Op 12 juni 2008 schreef ik over Duurzaamheid en haalde Peter Blom aan, CEO van Triodos Bank, die een interview aan NRC Handelsblad had gegeven. ‘Triodos Bank heeft geen last gehad van de onrust op de financiële markten, want de bank belegt niet in ondoorzichtige financiële producten,’ zo stond er te lezen. Dat interview, met de titel ‘Wij beleggen niet in schaarste’, is tegenwoordig trouwens op de website van Triodos Bank te vinden. Blom pleitte daarin onder meer voor het stimuleren van duurzaamheid door het belonen van lange-termijnbeleggers.
Vandaag de dag, met de huidige, ongekende mondiale financiële crisis, komen zijn uitspraken weer terug, bijvoorbeeld in een artikel van economieredacteur Han Koch in Trouw. In ‘Keerpunt in denken over belonen?’ schrijft deze:
‘De crisis die de banken treft, leidt bijna onherroepelijk tot een nieuw inzicht over beloning, risico en de waarde van het ondernemen. Is dit het einde van hoge salarissen en de enorme bonussen?’Hij eindigt zijn artikel met:
‘De gemeenschappelijke noemer in deze reacties op de crisis is dat de wijze waarop de bancaire sector was opgetuigd en van stimulerende prikkels is voorzien, niet duurzaam is gebleken.
Peter Blom, topman van de Nederlandse Triodosbank verweet in augustus, dus voor de chaos van Wall Street, dat bij de bankensector winst-maximalisatie de boventoon is gaan voeren. En dat terwijl maximalisering van de duurzaamheid de hoogste prioriteit van de economie dient te zijn. De meer dan honderdduizend werknemers van banken die afgelopen jaar hun banen zijn kwijtgeraakt zullen dat met terugwerkende kracht met Blom eens zijn.’
Al bijna anderhalf jaar geleden sprak Hidde van den Brink van ‘Vrij Nederland’ met Peter Blom over hetzelfde thema, destijds naar aanleiding van de verkoop van ABN Amro: ‘Triodos heeft zich, anders dan ABN Amro, beschermd tegen te veel invloed van de aandeelhouders.’ Peter Blom legde daarin uit:
‘Onze waarden zijn niet te koop. Toen wij het bord “niet te koop” hier in de tuin van het hoofdkantoor zetten, om de uitgifte van onze aandelencertificaten onder de aandacht te brengen, was de kwestie ABN Amro nog helemaal niet aan de orde. De eerste tekst die we hadden was gewoon “te koop”, om klanten te informeren. Toen zaten we bij elkaar en dachten: dat is nou juist wat we niet willen overbrengen: je kunt wel participeren in het eigen vermogen van een bank met een bepaalde doelstelling, maar onze waarden zijn niet te koop. Zo kwamen we op “niet te koop”. Nu blijkt dat opeens heel actueel. Door de verkoop van ABN Amro is de principiële onderlaag meteen duidelijk. Dat is een gelukkig toeval.
De vraag die nu wordt opgeworpen, is: is een onderneming een verhandelbaar goed, of heeft die een eigen identiteit die niet overdraagbaar is. Ik denk het laatste. Juridisch gezien is het volkomen duidelijk: ABN Amro is een beursgenoteerd bedrijf en kan dus verkocht worden. Dat is het systeem dat we met zijn allen hebben gecreëerd. Maar je ziet dat klanten en werknemers, die in dit spel weinig in de melk te brokkelen hebben, daar nu vraagtekens bij plaatsen.
Wij geven daarom ook geen aandelen uit, maar certificaten van aandelen. Dat betekent dat het deel van het aandeel waarmee je eigenaarsrechten kunt uitoefenen, het stemrecht, is ondergebracht in een stichting. Het bestuur van die stichting is onafhankelijk en benoemd door de certificaathouders. Het is er volgens de statuten aan gehouden niet alleen te kijken naar de belangen van de certificaathouders, maar ook die van de onderneming, en naar de missie van de onderneming. Dat betekent in ons geval dat de sociale en milieubelangen niet ondergeschikt zijn aan het maken van winst, maar nevengeschikt. Dat is een volstrekt andere uitgangspositie dan het maximaliseren van de winst van de aandeelhouders. Je moet het systeem dus echt heel anders inrichten, wil je niet het soort vreemde toestanden krijgen als nu bij ABN Amro. Je ziet dat die omslag in denken in de financiële wereld ook steeds vaker wordt gemaakt.’
En over de onontkoombaarheid van een beursgang zei hij destijds:
‘De vraag is of een echt duurzame onderneming wel kan functioneren in een beurssetting met anonieme aandeelhouders die van alles kunnen bedenken. Maar er is voor een groot bedrijf eigenlijk geen alternatief, dus ik wil daar ook niet te hard over oordelen. In het ideale geval moet je kunnen zeggen: de strategie is de verantwoordelijkheid van de onderneming. Als u het daarmee niet eens bent, dan kunt u gaan als aandeelhouder. Dan kom je uit bij duurzaam aandeelhouderschap, waarbij je je richt op een periode van tien, twintig jaar en een idee hebt van waar je met de economie, met de samenleving naar toe wilt. Je hebt aandeelhouders nodig die daarin stappen, die weten dat ze hun doelen niet een, twee, drie realiseren. Mijn indruk is dat ondernemers die stap vaak wel willen zetten, maar dat de aandeelhouders achterblijven.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten