speelt hierbij een belangrijke rol. Maar is biologische soep uit de bedrijfskantine ook echt biologisch? Biofood Magazine ontdekte dat onafhankelijke controle in deze sector ontbreekt.
De Rijksoverheid wil in 2010 voor 100% duurzaam inkopen, gemeenten voor 75% en provincies en waterschappen voor 50%. Senter Novem, het agentschap voor duurzaamheid en innovatie (onderdeel van het ministerie van Economische Zaken), heeft een beschrijving gemaakt van de aspecten waaraan duurzame catering moet voldoen. Een van de eisen is dat minimaal 40% van die duurzame inkoop uit biologische producten moet bestaan.
Er is echter geen controle op productniveau. En aangezien het lastig is om op ieder gewenst moment de juiste hoeveelheid biologisch in te kopen (bijvoorbeeld omdat iets er gewoon niet is), ontstaat er ruimte om creatief met biologisch om te gaan. Inmiddels is controleorganisatie Skal bezig met een bio-certificeringsprogramma voor catering en horeca, die tot nu toe allebei buiten de EU-verordening vallen.
Ook Veneca, de Vereniging van Nederlandse Cateringorganisaties, legt de hand aan een eigen certificering- en controlesysteem. Daarin is ondermeer opgenomen dat als een product is bereid met biologische ingrediënten, de cateraar dat als zodanig mag benoemen. Veneca noemt dit niet in strijd met de beschermde term biologisch, omdat het product niet als “biologisch betiteld” wordt maar als “met biologische ingrediënten bereid”. Voor de cateraars maakt het aan de verkoopkant (dus voor de consument) niet uit of je een artikel biologisch noemt, als je maar het afgesproken percentage biologisch inkoopt. En als er geen controle op productniveau is, ontstaat daar een grijs gebied.
Het onderscheidende van biologisch blijft dus onduidelijk. De ene contractcateraar benoemt zijn producten wel als ‘biologisch bereid’, de ander noemt een product alleen biologisch als het ook 100% biologisch is, ook al heeft het geen Skal-certificaat. In de gastvrijheidssector wordt de deur open gezet naar een eigen definitie van de beschermde term biologisch en dat is schadelijk voor de duidelijkheid die de consument geboden moet worden.’
Op de website van Biofood Magazine staat wel een bericht van 12 juli, getiteld ‘Artikel catering in Biofood Magazine’. Het blad blijkt veel ophef te hebben veroorzaakt met zijn artikel, vooral bij branchevereniging Veneca. Interessant is de reactie die eronder staat van Han Soethoudt:
‘Als onderzoeker van Wageniungen UR heb ik in januari 2007 in opdracht van Eric van Veluwen een rapport geschreven “certificering biologische restaurants”. Destijds bleek al dat het niet eenvoudig was om een standaard te creëren voor de catering/horeca, ondanks dat we toen in samenwerking met andere restaurants een opzet hebben kunnen maken. Wat mij in het stuk van Biofood opvalt is dat twee argumenten, die destijds cruciaal waren, niet worden genoemd. Ten eerste: hoe staat het met de Europese regelgeving. Volgens LNV leefde dit issue toen ook al en nu weet ik de status er niet van. Het is echter evident dat het niet handig is om zelf certificering in te voeren als er binnenkort een wet komt. Wellicht duurt dat te lang voor velen. Ten tweede: de kosten. Ik heb een aantal cateringprojecten gedaan met biologische producten en daar blijkt dat bio al duur genoeg is. Als daar SKAL nog moet gaan controleren wordt het nog duurder. De irritatie zit er dan ook dat SKAL dan twee keer geld verdient aan één product, want het product moet al biologisch geproduceerd zijn. Het was een interessant artikel, alhoewel ik het vreemd vond dat deze 2 zaken niet genoemd werden.’
Voeding is een erg hot item de laatste tijd. Niet alleen hier op deze weblog (de afgelopen week ging het bijna over niets anders), maar ook elders in de media. Niet alles gaat meteen over biologisch-dynamische landbouw of voeding, maar heeft daar indirect natuurlijk wel mee te maken. Ook met wat hier eerder werd bericht. Zo bijvoorbeeld ook de signalering vandaag door Biologica van het nieuws, ‘Octrooirecht bedreigt innovatie in voedselvoorziening’. Deze dienstverlening op nieuwsgebied van Biologica is onbetaalbaar, zo kunnen we goed bijblijven. We hebben immers in verschillende toonaarden dit thema op deze weblog al bij de hoorns gevat (trefwoord: Edith Lammerts van Bueren, bijvoorbeeld inzake ‘Zaadgoed’). Biologica schrijft namelijk:
‘Op 15 augustus is een uitmuntend artikel verschenen in NRC Handelsblad, over octrooirecht, Percy Schmeiser, Monsanto, zaadhandel en de Nederlandse situatie. Percy Schmeiser was juni jl. in Nederland, op uitnodiging van Biologica, wat de discussie sterk heeft aangezwengeld.
Het artikel laat de omstreden details van de rechtszaak Schmeiser-Monsanto links liggen en gaat in op de essentie van de kwestie: de gevolgen van octrooiverlening op levend materiaal, specifiek in de landbouw. Het geeft bovendien een zeer duidelijk overzicht van de mondiale situatie en machtsverhoudingen in de zaadhandel. Nederland blijkt de grootste zaadexporteur ter wereld: groter dan de VS.
Het artikel maakt duidelijk hoe octrooirecht volgens velen de innovatie in de voedselvoorziening bedreigt. In Nederland wordt van oudsher het kwekersrecht aangewend om belangen van veredelaars te beschermen. Sinds de opkomst van genetische modificatie wordt in toenemende mate octrooirecht gebruikt, wat gevaarlijke beperkingen oplevert voor gebruik van zaad, zowel voor boeren, onderzoekers als veredeleaar. Volgens sommigen is dit een bedreiging voor toekomstige voedselzekerheid.
Het hele artikel zoals dit in de papieren editie verscheen, is dus te downloaden. Het openbare gedeelte van de website van NRC Handelsblad publiceerde zaterdag een sterk ingekorte versie van het artikel van Hans van der Lugt, ‘Kwekers vrezen octrooi op zaden’. Vanochtend is dit nog ge-update, waarbij verschillende officiële documenten werden toegevoegd: protestbrieven van brancheorganisatie Crop Life International, van Monsanto en Syngenta aan de Nederlandse regering, het standpunt van brancheorganisatie Plantum en een brief van minister Verburg van Landbouw over dit onderwerp van octrooirecht aan de Tweede Kamer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten