‘In deze weblog wil ik ruimte geven om antroposofie, zoals zij in de media verschijnt, op haar merites te beoordelen.’Soms kun je je een beetje een zuurpruim voelen die zo nodig op alle slakken zout moet leggen. Dat is zeker niet mijn bedoeling. Maar het is wel zo dat hoge bomen veel wind vangen. Ik had het vandaag al over de nieuwe Motief. Er is me nog iets opgevallen dat ik wil aankaarten. En weer gaat het over iets kritisch. Het betreft de nieuwe column ‘Dwarskijker’. Die werd vorige maand in het eerste vernieuwde nummer van Motief als een ‘dwarskijkende column’ aangeprezen. Toen wilde ik er nog niet meteen op reageren, hoewel er best redenen voor waren. Het ging over de verwikkelingen rond vrijeschool Geert Groote 2, waar ik hier ook de nodige aandacht heb besteed. In Motief kwam dit onderwerp nogal uit de lucht vallen, hoewel het openingsbericht op de uitgebreide nieuwspagina’s er ook over ging. Er bleven bij mij echter genoeg vragen over, die ook door de ‘Dwarskijker’ niet werden beantwoord.
Goed, dan nu maar naar het dwarskijken van deze maand. Dit keer gaat het over Sylvia Millecam. Haar naam is hier al ontelbare malen voorbijgekomen. Maar dan zonder op de zaak zelf echt in te gaan. De column heeft de actuele rechtszaak tegen Jomanda en de twee artsen tot onderwerp. De hoofdvraag is daarbij of er nog echt een strafrechterlijke vervolging, na de eerdere medisch-tuchtrechterlijke veroordeling, nodig is. Bovendien stelt columnist Toon Schmeink het zelfstandig eigen oordeel van het slachtoffer voorop:
‘Kortom Sylvia Millecam wist echt wel wat er in deze wereld te koop is. Zij zou zeker geen genoegen nemen met geruststellende praatjes van haar behandelaars.’
Met als eindconclusie dat het
‘moeilijk [zal] worden te bewijzen dat Millecam “onjuist en onvolledig” is geïnformeerd.’
Dat is geen erg dwarse mening. Die ligt zelfs in de lijn der verwachtingen. Zeker in kringen waarin Motief wordt gelezen. Waaraan ik hierbij echter moet denken, is het uitvoerige verslag van de rechtszitting, zoals dit op de weblog van Hugo Verbrugh in een viertal afleveringen is verschenen. Gelukkig zijn de weblogs bij de Volkskrant sinds vandaag weer geactiveerd, na een verbouwperiode van maar liefst tien dagen (vorige week zaterdag in ‘Demeter-helden’ had ik het er nog over). Dus kan ik nu ook weer direct naar de ‘Middernachtszon’ van Verbrugh verwijzen. Ik heb die toch wel gemist hoor, de afgelopen twee weken.
Nadat hij op 11, 12 en 13 mei al op de zaak was ingegaan (de rechtszaak begon namelijk op 11 mei), liet Verbrugh de daaropvolgende vier dagen het woord aan een gastcolumnist met de internetnaam ‘meesterzusje’ (dit is 14 mei, dit 15 mei, en dit 16 mei). Het was wel te doorzien wie daarmee werd aangeduid, maar daar gaat het nu even niet om; ik zal er straks wel op terugkomen. Het gaat me om het uitgebreide verslag dat zij gaf van de drie zittingsdagen; uitstekende berichtgeving moet ik zeggen. Het is allemaal na te lezen. En bovenal: het is ontluisterend. Hugo Verbrugh of Meesterzusje zelf zullen zeker geen bezwaren hebben als ik uitvoerig citeer:
[Dit is het vierde, voorlopig laatste “gastblog” van meesterzusje over de rechtszaak tegen “Jomanda”, Broekhuijse en Koonen. (HSV)]
Maandagmorgen 11 mei waren er veel camera’s en microfoons in de Borgerhoffzaal van de Amsterdamse rechtbank. De tafels achter in de zaal waren bezet met schrijvende journalisten. Ik zat op de publieke tribune, boven de rechtszaal, en ook dat kamertje zat propvol belangstellenden. Maar een paar uur later had ik daar alleen nog gezelschap van twee heren die, zoals me later bleek, er een gewoonte van maken zoveel mogelijk strafzaken bij te wonen. Elke rechtbank kent zulke mensen – meestal mannen van tussen de vijftig en de zeventig, van wie je aan hun gezicht kunt zien dat ze er in het algemeen een uitgesproken mening op na houden. Maar de media waren vertrokken; zij hadden alleen gevolgd wat de officier van justitie aan de verdachten ten laste legde, en wat vervolgens de rechter te zeggen had over Jomanda’s afwezigheid. Er bleven één radiojournalist (van Radio 1) en één schrijvende journaliste (van de NRC H, begreep ik later) over. De rest van de week is het zo gebleven: er was geen – of nauwelijks – berichtgeving vanuit de rechtszaal. Dat is vreemd.Het was me al – veel – eerder opgevallen dat de verslaggeving van juridische procedures en uitspraken buitengewoon pover is. Uitspraken worden gepresenteerd alsof in strafzaken de rechter niet méér te melden heeft dan (in strafzaken) of en zo ja hoeveel gevangenisstraf de verdachte krijgt en (in burgerlijke en bestuursrechtelijke procedures) wie er gelijk krijgt. Als ik zelf iets wil weten over een zaak, moet ik op z’n minst de hele uitspraak lezen en verder zoveel mogelijk zien te reconstrueren van de procedure zelf – zonder dat is de media-weergave van de uitspraak meestal onbegrijpelijk. En zo wordt ook vaak op rechterlijke uitspraken gereageerd: “onbegrijpelijk!”
Deze zaak krijgt enige aandacht van de media door Jomanda. Zonder haar betrokkenheid zou er op z’n vroegst pas volgende week donderdagavond, als de officier van justitie haar eis heeft uitgesproken, iets over te horen of te lezen zijn. Maar aan Broekhuijse en Koonen wordt vrijwel geen aandacht besteed. En dat is een gemiste kans. De verklaringen van deze twee maken veel duidelijk over de werkwijze van kwakzalvers, van zich als alternatief arts of alternatief therapeut presenterende onzinverkopers, en hoe de rechtbank gaat oordelen over hun gedrag zal veel helderheid geven in de vraag wat alternatief therapeuten en artsen wel, en wat ze niet kunnen doen zonder zich buiten de rechtsorde te plaatsen. Patiënten zijn vrij te kiezen tussen de verschillende therapieën die er te koop zijn – maar therapeuten zijn niet vrij om te doen wat ze willen met hun patiënten.
Hoe deze zaken zich tot elkaar verhouden wordt straks, na de uitspraak (naar verwachting op 12 juni), hopelijk en waarschijnlijk iets duidelijker. Maar de uitspraak zal onbegrijpelijk zijn voor wie niet meer weet dan wat in de media naar voren is gekomen. Als deze verdachten schuldig worden verklaard (en ik denk dat dat zal gebeuren), zullen de anti-kwakzalvers roepen: “Zie je wel – die alternatieve geneeswijzen zijn misdadig!” En de alternatieve therapeuten en artsen zullen, waarschijnlijk, op bescheidener wijze, hun bezorgdheid uiten over het criminaliseren van hun werk. Zo ze dat zullen doen, hebben beide partijen ongelijk. Het gáát in dit proces helemaal niet om alternatieve geneeswijzen. Het gaat om wat Jomanda, René Broekhuijse en Jos Koonen met Sylvia Millecam gedaan hebben en wat ze nagelaten hebben te doen. En voor zover dat geëxtrapoleerd kan worden, gaat het om wat ik, u, en iedereen wel en niet mag doen met iemand die zo ziek is als Sylvia Millecam was. “Elk gedrag is voorbeeldgedrag,” zei de voorzitter van de rechtbank maandagmorgen – en zo is het maar net.
Bijna elke rechtszaak is openbaar. Dat heeft twee redenen: enerzijds maakt die openbaarheid de rechterlijke macht controleerbaar en anderzijds biedt die openbaarheid bruikbare gedragsnormen. Maar de openbaarheid staat en valt met de bereidheid van de media er aandacht aan te besteden – en die blijkt er geheel onterecht eigenlijk niet te zijn.’
Dat is wel een heel andere ‘dwarse’ kijk dan die van de dwarskijker in Motief. Deze staat er inderdaad echt dwars op. Ook uit het vervolg blijkt dit:
‘Ik wil hier ten slotte nog een paar persoonlijke indrukken over de afgelopen drie zittingsdagen kwijt. Donderdagavond, nadat het vraaggesprek van de rechtbank met Koonen was afgerond, voelde ik me geschokt, door elkaar geschud, verward en kwaad. Dat zijn – zeker in die heftigheid – geen gevoelens die ik gewoonlijk aan rechtszittingen overhoud. Ik kende al vanaf begin 2004 Sylvia Millecams ziektegeschiedenis: die is helder beschreven in het rapport van de Inspectie voor de Volksgezondheid dat toen werd gepubliceerd. Maar in de setting van de rechtszaal werd op een heel andere wijze haar laatste levensjaar voor wie het wilde horen weer opnieuw in beeld gebracht: enerzijds vanuit haar ziektegeschiedenis, anderzijds vanuit het perspectief van de twee verklarende verdachten. En dat “beeld” werd gaandeweg een “gevoel”: de pijn die zij moet hebben doorstaan kan niet anders dan gigantisch zijn geweest. (...)De rest moet u maar zelf lezen. De Volkskrant, of beter gezegd VKblog, staat er immers weer open voor. Nu verscheen kort daarna, op de Podium-pagina van de website van Trouw op 26 mei, het opinieartikel ‘Beroepsverbod voor Jomanda is terecht’. Dit was geschreven door
Er zijn dan ook veel getuigenverklaringen over de pijn die zij leed. Maar anderzijds verklaren Broekhuijse en Koonen dat zij van haar pijn niets gemerkt hebben. En dat dat komt omdat Sylvia Millecam dat verborgen hield. En omdat ze eigenwijs was. En omdat zij een sterke vrouw was. Broekhuijse en Koonen hebben in dit proces geen enkel gevoel van spijt of schuld laten zien. Ze geven niet in het allerminst toe ook maar iets, misschien, ook maar een beetje anders gedaan te kúnnen hebben.
Integendeel: Sylvia Millecam heeft, zo zeggen ze, gelogen en bedrogen en louter toneel gespeeld. Ze heeft gelogen toen ze zei dat ze te horen kreeg dat het geen kanker maar een infectie betrof. Haar uiterlijk was voor haar veel belangrijker dan haar ziekte. Ze heeft toneel gespeeld toen ze aan haar vrienden en familie vertelde dat de onderzoeksresultaten gunstig waren. Ze was eigenwijs en eigenzinnig omdat ze reguliere behandeling weigerde – en ze liet haar “alternatieve behandelaars” geen keuze. Die kónden haar niet doorverwijzen omdat Sylvia Millecam doorverwijzingen niet accepteerde en die konden niet anders dan doorgaan met hun eigen “behandeling” omdat ze anders het contact met haar zouden verliezen.’
‘Maud Kips, jurist en co-auteur van “Al te naïeve geneeskunde?”, boek over alternatieve geneeswijzen’.De andere auteur van dat boek is Hugo Verbrugh. Hier sluit de kring zich. In mijn bericht ‘Demeter-helden’ van 30 mei had ik het nog over het veel strakker handhaven van het auteursrecht bij deze krant. Zomaar wat overnemen is er niet bij; het advies is
‘niet onze content over te nemen maar een link te plaatsen naar de site van Trouw. Neem bijvoorbeeld de kop en eerste alinea, tot maximaal 50 woorden, over van een Trouw-artikel, en zet daaronder een link naar de site van Trouw voor wie het hele artikel wil lezen.’
De eerste 39 woorden van het opinieartikel van Maud Kips luiden:
‘Afgelopen vrijdag presenteerde de officier van justitie de eis in de strafzaak tegen de “behandelaars” van Sylvia Millecam. Deze zaak krijgt enige aandacht van de media door “Jomanda”, maar aan de andere twee behandelaars wordt vrijwel geen media-aandacht besteed.’
Veel meer kan er dan niet meer bij, elf woorden nog. Maar wat ziet mijn oog een eindje verderop? Dit komt me wel heel bekend voor:
‘Na afloop van de eerste drie zittingdagen voelde ik me geschokt, door elkaar geschud, verward en kwaad. Ik kende al vanaf begin 2004 Sylvia Millecams ziektegeschiedenis: die is helder beschreven in het rapport van de Inspectie voor de Volksgezondheid dat toen werd gepubliceerd. Maar in de setting van de rechtszaal werd op een heel andere wijze haar laatste levensjaar voor wie het wilde horen weer opnieuw in beeld gebracht, namelijk vanuit het perspectief van de twee verklarende verdachten (“Jomanda” is niet verschenen). En dat “beeld” werd gaandeweg een “gevoel”: zij moet enorme pijn hebben geleden.’
Ook het vervolg is de geïnteresseerde lezer al bekend. Citeer ik nu ten onrechte Trouw, of alleen de weblog ‘Middernachtszon’? Zoekt u de verschillen. Mij gaat het slechts om de argumenten, die een dwarse blik op het nieuws opleveren:
‘Beide verdachten waren niet onder de indruk van verklaringen van getuige-deskundigen, die verklaarden dat heel veel kankerpatiënten na de diagnose geneigd zijn in enige mate en gedurende enige tijd de diagnose te ontkennen. Daar moet met de nodige tact op gereageerd worden, zeggen de deskundigen. Allereerst moeten mensen een beetje tijd krijgen om de diagnose en alle daarbij horende informatie tot zich te laten doordringen. Maar dan moet je als arts doorpakken en je patiënt duidelijk confronteren met de opties. Wat je beslist niet moet doen, is meegaan in de ontkenning.
B. toonde bij zijn verklaring alleen enige bewogenheid als hij over zijn theorietjes sprak: hij meent “de oorzaak” van alle vormen van kanker gevonden te hebben en een middel ontwikkeld te hebben dat kanker kan genezen en sterker nog, een vaccin tegen kanker is. Hij nam elke gelegenheid die hij kreeg om hierover, of over het complot van de farmaceuten en reguliere pillendokters om zijn ontdekking te boycotten, te spreken met beide handen aan. Over zijn patiënte zelf sprak hij steeds opvallend onverschillig – en hij was niet te beroerd haar postuum van consequent liegen te beschuldigen. Ook K. klonk vlak, volkomen onbewogen als hij over Sylvia Millecam sprak. Emotie toonde hij pas toen hij in de laatste minuten van zijn verklaring bevraagd werd over de tuchtprocedure – de procedure die hem een jaar schorsing opleverde. Toen begon hij te huilen: alles, zijn hele leven was erdoor verwoest, zei hij – hij moest steeds weer aan patiënten uitleggen dat hij echt alles voor hen overhad, en het had hem grote financiële problemen gebracht.
“Jomanda” heeft het anders aangepakt. Zij is gewoon weggebleven – en kan achteraf ijskoud beweren dat zij haar verhaal niet heeft kunnen vertellen. En wie niet weet in welke mate zij volgens veel getuigen een sturende en bepalende rol gespeeld heeft in de “keuze” van Sylvia Millecam, zal dat verweer van haar misschien nog enige waarde toekennen. Het is goed mogelijk dat zij zo langzamerhand de grens van wat ze nog kon verkopen met deze stunt overschreden heeft.
© Trouw 2009, op dit artikel rust copyright.’
1 opmerking:
Wel geestig, dat gevalletje met die tekst van Maud Kips.
Een reactie posten