Gisternamiddag 4 februari 2011 is op de leeftijd van 101 en een half jaar Nel Lievegoed-Schatborn in Zeist overleden. Zij evenaart daarmee bijna een van de drie oerpioniers van de heilpedagogie, Siegfried Pickert, die in 2002 in de leeftijd van maar liefst 103 jaar overleed. Zij zelf was ook een echte pionier, betrokken bij het Zonnehuis vanaf het begin in 1931, waar zij kort daarop de echtgenote werd van de oprichter Bernard Lievegoed en vanaf 1954 het directeurschap van hem overnam, tot 1976. Maar ook daarna bleef ze nauw bij het Zonnehuis betrokken. Fysiek verbonden, omdat ze bijna heel haar leven aan de rand van het terrein woonde, en op hoge leeftijd mentaal, ook in het verzorgingshuis Valckenbosch, waar zij haar vijf laatste levensjaren doorbracht. Op 14 juni 2009 haalde ik in ‘Honderdjarig’ enkele eigen herinneringen aan haar op en op 19 september van dat jaar plaatste ik in ‘Zelfzin’ een interview met haar uit 2006. Maar ikzelf mocht haar ook een keer interviewen ter gelegenheid van het tachtigjarig bestaan van de heilpedagogie in 2004. Dat artikel verscheen in het maandblad van het Heilpedagogisch Verbond ‘De Verbinding’, 9e jaargang, nr. 78 van juni 2004. Dit nummer is nog te vinden op de website van het Edith Maryon College als ‘Verbinding juni 2004 Thema: 80 Jaar heilpedagogie’. Daarin wordt haar rol en betekenis voor de heilpedagogische beweging in Nederland ook geschetst, vandaar dat ik dat openingsartikel met de titel ‘Tachtig jaar heilpedagogie’ hier graag laat volgen:
‘Het jubileum van tachtig jaar heilpedagogie op 18 juni 2004 wijst terug naar diezelfde datum in 1924, waarop Rudolf Steiner een bezoek bracht aan Jena, een stad in Duitsland die ter hoogte van Brussel ligt, maar dan vijfhonderd kilometer oostelijker. Hier nam hij de plek in ogenschouw waar de maand tevoren in een klein huis op een steile helling het eerste initiatief tot een heilpedagogisch instituut was genomen. Rudolf Steiner verbleef de hele dag op de Lauenstein, maakte kennis met de eerste vijf kinderen, en nog een paar kinderen die speciaal voor deze gelegenheid erbij waren gekomen. Hij maakte het samenleven van kinderen en medewerkers mee en liet door zijn aanwezigheid en zijn manier van optreden zien hoe je die bijzondere sfeer creëert, die sindsdien zo kenmerkend voor de heilpedagogie is. De datum van 18 juni 1924 geldt als het begin van de heilpedagogie.
Twee dagen later, teruggekeerd naar zijn thuisbasis Dornach in Zwitserland, waar drie van de initiatiefnemers uit Jena ook naartoe waren gekomen, zou hij een speciale cursus houden over hoe de kinderen met wie hij kennis had gemaakt het beste benaderd konden worden om werkelijk resultaat te boeken. Hij had het echter zo druk met allerhande andere werkzaamheden dat zij nog vijf dagen moesten wachten voordat hij hiervoor tijd vrij kon maken en echt kon beginnen. De twaalf voordrachten die hij ten slotte hield in de tijd tussen 25 juni en 7 juli 1924 zijn in het Nederlands te boek gesteld als Genezend opvoeden. Over kinderen met een ontwikkelingsstoornis. Ze vormen al tachtig jaar een inspirerende basis voor het werk met zulke kinderen en hebben nog niets aan kracht ingeboet.
Bernard Lievegoed
Zeven jaar later, in 1931, sloeg de heilpedagogie door toedoen van Bernard Lievegoed ook in Nederland aan. In 1926, anderhalf jaar na het overlijden van Rudolf Steiner, was Lievegoed 21 geworden en had hij met de antroposofie kennisgemaakt. Hij deed een studie medicijnen in Groningen en Amsterdam, die hij in 1930 met succes afrondde. In november van dat jaar bezocht hij de Lauenstein en raakte diep onder de indruk van hoe er met de kinderen werd omgegaan. Hij wilde niets liever dan zoiets ook in Nederland beginnen.
Hij hospiteerde begin 1931 eerst enige tijd in de antroposofische kliniek in Zwitserland, waar Ita Wegman, de Nederlandse antroposofische arts en naaste medewerker van Steiner, de leiding had. Als afdeling was het heilpedagogisch instituut Sonnenhof aan deze kliniek verbonden, waar hij ook meeliep. Op 17 maart 1931 verscheen er een artikel in de Nieuwe Rotterdamse Courant, waarin Lievegoed enthousiast en openhartig zijn ervaringen in Sonnenhof beschreef (zijn vader werkte als journalist bij deze krant). Dit ter gelegenheid van een heilpedagogisch congres in de vrijeschool in Den Haag op 21 en 22 maart, met demonstraties voorafgaand in Rotterdam op 20 en aansluitend in Amsterdam en Utrecht op 24 maart. Het enthousiasme kende geen grenzen, de zaken werden duidelijk grondig aangepakt.
Zonnehuis
Op het eind van zijn artikel schrijft Lievegoed: “De arts Willinge Prins te Amsterdam laat reeds enkele jaren in zijn huis in Laren een kleine groep kinderen volgens deze beginselen opvoeden.” Vóór de zomer werden deze vijf kinderen door Lievegoed overgenomen, omdat het echtpaar Willinge Prins naar Zuid-Afrika emigreerde. Hij huurde een huis in Bosch en Duin, waar ook de met hen meegekomen onderwijzeres Lena Struijk en euritmietherapeute Minnie (Frederique) Langerhorst hun werk konden voortzetten. In september 1931 vond de officiële opening plaats van het Zonnehuis, want zo noemde hij zijn heilpedagogische instituut.
Het was alles in een sneltreinvaart gegaan. Lievegoed was net 26 geworden, in juni was hij getrouwd. In maart van het jaar daarop wordt zijn eerste kind geboren. Een maand later overlijdt zijn vrouw. Daar staat hij als jonge weduwnaar en oprichter van een heilpedagogisch instituut. Om zijn Zonnehuis te kunnen bekostigen, opent hij in Bosch en Duin een praktijk als huisarts, die hij tot 1939 aanhoudt.
Zeylmans van Emmichoven
Bernard Lievegoed ontmoette in november 1926 tijdens een antroposofisch pedagogisch congres in Den Haag niet alleen de antroposofie, maar ook de jonge voorzitter van de Antroposofische Vereniging in Nederland, Willem Zeylmans van Emmichoven, de arts en psychiater. “Ik heb de antroposofie leren kennen doordat ik met de psychiater Zeylmans van Emmichoven in contact kwam en toen die literatuur ben gaan studeren. Wat mij daar het meest in trof was het christelijke element daarin, de nieuwe visie op de bijbel. Dat trof me toen het meest, niet eens zozeer de medische kant van de antroposofie.”
Zijn ouders waren vrijzinnig protestant. In zijn jeugd was hij opgegroeid in een multiculturele omgeving, met hindoestanen, orthodoxe boeddhisten en orthodoxe moslims op Midden-Java (Indonesië). In het Zonnehuis was hij zelf elke zondag de zogenoemde Kinderhandeling gaan houden. In 1932 was vrijeschoolleraar Herbert Hahn uit Stuttgart gekomen. Deze ging lesgeven op de school in Den Haag, maar woonde in het Zonnehuis. Afkomstig van de eerste vrijeschool was hij nog door Steiner zelf gecoached. Maar niet alleen als leraar had hij daar een pioniersrol vervuld, ook was hij persoonlijk door Steiner aangewezen om godsdienstles te geven en de Kinderhandeling te mogen houden. Hij was een door en door religieus mens. Lievegoed zat dus dicht bij de bron.
Nel Schatborn
In 1932 nodigde Lievegoed maandelijks een aantal medische studenten uit om met hen te spreken over antroposofische geneeskunde. Onder hen was ook de 23-jarige Nel Schatborn uit Den Haag. Ze kenden elkaar al een paar jaar. Tijdens het grote internationale antroposofische kamp in de open lucht op De Veluwe in augustus 1930, Kamp De Stakenberg, hadden ze bijvoorbeeld nauw samengewerkt. In de pauze van een cursus in Bosch en Duin vroeg hij haar in de auto mee te gaan naar Zeist, waar hij haar een grote oude burgemeesterswoning wilde laten zien, die hij besloten had voor zijn instituut te kopen. In januari 1933 werd dit huis, Veldheim geheten, zijn eigendom en bracht zij er elke maand een bezoek. Voordat zij eind 1934 afstudeerde, vroeg Lievegoed haar om na het examen als dokter Schatborn in het Zonnehuis te komen werken. Daar gaf zij gevolg aan, aanvankelijk voor een jaar, om daarna verder te kijken. Maar zij bleef en na een jaar, in november 1935, trouwde hij met haar, zodat zij vanaf dat moment mevrouw Lievegoed werd. Maar voor iedereen in het Zonnehuis bleef zij altijd dokter Schatborn heten, om verwarring met haar man te voorkomen. Tot op de dag van vandaag is zij het Zonnehuis trouw gebleven. Ze woont nog steeds in haar huis aan de rand van Veldheim en bereikt in juni de leeftijd van 95 jaar.
Bij tachtig jaar heilpedagogie past het om Nel Schatborn te vragen naar haar herinneringen uit die begintijd van de heilpedagogie in Nederland. Zij is kwiek genoeg van geest om op die vraag in te kunnen gaan, wat zij dan ook graag doet. “Maar ik weet niet zeker of ik het me nog allemaal goed kan herinneren’, zegt ze bij voorbaat verontschuldigend. ‘Veel heb ik al beschreven in het boekje Mijn leven met het Zonnehuis uit 2001, wat toen verschenen is ter gelegenheid van zeventig jaar Zonnehuizen Veldheim Stenia.”
Ze werd in 1909 in Rotterdam geboren. Haar vader was directeur van een groothandel. Hij overleed aan de gevolgen van een ongeluk toen zij elf jaar was. Het gezin leerde een medisch student uit Amsterdam kennen, die na zijn examen op hun aanraden een huisartsenpraktijk opende in Rotterdam. Een oud-studiegenoot van hem werkte in de Rudolf Steiner Kliniek in Den Haag. Via hem leerde hij het boek De wetenschap van de geheimen der ziel van Rudolf Steiner kennen. De jonge Rotterdamse huisarts was er zo enthousiast over dat hij graag aan Nel en haar jongere broer wilde vertellen wat hij gelezen had. Dat gebeurde in januari 1927, ze was toen zeventien jaar. Hij had het goed ingeschat, zij was er net zo weg van als hij. In dat boek werd verhaald van de hele wordingsgeschiedenis van de mensheid, waarbij de mens steeds verder af kwam te staan van de goddelijke wereld. Maar door de komst van Christus op aarde kon deze neergaande lijn omgebogen worden in een opklimmende en de mens een nieuwe verbinding met de wereld van de geest aangaan. Het maakte een onuitwisbare indruk op haar, het was datgene wat ze altijd had gezocht.
Het had grote gevolgen. Binnen een paar maanden gingen zowel de huisarts als het gezin in Den Haag wonen. Hij kon in de Rudolf Steiner Kliniek komen werken, terwijl twee jongere broers van Nel nu naar de vrijeschool konden gaan. Zijzelf ging medicijnen studeren in Leiden en reisde met de trein heen en weer. Ze leerde de Christengemeenschap in Den Haag goed kennen, waarvan de priester haar op een aantal avonden gedurende een half jaar vertelde over het Nieuwe Testament. Maar priester wilde ze beslist niet worden.
Bosch en Duin
Ze ontmoette Bernard Lievegoed en zijn verloofde. Hij raadde haar aan om een cursus te volgen in de antroposofische kliniek van Ita Wegman in Arlesheim. Pasen 1931 ging ze erheen. Het was een belangrijk moment. Ze kwam ook in de Sonnenhof en maakte kennis met de heilpedagogie. Ze bleef zelfs een maand langer dan de drie die waren afgesproken. Lievegoed vroeg haar in augustus te komen helpen in Bosch en Duin, met de vijf kinderen die hij had overgenomen. Ze wilde echter eerst vakantie houden. In september was ze bij de officiële opening wel aanwezig. Verder bleef ze in Den Haag voor haar studie.
Na haar afstuderen was ze van plan zich als huisarts in Rotterdam te vestigen, daar was geen antroposofisch arts. Maar ze was pas 26, te jong nog om zelf een praktijk te beginnen. Er was ook een vraag uit Berlijn. Maar uiteindelijk gaf ze gehoor aan de dringende oproep van Lievegoed om in ieder geval een jaar naar Veldheim in Zeist te komen. In november 1934 woonden daar al meer dan dertig kinderen, die overdag ook les kregen. Ze kon Lievegoed veel van het medische werk uit handen nemen.
Een maand na haar komst maakte ze de Kersthandeling mee die door Lievegoed in het souterrain werd gehouden. Ze had daarbij een meisje van negen jaar op schoot. Als eerste ging ze na afloop het zaaltje uit en droeg het meisje de trap op naar boven. Iedereen was nog beneden, alleen zij met dat hulpeloze meisje in het nog lege en stille huis. Op dat moment stond het voor haar vast dat dit haar leven zou worden.
En zo gebeurde het ook. Ze werd bekend als dokter Schatborn, die in 1954 met behulp van een klein team de leiding van haar man overnam, die ze behield tot 1976, terwijl ze tot 1991 werkzaam bleef in de instelling.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten