Maar waarom dan niet, is de vraag die mij is blijven hangen. Ik kan echter op deze website maar geen duidelijke uitleg vinden wat hier de oorzaak van is. Wat is het probleem? Kan iemand mij daar op een begrijpelijke manier een verklaring voor geven? Ik hoopte aanvankelijk op een antwoord, als het niet op deze website zelf is, op de pagina met links: als je het niet zelf in huis hebt, kun je immers altijd nog doorverwijzen. Daar gaat het echter direct mis:
‘In 2005 verscheen, voor het eerst in de geschiedenis, een overzicht van de wetenschappelijke publicaties in de antroposofische gezondheidszorg die voorhanden zijn. Dit overzicht is in de vorm van een HTA-bericht (Health Technology Assessment).’
Klik je op deze link, verschijnt er een lege pagina, met de eenregelige boodschap: ‘The requested URL /IVAA_new/hta-report.htm was not found on this server.’
Twee andere links worden voorafgegaan door dit: ‘Vanaf 2005 wordt door de internationale “research council” van de medische sectie van de internationale antroposofische vereniging jaarlijks bijgehouden welke publicaties zijn verschenen’.
Volgen twee pdf-documenten met ‘Current scientific literature on Anthroposophic Medicine (published 2005)’, alsmede ‘(2006 and 2007)’, de eerste met 114 publicaties, de tweede met 199. Respectabele aantallen, dat wel, alleen heb ik daar niet zoveel aan. Het zijn gewoon opsommingen, waarmee op mijn vraag niet wordt ingegaan. Bovendien: ‘The list is not complete’.
Dan is er ook nog een ‘Outcome of anthroposophic medication therapy in chronic disease: A 12-month prospective cohort study’. Dat is typisch zo’n artikel dat in wetenschappelijke tijdschriften wordt gepubliceerd, zeker twaalf pagina’s lang vrijwel onbegrijpelijk wetenschapsjargon. Voordat ik dat doorgeworsteld en werkelijk begrepen heb...
De laatste link verwijst naar het antroposofisch-medische tijdschrift ‘Der Merkurstab’ op internet. Zeker interessant, maar in het Duits (en een klein beetje in het Engels), waarbij maar een aantal artikelen werkelijk zijn in te zien. Ik concentreer me toch liever gewoon op het Nederlands. Ook dit valt dus af.
Er is op deze website van het lectoraat nog een paginaatje met ‘Publicaties’. Daar staan maar twee publicaties op, van Erik Baars zelf. Wellicht is het de bedoeling dat hier alleen de publicaties van de lector worden genoemd. Het gekke is echter dat deze publicaties nog ongepubliceerd zijn: achter de eerste staat tussen haakjes ‘ingediend’ en achter de tweede ‘verschijnt in 2008’. Dat schiet dus niet op.
Dit gaat een hoop ruimte kosten, deze zoektocht. Gauw door naar het Louis Bolk Instituut in Driebergen, dat is immers een onderzoeksinstituut dat ook onderzoek doet naar antroposofische gezondheidszorg. Gisteren had ik op de Iocob-website al geconstateerd dat de zes genoemde referenties voor het onderzoek naar een antroposofisch hooikoortsmiddel als (co)auteur Erik Baars hadden. Het zesde en laatste blijkt trouwens ook ‘(in prep)’, ongepubliceerd. De eerste vier zijn stuk voor stuk verschenen bij het Louis Bolk Instituut; dat zegt ook wat, dat is een interessant gegeven.
Maar ik was op zoek naar een tekst die mij inzicht kan verschaffen in de problemen die optreden bij antroposofisch-wetenschappelijk onderzoek in de gezondheidszorg. Waar kan ik dat op deze website van het Louis Bolk Instituut vinden? Hoe moet ik daar naar zoeken? Ik heb overal gekeken en gezocht, maar ik zie het niet, er is te veel, zonder dat er een hiërarchie in is aangebracht, een onderscheid tussen belangrijk en minder belangrijk, tussen algemeen en specialistisch. Er is geen leidraad, ik krijg alles over me heen uitgestort.
Het meest in de buurt komt dit: ‘Met ons concept “Gezondheid door zelfregulatie” hebben we een heldere, vernieuwende theorie ontwikkeld over wat gezondheid eigenlijk is. Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziektes....’ Dit concept staat zelfs twee verschillende keren op de website vermeld: de ene keer bij ‘gezondheidsbevordering’, de andere bij ‘conceptontwikkeling’. Maar voor beide geldt: ‘In 2006 wordt een eerste publicatie voor een peer reviewed tijdschrift over dit gezondheidsconcept voorbereid.’ Dus erg recent is dit niet, terwijl ook onduidelijk blijft of dit inderdaad intussen verschenen is.
Klik ik vervolgens op Erik W. Baars arts-epidemioloog, dan komt er een lijst met maar liefst tachtig publicaties van deze ‘Senior Onderzoeker Gezondheidszorg’ tevoorschijn (78 om precies te zijn, één wordt dubbel vermeld en één is alleen van zijn broer Ton Baars). Maar hier hetzelfde probleem; ze zijn bijna geen van alle oproepbaar en bij wat er is vind ik niets geschikts. Ja, toch wel: er is een algemene bij, waar ik wel aan kan komen: ‘Gezondheid door zelfregulatie’ in een ‘Nieuwsbrief Rudolf Steiner Vertalingen’.
Snel door naar de website waar deze nieuwsbrief uit 2003 (alweer vijf jaar geleden) op staat. Juist ja, hier heb ik wat aan. Het begint een beetje gek:
‘Bij het verschijnen van “Gezondheid, ziekte, genezing” [dat is een Steiner-titel uit dat jaar] ontdekten wij een arts die op het grensvlak tussen reguliere en antroposofische geneeskunde een proefschrift voorbereidt. Het blijkt dat de medische wetenschap de laatste tijd begrippen ontwikkelt die openingen naar de antroposofische geneeskunde kunnen bieden. Wij geven graag het woord aan Erik Baars, arts-onderzoeker en directeur van de afdeling Gezondheidszorg & Voeding van het Louis Bolk Instituut.’
Wij ontdekten een arts? Kenden ze hem dan helemaal niet? Kan ik me nauwelijks voorstellen. Maar dan steekt hij toch meteen van wal:
‘Een patiënt in een ziekenhuis voelt zich meestal niet erg autonoom. Toch is autonomie belangrijk voor de gezondheid. De hoogleraren en psychiaters Stierlin en Grossarth-Maticek van de Universiteit van Heidelberg deden gedurende 23 jaar onderzoek naar gezondheid en zelfregulatie. Ze keken bij 30.000 (!) mensen onder andere naar de gevolgen van autonomie-ontwikkeling voor de overlevingsduur bij kanker. Zij toonden aan dat patiënten met een goede psychologische “zelfregulatie”, [dus] meer autonome mensen, gemiddeld aanzienlijk langer leven dan degenen met een slechte zelfregulatie. Volgens hen gaat het bij een goede zelfregulatie om flexibel en creatief omgaan met de specifieke situatie waarin iemand zich bevindt. Bovendien gaat het bij een goede zelfregulatie om “zelf-organisatie”, dat wil zeggen een zichzelf regulerend principe. Steeds meer onderzoek maakt duidelijk dat psychologische zelfregulatie of autonomie de kern is van psychische gezondheid. Dat werkt door naar de lichamelijke gezondheid.
Het principe van zelfregulatie speelt ook direct een rol in de lichamelijke gezondheid.’
Er volgen enkele voorbeelden van zelforganisatie, die mij echter een zijspoor lijken, omdat het niet zozeer om lichamelijke zelfregulatie gaat, maar om ‘waarnemingen, beslissingen en handelingen’, die ‘aanwezig zijn bij op een bepaald terrein ervaren mensen’. De logica ontgaat mij. Dan zijn we opeens van het gebied van de patiënt af, en op het terrein van de genezer of zorgverlener terechtgekomen. Echter, hierna wordt het weer interessant. Ik waarschuw wel even van tevoren dat dit een lang citaat zal worden:
‘De reflectie op bovengenoemde onderzoeksresultaten helpt ons om tot een beter begrip te komen van de algemene en toch ook specifieke kracht van zelfregulatie. Het is blijkbaar een beweeglijk “systeem”, dat enerzijds een algemeen autonoom samenhangend patroon van waarnemingen, beslissingen en handelingen ontwikkelt, maar anderzijds in staat is om specifieke vormen aan te nemen, afhankelijk van wat er wordt waargenomen. Een algemene ‘Fliessgestalt’ (letterlijk: vloeiende, beweeglijke gestalte) dus, van waaruit recht gedaan kan worden aan de verschillende aspecten van een specifieke situatie. Dit patroon heeft zijn oorsprong in (ervarings)kennis en bestaat uit weten wat in combinatie met weten hoe. De activiteit van dit beweeglijke “systeem” is erop gericht om het geheel te behouden of te herstellen.
In de antroposofie en meer specifiek de daarop gebaseerde antroposofische geneeskunde wordt uitgegaan van de aanwezigheid van dit soort “Fliessgestalten”. Ze kunnen beschouwd worden als de al door Aristoteles en Plato beschreven universele oerbeelden, die op de verschillende niveaus dankzij of ondanks de mens scheppend in de wereld werkzaam kunnen zijn.
In de psychologie en psychiatrie is het tegenwoordig al heel gewoon om de zelfregulatie op het psychologische niveau te bevorderen. In de antroposofische geneeskunde wordt daarnaast echter ook nog de lichamelijke zelfregulatie bevorderd. Behalve de medische interventies van de universitaire geneeskunde, die in veel gevallen gericht zijn op het “verwijderen van storende elementen” (antibiotica, antimycotica, chirurgische verwijdering van tumoren), worden in de antroposofische geneeskundige praktijk therapeutische interventies ingezet die de lichamelijke zelfregulatie van de patiënt bevorderen. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld antroposofische geneesmiddelen, euritmietherapie, ritmische massage of kunstzinnige therapie.
Diagnostiek en therapiekeuze die voortkomen uit bovengenoemd gezondheidsconcept zijn gebaseerd op het kennen van deze oerbeelden. Dit is slechts mogelijk door zogenaamde “(Fliess)Gestalt-Erkenntnis” of het leren kennen van “het geheel” dat richting geeft aan de delen. Deze vorm van kennisverwerving is gebaseerd op het geschoolde individuele oordeelsvermogen. De keuze voor een therapie kan in principe direct logisch afgeleid worden van deze “Gestalt-Erkenntnis” en is niet afhankelijk van protocollen en/ of statistiek. Tevens maakt deze kennisvorm het mogelijk om recht te doen aan de unieke context van de individuele patiënt.
Het werk van Rudolf Steiner, daarin soms bijgestaan door de arts Ita Wegman, is voor artsen, therapeuten en patiënten van groot belang om ingangen te vinden om de gezondheid zelf te kunnen bevorderen. In het huidige tijdperk waarin veel afhankelijk is van het initiatief van het individu is deze kennis een belangrijke aanvulling op het huidige medische denken.’
Einde van dit lange citaat. De auteur moet zijn toevlucht nemen tot een aantal onvertaalde Duitstalige begrippen om uit te leggen wat hij bedoelt. Wel wordt hierdoor een beetje duidelijker waarom antroposofisch-wetenschappelijk onderzoek zo lastig is. Het gaat niet om pilletjes of andere toegediende stoffen die een van tevoren vaststaand effect bewerkstelligen bij de lichamelijke gesteldheid van de patiënt, onafhankelijk van diens toestand. Dat kun je met uiterlijke middelen meten. Het zit veel ingewikkelder in elkaar. Maar zou het nu niet mogelijk zijn, we zijn immers intussen vijf jaar verder, om dit in begrijpelijker Nederlands (en liefst ook korter) op te schrijven? Daar zou ik behoefte aan hebben.
Wat nog intrigeert is de opening van het artikel: Erik Baars blijkt een proefschrift voor te bereiden op het grensvlak tussen reguliere en antroposofische geneeskunde. Waar is dat dan, want die ben ik niet tegengekomen in zijn lange lijst met publicaties. Drs. E.W. Baars staat er op het boekje met zijn lectorale rede; dat zou betekenen dat er nog geen doctortitel aan hem is verleend. Na vijf jaar kan en mag dat inmiddels wel tot de mogelijkheden gaan behoren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten