Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

zaterdag 31 december 2011

Media-aandacht

Ja, dan toch nog maar een bericht, helemaal op het einde van het jaar. Ik merk steeds opnieuw dat ik vooral datgene breng wat me net die dag heeft getroffen en wat me de moeite waard lijkt om door te geven. Het is dus ook vooral andermans werk; veel eigen bezinning komt er niet aan te pas. Plus natuurlijk een onstuitbare behoefte om (zich, of me) te uiten, zonder dat kom je er niet. Gewoon getroffen worden, selecteren (want het aanbod is vaak te groot om allemaal te brengen, dus ook dingen laten vallen in de hoop dat het later nog een keer in een ander verband kan terugkomen), besluiten en vervolgens klaarmaken en uitvoeren. Dat is zo’n beetje het vijfvoudig stramien.

Aanvankelijk wilde ik vandaag beginnen Stan Verdult nog een keer te fêteren. Hij kwam hier op 15 mei voor in ‘Verlichting’ en twee weken later, op 28 mei, in ‘Duizend’ opnieuw. Dat zou ook een mooie verbinding vormen met dat thema dat ik me vanaf dat nieuwe begin in mei had voorgenomen: Spinoza (en waar na enige tijd niets meer van terechtkwam – wat de beperking van deze weblog meteen duidelijk illustreert; kon ik er maar een dagtaak van maken en geen bijzaak, dan zou het misschien wel anders worden...). Maakt Ridzerd van Dijk het mooiste Nederlandse antroposofische weblog met zijn ‘Aquarius – Citaten en fragmenten uit het werk van Rudolf Steiner’, zo doet Stan dat met het mooiste Nederlandse niet-antroposofische weblog, namelijk zijn ‘Weblog over Spinoza, Spinozisme en Spinozana’. Daar kwam ik vandaag onder 20 december een bericht tegen, ‘Dr. Marcel F. Fresco (1925-2011) over Spinoza, Hemsterhuis en Dèr Mouw’, met daarin het gedicht ‘Kent iemand dat gevoel’ van J.A. dèr Mouw, en juist dat leek me zeker voor zo iemand als onze inmiddels topbezoeker en topcommentator Matthijs (hij stuwt deze weblog tot ongekende hoogten), zoals ik hem hier heb leren kennen, zeer aantrekkelijk:
Kent iemand dat gevoel: ’t is geen verdriet,
’T is geen geluk, geen menging van die beiden;
’T hangt over je, om je, als wolken over heiden,
Stil, hoog, licht, ernstig; ze bewegen niet.

Je voelt je kind en oud; je denken ziet
Door alles, wat scheen je van God te scheiden.
’T is, of een punt tot cirkel gaat verwijden;
’T is, of een cirkel punt wordt en verschiet.

Je denkt: Nooit was het anders; tot mijn Wezen
Ben ’k al zo lang van sterflijkheid genezen.
Je weet: Niets kan mij deren: ik ben Hij.

Tot zekerheid je twijfel opgeheven,
Zo hang je als eeuwig boven je eigen leven:
Je bent de wolken en je bent de hei.

Bundel: Brahman I
Mooi is ook de verwijzing van Stan Verdult eronder, ‘Zie ook: Gerrit Komrij over “poëzie is kinderspel” [bij KB]’. Doen hoor, op klikken! Maar dat ga ik hier niet weergeven, hoewel het prachtig is en Komrij hier nog op 23 april in ‘Achtste’ voorkwam.

Nee, wat ik vandaag heb is toch wat anders. Twee artikelen uit de laatste
‘editie van Anthroposophy Worldwide / Anthroposophie weltweit, het door de Algemene Antroposofische Vereniging uitgegeven periodiek (zie ook “Besluiten” op 16 december 2010). Het gaat in feite om “Nachrichten für Mitglieder – Anthroposophie weltweit” nr. 11 van 2 december’,
zoals deze uitgave ook afgelopen maandag in ‘Kerntaak’ ter sprake kwam. Maar voorafgegaan door, tevens als een soort terugblik op het afgelopen jaar, het artikel dat ik een jaar geleden schreef voor ‘Motief, maandblad voor antroposofie’, dat in het februarinummer werd geplaatst in  het kader van het jubileumjaar. Het was getiteld ‘Antroposofie anno 2011: interactie met de samenleving’.
‘Hoe staat de antroposofie er anno 2011, in het 150e geboortejaar van Steiner, in Nederland voor? Hoe antroposofie binnen in mensen leeft is lastig waar te nemen. Een eenvoudiger graadmeter is hoe antroposofie in de huidige samenleving verschijnt. Vindt zij weerklank? De antroposofie ontwikkelt zich vooral in interactie met de samenleving, betoogt Michel Gastkemper.

Een zeer geslaagde moderne vorm van antroposofie is te vinden in de serie Bolk’s Companions. Oorspronkelijk ontstaan vanuit het Louis Bolk Instituut op initiatief van Guus van der Bie en Christa van Tellingen, tegenwoordig uitgegeven door de Kingfisher Foundation – Foundation for Phenomenology and Goethean Science. Er zijn zes boekjes in de serie Companions for the Study of Medicine die een hulp vormen voor studenten, niet alleen in de medicijnen maar ook in paramedische opleidingen, bij het grip krijgen op hun medische basisvakken. En nog eens drie buiten deze serie, die zowel vanuit fundamenteel als praktijkgericht onderzoek zijn ontstaan. “Minder feiten, meer samenhang en begrip” in het medisch onderwijs wordt er beloofd, én waargemaakt! Alles overigens in de Engelse taal geschreven, wat de markt aanzienlijk vergroot. Dankzij internet (ook te downloaden via de website) en de lage prijs is de verspreiding wereldwijd tot nu toe meer dan 24.000 exemplaren. Dit is antroposofie in optima forma: niet om haarzelve willen, maar om mensen in het medische veld op weg te helpen hun werk beter en vanuit een groter overzicht te doen, en dat meteen vanaf de eerste dag van hun opleiding. Een probleem vormt wel de financiering: dat kan blijkbaar niet meer gebeuren binnen het kader van het bestaande Louis Bolk Instituut, maar moet plaatsvinden via een particulier initiatief. Dat is een teken aan de wand. Wanneer zou een hogeschool of universiteit dit willen subsidiëren?

Een tweede voorbeeld van voorbeeldige antroposofie komt wederom uit de gezondheidszorg: het Lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg aan Hogeschool Leiden en de Bernard Lievegoed Leerstoel aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, respectievelijk bezet door Erik Baars en Hans Reinders. Beide zijn vorig jaar aan hun tweede termijn van opnieuw vier jaar begonnen. In de eerste termijn zijn al veel activiteiten ontplooid, waarbij het lectoraat de kroon spande, maar de leerstoel zich niet onbetuigd liet. Publicatie na publicatie verscheen, om over symposia en bijeenkomsten maar te zwijgen. Ook hier blijkt veel behoefte aan te bestaan. Een punt is nog wel de naamgeving: antroposofische gezondheidszorg. Bestaat die wel? Of moet het eigenlijk, waar de Alkmaarse huisarts Jos Dries me onlangs weer op attendeerde, gewoon heten: de antroposofische bijdrage aan de gezondheidszorg? “Antroposofische gezondheidszorg” is toch geen afgepaald gebied? Je kunt met je antroposofische achtergrond in principe toch overal terecht? Aan de andere kant, er is een specifieke markt die bediend moet worden en die in deze concrete gevallen ook mede garant heeft moeten staan voor de verdere financiering, gecoördineerd door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders. Hierop was Hogeschool Leiden bereid vanuit eigen algemene middelen de andere helft op te brengen en heeft hier dus echt een keuze voor gemaakt.

Stof en geest

Nog één voorbeeld vanuit de gezondheidszorg, hoewel dit strikt genomen veel verder gaat dan alleen dat: “Hoe de stof de geest kreeg”. Dit boek van Arie Bos werd genomineerd voor de NWO-Eureka prijs 2009 (die het overigens niet won). De jury vond de behandeling van de relatie tussen stof en geest “gewaagd”, “ambitieus en wetenschappelijk, maar ook charmant en soms persoonlijk”. En roemde vooral dat de auteur niet tevreden is “met de materialistische reflex in de wetenschap die enkel en alleen de stof wil zien. Ook neemt hij geen genoegen met de spirituele reflex die bij alles opzweeft naar de geest.” Waar hij dan wel uitkomt is “een idee dat even discutabel als interessant is en dat tientallen jaren ervaring van een arts in Amsterdam verraadt.” Er staat niet bij “antroposofische huisarts”, gelukkig maar, anders was zijn boek misschien niet eens genomineerd. Zo ver zijn we nog niet. En alle publiciteit heeft inmiddels wel geleid tot drie drukken.

Op hetzelfde gebied van de wetenschap begeeft zich ook het Bernard Lievegoed Fonds, en dan speciaal zijn zogenaamde “Netwerkuniversiteit”. Dit is een heel actief en succesvol initiatief, gericht op de ontmoeting tussen “wetenschappers die door antroposofie zijn geïnspireerd en haar onderzoeksmethode in hun werk toepassen.” Voorwaarde voor meedoen is een academische graad, om de discussie op wetenschappelijk niveau te houden, en dat heeft iets logisch als je antroposofie als wetenschap wilt benaderen.

Zoeken we de andere kant van het spectrum op, dan kom ik bijna automatisch uit bij de website AntroVista. Dat is echt antroposofie van onderop. Een bijzonder initiatief, oorspronkelijk van Wilfried Nauta, dat met Pasen zijn tienjarig bestaan viert. Al die tijd biedt het iedereen gratis zijn diensten aan, die een antroposofisch initiatief of product bekend wil maken. Dat is dan ook de enige voorwaarde, dat het volgens degene zelf die ermee komt antroposofisch is. Twee jaar geleden stonden er 2750 adressen op, mij is onbekend hoeveel het er nu zijn, ook is er een uitgebreide actuele agenda en nog veel meer. AntroVista is de best bezochte antroposofische website in Nederland. Een uiting van een levensstijl, een leefcultuur, waar niemand een omkijken naar heeft, want het bedruipt zichzelf volledig.

Meetbaarheid

Hoe staat het met antroposofie in het onderwijs? Die vind je mogelijk niet alleen op vrijescholen, alleen is het dan lastiger aan te wijzen. Met de bril van de Onderwijsinspectie bekeken, waren er in 2007 veertien vrije basisscholen “zeer zwak”. Dat aantal is inmiddels teruggebracht tot één, terwijl er bij de “zwakke scholen” geen een meer zit (in 2006 waren dit er nog ongeveer dertig). Dat is geen geringe prestatie, om de eigen en persoonlijke vorm van evalueren en toetsen van vrijescholen voor de Inspectie voldoende meetbaar te maken in tussen- en eindopbrengsten, want daar ging het hierbij vooral om. Ook moest het organisatorisch en pedagogisch niveau in een behoorlijk aantal gevallen gemoderniseerd en bij de tijd gebracht. Hierin kun je het nadeel van een vrij gesloten cultuur zien; de wereld heeft niet stil gestaan, je kunt niet in het verleden leven.

Tot opvoeding en onderwijs behoort ook kinderopvang, kleuterscholen en -speelzalen, jeugd- en gezinscultuur, noem maar op. Hoe kleinschaliger, hoe ontvankelijker voor een benadering vanuit de antroposofie, zou je kunnen zeggen. Er zijn minder rigide en niet ter zake doende regels van politiek en overheid, die je met hun angsten in je vrijheid willen beknotten. De samenleving heeft altijd te maken met een toevloed van nieuwe jonge kinderen binnen of buiten jonge gezinnen en zal steeds moeten kijken hoe die het beste tegemoet te komen, want die zijn het kapitaal van de toekomst. Zij zullen de toekomstige samenleving vormgeven.

Het bewustzijn voor een gezond leven en een gezonde voeding neemt bij ouders met jonge kinderen vanzelf toe. Ook het belang van een duurzame landbouw wordt dan sterker ingezien. Hoe staat het met de antroposofische inbreng bij de landbouw? We komen dan uit bij de opvallende groei van de biologische landbouw en voeding de laatste tijd. Bij een economische crisis worden ook, of juist dan, vragen opgeroepen van morele en ethische aard. Zodat de puur biologische benadering, in al zijn diversiteit, een doorbraak kent naar het grote publiek. Al jaren wordt eraan gewerkt, maar nu lijkt er een kritische massa bereikt te worden, een grote groeimarkt met veel belanghebbenden.

Remmende voorsprong

Heeft de typische, door antroposofie geïnspireerde, vorm van biologisch-dynamische landbouw hier zijn welverdiende plaats in, aangezien die honderd jaar geleden de pionier op dit gebied was? Ja en nee. Het probleem is wat je wel en niet onder bd-landbouw mag verstaan. De eisen voor alleen biologische landbouw zijn eenvoudiger en eenduidiger, meetbaarder ook, aan het publiek over te brengen. Landbouw bedrijven is hoe dan ook een ingewikkelde zaak die ver van de samenleving afstaat, zeker in Nederland, en onvoldoende gewaardeerd en betaald wordt. Daar heeft elke boer last van, maar bd-boeren al helemaal.

De wet van de remmende voorsprong lijkt hier weer te gelden: pioniers gaan te lang door in het pure pionieren en vergeten voldoende te professionaliseren. Zij worden vervolgens door hun op- en navolgers ingehaald. Zelf blijven ze teveel hangen in nabootsen en herhalen van het origineel, en vergeten daarbij dat wat toen origineel was dit nu niet meer kan zijn. Ik heb het dan niet zozeer over het handwerk en de deskundigheid van de boer, die zijn altijd noodzakelijk, maar de overdracht ervan en de organisatie eromheen. Zo is er bijvoorbeeld pas in 2008 een flinke stap in de ontwikkeling gezet, door voor bd-landbouw en voeding een duidelijke scheiding aan te brengen tussen de eigen producerende en controlerende instanties. Nu kan er een onderlinge strijd gestreden worden op de plekken en met de posities die daarbij horen, in een juiste en vruchtbare spanningsverhouding. Een grotere klantenkring bereiken is daarmee echter nog niet gedaan, dat vraagt nog veel meer.

Een interessante ontwikkeling is het ontstaan van zorgboerderijen. Het boerenbedrijf ontvangt een nieuwe impuls door plek te bieden aan mensen met een beperking. Het blijkt een goede uitwerking naar beide kanten te hebben. Ook hierin waren antroposofische organisaties zo’n twintig jaar geleden leidend; intussen heeft het een hoge maatschappelijke vlucht genomen.

Succesvolle ondernemingen

Potentie mobiliseren, zo zou je de antroposofische insteek kunnen karakteriseren. Opleidingen zijn daar bij uitstek geschikt voor. Daarin zijn vele soorten en maten. Ik denk in de eerste plaats aan de opleiding kunstzinnige therapie aan Hogeschool Leiden (die volgend jaar twintig jaar bestaat), alsmede de minor (zeg maar keuzevak) antroposofische gezondheidszorg die daar dit voorjaar van start is gegaan, er is zelfs een onderzoek gaande naar de haalbaarheid van een master antroposofische gezondheidszorg. Op hbo-niveau, wat niet hetzelfde is als universitair. Een andere hbo-opleiding is de Pabo Hogeschool Helicon, nu nog in Zeist, maar in de toekomst mogelijk in Utrecht, waar studenten worden opgeleid tot leraar in het basisonderwijs, specifiek voor het vrijeschoolonderwijs (een bacheloropleiding). En voor aankomende boeren in de biologisch-dynamische landbouw is er Warmonderhof in Dronten, een mbo-opleiding als onderdeel van het Groenhorst College. Deze drie opleidingen zijn ingebed in de Nederlandse onderwijsstructuur, compleet met erkenning en bekostiging, en richten zich met hun specifieke doelstelling op een breed publiek.

Dit artikel is te kort om op nog veel meer in te gaan. Triodos Bank zou nog genoemd kunnen worden, van antroposofische origine, maar nu speciaal als duurzame bank in één adem genoemd bij de tien invloedrijkste banken in Nederland. Weleda, die nog altijd te koop loopt met haar antroposofische identiteit, al negentig jaar koploper in Nederland in natuurlijke zelfzorg en cosmetica. Succesvolle ondernemingen die honderdduizenden, zo niet miljoenen weten te bereiken.

Sinds vijftien jaar, in ieder geval sinds het verschijnen van het uitvoerige rapport ruim tien jaar geleden over racisme bij Steiner en in de antroposofie, weet iedere antroposoof dat het niet genoeg is om Steiner na te bootsen en te herhalen. Natuurlijk moeten de bronnen met het grootste respect bestudeerd worden, regelmatig en grondig. Maar iedereen is persoonlijk verantwoordelijk voor wat hij hier en nu ermee doet en zal daar ook zelf rekenschap van moeten afleggen.

Wil antroposofie vernieuwend zijn in het hier en nu, dan zijn wijzelf de aangewezen personen om dat te realiseren. Steiner en hoe hij antroposofie vertegenwoordigde, kunnen hierbij uiteraard een hulp, zelfs een grote steun zijn. Wat antroposofen nu tekortkomen hoeft niet op hem afgewenteld te worden, dat zou onheus zijn. Iedere generatie zal antroposofie op zijn eigen manier vernieuwend moeten maken, in de eigen omstandigheden.’
Een terugblik op een heel speciaal evenement in dit jubileumjaar, dat ik ook hier nauwgezet heb gevolgd, vooral in februari, vormt het artikel van Vera Koppehel in ‘Anthroposophie weltweit’, namelijk ‘ZugKunftsvisionen. Europa: Rückblick auf die Kampagne 150 Jahre Rudolf Steiner’:
‘Eine der konsequentesten Kampagnen neben der Öffentlichkeitsarbeit anthroposophischer Unternehmen stellt die Arbeit des Projektbüros 150 Jahre Rudolf Steiner dar. Die Aktionen mit dem Sonderzug RS 150 Rudolf Steiner Express im Zentrum, die Website und der persönliche Einsatz von Vera Koppehel und Stephan Siber führten zu einer reichen Medienresonanz.

Nach viel mehr als 150 Überstunden sitze ich übermüdet und doch zugleich hellwach im ICE von Basel nach Köln. Während ich so darüber nachsinne, wie alles begann, beginnt schon das Handy im 15-Minuten-Takt zu klingeln: «Wir müssen den Speisewagen jetzt beladen, aber er ist nicht da?!» – «Weißt du, dass der Zug nicht geputzt ist!?» – «Wir wollen die Waggons bekleben, aber die stehen in der falschen Wagenreihung.» – «Der Ofen geht nicht, die Sprechanlage wohl auch nicht...»

Die Seelenspannung zwischen Zuversicht und Nervenzusammenbruch wird die nächsten 19 Stunden (wieder ohne Schlaf) noch weiter auf Durchhaltekraft getestet werden – aber dann: Am nächsten Morgen um 9.19 Uhr, pünktlich auf die Minute, blitzblank geputzt, durchnummeriert und mit den Namensschildern aller Passagiere versehen, kommt er um die Kurve, richtig gereiht und mit tadellos geklebter Aufschrift: «RS 150 Rudolf Steiner Express 2011».

Geschenke am Wegrand

Nach anderthalb Jahren Vorbereitungszeit vergeht die Reise für mich wie im Flug, das Außen existiert nur an den Bahnhöfen, wo ich während der eindrücklichen Aktionen kurz durchatmen kann; denn im Innern geht es zu wie im Bienenstock. Im Speisewagen herrschen zwischenzeitlich mal grönländische, mal tropenähnliche Temperaturen, ein Teamabteil verwandelt sich zur Krankenstation, eine Passagierin verpasst früh um 5 Uhr den Zug, eine andere hat an der Grenze keinen Pass, und statt Sprechanlage laufen wir zu dritt durch die Abteillandschaften und erzählen und erklären 199 Mal – individuell – das weitere Reiseprogramm. In kurzen Teamsitzungen, eingeklemmt zwischen Gepäck und Werbematerial geht die ‹normale› Arbeit für das Projektbüro weiter. Die großen Redaktionen (sonst ja eher zurückhaltend) telefonieren uns bis Slowenien hinterher bezüglich Bildrechten, Interviews, Pressekonferenzen, Matinee in der Hofburg... – denn es ist Steiners Geburtstagswochenende. Und als wir dann in Wien aussteigen, ist die Festtafel bereitet! Doch die Technik spielt uns trotz Soundcheck einen Streich (Tipp: Niemals ein TV-Team nach Veranstaltungsbeginn noch aufschalten lassen).

Die internationale Medienresonanz war mit mehr als 250 Zeitungsartikeln, Radiosendungen und Fernsehbeiträgen in ihrer Fülle und Qualität unerwartet. Obwohl rhythmisch-wiederkehrend bis latent-penetrant auch stereotyp-kritische Töne zu vernehmen waren, wurde vor allem in den einschlägigen Qualitätsmedien überraschend konstruktiv auf die Jubiläumsfeierlichkeiten eingegangen und Steiners Bedeutung differenziert und umfassend gewürdigt. So titelte etwa die ‹Süddeutsche Zeitung› in der Wochenendausgabe anlässlich seines 150. Geburtstags «Rudolf Steiner – das bunte Genie» auf dem Deckblatt, ‹Die Zeit› würdigte Steiner als den «einzigen deutschen Idealisten, der den Praxistest überlebt hat» und bezeichnete die Waldorfpädagogik als die «erfolgreichste pädagogische Reforminitiative des 20. Jahrhunderts». Das New Yorker ‹Times Magazine› berichtete bereits im Frühjahr 2010 ausführlich über die beiden großen Steiner-Ausstellungen, und im Feuilleton der ‹Neuen Zürcher Zeitung› erschien hierzu ein fundierter Artikel über Steiner als «Impulsgeber für die Gegenwartskunst». Allein im deutschsprachigen Hörfunk wurde insgesamt 25 Stunden lang Steiner ausgestrahlt, zuletzt in der dreistündigen ‹Langen Nacht über Rudolf Steiner› im Deutschlandfunk. Ob in einschlägigen Nachrichtensendungen und Kulturjournalen des Österreichischen und Westdeutschen Rundfunks, des Bayrischen und SWR-Fernsehens oder auf 3sat und ATV – sämtliche namhaften Fernsehstationen sahen im 150. Geburtstag Steiners Anlass genug, um eine ausführliche und in Hinblick auf Steiner und die Anthroposophie so noch nie dagewesene Berichterstattung zu verfolgen.

Begleitung

Auf gelegentliche Interferenzen und intentionale Störfrequenzen versuchten wir uns so gut wie möglich vorzubereiten und mit maßvollen Mitteln zu replizieren. Auf anonyme Postings in den Onlineausgaben diverser Zeitungen, die umso diffamierender ausfielen, je konstruktiver die darin enthaltene Auseinandersetzung mit Steiner ausgerichtet war, schien uns zum Beispiel die effektivste Entgegnung darin zu bestehen, die Online-Redaktionen um Einhaltung ihrer eigenen Forenregeln zu ersuchen, was die Löschung von rund 200 diskreditierenden Postings zur Folge hatte.

Allein in Wien wurden im Jubiläumsjahr zwei Pressekonferenzen zum Steiner-Jahr abgehalten, die einen beachtlichen medialen Output ergaben. Sowohl das österreichische Fernsehen als auch ein österreichischer Radiosender sowie Redakteure der Austria-Presse-Agentur nahmen daran teil. Aufgrund der gut strukturierten Text- und Bildmaterialien, die wir sowohl als physische Pressemappe als auch digital zur Verfügung stellten, konnten viele Bausteine fast einszueins redaktionell übernommen werden und so gezielt in die Medienberichterstattung einfließen. Auch die Pflege und individuelle Beschickung eines umfassenden Presseverteilers mit Ressortzuständigkeiten und Themenschwerpunkten der Redakteure gehörte selbstverständlich zur täglichen Arbeit des Projektbüros, die nicht selten bis 2 Uhr nachts ausgedehnt wurde, aber schließlich in erfreulicher Weise medial wirksame Verankerung fand.

Vorarbeiten – Vorbereitungen

Eine der leitenden Intentionen bei der Ausrichtung des Jubiläumsjahres war es, anhand mannigfaltiger Veranstaltungen mit weltweit vereinten Kräften in der Öffentlichkeit darzustellen, wie vielfältig Steiners Ideen heute in der Welt leben und welche Lösungsansätze für brennende Zeit- und Zukunftsfragen sich heute aus Steiners Ansätzen schöpfen lassen. In der Umsetzung dieses Vorhabens sind wir dabei von der Überzeugung ausgegangen, dass dies möglichst viele Kooperationen mit anerkannten Organisationen wie etwa Universitäten, Ministerien und Museen voraussetzen würde, die damit ihr Interesse an Rudolf Steiner und der Anthroposophie öffentlich zum Ausdruck bringen, und dass diese Veranstaltungen und Kooperationen unter einer gemeinsamen globalen ‹Dachmarke› zusammengefasst werden sollten. Das setzte einerseits die optimale Vernetzung unserer Teammitglieder voraus – was nicht von heute auf morgen zu machen ist, sondern zum Teil auf jahrelanger kommunikativer Vorarbeit sowie den sogenannten ‹vertrauensbildenden Maßnahmen› basiert – und profitierte andererseits von der vielfältigen Unterstützung durch die Kolleginnen und Kollegen des anthroposophischen Medientreffens. Das gezielte Zugehen auf Vertreter öffentlicher Institutionen und potenzieller Kooperationspartner aus den unterschiedlichsten Branchen und Disziplinen forderte wiederum das nötige Gespür für den richtigen Zeitpunkt, den passende Rahmen und die adäquaten Argumente.

Hinsichtlich der marketingstrategischen Positionierung von Gedenkjahren bedeutender Persönlichkeiten hat sich das Instrument einer eigenen Jubiläums-Website in Verbindung mit einem unverwechselbaren Corporate Design als wirkungsvolles Erfolgsrezept herauskristallisiert, was auch im Falle des Steiner-Jubiläums für uns ein Leitfaden wurde. Dies wurde unter anderem durch den mehrsprachig verfügbaren Jubiläumsstempel unterstützt, welcher mit der Zielsetzung gestaltet wurde, als gemeinsames Erkennungszeichen der rund 150 Kooperationspartner den Zusammenhang der weltweiten Veranstaltungen im Kontext des Jubiläumsjahres zu verdeutlichen.

Kreativität des anderen ermöglichen

Dass bis zum 27. Februar 2011 auch noch ein international besetztes Ehrenkomitee gewonnen werden konnte, welches die Schirmherrschaft über das Jubiläumsjahr übernahm, war einer der schönsten und beeindruckensten Momente unserer Projektbürozeit, welches hauptsächlich auf die Initiativkraft meines Mitstreiters Stephan Siber zurückgeht. Die Liste der 24 Persönlichkeiten aus Wissenschaft, Kunst und Wirtschaft sowie Vertretern des öffentlichen Lebens reicht von Jakob von Uexküll (Gründer des Alternativen Nobelpreises) und Franz Welser-Möst (Generalmusikdirektor der Wiener Staatsoper) über Unterrichtsministerin Claudia Schmied und die indische Quantenphysikerin Vandana Shiva bis hin zu Olympiasieger Franz Klammer und Christoph Badelt, dem Rektor der Wirtschaftsuniversität Wien.

Schlussendlich sind aber stets entscheidend die Liebe zur Sache und eine eigene wahrhaftige Begeisterung, die andere einlädt, an etwas mitzutun, was größer ist als der Einzelne. Absolut zu beachten ist, den anderen vom ersten Moment an zu involvieren und an seine eigene Kreativität zu appellieren. Nicht zu viel zu reden und überzeugen zu wollen. Wenn der andere dann tatsächlich einsteigt, gilt es wirkliches Vertrauen zu üben und das eigene Loslassen zu können. In diesem Übraum kann sich Wunderbares ereignen – hier zeigt es sich auch, in welchem Maße es sich um eine künstlerische beziehungsweise eine sozialplastische Angelegenheit handelt.

Vera Koppehel, unterwegs (Welt)

Dieser Beitrag ist ein leicht gekürzter Auszug aus dem Begleitheft zur Tagung ‹öffentlich wirken› 2011. Info: www.rudolf-steiner-2011.com. Kontakt: verissima@gmx.net, www.verakoppehel.eu.’
Uit hetzelfde nummer haal ik dit bericht van Sebastian Jüngel over de ‘Erste Fachtagung für Kommunikation ‹öffentlich wirken›. «Entscheidung, sich selbst verändern zu wollen»’:
‘Am 4./5. November fand an der Waldorfschule in Bochum-Langendreer die erste Fachtagung für Kommunikation ‹öffentlich wirken› statt. Sie bot rund 180 Teilnehmenden die Möglichkeit, sich mit Grundlagen der Öffentlichkeitsarbeit zu befassen und sich mit Kolleginnen und Kollegen zu vernetzen.

Medienarbeit basiert auf handwerklichem Können. Medienarbeit braucht Kenntnis des Medienbetriebs. Und Medienarbeit setzt Willen zur Veränderung voraus. Die Tagung ‹öffentlich wirken› brachte auf den Punkt, was die Grundlagen für Öffentlichkeitsarbeit sind. Sie ist eine Initiative des Arbeitskreises anthroposophischer Medienschaffender im deutschsprachigen Raum. Kam vor 14 Jahren ein gutes Dutzend Teilnehmende, sind es inzwischen bis zu 50, das heißt, ein neuer Berufszweig bildete sich, dessen Mitarbeitende großen Bedarf an Fortbildung haben. Denn häufig übernehmen sie die Öffentlichkeitsarbeit nebenbei oder mit einem kleinen Deputat, ohne auf die Aufgabe vorbereitet zu sein.

Produktionsbedingungen nutzen

Insofern war es nicht überraschend, dass die Tagung auf großes Interesse stieß. Mit den Referenten und Arbeitsgruppenleitenden kamen rund 180 Menschen zusammen, um sich mit (meist handwerklichen) Fragen zu befassen: Wie trete ich in Kontakt mit einer Redaktion? Am besten persönlich, aber nicht in ihrer Produktionszeit. Wie schreibe ich eine Medienmitteilung? Kurz, konkret und neutral. Denn: Das Geheimnis des Umgangs mit Medien besteht darin, dass man ihre Mechanismen kennt. Einer davon ist: Die Redakteure arbeiten unter Zeitdruck, besonders je mehr Mitarbeitende eingespart werden. Daher wird bevorzugt übernommen, was Arbeit abnimmt. Im Extremfall bestehe, so Holger Wilms, die Redaktion eines Szenemagazins nur noch aus Layoutern, die – zugespitzt formuliert – Texte weniger nach Inhalt als nach passender Länge auswählen. Auch daraus erklärt sich, warum maßgeschneiderte Texte eine gute Chance haben, abgedruckt zu werden.

Vernetzt mit der Öffentlichkeit

Der Vorbereitungskreis sorgte dank seiner Kontakte für ein umfassendes Angebot. Die GLS-Bank, die Wochenzeitung ‹Das Goetheanum›, der Verband für anthroposophische Heilpädagogik, Sozialtherapie und soziale Arbeit, Thon-Marketing und die Weleda hatten zusammengespannt, um auch den öffentlichen Blick auf die anthroposophische Tätigkeit einzubeziehen und von den Profis vor Ort zu hören, was sie brauchen – und warum. Mit dabei waren Lukas Beckmann, Gründungsmitglied und vormaliger Geschäftsführer der Bundestagsfraktion von ‹Bündnis90/Die Grünen›, Bascha Mika, ehemalige Chefredakteurin der alternativen Tageszeitung ‹taz›, Journalisten wie Caspar Dohmen und Holger Wilms sowie Christoph Hardt, Kommunikationsbeauftragter von Siemens, und Christoph Fasel, unter anderem Leiter von Journalismus-Ausbildungen und Kommunikationsberater.

Ausgangspunkt von Öffentlichkeitsarbeit ist, dass sich die entsprechende Einrichtung, Organisation oder das jeweilige Unternehmen verändern will. Denn Öffentlichkeitsarbeit heißt, nach außen zu gehen, das heißt Begegnung, heißt Reibung, die Wärme erzeugt. Und Wärme bedeutet Entwicklung, Veränderung. Beckmann: «Öffentlichkeitsarbeit ist die Entscheidung, sich selbst verändern zu wollen (nach innen) und in Verbindung zu treten nach außen.» Und dies in einem umkämpften Feld: «Die Öffentlichkeit ist voll, unser Wahrnehmungsvermögen ist erschöpft», so Beckmann. Nicht zuletzt auch daher ist der richtige Zeitpunkt, an die Öffentlichkeit zu treten, von Bedeutung, wie Dohmen betonte: Eine gute Idee kann scheitern, wenn sie nicht die Gnade des passenden Kairos hat.

Vierfacher Mut

Christoph Fasel machte auf Grundlage einer Studie aus dem Jahr 2006 deutlich, dass Anthroposophen eine gute Ausgangslage haben: Sie gelten als harmlos, engagiert, haben ein positives Image, auch wenn man nicht viel von ihnen weiß. Mit ihrem hohen Reflexionsgrad bilden sie eine Ausnahme im Bevölkerungsdurchschnitt, sind nicht allen verständlich und bilden insofern eine Elite. Fasel gab den Ratschlag, nicht «anzupreisen, sondern Geschichten zu erzählen», damit der komplexe Zusammenhang im persönlichen Beispiel anschaulich wird. Er gab außerdem zu bedenken, dass die Sprache der Medien Lakonie sei (und nicht Pathos oder Leidenschaft, wie bei Rudolf Steiner). Dohmen wies darauf hin, dass harte Fakten und Zahlen für die Glaubwürdigkeit wichtig seien. Und mehrmals erfolgte der Appell: «Erklärt nicht alles auf einmal. Beschränkt euch auf eine Kernaussage. Arbeitet heraus, was eure Besonderheiten sind.» Diese Appelle mündeten in vier Mutaufrufen: Mut zu den eigenen Erfahrungen (Wolfgang Held), Mut zum Scheitern (Hardt), Mut zur Kleinheit – nicht in Massenkategorien denken (Mika) und Mut, mit Selbstbewusstsein zu den eigenen originellen Ideen zu stehen (Dohmen).

Am Rande der Tagung tauchten auch weitergehende Gesichtspunkte auf, etwa wenn Benjamin Kolass fragte, wie eine Medienarbeit aussähe, die sich nicht auf die Mechanismen einer Mehrheitsgesellschaft stützt, sondern auf Individualität. Oder wenn Jens Heisterkamp anregte, bei allen Merkwürdigkeiten in der Rezeption Rudolf Steiners auf das gleichwohl auch entstehende Produktive zu achten und an inzwischen vorliegende, zitierbare Äußerungen etwa eines Peter Sloterdijk anzuknüpfen.’
Waarmee we dit jaar besluiten.
.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hallo Michel, hallo Matthijs,

Bij deze willen we jullie van harte bedanken voor alle wijsheden en kennisgevingen, die er de laatste maanden rondom het failliet van de Zonnehuizen plaatsvonden. Accuratesse, eerlijkheid zonder enige verbloeming, we wensen jullie van harte een hopelijk milder jaar, maar blijf wakker , beste jongens!
Intens danken we jullie beide, Peter en Hélène Jansen.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)