Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

dinsdag 25 augustus 2009

Follow-up

Op 6 juli kwam ik in ‘Afkeer’ weer eens te spreken (schrijven) over de Volkskrantblog van Hugo Verbrugh, waarin deze herhaaldelijk kond deed van zijn hevige afkeer van Pim van Lommel en diens BDE-opvatting. In een van de reacties werden door John Wervenbos aan Verbrugh enkele vragen omtrent Arie Bos en Pim van Lommel gesteld (dat was op 8 april). Ik memoreerde dat er dat er op dat moment al

‘in Motief een reactie van Arie Bos zelf op de vraag van John Wervenbos’

stond, waarin deze niet erg complimenteus was ten aanzien van Hugo Verbrughs opvatting over Pim van Lommel.

Een tegenreactie van Verbrugh kon natuurlijk niet uitblijven. In de vakantieperiode volgde die, waar ik tot nu toe nog geen aandacht aan heb besteed: op dinsdag 21 juli, onder de wijdlopige titel ‘Arie Bos, “Hoe de stof de geest kreeg”, het vierledig mensbeeld van de antroposofie en de BDE’. Net zo wijdlopig was ook de tekst zelf. Niet bepaald Hugo’s sterkste, terwijl hij toch eerder met veel bombarie zijn mening had verkondigd. (Hij bleek het boek van Arie Bos nog te moeten gaan lezen. Hij was nog niet verder gekomen dan dat van Van Lommel.)

Veel interessanter dan zijn bijdrage van die dag, is de (verlate) reactie van Arie Bos die het opriep. Dit gebeurde pas gisteren. Ik laat haar in haar geheel volgen:

‘Beste Hugo,

Dank voor je uitgebreide reactie. Ik ben blij (en vereerd) dat je mijn boek nu gaat lezen. Je hebt er al een voorlopig oordeel over, dat is je vergeven. Maar dat geeft mij een reden om wat over de achtergrond van het boek aan je mee te geven. Het boek is eigenlijk niet voor antroposofen geschreven. Oorspronkelijk wilde ik een boek schrijven over de antroposofische geneeskunde, maar dan voor, zoals jij ze noemt, de nominalisten. (Zeker, ik ken de kwestie van de universaliënstrijd. Maar in de indeling in mijn boek: realisme, instrumentalisme, relativisme, betekent realisme iets heel anders, meer zoals het in het dagelijkse taalgebruik bestaat. ) Onze vriend Renckens, om er eens een te noemen, heeft, zoals je weet, als belangrijkste argument tegen de antroposofische geneeskunde (jij houdt niet van deze term, ik weet het, maar zo heet het nu eenmaal), dat hij, en “een normaal mens”, er niets van snapt.

Ik ging van de gedachte uit dat, als de antroposofie de werkelijkheid beschrijft, deze met de gewone natuurwetenschap te rijmen moet zijn. Ik begon dus aan het karwei de vierledigheid natuurwetenschappelijk te benaderen. Daar moest ik me toe beperken. Met dit, waarschijnlijk te dikke, boek als resultaat. Ik heb het aan allerlei uitgevers aangeboden, want het leek me om genoemde reden niet verstandig een antroposofische uitgever in de arm te nemen. Niemand wou eraan. Lemniscaat heeft nog een half jaar geaarzeld en het toch niet gedaan. Ik ben Christofoor erg dankbaar dat ze geen moment hebben geaarzeld.

En het heeft gewerkt. Dat bewijst de nominatie van het NWO voor de Eurekaprijs. Een jurylid vertelde me dat hij het verschillende malen gelezen had en dat nog vaker zou gaan doen. Hij vroeg me wat Christofoor eigenlijk voor een uitgever was. Ik vertelde hem dat het een antroposofische uitgever was. Hij reageerde geschokt: “Als ik dat had geweten...” Ik denk niet dat Renckens dit boek leest. Hij zou er alweer niets van snappen. Hij heeft immers zijn onbegrip tot onderwerp van een dissertatie gepromoveerd.

Van veel “nominalisten” heb ik enthousiaste reacties gekregen. Dat zou niet het geval zijn geweest als ik esoterie in het verhaal had toegelaten. Ik heb me in het boek beperkt tot gegevens die uit “peer reviewd” wetenschappelijke tijdschriften kwamen en boeken van bekende “nominalistische” wetenschappers. Daarom kwam het artikel van Pim van Lommel in The Lancet als geroepen. Nu kon ik dat onderwerp “met goed fatsoen” aansnijden. Want BDE’s vormen nu eenmaal een anomalie in de levens- en neurowetenschappen. En met de vierledigheid valt deze anomalie te verklaren.

Een van de sponsors die de uitgave mogelijk hebben gemaakt stelde als voorwaarde dat er een voorwoord van een bekende wetenschapper in moest. Ik kende Pim en zijn artikel (zijn boek was toen nog niet verschenen) en hij wilde het doen. Ook hem ben ik dus dankbaar, ook al is achteraf zijn naam misschien juist geen aanbeveling voor nominalisten om het boek serieus te nemen. Gelukkig merk ik daar weinig van, behalve in een weblog van een wetenschapsjournalist van de Volkskrant die zich afvroeg of de jury van de Eurekaprijs het boek wel had gelezen want er zou zoveel onzin in staan. De voorbeelden van onzin die hij noemt bewijzen overigens dat hij het alleen heeft doorgebladerd (waarschijnlijk in de boekhandel zodat hij het niet hoefde te kopen).

Zoals je zult zien geef ik geen kwantum-mechanische verklaringen in het boek. Dat zal je goeddoen, denk ik. Al roep ik een belangrijke kwantumfysicus, Schrödinger, tot getuige van het feit dat een organisme anders met de natuurwetten omgaat dan de levenloze natuur.

Ik ben benieuwd wat je ervan vindt. Neem de tijd. Ik ga eind van de week 3 weken met vakantie.

Hartelijke groet,
Arie’

Om er even later aan toe te voegen:

‘Voor de goede orde. Enkele (neuro)wetenschappers die de kwantumfysische verklaring aannemelijk proberen te maken: Roger Penrose en Stuart Hameroff. De uiterst interessante Stuart Kauffman, de man van de biocomplexiteit, wijdt er in zijn boek “Reinventing the sacred” een lezenswaardig hoofdstuk aan. Hij denkt zelf ook in die richting.’

Ik ben benieuwd hoe de dialoog tussen beide heren verder gaat...

Ondertussen heb ik nog een andere follow-up, namelijk op mijn bericht van gisteren, ‘Fotocollage’, over de onderzoeks-zorgboerderij De Hoge Born van de Lievegoed Zorggroep. Want eind juni verscheen er op de website van het Louis Bolk Instituut ‘Zorglandbouw moet professionaliseren (persbericht – pdf)’. De inhoud van dit persbericht van 26 juni is als volgt:

‘Met de resultaten van drie onderzoeken van Wageningen Universiteit en Researchcentrum kan de zorglandbouw beginnen aan de professionaliseringsslag van deze sterk groeiende sector. Dit is de algemene conclusie tijdens de opening van Zorglandgoed De Hoge Born in Wageningen. Uit onderzoek van de Wetenschapswinkel van Wageningen Universiteit en Researchcentrum blijkt dat de combinatie van landbouw en zorg aanpassing van de boer(in) vraagt in werkwijze en bedrijfsvoering.

Voor de ontwikkeling van de sector moeten de zorgboeren bovendien de kwaliteiten van hun zorgboerderij eenduidig onder woorden brengen en meer aandacht besteden aan kennisuitwisseling. Onderzoekers van Wageningen UR en het Louis Bolk Instituut ontwikkelden een monitoringsinstrument dat de ontwikkeling van cliënten meet. Hiermee werden bij de zorgvragers op de Hoge Born betrouwbare, positieve veranderingen vastgesteld.

Het aantal zorgboerderijen steeg de afgelopen tien jaar naar meer dan 1000. Wekelijks bezoeken zo’n 10.000 zorgvragers de zorgboerderijen en dit aantal neemt nog steeds toe. Deze groei geeft aan dat de zorgboerderij voorziet in een behoefte vanuit de maatschappij en dat de verleende zorg een heilzame werking heeft voor zeer uiteenlopende doelgroepen. Zo begint de zorglandbouwsector een volwassen sector te worden, die een zichtbare plaats inneemt binnen de zorgsector. Om deze positie te versterken is verdere professionalisering van de sector nodig.

Van boerderij naar zorgboerderij

Het eerste onderzoek brengt de aanpassingen op landbouwtechnisch en bedrijfsmanagementniveau in kaart voor kinderen met Autisme Spectrum Stoornissen (ASS), zorgvragers met een verstandelijke beperking en zorgvragers voor re-integratie. Landbouwtechnische aanpassingen betreffen veelal het bedrijfspand en erf, zoals het realiseren van een kantine en sanitaire voorzieningen, maar ook het logischer indelen en het veiliger en/of rolstoelvriendelijker maken van het erf. Ook wordt het gereedschap vaak aangepast, zodat het beter hanteerbaar is. Veel zorgboeren gebruiken pictogrammen of kleurcoderingen om de zorgvragers te ondersteunen in hun werkzaamheden. Daarnaast worden de keuze voor diersoorten en de vormgeving en inrichting van dierverblijven in veel gevallen aangepast. Managementgerelateerde aanpassingen zijn het wijzigen van dagindelingen voor de structuur en regelmaat, en het veranderen of verschuiven van bepaalde activiteiten richting de behoeften en capaciteiten van de zorgvragers. Zorgboeren hebben inmiddels een schat aan ervaringskennis opgebouwd over hun bedrijfsaanpassingen en de invulling van hun zorgverlening. Kennisuitwisseling is echter weinig gestructureerd. Een platform op internet kan hieraan tegemoetkomen.

De resultaten zijn beschreven in wetenschapswinkelrapport nr. 254 “Van boerderij naar zorgboerderij; Van bedrijfsaanpassing tot systeeminnovatie”. Voor praktisch gebruik is een brochure beschikbaar getiteld “Van boerderij naar zorgboerderij; Met welke aanpassingen krijg je als boer te maken? Praktijkervaringen en tips”.

Profileren met kernkwaliteiten

Een belangrijk aspect bij het profileren van de zorgboerderijen blijkt het “expliciet maken van het eigen handelen”. Hoewel de kernkwaliteiten zelf tussen agrarische productiebedrijven en bedrijven van een zorginstelling niet verschillen, verschilt de manier waarop die worden uitgedragen wel. Zorgboeren met een agogische achtergrond zijn gewend op hun handelen te reflecteren en kunnen daardoor hun praktische kennis goed expliciteren. Zorgboeren van agrarische bedrijven noemen vaak de kenmerken van de zorgboerderij in plaats van de kwaliteiten. Voor de ontwikkeling en het voortbestaan van de sector is het is van belang dat praktische kennis over de kernkwaliteiten expliciet gemaakt wordt. Wanneer de kwaliteiten van de zorgboerderij door zorgboeren goed en eenduidig onder woorden worden gebracht, krijgen stakeholders duidelijke informatie over de kernkwaliteiten van de zorgboerderij. Dit leidt tot een betere profilering van de zorglandbouw, het verbeteren van de discussie over de verschillen in bedrijfsopzet tussen bedrijven en het verbeteren van de communicatie met externe betrokkenen. De resultaten zijn beschreven in wetenschapswinkelrapport nr. 244 “Boer-en-Zorg; Onderzoek naar de kernkwaliteit van de zorgboerderij”.

Effectieve zorgverlening

Uit onderzoek van Wageningen UR en het Louis Bolk Instituut blijkt dat het door hen ontwikkelde monitoringsinstrument goed aansluit bij de leef- en werksituatie van de zorgvragers. Het volgt op verschillende gebieden, waaronder kosteneffectiviteit, kwaliteit van leven en psychisch functioneren de ontwikkeling van zorgvragers en daarmee de effectiviteit van de geleverde zorg. De Hoge Born blijkt voor zorgvragers een plek te zijn “waar je mag zijn wie je bent”, waar “je jezelf met je problemen leert accepteren” en “zelfvertrouwen en eigenwaarde ontwikkelt”. Dit legt een basis voor hun verdere ontwikkeling. Bij de meeste zorgvragers die langere tijd zijn gevolgd met het monitoringsinstrument werden betrouwbare positieve veranderingen vastgesteld. De resultaten van het onderzoek staan beschreven in de publicatie “De Hoge Born verbindt: kwaliteiten en effecten van zorgboerderij De Hoge Born”.

Wetenschapswinkelrapport nr. 254: http://documents.plant.wur.nl/wewi/254.pdf
De brochure met praktijkervaringen en tips: http://edepot.wur.nl/8291
Wetenschapswinkelrapport nr. 244: http://documents.plant.wur.nl/wewi/244.pdf
Publicatie “De Hoge Born verbindt”: http://edepot.wur.nl/8277’

1 opmerking:

John Wervenbos zei

Michel, de reactie van Arie Bos op Hugo Verbrughs artikel 'Arie Bos, “Hoe de stof de geest kreeg”, het vierledig mensbeeld van de antroposofie en de BDE' stamt niet van eergisteren, maar werd eerder gepost. Denk pakweg drie weken geleden. Geldt ook voor de reactie van Hugo Verbrugh. (De reactie van Hein Walter werd ook eerder gepost dan nu staat aangegeven.) Was dan ook verbaast om die reactie van Bos het afgelopen weekend wederom in het rechter 'laatste reactiescherm' op de startpagina van Middernachtszon te zien verschijnen. Het is niet denkbeeldig dat Arie Bos inmiddels al weer terug is van vakantie.

Arie Bos en Hugo Verbrugh zijn beide lid van de Netwerkuniversiteit. Kan me voorstellen dat ze elkaar in ieder geval daar (kunnen) treffen.

Voor meer over de theoretisch bioloog Stuart Kauffman waarnaar Arie Bos verwijst en met waardering spreekt zie Stuart Kaufman - Thuis in het universum - Noorderlicht.
Met RealPlayer valt die uitzending nog altijd te bekijken.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)