Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

woensdag 10 juni 2009

Wapen

Hugo Verbrugh Is Terug Van Weggeweest, ik meldde het al eerder. Dat betekent uiteraard dat het onderwerp Pim van Lommel weer wordt opgepakt. Maar ook Cees Renckens. Was het eerder vooral Jan Keppel Hesselink van Iocob die het met hem aan de stok had, nu is Verbrugh weer in de tegenaanval gegaan tegen deze voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Keppel Hesselink ging de laatste keer in op een ingezonden brief van epidemiologe Arianne Verhagen in de Volkskrant van 30 mei. Op dezelfde ingezonden brief baseert ook Verbrugh zich, gisteren in zijn tweede bericht in een vervolgserie over Renckens met de mooie titel ‘Cees Renckens – houdt het ooit op?’

De Vereniging tegen de Kwakzalverij zit ondertussen natuurlijk niet stil. Nog sterker, de ingezonden brief Arianne Verhagen bleek een reactie op een interview met Cees Renckens door Ellen Visser in dezelfde Volkskrant, namelijk van 23 mei, onder de titel: ‘Ze geloven het zelf, dát is erg’. Ik weet hiervan, omdat dit interview gisteren ook geplaatst is op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Dit is gebeurd door de immer onvermoeibare strijder en Skepticus (zoals Verbrugh hem noemt, waarschijnlijk gebaseerd op een sceptische vriendschap uit vroeger tijden, toen beiden elkaar nog konden herkennen in het Skeptische gedachtegoed; die liefde is nu geloof ik in de Kwakzalverij wel voorbij), ik bedoel dus Jan Willem Nienhuys, tegenwoordig website-hoofdredacteur van deze vereniging. Hij plaatst wel een link naar dit artikel in de Volkskrant, maar heeft niet in de gaten dat het interview alleen voor betalende abonnees is op te roepen. Hij maakt dit echter weer goed door eronder de ingezonden brief van Arianne Verhagen integraal op te nemen. Hoewel dit in feite alleen maar is om een naschrift van Renckens te kunnen weergeven, evenals eentje van hemzelf, waarbij hij de hulp inroept van een neurochirurg en medelid om een van haar voorbeelden te ontkrachten. Renckens verantwoordt zijn vaak gehekelde wijze van optreden zo:

‘Arianne Verhagen deelt mijn mening dat een medische behandeling een aangetoonde werking moet hebben en komt vervolgens met kritiek op het feit dat ik mij daarbij beperkte tot alternatieve geneeswijzen en mij nooit richt op reguliere behandelingen waarvan het nut ook niet vast zou staan. Ze noemt twee willekeurige voorbeelden: hernia-operaties en het laparoscopisch losmaken van verklevingen bij buikpijn.

Natuurlijk zou ik – als de tijd mij dat toestond – graag op alle terreinen van de geneeskunde onzin en nutteloos behandelen bestrijden of uitbannen, maar ik heb toevallig vooral verstand van gynaecologie (mijn specialisatie) en van alternatieve geneeswijzen, aan de pretenties waarvan ik mij zeer stoor. De vooruitgang in de geneeskunde – soms zeker ook bereikt door het afschaffen van eens gangbare therapieën – laat ik verder graag over aan de talrijke gremia die zich daar al mee bezig houden: wetenschappelijke verenigingen en tijdschriften, verzekeraars, ziekenhuiscommissies en het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Die clubs hoor je echter zelden over kwakzalverij en dat geldt helaas ook voor de afdeling epidemiologie en huisartsgeneeskunde van het Erasmus MC, waaraan Verhagen verbonden is.’

Tijdens het interview stelt Ellen Visser ook deze vraag aan Cees Renckens:

‘Welk wapen blijft er voor de anti-kwakzalvers dan nog over?
We lichten vaak de Inspectie in maar die doet weinig. Zelfs niet als het om artsen gaat die alternatief werken. Dat is de groep waar wij het felste op zijn, veel feller dan op de kruidenvrouwtjes.

Vorig jaar zond de NCRV een tv-serie uit van zes afleveringen over alternatieve artsen. Een van hen was een ayurvedische arts die beweerde dat hij aan iemands pols kon voelen dat hij een buikoperatie heeft gehad. Dat kán geen veilig werkende medicus zijn. Over vier van die artsen heb ik een melding gedaan bij de Inspectie maar die wilde niets ondernemen. Ik ben tegen dat besluit in beroep gegaan.

Twee artsen bleken lid van artsenorganisatie KNMG en daartegen heb ik een klacht ingediend bij de KNMG-tuchtraad. Ik vond dat ze geroyeerd moesten worden. De KNMG had kort daarvoor de gedragsregels aangescherpt. Er is nog net geen absoluut verbod op alternatief werken uitgevaardigd maar het scheelt niet veel.

De tuchtraad heeft me niet-ontvankelijk verklaard omdat ik geen rechtstreeks belang had. Wat een onzin! Kenmerk van een beroepsvereniging is dat wat één lid doet allen aangaat. Patiënten moeten kunnen vertrouwen dat iemand die zich arts noemt betrouwbaar is.’

Op deze casus, waarover ik hier eerder uitvoerig heb bericht, gaat ook Hugo Verbrugh in op zijn weblog, juist vandaag. Hij schrijft het volgende:

‘Voor zover een mens de toekomst kan voorspellen, blog ik vandaag voor het laatst over een stukje Renckens in de recente publiciteit, en rond ik deze aflevering van het dossier Renckens morgen af met enkele eigen mijmeringen over hem en zijn optreden in de publiciteit.

Vandaag het alleraardigste stukje dat huisarts Peter Staal onder de titel “Wie een kuil graaft voor een ander, kwakt er zelf in” in het Artsen Forum nr. 43 van Weleda schreef naar aanleiding van een tuchtrechtzaak die Renckens tegen hem had aangespannen.

“Ook als het nergens over gaat, heeft het impact als er een klacht tegen jou als arts is ingediend. In mijn geval was dat een klacht van een collega (tevens voorzitter van de immer actieve Vereniging tegen de Kwakzalverij), die diep beledigd was en vond dat zijn geneeskunde ernstig was bezoedeld. En wel door collega’s die in het voorjaar van 2008 hadden meege­daan aan het programma ‘Uitgedokterd!?’

Wat hadden die collega’s gedaan? Zij hadden roekeloos alternatieve geneeswijzen gepropageerd. Eén ervan (ondergete­kende) had zelfs een therapie voor hooikoorts aanbevolen, met – ‘jawel, kan het absurder, ik verzin het niet’ (citaat van Renckens in de rechtszaal) – antroposofische geneesmiddelen. Deze collega was destijds in de pen geklommen en had de KNMG Tuchtraad verzocht te toetsen of ik mij wel aan de gloednieuwe KNMG regels hield. ‘Nietes’ vond hij. ‘Welles’ vond ik: alles was keurig in orde, nette diagnose (hooikoorts/allergische rhinitis is als diagnose sowieso erg regulier), alle opties netjes met de patiënt besproken en nog een middel waar onderzoek naar gedaan is ook. ‘Dat mag op tv’, dacht ik nog.

Tijdens de zitting zat er echter nog een persoon in de rechtszaal, mijn advocate. De enige met verstand van zaken van de wettelijke regels. ‘Renckens heeft volgens de regels niets met de zaak te maken en ik pleit voor het niet ontvankelijk verklaren van de klacht.’ Zij won. En dus won ik. Hoewel de tuchtraad er wel na lang nadenken aan toevoegde, dat het vreemd is dat je als niet betrokken arts niet kan klagen over je collega. Maar zo staat het wel in hun eigen KNMG-regels. Maar wat is er eigenlijk gewonnen? De eer, niet meer en niet minder.

Kennelijk mag een reguliere collega niet zomaar over je klagen als hij niet betrokken is bij de patiënt, maar dat gaat misschien wel veranderen. Wel goed dat de altijd verontwaardigde Renckens geen gelijk kreeg, maar jammer dat de KNMG er heel wat voor nodig had om de zaak af te handelen. Van het niet houden aan de KNMG-regels door mij was uiteraard absoluut geen sprake.

Intussen heeft de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) tweemaal haar gelijk niet kunnen halen, want ook een aanklacht eerder, bij de Raad van de Journalistiek, werd door hen verloren. Intussen gaat de VtdK door met haar beleid om meer op de man te spelen: een strategie van bangmakerij en dreigende ‘arbeidstherapie’ voor complementair werkende artsen (want wat heeft hier een on­zinnige hoeveelheid tijd ingezeten!). De vraag wanneer wij, reguliere artsen die ook werken met complementaire behandelingen, door Renckens c.s. met rust worden gelaten, is waarschijnlijk voor onze generatie een puur theoretische. Maar ja; wie wat met ‘complementair’ wil, heeft iets uit te leggen. Dat zal ik graag blijven doen. Eventueel in een televisieprogramma!”

Tot zover collega Staal over collega Renckens. Nadat ik er een nachtje over geslapen heb, geef ik morgen commentaar.’

Dus daar moeten we nog even geduld voor hebben. Ondertussen heeft Jan Willem Nienhuys wel een artikel uit Het Parool van zaterdag 6 juni 2009 opgenomen:

‘Het is een ingekorte versie van de rede die Piet Borst, emeritus hoogleraar klinische biologie, op die dag hield ter gelegenheid van de Alumnidag 2009 van de Universiteit van Amsterdam.’

Ook aan deze lang van tevoren aangekondigde lezing zit weer een geschiedenis vast. Jan Keppel Hesselink maakte zich hier al ontzettend kwaad over in Vereniging tegen de kwakzalverij lijft de Universiteit van Amsterdam in’:

‘Wat bezielt de UvA als wetenschappelijke instelling? De Universiteit van Amsterdam, die pretendeert een eerbiedwaardig en toonaangevend bolwerk te zijn waarbinnen in den brede allerlei takken van wetenschap op academisch niveau worden beoefend, wordt op 6 juni 2009 door de Vereniging tegen de kwakzalverij ingelijfd.’

Wat het probleem is, maakt hij duidelijk onder het opschrift:

‘Prof. dr Piet Borst spreekt als propagandist van de Vereniging tegen de kwakzalverij

Op 6 juni 2009 wordt door de UvA een alumnidag georganiseerd waarop zij een gevarieerd programma aanbiedt aan haar afgestudeerden (zowel medici als niet-medici). Deze feestdag vangt aan met een spreekbeurt van niet minder dan prof. dr Piet Borst, emeritus hoogleraar klinische biochemie aan deze universiteit, uitnemend en vele malen (ook internationaal) onderscheiden kankeronderzoeker, en ook nog bekend als columnist over een breed scala van onderwerp bij de NRC, kortom een parel aan de UvA-kroon.

Wie dan ook zou verwachten dat Borst zijn spreekbeurt uitsluitend zou benutten om zijn toehoorders te informeren over de ontwikkelingen op het terrein waarop hij pleegt te excelleren – de huidige stand van zaken en vooruitzichten van het wetenschappelijke kankeronderzoek – komt echter geheel bedrogen uit.

Via een aankondiging op de website van de Vereniging tegen de kwakzalverij (zie www.antikwak.nl) wordt namelijk aan de gehele bevolking (en dus niet alleen aan de alumni) medegedeeld dat Piet Borst zal spreken over het onderwerp “Kwakzalverijbestrijding: Sisyphusarbeid?” Daarmee treedt de hooggeleerde emeritus dan ook niet voor het voetlicht vanwege zijn alom gerespecteerde kwaliteiten als beroemd kankeronderzoeker, maar louter in zijn hoedanigheid van propagandist van de Vereniging tegen de kwakzalverij.

Borst is namelijk reeds jaren lang lid van dat omstreden genootschap, en maakt ook deel uit van de redactieraad van het verenigingsorgaan, het Nederlands tijdschrift tegen de kwakzalverij. Een blamage van de UvA die zichzelf hiermee als academisch instituut op een ontstellende wijze te kijk zet.’

De kwaadheid van Keppel Hesselink heeft nog een extra reden. Op 30 maart meldde hij een

‘Berufsverbot voor een Congres over complementaire en geintegreerde geneeskunde in Nederland. Hiernaast de flyer die honderden artsen in de bus vonden vorige maand. Nu een ommezwaai. Een Berufsverbot. Het congres mag niet doorgaan. Het werd afgeblazen omdat een bestuurslid van de Vereniging tegen de Kwakzalverij in de boom klimt.

Zo werd het goed geplande congres met als titel Op weg naar evidence-based gebruik van complementaire behandelwijzen in de kindergeneeskunde in het AMC op 7 mei aanstaande afgeblazen.

Door o.a. de directe interventie van Professor Rien Vermeulen, die als adept van de Vereniging tegen de Kwakzalverij stennis maakte binnen het AMC. Dat hielp. Men luistert nog steeds naar bestuursleden van die Vereniging, zelfs als een congres al helemaal rond is. Hoezo koud klimaat in Nederland? Het is eigenlijk voorpagina nieuws, een congres dat geheel georganiseerd is met sprekers, plaats, flyer, alles klaar en een Njet veegt het geheel van de kaart. Hoezo academische vrijheid? (...)

De sprekers zouden geen onafhankelijke helicopterview kunnen geven, zo luidde het afzeggingsrondschrijven. Een van de sprekers was de voorzitter van IOCOB. Hij moest al eerder zijn aanstellingsoorkonde als hoogleraar opsturen naar het AMC omdat men onder invloed van de bekende propaganda van de VtdK meende dat hij geen hoogleraar was (als je zoiets maar steeds roept gaat men het geloven is het motto van de VtdK).

Om welke sprekers ging het eigenlijk dan? Welke Slechte Sprekers waren dat? Ziehier onderstaand de lijst van sprekers die allen al toegezegd hadden en het congres droegen. [De allereerste op de lijst is de ons welbekende ‘Dr. E. Baars, Lector Antroposofische Gezondheidszorg – Hogeschool Leiden’. Volgens mijn informatie klopt die titel trouwens niet, en moet het ‘drs.’ zijn. MG]

Welke waren dan de artsen die geen helicopter view zouden hebben? Er waren maar 3 niet gepromoveerde sprekers, twee kinderartsen en een vertegenwoordiger van Achmea (een boeiende spreker overigens). Zou het om hen gaan? Verder waren er onder de sprekers 4 hoogleraren en 6 gepromoveerden. Of zou Vermeulen zo’n bloedhekel aan de voorzitter van IOCOB hebben dat dat de oorzaak van zijn ontstemming was? Eerder maakte hij immers in het AMC het vrije keuzeonderwijs in de acupunctuurtechnieken al onmogelijk. Daar was de voorzitter van IOCOB één van de twee docenten.

Terwijl men in de ons omringende landen graag zoekt naar synergie tussen complementair en regulier, boycotten we hier elke vorm van toenadering.’

Was het ook Werkelijk Zo Erg wat Piet Borst op 6 juni verkondigde? Het betrof geen jaarvergadering van de Vereniging tegen de Kwakzalverij of soortgelijke bijeenkomst met gelijkgezinden. Dus zo bont kon hij het niet maken. Dat deed hij ook niet.

‘Hoe staat het met kwakdokters in Nederland? Het goede nieuws is dat de echte charismatische, aan de weg timmerende kwakdokter – type Moerman – op zijn retour is. Grote missers van kwakzalvers bij prominente Nederlanders (Sylvia M.) hebben de risico's van kwakzalverij in het nieuws gebracht. (...)

Het slechte nieuws is dat de kwakdokters zich hebben aangepast: zij doen zich nu voor als pionierende reguliere artsen; hun gevaarlijke therapieën bieden zij vaak aan vanuit het buitenland. Of zij claimen dat de werkzaamheid van hun exotische therapieën langs reguliere weg is bewezen. Zo blijven er artsen die alternatieve therapieën aanbieden, waarvan de waarde nul is, maar het risico helaas niet.

Let wel, ik gebruik hier de term kwakzalver voor alle niet-reguliere behandelwijzen, hoe je die ook noemen wilt, “alternatief”, “complementair” of “integratief”. Dit zijn allemaal therapieën waarvan de werkzaamheid niet is aangetoond en die niet gebaseerd zijn op logische, toetsbare, natuurwetenschappelijke basisprincipes. Volgens deze definitie is een kwakzalver niet noodzakelijkerwijs te kwader trouw of een boerenbedrieger. De Hoge Raad heeft op 15 mei dit jaar vastgesteld dat het woord kwakzalver zo gebruikt mag worden en dat doe ik hier.’

Dus toch een erg restrictieve en reducerende opvatting van wat geneeskunde is. Maar met de voorbeelden die hij noemt, kun je waarschijnlijk, met de huidige stand van de wetenschap, wel instemmen. Er kwam ook een, ons intussen genoegzaam bekend, voorbeeld langs:

‘De gevaarlijke kwakdokters imiteren reguliere dokters en zij doen dat zo vaardig, dat ze moeilijk van echt zijn te onderscheiden. Een typerend voorbeeld is Robert Gorter, die vanuit zijn medisch centrum in Keulen propaganda maakt voor “niet-toxische kankertherapie” met “dendritische cellen” en “hyperthermie”.

Dendritische cellen tegen kanker zijn op zich geen onzin. Het gaat om een experimentele therapie, die door hoogleraar Carl Figdor in Nijmegen wordt ontwikkeld voor een welomschreven groep patiënten, in de hoop de afweer tegen de tumor te vergroten.

Ook Gorter past deze therapie toe, alleen laat hij een essentiële stap weg, waardoor de therapie niet werkt en niet werken kán. Maar omdat Gorter bij zijn imitatietherapie dezelfde termen gebruikt als zijn reguliere collega's en ook naar dezelfde wetenschappelijke literatuur verwijst, is het voor een leek haast onmogelijk deze geraffineerde vorm van kwakzalverij te doorzien.

Wie oplet, ziet echter de tekenen aan de wand: op de website van Gorter zijn video-interviews te vinden met dankbare patiënten. Wie kent er een reguliere dokter die zijn patiënten uitvent op een website?

Een ander alarmsignaal is dat Gorter de Nederlandse markt bewerkt vanuit Duitsland. In dat land wordt kwakzalvers weinig in de weg gelegd. In Nederland zou iemand zoals Gorter snel voor de Medische Tuchtraad belanden.

Vrij spel hebben zulke kwakdokters niet. Zelfs KWF Kankerbestrijding, nooit haantje-de-voorste bij de bestrijding van kwakzalverij, heeft een apart persbericht uitgegeven om tegen Gorter te waarschuwen. En ook de zorgverzekeraars hebben zich schrap gezet tegen de gepeperde Gorterrekeningen van dertigduizend euro. Voor de rechtbank hebben zij met succes betoogd dat het hier om een kwaktherapie gaat, die niet vergoed hoeft te worden.’

Positief is dat Robert Gorter niet als antroposofisch arts wordt voorgesteld. Dat klopt, want voor zover ik weet staat hij niet op de lijst en is hij dus ook geen lid van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen. Maar de spraakverwarring tussen wat nu regulier, alternatief, complementair en integratief is, duurt voort. Je zou daar toch wel eens een helder onderscheid in aangebracht willen zien, met een helder oordeel van de werkelijke waarde ervan. En wat is antroposofische geneeskunde dan hierbinnen?

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)