‘Initiatiefnemer EkoPlaza, Jos Kamphuys overleden’ meldt de website van EkoPlaza onder ‘Nieuws’. Een jaar geleden, op 23 maart 2010 in ‘Biosfeer’, schreef ik over Jos Kamphuys en zijn EkoPlaza, evenals op 17 juli 2010 in ‘Vlaggenschip’. Het nieuws op de website van EkoPlaza meldt nu:
‘Tot onze spijt maken we bekend dat Jos Kamphuys 16 maart is overleden. Hij was al geruime tijd ziek. Jos was, samen met zijn vrouw Heleen, de grote inspirator achter EkoPlaza en tot op het laatste moment zeer betrokken bij de sterke groei van zijn geesteskind het laatste jaar.
Jos was al ruim 30 jaar actief met biologische voeding. Hij wist mensen te inspireren en bracht vele winkels tot bloei. Begonnen in Ede, is hij later in Amsterdam jarenlang actief geweest met de Weteringschans. In die tijd een van de grootste winkels in Nederland en een begrip in deze stad. Ook in Bussum wist hij in korte tijd de winkel uit te bouwen tot een van de grootste winkels in de regio. Zijn zoons Bas en Floris runnen samen met Heleen nu de winkel.
Maar Jos zat te broeden op iets groots. Natuurvoeding moest aansprekend worden voor een veel groter publiek. Biologische landbouw was het waard om groot op de kaart gezet te worden. Jos is op zoek gegaan naar partners buiten de natuurvoeding om zijn plannen te realiseren. Korte tijd later verscheen in Alkmaar de grootste winkel van Nederland onder de naam EkoPlaza. Een echte supermarkt, maar dan alleen met biologische producten. Een paar jaar later verscheen een tweede winkel onder deze naam op een hotspot in Nederland, middenin Den Haag. Ook in Veenendaal kwam een EkoPlaza die nu gerund wordt door zijn zussen Lidwien en Bernadette.
In 2010 raakten Jos en Heleen in gesprek met Udea en ze besloten om samen verder te gaan. De ontwikkeling van zijn formule kwam in een stroomversnelling en Jos heeft ondanks zijn ziekte tot het laatst meegedacht met deze uitbouw. Hij schreef de nieuwsbrief van EkoPlaza en hield op die manier contact met de klanten.
We zullen Jos missen, hij wist de juiste snaar te raken richting de consumenten. We wensen Heleen, Bas, Floris, Lidwien, Bernadette en allen die hem dierbaar zijn veel sterkte bij het verwerken van dit grote verlies.
Iedereen die Jos gekend heeft, kan hier een reactie plaatsen: http://jos.monutagedenkplaats.nl’
De laatste tijd zijn meer pioniers van de beweging voor biologische en biologisch-dynamische landbouw en voeding overleden. Ik hoef maar de twee laatst verschenen nummers van Dynamisch Perspectief van de bd-vereniging erbij te pakken. In ‘Dynamisch Perspectief 2010 - 5’ vind ik op bladzijde 34 een ‘In memoriam’ door Ellen Winkel van Hans Wolterbeek. Op 3 december 2010 schonk ik in ‘Sober leven’ aandacht aan zijn overlijden door een uitvoerig herdenkingsartikel uit Trouw over hem door Co Welgraven te plaatsen. Ellen Winkel schrijft nu het volgende:
‘Hans Wolterbeek, 1913-2010Trouw aan zijn idealen
Hans Wolterbeek startte eind 1936 een biologisch-dynamisch tuinbouwbedrijf, Sloterland, op een stuk weiland bij Badhoevedorp. Het was puur pionieren. Samen met zijn vrouw Nel bouwde hij uit het niets een paradijsje op in de polder, met hagen rondom, en steeds meer soorten vogels. Maar op het moment dat alles goed begon te lopen brak de oorlog uit. Langs Sloterland werd een tankgracht gegraven ter bescherming van Schiphol. De tuinderij veranderde in een maanlandschap.
Na de oorlog bouwde Hans niet alleen zijn eigen bedrijf weer op, hij hielp ook mee de BD-Vereniging weer op de rails te zetten. In 1946 ging hij in het bestuur, eerst als penningmeester, later als gewoon bestuurslid. 32 jaar lang heeft hij in het bestuur gezeten. Op vergaderingen was hij altijd de man van de zuivere lijn, van de ware BD; geen water bij de wijn.
Hans heeft vlak na de oorlog veel energie gestoken in de opbouw van een handelscoöperatie, samen met Warmonderhof, Loverendale en Vita Nova. Omdat het Demeter-merk op dat moment niet gebruikt mocht worden kozen ze voor Proserpina als handelsmerk.
De afzet bleef voor Hans een eindeloze worsteling. Het aantal BD-bedrijven was klein en de afstand tot de verspreid wonende consumenten groot. Pas in de jaren 60 begon de belangstelling te groeien en kon hij zijn coördinerende werk voor de coöperatie aan anderen overdragen. Er kwamen nieuwe, grotere tuinbouwbedrijven bij en het nieuwe verdeelcentrum Proserpina groeide als kool. De handel professionaliseerde zelfs zo snel, dat de vrachtwagen van Proserpina een paar jaar later niet meer langs kwam. Het was niet meer rendabel om nog langs het kleine Sloterland te rijden. En dus ging Hans weer zelf zijn rondje rijden, langs consumentengroepen, winkels en het restaurant van Schiphol.
Ondanks de vele tegenslagen, bleef Hans zijn idealen trouw. Hij bestudeerde intensief, samen met de andere BD-boeren, de landbouwcursus van Rudolf Steiner en andere boeken. De “studiegroep van practici” kwam in de jaren 50 in de winter iedere maand bij elkaar voor een studieweekend op een van de bedrijven.
Hans heeft altijd een grote kring van mensen – vrienden, klanten en vrijwilligers – om zich heen gehad die hem waardeerden en steunden, zowel moreel als financieel. Veel vrijwilligers ontdekten, werkend in de tuin en pratend met Hans, wat ze eigenlijk wilden in hun leven. Anderen zetten bij hem de eerste stappen op het BD-pad en zijn nog altijd in deze richting werkzaam. Tot op hoge leeftijd heeft hij lezingen en cursussen gegeven en daarbij heeft hij veel mensen geïnspireerd.
In ’78, toen hij 65 werd, droeg Hans de tuin over aan Volkstuinvereniging Vrienden van Sloterland. Maar hij bleef, samen met zijn tweede vrouw Ank, betrokken en stond de amateurtuiniers met raad en daad bij. In het midden van de tuin liggen nu nog steeds biologisch-dynamische composthopen, met veel aandacht en zorg opgebouwd, zo mooi als je ze tegenwoordig nog maar zelden op BD-bedrijven ziet.
Hans werd begraven in de stam van een dennenboom die hij ooit zelf had geplant. De stam was uitgehold door zijn zoon Leo. In de beginjaren zaaide Hans zijn gewassen, net als alle BD-boeren in die tijd, bij voorkeur twee of drie dagen voor volle maan. Op 20 oktober 2010, drie dagen voor volle maan, werd Hans, liggend in zijn boom, begraven. Hij is 97 jaar geworden.’
Op de volgende bladzijden vinden we een door Michiel Rietveld geschreven ‘In memoriam’:
‘Wiek Fledderus, 1927-2010Mouwen opstropen, aan de slag
Willy Schilthuis, Andreas Wijgmans en Wiek Fledderus vormden in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw een sterk team waarop de ontwikkeling van de BD-Vereniging goed kon gedijen. Waar Willy een sterke boegbeeldfunctie had, was Wiek op de achtergrond aanwezig en maakte het mogelijk dat Willy haar functie zo goed als mogelijk kon vervullen.
Wiek en Willy zijn lange tijd lotsverbonden geweest. Lange tijd was Wiek de rechterhand van Willy op De Vier Jaargetijden in Nieuwe Wetering. Ook toen in Nieuwe Wetering aan de andere kant van de dijk een nieuw bedrijf gestart werd, was Wiek daar een belangrijke kracht om dat bedrijf op poten te helpen zetten. In die tijd, halverwege de jaren zeventig, werd zij de eerste keurmeester van Proserpina, de oermoeder van alle verdeelcentra, die op het tweede bedrijf was gevestigd. Gezien haar zeer hoge kwaliteitsstandaard was dat voor menig tuinder best lastig.
Kenmerkend voor Wiek waren haar praktische en pragmatische oplossingen. Wonderlijk was het om te zien dat zij in haar aanpak en handelen altijd een houding had van mouwen opstropen, aan de slag en vooral niet zeuren. Op andere gebieden speelde haar geboortedatum 15 september haar wel parten. Geboren in het sterrenbeeld Maagd, waar ze best ook prat op ging, was zij van nature niet alleen hoog eisend, maar vaak terecht mopperig over behaalde resultaten. Resultaten van haarzelf en zeker ook van anderen. Op het vlak van nieuwe ideeën was het vaak lastig haar mee te krijgen: er was altijd wel een mits en een maar. Dat leverde haar wel de bijnaam “mopperkont” op. Het moet gezegd: het ging echter daarbij altijd om het resultaat voor de wereld, nooit voor haar persoonlijk.
In 1977 kwam Wiek op het net begonnen Kraaybeekerhof werken om de tuin op te zetten. In die tijd heb ik ook ervaren hoe zij heel gezellig kon zijn, humor had en soms heel aanstekelijk kon lachen. Na enige tijd op Kraaybeekerhof hadden haar gewrichten en ledematen het wel gehad met het werken op het land. Er moest een draai komen in haar leven.
Ze maakte een moedige stap door een jaar lang het fenomenologisch studiejaar aan het Goetheanum te volgen. Ze verheugde zich op een rustig jaar. Dat pakte iets anders uit. Ze moest keihard werken, maar nu anders. De geest werd voortdurend voortgedreven door een keur aan inspirerende leraren. Ze vond het heerlijk, maar mopperde vaak over de weinige vrije tijd en het harde geestelijke werken wat van haar als doe-mens gevraagd werd. Als vakvrouw heeft ze daar toen veel indruk gemaakt door haar fenomenologische studie aan de tomaat. Graag had ze dit werk in Nederland later willen voortzetten, bij voorkeur aan de preparatenplanten. Maar het secretariaat van de BD-Vereniging, Willy, vroeg haar om de dichtgeslibde ledenadministratie op te schonen en te reorganiseren. Dat kon met haar precisie wel aan haar worden overgelaten. Het ledenaantal daalde stevig.
In haar jonge jaren had Wiek’s leven als dochter van een Hoogeveense notaris en fervent paardenliefhebster een radicale wending gekregen, toen een kennis van de notaris nog een kaartje over had voor een lezing over landbouw van een mevrouw uit Den Haag. Het bleek Erna Casparé te zijn. Casparé was altijd een bevlogen spreekster en die “toevallige” ontmoeting deed Wiek van de ene dag op de andere besluiten om haar baan als bedrijfsleidster van een manege op te zeggen en in de BD te gaan werken. Ze had haar bestemming gevonden: het werken aan en voor een gezonde Aarde en voor gezond voedsel. Zij heeft haar verdere leven voor dat ideaal ingezet samen met haar maatje Willy, die zij in principe door dik en dun ondersteunde.
Met een bewonderenswaardig aanpassingsvermogen was geen taak haar te gek. Als het maar het grote doel diende: de Licht-krachten hier op aarde te versterken zodat door het licht in de voeding de mens het licht in zichzelf weet te vinden en de krachten krijgt dat te vergroten.
Het was een regenachtige druilerige dag dat Wiek in Den Dolder op een prachtig achteraf begraafplaatsje op een achteraf hoekje werd begraven. Maar toen de kist de grond in ging was de zon erbij en scheen naar harte-lust!’
In ‘Dynamisch Perspectief 2011 - 1’ werd door Hans Andeweg op de bladzijden 34 en 35 zelfs een ‘dubbel In memoriam’ geschreven, waarin opnieuw een sleutelrol was weggelegd voor Erna Casparé:
‘Jaap Bakker (1923-2010) en Adri Bakker-Misset (1936-2010)“Humus legt de verbinding tussen kosmos en aarde”
Tuinderszoon Jaap Bakker kwam via Erna Casparé (directrice van de tuinbouwschool voor meisjes) in 1947 voor het eerst in aanraking met de BD-landbouw en de ideeën van Rudolf Steiner. Hij was toen praktijkleraar bij de Volkshogeschool in Bergen en had daar een tuin. Van Ehrenfried Pfeiffer – een leerling van Steiner – leerde hij veel over composteren en het maken van preparaten. Thuis en op school begon hij compost te maken en sloeg hij aan het experimenteren met de BD-methodes. Jaap en Adri leerden elkaar kennen toen Adri voor haar opleiding tot land- en tuinbouwlerares een stage volgde op de Volkshogeschool.
Beide gingen daarna hun eigen weg. Jaap trad in 1953 in dienst van het Ministerie van Landbouw, waar hij tot 1985 als voorlichter bij de Plantenziektekundige dienst werkte. Adri werd lerares en verhuisde later met haar man en kinderen naar Canada. Aan het begin van de jaren zeventig kreeg ieders leven een dramatische wending. Jaaps vrouw raakte zwaar gehandicapt door een verkeerde narcose voor een operatie aan haar duim. Op nagenoeg hetzelfde moment gebeurden er heftige dingen in het gezin van Adri, die haar deden besluiten haar man en kinderen te verlaten. Terug in Nederland ontmoette Adri “toevallig” Jaap. Deze had op dat moment dringend hulp nodig voor zijn ontredderde gezin. Op zijn verzoek trok Adri bij hem in. Ze verzorgde het gezin zo goed als zij kon en jarenlang bezochten ze samen Jaap’s vrouw in het verzorgingshuis. Jaap en Adri trouwden nadat zij eind jaren negentig overleed.
Een nieuwe levensfase brak aan toen Jaap en Adri eind jaren tachtig de excursies naar de biologische tuinbouwbedrijven aan de Bronsweg in Lelystad gingen verzorgen en er een huis met een hectare land konden pachten. Jaap was toen 65 en Adri 52 jaar. Jaap en Adri versterkten elkaar in veel opzichten. Waarschijnlijk hadden zij hierdoor de tomeloze energie om van een braakliggend stuk grond, binnen een aantal jaren één van de meest inspirerende land- en tuinbouwplekken van Nederland te maken.
Ze noemden hun plek Aqua Maiandros en deze groeide letterlijk uit tot een plaats waar hemel en aarde met elkaar waren verbonden. In een grote kosmische tuin waren talloze – grotendeels zeldzame – planten gegroepeerd volgens de planeten en de dierenriem. Het wemelde er van de natuurwezens en er groeiden bomen, die Jaap van de brandstapel had gehaald, om ze vervolgens weer tot leven te wekken met compost en energie van zijn handen. Het was voor hem “gewoon een voorbeeld om de mensen te laten zien, wat er allemaal mogelijk is”.
Altijd hartelijk ontvingen ze duizenden bezoekers van over de hele wereld, hadden prachtige ontmoetingen, gaven voorlichting en inspireerden met BD-idealen. In hun enthousiasme vergaten zij soms dat niet iedereen direct warm loopt bij een vurig betoog. Mensen kunnen zelfs terugdeinzen bij een overmaat aan hitte. “Ze willen niet luisteren,” klonk er dan uit onmacht.
In 1994 ging het Centrum voor Biologische Landbouw de excursies verzorgen. Jaap en Adri specialiseerden zich toen in composteren en het maken van chroma’s. Door hun toedoen is composteren weer op de land- en tuinbouwkaart van Nederland gezet. Bloembollentelers die hun afval grootschalig composteren, enorme compostbedrijven als Van Iersel en Den Ouden, die hun producten in heel Nederland en daarbuiten afzetten, zonder Jaap en Adri was dit niet denkbaar geweest.
Een andere grote verdienste is hun bijdrage aan de ontwikkeling van de Chromatography. Een chroma (een beeld dat ontstaat wanneer je een oplossing laat uitvloeien op rond filtreerpapier) maakt de levenskracht, de levensenergie in de bodem zichtbaar. Het werk van Jaap en Adri is qua omvang, betekenis en kwaliteit vergelijkbaar met dat van Masura Emoto, die wereldberoemd is door zijn foto’s van de vormkracht in bevroren water. Weinig mensen weten dat Jaap en Adri goed bevriend waren met Emoto. In 1999 gingen zij als eersten Emoto’s net verschenen boek verkopen. Kort daarop werd Emoto internationaal ontdekt. Het werk van Jaap en Adri verdient dat ook, al was het alleen maar omdat ze met hun chroma’s de destructieve krachten zichtbaar hebben gemaakt die in genetisch gemanipuleerd voedsel werken.
Jaap en Adri vertrokken van de Bronsweg in 2005. Jaaps leeftijd (82) liet het zware werk in de tuin niet langer toe. Desalniettemin zaten beiden niet stil. In 2008 verscheen hun prachtig geillustreerde boek ‘Chromatography – beelden van energie’, waarin zij het maken en interpreteren van chroma’s beschrijven. In de inleiding vatten zij hun levenwerk en zichzelf in een paar treffende woorden samen:
“Wij zijn dus geen schrijvers, maar hebben veel geleerd door waarnemen, zowel buiten in de natuur als in de beelden van de chroma’s. Eigenlijk zijn we beiden van onze jeugd af aan bezig met bodem. Of beter gezegd met de snelle achteruitgang van onze landbouwgronden. Eén ding is voor ons heel duidelijk geworden. Humusvormende compost is de belangrijkste factor om deze achteruitgang tot stilstand te brengen. We schrijven Humuscompost met een hoofdletter omdat de humus de verbinding legt tussen kosmos en aarde.”
Afgelopen zomer werd Jaap geveld door een beroerte en hij overleed op 18 juli 2010. Adri overleed een paar maanden later op 1 december aan de verwondingen van een zwaar busongeluk in Peru tijdens een reis naar spirituele krachtplekken. Dit was altijd een hartewens van haar geweest. Heeft zij gevoeld of geweten, dat het haar laatste reis zou zijn? Tegen verschillende reisgenoten zei zij een paar dagen voor haar dood: “Als ik niet terugkom, zeg dan tegen iedereen dat het goed is.”
Zo kort na elkaar sterven duidt op een diepe lotsverbinding. Leven na de dood was voor beiden vanuit de antroposofie een gegeven. We kunnen er zeker van zijn dat zij in de geestelijke wereld ook niet stil zullen zitten. Waarschijnlijk is er al een nieuwe kosmische tuin in de maak met Jaap en Adri als enthousiaste beheerders.’
4 opmerkingen:
Complimenten voor uw blog vandaag. De levensverhalen, zo achter elkaar gezet, maken indruk op mij. Ik ken de genoemde mensen niet, ze maken een hardwerkende én bevlogen indruk. De titel van de blog is uitstekend gekozen. Het kan toch bijna niet anders dan dat die aarde gezond vrucht zal dragen.
Dank u, beste Anoniem. Ik leid uw complimenten graag door naar de verschillende auteurs.
Hallo MG! Dit kommentaar kunt U direct weer wegdoen, slechts een bemerking (volledig onbenullig in deze tijden): wanneer op The Uribistan Daily iets nieuws verschijnt, staat het onder op de blogrol als Terra Canaillo. Is een paar maal gebeurd. Dat is misschien te verbeteren, door eenvoudig The Daily ook in de lijst op te nemen?
Groeten, JC
Beste Joseph,
Ja, verdraaid nog-an-toe, je hebt helemaal gelijk! Hoe kan dat nou? Ik zal in ieder geval doen wat je zegt; hopelijk klopt het dan weer. Mooie bijkomstigheid is, dat dan The Uribistan Daily ook weer op mijn blogroll staat. Die had ik een tijdje geleden weggehaald, omdat er 1. vrijwel niets meer gebeurde, en 2. wat er soms wel gebeurde, mij nog maar weinig aanstond. Hopend dat het nu beter wordt. Aanleidingen daarvoor in de wereld zijn er momenteel genoeg...
Een reactie posten