Wederom schaamteloos eigenbelang: ‘De wereld van de gestorvenen’, de deze week uitgekomen nieuwe uitgave van de Rudolf Steiner Vertalingen (daarvan ben ik redacteur, ik zal het meteen open en bloot op tafel leggen – het staat hieronder ook vermeld, tussen mijn diverse huidige functies en vroegere functies, maar omdat vast niet iedereen helemaal naar beneden zal gaan, vermeld ik het hier nog een keer), is antroposofie in optima forma en niet alleen dat, maar ook uitzonderlijk actueel. Om het dadelijk duidelijk te stellen: het gaat verder waar ‘Eindeloos bewustzijn’ eindigt, de eindeloos populaire bestseller van Pim van Lommel, die ook tegen de heersende trend van de uitsluitend op de stoffelijke materie gerichte wetenschap ingaat en in plaats daarvan zijn wetenschappelijke visie op de bijna-dood ervaring presenteert.
‘De wijze waarop een cultuur omgaat met zijn doden bepaalt in hoge mate het gezicht ervan.’ Dat is de stelling waarmee het boek gelijk opent. Om even later gevolgd te worden door: ‘Wetenschappelijk over het leven na de dood te spreken is alleen nog voorbehouden aan mensen die een korte tijd werkelijk dood zijn geweest en vervolgens haast als moderne ingewijden terugkeren in het leven. De verhalen van deze bijna-doodervaringen maken duidelijk dat het bewustzijn na de dood niet ophoudt en geven een glimp van wat de mens in de eerste tijd na het sterven meemaakt.’
Hier wordt de claim gelegd dat er 1. een leven na de dood is, dat er 2. bewustzijn mogelijk is van dit leven, dat er 3. op wetenschappelijke wijze kennis van genomen kan worden, en dat er 4. zelfs wetenschappelijke kennis van bestáát. Het is me nogal niet wat. Het gooit bijna alle bestaande wetenschappelijke opvattingen omver. Je moet moed hebben om hier verder te durven lezen, om dit gegeven alleen al als hypothese te durven aannemen en je gedachten hier niet rechtsomkeert te laten maken. Waar kom je dan uit? De tekst van de inleiding gaat verder:
‘Rudolf Steiner heeft zich als geestelijk onderzoeker intensief met het leven na de dood beziggehouden. Wat hij hierover geschreven en gezegd heeft, vormt niet alleen een interessant studieonderwerp. In de voordrachten die in dit boek bijeen zijn gebracht, beschrijft hij bijvoorbeeld hoe weldadig het voor de gestorvenen is wanneer wij hen op een adequate manier gedenken, en ons in meditatie en gebed tot hen richten. Niet alleen kunnen de mensen op aarde de zielen van de gestorvenen bijstaan, zij kunnen ook door hen vruchtbaar worden geïnspireerd, wanneer zij op de juiste manier voor hen openstaan. Volgens Steiner staat of valt zelfs het spirituele gehalte van een cultuur met de wijze waarop de mensen omgaan met de wereld van de gestorvenen.’
Het is verleidelijk om de hele tekst van de inleiding hier te citeren. Dat doe ik dus niet. Maar via de website van Uitgeverij Christofoor kun je op de webpagina’s van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen komen, en daar, o wonder, van alle verschenen boeken een pdf-document downloaden, met daarin inleiding, inhoudsopgave en zelfs het nawoord van elk deel. Gratis en voor niets! Ook deze uitgave staat al op het net. Het bevat een nawoord van Judith van der Bend, Volgens de tekst besteedt zij daarin ‘vooral aandacht aan de praktische consequenties van Steiners veelomvattende beschouwingen over het leven van de mens na de dood. Mede hierdoor is dit boek ook een praktijkboek voor een hedendaagse spirituele omgang met gestorvenen.’
O ja, de prijs bedraagt slechts € 24,95. Het boek is in elke winkel te koop of te bestellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten