Het nieuws voor vandaag is eigenlijk van vorige week. Op 16 september plaatste Antroz, antroposofische ouderenzorg, een nieuw bericht op haar website. Ik heb aan deze zorginstelling al heel wat berichten gewijd. Bijvoorbeeld ‘Wonderwall’ op 29 januari; ook ‘Toelating’ op 7 november 2008 is in dit verband relevant. Dit nieuwe bericht draagt de titel ‘Leendert Meeshuis gaat zorg bieden aan 36 extra bewoners’:
‘Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft op 7 september 2010 ingestemd met een uitbreiding van het Leendert Meeshuis met 36 plaatsen. Door deze uitbreiding kan het Leendert Meeshuis zorg gaan bieden aan, in totaal, 110 bewoners. Antroz ziet in deze beslissing van het Ministerie de erkenning dat het Leendert Meeshuis een toekomstbestendige organisatie is, met een zorgvisie die aansluit bij de wensen in de maatschappij en met een zorgaanbod waar ook in de toekomst een grote vraag naar zal blijven bestaan.
Mevrouw J. van Leeuwen, voorzitter van de cliëntenraad van het Leendert Meeshuis, is verheugd met deze uitbreiding. “Door deze uitbreiding kunnen wij bewoners opnemen die al lange tijd op de wachtlijst staan om in het Leendert Meeshuis te kunnen wonen. Vanwege de identiteit van het verpleeghuis en de nadruk op kleinschaligheid en kwalitatief goede zorg geworteld in de antroposofie, zijn er mensen die met een CIZ indicatie de voorkeur geven aan wonen in het Leendert Meeshuis. De cliëntenraad is blij dat we deze mensen en hun familie, nu kunnen helpen.” Ook de heer Pluijter, Raad van Bestuur van Stichting Antroz waar het Leendert Meeshuis onderdeel van uitmaakt, bevestigt dat meer mensen die voorkeur geven aan een verpleeghuisopname in het Leendert Meeshuis nu geholpen kunnen worden. Het Leendert Meeshuis hoopt op korte termijn, binnen enkele maanden, de deuren te openen voor nieuwe bewoners. Op dit moment wordt met de eigenaar van het Berg en Bosch terrein een oplossing gezocht om tijdelijk, extra huisvesting te realiseren. Antroz heeft de heer Jos van Baarsen benoemd tot projectleider van de capaciteitsuitbreiding.
In 2008 heeft het Ministerie van VWS toelating verleend voor vervangende nieuwbouw van het Leendert Meeshuis in de gemeente De Bilt. Sindsdien is Stichting Antroz op zoek naar een locatie voor vervangende nieuwbouw van het zorgcentrum. Deze uitbreiding met 36 plaatsen ligt in het verlengde van de wens om kleinschalige verpleeghuiszorg in vervangende nieuwbouw te realiseren, aldus de heer Pluijter. “Met vervangende nieuwbouw ontstaat een woon- en leefklimaat dat nog meer aansluit bij de woonwensen van de bewoners, met nadruk op de kwaliteitswaarden waar wij als zorginstelling voor staan.”’
Het behoeft eigenlijk geen commentaar. Maar nu blijkt dat in dagblad Trouw morgenochtend toch te gebeuren. In de beroemde rubriek ‘Klein verslag’ van Wim Boevink (op bladzijde 2 van deze krant), waarin deze verslaggever elke dag op meesterlijke wijze de praktijk van het dagelijks leven beschrijft, is voor de datum van 23 september de beurt aan ‘Als een pop kind wordt’. Het lukt mij niet anders dan de tekst in zijn geheel over te nemen, anders gaat de portee verloren. En snap je ook niet hoe het een met het ander verband houdt. Overigens is lang niet zeker dat het hier om dezelfde instelling gaat; dat vermoed ik alleen maar.
‘Voor ze de afdelingsdeur opende zei ze: “Voor het geval je weg wilt vluchten geef ik je de cijfercode voor deze deur – dan kun je er altijd uit.” Oké, zei ik, met een vraagteken, want ik schrok er een beetje van. “En o ja”, zei ze, “ik waarschuw je ook voor de stank.”Toen opende ze de deur naar de PG-afdeling – de afdeling psychogeriatrie van het verpleeghuis voor Alzheimerpatiënten.
Een weeïge lucht sloeg ons tegemoet. Ergens gilde een vrouw. Brede gangen, brede deuren met namen en soms een foto van de bewoner, overal vaste vloerbedekking. Die was de boosdoener, zei een medewerkster van het tehuis – er waren patiënten die gewoon op de gang plasten – “of erger”.
Ze kregen die geur niet meer weg.
De gillende vrouw zat op een toilet. Een verzorger was onderweg.
Ik zei tegen de medewerkster dat ik voor het eerst op een afdeling als deze was. “O, dan heb je meteen de heftigste”, zei ze met een lachje. Naast ons stond toen een oude dame. Ze leunde op haar rollator, die bepakt was met poppen. Een bijna iconografisch beeld: Alzheimerpatiënt met poppen. De dame pakte een van de poppen, zei er iets tegen. “Ze heeft uw ogen”, zei de medewerkster tegen haar – en zich tot mij wendend: “Ze weet heel goed het verschil tussen een pop en een kind. Tegen een kind spreekt ze anders.”
Het was avond, een uur of acht, en we betraden de huiskamer. Er zaten vijftien mensen aan tafels, men zei niet veel. “Geen tv?”, vroeg ik. “Nee, dit is een antroposofisch huis”, zei de medewerkster en begon een tafereel van elders te schilderen, van een academicus die men voortdurend ‘Goede tijden, slechte tijden’ liet kijken. Waar de tv de hele dag aanstond.
Een oudere heer zong een kinderliedje. Een vrouw zei: “Morgen is toch zondag?” “Vandaag is dinsdag”, zei de medewerkster, terwijl ze een dame naast haar yoghurt voerde. Een man kwam op me toe en hield, vlakbij mijn gezicht en me strak in de ogen kijkend, een lange, onverstaanbare monoloog. De taal glibberde over zijn tong, als water over een bed met kiezels, ruisende zinnen met afgegladde woorden.
Hersens in nevelen, of eigenlijk – zo zegt recent onderzoek – in eiwitafzettingen in de vorm van plaque. Maar over de oorzaak van Alzheimer tast men nog in het duister. De patiëntenaantallen zijn, ook in Nederland, stijgende, tot een half miljoen in 2040, een verdubbeling. En nu al moeten op de afdeling waar ik was 34 mensen door vijf verzorgers elke ochtend worden gewassen en aangekleed – als ze alle vijf al aanwezig zijn. De gillende vrouw werkt andere patiënten op de zenuwen, er vallen soms klappen, die niet gezien worden, tot een bezoekend familielid de blauwe plekken ziet. Zulke verhalen hoorde ik, bij alle toewijding van de verzorgers, ook. Er wordt in de nevelen, in die tot stilstand gekomen binnenwereld, ook pijn geleden.
Ze zitten daar bij elkaar, om acht uur ’s avonds, met zijn vijftienen, de anderen liggen al in bed. Eenzame opsluiting, kindertijd, een sluipend uitwissen van wie je was.’
Nu moet u niet meteen denken dat een antroposofische zorginstelling hiermee wordt afgekraakt. Dat lijkt mij niet het geval te zijn. Er wordt gewoon een ander stukje werkelijkheid geschetst. Nee, dan denk ik meer aan de rubriek ‘Bladen’ op maandagochtend, op de afdeling Religie & Filosofie van dezelfde krant (niet op de website, alleen in de papieren versie), waarin Emiel Hakkenes op 20 september berichtte over ‘Wie de Koran serieus neemt eet biologisch-dynamisch’. De eerste helft van die rubriek was voor het eerst in lange tijd weer eens gewijd aan Motief:
‘In een ingezonden brief in Motief, maandblad voor antroposofie, hekelt een lezeres voetbal als sport. Zij signaleert, “puur uit de waarneming”: “Allereerst het trappen en wegschoppen van een bal. Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom in bijna alle vechtsporten schoppen verboden is? Wanneer schopt een mens? Uit woede, agressie, vernietigingsdrang of minachting. Niet bepaald een positief gebaar. Persoonlijk zou ik een kind liever elke andere sport laten doen dan voetballen.”
Eerder in Motief komt Hendrik Jan Bakker aan het woord. Hij doorliep de vrije school, bezocht als kind diensten van de Christengemeenschap, zong in een Gregoriaans koor en deed wel eens wat met zenboeddhisme. Ook bestudeerde hij geruime tijd de antroposofie. Hij had sterk het gevoel dat hetgeen Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie, schreef, waar was. Maar, zo vertelt hij, hij vond de weg van de antroposofie “weinig houvast” bieden. Maar toen ontmoette hij zijn vrouw, een Indonesische moslima.
“Omdat een moslimvrouw alleen met een moslimman mag trouwen, vroeg ze mij moslim te worden”, vertelt Bakker. “Ik heb me een jaar op haar vraag beraden, ben boeken over de islam gaan lezen en moslims gaan ontmoeten. In tegenstelling tot wat je in de krant leest, waren het allemaal aardige mensen.”
In de Koran vond Bakker op zeker moment ook teksten die met natuur en milieu te maken hebben. “Tegelijk ontdekte ik Ibrahim Abouleish, die al dertig jaar de islam met antroposofie en biologisch-dynamische landbouw verbindt. Wie de Koran serieus neemt, zou biologisch-dynamisch moeten eten.” Hoe Bakker zichzelf noemt, hoeft niet te verrassen: “groene moslim”.’
Wie zei dat ook alweer: Het maakt niet uit wat ze over je schrijven, maar dat ze over je schrijven? Dat is hiermee dan opnieuw gelukt.
.
4 opmerkingen:
Hoi Michel,
Een mooi bericht voor het Leendert Meeshuis en vooral voor de bewoners die daar verzorgd worden.
Maar ik stoor me eerlijk gezegd een beetje aan het bericht van Wim Boevink.
Zondag ga ik weer naar mijn moeder die in zo'n huis woont. Als ik er ben zit de deur inderdaad op slot. Ik ken de code.
Maar ik ben altijd onder de indruk als ik zie met wat voor liefde en toewijding de verzorgers en verzorgsters hun werk doen.
Daarna ga ik naar het (andere) huis waar mijn vader wordt verzorgd. Ook daar tref ik toegewijde medewerkers, die, zij het met eveneens beperkte middelen proberen de zorg te verlenen die wij hen niet kunnen geven.
Het gaat ons aan het hart dat wij dat als kinderen niet meer kunnen doen. Een geloof me, je kent me, dat is geen onwil.
Daarom ben ik blij met dit soort instellingen. Ik wind me altijd wat op over al die negatieve berichten die er verschijnen over dit soort huizen en over de bezuinigingen op de AWBZ die men weer in petto heeft.
Daarom: chapeau voor al die medewerkers die daar in moeilijke omstandigheden nog het beste proberen van proberen te maken. Als je bewoners kent, en vooral als je hun achtergrond en voorgeschiedenis kent, dan weet je ook dat zij daar recht op hebben.
Dit moest me even van het hart.
Hartelijke groet,
Adri
‘In een ingezonden brief in Motief, maandblad voor antroposofie, hekelt een lezeres voetbal als sport. Zij signaleert, “puur uit de waarneming”: “Allereerst het trappen en wegschoppen van een bal. Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom in bijna alle vechtsporten schoppen verboden is? Wanneer schopt een mens? Uit woede, agressie, vernietigingsdrang of minachting. Niet bepaald een positief gebaar. Persoonlijk zou ik een kind liever elke andere sport laten doen dan voetballen.”
Die lezeres ziet over het hoofd dat in vechtsporten schoppen van mensen verboden is en dat is bij voetbal eveneens verboden.
Bij de antroposofen is zowat alles verkeerd. Het is vaak nog erger dan een zwartekousenkerk.
Tragisch dat mensen dat overkomt, dementie. Wens je niemand toe uiteraard. Fact of life but horrible. Steiner heeft wel uitspraken gedaan over oorzaken. De filosoof Kant bleef het aan het einde van zijn leven ook niet bepsaard? Goed dat er mensen zijn die goede zorg bieden.
Klopt het volgende rijtje niet? Voor mij wel. Ben antroposoof en hou van voetbal, alsook van een aantal vechtsporten, waaronder K1, waarbij weldegelijk naar het hoofd mag worden geschopt.
Kan me de scherpe opmerking van Ridzerd van Dijk wel indenken. Op de ingezonden brief van Floor van den Voet ben ik vandaag met een kort blogbericht in mijn digitale notititieboekje nader ingegaan.
Een reactie posten